JEUGD EN LIEFDE
IN DEN SNELTREIN DEN
DOOD TEGEMOET
Het graf boven de wolken
M
CURIOSITEITEN
G
holde.
I d|
DE HIMALAYA BLIJFT
ONOVERWONNEN
SPOORWEGONGELUKKEN
DIE DRAMA ’S WAREN
.«2
Juweelen
haaf oogholte
in
V
KORT VERHAAL
tot
b-
Nog nooit» bereikte
iemand den t<?p
In den loop der jaren werden hon
derden portonen het slacht
offer van plichtverzuim
en desorganisatie
Geweldige ijsblokken in het Himalaya-gebergte berokkenen den expedities groot»
moeilijkheden
vor
als
Frankrijk heeft een
slechte reputatie
Baardmentchen en andere varië
teiten hadden steedt veel
belangstelling
s
De ratel; een tik van de schel.
In
Tb t
o
v
(Foto ,JMe Umschau")
leggen. en 4omlno-spelen, welke
<8
II
En
ratele
dat-le
ken....
zoo
naar
nog
WOl
een bioscoop geweest?,
Ja, daar
t
baar
en liefde. Doe daar maar eens
een
de
en trok m<
der aarde,
hem. Toen
- .-'- A:.
Dit
tan i
overb
Mande
de co
grerir
uoodii
regeer
De
meeili
betrek
eche
een n
langhi
14 uui
Frans
óert 1
De
ging I
medet
ke let
geluk!
lijkhel
land 1
bande
Na
zwicht
woord
overhi
«eg
van
de
Om
beslui’
vanav
door
verspr
De
kende
Vele
nlgeer
De
Ceeld:
-Het
maatre
henlan
*eestar
De
«uren
zei hjj ontroerd, toen hij haar
gev
v r‘nl
en
off.
den
mei
niet
wjji
aan
ove
mai
zijn
ons
As-je-me-nou!, zei Lies op een Zondag
tot een andere vriendin en wees op Geertje en
Jaap, die in het Vondelpark gearmd liepen te
wandelen. Op die Geert kan je ook niet ap
an! Zóó zeit ze, da ze ‘m niet wil en zóó loopt
ze weer met *m. Nouw! Mot je nog peultjes,
zeg?
Och! Jeugd
wat tegen!
In verband met de groote spoorwegon
gelukken in de Vereenlgde Staten is het
zeker interessant over vroegere spoorweg-
catastrophen het een en ander te verne
men. De drie grootste spoorwegongelukken
zijn nog steeds die bij Modane, Gretna
Green en Lagny.
was bijvoorbeeld ook die in Marokko, waarbij
55 soldaten van het Vreemdelingenlegioen om
het leven kwamen, terwijl honderden gewond
werden. Een trein /het 32 wagons was in een
afgrond gestort. Dat tenslotte nog iemand uit
de puinhoopen te voorschijn gekomen is, mag
een wonder heeten. Door steeds maar langs de
■poorljjn te lootten, kilometers ter door de
-o
-
ze van zijn vervanger.
Welken kant?, vroeg ze aenuwachtig.
Plan Zuid.
Op een vrijen middag doorkruiste Geertje dit
nieuwe gedeelte van Amsterdam. Het geluid van
den ratel duldde haar de straat aan, waar zij
Jaap kón vinden. Op den hoek moest ze even
blijven staan: ze duizelde.
Nee, nee, dit niet, hijgde ze. O! Jaap!
HU sprak met een dienstmeisje en maakte
grapjes met haar....
zich van eigenaardige middelen, om baar kost
bare waar over alle grenzen heen te werken.
Hgt was een Jongedame, die twee jaar geleden
eenjauto-ongeval kreeg, waarbij zij een oog ver
loor. Het eene oog werd geheel verwijderd. Het
kunstoog werd zoo goed nagemaakt, dat men
nauwelijks kon zien, dat de mooie jongedame
maar één oog bezat. Een Engelsche juweelen-
smokkelaar"leerde het meisje kennen en werd
opmerkzaam op de mogelijkheden,"die het kunst-
oog van de jongedame voor hém Fnhleld
Twee, foto’s, die herinneringen opwekken aan het ontzettend treinongeluk, dat met
Kerstmis 1933 bij -Lagny (Frankrijk) gebeurde
moest
komen en op den vastgestelden dag hield ze de
ooren bijzonder gespitst. Telkens stond ze weer
op den ultkUk, zoodat de overburen tot elkaar
zeiden:
De meid van mevrouw Sprengen verwacht
zeker iemand: ze hangt leder oogenblik uit het
venster.
Geertje rende als een bezetene. Ja, daar
was hjj weer. Haar gezicht werd vuur. Ze lachte.
HU gaf haar een knipoogje.
Heb Je der over gedacht, zus? Wanneer ga
je nou eris mè me uit?
Je vemachelt me, giebelde ze. Je hèbt
toch zeker al wel 'n meissie?
Haar hart klopte onrustig, terwUl ze op zUn
antwoord wachtte.
Ik *'n meissie? Ben Je mal, meld! Dan zou
ik jou toch niet vragen.
HU gaf haar een kneepje in de wang.
Lieverd! Dag, schat!
Geertje lachte luid en verlegen.
Oh! oh!
Ze keek hem na. Hoe handig schudde hU <ft
bakken in de kar leeg.
Tabbé!, wenkte hU met zUn hand.
Dèègl. riep ze.
Toen dacht ze: Vrijdag zal ik hem zeggen, dat
ik met hem uitga.
Het was Zondag.
Geertje wachtte op de afgesproken plaats.
Daar was-ie! Net een heer, vond ze. Je zou
niet zeggen, dat hü 'n vuilnisman ia.
schUnt er slag van te hebben, meisjes voor den
mal té houden.
Ga je Zondag....?
f Een bioscoopje mè me hale*?, onderbrak
ze hem spottend.
Ja.... wil Je dat?
Dank je! Geert Pante laat zich geen twee
keer er tusschen jaemen.
Ze ging door, rechtop, met een stevlgen stan,
tevreden, dat zU hem dit had kunnen zeggen
en trfomfantelUk omdat hU haar toch weer
gevraagd had.
Sindsdien was het lawaai van den ratel weer
muziek voor Geertje, want Jaap scheen echt
Jaap had een andere wUk gevraagd, hoorde ...heusch verliefd op haar te zün en dit vond
ze verrukkelUk.
HU nam een arts in vertrouwen, die door bü-
zondere behandeling in staat was de oogholte
geheel ongevoelig te maken voor druk en pü-
oen. Op die manier was men in staat in de oog
holte een aantal diamanten te bergen.
Per vliegtuig reisde de jongedame met haar
smokkelwaar heen en weer. Door verraad en
door inlichtingen van een agent werd de poli
tie op de jonge vrouw opmerkzaam gemaakt, nen met uitermate lange baarden. Reeds lang
waarna men begon met haar gangen na te gaan.
Toen zij weer eens in Croydon kwam, gelastte
men in het douanekantoor een oogarts de oogen
van het meisje te onderzoeken cn spoedig ont
dekte men de ongewone schatkamer van het
meisje met het kunstoog!
En hü dacht:
Ik zie haar liever met haar witten boezelaar
voor. Nu is ze net *n boei in. Hóe heet je?, vroeg
hU haar de hand gevend.
Geert.en JU?
Jaap.... Jaap Brients.... Willen we ’n
Kalverstraatje maken en zoo wat op den Nieü-
wendijk wandelen?, stelde hü voor.
Ja, stemde ze in.
Even liepen ze als vreemden naast elkaar
voort. Toen nam Geertje schuchter zün arm
s
woestUn. konden enkele lichtgewonden eindelijk
een station bereiken, waar ze hulp konden vra
gen. Achtenveertig uur na de catastrophe haaf-
de men nog steeds levenden uit de puinhoo-
pen.
Ook buiten Frankrijk of Fransch grondge
bied hebben vreeselijke treinrampen de wereld
opgeschrikt. Zoo reden in 1926, den 25sten Mei.
tn het Óostelijk station van München twee
treinen op elkaar. waarbU 27 dooden te betreu
ren waren. Een jaar later in Augustus 1927
stortte de tandradbaan bij Chamonix naar
beneden, waarbij 21 personen om het leven
kwamen.
Niet minder erg was in 1928 het ongeluk van
den Simplon-expresc waarbij 34 menschen on
der de puinhoopen bedolven werden. Een groot
aantal menschen kwam om het leven bij de
treinramp tusschen Kaïro-Alexandrië, welke in
1931 plaats vond; 61 dooden waren er te be
treuren.
Hiermee is het aantal ongelukken en rampen
nog lang niet uitgeput, maar er blijkt toch wel
uit. hoe bijzonder nauwkeurig de loop der
treinen geregeld moet zijn en met hoeveel zorg
de wegen, bruggen en overgangen, waar de
treinen zich langs bewegen, voortdurend ge
controleerd moeten worden. Gebeurde dtr niet,
dan zou het aantal rampen nog veel grooter
zijn.
Het buitenland kan aan de organisatie van
de Nederlandsche Spoorwegen wel een voor
beeld nemen.
land tot land om zich als natuurwonder te la
ten aanschouwen. Haar huid was doorzichtig,
terwijl haar baard en hoofdhaar donkerzwart
en als zijde zoo zacht waren. Anny was een
temperamentvol meisje met een heldere stem,
die in haar gesprekken blijk gaf -van groote
belezenheid en beschaving. Het spreekt van
zelf, dat zü concurrenten had, vooral van man-
voortgedreven.Maar wat was er? Was de
sluwe manager toch te ver gegaan, of speelde
de .Menschbeer” te mooi? In ieder geval bleef
het verwachte applaus uit en twijfel ónder het
publiek was er voor in de plaats gekomen.
Eerst werd er gemompeld, daarna uitte de vol
le zaal luid haar ontevredenheid, en verlangde
tenslotte eenparig de oplossing van het raad
sel. Intusschen waren eenige pootige kerels op.
de Buehne gesprongen en hadden zelfs op ge-
valr af, door den „beer” in stukken gereten te
worden, Jiet ondier gegrepen, om op deze wijze
te onderzoeken of zjj met een echt bruintje te
doen haddéh. De spanning was ten top geste
gen, toqn de directeur, die de wanhoop reeds
nabij was, op een trom een geweldigen roffel
sloeg, die hjj plotseling afbrak, en van het
oogenblik van stilte, dat vólgde, gebruik maak
te, om een korte toespraak te houden: „Mijne
dames en heeren. Ik weet zelf, dat het allémaal
een groote zwendel is, maar u moet toch be
grijpen, dat ook wij moeten leven. Vergeef ons
dus, dat wjj u op deze wijze hebben willen be
dotten.” Deze eerlijke bekentenis miste haar
uitwerking niet. Het publiek was volkomen be
vredigd, lachte en applaudisseerde en nog
maandenlang blies de beer in Londen op zijn
fluit, alsof er niets gebeurd was, en eiken avond
was de zaal stampvol.
De wereld wil bedrogen worden
(Nadruk verboden).
Zé bleef even wachten tot de bak geledigd
was, om dezen weer mee naar boven te nemen.
Zoo, zus knipoogde de vuilnisman— Wa
bén jij ’n aardige meid! Ga je eris mè me uit,
zeg?
Geertje's blozend gezicht stond weldra in fei
len gloed. Ze‘stak haar neus nog wat hooger
de lucht in en lachte, haar mond met de blan
ke, regelmatige tanden wijd open.
aii>Och! Jij!, schaterde ze, een beweging met
volkomenVer- haar elleboog makend.
Toe, méld, ga 'n keer 'n bioscoopje mè me
halen, dwong hij glimlachend.
As.... as je geen vullisman was!, plaagde
ze en rende de trap op.
Hij keek haar vluchtig na. Wat 'n aardige
meid en wat 'n frisch en bü-de-hand gezicht!
Geertje hernam haar werk. Een heerlijk ge
voel doortintelde haar. Ze kon een vrijer krij
gen. Er was een jongen, die met haar, Geert
Pante, wou uitgaan.
Dien dag zong Geertje het hoogste lied tot
uns!, de ratel!, schrok Geertje op ed liep
vlug naar het smalle terrasje voor den
vuilnisbak, waarmee ze naar beneden
Den Zondag daarop zag zij hem met die
andere op den Nieuwendük. Zij gingen een
bioscoop in.
Moedeloos slenterde Geertje naar huis. Er
braken mpeilijke dagen voor haar aan. In haar
hart was iets gestorven. Het leven drukte haar
en langzamerhand week de frissche kleur van
haar wangen. Noch de kruideniersjongen, noch
de slagersknecht wist door een grapje een glim
lach om haar lippen te voorschijn te brengen.
.Op een morgen was Jaap weer in de straat,
en voelde zich gelukkig, omdat hij dit gewillig Jij!, riep ze verward.
Ben je ziek, meid?, schrok hij. Waar
is je kleur? Heb je soms de griep?
Het ga je geen snars aan, bitste ze en
ze haastte zich naar boven.
Dien avond wachtte Jaap haar op. HU be
greep, waarom zU er zoo slecht uitzag. ZUn
geweten knaagde. Ze wis toch een lieve meid.
Ze had hem heelemaal niet, zooals die andere,
gevraagd naar een bioscoop of een lunchroom
te gaan.
Geert...
zag.
weinig houvast biedt,
massa te groot wordt,
neden stuift. Vooral
„Kleine oorzaken, gri
afgaan van een schot, waarbU zich een lucht
trilling voordoet, kan reeds de oorzaak van een
lawine zün. Over het algemeen tracht men <H
lawines Zooveel mogelijk tegen te gaan, büvoor-
beeld door het zetten van palen en muren,
maar dat kan men van een expeditie die de Hi
malaya bestijgt, werkelUk nlefc verwachten. De
moeilijkheden, die zich hierbij voordoen, zijn
werkelUk al groot genoeg.
Men beperkt zich hierbU dan ook tot een uit
stekende uitrusting. In de ‘eerste plaats richt
men verschillende kampen in, die genisnmerd
worden en van waaruit men een volgende etappe
aflegt. NatuurlUk doen de radio en de telefoon
daarbij goede diensten daar men op deze wü®
steeds met het achterland in verbinding bUjf-
Ook is het op grootere hoogte van de grootste
waarde, een telefoonverbinding met het lager
gelegen land te hebben, daar het dan mogeUJt
is binnen den kortst mogelüken tijd te weten,
wat zich daar afspeelt, wanneer het waarnemen
van signalen door slecht weer ónmogelijk
toeliet.
Jaap vertelde over zijn werk. Geertje lachte
bij elk grapje, dat hU maakte. HU dischte haar
de ónmogelijkste verhalen op. HU vond er pret
in haar dit alles wUs te maken, omdat ze hem
gelóófde en hü in haar oog een persoonlükheid
werd, tegen wlen de halve stad scheen op te
zien.
Dién heerlijken dag zou Geertje nooit verge
ten.
’s Morgens deelde ze haar geluk aan haar
vriendin mede.
En ben je naar
vroeg Lies.
Nee, Jaap vond het leuker op straat. We
hebben zoo echt gezellig gewandeld. X Was
reuze prettig!
En ook niet in een lunchroom geweest?
Zoo, maar op 'n droogje den heelen avond?
Voor mU most-ie 't niet doen.
Nou, teg! JU mag 'm'hebben, hoor! MU *n
biet! Ook 'n gulle, jó!
Geertje antwoordde niet ZU was gelukkig.
Over een paar uur zag ze Jaap weer. Driemaal
in de week werden de vuilnisbakken ^pgehaald.
Doch dezen keer keek ze vruchteloos naar
hem uit.
-w -rog nooit is men er in geslaagd den
Mount Everest tot den top te beklim
men en ook de Dultsche Nanga-
Parbat-expeditie, die een hoogte van 8000
meter bereikt had, heeft den tocht moeten
opgeven. Over de moeilUkheden, waarmee
alle expedities te kampen hebben, volgen
in onderstaand artikel aardige bUzonder-
heden.
plaatje....
hard....
Geertje's leven scheen opeens vroolUker, zon
niger te zUn geworden. Met nog meer Uver
werkte ze, boende en wreef. Met teederen blik
keek ze naar den vuilnisbak, de aanleiding van
haar kennismaking.
Ze telde de uren, dat hü weer lai
einfielUk mevrouw Sprengen, bü wie ze als dag
meisje diende, zei:
Geertje, houd nu eens op met je zingen;
ik hoor niets van de radio.
-- -- -- 's Avonds mopperde Geertje
veiligingstoestellen mist. Een vreeselüke ramp vriendin:
Die rijke mense denken maar altüd aan
hun eigenzelvers. Als ik nouw zingen wil,
omda.... omda.... nou. Ja, hU mU gevraagd
heb....
Toen glunderde ze weer.
't Is nog 'n jonge, en die blauwe kiel staat
'm zoo écht en die zwarte pet mè da koperen
Ga maar naar die andere, beet se. JU I worden is.
Ook is het nog altüd een probleem, hoe boog
1 een mensch kan klimmen zonder gebruik te ma
ken van een zuurstof-apparaat. Want
structie van een zuurstof-apparaat, dat licht
genoeg is om te kunnen dragen en dat toch vol
doende capaciteit heeft, biedt groote moeiW*'
heden. De voorstanders van het gebruik van a»
apparaat zeggen, dat het beter is, op betrekke--
lijk geringe hoogte, bUvoorbeeld op 7000 Meter,
te beginnen met zuurstof-apparaten te gebrul-
ken. ZU meenen, dat een mensch op grooter
hoogte niet meer kan acclimatiseeren omdat zijn
conditie dan snel achteruit gaat. De tegenstan
ders daarentegen zeggen, dat dan een ónmoge
lijk groote voorraad zuurstof gebruikt zou moet®
worden en wijzen voorts op het gevaar, dat een
bergbeklimmer loopt, wanneer het toestel bij n
klimmen van hem af valt. De bergbestügrm
meenen, dat hun conditie steeds beter wor”
hoe hooger zU komen, als men dan maar n
te lang op die hoogte blUft-
Hoe het ook zU. nog steeds verheft de 0
Everest zUn 8800 Meter hoogen top vol trots in
wolken en het zal wel jaren duren, alvorens
expeditie er in slaagt, dezen top bereiken -”
top van den* Mount Everest te bereiken, maar
die ook tot driemaal toe gedwongen werd, het-
zU door een lawine, hetzU door slecht weer,
den terugtocht te aanvaarden. En van hem
ipogen we toch zeker wel zeggen, dat hU erva
ring had.
Ook de Nieuwe Wereld toonde belangstellüg
voor dit onneembare gebergte, dat zUn toppen
tot 8000 meter en nog wel hooger verheft. Het
was de Amerikaan Wilson, die in 1934 een
poging waagde. Men weigerde hem echter de
toestemming hiertoe. Desondanks zette hij
door en verliet als priester gekleed, in gezel
schap van drie dragers, de stad Darjeeling aan
den voet van de Himalaya. Rongbuk had hjj
spoedig bereikt en reeds enkele dagen later was
hij in kamp III van de Mallory-expeditie aan
gekomen. Toen weigerden de dragers echter
verder te gaan. HU liet zich niét ontmoedigen
^jerziel alleen naar de hoogste punt
Een maand lang wachtte men op
keerde de expeditie half verhongpd
terug zonder Wilson.
Ook zUn reeds herhaalde malen Duitsche ex
pedities er op uitgetrokken, om den Mount Eve
rest te veroveren, maar alle met hetzelfde
treurige resultaat ZU zUn of in de sneeuwstor.
men en lawines omgekomen, of hebben zich'
moeten terugtrekken, zooals het ook met de
laatste Nanga-Parbat-expedltfe hét geval ge
weest is. 8000 meter is dè grootste hoogte, die
tot nu, toe bereikt is.
Uit al deze voorbeelden, welke nog met tien
tallen andere aan te vullen zouden zijn, kan
men begrUpen, hoe buitengewoon moeilUk de
bestUging van een dergelUk gebergte is en welke
voorbereidingen men eerst moet treffen, om
zelfs maar een gedeeltelUke bestUging mogelijk
te maken! We kunnen ons ternauwernood voor
stellen, dat een expeditie die reeds een hoogte
van 8000 meter bereikt heeft, er niet in slagen
kan de laatste 800 meter naar den top af te
leggen. En toch schijnen ook hier de laatste
loodjes het zwaarste te wegen, want de onder
nemingen van de laatste jaren hebben wel alk
den top tot op een afstand van 800 meter waar
genomen, maar nooit, bereikt.
Een van de grootste vUanden van een oerge-
lUke expeditie is de lawine, waardoor ook deze
expeditie de verdere beklimming heeft moeten
staken. Zoo'n sneeuwstorting komt vooral in
het voorjaar voor, als de sneeuw week wordt,
zUn Jiechtlngsvermogen verliest en van de steile
berghellingendaar beneden komt glUden Door
het smeltwater is de rotsbodem glad geworden,
het glijproces van de lawine wordt er door ver
groot en nadat de lawine naar beneden is ge
stort, blüft alleen de naakte rots over. Tech is
deze soort lawine niet de gevaarlUkste, daar ztj
ieder jaar in vru vaste banen naar beneden
komt: Grilliger en gevaarlUker zUn de zg. stot
en stulflawines. Deze komen hoofdzakelijk In
den winter voor, voomamelUk na een xcude-
periode, als de bevroren^ondergrond glad is en
zoodat, zoodra de sneeuw
de droge sneeuw naar be-
hierbu geldt het gezegde
oóte gevolgen", want het
voor haar werd te Weenen de Amerikaan Adam
Kerpfen uit Chicago vertoond, wiens baard een
lengte had van tien voet.
In 1847 werd®in het dorp Nonnenberg aan
den RUn Josdhh ^Buellesbach geboren, die zich
in het timmermansvak bekwaamde. Spoedig
bleek het echter, dat het voor hem financieel
gunstiger was, als hü in de café's zün twee
meter langen bruinen baard aan de bezoekers
toonde. Daar de man aan den drank was ver
slaafd. hlrfd hü niets over van zUn ruime ont
vangsten en zün einde was dan ook ellendig
van armoede. Dikwüls had hü zich zoo te goed
gedaan aan "den alcohol, dat de voormalige
timmerman, die betrekkelük klein van gestalte
was, bü het naar huis gaan over zün baard
viel, wat hèrhaaldelük tot zielige straattoo-
neeltjes aanleiding gaf. Bü een van deze gele
genheden. toen hü weer gestruikeld was, vatte
hü zulk een woede-op tegen zün baard, dat hü
deze pardoes afknipte. Maar hiermede was
ook meteen deze extravagante wüze van brood
winning Verloren.
Van een geheel ander gehalte was de
Franschman Louis Goulon. Als twaalfjarige
knaap moest hü. toen bü zün vriendjes nog
geen spoor van haargroei in het gelaat te be
speuren viel, zich reeds scheren. Twee jaar la
ter was aan den groei van zün baard geen
houden meer aan. Deze was toen reeds 30 c.M.
lang. Steeds sneller ging het en weldra
-
annen met baarden oefenen van ouds
her een groote aantrekkingskracht uit
op de Jeugd. En naar gelang het ka
rakter van den baard, heeft men resprtt voor
den drager, of zal men hem in het ootje ne
men. In kleine stadjes heeft altüd wel een
van de meest geprononceerde baarddragers den
bijnaam van „den baard", maar daarbü blüft
het dan ook gewoonlük. Er zün echter ook lie
den met dergelüke haardossen, die hiermede
geld verdienen, en hierover willen wü hieronder
iets vertellen:
In de tweede helft van de vorige eeuw had
het publiek groote belangstelling voor zooge
naamde „abnormaliteiten", en velen onder ons
zullen zich nog Iwrinneren, hoé in het wereld-
circus Barnum and Baily in de zoogenaamde
Sight-Show een groot aantal dergelüke abnor
maliteiten werd vertoond. Men zag daar aller
lei griezelige dingen, onder meer ‘sleepte het
wereldcircus een „vrouw met den baard" me
de. Deze vrouw droeg den artistennaam Esau-
Lady, en zü bezat een baard, waarop vele
mannen trotsch zouden geweest zün. Haar
eigenlüke naam was Anny JonesElliot. Zü
werd in 1865 te Marion in den staat Virginia
geboren^- Jlaar ouders en haar zeven broers en
zusters vertoonden geen enkel spoor van dezen
büzonderen haargroei. Anny kwam reeds met
lang hoofdhaar en een klein snorretje ter we
reld. Toen haar moeder dit bemerkte, begon
zü luid te weenen. Haar verdriet werd echter
spoedig verzacht toen zjl bemerkte, dat haar
dochter, door haar buitenSporigen haargroei 'n
bron van inkomsten werd voor haar gezin, dat
zich tot nu toe maar zeer armoedig door het
leven had moeten slaan. Alle eigenaren van
abnormaliteiten-shows vochten er om, de
„vrouw met den baard” te kunnen engageeren,
en Esau-Lady trok van stad tot stad en van
Men schreef den 12den December 1917. Het is
nacht. Ongeveer 1200 Fransche soldaten wach
ten in het kleine stationnetje van Modane aan
de Pransch-Italiaansche grens. Na den bloedigen
slag aan de Piave hebben ze verlof gekregen
om met Kerstmis naar huis te gaan en ze
wachten nu op den trein, die hen naar vrouw
en kinderen brengen zal. Wanneer ze allen een
plaatsje gevonden hebben is de trein stampvol.
Ongeduldig zitten ze t? wachten, tot de trein
vertrekt.
Wat is er echter gebeurd? De machinist van
den trein staat opgewonden met den stations
chef te praten: „We kunnen zoo niet weg gaan.
De trein is veel te vol en we loopen gevaar,
dat de remmen niet werken, wanneer We straks
den berg afrüden!” Tevergeefs tracht hü ook
eenige officieren er van te overtuigen, den
trein niet te laten vertrekken. Maar niengjnd
wil naar zün waarschuwing luisteren. De sol
daten gaan zich ook met het geval bemoeien:
„Vooruit, we willen naar huis. Je bent een laf
aard, maar geen Franschman! Vooruit!”
Elndelük dan vertrekt de trein. Nog één keer
tracht de machinist de officieren van het ge
baar te overtuigen, maar al zün woorden zün
tevergeefsch. Hü haalt de stang overeen stoo-
mend en puffend rüdt de zware trein het station
uit. Wat er nu gaat gebeuren, had de machi
nist voorspeld. De remmen loopen warm, von
ken spatten naar alle kanten en wanneer de
trein in een duizelingwekkende vaart naar be
neden rüdt, langs een stellen afgrond, waar on-
derlangs een rivier bruist, dan werken de rem
men niet meer. Alles, wat de machinist nog
tracht te doen, om het ongeluk te voorkomen,
is tevergeefsch. De trein, ten doode opgeschre
ven, rüdt verder in razende vaart. De spatten-
- de vonken hebben het hout aangetast en een
heftige brand breekt uit. Als een schitterende
komeet raast de trein, die nu geheel in brand
staat, op het station van St. Michel toe. De
soldaten, in doodsangst slaan op de houten
wanden; sommigen slagen er in, door het ven
ster in de rivjer te springen, maar slechts wei
nigen kunnen aan den dood ontkomen. Na een
scherpe bocht nadert een houten brug, die nu
ook door den brandenden trein aangetast wordt
•n in elkaar, stort. De brug en de trein stor-
ten in den bruisenden bergstroom. Het aantal
soldaten, die destijds verongelukten, staat niet
vast. Men spreekt van 543 dooden en 243 ge
wonden, maar met sekerheid is dit niet te zeg
gen. In ieder geval was het een vreeselüke
ramp.
Een ander ontzettend spoorwegongeluk was
de ramp bü Lagny, eveneens in Frankrük. Het
was Kerstmis 1933. De sneltrein Parüs—Straats
burg had een uur vertssging. Een dichte, yzigc
nevel hing over het landschap, maar noch de
-stoker, noch de machinist dacht er aan de
vaart van den trein te verminderen. De weg
was vrij en ze hadden vertraging, dus rijden,
zoo hard ze konden. Plotseling, evenwel zagen
zü vlak voor ,zich de lichten van een trein,
waar ze achteraan reden. Het was de trein
ParüsNancy. Een seconde later had de ramp
zich voltrokken. De wagens van den Parüs
Nancy-expres waren van hout, de passagiers
waren schoolkinderen en eenvoudige menschen,
die van,Parüs naar huis terugkeerden.
Dé locomotief van den Straatsburg-expres
reed finaal door de drie achterste wagens van
den trein voor hem heen en kwam eerst tot
stilstand midden in den vierden wagen. 'sMor?
gens om drie uur had men al 150 dooden uit
de puinhoopen te voorsehün gehaald, allen uit
den Nancy-expres. Daar de wagens van den
Straatsburg-expres ’geheel uit staal gebouwd
waren, waren er hierin geen dooden te betreu
ren. Zelfs de locomotiëf was nagenoeg onbe
schadigd gebleven....
Büzonder eigenaardig was het spoorweg
ongeluk bü Gretna Green, waarbU niet minder
dan 5 treinen met elkaar in botsing kwamen.
In den ochtend van den 22sten Mei 1915 nader
de de trein LondenGlasgow het spoorwegsta-
tion van Gretna Green in Schotland. Kort te
voren had de personentrein Beattock-Carlisle
van zün komst melding gemaakt en daarom
had de man, die in den wachttoren -de wissels
verzet, snel twee goederentreinen op een zü-
spoor geleid om den weg voor den personen-
trein vrij te maken. Daar evenwel de expres-
trein den voorrang had, verzette hü den wissel
weer voor den personentrein, waardoor de ex
pres door kon rüden. Op dat moment naderde
echter geheel onverwachts een trein met
Schotsche soldaten. Daar de man vermoeid
was van den gehgelen nacht werken, dacht hü I
blükbaar niet meer goed na en maakte het
spoor, dat eigenlük voor dén personentrein
BeattockCarlisle bestemd was, voor den mi
litairen trein vrü.
Een ongeluk was onvermüdelük. De militaire
treii^a|£op den personentrein in en verniel
de ^w^^t’o!komen. Eerst toen kwafn bü tot
stafn. Intusschen naderde de Glasgow-expres
met zün twee locomotieven en hoewel de baan
wachter nog seinen gaf. was het al te laat. De
expres reed op den reeds Vernielden personen
trein in. de locomotieven ontspoorden en gre
pen de twee goederentreinen op het züspoor.
De twee locomotieven waren v -11
nield. Het ongeluk nam een nog grooteren om
vang aan, toen de slaapwagens van den expres
in brand vlogen en het vuur ook de andere
treinen aantastte. VUf treinen stonden toen in
lichter laaie. 227 menschen kwamen bü deze
k ramp om het leven, terwül er 250 «zwaar ge
wond werden....
Behalve deze drie geweldige ongelukken, zün
er in den loop der Jaren nog wel meer spoor
wegrampen gebeurd en het is wel merkwaardig,
dat Frankrük, wat dit betreft, een droevig
record slaat. Uit de statistieken van trein
rampen heeft men namelük geconcludeerd, dat
er in Frankrük de meeste en grootste ongeluk
ken gebeurd zün. wat waarschünlük toe te
schrijven is aan een verouderd spoorwegnet,
dat voor een groot gedeelte de moderne be-
■6
Door de vérstrekkende maatregelen, welke de
Amerikaansche en Engelsche douane hadden ge
nomen, om een bende juweelen-smokkel^rs op
het spoor te komen, is het thans gelukt een
van de meest geraffineerde smokkelaarsters
achter slot en grendel te zetten. Zü bediende
‘Steeds weer opnieuw vormt het woeste en
ontoegankelüke Himalaya-gebied aan de Noord
grens van Britsch-IndW een belangrük aan-
trekklngspunt voor de stoutmoedige bergbestü-
gers, die, met gevaar voor him eigen leven,
de groote moeilUkheden van de eeuwige Sneeuw
en üagebieden trachten te overwinnen. Nog
nooit is een mensch er in geslaagd, den top
van dit geweldige gebergte te bereiken, hoewel
daartoe reeds tallooze pogingen ondernomen
zün.
De eerste poging van dien aard werd in
1922 door een Engelsche expeditie onder lei
ding van G. Mallory, bekend als „de Colum
bus van de bergwereld" ondernomen. Het cen
trale kamp werd opgeslagen in het eenzame
bergklooster itongbuk, maar de Lama, in wiens
oogen het üzige vuur der gletschers brandde,
waarschuwde de bergbeklimmers. Hü sprak van
de „vüf sneeuwreuzen”, die in spelonken huis
den en over de rust der bergen waakten. Na
tuurlUk lachten de Engelschen hem uit. BUge-
loof, allemaal bijgeloof. De Lama liet nog een
tweede waarschuwing hooren: hü had ge
droomd, dat zeven menschen in de vuist van
den berggod omkwamen. Maar men luisterde
niet meer naar hem en zeventien man ver
trokken voor de laatste etappe. Slechts tien
kwamen er terug. De Lama had gel Uk gehad
en ook heden ten dage zou hü met zün waar
schuwingen nog gelük h^iberi.
Want, zooals de eerste expeditie, het zü door
een lawine, hetzü door een storm of door iets
anders mislukte, zoo zün ook alle andere on
dernemingen mislakt. Een zeer belangrijke Hi
malaya- bestüger, dien wü in dit verband niet
mogen vergeten te noemen, is de heer Visser,
die tezamen met zün vrouw, mevrouw Visser-
Hooft, tot drie maal toe getracht heeft deg
lang. Steeds sneller ging het en weldra had
hü de lengte van 2.52 M. bereikt. De man zelf
was 1.50 M. lang zoodat hü gedwongen was
steeds .met zün baard in de hand, door het
gansche land" te loopen, daar hü er anders
over gestruikeld was. Het spreekt vanzelf, dat
ook deze man ze^r aanlokkelüke aanbiedingen
van allerlei managers kreeg. Hü wilde er ech
ter niets van weten en bleef zün geheele le
ven lang gieter in een Uzerfabriek. Hü leefde,
tevreden als arbeider in zün dorp, en daar de
bewoners er aan gewend waren, ondervond hü
niet de minste onaangenaamheid. Alleen was
hü gedwongen in de fabriek, oift ongelukken te
voorkomen, zün baard om z’n lichaam te winden.
Wat het optreden van .Jiaarmenschen” be
treft. bestaat er natuurlük ook veel bedrog. Dat
bewüst de volgende geschiedenis, die zich inde
Egyptian-Hall te Londen, aan het einde der
vorige eeuw, afspeelde, een theater waar steeds
dergelüke abnormaliteiten werden tentoonge
steld, zooals de „grootste reuzen”, de .kleinste
dwergen", „tweelingkalveren”, .koeien met
vüf en zes pooten”, .zeemeerminnen” etc.
Nooit was de belangstelling van het publiek
zoo groot geweest als voor den „menschbeer”.
Men zag een completen beer, maar met een echt
menschengezicht, dat echter ook zeer behaard
was en. een wilde uitdrukking had. Om het ge
val voor het publiek Interessanter te maken
had men hem eenige kunstjes geleerd: hü kon
met mes en vork eten, als een mensch, op de
maat der muziek trommel slaan, een kaartje
laatste kunst
jes men ook reeds bü zoogenaamde „geleerde
honden” had kunnen zien. Toen de belangstelt
ling van het publiek ietwat dreigde te vermin
deren zocht de eigenaar van den .Menschbeer”
naar een nieuwe attractie en op een goeden
dag. toen hü meende de groote sensatie te
hebben gevonden, liet hü bekend maken, dat
de beer voortaan ook in iedere voorstelling
fluit zou spelen. De avond na deze mededeellng
was de belangstelling van 4e züde van het pu
bliek weer zoo groot, dat de zaal de massa
nauwelüks kon bevatten. De manager was over
gelukkig: hü had juist in een voortreffelük
mengsel van Duitsch en Èngelsch zün groote
toespraak gehouden over de afstamming van
dezen interessanten bastaard uit de Hongaar-
sche wouden, die tevens werden bewoond door
woeste zigeunerstammen: de beer had zün ge
wone kunstjes „programmaessig” vertoond en
zou nu tot slot het sensatienumm^r, 't concert
op de fluit, geven. Hü speelde fluit als de en
geltjes in den hemel, die op de wolken wosden
4
i
I*
-
Ré