de Pers over de
Oordeel
van
Troonrede
Verschillende begrootingén
van
AL
FINANCIEEL PERSPECTIEF
Vereenigde vergadering
de beide Kamers
V
mér.
Mix
pub
teel
in
mek
Sch'
lijn
Kon
A
voor
geheel
het ki
hij w<
door 1
men
menh<
dat is
ontzag
verkla
verwri
gewoo
inzend
de pal
vondel
werket
..Ga
huiler!
den, v
nuwacl
nog e<
gordde
Ujk m<
eindelij
Opgewo
den m
oogen
Rij va
echildei
de kist
Onde
eerst e
was er
Volgent
de mee
grondig
achtig
midden
derjjen
De hot
aigesch
Kliisje,
beknopt
was er
nz
Reëeler budget-
opstelling
De Staatsschuld liep in zeven jaar met
zevenhonderd millioen op
SOMBERE KLANKEN
PLECHTIGHEID INDE
RIDDERZAAL
h
Binnenlandsche Zaken
I*?
AZgemwene indruk teleurstellend
in de donkerte
Buitenlandsche Zaken
Defensiefonds
Koloniën
Financiën
Uiterat aobere boodschap
Nationale Schuld
Onderwijs
Het verlossende woord bleef uit
Goede wil der regeering
Synthese van tegenstellingen
„De Koningin"
Bei
Doffe klanken
In afwachting
Justitie
Ziet het Kabinet geen gat
meer in de dingen?
Te slap en te vaag
Indische Vórsten onder
de autoriteiten
Uitbreiding van den consu
lair en dienst
Perspectief voor werklooze
onderwijzers?
Buiten den voorzitter woonden 121
Kamerleden de Vereenigde
Vergadering by
Conversie bracht verlichten
rentelast
MEER GELDEN VOOR GRENS
BEWAKING
Herziening vreemdelingenrecht
in bewerking
Sub ufnbra
in mineur
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1938
En verder:
was aanleiding voor de verwachting.
i
177360399
15.634.333
14.704.743
930.590
en
1939
van
K.
k jtfettelijke voorzieningen ten einde te yoor-
i
Hoewel de commissie er nog niet In geslaagd
la een oplossing voor deze moeilijke materie te
In alle perscommentaren op de Troonrede
valt een sombere, teleurgestelde toon te be
speuren. Sub umbraIn de donkerte, doffe
klanken, In mineur zün zoo enkele koppen,
waarin de meening der bladen U weerge-
gegeven.
Voor hoofdstuk VI (Onderwijs) wordt voor
1939 geraamd f 146.036.570. Toegestaan voor 1938
is f 142361.033', zoodat meer wordt aangevraagd
t 3.685537.
De minister van Sociale Zaken en de minis
ter var Onderwijs hebben een interdeparte
mentale commissie Ingesteld om na te gaan of
en, zoo Ja, op welke wijze werklooze jonge on
derwijzers van regeeringswege zouden kunnen
■worden geholpen langs nog andere wegen dan
die van normale tewerkstelling In de school.
zoodat de gewone dienst een ver
meerdering vertoont van
Evenmin spreekt deze troonrede over het
positief christelijk karakter der beginselen.
Op dezelfde wijze als bij haar binnentreden
vergezeld van de commissie van in- en uitge
leide, verliet de Koningin hierop vriéndelijk de
buigende Kamerleden terug groetende, de zaai.
Sub umbra in de donkerte leeft de wereld,
eeft ook'ons volk. Dat is de algemeene indruk
van deze Troonrede, waarboven de schaduw van
de wereldcrisis hangt, constateert de Maas
bode.
Te weinig zegt de Troonrede voor de honderd
duizenden die in grooten nood zijn en blijven,
zedelijken nog meer dan stoffelijken nood, die
oo graag het verlossende woord, dat in de Troon
rede vercholen kan liggen en mits voortvarend
en doortastend gewerkt wordt, ook bewaarheid
kan worden, hadden gehoord, schrijft de Volks
krant.
De Troonrede spreekt van de algemeens lijn
der werkzaamheden van de regeering in drie
geweldige problemen.
Hoe moeilijk haar taak daarin is kan tel
kens blijken uit de eigenaardige tegenstelling,
die in haar handelingen niet te vermijden is,
schrijft, de A.R. Standaard. Het blijft het
zoeken eener synthese tusschsn twee, althans
schijnbare, tegenstrijdigheden. Maar de plicht
is haar opgelegd.
De R.K. Residentiebode zegt o.m. het
volgend*
1937 en
2e. er
f 63.263.280
f 98.462.686
lesti
een
hert:
jood
groo
druk
«oor
kjjke
rech
boe
kon
die I
meet
Zijn:
de v
rugw
blsui
den
was.
joods
meer
eenig
pene
Zijn
voors
maat
maak
in u
hielei
aan i
teloos
een s
vergil
De
ginne
betnir
wken
boe l
benad
had.
Men
viel,
epen
Uet s:
macht
leen
,MatJ
oudere
ons hal
jonge i
vaart,
gelijk
vriendel
rij all<
vrouw
vrouw
een so<
•preken
Kiemde
•tond r
haar op
Minister Coljjn droeg het grootkruis van den
Nederlandsch^n Leeuw, evenals de voorzitter
der Vereenigde Vergadering, mr. W. L. baron de
Vos van Steenwljk en mr. D. Fock. De heeren
Van Karnebeek en Van Lidth de Jeude droegen
het grootkruis der Huisorde vap Oranje, mi
nister Slotemaker de Bruine en' mr. Oud het
grootkruis van de Kroonorde van Italië, jhr.
De Oeer dat van de Leopoldsorde van België,
de heeren Van Schalk en Aalberse dat van de
Olafsorde van Noorwegen, de heeren Beelaerts
van Blokland en Deckers dat van de Eiken
kroon van Luxemburg, generaal Muller Massls
dat van de orde van het Zwaard van Zweden
en de ministers Steenbërghe en Welter dat van
de ords van Leopold II van België, evenals de
Staatsraad mr. Kan. Staatsraad mr. Limburg
De minister stelt eenige verhooging van arti
kel 9 voor om gevolg te kunnen geven aan zijn
verlangen naar uitbreiding van den consulal-
ren dienst. Dat hij hierin niet zoover kan gaan,
als hij zou willen, is gevolg van den door de
tijdsomstandigheden geboden eisch tot beper
king der staatsuitgaven, waaardoor hij zich be
perken moet tot datgene, wat hem voor het
oogenblik als het meest dringend voorkomt.
Behalve door instelling van enkele nieuwe
beroepsposten voor te stellen, gelooft hij toch
ook een stap in de goede richting te kunnen
doen, door wederom aan enkele honoraire con-
culaten een beroepsambtenaar te verbinden. In
verband hiermede, alsmede gezien de prijsstij
gingen in verschillende landen, is het nood
zakelijk gebleken het bedrag, uitgetrokken voor
verblijfsvergoedingen voor consulaire ambtena
ren in algemeenen dienst, met een bedrag van
40.000 te verhoogen.
De raming voor hoofdstuk IV (Justitie) be
draagt ƒ27569 697. Voor 1938 is toegestaan
f 26.360.786, zoodat voor 1939 meer wordt ge
raamd 1306311.
De inhoud der Troonrede laat dit jaar al een
bijzonder troosteloozen Indruk na, zoo begint de
lib. N. Rotter dam sc be Crt.
Na een korte inleiding merkt de chr.-hlst
„Nederlander” op:
Totaal
zoodat op den geheelen dienst
meer wordt aangevraagd
Van dit bedrag komt voor den
kapitaaldienst
koestert, om in ieder geval land en volk bui
ten eventueele conflicten te kunnen houden.
Overigens is de toon van de Troonrede
somber genoeg.
komen, dat huwelijken alleen door onderlinge
toestemming der echtgenooten kunnen worden
ontbonden, zijn in een gevorderd stadium van
voorbereiding.
Een herziening van het vreemdelingenrecht,
behelzende de grondlijnen, waarbinnen naar
omstandigheden de concrete voorschriften
kunnen worden gegeven, is in bewerking.
Een „eminent” belang noemt de Troonrede
de bestrijding der werkloosheid en de leniging
van haar gevolgen, en dat is het zonder twij
fel; maar ware een aan dat eminent belang
geëvenredigde en sprekende, welsprekende
formuleering van wat gedaan en met spoed
gedaan zal worden niet op haar plaats ge
weest?
Aandacht in voorbereiding bijzonder
bijzonder bijzonder, het is te slap en
te vaag om een stemming van bezieling te
vertolken.
Voor hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken)
werd In 1938 toegestaan voor den gewonen
dienst 33.529.868. Voor 1939 wordt geraamd
ƒ32.992.742, zoodat minder wordt aangevraagd
537.128.
Op den kapitaaldienst wordt ƒ6.125.069 meer
aangevraagd in verband met een grootere ver
strekking van kapitaal aan het staatsbedrijf
der Posterijen, Telegrafie en Telefonie ad
6379.000 en een mindere verstrekking van
kapitaal aan het staatsbedrijf der Algemeene
Landsdrukkerij ad ƒ253.911.
Economische en politieke crises samen
elschen, ter voorkoming van de grootste ge
varen voor het volksbestaan, een inspanning
welke alle andere vraagstukken op den ach
tergrond dringt..
Of is het niet opvallend, dat de Troonrede
geen passage over het Onderwijs bevat, ter
wijl toch algemeen ten aanzien van de leer-
lingenschaal wel verbeterende voorzieningen
werden verwacht?
Dat de regeering blijkbaar een open oor
heeft voor den rechtvaardigen wensch, dat de
groote gezinnen, die ook voor defensie het
allermeest otteren, in de belastingen worden
ontzien, stemt tot verheuging, zooals wjj toe
juichen, dat wordt voldaan aan den wensch,
die belastingen te'herzien, welke het bedrijfs
leven belemmeren en het zü er bjj gezegd
het gewone leven überhaupt.
keken en toen het laatste velletje omgedraald
of er misschien nog wat op den keerkant
stond. Maar neen, de zitting was immers ge
opend verklaard, en het was uit.
Wü hadden echter nog steeds bet gevoel
van in een auto te hebben gezeten, welks
remmen onophoudelijk werden aangezet, zoo-
dat het vehikel zich met horten en stooten
voortbewoog.
e optimist is Mn boter hervormer
den de pessimist
is daartoe
ƒ161.567358,
vinden, vertrouwt de minister niettemin, dat
het haar zal gelukken een weg te vinden, waar
langs eenlgermate aan de nooden van de werk
looze akfïbezitters zal kunnen worden tege
moet gekomen. Het is den minister bekend, dat
de commissie een oplossing zoekt in de rich
ting, waarin de stichting tot verruiming van
werkgelegenheid voor academisch gevormden
werkzaam is. Deze oplossing beoogt het nemen
van maatregelen, waardoor wordt voorkomen,
dat de aktebezitter. in het tijdvak, dat hij nog
niet als onderwijzer werkzaam is, in geschikt
heid voor het vervullen van de betrekking van
onderwijzer inboet. Het komt den minister mo
gelük voor, dat het arbeidsveld dezer stichting,
welke zich tot dusver uitsluitend bezig houdt
met de academici en daakmede gelljkgestelden
(zooals de bezitters van M.O.-akten) zou kun
nen worden uitgebreid met bovenbedoelde hulp
voor de werklooze aktebezitters.
Uit bovenstaande zal blijken, dat bet op
dit oogenblik nog niet mogelük is een be
drag aan te geven, dat met een en ander
zal zijn gemoeid. Daar de minister er niet
temin prijs op stelt van een en ander mede-
deedng aan de Staten-Generaai te doen,
heeft het voorstel gedaan het betref-
'lende artikel met f 1 te verhoogen. BU
ongewijzigde aanntening van dit artikel
dom* de Staten-Generaai zal de minister
zich gerechtigd achten de noodige uitgaven
voor het boven aangegeven doel te doen.
In de uniform van oud-minister verschenen
de Kamerleden Van Lidth de Jeude, Oud
Deckers, en Van Schalk. In generaals-uniform
waren de heeren Bajetto en Duymaer van
Twist; de heer Tllanus verscheen in de uni
form van majoor der artillerie. De professo-
ten De Zwaan en Kranenburg waren in toga
gehuld, terwijl pater Beaufort in gekleede Jas
verscheen. De andere Kamerleden waren of
wel in ambtsgewaad, ofwel in rok, jacquet of
colbert gekleed. Van de vrouwelijke Kamerle
den waren er mevrouw Bakker-Nort. mevrouw
De Vries-Bruins, mej. Pelletier en mevrouw
Mackay-Katz.
De leden der communistische fracties wa
ren afwezig.
in totaal waren buiten den voorzitter 131
Het bjj de we- betreffende instelling van een
defensiefonds toegestane bedrag ad 53.400.000
voor het inhalen van den achterstand in d*
materieele uitrusting van de weermacht were,
aangevraagd op de begrootingen van uitgaven
ten behoeve van het defensiefonds voor de jaren
1936, 1937 en 1938. In verband hiermede worden
thans alleen nog gelden opgebracht ten bedrage
van 3.570.000 voor uitkeering aan het rijk we
gens rente en aflossing van verstrekte voor
schotten.
Klaar zelfs met erkenning van de beperking
die de Troonrede ten opzichte van détail*
moet kenmerken, is het ernstig teleurstellend,
dat in deze tijden de toch te verwachten
plannen blijkbaar nog niet in zoo concreten
vorm zijn gegoten, dat de Troonrede duide
lijker taal kon spreken. x
Dat thans wordt voorgesteld om wederom
een beroepsconsulaat-generaal te Parijs in te
stellen, vindt zijn oorzaak in het streven om
ook de economische outillage van het gezant
schap te Parijs te verbeteren. Het ligt voorts
in de bedoeling in Parijs, evenals zulks reeds
in verschillende andere hoofdsteden plaats
vond, de leiding van de handelsafdeeling van
het gezantschap en van het consulaat-generaal
onder één hoofd te brengen.
Door de plaatsing van een consul-generaal
te Buenos Aires als handelsraad hoopt de mi
nister het gezantschap in staat te stellen aan
de toenemende economische werkzaamheden
het hoofd te kunnen bieden.
Ook de matte toon wordt door den in menig
opzicht ongetwijfeld moeilijken toestand niet
gerechtvaardigd. Bovendien zijn alle mede-
deelingen omtrent het regeeringsprogram
voor de toekomst zeer in het algemeene ge
houden, zoodat er zoo goed als geen concrete
maatregelen in worden aangekondigd. Veel
houvast heeft men aan dit vraagstuk dan
ook niet. Indien de economische en flnan-
cleele nood, die er zijn stempel op drukt,
een politiek van Hjn en overtuiging tegen
over zich had gevonden, zou dit vertrouwen
hebben kunnen wekken, maar het is, alsof
de regeering geheel in het defensief is ge
drongen en zU hier en daar zich slechts tot
incidenteel verweer meent te moeten bepa
len. Zelfs schijnt alle herinnering aan ge
zondere opvattingen uit het verleden, aan
eigen kracht uitgedoofd te zijn. Wjj hebben
na de lezing eerst wat vreemd tegen het
stuk van dit „posltlef-Christelijke’’ ministe
rie met vier roomsch-katholleke ministers,
exponenten yan de RK. Staatspartij, aanga»
Kamerleden, inbegrepen de commissie voor
in- en uitgeleide, in de zaal.
Onder de autoriteiten, die achter In de zaal
een plaats hadden, werden behalve vele op
per- en vlagofficieren, opgemerkt de heeren
mr D. Fock, oud-gouvcmeur-generaal en oud-
lid der Eerste Kamer, de minister van Staat
Jhr. mr. dr. H. A. van Kamepeek, Commissa
ris der Koningin in de provincie Zuid-Hoiland.
Jhr. mr. R, Felth, president van den Hoogen
Raad der Nederlanden, mr. W. J. Berger, pro-
cureur-generaal bü den Hoogen Raad, mr. 6
J. R. de Monchy, burgemeester van 's-Gra-
venhage en vele andere hoogwaardigheidsbe
kleders. De diplomaten waren met hun dames
in grooten getale aanwezig. ZU werden ont
vangen door den chef van het kabinet van den
minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. mr.
G. C. J van Reenen.
Wat er, bü het stilzwUgen op de hiervoor
genoemde punten, wel aan positiefs in ds
Troonrede voorkomt, is zoo vaag en moedeloos,
dat men zich in verbazing afvraagt, of dit
Kabinet reeds in het tweede jaar van zijn be
wind geen gat meer in de dingen ziet. Hoe
verschilt deze toon van de fanfares, waarmede!
in de Chr. en vooral in de R. K. pers dit
positief-Christelijke minlsterje is begroet.
De dreigende toestand in Europa, welke in
ieders gedachte' ligt, vindt in de Troonrede,
welke HM. de Koningin heeft uitgesproken,
geen weerslag, tenzU dan hierin, dat men
nog eens herinnerd wordt aan de noodzake-
Ujke offers voor de verdediging van het land,
merkt de Limburger Koerier op. Men
mag daaruit wellicht de opbeurende gevolg-
trekking maken, dat de Regeering de hoop
droeg het grootkruis van de Kroonorde
Roemenië.
Ongeveer tien minuten over een klopte de
voorzitter met den voorzittershamer, ten tee-
ken dat de Koningin in aantocht was. De aan
wezigen begaven zich hierop naar hun plaatsen.
Voor den voorzltterszetel, tegenover den troon,
namen de leden van het kabinet op de eerste
rij plaats, daarachter zaten de leden van den
Raad van State, terwUl de derde rU door de
Indische Vorsten werd Ingenomen. De voorzitter
van de Tweede Kamer, mr. J. R. H. van Schalk,
nam zUn traditioneele plaats in op de eerste
rU der stoelen ter rechterzüde van den troon.
Indien eenige Troonrede interesse kan wek
ken voor de Staatsstukken, die daarna plegen
te volgen, de RUksbegrooting en de Millioe-
nennota, dan zeker deze, meent het Huls*
gezin.
Wü vernemen omtrent voornemens der Re
geering op verschillend terrein, voornemens,
die van groote beteekenls kunnen zijn, maai
over welker draagwijdte wü elgenlük pas goed
zullen kunnen oordeelen, als de meer gede
tailleerde uiteenzettingen voor ons zullen lig-
gen.
Met belangstelling dus zien wü uit naar de
komende dingen; mogen zü de goede ver*
wachtingen bevestigen, die wü van de activi
teit der Regeering koesteren.
opdat krachtige bestrijding mogelük word*.
En mogen alle groepen van jeugdige werk
lonen óók b.v. de onderwüzers bü dis
maatregelen baat vinden.
In verband met uitbreiding van het aantal
hulpkommlezen en politietroepen voor de grens
bewaking 1* hiervoor op de thans Ingediende
Justltlebegrootlng een bedrag ven f 204 500 uit
getrokken tegenover 84.200 op de loopende
begrootlng.
Het stuk hangt van compromissen aan el
kaar. Ook al zün wü niet gewoon dat van
een Troonrede veel bezieling uitgaat, dit jaar
is zü feitelyk niets anders dan een opsomming
van somberheden. Het kost moeite na lezing
van het, stuk er zich bewust van te blüven,
dat ons land nog altüd een oase in een ver
dwaasde wereld is en dat wü dit Ook in de
toekomst hopen te blüven.
15
Haar
fch tot
booger.
dat
*den vi
hth voc
•the Up
Toen
Zü ku
h»; toei
iusschen
-Don
ïrnest
«eed* d
Mond. E
„Bent
HU gl
ttn.
.■EerUj
HU 1
mensch
•Wen zc
■Hebt
Egon
helpen.
Jk hi
dat de Ingetreden afneming der werkloosheid
zich zou voortzetten.
Op belde genoemde omstandigheden steunde
het vertrouwen op het bereiken van een reëel
sluitend budget in de toekomst.
Uit de cüfers der thans aangeboden ontwerp-
begrooting blijkt helaas, dat het middelen-
accrës, waarop thans uitzicht bestaat, betrek
kelijk gering is en gehéel onvoldoende voor dek
king van het accrès der uitgaven.
Op de tweede verwachting, welke vorig jaar
werd gekoesterd, Ve vermindering van de
lasten der 'werkloosheid, en als gevolg daarvan
de saneering van de orecalre positie van het
Werkloosheidssubsidlefonds en van de gemeen
ten kan evenmin langer worden gebouwd.
In de gegeven omstandigheden kan naar de
meening van ondergeteekende niet langer in
afwachting van betere tüden in de huidige po
sitie van het budget worden berust.
Deze overtuiging plaatst de Regeering voor
bet uitermate moeilijk op te lossen probleem,
om door verlaging van uitgaven en nieuwe of
verhoogde heffingen binnen afzienbaren tüd tot
Nadat de voorzitter, mr. W. L. baron de Vo*
van Steenwük, op het voorzittersgestoelte had
plaats genomen, deed de griffier voorlezing
van het besluit van dien* benoeming tot voor
zitter der Vereenigde Vergadering der Staten-
Generaai. De voorzitter deelde daarna mede
wie tot leden der commissie van in- en uitge
leide waren benoemd.
Het was ongeveer één uur, toen de ministers,
eenige oogenbUkken daarna door de leden van
den Raad van State gevolgd, de Ridderzaal
betraden en, na den voorzitter te hebben be
groet, zich onder de aanwezigen mengden in
levendig gesprek.
Minister Patün was niet aanwezig.
waarop de regeering wetgeving en bestuur in
de vorige troonrede wilde doen steunen.
Wanneer men hierby denkt aan het vel»
pleiten, den laatsten tüd, voor nationale een
heid van heel ons volk, dan vraagt men zich
af, of men van plan is te streven naar zulk
een eenheid (niet met terzüde-stellen van,
maar) met bulten-bespreklng-laten van ds
positlef-christelüke beginselen, waarover de
troonrede van 1937 sprak: Gods Wet tot
richtsnoer, erkenning der positief Christelüke
grondslagen onzer samenleving.
Voor-1938 is toegestaan
titel a. gewone dienst
titel b. kapitaaldienst
Totaal 161.725966
TerwUl voor 1939 wordt geraamd:
titel a. gewone dienst f 64.192.870
titel b. kapitaaldienst f 113.167.429
Aandachtige lezing vestigt dan ook den
indruk dat de Regeering zich op verschil
lende punten nog wil beraden, zich daarom
thans weinig concreet uit en de finesses du»
bewaart tot de begrootlngsdebatten. Of deze
methode de meest wenschelljke is? Dat zal
moeten blüken. Wellicht was zü noodzake-
En verder:
Het zinnetje over de Jeugdwerkloosheid
typeert wel heel sterk het vage karakter
dezer Troonrede, zooals wü dat hierboven
schetsten. Misschien brengt de Mlllioenen-
nota meer licht omtrent de maatregelen, die
- worden voorbereid. Hoe dit zü, mogen die
maatregelen van vèrptrekkenden aard zün,
35*.
wegens rente 95.049.426 en wegens af
lossing 69.401.000, waarvan onderscheldenlük
ƒ10.846 107 en ƒ31.587.076 naar de andere
begroot ingsonderdeelen worden overgebracht.
Ten laste van den gewonen dienst van hoofd
stuk 7a trom.) wordt uit dezen hoofdf geraamd
ƒ132.022 243. sUnde ƒ376.785 meer dan voor
het dienstjaar 1938 aanvankelük is toegestaan.
In dit verband wordt er aan herinnerd dat
in deze cüfers tot uitdrukking zün gebracht de
gevolgen van de in 1938 plaats gehad hebbende
conversie van 4 pCt. Staatsschuld. Door deze
conversie is het mogelük gebleken den rentelast
dermate te vezlichten dat de gelegenheid werd
geopend de periodieke aflossingen in een meer
juiste verhouding tot de schuld te herstellen,
door ze te verhoogen tot 69.4 millioen in 1939.
zonder dat daarmede de totale druk der ge
vestigde schuld in «enigszins belangrüke mate
is verzwaard.
De kasvoorzieningen zullen in 1939 naar ver
wacht wordt ƒ2.900.000 minder vereischen dan
het voor 1938 toegestaan bedrag.
Tegen twaalf uur begon de Ridderzaal
zich te vullen met Kamerleden en ge-
noodigden. De groote gothische hal, die
straalde van de honderde lichten der
kroonluchters, bood den feestelük-bonten
aanbllk van vele in gala gekleede hoog-
waardigheidsbekleeders, die zich in druk
gesprek door elkaar bewogen en elkander
begroetten.
Reeds vroeg verschenen de hier te lande
vertoevende Indische Vorsten in hun
prachtige gewaden en namen de zetels in
■voor het gestoelte van den voorzitter.
Intusschen is, af gezien van den internatio
nalen toestand, het meest dringende than*
zeker de vraag, of er .Arbeid voor ons volk"
op komst is. En in dezen toont de Troonrede
een nieuw bewü» van den goeden wil der
Regeering.
Intusschen had de commissie van in- en
uitgeleide zich bü den ingang der ridderzaal
opgesteld, in het gangpad, dat naar den troon
leidt Achtereenvolgens traden daarna de zaal
binnen de eerste kamerheer-ceremonlemeester,
jhr. Sickinghe, de acht kamerheeren en de vüf
grootofflcieren, die in den stoet meereden,
gevolgd door den opperceremoniemeester, graaf
Du Monceau. De laatste betrad de Ridderzaal
achteruit loopend, ten einde het oogenblik te
kunnen waarnemen, waarop de Koningin het
bordes bü den ingang zou hebben betreden.
Aan de begroeting voor hoofdstuk II (Bui
tenlandsche Zaken) wordt hej; volgende ont
leend.
Voor 1938 werd toegestaan 3.710573, ter-
wijl voor 1939 geraamd wordt 3.803.785, »oo-
dat meer wordt aangevraagd 93.212.
De algemeene indruk is er een jftn teleur
stelling; in groote lünen blijver^ de aange-
kondigde maatregelen, ondank* /Rkele nieuw»
punten, gelük aan vroegere Jaren. Een
grootsch nieuw initiatief om het economische
leven van ons land zoo goed mogelük dienst
baar te maken aan ons heele volk is er niet
In te vinden.
Uiteraard dient hierbit een zeker voorbe
houd gemaakt, dat men moet afwachten, wat
de begroeting zelf op dit punt zal brengen.
Aan de Memories van Toelichting tot de ver
schillende hoofdstukken der begrootlng wordt
het volgende ontleend:
Voor hoofdstuk I (Hui* der Koningin) wordt
Uitgetrokken 1.560.000, waarvan voor de in
komens van de Koningin, Prinses Juliana en
Prins Bernhard 1.400.000 en voor onderhoud
der konlnkfüke paleizen 100.000.
Evenals ten vorlgen jare wordt voor de voort
zetting der restauratie van het konlnklük pa
leis te Amsterdam ook voor 1939 een bedrag
van ƒ60.000 aangevraagd.
Voor hoofdstuk II (Hooge colleges van Staat)
wordt voor 1939 geraamd een bedrag van
f 1973.287, terwUl voor 1938 Is toegestaan
f 1940.195, zoodat minder wordt aangevraagd
ƒ66.908.
Voor hoofdstuk IIA (Algemeene Zaken)
Wordt voor 1939 geraamd ƒ92914, terwUl voor
1938 is toegestaan ƒ83.544, zoodat meer wordt
aangevraagd ƒ9370.
In de jaren 1931 tot en met 1936 hebben de
gewone diensten niet alleen een tekort opgele
verd van circa ƒ234 millioen (na aftrek dan
nog van overschotten van 1929 en 1930), doch
in diezelfde periode zün tal van uitgaven bui
ten de begrootlng van den gewonen dienst ge
steld en derhalve ongedekt gebleven. In dit
verband wordt de aandacht gevestigd op de te
korten op de begrootingen van het Werkloos-
heidssubsidiefonds, op tal van naar hun aard
gewone uitgaven, welke ten laste van den kapl-
taaldlenst werden gebracht, alsmede op /ie na
gelaten stortingen in de sociale verzekerlngs-
fondsen en het spoorwegpensioenfonds ter dek
king v»m de op die fondsen gelegde verplich
tingen.
Voor een deel demonstreerde zich deze gang
van zaken in een aanzienlüke stijging van de
Nederlandsche Staatsschuld, welke stüglng van
eind 1930 tot eind 1936 na aftrek van de
stijging van de schuldvordering op Neder-
landsch-Indië niet minder beliep dan circa
700 millioen, dj. een toeneming in die periode
•net circa 30 pet.; in het verdwenen uit de be
grootlng van de reserves, welke daarin voor
heen aanwezig waren en in het ontstaan van
teer hooge schuldverplichtingen aan de fond
sen.
In deze omstandigheden een budget met
een groot deficit en een door intering sterk
gestegen nationale schuld, waarbü dan nog
bovendien te bedenken valt, dat vele gemeen
ten, waaronder verschillende groote, in een toe
stand van groote flnancieele moeilijkheden wa
ren komen te verkeeren was het noodlg om
vele millloenen beschikbaar te stellen voor de
defensie.
Er deden zich evenwel twee omstandigheden
voor, welke eenig perspectief op een langzaam
herstel konden openen:
le. de middelenopbrengsten konden voor 1938
aanmerkelük hooger worden geraamd dan voor
Toen dit oogenblik was aangebroken, gaf hü
door het opheffen van zün staf aan den eersten
kamerheer-ceremonlemeester het treken, dat
deze de komst van de Koningin kon aankon
digen met de traditioneele woorden: De Ko
ningin....
Hierop rezen alle aanwezigen van hun zetels.
De in het gangpad opgestelde stoet zette zich
thans in beweging om Hare Majesteit naar den
troon te geleiden. De Koningin werd begeleid
door den voorzitter der commissie van in- en
uitgeleide, het Eerste Kamerlid, prof. De 8a-
vornin Lohman.
Zü was gekleed in een satünen gewaad van
yieux-rose met goud, met sleep; Zü had een
hoed op van dezelfde stof met aigrettes. Als
versiering had Zü daarbü een paarlen collier,
terwijl Zü het grootkruis van den Nederland-
schen Leeuw droeg.
Achter Hare Majesteit volgden de groot
meesters; de dame du palais en de waardlg-
heidsbekleeders, die in den stoet hadden mee
gereden. Nadat de Koningin op den troon had
plaats genomen, onder den electrisch verlichten
troonhemel, ving ZU met zachte, doch heldere
stem de voorlezing der Troonrede aan. Onge
veer een kwartier duurde deze voorlezing, die
in doodsche stilte werd aanhoord.
Onmiddellijk na het einde hief generaal Duy
maer van Twist een driewerf „Leve de Ko
ningin” aan, dat alle aanwezigen staande over
namen.
In verband met de Vereenlging van den
Oostenrükschen bondsstaat met het Duitache
rijk werd Harer Majesteit* gezantschap te
Weenen opgeheven.
Eeh buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister werd bü den president der Turksche
Republiek geaccrediteerd.
De belangen van den dlplomatleken dienst
maken het,-wenschelljk desen met een tweetal
ambtenaren uit te breiden. De hiervoor be-
noodigde gelden brengen een extra verhooging
van den post salarissen van ondergeschikte di-
olomatieke ambtenaren mede.
Zü, die van de Troonrede van dit jaar „het
verlossende woord" verwachtten, hebben zich
misrekend, merkt het soc. Volk op.
Deze Troonrede is een stuk zonder fantasie,
zonder oorspronkelükheld. Heeft deze regee
ring dan nog geen besef van wat de tüd
eischt? Hoe lang moet ons volk nog wachten
op het groote plan, dat den weg wüst om
met aller krachtsinspanning welvaart en be
staanszekerheid te herstellend
Het beleid der regeering heeft zich geken
merkt door een tweeslachtigheid, die voor den
economlschen toestand des lands niet anders
dan fataal kon zün. Eenerzüds zün, op veel te
bescheiden schaal, gelden voor werkverrui
ming beschikbaar gesteld; doch anderzüds nam
de „zuinige huismoeder” De Wilde maatrege
len, die de economische activiteit moesten
renimen.
Dezelfde tweeslachtigheid vinden wü in ds
Troonrede van dit Jaar.
een sluitend budget te konjfflf
Allereerst 1* het dén echter noodzakelük, dat
het tekort, waarin voorziening geboden Is,
nauwkeurig wordt gekend. Zooals ook uit de
Millloenennota voor de begrootlng 1938 kan
blüken, geeft de begrootlng de laatste Jaren
den werkelüken toestand niet juist weer, omdat
het budget onder den druk der moeilükheden
op verschillende wijzen tüdelük ontlast is.
Ook de thans aangeboden begrootlng gaat
aan dit euvel nog mank.
Het ligt evenwel in het voornemen van den
minister de wüzigingen daarin te bevorderen.
Welke noodlg zün om tot een reëele begrootings-
opstelling te komen.
Daartoe heeft hü de verschillende maatrege
len, in afgeloopen Jaren tot ontlasting van de
gewone begrootlng genomen, als gevolg waar
van de begrootlng niet langer den werkelüken
toestand van het budget juist weergaf, opnieuw
getoetst, speciaal met het oog op de vraag, of
Intrekking daarvan in feite tot reservevormlng
zou leiden, dan wel, dat een onmisbaar be
standdeel van het gewone budget zou worden
hersteld.
Deze toetsing heeft ertoe geleid twee der
getroffen maatregelen te annuleeren, waardoor
het aanvankelük geraamde tekort van 25.6 mil
lioen met 30.6 millioen moet worden verhoogd.
Het orgaan besluit als volgt:
Zoo hadden wü ons kunnen indenken, dat
althans het standpunt zou zün bepaald ten
opzichte van een socialen dienstplicht, dat
aangegeven zou zün of er er in het komende
jaar al dan niet sprake zal zün van herzie
ning van de leerlingenschaal, van verbeter*
de ouderdomsvoorziening. Zoo zou ons aan
kondiging van een wetsontwerp, houdende
regeling van de rechtspositie van bulten-
landsche vluchtelingen niet verwonderd heb-
_ben_ En zoo zou er meer te noemen zün.
Men kan natuurlük het standpunt inne
men, dat dit alles in een Troonrede niet
thuis hoort.'
Wü be|wüfelen of zoodanig standpunt
Juist kan'worden genoemd.
Een Troonrede moet naar ons oordeel kort
en duldelük aangeven wat de voornemen*
voor het komende parlementaire Jaar zün.
De eerste rede na het optreden van e»n
nieuw Kabinet kan bovendien een korte be-
ginsel-uitspraak bevatten.
Verleden Jaar werd zoowel aan de een»
als aan de andere voorwaarde voldaan.
Ditmaal niet.
Dat is geen vooruitgang.
De tweede troonrede welke uitgesproken
wordt sedert het vierde ministerle-Colün, dat
zich in Juni 1937 op positief chrlstelljken
grondslag hervormde, optrad, is, zoo begint
het lib. Handelsblad zün beschouwing,
een uiterst sobere -boodschap, die in wezen
niet veel verschilt van de vorige, behalve dan
dat de inmiddels weer ten ongunste ge
keerde wereldconjunctuur nu niet meer ver
oorlooft om, zooals toen, In de overwegende
mineurklanken een vroolüker motief te ver
werken.
Minder geheimzinnigheid bü het formeels
en plechtige debuut van het regeeringspro
gram voor een nieuwe periode, ware geen luxe.
Alles te zamen genoipen ia de nieuwe Troon
rede 'teen dor en weinig bemoedigend docu
ment, concludeert de Telegraaf.
De minister hoopt in den loop van het jaar
nog aan enkelfe andere posten beroepsambtena
ren werkzaam te kunnen stellen, zoodra daar
voor geëigende krachten beschikbaar zuilev
zün. Zoo ligt het büvoorbeeld in zün bedoeling
om, zoodra de omstandigheden zulks mede
brengen, weer over te gaan tot de plaatsing
van een beroepsambtenaar in Jeruzalem als
handelsdeskundige voor Palestina, Syrië en
Irak.
Het lib. Vaderland vindt het geen opwekken-
den toon, welke ons uit de Troonrede van dit
jaar tegemoet klinkt.
Het blad wijst op verschillende punten en
merkt dan op:
Voor 1939 wordt aangevraagd:
Voor den geheelen dienst 159.009.743, waar
van voor' den kapitaaldienst 11.000.000
voor den gewonen dienst ƒ148.009.743.
Voor 1938 is daartoe onderscheldenlük
toegestaan ƒ161.567958, ƒ11.000.000 en
150.567958.
Derhalve wordt voor den gewonen dienst van
1939 minder aangevraagd ƒ2.558.215.
De gevestigde schuld vordert in
Op hoofdstuk XII (Koloniën), is. voor 1938
uitgetrokken 8379557. Voor 1939 wordt ge
raamd 13.347.907.
Voor 1939 wordt dus meer geraamd dan oor
spronkelijk voor 1938 is toegestaan 4.968.350.
Deze verhooging wordt voornamelük veroor
zaakt: 1. door de gewüögde raming van de
belde op het Indisch defenslemateriaal betrek
king hebbende posten, nl. een verlaging van ar
tikel 38 met rond 300.000 in verband met het
vervallen van de vergoeding van rente en af
lossing van legervliegtuigen en een verhooging
van artikel 37 (bijdrage in de vlootkosten) met
5 millioen, zünde hetzelfde bedrag, dat voor
1938 suppletoir is aangevraagd;
Een verhooging van artikel 40 (steun aan de
Java-suiker) met f 100.000 wegens lageren sul-
kerprüs op de weiyldmarkt.