Met den Eeker gaat t beter en Handwerk uit Assisië Cath. van Rennes Prinses Juliana \DGB” 5 Een kereltje, vol van dankbaarheid Ullllllllllllllllllllll FEESTK.LEEDING ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1938 Een en ander over natuurboter '1 Toen ze nog prinsesje was w. Heeren- en gummizolen DUIZELIGHEID IN DE LUCHT BRABANTSCHE BRIEVEN .Cf i O. en verliep als volgt: West dat Engelsche ziekte voor in tp kant, niet gedoubleerd is 50 per P. H. A. TUIN. llllllll ULVENHOUT. 8 Sept. 1938 Amico, in ty en onti). Lijk er ook gewas is, dat den kop laat hangen na één nachtje vorst. aee ik. 1 Handje den weg op kost z’n ouwers gewist. v ‘TC Wat zal het de nu tachtigjarige dikwijls moei te gekost hebben om ernstig en in de plooi te Wijven, bij al die grappige invallen van haar leerllngetje. Z. Pas 3 H. Pas Sch: 8 14 H: H. 8 3 R A H V KI.: 10 8 8 4 Tot mijn spijt heb ik geconstateerd, dat de setter de vorige week een sinnetje heeft weg gelaten. waardoor de aangeweaen speelmethode seer onbegrijpelijk is geworden. Ter verduidelijking zal ik het spel nog eens in het kort behandelen. de leeren doorlieten wijst groot 1 Kl. 3 Sch Pas dubbel 4 H O. 1 Sch. Pas Sch.: B. 18 9 8 3 H 5 R,: 7 4 3 Kl.: V. 7 3 3 meten de eveneens de hoeveelheid vocht die nen en kousen aanwezig was. Als ik veromkwam mee de druiven, dan zee ik: „Keker, da’s waar ok, ge mot de groeten hebben, jonk, van oew Moeder. En X spet T. dat z'oe nie kan komen bezoeken." Efkens keek ie me aan. Bén oog trilde efkens. Dan staarde-n-ie naar X plafond en X kopke wierd oud van peinzen. Of ie.... begréép! Toen X lang genogt geduurd had. scheurde Dré III 'n druif af. hield ze bij den Eeker z’nen mond. Maar den mond was onwillig. Dan keek X man neke mee bljjen glans in d'oogen naar Dré III. Z’n handje schudde neeë en toen stiet ie uit: „breng asteblleft die druiven bij Moeder!” Ik schrok efkens bij den Eeker. Z’n mulaen- kopke lag verbonden in ’nen dikken kruis van wit gaas. "n Merakel zoo ie veranderd was! Alle rat-achtige schichtigheid was uit X sproeten- kopke verdwenen. Alleen wijsheid lichtte uit de vast-geworden oogen. Na een week pijn en leed was X manneke volwassen van geest geworden. „Hoe is X er mee, Eeker?" .Dank. baas, dat ge me komt opzoeken,” see- t-ie zwak. En efkens probeerde-n-ie te glim lachen, maar dat scheen pijn te doen aan de gevaulijke wond in z’nen kop. Toen keek ie me maar ’ns diep in m’n oogen en die spraken al leen maar van dank. En ineens zag ik *m weer zitten op den vloer van z’n „kamer”, op onsen solder, ’n paar weken gelejen, daar onder die beregende, glasen dakpannen. Toen had ook, HJk nou, dieén eigensten trek van dankbaarheid gelegen over dat sproetenkopke, als ie see: ,4k blijf op den hof, baas, want Dré UI vindt X O.—W. waren kwetsbaar. Zuid was gever hei bieden Sch.: A. V. 3 H: 18 9 8 4 R: 10 5 Kl.: A. H. B. 9 Sch.: H. 5 H.: A. V. B. 7 3 R.: B. 9 8 8 3 Kl.: 5 Méér dan veertig jaar geleden is er echter by de fabricatie van het materiaal, waaruit die ijle robes vervaardigd worden, een raffinement tentoongesteld, waartoe de vroegere techniek niet bij machte was. We zien nu niet slechts één kleurige tulle, mau ook bontgeborduurde tuleweefsels, en zelfs met glinsterende metaal draden doorweven. By den voornamen stijl der avondkleeding geeft Parijs als hoofdtooi edel- steenen asm In de verschillende, diepe kleuren. pracht. Wit licht, groen licht, rooi licht, slingers van licht, fonteinen van licht, op 'n moment stonden er tien millioen lichtjes op de gevoelige plaat van m’n zielement en toen kwamen we in Scheveningen, langs de zee. X Was 'nen zeldzaam-schoonen avond, wa *k hier pas merkte, ’k Wierd dus weer mensch. En op den eigensten oogenblik, man, toen dreef dau, boven de zee, 'nen rossen maanhol zoo groot als 'n wagelwiel! "k Wierd koud van deus.... verlichting. *k Ben uit de bus gestapt, ben stillekes op ’n bank langs de zee gaan zit ten en heb uren getuurd naar die nachtelijke see, die in de diepe kleur van zwarten kristal over *n groen-peerlemoeren ender kwam ge vloeid. tot vlak bij me. in witte levende schuim- strepen, gefoaforiseerd deur den manebol, die dau dreef over ’nen zomeravond, die oe bidden dee van schoonheid. Die zwarte see spoelde m’n gevoelige plaat weer proper van de tien millioen lichtjes en ’k ben, 'lijk ’nen herboren mensch, naar m’n ho- telleke gegaan. -k 1c Heb Wieske de zaken uit malkaar gezet, Tc heb Dré ni verteld van den versierden Jor- daan en Kalverstraat, ’m tien pop laten zien, mau X manneke zee enkel: „Opa. ’k zou geren nau Wieske gaan, ge wit, mau ik kan m’nen ongelukkigen Eeker nie in den steek laten, om dau feest te gaan vieren.” X Gedacht alleen mokte ’m al 'n bietje ongelukkig; ’nen droeven glans floerste over z’n zwarte, oprechte oogen, zoo schoon als die donkere zee, beslulerd mee manelicht. aangenomen dat gummi minder geen vocht doorlaat, en daarom of bij zware Inspanning, zooals wandelingen, minder hygiënisch moet worden genoemd. Een paar dagen geleden kwam een getrouwd man vrij aangeschoten en zeer laat van een heerensouper thuis en vond zijn vrouw nog wakker en in een alles behalve prettige stem ming. Ik heb al twee uur in den schommelstoel zitten wachten, mijn hoofd duizelt er van.... Duizelt jouw hoofd ook. liefste, vroeg de man zeer naïef, dan schijnt er bepaald iets in de lucht te zitten, want ik ben ook niet vrij van duizeligheid. kwam uit met Rulten-Heer en trok Ruiten-Aas na. Zuid moest thans zijn speel plan opmaken en ik heb de vorige week twee verschillende methodes aangegeven, waarvan echter de tweede verminkt onder uw oog kwam. Deze methode is n.1. als volgt: Klaver Aas aftroeven, tweemaal troef slaan, n.1. Harten-Aas en Harten-Heer. daarna Aas ITT* wel eens onder sterk microscopische VA/ vergrootlng een druppel melk bekeken heeft, stond zonder twijfel verbaasd over het onverwachts aanschouwde beeld. Duizenden kleine bolletjes, die een voortdurenden ge- helmzlnnigen dans uitvoerden! Elk dier bolletjes nu was een uiterst fijn vetdruppeltje. en de rus- telooce beweging dauvan werd veroorzaakt door de tallooze stooten, die het van de omringende watermoleculen ontving Een wereld vol wonde ren. waarop groote geleerden hun vernuft met succes hebben gericht Wij kunnen ons echter op deze pagina daar mee niet verder ophouden en willen thans een en ander vertellen over de boter, die uit de be- dreven vetdruppeltjes wordt bereid. leder weet cat deze door karnen van de andere bestand- deelen der melk gescheiden wordt en dan bo venop komt te drijven. In de gewone melk ie dc boter of het vet eigenlijk „het witte”. Want elk der fijne druopeltjes werkt als een spiegel die bet licht weerkaatst en zoo krijgt de vloei stof haar mooie blanke kleur. U begrijpt echter wel. dat er bepaalde redenen zijn, waarom het vet daarin zoo fijn verdeeld voorkomt. Melk is ten natuurlijk voedsel, en wij zien daarin het moeilijk verteerbare vet tot kleine druppeltjes opgelost, omdat het aldus veel sneller en beter kan worden verteerd Als de natuur niet voor die fijne verdeellng of „emulsie-vocming” zorg de, zou deze in onzen darm moeten plaatsvin nen. Maar door de druppelvorming is het boter- vet dus al min of meer vóór-verteerd. Deze emulsie blijft min of meer bestaan na het karnen, en dit maakt dat ook natuurboter goed verteerbaar is en zich gemakkelijk laat sneren. Verder weet iedere huisvrouw dat deze zich van kunstboter onderscheidt door smaak er. geur en eveneens, dat van natuurboter nog weer soorten bestaan, die als melkboter en als roomboter worden aangeduid. Dit verschil' ontstaat door de wijze van be reiding. Melkboter wordt gemaakt op boerderijen of 'kleine bedrijven uit de z g n. retourmelk. Zij bevat iets meer eiwit en is daarom vooral ge schikt voor bakken en braden. De grootere fa brieken. die beter geoutilleerd zijn, leveren de loomboter, die dank zij de betere techniek ge woonlijk waardevoller genoemd mag worden. Het kan de lezeres allicht interesseeren. iets meer over de bereiding daarvan te vernemen. De melk wordt dan eerst in een centrifuge ontroomd, waarna de room wordt gepasteuri seerd. Hierna voegt men er melkzuurbacteriën aan toe, die voor dit doel speciaal werden ge kweekt. Nadat dese ongeveer 20 uur hun wer king hebben uitgeoefend, is de room karnrijp; bovendien hebben zich allerlei stoffen gevormd, die aan de boter geur en smaak zullen verlee- nen. Het kamen geschiedt in kneders van ca 3000 liter Inhoud. Karnemelk en boter gaan uiteen; de eerste wordt af getapt en de laatste gespoeld en gekneed. Het kneden dient zoowel om water te verwij deren. als om het noodlge zout aan de boter toe te voegen. Zoo ontstaat ten slotte de na tuurboter, die ongeveer S3 pet. vet bevat, naast S pet. eiwit, pet. stoffen als melksuiker melkzuur e.d„ en 3 pet. zouten. Ook bevat zy veel vitaminen vooral A, en ook het waarde- IIIIIIIIHIIIII Over de vraag, of gummizolen niet een na- deellgen invloed op de gezondheid der voeten uitoefenen, is al veel te doen geweest. Gewoon- lyk wordt aarmte en des zomers lange Wij beelden hiernaast den Franclscus-kop af, in Assisisch kruissteek werk, in vervolg op hetgeen wij renlge weken geleden daarover publiceer den op deze pagina. Zooals de lezeressen wich mogelijk nog her inneren, is het typische van dit Asslsische werk, dat het Contour gewerkt wordt en het motief zelf is uitgespaard, waardoor een zeer typisch relief verkregen wordt. Dit Franciscus-motief is bedoeld, zoo lezen wij, voor een speldenkussen of als dekkleedje op een glas water, dat men des nachts naast het bed heeft staan. De achtergrond alsmede de teekening in het gelaat en de kleedplooien kan met elke ge- wenschte donkere tint gewerkt worden, donker blauw, donkerbruin of groen, terwijl we het contour, om dit sprekend te houden zwart ma ken. Garensoort: perié katoen No. 8. zenderlei kleurenpracht, uit malkaar spattend tot Niks. Sja tusschen die zeepbel en dieén loojen bal liggen wearelden van vertwijfeling en strijd. Van heiligmaking en verdommenis. Van hemel tot hel! Dat verschil is groot. Zoo groot, dat wij X nie kunnen becijferen, al kunnen we dan al rekenen mee millioenen, mee milliarden, mee lichtjaren zelfs! Maar daar zijn nóg gróótere „cijfers". En-die liggen nou „toevallig” tusschen die zeepbel en dieén looien bal....! Den geleerde praklzeert er n soortelijke ge- wichtskwestie van! Den politieker prutst er so ciale stellingen uit. Den anderen geleerde fa briekt er ’n wijsbegeerte op. En den modernen politieker knutselt er *n „nuuw” heidendom mee. Maar al dieén huisvlijt v-rgaat, valt uit mal kaar. Nuuw knutselwerk wordt gezaagd en ge lijmd, valt uit malkaar en vergaat. En de schoone zeepbel stijgt in de wolken. En den loojen bal blijft liggen in den slik. Maar den Eéker! •k Ben bij ’m gewist. ’n Paar dagen gelejen kw^m Dré III mee de boodschap thuis, da Ti den Eeker bezoeken mocht. Dat was veurloopig alleen maar toege staan aan Dré m eigens en dan nog maar heef zuinlgskes aan. Nou mag ie eiken avond, van zeuven uren af da’s wel gin bezoekuur, maar den Dré financiert daar den boel, dus ik zeg, nou mag ie eiken avond *n uur bij den Eeker z’n bed zitten. En da’s veur die twee mannekes, die gewend waren heel den avond samen op te trekken, al ’nen heelen winner, "k Heb oe dat vroeger al ’ns verteld: waar ze X allegaar over hebben, weet ik nie, maar die moelekes stonden nooit stil! Heele avonden waren ze doende in den stal, bij Bles natuurlijk, ze frutselden aan ’t peerdetuig. ze timmerden, as „bouwden” „Oneeë? Hl) is lest hier gewist! Als ’nen groo- ten meneer! Witte wat-ie gegeven hee, aan m... aan z’n moeder? Eénen gulden! D’n schobberd!** „Hoppenbrouwers, X manneke had nie meer!** „Dan blijft ie maar weg!” Ik kookte. Zou ik.... efkens had ik plan den schurk den nek om te draaien. M’n vingers kromden. X bloed liep uit m’nen kop. toen zee de moeder„wilde onzen Sjaak gedag zeg- gen. van me, als ge 'm sprikt. En zeggen, da .*k nie komen kan. Dan begrept ie X wel. Gin kleeren, docht Ik en k ging rap naar m’nen groentenwagel en m’nen Blek. X Wierd tijd, m’n peeën waren al gegapt. In verband daarmee verdienen onze aan dacht de onderzoekingen, wefce daarover in een Staatslaboratorium te Berlijn werden ver richt. Men liet dames zoowel als heeren flinke marschen maken, waarbij hooge schoenen wer den gedragen met stevige solen. Maar de eene voet droeg een gummizool. en de andere een leeren zool. Voor en na den marsch werd ge- temperatuur op de voethuid, en in schoe- „Gij eet die druiven op!” Vijf keer juichte X handje „ja". Ja, O. L H kan hard mee z’n schepsels om springen en tóch.... toeh mot ge liever maar gin geleerde, gin politieke, gin wjjsgeerige en gin heldensche theorieën knutselen over die „groote afstandscijfers" tusschen de ..zeepbel" en den „loojen bal”, waarover ik aan X begin klasje neerde. Wij kunnen mee ons petje daar nie bij komen, amlco! Vol Veul groeten van Trui, Dré UI en als altU gin horke minder van oewen DBK. De groote muzlek-paedagoge, Catharina van Hennes, die de eerste week van deze maand tachtig jaar is geworden en in de geschiedenis van het muziek-onderwijs in ons land een heel bijzondere plaats heeft ingenomen door de il lustratieve wijze, waarop ie haar leerlingetjes onderrichtte, is indertijd door H. M. de Konin- gin aangesteld geweest om het jonge Prinsesje Juliana te leeren zingen. Want natuurlijk was het de wensch der koningin, dat Juliaantje, die too dol was op onze vaderlandsche liedjes, haar gevoel voor muziek zou ontwikkelen, en wie was méér geschikt om dit op zich te nemen dan de begaafoe peedagoge? volle D-vitamlne komt. Naast melkboter en roomboter kent me bet voorjaar ook nog de grasboter. Deze is van geringer kwaliteit, maar minder goed h baar, en wordt daarom goedkooper in den han del gebracht. De zg.n zoutlooze boter ten slotte kan men zelf bereiden door gewone boter en kele malen onder water te kneden. De in den handel verkrijgbare zoutlooze boter is echter volgens den Voeding- en Huishoudgids van Aug ■33 beter te noemen, en kan goede diensten bewijzen bij de samenstelling van het z«: zout arme dieet goed." En toen ie er achteraan zee, ziende naar de simmende dakpannen: „nou niks gedaan buiten." M’n keel wierd ’n bietje dik Nog niks dan slaag, pijn en honger had X jonk gelejen en X wijze kopke was schoon van. dankbaarheid „Vannacht goed geslapen. Eeker?” vroeg Dré m Den Eeker dee z’n hand toen op en neer. „Beter dan gisterennacht?” Dezelfde beweging. „Dokter gewist, vandaag?" Nou schudde z’n hand van neeé. Toen be- gi^eep ik X. Die twee hadden samen hen code; den Dré vroeg zóó, dat den Eeker altij kost antwoorden mee „ja” of „neeé" en dat dee ie mee de handen. „Vinde X goed op deuze kamer?” ,4a." sprak X handje. „Of zijde liever alleen?” .Neeé,” sprak X handje. „Kan ik op den oogenblik iets veur oe doen?" Z’n oogen lachten goeiig, X handje wees: .Nog pijn?" De oogen wierden efkens kleiner. Maar dap per zee X handje: „neeé". Toen wierd X me bekans te machtig. Dré III vroeg wjjers. „Krijgt ge al trek in oew eten, Eeker?” Zwak zee X handje „ja „Kan ik nou onderhand 'ns iets lekkers veur oe meebrengen? Zo'nen tros druiven?" X Handje zee „neeé en Ja". .,'n Klein troske dus?” ,4a." zee X handje. „Opa, praate gij nou ’n bietje mee *m, ge ziet hoe wjj X doen, ee? Ik gaai daljjk op druiven uit!” Maar nadrukkelijk schudde de hand „neeé, neeé!" „Dan gaai ik ze halen," „zweeg”. Z'n oogen lachten. Amico. was blij, da Tt gaan. Ik ben ook by X manneke Jah! Ik vond, X moest. Maar pa zee: „Zoozoo, is Weels van z’n ros gevallen?” En z’n Moeder schrok. Vooral als ze hoorde, dat Sjaak in X ziekenhuis lag. „Is er gevaar bij?” vroeg ze: „al ben "k maar erm, ik wil gin van m’n bloeien missen.’* „Onkruid vergaat nie,” sprak pa wjjsgeerig. „Jouwen jongen is gin onkruid, Hoppenbrou- wers," viel ik uiU Ge zjjt zekers wel h bietje nuuwsgierig naar dieén ermen Eeker? Vaneigens! Nou ik ge loof te meugen zeggen: Xgaat ’nen goeien kant op. Dagen hee-t-ie buiten kennis gelegen en .achteraf is X nóg h wonder”, zee ons dok- terke: „dat X jonk nie morsdood is geslagen teugen dieén hekpaal. want den val is bar aan gekomen," zoo zee-t-le. Maar X van nature zoo taaie Eekerjonk, lijk ’n wild gewas opgegroeid onder vertrapping en in ermoel, zal deuzen ruk aan de blom, aan X kopke" van den plant, ook weer wel te boven komen. Daar is nou een maal gewas, dat geschapen schijnt om te groeien onder koeienpooten, peerdenhoeven en Er werd eens voor den volgenden keer door juf frouw van Rennes een les met een prestatie aangekondigd, hetgeen beteekende, dat leder leerllngetje met iets voor den dag moest ko men, een ingestudeerd vioolstuk, een liedje of iets dergeljjks. Druk wordt er over gepraat door meestere» en leerlingetjes, die over en weer moeilijkheden be spreken Ineens komt de stem van Juliaantje: „Mogen we ook tooveren, mevrouw?” En juffrouw van Rennes, haar ernst bewa rend, zegt: „Zeker Juliaantje, mag jij toove ren’’. En prachtige goochelkunsten waren het, waar X Prlnsesse-leerlingetje twee weken later mee voor den dag kwam! en wat is dit?” vraagt juffrouw van Hennes een ander maal op de les by repetitie van de beteekenis van al die moeilijke teekens en letters tusschen de notenbalken. Het is Ju- llaantje’s beurt en juffrouw van Rennes’ vinger wijst naar het p.p. onderaan de noten. Juliaantje denkt even na; ze weet het niet. Dan zegt ze opeens, met een twinkel op haar gezichtje: „paraplu" immers samen den Eeker z’n „apartement” op den zolder! Ze hadden X samen altij even druk en plazlerlg. Eindelijk mocht ik dan den Eeker 'ns zien. Zondagmiddag. Samen, mee Dré m ben "k naar X ziekenhuis gestapt, aan X ander ende van den Ulvenhoutschen weg. Ais we hadden aangebeld, hoefden we niks te vra gen of te zeggen: Dré UI was hier al goed be kend en wist den weg. Den rector en de nonnekes ze kennen 'm allemaal. Want mee den ermen Eeker is veul compassie enne lederen braven mensch is in zo’n geval geren content, walmeer er 'nen „Dré ni” is, die ’nen „ermen Eeker” bijstaat en viprthelpt. Brave menschen zouwen X geren eigens doen, maar daar is meestal gin tijd, gin gelegenheid veur en dan nouja, dan leve „Dré III”, die veul gewetens ontlast....! HIJ is daar dus gezien, m’nen compagnon, die twijfelloos over de breeje en lange gangen stapte, hier en daar ’nen .goeiendag" zee en eindelijk veur één van de honderd deuren, die Tc al ge passeerd was, bleef staan en toen teugen me zee: „Loop maar achter me aan. opa, den Eeker lee-d-in X hoekske van de zaal.” „Ik docht dat ie alleen lag. Dré?” ,4a, d'eerste week, toen er nog levensgevaar was, nou lee-t-ie op zaal, schilt me vijf gulden per dag. opa! Tt Mot rekenen mee m’nen spaar pot Bezurgd keek ie me aan. Mot tot den lesten dag vort kunnen mee m’n centen, slede. En X is allegaar vooruitbetalen, opa. Behalve den dokter. Die hee gezeid da *k gin zurgen hoef te maken veur Nuuwjaar en da *k dim nóg wel ginnen deurweerder aan m’nen nek krijg. Goeien vent. Kom nou maar mee." Amlco, wat had ik ’n plazier in deuzen jon gen patroon! Z’nen kop is stroef geworden over z’n zorgen mee den Eeker! Allee hij zal wel tekortkomen, maar k laat 'm zoo geren zoo lang meugelijk deuzen zurg van naastenliefde. X Zal m gin kwaad doen, wa gij? Maar z’n moeder, z’n Wieske, hee-t-le al geschreven g’ad, dat ie mee de Amsterdamsche feesten nie thuis kon komen, omdat ieX te druk hee op den hof. Wieske schreef me daar over tenminste en of nou wezenlijk haar jongske nie éénen dag gemist kost worden, want de verlichting van Amsterdam was geweldig” en zoo wijer. Amlco, ik kén die versieringen! k Was 'ns in Den Haag, mee zo’n „feérieke" feestverlichting. Liet me ’savpnds in ’n groote bus enkele uren rondrjjen. k Wierd deuzig en moei van al die P. J. v. d. R. te A. Sinds geruimen tijd geldt hier in Nederland krachtens besluit der Inter national Bridge League de offlcieele telling der Portland-Club. welke dus slechts in de down- scHiR8 TBn <iOaT genoe*nde telUn« ver” Nlet kwetsbaar downslag. Niet kwetsbaar gedoubleerd is de eerste downslag 100, de overige downslagen 300. Kwetsbaar niet gedoubleerd is 100 per down- slag. Kwetsbaar gedoubleerd ia de eerste down- slag 200, de overige 300. 5 down gedoubleerd niet kwetsbaar Is dus 900 punten. 5 down gedoubleerd kwetsbaar is echter 1400 punten. Wat uw tweede vraag betreft, wil ik gaarne nog eens extra er de aandacht op vestigen, dat men by Bridge niet gedwongen is om af te troeven en ook niet om over te troeven. Men moet, indien mogelijk, steeds bekennen. Gaat dit niet, dan mag men aftroeven, hoog of laag, zooals men dat verkiest Niet troeven of ondertroeven Is dus volkomen geoorloofd! En nou kunt ge jaloersch zyn op die „zeepbel”. En nou kunt ge compassie hebben mee dieén bal" God schiep lucht en God schiep *o°d- En dan weten we daaromtrent maar één ding zeker: Xzal allebei noodig zijn veur de v° eindiging der weareld. Weareld, waarop veul «eiuk maar „zeepbel" is. Opstijgend in duu- Oeen enkele uitzondering mocht er voor de I Koningsdochter gemaakt worden en geen enke- I le voorrang, onder welk opzicht ook, werd haar verleend; en juffrouw van Rennes heeft zich wel van haar taak gekweten, die in zooverre verge makkelijkt werd, dat het Prinsesje zelf niets vuriger wenschte, dan „net te zijn als alle an deren”. Niet vóór de overige kinderen werd zij het lo- kaal binnengelaten en by het uitgaan was het niet zy, die het eerst in haar manteltje werd geholpen. En wanneer dit eens gebeurde, maak te dat haar zelfs boos en verdrietig: Jk ben toch een gewoon kind net als alle andere kinde ren". zei Juliaantje zelf eens, toen iemand haar vóór wilde laten gaan. De plaats in het zangklasje, welke Catharina van Rennes haar vorsteiyk leerllngetje had aangewezen was ook niet vooraan maar midden tusschen de leerlingetjes, die naar hun grootte gerangschikt waren. Al werd hier dus alles in het werk gesteld, dat de jeugdige Prinses geenszins zou opvallen door haar koninkiyke afkomst, zeker is ze wél op gevallen ea heeft ze haar leerares veelmalen ge amuseerd door haar spontaneïteit, haar levens lust en haar kinderiyke guitigheid. Een opmerkeiyk verschynsel is het, dat er by de avondkleeding japonnen zullen zyn, die niet zoo héél veel afwyken van de bal-robes, waarin men veertig jaar geleden jonge vrouwen ten bal zag verschynen De mode immers is een kringloop en by de avond- mode van nu valt de tendenz zy het met vernuftige varianten „omstreeks negentien honderd" niet te loochenen. Langs vele omwe gen zijn we teruggekeerd tot tule, tot borduurwerk, bloemen en linten en we mogen ens weer hullen in gewaden, welke het typisch vrouwehjke cachet onderstrepen. Ook den ko menden winter zal deze styi zich voor den avond biyven handhaven en we zullen ciinoli- nen biyven zien. Modehuizen, welke getracht hebben de korte avondjapon met de zeer ongracieuzerok- lengte tot op den enkel, In te voeren, hebben hiermede geen succes behaald. Wat op de groote feesten In Parijsche diplo matieke kringen den boventoon bleef voeren, waren de wijde crinoline-japonnen, nMst de zeer lange, zeer nauwsluitende robes, waarMan een speciaal type vrouw toch haar voorkeur biyft geven, ook boven al dat luchtige, teere, wolkende, dat de vrouwelyk vrouw met zoo groot gemak draagt. Onder leiding van mejuffrouw van Rennes werd dan met vyftien andere kinderen een zangklasje in elkaar gezet waarin echter het ae- venjarig prinsesje dit was de ultdrukkeiyke wensch van Hare Majesteit volstrekt als de anderen moest behandeld worden. Hoe het toeging by de opening van dit klasje, beschryft Van Malsen alleraardigst in zyn boek „Onze Prinses”. „De zeven en achtjarige hummels komen een voor een binnen in het klaslokaaltje, waar me juffrouw van Rennes ze, naar de verschillende opgeteekende namen, identificeert. Daar komt een blondje aan, met een rond gezichtje en blauwe oogen, goedaardig en tegeiykerttjd met een humoristische uitdrukking. De leermeesteres doet, ot zy haar niet kent; *y moet haar rol immers spelen. ,^oo kleintje, hoe heet jy?” „Juliana, mevrouw”. Juliana? En hoe nog meer?” „Louise. Emma, Maria, Wilhelmina, mevrouw.” ,4a, maar dat bedoel ik niet; ik bedoel je achternaam.” „O, van Oranje Nassau, mevrouw.” Amlco, ik kost me nie goed houwen. Maar ik heb me vei]r den Eeker maar nie geschaamd. Heb me over .’m henen gebogen en gezeed: „Eeker, jouw Moeder krygt mergen Xi volle mand groenten en gy krygt. as ge weer beter zyt. 'nen dikken winterjas van veertig gulden omtrent!" Tben bolden twee groote tranen van geluk in z'n oogen. „Maar daar is éen voorwaarde. Eeker!” en Heer van Ruiten uitspelen en hierna nog tweemaal troefslaan, terwyi op den éen troefalag uit den blinde Ruiten-Vrouw wordt geëcar teerd. Vervolgens kunnen de Ruitens worden afgespeeld, mits deze by de tegenparty 33 verdeeld zitten <68 pet. kans). De totale kans is dus 68 pct. van 98 pet. ia 08.6 pet Zooals reeds vermeld, was dit het laatste der serie interessante spellen. Dit wil echter niet zeggen, dat ik geen Interessante spellen meer zal behandelen. Integendeel, zooveel mogeiyk zal in ieder artikel een plaatsje worden Inge ruimd voor een spel, dat om de een of andere reden het behandelen waard is. Thans zullen we echter op een heel ander chkpltre overspringen, n.1. het gedrag rond de bridgetafels en dan bedoel ik niet dat der om standers. maar dat der spelers zelf. Ieder spel heeft zyn regels en ieder spel heeft zyn daarvan losstaande etiqurtte. 3jj tennis is het byvoorbeeld etiquette om den eer- veerenden tegenstander, die door een bal van 'n naburige court gehinderd wordt, een extra- kans te geven, terwyi het by voetbal byv. eti quette is om by een vriendschappeiyken wed- stryd een strafschop, die wellicht een te zware straf is geweest, niet te benutten. In het algemeen is het gebied der spelregels echter veel ultgebreider dan dat der etiquette. By bridge echter is dit heel anders. Het ge bied der etiquette is hier zeer uitgebreid en er wordt dan ook een groote mate van correct heid van de spelers geëischt. Bovendien speelt deze etiquette by bridge een geheel andere rol dan by de overige spelen. By deze immers is het niet naleven der etiquette .slechts” een treken van onvoldoende opvoeding en maakt men zich daardoor ren ongewenscht tegenstan der. By bridge echter behoort men dan bovendien ren reprimande van den wedstrydlelder te kry- gen en is deze gerechtigd den overtreder by herhaling van verdere deelname uit te sluiten. Deze maatregelen lyken op het eerste ge- Xicht nogal rigoureus, maar zyn desalniette min toch hoogst noodzakeiyk. Wat is Immers het geval: Er zyn enkele reglementaire wegen, welke de twee spelers, die een paar vormen, moeten be wandelen om elkaar inlichtingen te geven. Er zyn evenwel onnoemeiyk veel slinkache paad jes, die het mogeiyk maken op oneeriyke wyze den paatner hints te geven. Dit terrein nu la niet voldoende af te bake nen met reglementaire bepalingen en dit is dan ook de reden, dat er by bridge een zoo eigen aardige, speciale toestand bestaat, welke ech ter zeer, zeer moeiiyk te verbeteren ia! Een voorbeeld ter verduldeiyking Noord geeft, denkt lang na en past 'onge oorloofd). Oost merkt op. dat hy al den hee len avond geen kaart krygt (ongeoorloofd), legt zyn kaarten demonstratief op tafel 'onge oorloofd) en past ook. Zuid zegt, dat West dan wel de kaart moet hebben (ongeoorloofd) en past. West haalt zyn schouders op 'ongeoor loofd), kykt zyn kaart nog eens in en zegt: .Nou vooruit dan. een sans." (ongeoorloofd). Noord past. Oost zegt biymoedig. „De tweede” (ongeoorloofd). Zuid past en West beweert ge laten: .Nou, dan de derde” (ongeoorloofd). Noord denkt lang na. Oost past en Zuid dub belt (ongeoorloofd). West zegt: „Accepté” (on geoorloofd) en Noord en Oost passen. Nu moet u niet zeggen, ja maar dat is over dreven. zooveel overtredingen hebben tydens één biedproces niet plaats, want het is een feit, dat zulke dingen gebeuren en het hier aange haalde voorbeeld is ren onvervalscht geval uit de practyk. Gebrek aan ruimte belet my hét voorval nader uit te pluizen, zoodat we dit dan uit zullen stellen tot de volgende week. Het resultaat was, dat bleek hoe zolen maar weinig meer warmte dan de gummi dito. Wel moet men hierby ook in aanmerking nemen, dat de leeren zolen dikker waren; gummi schijnt dus inderdaad méér te isoleeren. Wat de vochtmetingen be treft: de voetbekleeding had by de leeren zool minder vocht opgenomen, wat er dus op dat minder zweet was gevormd. Maar was X verschil niet. In het algemeen mag men dus zeggen, dat tegen gummizolen teen ernstige hygiënische bezwaren bestaan. Verklaren kunnen we X nie, mee gin weten schap, mee gin geloof zelfs, X hoort thuis onder geheimen van den Schepper. Den eenen mensch stygt nou eenmaal )ijk ’n zeepsopbal- leke op X minste windeke tot in de wolken, zon der dat le er iets aan doen kan; den andere biyft m den slik liggen, lyk nen loojen bal. onzen prins van 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 23