Met den Eeker gaat 't beter
en
Handwerk uit Assisië
B
Cath. van Rennes
Prinses Juliana
Een kereltje, vol van dankbaarheid
■Illlllllllllllll FEESTKLEEDING iiiimiiiiiiiiiiiiiiin
-
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1938
Een en ander over
natuurboter
Toen ze nog prinsesje was
Heeren- en gummizolen
DUIZELIGHEID IN DE LUCHT
BRABANTSCHE BRIEVEN
X'
I
j-
van
volgt:
Weet
Correspondentie
niet gedoubleerd i* M per
P. H. A. TUIN.
ULVENHOUT.
8 Sept. 1938
Amico,
DB*.
Wat zal bet de nu tachtigjarige dikwijls moei
te gekoet hebben om ernstig en in de plooi te
blijven, bij al die grappige Invallen van haar
leerilngetje.
immers samen den Beker z'
den zolder! Ze hadden
Z.
Pas
3 H.
Pas
1 KI.
3 Sch
Pas
8ch.: B. M 9 3
H.: 8
8 4 1
KI.: 7 3 3
de leeren
doorlieten
N.
dubbel
4 H
Tot mijn spijt heb ik geconstateerd, dat de
zetter de vorige week een zinnetje heeft weg
gelaten. waardoor de aangewezen speelmethode
zeer onbegrijpelijk is geworden.
Ter verduidelijking zal ik het spel nog eens
in het kort behandelen.
Sch.: A. V. 3
H.10 9 8 4
R: 10 8
KI.: A. H. B. 9
O.
1 Sch.
Pas
Sch.: H. 5
H.: A. V. B. 7 3
R B. 9 8 6 3
KI.: 8
meten de
eveneens de hoeveelheid vocht die
nen en kousen aanwezig was.
volle D-vhwntae dat Engelsche riekte voor
komt.
Naast melkboter en roomboter kent men in
het voorjaar ook nog de grasboter. Deze is niet
van geringer kwaliteit, maar minder goed houd
baar, en wordt daarom goedkooper in den han
del gebracht. De zg.n. zoutlooae boter ten slotte
kan men zelf bereiden door gewone boter en
kele malen onder water te kneden. De in den
handel verkrijgbare soutlocae boter is echter
volgens den Voeding- en Huishoudgids van Aug
38 beter te noemen, en kan goede diensten
bewijzen bij de samenstelling van het ag. zout
arme dieet.
Ik schrok efkens bij den Eeker. Z’n mulzen-
kopke lag verbonden in ’nen dikken krans van
wit gaas, 'n Merakel zoo ie veranderd was! Alle
rat-achtige schichtigheid was uit X sproeten-
kopke verdwenen. Alleen wijsheid lichtte uit de
vast-geworden oogen. Na een week pijn en leed
was X manneke volwassen van geest geworden.
„Hoe is ’t er mee, Eeker?”
„Dank, baas, dat ge me komt opzoeken," zee-
t-le zwak. En efkens probeerde-n-ie te glim
lachen, maar dat scheen pijn te doen aan de
gevaarlijke wond in z'nen kop. Toen keek ie me
maar 'ns diep in m'n oogen en die spraken al
leen maar van dank. En ineens zag ik Xn weer
ritten op den vloer van z’n .kamer", op onsen
zolder, *n paar weken gelejen, daar onder die
beregende, glazen dakpannen. Toen had ook,
lijk nou, dieën elgensten trek van dankbaarheid
gelegen over dat sproetenkopke, als ie zee: ,Jk
blijf op den hof, baas, want Dré UI vindt *t
dat
was X verschil niet. In het algemeen
mag men dus zeggen, dat tegen gummisalen
teen ernstige hygiënische beswaren bestaan.
of bU zware inspanning, zooals
wandelingen, minder hygiënisch moet
worden genoemd.
Sch.: 8 7 4
B.: H. 8 3
R.: A. H. V.
KI.: 10 8 8 4
O.
De groote muziek-paedagoge. Catharina
Hennes, die de eerste week van dese maand
tachtig Jaar is geworden en in de geschiedenis
van het muziek-onderwljs in ons land een heel
bijzondere plaats heeft ingenomen door de il
lustratieve wijze, waarop ze haar leerlingetjes
onderrichtte, is indertijd doen- H. M. de Konin
gin aangesteld geweest om het jonge Prinsesje
Juliana te leeren zingen. Want natuurlijk was
bet de wensch der koningin, dat Juliaantje, die
soo dol was op onze vaderlandsche liedjes, haar
gevoel voor muziek zou ontwikkelen, en wie was
méér geschikt om dit op zich te nemen dan de
begaafoe paedagoge?
Méér dan veertig jaar geleden is er echter bij
de fabricatie van het materiaal, waaruit die
Ijle robes vervaardigd worden, een raffinement
tentoongesteld, waartoe de vroegere techniek
niet bij machte was. We zien nu niet slechts
één kleurige tulle, maar ook bontgeborduurde
tuleweefsels. en zelfs met glinsterende metaal
draden doorweven. BV den voornamen stijl der
avondkleedlng geeft Parijs als hoofdtooi edel-
steenen aan in de verschillende, diepe kleuren.
Een paar dagen geleden kwam een getrouwd
man vrij aangeschoten en zeer laat van een
heerensouper thuis en vond zijn vrouw nog
wakker en in een alles behalve prettige stem
ming.
Ik heb al twee uur in den schommelstoel m
zitten wachten, m(Jn hoofd duizelt er van.... Qaat dit niet, dan mag men"aftroeven hoog
man zeer naïef, dan schijnt er bepaald iets
in de lucht te ritten, want ik ben ook niet
vrij van duizeligheid.
pracht. Wit licht, groen licht, rooi licht, slingers
van licht, fonteinen van licht, op ’n moment
stonden er tien millloen lichtjes op de gevoelige
plaat van m'n rielement en toen kwamen we in
Scheveningen, langs de zee.
XWas 'nen zeldzaam-schoonen avond, wa k
hier pas merkte, k Wierd dus weer mensch. En
op den elgensten oogenblik, man, toen dreef
daar, boven de zee, 'nen rossen maanhol zoo
groot als 'n wagelwlel! k Wierd koud van
deus.... verlichting, k Ben uit de bus gestapt,
ben stillekes op 'n bank langs de zee gaan zit
ten en heb uren getuurd naar die nachtelijke
zee, die in de diepe kleur van zwarten kristal
over *n groen-peerlemoeren ender kwam ge
vloeid, tot vlak bjj me. in witte levende schuim-
strepen. gefosforiseerd deur den manebol, die
daar dreef over 'nen zomeravond, die oe bidden
dee van schoonheid.
Die zwarte zee spoelde m’n gevoelige plaat
weer proper van de tien millloen lichtjes en k
ben, 'lijk 'nen herboren mensch, naar m'n ho-
telleke gegaan.
k Heb Wieske de zaken uit malkaar gezet,
k heb Dré III verteld van den versierden Jor-
daan en Kalverstraat, 'm tien pop laten zien,
maar X manneke zee enkel: „Opa. k zou geren
naar Wieske gaan, ge wit, maar ik kan m’nen
ongelukkigen Eeker nie in den steek laten, om
daar feest te gaan vieren." X Gedacht alleen
mokte 'm al *n bietje ongelukkig; 'nen droeven
glans floerste over z'n zwarte, oprechte oogen,
zoo schoon als die donkere zee, beslulerd mee
manelicht.
kwam utt met Rulten-Heer en trok
Rpiten-Aas na. Zuid moest thans zijn speel
plan opmaken en ik heb de vorige week twee
verschillende methodes aangegeven, waarvan
echter de tweede verminkt onder uw oog kwam.
Deze methode is n.l. als volgt:
Klaver Aas aftroeven, tweemaal troef slaan,
n.l. Harten-Aas en Harten-Heer, daarna Aas
Over de vraag, of gummizolen niet een na-
deellgen Invloed op de gezondheid der voeten
uitoefenen, is al veel te doen geweest. Gewoon-
aangenomen dat gummi minder
en geen vocht doorlaat, en daarom
Geen enkele uitzondering mocht er voor de
Koningsdochter gemaakt worden en geen enke
le voorrang, onder welk opricht ook, werd haar
-verleend; en juffrouw van Rennes heeft zich wel
van haar taak gekweten, die in zooverre verge
makkelijkt werd, dat het Prinsesje zelf niets
vuriger wenschte, dan „net te zijn als alle an
deren”.
Niet vóór de overige kinderen werd zjj het lo
kaal binnengelaten en bjj het uitgaan was het
niet zij. die het eerst in haar manteltje werd
geholpen. En wanneer dit eens gebeurde, maak
te dat haar zelfs boos en verdrietig: „Ik ben
toch een gewoon kind net als alle andere kinde
ren”, zei Juliaantje zelf eens, toen iemand haar
vóór wilde laten gaan.
De plaats in het zangklasje, welke Catharina
van Rennes haar vorstelijk leerlingetje had
aangewezen was ook niet vooraan maar midden
tasschen de leerlingetjes, die naar hun grootte
gerangschikt waren.
Al werd hier dus alles in bet werk gesteld, dat
de jeugdige Prinses geenszins zou opvallen door
baar koninklijke afkomst, zeker is ze wél op
gevallen en beeft ze haar leerares veelmalen ge
amuseerd door haar spontaneïteit, haar levens
feit en haar kinderlijke guitigheid.
iiiiiiiiiiiiitiiiiidiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiKiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiuiiiiiuiiHHiiiiiiiiiitmmii
lijk wordt
«arm te
des zomers
lange
En nou kunt ge jaloersch zjjn op die „zeepbel”.
nou kunt ge compassie hebben mee dieën
JooJen bal” God schiep lucht en God schiep
k»d. En dan weten we daaromtrent maar één
zeker: Xzal allebei noodig zijn veur de
voleindiging der weareld. Weareld, waarop veul
geluk maar .zeepbel” is. Opstijgend in dug-
zenderlei kleurenpracht, uit malkaar spattend
tot Niks.
SJa tusschen die zeepbel en dieën loojen
bal liggen wearelden van vertwijfeling en strijd.
Van heiligmaking en verdommenis. Van hemel
tot hel! Dat verschil is groot. Zoo groot, dat
wij X nie kunnen becijferen, al kunnen we dan
al rekenen mee mlllioenen, mee mllllarden, mee
lichtjaren zelfs! Maar daar zijn nóg gróótere
„cijfers En die liggen nou „toevallig"/tusschen
die zeepbel en dieën looien bal....r"‘
Den geleerde praklzeert er 'n soorteliJke ge>
wlchtskwestle van! Den politieker prutst er so
ciale stellingen utt. Den anderen geleerde fa
briekt er 'n wijsbegeerte op. En den modernen
politieker knutselt er Xi .jiuuw" heidendom mee.
Maar al dieën huisvlijt v-rgaat, valt uit mal
kaar. Nuuw knutselwerk wordt gezaagd en ge
lijmd. valt uit malkaar en vergaat. En de schoone
zeepbel stijgt in de yolken. En den loojen bal
blijft liggen in den slik.
Maar den Eéker!
k Ben bij 'm gewist.
'n Paar dagen gelejen kwam Dré III mee de
boodschap thuis, da Tc den Eeker bezoeken
mocht. Dat was veurlooplg alleen maar toege
staan aan Dré III eigens en dan nog maar heel
zuinlgskes aan. Nou mag ie eiken avond, van
zeuven uren af da's wel gin bezoekuur, maar
den Dré financiert daar den boel, dus ik zeg,
nou mag ie eiken avond *n uur bij den Eeker
z'n bed zitten. En da’s veur die twee mannekes,
die gewend waren heel den avond samen op te
trekken, al 'nen heelen winner, k Heb oe dat
vroeger al 'ns verteld: waar ze X allegaar over
hebben, weet ik nie, maar die moelekes stonden
nooit stil! Heele avonden waren ze doende in
den stal, bjj Bles natuurlijk, ze frutselden aan
X peerdetuig, ae timmerden, gs .bouwden”
In verband daarmee verdienen onze aan
dacht de onderzoekingen, weke daarover in
een Staatsiaboratorlum te Berlijn werden ver
richt. Men liet dames zoowel als heeren flinke
marschen maken, waarbij hooge schoenen wer
den gedragen met stevige zolen. Maar de eene
voet droeg een gummizool, en de andere een
leeren zool. Voor en na den marsch werd ge-
temperatuur op de voethuid, en
in schoe-
„GU eet die druiven op!"
Vijf keer juichte X handje .ja”.
Ja, O. L. H. kan hard mee z’n schepsels om
springen en tóch.... toch mot ge liever maar
gin geleerde, gin politieke, gin wljsgeerige en gin
heldensche theorieën knutselen over die .groot*
afstandscjjfers” tusschen de „zeepbel" en den
„loojen bal”, waarover ik aan X begin klasje
neerde. WU kunnen mee ons petje daar nie bij
komen, amlco!
Vol.
Veul groeten van Trui, Dré in en als altu gin
horke minder van oewen
Ge zUt zekers wel "n bietje nuuwsgierig naar
dieën ermen Eeker? Vaneigens! Nou ik ge
loof te meugen zeggen: X gaat "nen goeien kant
op. Dagen hee-t-le bulten kennis gelegen en
■Achteraf is X nóg *n wonder”, zee ons dok-
terke: „dat X jonk nie morsdood is geslagen
teugen dieën hekpaal, want den val is bar aan
gekomen," soo zee-t-ie. Maar X van nature zoo
taaie Eekerjonk, lijk 'n wild gewas opgegroeid
onder vertrapping en in ermoel, zal deuzen ruk
••n de blom, aan X .Jcopke" van den plan’,
•ok weer wel te boven komen. Daar is nou een
maal gewas, dat geschapen schijnt om te
groeien onder koeieppooten, peerdenhoeven en
in tij en ontij. Lijk èr ook gewas is, dat den kop
laat hangen na één nachtje vorst.
V t yle wel eens onder sterk microscopische
vergrooting een druppel melk bekeken
heeft, stond zonder twijfel verbaasd over
het onverwachts aanschouwde beeld. Duizenden
kleine bolletjes, die een voortdurenden ge-
heimzlnnlgen dans uitvoerden! Elk dier bolletjes
nu was een uiterst fijn vetdruppeltje, en de rus-
telooce beweging daarvan werd veroorzaakt door
de tailooze stooten. die het van de omringende,
watermoleculen ontving. Een wereld vol wonde
ren, waarop groote geleerden hun vernuft met
succes hebben gericht.
Wij kunnen ons echter op dese pagina daar
mee niet verder ophouden en’ willen thans een
en ander vertellen over de boter, die uit de be-
.'ct.reven vetdruppeltjes wordt bereid. Ieder weet
Cat dese door kamen van de andere bestand-
deelen der melk gescheiden wordt en dan bo
venop komt te drijven. In de gewone melk is
de boter of bet vet eigenlijk ..het witte”. Want
elk der fijne drunpeltjes werkt als een spiegel,
die het licht weerkaatst en zoo krijgt de vloei-
ztof haar mooie blanke kleur. U begrijpt echter
wel, dat er bepaalde redenen zijn, waarom het
vet daarin zoo fijn verdeeld voorkomt. Melk is
ten natuurlijk voedsel, en wij zien daarin het
trioeilljk verteerbare vet tot kleine druppeltjes
opgelost, omdat het aldus veel sneller en beter
ken worden verteerd. Als de natuur niet voor
die fijne verdeellng of .emulsie-vorming" zorg
de. zou deze in onzen darm moeten plaatsvin
den. Maar door de druppelvorming is het boter-
vet dus al min of meer vóór-vertaerd.
Deze emulsie blijft min of meer bestaan na
het kamen, en dit maakt dat ook natuurboter
goed verteerbaar is en zich gemakkelUk laat
smeren. Verder weet iedere huisvrouw dat dese
zich van kunstboter onderscheidt door smaak
er. geur en eveneens, dat van natuurboter nog
weer soorten bestaan, die als melkboter en als
roomboter «rorden aangeduid.
Dit verschil ontstaat door de wijze van be
reiding. Melkboter wordt gemaakt op boerderijen
of kleine bedrijven uit de z.gm. retourmelk. Zij
bevat iets meer eiwit en is daarom vooraf ge
schikt voor bakken en braden. De grootere fa
brieken, die beter geoutilleerd zijn, leveren ^e
loom boter, die dank zij de betere techniek ge-
woonljjk waardevoller-; genoemd mag wotden.
Het kan de lezeres allicht interesseeren, iets
rueer over de bereiding daarvan te vernemen.
De melk wordt dan eerst in een centrifuge
ontroomd, waarna de room wordt gepasteuri
seerd. Hierna voegt men er melkzuurbacteriën
aan toe, die voor dit doel speciaal werden ge
kweekt. Nadat deze ongeveer 20 uur hun wer
king hebben uitgeoefend, is de room kamrljp;
bovendien hebben zich allerlei stoffen gevormd,
die aan de boter geur en smaak zullen verlee-
nen. Het karnen geschiedt in kneden van ca
3000 liter inhoud. Karnemelk en boter gaan
uiteen; de eerste wordt af getapt en de laatste
gespoeld en gekneed.
Het kneden dient zoowel om water te verwij
deren, als om het noodige zout aan de boter
toe te voegen. Zoo ontstaat ten slotte de na
tuurboter, die ongeveer S3 pet. vet bevat, naast
S pet. eiwit, x pet. stoffen als melksuiker
melkzuur e.d„ en 3 pet. zouten. Ook bevat zjj
veel vitaminen vooral A, en ook het waarde-
Er werd eens voor den volgenden keer door juf
frouw van Rennes een les met een prestatie
aangekondigd, hetgeen beteekende, dat ieder
leerlingetje met Iets voor den dag moest ko
men, een ingestudeerd vioolstuk, een liedje of
Iets dergeljjks.
Druk wordt er over gepraat door meesteres en
leerlingetjes, die over en weer moeilijkheden be-
Ineens komt de stem van Juliaantje: .Mógen
we ook tooveren, mevrouw?”
En juffrouw van Rennes, haar ernst bewa
rend, zegt: „Zeker Juliaantje, mag jij toove
ren”. En prachtige goochelkunsten waren het.
Waar X Prinsesse-leerllngetje twee weken later
mee voor den dag kwam!
en wat is dit?" vraagt juffrouw van
Rennes een ander maal op de les bt repetitie
van de beteekenis van al die moeilijke teekens
en letters tusschen de notenbalken. Het is Ju-
llaantje’s beurt en juffrouw van Rennes' vinger
wijst naar het p.p. onderaan de noten. Juliaantje
denkt even na; ze weet het niet. Dan zegt ze
opeens, met een twtnkel op haar gezichtje:
„paraplu”
goed." En toen ie er achteraan zee, ziende naar
de simmende dakpannen: „nou niks gedaan
buiten."
M'n keel wierd 'n bietje dik. Nog niks dan
slaag, pijn en honger had X jonk gelejen en X
wijze kopke was schoon van dankbaarheid.f
„Vannacht goed geslapen. Eeker?" vroeg Dré
m. Den Eeker dee z’n hand toen op en neer.
„Beter dan gisterennacht?"
Dezelfde beweging.
„Dokter gewist, vandaag?”
Nou schudde z’n hand van neeë. Toen be
greep ik X. Die twee hadden samen ’nen code;
den Dré vroeg zóó. dat den Eeker altlj kost
antwoorden mee of „neeë” en dat dee Je
mee de handen.
„Vinde X goed op deuze kamer?"
,4a,” sprak X handje.
„Of zijde liever alleen?”
„Neeë,” sprak X handje.
„Kan ik op den oogenblik iets veur oe doen?”
Z’n oogen lachten goeiig, X handje wees:
„neeë.”
„Nog pijn?”
De oogen wierden efkens kleiner. Maar dap
per zee X handje: „neeë”.
Toen wierd X me bekans te machtig- Dré III
vroeg wljers.
„Krijgt ge al trek in oew eten. Beker?"
Zwak zee X handje „ja”.
„Kan ik nou onderhand 'ns iets lekkers veur
oe meebrengen? Zo'nen tros druiven?”
X Handje zee „neeë" en .Ja”.
,.'n Klein troske dus?”
„Ja,” zee X handje.
„Opa. praate gij nou 'n bietje mee ‘m. ge riet
hoe wjj X doen, ee? Ik gaai dalijk op druiven
uit!”
Masir nadrukkelijk schudde de hand „neeë,
neeë!”
„Dan gaai ik ae halen." see Ik. X Handje
„zweeg”. Z'n oogen lachten.
Amico, k was bltf, da *k den weg op kost
gaan.
Ik ben ook bij X manneke z’n ouwers gewist.
Jah! Ik vond, X moest.
Maar pa zee: „Zoozoo, is onzen prins van
Weels van z'n ros gevallen?" En z'n Moeder
schrok. Vooral aU ae hoorde, dat Sjaak in X
ziekenhuis lag. „Is er gevaar bij?” vroeg ze: „al
ben k maar erm, ik wil gin van m'n bloeien
missen.”
„Onkruid vergaat nie," sprak pa wljsgeerig.
.Jouwen jongen is gin onkruid. Hoppenbrou-
wers,” viel ik uit,
O.—W. waren kwetsbaar. Zuid was gever en
het bieden verliep als
"Een opmerkelijk verschijnsel is het, dat er
by de avondkleedlng japonnen zullen zijn,
die niet zoo héél veel afwijken Van de
bel-robes, waarin men veertig jaar geleden
jonge vrouwen ten bal zag verschijnen De
mode Immers is een kringloop en bjj de avond-
mode van nu valt de tendenz zjj het met
vernuftige varianten „omstreeks negentien
honderd" niet te loochenen. Langs vele omwe
gen zijn we teruggekeerd tot tule, tot kant,
borduurwerk, bloemen en linten en we mogen
ens weer hullen in gewaden, welke het typisch
vrouweljjke cachet onderstrepen. Ook den ko
menden winter zal deze stijl zich voor den
avond blijven handhaven en we zullen crinolt-
nen blijven zien.
Modehuizen, welke getracht hebben de korte
avondjapon njet de zeer ongracieuzerok-
lengte tot op', den enkel, in te voeren, hebben
hiermede geen succes behaald.
Wat op de groote feesten in Parjjsche diplo
matieke kringen den boventoon bleef voeren,
waren de wijde crinollne-japonnen, néést de
zeer lange, zeer nauwsluitende robes, waaraan
een speciaal type vrouw toch haar voorkeur
blijft geven, ook boven al dat luchtige, teere.
wolkende, dat de vrouwelijk vrouw met soo
groot gemak draagt.
Verklaren kunnen we X nie, mee gin weten-
schap, mee gin geloof zelfs, X hoort thuis onder
<*e geheimen van den Schepper. Den eenen
wensch stijgt nou eenmaal lijk 'n zeepsopbal-
Jeke op X minste windeke tot in de wolken, zon
der dat ie er iets aan doen kan; den andere blijft
in den slik liggen, UJk nen loojen bal.
Onder leiding van mejuffrouw van Rennes
werd dan met vijftien andere kinderen een
mngklasje in elkaar gezet waarin echter het ze
venjarig prinsesje dit was de uitdrukkelijke
wensch van Hare Majesteit volstrekt als de
anderen moest behandeld worden.
Hoe het toeging bij de opening van dit klasje,
beschrijft Van Malsen alleraardigst in zijn boek
jOtae Prinses".
„De zeven en achtjarige hummels komen een
voor een binnen in het klaslokaaltje, waar me
juffrouw van Rennes ze, naar de verschillende
opgeteekende namen, identificeért. Daar komt
een blondje aan, met een rond gezichtje en
blauwe oogen, goedaardig en tegelijkertijd met
een humoristische uitdrukking.
De leermeesteres doet, of zij haar niet kent;
rij moet haar rol immers spelen.
„Zoo kleintje, hoe heet JU?”
Juliana, mevrouw”.
Juliana? En hoe nog meer?”
„Louise. Emma. Maria, Wilhelmina, mevrouw.”
Ja, maar dat bedoel ik niet; ik bedoel je
achternaam"
„O, van Oranje Nassau, mevrouw.”
WU beelden hiernaast den Franclscus-kop af, in
Assisisch kruissteek werk. In vervolg op hetgeen
wU eenlge weken geleden daarover publiceer
den op deze pagina.
Zooals de lezeressen zich mogelljk nog her
inneren, is het typische van dit Asslslsche werk,
dat het Contour gewerkt wordt en het motief
zelf is uitgespaard, waardoor een zeer typisch
relief verkregen wordt.
Dit Franclscus-motief is bedoeld, zoo lezen
wU, voor een speldenkussen of als dekkleed je
op een glas water, dat men des nachts naast
het bed heeft staan.
De achtergrond alsmede de teekening in het
gelaat en de kleedplooien kan met elke ge-
wenschte donkere tint gewerkt worden, donker
blauw, donkerbruin of groen, terwijl we het
contour, om dit sprekend te houden zwart ma
ken. Garensoort: perlé katoen No. 8.
en Heer van Ruiten uitspelen en hierna nog
tweemaal troefslaan, terwijl op den 4en troefriag
uit den blinde Ruiten-Vrouw wordt geëcar
teerd. Vervolgens kunnen de Ruitens worden
afgespeeld, mits deze bU de tegenpartij 33
verdeeld ritten (68 pet. kans).
De totale kans is dus 68 pct. van 88 pet, is
66.6 pet.
■Zooals reeds vermeld, was dit het laatste der
serie interessante spellen. Dit wil echter niet
zeggen, dat ik geen Interessante spellen meer
aal behandelen. Integendeel, zooveel mogelUk
zal in leder artikel een plaatsje worden inge
ruimd voor een spel dat om de een of andere
reden het behandelen waard is.
Thans zullen we echter op een heel ander
chApitre overspringen, n.l. het gedrag rond de
bridgetafels en dan bedoel Ik niet dat der om
standers. maar dat der spelers self.
Ieder spel heeft zijn regels en ieder spel
heeft zUn daarvan losstaande etiquette. Bij
tennis, is het bijvoorbeeld etiquette om den ser-
veerenden tegenstander, die door een bal van
'n naburige court gehinderd wordt, een extra-
kans te geven, terwijl het bU voetbal bUv. eti
quette is om bjj een vriendschappeiyken wed
strijd een strafschop, die wellicht een te zware
straf is geweest, niet te benutten.
In het algemeen is het gebied der spelregels
echter veel ultgebreider dan dat der etiquette.
BH, bridge echter is dit heel anders. Het ge
bied der etiquette is hier zeer uitgebreid en er
wordt dan ook een groote mate van correct
heid van de spelen geëischt. Bovendien speelt
deze etiquette bjj bridge een geheel andere rol
dan bU de overige spelen. BU dese immers
is het niet naleven der etiquette „slechts” een
teeken van onvoldoende opvoeding en maakt
men zich daardoor een ongewenscht tegenstan
der.
BU bridge echter behoort men gan bovendien
een reprimande van den wedstrijdleider te krij
gen en is dese gerechtigd den overtreder bU
herhaling van verdere deelname uit te sluiten.
Deze maatregelen lUken op het eerste ge
richt nogal rigoureus, maar zijn desalniette
min toch hoogst noodzakelUk. Wat is Immers
het geval:
Kr zUn enkele reglementaire Wegen, welke de
twee spelen, die een paar vormen, moeten be
wandelen om elkaar inlichtingen te geven. Er
zUn evenwel onnoemelijk veel slinksche paad
jes, die het mogelijk maken op oneerlijke wijze
den partner hints te geven.
Dit terrein nu is niet voldoende af te bake
nen met reglementaire bepalingen en dit is dan
ook de reden, dat er bU bridge een zoo eigen
aardige, speciale toestand bestaat, welke ech
ter zeer, zeer moeilijk te verbeteren is!
Een voorbeeld ter verduidelijking:
Noord geeft, denkt lang na en past (onge
oorloofd). Oost merkt op. dat hU al den hee-
lan avond geen kaart krijgt (ongeoorloofd),
legt zUn kaarten demonstratief op tafel (onge
oorloofd) en past ook. Zuid zegt, dat We^t dan
wei de kaart moet hebben (ongeoorloofd) en
past. West haalt zUn schouders op (ongeoor
loofd). kUkt zUn kaart nog eens in en zegt:
.Nou vooruit dan, een sans.” (ongeoorloofd).
Noord past. Oost zegt blijmoedig: ,JJe tweede"
(ongeoorloofd). Zuid past en West beweert ge
laten: .Nou. dan de derde" (ongeoorloofd).
Noord denkt lang na. Oost past en Zuid dub
belt (ongeoorloofd). West zegt: „Accepté" (on
geoorloofd) en Noord en Oost passen.
Nu moet u niet zeggen, ja maar dat is over
dreven, zooveel overtredingen hebben tUdens
één bledproces niet plaats, want het is een feit,
dat zulke dingen gebeuren en het hier aange
haalde voorbeeld is een onvervalscht geval uit
de practUk. Gebrek aan ruimte belet mU bet
voorval nader uit te pluizen, zoodat we dit
dan uit zullen stellen tot de volgende week.
Het resultaat was, dat bleek hoe
solen maar weinig meer warmte
dan de gummi dito. Wel moet men hierbU ook
tn aanmerking nemen, dat de leeren zolen
dikker waren; gummi schijnt dus Inderdaad
méér te isoleeren. Wat de vochtmetingen be
treft: de voetbekleeding had bU de leeren
zool minder vocht opgenomen, wat er dus op
wyst dat minder zweet was gevormd. Maar
groot
„Oneeë? HU is lest hier gewist! Als 'nen groo-
ten meneer! Witte wat-ie gegeven hee. aan m...
aan z'n moeder? Eénen gulden! D*n schobberd!”
„Hoppenbrouwers, X manneke had nie meer!"
„Dan blijft ie maar weg!"
Ik kookte. Zou ik.... efkens had ik plan den
schurk den nek om te draaien. M'n vingers
kromden, X Hoed liep uit m'nen kop, toen
zee de moeder: „wilde onzen Sjaak gedag zeg
gen, van me, als ge 'm sprikt. En zeggen, da 'k
nie komen kan. Dan begrept ie X wel....!”
Gin kleeren, docht ik en *k ging rap naar
m'nen groentenwagel en m’nen Blek. X Wieid
tUd, m'n peeën waren al gegapt.
Als ik veromkwam mee de druiven, dan zee
ik: „Eeker, da’s waar ok, ge mot de groeten
hebben, jonk, van oew Moeder. En X spet T.
dat s'oe nie kan komen bezoeken.”
Efkens keek ie me aan. Bén oog trilde efkens.
Dan staarde-n-ie naar X plafond en X kopke
wierd oud van peinzen. Of ie.... begréép! Toen
X lang genogt geduurd had. scheurde Dré III
'n druif af. hield ae bU den Beker z'nen mond.
Maar den mond was onwillig. Dan ke,vk X man
neke mee blljen glans in d’oogen naar Dré m.
Z’n handje schudde neeë en toen stiet ie uit:
„breng asteblleft die druiven bU Moeder!"
Amlco, ik kost me nie goed houwen. Maar ik
heb me veur den Beker maar nis geschaamd.
Heb me over m henen gebogen en gezeedl
„Eeker, jouw Moeder krijgt mergen 'n volle
mand groenten en gU krUgt. as ge weer beter
zUt. 'nen dikken winterjas van veertig gulden
omtrent!”
Toen bolden twee groote tranen van geluk in
z'n oogen.
„Maar daar is éen voorwaarde, Beker!”
.Apartement" op
't samen altlj even
druk en plarierig. Eindelijk mocht Ik dan den
Eeker 'ns zien. Zondagmiddag. Samen, mee Dré
III ben Tc naar X ziekenhuis gestapt, aan X
ander ende van den Ulvenhoutschen weg. Als
we hadden aangebeld, hoefden we niks te vra
gen of te zeggen: Dré III was hier al goed be
kend en wist den weg.
Den rector en de nonnekes ze kennen 'm
allemaal. Want mee den ermen Eeker is veul
compassie ennelederen braven mensch is
In zo'n geval geren content, wanneer er 'nen
„Dré IH” is, die 'nen „ermen Eeker” bUstaat
en vort helpt. Brave menschen zouwen X geren
eigens doen, maar daar is meestal gin tUd, gin
gelegenheid veur en dan nouja. dan leve
„Dré IH”, die veul gewetens ontlast....!
HU is daar dus gezien, m'nen compagnon, die
twijfelloos over de breeje en lange gangen stapte,
hier en daar 'nen .goeiendag” zee en eindelUk
veur één van de honderd deuren, die "k al ge
passeerd was. bleef staan en toen teugen me
zee: ,Xoop ma^r achter me aan, opa, den Eeker
lee-d-ln X hóekske van de zaal.”
„Ik docht dat ie alleen lag. Dré?”
d'eerste week, toen er nog levensgevaar
Tras, nou lee-t-ie op zaal, schilt me rijf gulden
per dag. opa! k Mot rekenen mee m'nen spaar
pot...
Bezurgd keek ie me aan. „k Mot tot den
lesten dag vort kunnen mee m’n centen, zledi.
En X is allegaar voorultbetalen, opa. Behalve
den dokter. Die hee gezeid da k gin zurgen hoef
te maken veur Nuuwjaar en da k dén nóg wei
gtnnen deurweerder aan m'nen nek krUg. Goden
vent. Kom nou maar mee.”
Amico, wat had ik 'n plazier in deuzen jon
gen patroon! Z'nen kop is stroef geworden over
z'n zorgen mee den Eeker! Allee hy zal wel
tekortkomen, maar k laat 'm soo geren zoo
lang meugelUk deuzen zurg van naastenliefde.
X Zal 'm gin kwaad doen, wa gU? Maar z'n
moeder, z'n Wieske, hee-t-le al geschreven g'ad,
dat ie mee de Amsterdamscbe feesten nie thuis
kon komen, omdat ie.... X te druk hee op
den hof.
Wieske schreef me daar over tenminste en
of nou wezenlUk baar jongske nie éénen dag
gemist kost worden, want de verlichting van
Amsterdam was „zóó geweldig” en soo wljer.
Amlco. ik kén die versieringen! k Was 'ns in.
Den Haag, mee zo’n „feërieke" feestverlichting.
Liet me 's avonds in 'n groote bus enkele uren
rondrUen. k Wierd deuzig en moei van al die
P. J. v. d. R. te A. Sinds gerulmen rijd geldt
hier in Nederland krachtens besluit der Inter-
natlonal Bridge League de offlcieele telling der
Portland-Club. welke dus slechts In de down-
telling van de door u genoemde telling ver
schilt
Niet kwetsbaar
downslag.
Niet kwetsbaar gedoubleerd is de eerste
downslag 100, de overige downslagen 300.
Kwetsbaar niet gedoubleerd is 100 per down-
slag.
Kwetsbaar gedoubleerd is de eerste down-
slag 200. de overige 300.
5 down gedoubleerd niet kwetsbaar is dus
900 punten.
8 down gedoubleerd kwetsbaar U echter 1400
punten.
Wat uw tweede vraag betreft, wil ik gaarne
nog eens extra er de aandacht op vestigen, dat
men bU Bridge niet gedwongen is om af te
troeven en ook niet om over te troeven.
Men moet, indien mogelUk, steeds bekennen.
DulzelV jouw^ hoofd ook, liefste, vroeg de of ïaag?'zcöiii men “dat’ v^ïert.'’i«et"'troëvra
of ondertroeven is dus volkomen geoorloofd!