JEUGD EN LIEFDE IN DEN SNELTREIN DEN DOOD TEGEMOET Het graf boven de wolken M CURIOSITEITEN G holde. I d| DE HIMALAYA BLIJFT ONOVERWONNEN SPOORWEGONGELUKKEN DIE DRAMA ’S WAREN .«2 Juweelen haaf oogholte in V KORT VERHAAL tot b- Nog nooit» bereikte iemand den t<?p In den loop der jaren werden hon derden portonen het slacht offer van plichtverzuim en desorganisatie Geweldige ijsblokken in het Himalaya-gebergte berokkenen den expedities groot» moeilijkheden vor als Frankrijk heeft een slechte reputatie Baardmentchen en andere varië teiten hadden steedt veel belangstelling s De ratel; een tik van de schel. In Tb t o v (Foto ,JMe Umschau") leggen. en 4omlno-spelen, welke <8 II En ratele dat-le ken.... zoo naar nog WOl een bioscoop geweest?, Ja, daar t baar en liefde. Doe daar maar eens een de en trok m< der aarde, hem. Toen - .-'- A:. Dit tan i overb Mande de co grerir uoodii regeer De meeili betrek eche een n langhi 14 uui Frans óert 1 De ging I medet ke let geluk! lijkhel land 1 bande Na zwicht woord overhi «eg van de Om beslui’ vanav door verspr De kende Vele nlgeer De Ceeld: -Het maatre henlan *eestar De «uren zei hjj ontroerd, toen hij haar gev v r‘nl en off. den mei niet wjji aan ove mai zijn ons As-je-me-nou!, zei Lies op een Zondag tot een andere vriendin en wees op Geertje en Jaap, die in het Vondelpark gearmd liepen te wandelen. Op die Geert kan je ook niet ap an! Zóó zeit ze, da ze ‘m niet wil en zóó loopt ze weer met *m. Nouw! Mot je nog peultjes, zeg? Och! Jeugd wat tegen! In verband met de groote spoorwegon gelukken in de Vereenlgde Staten is het zeker interessant over vroegere spoorweg- catastrophen het een en ander te verne men. De drie grootste spoorwegongelukken zijn nog steeds die bij Modane, Gretna Green en Lagny. was bijvoorbeeld ook die in Marokko, waarbij 55 soldaten van het Vreemdelingenlegioen om het leven kwamen, terwijl honderden gewond werden. Een trein /het 32 wagons was in een afgrond gestort. Dat tenslotte nog iemand uit de puinhoopen te voorschijn gekomen is, mag een wonder heeten. Door steeds maar langs de ■poorljjn te lootten, kilometers ter door de -o - ze van zijn vervanger. Welken kant?, vroeg ze aenuwachtig. Plan Zuid. Op een vrijen middag doorkruiste Geertje dit nieuwe gedeelte van Amsterdam. Het geluid van den ratel duldde haar de straat aan, waar zij Jaap kón vinden. Op den hoek moest ze even blijven staan: ze duizelde. Nee, nee, dit niet, hijgde ze. O! Jaap! HU sprak met een dienstmeisje en maakte grapjes met haar.... zich van eigenaardige middelen, om baar kost bare waar over alle grenzen heen te werken. Hgt was een Jongedame, die twee jaar geleden eenjauto-ongeval kreeg, waarbij zij een oog ver loor. Het eene oog werd geheel verwijderd. Het kunstoog werd zoo goed nagemaakt, dat men nauwelijks kon zien, dat de mooie jongedame maar één oog bezat. Een Engelsche juweelen- smokkelaar"leerde het meisje kennen en werd opmerkzaam op de mogelijkheden,"die het kunst- oog van de jongedame voor hém Fnhleld Twee, foto’s, die herinneringen opwekken aan het ontzettend treinongeluk, dat met Kerstmis 1933 bij -Lagny (Frankrijk) gebeurde moest komen en op den vastgestelden dag hield ze de ooren bijzonder gespitst. Telkens stond ze weer op den ultkUk, zoodat de overburen tot elkaar zeiden: De meid van mevrouw Sprengen verwacht zeker iemand: ze hangt leder oogenblik uit het venster. Geertje rende als een bezetene. Ja, daar was hjj weer. Haar gezicht werd vuur. Ze lachte. HU gaf haar een knipoogje. Heb Je der over gedacht, zus? Wanneer ga je nou eris mè me uit? Je vemachelt me, giebelde ze. Je hèbt toch zeker al wel 'n meissie? Haar hart klopte onrustig, terwUl ze op zUn antwoord wachtte. Ik *'n meissie? Ben Je mal, meld! Dan zou ik jou toch niet vragen. HU gaf haar een kneepje in de wang. Lieverd! Dag, schat! Geertje lachte luid en verlegen. Oh! oh! Ze keek hem na. Hoe handig schudde hU <ft bakken in de kar leeg. Tabbé!, wenkte hU met zUn hand. Dèègl. riep ze. Toen dacht ze: Vrijdag zal ik hem zeggen, dat ik met hem uitga. Het was Zondag. Geertje wachtte op de afgesproken plaats. Daar was-ie! Net een heer, vond ze. Je zou niet zeggen, dat hü 'n vuilnisman ia. schUnt er slag van te hebben, meisjes voor den mal té houden. Ga je Zondag....? f Een bioscoopje mè me hale*?, onderbrak ze hem spottend. Ja.... wil Je dat? Dank je! Geert Pante laat zich geen twee keer er tusschen jaemen. Ze ging door, rechtop, met een stevlgen stan, tevreden, dat zU hem dit had kunnen zeggen en trfomfantelUk omdat hU haar toch weer gevraagd had. Sindsdien was het lawaai van den ratel weer muziek voor Geertje, want Jaap scheen echt Jaap had een andere wUk gevraagd, hoorde ...heusch verliefd op haar te zün en dit vond ze verrukkelUk. HU nam een arts in vertrouwen, die door bü- zondere behandeling in staat was de oogholte geheel ongevoelig te maken voor druk en pü- oen. Op die manier was men in staat in de oog holte een aantal diamanten te bergen. Per vliegtuig reisde de jongedame met haar smokkelwaar heen en weer. Door verraad en door inlichtingen van een agent werd de poli tie op de jonge vrouw opmerkzaam gemaakt, nen met uitermate lange baarden. Reeds lang waarna men begon met haar gangen na te gaan. Toen zij weer eens in Croydon kwam, gelastte men in het douanekantoor een oogarts de oogen van het meisje te onderzoeken cn spoedig ont dekte men de ongewone schatkamer van het meisje met het kunstoog! En hü dacht: Ik zie haar liever met haar witten boezelaar voor. Nu is ze net *n boei in. Hóe heet je?, vroeg hU haar de hand gevend. Geert.en JU? Jaap.... Jaap Brients.... Willen we ’n Kalverstraatje maken en zoo wat op den Nieü- wendijk wandelen?, stelde hü voor. Ja, stemde ze in. Even liepen ze als vreemden naast elkaar voort. Toen nam Geertje schuchter zün arm s woestUn. konden enkele lichtgewonden eindelijk een station bereiken, waar ze hulp konden vra gen. Achtenveertig uur na de catastrophe haaf- de men nog steeds levenden uit de puinhoo- pen. Ook buiten Frankrijk of Fransch grondge bied hebben vreeselijke treinrampen de wereld opgeschrikt. Zoo reden in 1926, den 25sten Mei. tn het Óostelijk station van München twee treinen op elkaar. waarbU 27 dooden te betreu ren waren. Een jaar later in Augustus 1927 stortte de tandradbaan bij Chamonix naar beneden, waarbij 21 personen om het leven kwamen. Niet minder erg was in 1928 het ongeluk van den Simplon-expresc waarbij 34 menschen on der de puinhoopen bedolven werden. Een groot aantal menschen kwam om het leven bij de treinramp tusschen Kaïro-Alexandrië, welke in 1931 plaats vond; 61 dooden waren er te be treuren. Hiermee is het aantal ongelukken en rampen nog lang niet uitgeput, maar er blijkt toch wel uit. hoe bijzonder nauwkeurig de loop der treinen geregeld moet zijn en met hoeveel zorg de wegen, bruggen en overgangen, waar de treinen zich langs bewegen, voortdurend ge controleerd moeten worden. Gebeurde dtr niet, dan zou het aantal rampen nog veel grooter zijn. Het buitenland kan aan de organisatie van de Nederlandsche Spoorwegen wel een voor beeld nemen. land tot land om zich als natuurwonder te la ten aanschouwen. Haar huid was doorzichtig, terwijl haar baard en hoofdhaar donkerzwart en als zijde zoo zacht waren. Anny was een temperamentvol meisje met een heldere stem, die in haar gesprekken blijk gaf -van groote belezenheid en beschaving. Het spreekt van zelf, dat zü concurrenten had, vooral van man- voortgedreven.Maar wat was er? Was de sluwe manager toch te ver gegaan, of speelde de .Menschbeer” te mooi? In ieder geval bleef het verwachte applaus uit en twijfel ónder het publiek was er voor in de plaats gekomen. Eerst werd er gemompeld, daarna uitte de vol le zaal luid haar ontevredenheid, en verlangde tenslotte eenparig de oplossing van het raad sel. Intusschen waren eenige pootige kerels op. de Buehne gesprongen en hadden zelfs op ge- valr af, door den „beer” in stukken gereten te worden, Jiet ondier gegrepen, om op deze wijze te onderzoeken of zjj met een echt bruintje te doen haddéh. De spanning was ten top geste gen, toqn de directeur, die de wanhoop reeds nabij was, op een trom een geweldigen roffel sloeg, die hjj plotseling afbrak, en van het oogenblik van stilte, dat vólgde, gebruik maak te, om een korte toespraak te houden: „Mijne dames en heeren. Ik weet zelf, dat het allémaal een groote zwendel is, maar u moet toch be grijpen, dat ook wij moeten leven. Vergeef ons dus, dat wjj u op deze wijze hebben willen be dotten.” Deze eerlijke bekentenis miste haar uitwerking niet. Het publiek was volkomen be vredigd, lachte en applaudisseerde en nog maandenlang blies de beer in Londen op zijn fluit, alsof er niets gebeurd was, en eiken avond was de zaal stampvol. De wereld wil bedrogen worden (Nadruk verboden). Zé bleef even wachten tot de bak geledigd was, om dezen weer mee naar boven te nemen. Zoo, zus knipoogde de vuilnisman— Wa bén jij ’n aardige meid! Ga je eris mè me uit, zeg? Geertje's blozend gezicht stond weldra in fei len gloed. Ze‘stak haar neus nog wat hooger de lucht in en lachte, haar mond met de blan ke, regelmatige tanden wijd open. aii>Och! Jij!, schaterde ze, een beweging met volkomenVer- haar elleboog makend. Toe, méld, ga 'n keer 'n bioscoopje mè me halen, dwong hij glimlachend. As.... as je geen vullisman was!, plaagde ze en rende de trap op. Hij keek haar vluchtig na. Wat 'n aardige meid en wat 'n frisch en bü-de-hand gezicht! Geertje hernam haar werk. Een heerlijk ge voel doortintelde haar. Ze kon een vrijer krij gen. Er was een jongen, die met haar, Geert Pante, wou uitgaan. Dien dag zong Geertje het hoogste lied tot uns!, de ratel!, schrok Geertje op ed liep vlug naar het smalle terrasje voor den vuilnisbak, waarmee ze naar beneden Den Zondag daarop zag zij hem met die andere op den Nieuwendük. Zij gingen een bioscoop in. Moedeloos slenterde Geertje naar huis. Er braken mpeilijke dagen voor haar aan. In haar hart was iets gestorven. Het leven drukte haar en langzamerhand week de frissche kleur van haar wangen. Noch de kruideniersjongen, noch de slagersknecht wist door een grapje een glim lach om haar lippen te voorschijn te brengen. .Op een morgen was Jaap weer in de straat, en voelde zich gelukkig, omdat hij dit gewillig Jij!, riep ze verward. Ben je ziek, meid?, schrok hij. Waar is je kleur? Heb je soms de griep? Het ga je geen snars aan, bitste ze en ze haastte zich naar boven. Dien avond wachtte Jaap haar op. HU be greep, waarom zU er zoo slecht uitzag. ZUn geweten knaagde. Ze wis toch een lieve meid. Ze had hem heelemaal niet, zooals die andere, gevraagd naar een bioscoop of een lunchroom te gaan. Geert... zag. weinig houvast biedt, massa te groot wordt, neden stuift. Vooral „Kleine oorzaken, gri afgaan van een schot, waarbU zich een lucht trilling voordoet, kan reeds de oorzaak van een lawine zün. Over het algemeen tracht men <H lawines Zooveel mogelijk tegen te gaan, büvoor- beeld door het zetten van palen en muren, maar dat kan men van een expeditie die de Hi malaya bestijgt, werkelUk nlefc verwachten. De moeilijkheden, die zich hierbij voordoen, zijn werkelUk al groot genoeg. Men beperkt zich hierbU dan ook tot een uit stekende uitrusting. In de ‘eerste plaats richt men verschillende kampen in, die genisnmerd worden en van waaruit men een volgende etappe aflegt. NatuurlUk doen de radio en de telefoon daarbij goede diensten daar men op deze wü® steeds met het achterland in verbinding bUjf- Ook is het op grootere hoogte van de grootste waarde, een telefoonverbinding met het lager gelegen land te hebben, daar het dan mogeUJt is binnen den kortst mogelüken tijd te weten, wat zich daar afspeelt, wanneer het waarnemen van signalen door slecht weer ónmogelijk toeliet. Jaap vertelde over zijn werk. Geertje lachte bij elk grapje, dat hU maakte. HU dischte haar de ónmogelijkste verhalen op. HU vond er pret in haar dit alles wUs te maken, omdat ze hem gelóófde en hü in haar oog een persoonlükheid werd, tegen wlen de halve stad scheen op te zien. Dién heerlijken dag zou Geertje nooit verge ten. ’s Morgens deelde ze haar geluk aan haar vriendin mede. En ben je naar vroeg Lies. Nee, Jaap vond het leuker op straat. We hebben zoo echt gezellig gewandeld. X Was reuze prettig! En ook niet in een lunchroom geweest? Zoo, maar op 'n droogje den heelen avond? Voor mU most-ie 't niet doen. Nou, teg! JU mag 'm'hebben, hoor! MU *n biet! Ook 'n gulle, jó! Geertje antwoordde niet ZU was gelukkig. Over een paar uur zag ze Jaap weer. Driemaal in de week werden de vuilnisbakken ^pgehaald. Doch dezen keer keek ze vruchteloos naar hem uit. -w -rog nooit is men er in geslaagd den Mount Everest tot den top te beklim men en ook de Dultsche Nanga- Parbat-expeditie, die een hoogte van 8000 meter bereikt had, heeft den tocht moeten opgeven. Over de moeilUkheden, waarmee alle expedities te kampen hebben, volgen in onderstaand artikel aardige bUzonder- heden. plaatje.... hard.... Geertje's leven scheen opeens vroolUker, zon niger te zUn geworden. Met nog meer Uver werkte ze, boende en wreef. Met teederen blik keek ze naar den vuilnisbak, de aanleiding van haar kennismaking. Ze telde de uren, dat hü weer lai einfielUk mevrouw Sprengen, bü wie ze als dag meisje diende, zei: Geertje, houd nu eens op met je zingen; ik hoor niets van de radio. -- -- -- 's Avonds mopperde Geertje veiligingstoestellen mist. Een vreeselüke ramp vriendin: Die rijke mense denken maar altüd aan hun eigenzelvers. Als ik nouw zingen wil, omda.... omda.... nou. Ja, hU mU gevraagd heb.... Toen glunderde ze weer. 't Is nog 'n jonge, en die blauwe kiel staat 'm zoo écht en die zwarte pet mè da koperen Ga maar naar die andere, beet se. JU I worden is. Ook is het nog altüd een probleem, hoe boog 1 een mensch kan klimmen zonder gebruik te ma ken van een zuurstof-apparaat. Want structie van een zuurstof-apparaat, dat licht genoeg is om te kunnen dragen en dat toch vol doende capaciteit heeft, biedt groote moeiW*' heden. De voorstanders van het gebruik van a» apparaat zeggen, dat het beter is, op betrekke-- lijk geringe hoogte, bUvoorbeeld op 7000 Meter, te beginnen met zuurstof-apparaten te gebrul- ken. ZU meenen, dat een mensch op grooter hoogte niet meer kan acclimatiseeren omdat zijn conditie dan snel achteruit gaat. De tegenstan ders daarentegen zeggen, dat dan een ónmoge lijk groote voorraad zuurstof gebruikt zou moet® worden en wijzen voorts op het gevaar, dat een bergbeklimmer loopt, wanneer het toestel bij n klimmen van hem af valt. De bergbestügrm meenen, dat hun conditie steeds beter wor” hoe hooger zU komen, als men dan maar n te lang op die hoogte blUft- Hoe het ook zU. nog steeds verheft de 0 Everest zUn 8800 Meter hoogen top vol trots in wolken en het zal wel jaren duren, alvorens expeditie er in slaagt, dezen top bereiken -” top van den* Mount Everest te bereiken, maar die ook tot driemaal toe gedwongen werd, het- zU door een lawine, hetzU door slecht weer, den terugtocht te aanvaarden. En van hem ipogen we toch zeker wel zeggen, dat hU erva ring had. Ook de Nieuwe Wereld toonde belangstellüg voor dit onneembare gebergte, dat zUn toppen tot 8000 meter en nog wel hooger verheft. Het was de Amerikaan Wilson, die in 1934 een poging waagde. Men weigerde hem echter de toestemming hiertoe. Desondanks zette hij door en verliet als priester gekleed, in gezel schap van drie dragers, de stad Darjeeling aan den voet van de Himalaya. Rongbuk had hjj spoedig bereikt en reeds enkele dagen later was hij in kamp III van de Mallory-expeditie aan gekomen. Toen weigerden de dragers echter verder te gaan. HU liet zich niét ontmoedigen ^jerziel alleen naar de hoogste punt Een maand lang wachtte men op keerde de expeditie half verhongpd terug zonder Wilson. Ook zUn reeds herhaalde malen Duitsche ex pedities er op uitgetrokken, om den Mount Eve rest te veroveren, maar alle met hetzelfde treurige resultaat ZU zUn of in de sneeuwstor. men en lawines omgekomen, of hebben zich' moeten terugtrekken, zooals het ook met de laatste Nanga-Parbat-expedltfe hét geval ge weest is. 8000 meter is dè grootste hoogte, die tot nu, toe bereikt is. Uit al deze voorbeelden, welke nog met tien tallen andere aan te vullen zouden zijn, kan men begrUpen, hoe buitengewoon moeilUk de bestUging van een dergelUk gebergte is en welke voorbereidingen men eerst moet treffen, om zelfs maar een gedeeltelUke bestUging mogelijk te maken! We kunnen ons ternauwernood voor stellen, dat een expeditie die reeds een hoogte van 8000 meter bereikt heeft, er niet in slagen kan de laatste 800 meter naar den top af te leggen. En toch schijnen ook hier de laatste loodjes het zwaarste te wegen, want de onder nemingen van de laatste jaren hebben wel alk den top tot op een afstand van 800 meter waar genomen, maar nooit, bereikt. Een van de grootste vUanden van een oerge- lUke expeditie is de lawine, waardoor ook deze expeditie de verdere beklimming heeft moeten staken. Zoo'n sneeuwstorting komt vooral in het voorjaar voor, als de sneeuw week wordt, zUn Jiechtlngsvermogen verliest en van de steile berghellingendaar beneden komt glUden Door het smeltwater is de rotsbodem glad geworden, het glijproces van de lawine wordt er door ver groot en nadat de lawine naar beneden is ge stort, blüft alleen de naakte rots over. Tech is deze soort lawine niet de gevaarlUkste, daar ztj ieder jaar in vru vaste banen naar beneden komt: Grilliger en gevaarlUker zUn de zg. stot en stulflawines. Deze komen hoofdzakelijk In den winter voor, voomamelUk na een xcude- periode, als de bevroren^ondergrond glad is en zoodat, zoodra de sneeuw de droge sneeuw naar be- hierbu geldt het gezegde oóte gevolgen", want het voor haar werd te Weenen de Amerikaan Adam Kerpfen uit Chicago vertoond, wiens baard een lengte had van tien voet. In 1847 werd®in het dorp Nonnenberg aan den RUn Josdhh ^Buellesbach geboren, die zich in het timmermansvak bekwaamde. Spoedig bleek het echter, dat het voor hem financieel gunstiger was, als hü in de café's zün twee meter langen bruinen baard aan de bezoekers toonde. Daar de man aan den drank was ver slaafd. hlrfd hü niets over van zUn ruime ont vangsten en zün einde was dan ook ellendig van armoede. Dikwüls had hü zich zoo te goed gedaan aan "den alcohol, dat de voormalige timmerman, die betrekkelük klein van gestalte was, bü het naar huis gaan over zün baard viel, wat hèrhaaldelük tot zielige straattoo- neeltjes aanleiding gaf. Bü een van deze gele genheden. toen hü weer gestruikeld was, vatte hü zulk een woede-op tegen zün baard, dat hü deze pardoes afknipte. Maar hiermede was ook meteen deze extravagante wüze van brood winning Verloren. Van een geheel ander gehalte was de Franschman Louis Goulon. Als twaalfjarige knaap moest hü. toen bü zün vriendjes nog geen spoor van haargroei in het gelaat te be speuren viel, zich reeds scheren. Twee jaar la ter was aan den groei van zün baard geen houden meer aan. Deze was toen reeds 30 c.M. lang. Steeds sneller ging het en weldra - annen met baarden oefenen van ouds her een groote aantrekkingskracht uit op de Jeugd. En naar gelang het ka rakter van den baard, heeft men resprtt voor den drager, of zal men hem in het ootje ne men. In kleine stadjes heeft altüd wel een van de meest geprononceerde baarddragers den bijnaam van „den baard", maar daarbü blüft het dan ook gewoonlük. Er zün echter ook lie den met dergelüke haardossen, die hiermede geld verdienen, en hierover willen wü hieronder iets vertellen: In de tweede helft van de vorige eeuw had het publiek groote belangstelling voor zooge naamde „abnormaliteiten", en velen onder ons zullen zich nog Iwrinneren, hoé in het wereld- circus Barnum and Baily in de zoogenaamde Sight-Show een groot aantal dergelüke abnor maliteiten werd vertoond. Men zag daar aller lei griezelige dingen, onder meer ‘sleepte het wereldcircus een „vrouw met den baard" me de. Deze vrouw droeg den artistennaam Esau- Lady, en zü bezat een baard, waarop vele mannen trotsch zouden geweest zün. Haar eigenlüke naam was Anny JonesElliot. Zü werd in 1865 te Marion in den staat Virginia geboren^- Jlaar ouders en haar zeven broers en zusters vertoonden geen enkel spoor van dezen büzonderen haargroei. Anny kwam reeds met lang hoofdhaar en een klein snorretje ter we reld. Toen haar moeder dit bemerkte, begon zü luid te weenen. Haar verdriet werd echter spoedig verzacht toen zjl bemerkte, dat haar dochter, door haar buitenSporigen haargroei 'n bron van inkomsten werd voor haar gezin, dat zich tot nu toe maar zeer armoedig door het leven had moeten slaan. Alle eigenaren van abnormaliteiten-shows vochten er om, de „vrouw met den baard” te kunnen engageeren, en Esau-Lady trok van stad tot stad en van Men schreef den 12den December 1917. Het is nacht. Ongeveer 1200 Fransche soldaten wach ten in het kleine stationnetje van Modane aan de Pransch-Italiaansche grens. Na den bloedigen slag aan de Piave hebben ze verlof gekregen om met Kerstmis naar huis te gaan en ze wachten nu op den trein, die hen naar vrouw en kinderen brengen zal. Wanneer ze allen een plaatsje gevonden hebben is de trein stampvol. Ongeduldig zitten ze t? wachten, tot de trein vertrekt. Wat is er echter gebeurd? De machinist van den trein staat opgewonden met den stations chef te praten: „We kunnen zoo niet weg gaan. De trein is veel te vol en we loopen gevaar, dat de remmen niet werken, wanneer We straks den berg afrüden!” Tevergeefs tracht hü ook eenige officieren er van te overtuigen, den trein niet te laten vertrekken. Maar niengjnd wil naar zün waarschuwing luisteren. De sol daten gaan zich ook met het geval bemoeien: „Vooruit, we willen naar huis. Je bent een laf aard, maar geen Franschman! Vooruit!” Elndelük dan vertrekt de trein. Nog één keer tracht de machinist de officieren van het ge baar te overtuigen, maar al zün woorden zün tevergeefsch. Hü haalt de stang overeen stoo- mend en puffend rüdt de zware trein het station uit. Wat er nu gaat gebeuren, had de machi nist voorspeld. De remmen loopen warm, von ken spatten naar alle kanten en wanneer de trein in een duizelingwekkende vaart naar be neden rüdt, langs een stellen afgrond, waar on- derlangs een rivier bruist, dan werken de rem men niet meer. Alles, wat de machinist nog tracht te doen, om het ongeluk te voorkomen, is tevergeefsch. De trein, ten doode opgeschre ven, rüdt verder in razende vaart. De spatten- - de vonken hebben het hout aangetast en een heftige brand breekt uit. Als een schitterende komeet raast de trein, die nu geheel in brand staat, op het station van St. Michel toe. De soldaten, in doodsangst slaan op de houten wanden; sommigen slagen er in, door het ven ster in de rivjer te springen, maar slechts wei nigen kunnen aan den dood ontkomen. Na een scherpe bocht nadert een houten brug, die nu ook door den brandenden trein aangetast wordt •n in elkaar, stort. De brug en de trein stor- ten in den bruisenden bergstroom. Het aantal soldaten, die destijds verongelukten, staat niet vast. Men spreekt van 543 dooden en 243 ge wonden, maar met sekerheid is dit niet te zeg gen. In ieder geval was het een vreeselüke ramp. Een ander ontzettend spoorwegongeluk was de ramp bü Lagny, eveneens in Frankrük. Het was Kerstmis 1933. De sneltrein Parüs—Straats burg had een uur vertssging. Een dichte, yzigc nevel hing over het landschap, maar noch de -stoker, noch de machinist dacht er aan de vaart van den trein te verminderen. De weg was vrij en ze hadden vertraging, dus rijden, zoo hard ze konden. Plotseling, evenwel zagen zü vlak voor ,zich de lichten van een trein, waar ze achteraan reden. Het was de trein ParüsNancy. Een seconde later had de ramp zich voltrokken. De wagens van den Parüs Nancy-expres waren van hout, de passagiers waren schoolkinderen en eenvoudige menschen, die van,Parüs naar huis terugkeerden. Dé locomotief van den Straatsburg-expres reed finaal door de drie achterste wagens van den trein voor hem heen en kwam eerst tot stilstand midden in den vierden wagen. 'sMor? gens om drie uur had men al 150 dooden uit de puinhoopen te voorsehün gehaald, allen uit den Nancy-expres. Daar de wagens van den Straatsburg-expres ’geheel uit staal gebouwd waren, waren er hierin geen dooden te betreu ren. Zelfs de locomotiëf was nagenoeg onbe schadigd gebleven.... Büzonder eigenaardig was het spoorweg ongeluk bü Gretna Green, waarbU niet minder dan 5 treinen met elkaar in botsing kwamen. In den ochtend van den 22sten Mei 1915 nader de de trein LondenGlasgow het spoorwegsta- tion van Gretna Green in Schotland. Kort te voren had de personentrein Beattock-Carlisle van zün komst melding gemaakt en daarom had de man, die in den wachttoren -de wissels verzet, snel twee goederentreinen op een zü- spoor geleid om den weg voor den personen- trein vrij te maken. Daar evenwel de expres- trein den voorrang had, verzette hü den wissel weer voor den personentrein, waardoor de ex pres door kon rüden. Op dat moment naderde echter geheel onverwachts een trein met Schotsche soldaten. Daar de man vermoeid was van den gehgelen nacht werken, dacht hü I blükbaar niet meer goed na en maakte het spoor, dat eigenlük voor dén personentrein BeattockCarlisle bestemd was, voor den mi litairen trein vrü. Een ongeluk was onvermüdelük. De militaire treii^a|£op den personentrein in en verniel de ^w^^t’o!komen. Eerst toen kwafn bü tot stafn. Intusschen naderde de Glasgow-expres met zün twee locomotieven en hoewel de baan wachter nog seinen gaf. was het al te laat. De expres reed op den reeds Vernielden personen trein in. de locomotieven ontspoorden en gre pen de twee goederentreinen op het züspoor. De twee locomotieven waren v -11 nield. Het ongeluk nam een nog grooteren om vang aan, toen de slaapwagens van den expres in brand vlogen en het vuur ook de andere treinen aantastte. VUf treinen stonden toen in lichter laaie. 227 menschen kwamen bü deze k ramp om het leven, terwül er 250 «zwaar ge wond werden.... Behalve deze drie geweldige ongelukken, zün er in den loop der Jaren nog wel meer spoor wegrampen gebeurd en het is wel merkwaardig, dat Frankrük, wat dit betreft, een droevig record slaat. Uit de statistieken van trein rampen heeft men namelük geconcludeerd, dat er in Frankrük de meeste en grootste ongeluk ken gebeurd zün. wat waarschünlük toe te schrijven is aan een verouderd spoorwegnet, dat voor een groot gedeelte de moderne be- ■6 Door de vérstrekkende maatregelen, welke de Amerikaansche en Engelsche douane hadden ge nomen, om een bende juweelen-smokkel^rs op het spoor te komen, is het thans gelukt een van de meest geraffineerde smokkelaarsters achter slot en grendel te zetten. Zü bediende ‘Steeds weer opnieuw vormt het woeste en ontoegankelüke Himalaya-gebied aan de Noord grens van Britsch-IndW een belangrük aan- trekklngspunt voor de stoutmoedige bergbestü- gers, die, met gevaar voor him eigen leven, de groote moeilUkheden van de eeuwige Sneeuw en üagebieden trachten te overwinnen. Nog nooit is een mensch er in geslaagd, den top van dit geweldige gebergte te bereiken, hoewel daartoe reeds tallooze pogingen ondernomen zün. De eerste poging van dien aard werd in 1922 door een Engelsche expeditie onder lei ding van G. Mallory, bekend als „de Colum bus van de bergwereld" ondernomen. Het cen trale kamp werd opgeslagen in het eenzame bergklooster itongbuk, maar de Lama, in wiens oogen het üzige vuur der gletschers brandde, waarschuwde de bergbeklimmers. Hü sprak van de „vüf sneeuwreuzen”, die in spelonken huis den en over de rust der bergen waakten. Na tuurlUk lachten de Engelschen hem uit. BUge- loof, allemaal bijgeloof. De Lama liet nog een tweede waarschuwing hooren: hü had ge droomd, dat zeven menschen in de vuist van den berggod omkwamen. Maar men luisterde niet meer naar hem en zeventien man ver trokken voor de laatste etappe. Slechts tien kwamen er terug. De Lama had gel Uk gehad en ook heden ten dage zou hü met zün waar schuwingen nog gelük h^iberi. Want, zooals de eerste expeditie, het zü door een lawine, hetzü door een storm of door iets anders mislukte, zoo zün ook alle andere on dernemingen mislakt. Een zeer belangrijke Hi malaya- bestüger, dien wü in dit verband niet mogen vergeten te noemen, is de heer Visser, die tezamen met zün vrouw, mevrouw Visser- Hooft, tot drie maal toe getracht heeft deg lang. Steeds sneller ging het en weldra had hü de lengte van 2.52 M. bereikt. De man zelf was 1.50 M. lang zoodat hü gedwongen was steeds .met zün baard in de hand, door het gansche land" te loopen, daar hü er anders over gestruikeld was. Het spreekt vanzelf, dat ook deze man ze^r aanlokkelüke aanbiedingen van allerlei managers kreeg. Hü wilde er ech ter niets van weten en bleef zün geheele le ven lang gieter in een Uzerfabriek. Hü leefde, tevreden als arbeider in zün dorp, en daar de bewoners er aan gewend waren, ondervond hü niet de minste onaangenaamheid. Alleen was hü gedwongen in de fabriek, oift ongelukken te voorkomen, zün baard om z’n lichaam te winden. Wat het optreden van .Jiaarmenschen” be treft. bestaat er natuurlük ook veel bedrog. Dat bewüst de volgende geschiedenis, die zich inde Egyptian-Hall te Londen, aan het einde der vorige eeuw, afspeelde, een theater waar steeds dergelüke abnormaliteiten werden tentoonge steld, zooals de „grootste reuzen”, de .kleinste dwergen", „tweelingkalveren”, .koeien met vüf en zes pooten”, .zeemeerminnen” etc. Nooit was de belangstelling van het publiek zoo groot geweest als voor den „menschbeer”. Men zag een completen beer, maar met een echt menschengezicht, dat echter ook zeer behaard was en. een wilde uitdrukking had. Om het ge val voor het publiek Interessanter te maken had men hem eenige kunstjes geleerd: hü kon met mes en vork eten, als een mensch, op de maat der muziek trommel slaan, een kaartje laatste kunst jes men ook reeds bü zoogenaamde „geleerde honden” had kunnen zien. Toen de belangstelt ling van het publiek ietwat dreigde te vermin deren zocht de eigenaar van den .Menschbeer” naar een nieuwe attractie en op een goeden dag. toen hü meende de groote sensatie te hebben gevonden, liet hü bekend maken, dat de beer voortaan ook in iedere voorstelling fluit zou spelen. De avond na deze mededeellng was de belangstelling van 4e züde van het pu bliek weer zoo groot, dat de zaal de massa nauwelüks kon bevatten. De manager was over gelukkig: hü had juist in een voortreffelük mengsel van Duitsch en Èngelsch zün groote toespraak gehouden over de afstamming van dezen interessanten bastaard uit de Hongaar- sche wouden, die tevens werden bewoond door woeste zigeunerstammen: de beer had zün ge wone kunstjes „programmaessig” vertoond en zou nu tot slot het sensatienumm^r, 't concert op de fluit, geven. Hü speelde fluit als de en geltjes in den hemel, die op de wolken wosden 4 i I* - Ré

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 24