<KWl De avonturen van een verkeersagentje Het jaarlijksche schouwspel in de Residentie den daq EPpOEDER „PRINSJESDAG” DINSDAG 20 SEPTEMBER 1938* MN (Ongecorrigeerd) Een goede traditie te machtig In de Ridderzaal A 2t' 1 Beate weet, wat ze wil PER PAK Russische? ruiters in Mands joekwo I De verkiezingen in Zweden Horthy vandaag naar Hitler Aanzienlijke winet der eociaal-democraten I I »- ts- tu iow 2644 3325 4013 4888 5866 7339 8360 0315 10438 12054 12805 14367 15038 15780 17383 18784 19592 10507 rree 1917 2273 2478 2780 3009 3360 3768 4007 4183 *- Levendige drukte heerechte weer in de Retidentie om den fleuri- gen ttoet te zien voorbij trekken SLECHTS 5 CT AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL U'r I 7 Werd hem r. - de van i Rft» M fV' i i De nationaal-socialisten hebben in het ge- heele land geen enkelen zetel verkregen. ivsr iter Onder het spelen van het „Wilhelmus* door de Kon. Militaire Kapel, verliet de Koningin omstreeks 1 uur het paleis, ter wijl de eerewacht de gebruikelijke honneurs bracht. Bij de poort, grenzende aan de Ridder zaal, hadden, der traditie getrouw, de leden van het corps diplomatique met hun da- mes zich verzameld om de Koningin bij het voorbijgaan een hartelüken groet te bren gen. Zoowel op den heen- als den terugweg en bij Haar terugkomst ten paleize juichte de dicht opeengepakte menigte de Koningin geestdriftig toe. SB" >sd rt- n»d Onder de peristyle hadden zich ter begroe ting van de Koningin opgesteld de volgende officieren der zeemacht van haar militaire huls, de adjudanten i.b.d. vice-admiraals b.d. J. J. Rambonnet, A. ten Broecke Hoekstra, Jhr. O. L. Schorer en jhr. J. C. F. von Mühlen, schout bij nacht b.d. C. baron de Vos van Steenwjjk, ka pitein ter zee N. A. Rost van Tonnlngen en kapitein-luitenant ter zee le klasse jhr. E. J. van Holthe. Aan den Ingang der Riderzaal werd de Ko ningin verwelkomd door de commissie van in- en uitgeleide uit de Staten-Oeneraal. In de dlge 4M1 5006 5109 5614 5768 6067 6288 6560 0907 7219 7414 7663 8008 8233 8634 8914. 9229 9547 9011 9244 9508 9971 1163 1333 >557 1828 1211 1542 1821 1073 1411 1673 1958 1346 1620 1985 >434 1818 1272 333 1267 1531 '866 1315 1513 1679 S»K >1704 '655 075 >330 «00 061 395 800 21. 9* «n 109 r 61 sort >ert isn- 1.00, lid end >-H 106. 9 den den in- len Ik- ie- ren 0» 9- IS- 957 75, oil. en m- M kool U- 135 4. oer: gele 1.10, nep Kg. loo: 10t- duc jen- .90; )850 >rd- iem F»- iM» 130. De hengelaar las den brief en keek al heel raar op zijn neus. „Die vlsschen met hun briefje lijken wel gek, maar ik zal ze wel anders leeren. Wacht eens even. Nou ga ik ze juist van gen." zeide hjj. LONDEN, M Sept. (Heater). Uit Boe dapest wordt gemeld: In diplomatieke krin gen wordt vernomen, dat admiraal Horthy zich vandaag Mur Berchtesgaden aal be geven, waar hü een ontmoeting sal hebben met Hitler. Terwijl de kapel het „Wilhelmus" speelde, de eerewacht het geweer presenteerde en de vaandeldrager zijn vaandel diep deed neigen, schreed de Koningin de trappen op van het bordes der ridderzaal, waarvan de peristyle was overhuifd met een roodfluweelen baldakijn met gouden franje. Ml wriOaa waa M Maft ring der jongelui, die achter haar en haar be geleiders loopen. Den volgenden avond werden er eenlge far mers Egon kleine door Otfrid von Hanstbin HU wist niet, dat Juist de zekerheid, dat er geen ernstig avontuur uit voort kan komen de coquetterle met blikken en glimlachjes overmoe diger maakt. Het ArgentUnsche meisje geeft met haar oogen haar dank te kennen voor de op lulden, ongegeneerden toon (suite bewonda- CHARBIN, 19 Sept. (Domei) Verscheidene Sovjet-Russische cavaleristen zijn ten Westen van Mandsjoell over de grens gekomen. Zij zijn Zondagavond te omstreeks half acht verschei dene honderden meters op het gebied van \Iandsjoekwo doorgedrongen. De Russische in dringers hebben grenspatrouilles van Mand- sjoekwo beschoten. Deze beantwoordden het vuur. Men heeft gezien, dat een Rus van zijn paard viel. Aan de zijde van Mandsjoekwo zjjn geen verliezen. Voorafgegaan door den eersten kamerheer- ceremonlemeester. de acht kamerheeren, de ses grootofficieren en den opper-ceremoniemeester, geleidde deze commissie, welke vóór de Konin gin uitging, H. M. naar den troonzetel. H. M. werd gevólgd door de dienstdoende grootmeesters, de dienstdoende dame du palais, den chef van het militaire huis, den gouver neur der koninklijke residentie, den eersten stalmeester en de bovengenoemde officieren van het militaire huls. Als eerewacht voor het paleis was een com pagnie opgesteld van het regiment grenadiers ter sterkte van 100 man met het regiments- vaandel onder bevel van een kapitein. Bij deze compagnie bevond zich de commandant van 't regiment grenadiers, lult.-kolonel J. van Voort- huijsen, met zijn adjudant. Tevens maakte de koninklijke militaire kapel onder leiding van den kapitein-directeur dr. C. L. Walther Boer van deze eerewacht deel uit. De kapel stelde zich, met de beschikbare tamboers van het re giment gmadiers versterkt, op met den rug naar het front van het paleis, ter weerszijden van den hoofdingang. Aan de beide züvleugels. dicht tegen beide zuilengangen aan. waren de secties van de compagnie grenadiers opgesteld. 'Voor de afzetting van den door den stoet te volgen weg zorgden bataljons van de regimen ten grenadiers en jagers, terwijl het Binnenhof van de poort bij het Mauritshuis tot de tweede poort was afgezet door een afdeellng te voet van het 2e regiment veldartillerie en het Bin nenhof binnen de poorten door een afdeellng te voet van het 2e regiment huzaren en een detachement van de rijksveldwacht. Al deze troepenafdeellngen hadden te 13 uui de hun aangewezen plaatsen Ingenomen. de ongewenschte last op hem bleef drukken. Een wilde jacht begon en als eenvoorbij schietende bliksemstraal stoven paard en ruiter langs de primitieve tribune, tot belden eindelUk druipend van het zweet, het getemde paard met treurig gebogen kop, stapvoets naar het verbluf der paarden terugkeerden. De heeren hadden ook rij kleedt ng aangetrok ken. daar zü eerst nog met elkander een rit hadden gemaakt naar de nieuwe werken, die bij den waterval werden uitgevoerd. Don Ernesto had heimelijk de tribune verla ten; plotseling stond hij op den dwarsbalk bo ven de poort. Een paard kwam aanstuiven. Don Ernesto sprong op zjjn rug. Ines schreeuw de luid. Allen waren opgestaan. HU was een voortreffelijk ruiter, maar weer één luide kreet het paard had hem afgeworpen. HU had zich blijkbaar verward in de lasso, die aan zijn heup hing; hU kon niet opstaan. De gau cho's kwamen van alle kanten aanrennen; een lasso suisde door de lucht, legde zich om den hals van den hengst en terwijl het paard op den grond viel, strompelde Don Ernesto, meer van streek door. zUn dwaze figuur dan door den val van het paard, naar de estancla. Ook Egon werd meegesleept door een koorts achtige opwinding; hü blaïkte van sportief en thousiasme. Niemand, ook GUnter niet, wist, dat hU, de doldrieste ruiter, zjjn vrUe uren en Zondagen bü de gaucho's had doorgebracht. Weer een kreet, een ander paard. Egon sprong af en weer op. Niet zoo behendig als een gaucho, maar zUn taal lichaam, getraind door de sport, en do vete overwinningen, die In den traditioneelen luisterrijken stoet heeft H. M. dé Koningin zich vandaag wederom naar de aloude Ridderzaal op het Binnenhof te Den Haag begeven voor de plechtige opening van de gewone zitting van de Staten-Generaal in het nieuwe parlementaire jaar. „Mijn beste vriend, onze ingenieur Don Egon Don Ernesto, Donja Ines, twee bloedverwan ten van mUn vrouw, die ons het genoegen doen, ons een Bezoek te brengen." Don Ernesto was een slanke Argentijn met aangename manieren. Ines klein, buitenge woon tenger, diepzwarte, zeer groote oogen in een fjjnbesneden gelaat, sneeuwwitte armen en hals, die uit een zeegroene japon te voorschijn kwamen, een jong, fUn figuurtje, waaraan toch niets hoekigs was. Uitgelaten vroolijk was ze en dan weer peinzend en in gedachten. Voor de eerste maal maakte Egpn kennis met een jonge ArgentUnsche, die volgens haar jaren nog bijna een kind was, doch In haar ontwikkeling reeds een vrouw. En hij vond dat er een heer- Ujke betoovering uitging van deze teere, tropi sche bloem, die haar nauwgeopenden kelk ophief naar de zon en het leven. Zelfs de rauwe klank van haar merkwaardig lage stem had een eigenaardige bekoring. En toen Egon, die het eerste oogenblik reeds voelde, dat hU verloren was, haar vluchtig aanzag- be merkte hU, dat haar oogen met hem coquet- teerden en hü voelde, dat zijn Jonge, blonde, ridderlUke figuur indruk maakte. ’Pot nu toe had Egon in Argentinië nog nooit gelegenheid gehad met andere vrouwen om te gaan, dan met de moeder en de echtgenoote van zijn vriend. HU wist alleen, dat de omgang der Jongelui met elkander heel anders was dan hü in Duitschland gewend was geweest. HU wist, dat het jonge meisje gebonden was door duizend banden, die aan haremketenen deden danken. vóór baar huweljjk nooit zonder AI I F ARANNIF’Q ap «t blad z»n ingevolge da veraekeringsvoorwaarden togen wji 7CA te) teventeaage geheeto «mgeechttttoeM tot wartan J-i wgA b« aan a^panl MO p OEA 01 t /AUk/IO ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen Ove" verte van beide armen, balde brenon at beide oogen JT UUa" iHiniteUJkoii afloop teDl/e" Op hetzelfde oogenblik werd door het opste ken van een vaantje, welk sein werd doorge geven door de van afstand tot afstand gepos teerde manschappen van de eerste artillerie- brigade, het teeken gegeven aan de op het Ma lieveld opgestelde batterij, bestaande uit vier vuurmonden, om het eerste van de mlnuut- «choten af te geven, welke gelost werden van het oogenblik af. dat de Koningin het paleis verliet tot dat ZU in het paleis zou zün terug gekeerd. Bewaker „Op deze gelegenheid heb ik reeds lang gewacht I** De soet werd gesloten met een commando cavalerie ter sterkte van 75 ruiters onder bevel van een ritmeester en een viertal bereden marechaussees. Men volgde den gebrulkelijken weg: Noord - eindHeulstraatLange Voorhout (Schelp pad)ToumooiveldKorte Vijverberg-Binnen hof. Op het Binnenhof stond bij de ridderzaal als eerewacht opgesteld een afdeellng van het korps mariniers ter sterkte van 80 man met vaandel en met het muziekkorps van de ko ninklijke marine. Bü deze eerewacht, die onder bevel stond van een kapitein, bevond zich de commandant van de afdeellng mariniers, ko lonel H. F. J. M. A. van Frijtag Drabbe. STOCKHOLM, 19 September (Havast. De de finitieve resultaten van de verkiezingen voor de gemeenteraden in Zweden zUn nog niet be kend, doch het is duidelUk, dat de winst der soclaal-democraten aanzienlUk is: 128 nieuwe zetels. terwUl de conservatieven veel mandaten hebben verloren. De landbouwpartü, welke met de sociaalde mocraten deel uitmaken van de regeerlngs- coalitie heeft ook verliezen geleden. De volkspartü heeft haar positie iets ver sterkt. En opnieuw gooide hü zUn dobber uit, nadat hu een versche worm aan den haak had gedaan. Hu gooide den dobber aoo ver hü kon. cm te zien of hU nu wat anders beet kreeg, dan een ouden schoen en een oude* pan. ®®«te wist weliswaar niet, wat de landbou- gelegd had maar ze zag de Jongelui natuur- Jükwel om het schooltje sluipen. Het waren •roote, onbeholpen lummels, die verlegen keken dom lachten, als ze haar zagen en die groote °°uquetten bloemen voor haar neerlegden. Dan >ter vond ze plotseling een glinsterend slrmgen- teftlmen papegaai en eens zelfs een Prachtige panterhuid In het schoollokaal, zon- a(r dat ze wist, wie deze geschenken brachten. HOOFDSTUK XII Nog versch liggen de feesten ter gelegenheid’ van het regeeringsjublleum in herinnering, toen dagelüks een talrüke menigte stadgenooten en personen van buiten de versierde straten van de oude binnenstad vulde. Al was de feestver siering thans voor het grootste gedeelte ver dwenen, de belangstelling was er n iet minder groot om. In de binnenstad werd zeer druk ge vlagd, terwül v»n verschillende openbare ge bouwen de driekleur was ontplooid. opgeschoten lummels op hem met een rot «4." (Wie het was, kon hü zoo gauw niet zien, maar hü wist, dat hü met een aantal jongelui te doen muziekkorps van het regiment, dat den tocht met marschmuzlek oplulsterde. Een viertal ma rechaussees reed voorop. Achter dit eere-escorte volgden in hun stqat- sielivreien een rüknecht-majoor en twee rij knechts te paard. Nu kwamen een zevental ga- la-rijtuigen. die aan de staatsiekoets der Ko ningin voorafgingen. Elk rijtuig was met twee paarden bespannen. In het eerste rijtuig zat de eerste kamerheer-ceremoniemeester, Jhr. A. O. Sickinghe. Vervolgens kwamen twee rütuigcn. waarin acht kamerheeren gezeten waren. In het eerste van deze rütuigen bevonden zich de kamerheeren in gewonen dienst, mr R. Ridder Pauw van Wieldrecht en Ph. 3. graaf van Zuy- len van Nyevelt en de kamerheeren in buiten gewonen dienst jhr. C. A. de Pesters en C. 8. Sixma baron van Heemstra. In het derde rij tuig hadden plaatsgenomen de kamerheeren in buitengewonen dienst Jhr. H. J. Repelaer van Driel, jhr. mr dr. J. D. H. de Beaufort. A. J. Looxma van Welderen baron Rengers en F. M. L. baron van Geen. Naast elk van de portieren van deze drie rij tuigen ging een lakei. Hierop volgden twee rütuigen, yraarin grootofficieren, volgens rang van benoeming gezeten waren. Het eerste dezer rijtuigen bood plaats aan de grootofficieren R. F.’ C. baron Bentinck, opperstalmeester, R. A. baron van Hardenbroek "Van Hardenbroek en mr. C. L. v. Such telen van de Haare en G. Ch. baron Snouckaert van Schaburg plaatsgenomen. In het zesde rütuig zaten de dienstdoende grootmeesteres mevrouw H. Snouck Hurgronje, geboren jvr. van Tets, en de dienstdoende da me du palais, mevrouw M. baronesse van Harinxma thoe Slooten, geb. baronesse Ha- rinxma thoe Slooten. In het zevende rütuig bevond zich de opper- ceremonlemeester J. H. F. Graaf du Monceau. Naast elk der portieren van deze vier rütui gen gingen twee lakeien. Nadat deze zeven rütuigen waren voorbijgetrokken, kwam het groote moment: de gouden koets, waarin de Koningin gezeten was. Deze staatsiekoets was met acht paarden bespannen. Naast elk paar d ging een koetsier, terwül aan elke zijde van de koets vier lakeien gingen. Rechts van de gouden kóéts, een weinig achter het portier, reed de chef van het mili taire huis, hr. ms. adjudant-generael vice-ad- miraal F. Bauduin, terwül op gelüke wijze ter llnkerzüde van de koets de gouverneur der konlnklüke residentiee hr. ms. wijudant i.b.d. lultenant-generaal 3. 3. G. baron van Voorst tot Voorst reed. I Naast en achter de gouden koek volgden te paard de officieren der landmacpt van het militaire huis der Koningin en wel de adjudan ten i.b.d. luitenants-generaal b.d. J. W. P. van Hoogstraten en jhr. E. J. M. Wittert, generaal- majoor b.d, H. G. Rambonnet, kolonel b.d. jhr. W. Laman Trip, reserve-kolonels b.d. W. Kroger en W. G. van Hoogenhuijze. lult.-kolonel b.d. A. R. W. Gey van Pittius. Voorts de ad judanten in gewonen dienst kolonel jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet, majoor H. J. Phaff, kapitein van het K.N.I.L., W. Romswinckel, alsmede de ordonnans-officieren ritmeester Jhr. G. H. A. van Kinschot en eerste luite nants jhr. D. J. A. A. van Lawick van Pabst en A. 3. F. M. Egter van Wlssekerke. Zoodra de Koningin op den troon was ge zeten, schaarden zich de verschillende hoog- waardigheidsbekleeders volgens de daarvoor gebruikelüke regeling ter weerszüden van en achter den troon. Na de voorlezing van de Troonrede Ver liet de Koningin op dezelfde wijze de Rid derzaal om zich te begeven naar het pa leis. had, die weinig te spreken waren geweest over de wüze, hoe hü den vorigen Zaterdag een wed strijd had geleid.) Maar bet ei miste zUn doel en raakte een jongedame, die Juist op dat oogenblik de straat overstak. Haar lichte man tel vertoonde een afschuwelüke vlek. O, *t is vrééselük! kreet het meisje. Vrééselük! Barnabas trad op haar toe. De lummels wa ren natuurlük weggeloopen. t Is een schande. Juffrouw! zei hü be gaan. Temeer, daar het op mU gemunt was, niet op u.... ♦i Maar wat moet ik doen? Jammerde bet mólsje Ik kan zóó niet verder.... Misschien kan die vlek wel weggemaakt wordenmeende Barnabas. Ja, maar póór? Ik ken hier niemand. Ik ben met den trein gekomen, om hier kamers te zoeken e* had nog vanavond teruggewild, maar zóó kan ik niet eens naar het station komen. Het is te koud, om m'n mantel uit te trekken. Barnabas had medelüden met haar. Ik woon hier, zeide hü- Komt u binnen, dan vinden we misschien iets, waarmee we die vlek kunnen behandelen. Het meisje keek hem verschrikt aan. Woont woont u hier alléén? zei as schuchter. Barnabas schud- sssasetsiessosseesssatsstssssstssisesssseseeeeeetesse de begrüpend het hoofd. Ik woon op kamers, juf frouw, zei hü waardig. Maar j ik ben een héér en bovendien breng ik u bü m’n hospita. Die zal er wel raad op weten. Zóó gezegd, zóó gedaan. De hospita belastte zich .net de Jongedame en Barnabas zorgde voor een alibi, door zich naar zün kamer te begeven. Het duurde eenlgen tüd. vóór de mantel gerei nigd was en toen moest hü nog bii de kachel te dfogen worden gehangen. Doch eindelUk be greep Barnabas uit de geluiden, die uit het aan grenzend vertrek tot hem doordrongen, dat de jongedame zich gereed maakte, om de gastvrije woning te verlaten. Hü vond het niet meer dan plicht, bü het vertrek van de jongedame tegen woordig te zün. Mag ik u allebei vriendelük bedanken, be gon het meisje, terwül ze aanstalten maakte, om de trap af te gaan.... Op dat oogenblik werd er gebeld. O. dat zal Marcel wezen, dacht Barnabas en stormde de trap af, om open te doen. De jongedame kwam achter hem aan, daar ze zoo snel mogelük den verloren rüd wilde in halen. Het was evenwel niet Marcel, maar Stéphanie! Stéphanle in eigen persoon geen vergissing mogelük. En haast haar stond die feeks, juf- trouw Marchand. Nu heb ik je £och eindelUk betrapt, vlegel! barstte ze uit, terwül de jongedame langs haar heen glipte. Ze zag doodsbleek en haar oogen fonkelden van toom. Ook juffrouw Marchand beefde van de opwinding van het oogenblik. Ik wist, dat het niet pluis was, ging ze voort, en daarom heb ik onderweg Dina hier ópgebeld. Je had het er vanavond van willen nemen, hé? DAArom moest ik tweef dagen weg- blüven! Barnabas twüfelde eraan, of hü nel Stépha nle ooit duidelijk kon maken, wat er werkelük gebeurd was. Maar en dat was het voor naamste hü had er nu eindelijk genoeg van. Daarom deed hü geen enkele moeite, om zich te verdedigen. Je hebt me op heeterdaad betrapt, zeide hü- t Heeft geen zin, te ontkennen. Laat het daarmee uit zün. Deze cynische verklaring deed Stéphanle fn tranen uitbarsten. Barnabas besteedde er geen aandacht aan, want thans werd er voor de tweede maal gebeld. Meneer, zei een van de beide jongelui, die voor de deur stonden. we komen u even zeg gen, dat het ons ontzettend spüt, wat er van middag gebeurd is. We hadden het niet moeten doen en nu hooren we bovendien, dat we een dame hebben lastig gevallen, die met het heele geval niets te maken had. ih den winkel hier naast hebben ze t allemaal gezien en die men- schen zün het komen vertellen. Als u dus zoo goed wilt wezen Wat is dat allemaal? riep Stéphanle op eens. die met open mond had toegeluisterd. Jongelui, zet Barnabas, ik neem jullie excuus aan en jullie zult me nu een grooten dienst bewüzen, als je de zaak verder met deze beide dames wilt afhandelen. Bi voor de verblufte oogen van het heele ge zelschap deed hü vastberaden de deur dicht. De communisten zün niet sterk vertegen- woordigo. ondanks de twee zetels winst in den gemeenteraad van Stockholm. De linksche socialisten hebben verliezen ge leden* l Onder het dreunen van het geschut zette de •toet, die onder de algemeens leiding stond van den eersten stalmeester der Koningin, jhr. C. E. J. m. Verheyen, zich plechtstatig in be weging. Hü werd geopend door een commando ca valerie, ter sterkte van 75 ruiten, van het 2e regiment huzaren, onder bevel van den rilt- meester met den regimentsstandaard. Hierbij bevonden zich ds regimentscomman dant, lult-kolonel J. J. van Diepenbrugge en het uitgenoodigd en er werd zelfs gedanst, was een voortreffelük danseur en toen Ines met hem rondzweefde, terwül zü zich zacht tegen hem aanvleide, haar mondje een weinig geopend, zoodat de witte tanden blonken, en zü hem droomerig aanzag, vergat hü de heele wereld om zich heen en waagde hü het, bü het dansen haar arm behoedzaam wat vaster te drukken. HU meende een zachjen tegendruk te bespeuren Den volgenden dag werd er een feest gege ven voor de gaucho's en de peons. Eerst nu hoorde Egon, dat het bezoek was gekomen, om den verjaardag van de vrouw des huizes te vieren. Een groote ruimte was afgezet met dikke planken, waardoor een soort van arena ge vormd werd en hier wilden de gaucho’s volgens oude zeden hun rükunst toonen. Een wild paard stormde door een van latten gebouwde, smalle gang in de groote ruimte. Hier was een soort poort opgericht; op den sterken dwarsbalk stond een gaucho; deze sprong op den rug van t dier en nu begon *n op windende kamp. Het paard werd schichtig, ging op voor- en achterpooten staan, sloeg met de hoeven, wierp zich op den grond, trachtte den rijder, die op het laatste oogenblik van het paard was gesprongen door rollen kwüt te raken, sprong dan weer op, maar de gaucho vat alweer op zün rug, tot het paard eindelUk weggaloppeerde sn moest dulden dat ook nu Zaterdagmiddag begaven Stéphanie en Bar nabas zich op weg naar het station. De trein voor RUssel vertrok een half uur vóór dien naar Brussel en Stéphanie bracht haar galant tot voor het portier van zün coupé. Ze omhelsden elkaar, wuifden met hun zakdoek en de trein van Barnabas vertrok. Een half uur later zat Stéphanle in den sneltrein naar Brussel. Barnabas hield zich onledig met de courant te lezen, tot hü in Aulnoye aankwam. Hier werd zün nieuwsgierigheid gaande gemaakt door een meneer, die tegen het raampje tikte van een rijtuig op het spoor vlak naast hem. HU her kende Jean Michel, den voorzitter van den Sportbond en deed toen haastig zür. raampje open. Ga JU niet naar RUssel? vroeg hü verbaasd. Daar kom ik nét vandaan, zei 6e ander. De vergadering is uitgesteld. De penningmees ter is ziek geworden. Dat is me óók wat! zei Barnabas. Maar wat zal ik dan nog in RUssel doen? Hü pakte snel zün koffertje op, sprong den trein uit, en voegde zich bü zün vriend in den anderen trein. Even dacht hü er nog over, zün meisje achterna te reizen, naar Brussel, maar die gedachte liet hü aanstonds varen, omdat hü geen dringende behoefte voelde, om zün aan staande schoonmoeder te ontmoeten. Ook beide hü Stéphanie niet op. HU kende haar naR* al te goed. Als ze wist, dat hü weer terug was, zou het verjaringsfeestje totaal voor haar bedorven zün. Enkele uren later was hü weer thuis. Hü lunchte in de „Vergulde Haan”, en besloot de rest van den middag thuis te blüven. Om zes uur zou Marcel komen, om den heelen avond met hem te kaarten. Aangezien zün vriend een fünproever was, ging hü een paar Inkoopen doen, om een aardig soupertje klaar te maken. Juist toen ze in den winkel bezig waren, om de diverse eetwaren voor hem in te pakken, kwam juffrouw Marchand binnen. Haar oog viel op de flesch wün. Barnabas glimlachte. „Wie weet, wat voor gedachten die leelüke heks op het oogenblik heeft!” dacht hü bü zichzelf. Op zün kamer teruggekomen, zette hü alles netjes klaar en rangschikte bovendien nog een paar bloemetjes. O, zün vriend zou aangenaam verrast wezen! Toen hü even later een wagen In de straat hoorde, keek hü uit het raam en meende den auto van zün vriend te herkennen. Maar waarom verdween hU nu om den hoek? Hü snelde de trap af en d» straat op. Toen gebeurde er iets vreemds. Zoodra Bar nabas op straat was, mikte één uit een troepje toezicht v»n haar ouders met een man koe omgaan. Büna was hü blU, dat het Jonge meisje dezen avond moe was van de reis, dat de heeren te zamen over Egons werk spraken en dat Günter blükbaar niet merkte, dat Egon in vuur en vlam stond. In zün kamer kwam hü niet tot rust. Hü moest steeds weer denken aan de woorden van professor Almeidas in Berlün, toen deze met hem over ArgentUnsche verhoudingen sprak: „Het is wel goed, dat de Jonge meisjes zoo streng bewaakt worden, dat zü nooit alleen op straat mogen wü menschen uit Zuideiüke landen zün warmbloediger dan de menschen uit het Noorden. Bovendien is de opvoeding van onze meisjes zeer verwaarloosd en is het ten slotte haar eenlge wensch, een man te krügen. Als ze te veel vrijheid hadden, dan.... Egon had toen glimlachen gevraagd: „Hebt u werkelük uw vrouw als verloofde nooit gekust?" En het zonderlinge antwoord was: „Hoe had ik mün verloofde zóó kunnen be leed igen?” En toch leek het Egon, alsof de roode lippen van kleine Ines slechts wachtten op den eersten kus. hü vroeger als ruiter in Duitaehlsmd had be haald, deden hem ook nu zegepralen. GUnter nam hem apart: Het was niet verstandig, wat Je hebt gedaan, al kan ik het ook begrijpen. Dat aal Don Ernesto je nooit vergeven." Egon glimlachte voor zich heen, want hü had de oogen van Senhorita Ines gezien. Als zü het maar diet vergat: voor haar alleen had hü'het gewaagd. 's Avonds was er weer een groot diner en daarna een avondfeest in het mooie park. Door kleurige lampions waren de paden verlicht, groote bakken met brandend pek gaven een fantastisch licht; midden in het park, niet ver van het meer, waarop de groote kelken van do Victoria regia wüd openbloetden, waadde dansvloer gelegd. Ook vandaag waren er gasten en de parat schoven vroolük heen en weer bü de muziek van een inlandsche kapel. Don Ernesto zat met een somber gezicht bü de oudere heeren; met zün verstuikten voet kon hü niet dansen. Ook Egon kostte iedere pas in spanning; zün ledematen deden nog pün van den dollen rit en senhorita Ines scheen het te bemerken. „Wü zullen den dansvloer en de verlichting eens uit de verte beküken.” Zü waren nu tamelük ver van het gewoel verwüderd en liepen zwügend naast elkaar voort. Egon had onwillekeurig zün hand op Ines' arm gelegd; zü hief haar hoofdje op en weer lokten hem haar oogen. .Donja Ineal" (Wordt vervolgd) ondag moet ik naar Brussel, omdat ’t de verjaardag van m’n moeder is, zei Stépha- nle een beetje zenuwachtig tot haar galant, tüdens de dagelüksche wandeling. Dan zou *t het beste wezen, dat je den trein van Zaterdagavond nam. zei Barnabas. en Maandagmorgen terugkwam. Stéphanie keek hem eensklaps aan, even ver schrikt als een duif, die door een sperwer be laagd wordt. Wkt zeg Je? Wit zou het beste weven? Barnabas glimlachte. Hü kende zün kleine meisje goed. Of hü haar kende! Ik zal het Je uitleggen, lieveling. Zaterdag avond wordt het Congres van den Sportbond In RUssel geopend. Avonds is het diner en den volgenden dag de vérgadering. Ik als secretaris moet erbü wezen. Stéphanie keek hem oplettend aan. Ze ael niets, maar haar gedachten stonden op haar gezicht te lezen: het kon waar wezen, het kon ook n'èt waar wezen. Wacht, ik zal je de uitnoodiging laten zien, kind, zei Barnabas. Kük. hier heb je den brief, de lüst van de deelnemers, zie Je wel? Alles in orde. Hel meisje bloosde even. Maar, ik heb-er heelemaal geen kwaad bü gedacht, aei ze. Natuurlük is t allemaal, aoo- als je zegt. Stéphanie was een heel lief meisje, maar ze had een groot gebrek: ae was overdreven ja- loersch, zonder aannemelük motief. Laten we het dus zoo afspreken, zei Bar nabas. Wat ik zeggen wou, gaat Juffrouw Marchand met Je mee naar Brussel? Interesseert het je? Heelemaal niet Het is maar een vraag. Neem me niet kwalük. Ik weet nog niet, ik zal eens kUken. Juffrouw Marchand wbonde bü Stéphanie in huis en niemand wist ihet zekerheid te zeggen, of ze de vriendin dan wel een soort kamenier van Stéphanie was. Maar ze had altüd veel „werk" gemaakt van Barnabas zonder eenig succes, en dat verklaarde den hartgrondigen afkeer van Juffrouw Marchand ten opzichte van Barnabas een afkeer, dien de Jongeman van ganscher harte beantwoordde. Hü zag in haar een sluw en gevaarlük wezen, dat het geschikte oogenblik afwachtte, om zich op z’n prooi te storten. Reeds vroeg in den morgen kwamen de feest gangers uit alle oorden des lands met treinen en bussen de Residentie binnenstroomen, om zich te voegen bü de vele Hagenaars, die er eveneens reeds vroeg op waren uitgetrokken om zich van een goed plaatsje te verzekeren, het- sü achter de ruiten van een of anderen wik kel. hetzü in de open lucht, in de omgeving het konlnklük paleis in het Noordelnde, dan wel op het Binnenhof of langs den weg, dien de stoet zou volgen. Reeds geruimen tüd voor het vertrekken van den koninklüken stoet van het paleis kon men in het Noordelnde de troepen zien aanrukken bestemd voor de eere-wacht voor het paleis of dienende om den stoet te openen en te sluiten. groote estancla heerschte een gewel- J*<irijvlgheid. Niet, omd4/ uit Buenos «ree de dynamo en de turbine gekomen waren; ®gons tüd weliswaar geheel en al in »1 was de stuwdam ook nog niet klaar; kwamen logé’s. op avon<L nx» maar zielsver- ««“egd, naar de estancla terugkeerde, zag hü Ulyk WMcht. Toen hü de eetzaal ""nentrad zooals altüd ’s avonds in smo- Woipocg had.h',‘ d“t taln< ,*eh

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 15