Tusschen school
tKctu&faal
den dag
aan
De avonturen van een verkeersagentje
alle abonné’s f 750:- F 750.- zzzrzz F 250.-
9
leven
en
Aansluitings
problemen
F»
DONDERDAG 22 SEPTEMBER 1938
De inspiratie
Kalm beleid
Beate weet,
wat ze wil
Trappistenabdij te
Zundert
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN JWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
(Van onzen parlementairen redacteur)
Is hij jalowrscM
in
gevat.
op een stoel
neergezonken
en
heelemaal
o
don
I
leven bedorven. Maar je hadt niet met Ines mo
gen spreken.”
Als i
En u
De versterkte spanningen, waaraan de laat
ste weken en dagen Europa is blootgesteld, wor
den natuurlijk ook in Nederland met aandacht
gevolgd. En het is verblijdend, zoo schrijft het
Hfcndels^ad, dat de gemiddelde Nederlandei
daarbij terSïht ifth rust en kalmte bewaart.
de luid c_. wwuJüo
begreep zijn vriend niet.
niet zonder behoorlijke geldmiddelen zal laten
vertrekken."
Egon viel hem in de réde.
„Ik ben twee maanden bjj je geweest en om
dat Je er op stond, heb ik in dien tijd zeshon
derd pesos salaris van Je gekregen.”
„Die heb je eerlijk verdiend.”
Uk heb dus geld. Mijn eenlg verzoek is: geef
me een paard, dan kan ik wegrijden!”
„Oa naar Santa Fé en wacht daar op bericht
van mij. Ik denk, dat Don Georglo morgen al
val Irnman
Eindeloos
destijds met
gevlogen. Nu
een uit het
streden twee
schuldbewijzen
hut.
Maar beneden gekomen, zag de goede man, dat het heele-
maal geen snoek of andere visch was, die had getrokken. HU
zag Keesie en den matroos en keek vol schrik naar het tweetal.
«Ja, baas,” aeidé het verkeersagentje, „wie niet hoeven wil.
moet maar voelen, we hebben je tot tweemaal gewaarschuwd."
volgd door
ambtenaar
Verschrikt keek de hengelaar naar Keesie. HU dacht niet,
dat er ook een verkeersagent onder water was. „Zoo, zoo,” zeide
de agent, ernstig naar den vlsscher kUkende, „laat nu maar
de vlaschen. die ge gevangen hebt, weer vrij en dan mag JU
ookweer naar boven en wat gauw, anders verdrink je nog.”
en werk-leer-plicht voor de 14- tot
18-jarigen vormt een alleszins aan-
trekkelijken overgang tusschen de
schooljaren en jaren van den arbeidsdienst.
In de schooljaren, de jaren der elemen
taire opvoeding, wordt het kind, wanneer
hét buiten den huiseljjken kring in de bui
tenwereld, in de gemeenschap treedt, vrij
wel geheel door die gemeenschap, die zich
in de school belichaamt, aan de hand ge
leid. In een werk-leer-plicht staat de pu
bescent wel een d&l van den dag in het
volle bedrijfsleven, maar hij krijgt de
andere helft van zijn tijd toch een steun in
den rug in de cursussen, die hij volgt. Er
is nog steeds een arm, die hém geregeld -
pen om meteen maar te zwemmen,
bovendien blijft hij vast verbonden aan
zijn gezin, hij hoeft naar geen kamp. Slaagt
hij er dan na zijn achttiende jaar niet in,
een gehéél zelfstandige plaats in het be
drijfsleven te veroveren, dan loopt fiij wel
niet lederen dag meer aan 'den leiband,
maar hij kan toch op gezette tijden drie
maanden bijvoorbeeld ieder jaar tot zijn
24- of 25ste jaar toe plaats vinden in een
werkkamp, waar hij de oude waarden van
zijn handen en van zijn geest weer eens óp
kan halen.
Dét is op voeden. Geen systeemloos: eerst
vast in de hand, dan zes jaar loslaten en
dan weer opvangen. Dat is handelen over
eenkomstig het doel van alle opvoeding',
langzaamaan tot zelfstandigheid geleiden,
stap voor stap terugtrekken, niet met ruk
kend vieren en halen.
Een wetgeving, die in grooten stijl de
leiding van het arbeiders-klnd van de
school tot het volle leven van den werkman
wil regelen, moet een organische aaneen
sluiting van leerplicht, werkleerplicht en
arbeidsdienst nastreven. Een dergelijk
sociaal-legislatlef werkstuk zou onverdeel-
den bijval verdienen.
pilch ting eenerzijds op te leggen aan het
bedrijfsleven om op de categorie der 14- tot
18-jarigen het twee-op-één stelsel toe te
passen en anderzijds op te leggen aan de
jongeren zelf om in den vrijen'tijd, die hun
ter beschikking komt, doordat zij maar
halven tijd mogen werken, eenvoudige ont-
wikkelings- of vakcursussen te volgen.
Langs dezen weg is het mogelUk alle jon
geren in de eerste vier jaren, dat zij volgens
de Arbeidswet mogen werken, ook inder
daad te laten ervaren wét arbeid in het
vrije bedrijfsleven is, wét het beteekent de
handen uit de mouwen te steken en aan te
pakken. Allen, want in de groep der 14- tot
l?-jarlpen is thans in den regel de kleinste
helft werkloos. Het twee-op-één-stelsel
brengt dus restloos allen aan den slag en
stelt bovendien allen in de gelegenheid zich
in eenige richting verder te bekwamen,
terwijl, volgens de berekeningen van dr.
Deelen, de kosten voor het Rijk niet meer
dan 5 6 mlllioen zullen bedragen.
„Ten eerste komt dit voort uit het feit
dat men de laatste jaren zoozeer aan cri
ses en dreigingen gewend is geraakt, zonder
dat het tot een ontplooiing van geweld
kwam, dat men niet meer direct het ergste
wil verwachten. Maar bovendien toont zich
opnieuw de beproefde vaderlandsche deugd
dei nuchtere beschouwing, welke maakt, dat
men er niet aan denkt zich van zün stuk
te laten brengen, voordat daar ook werkelijk
reden toe is.
Men hoeft verder geen ingewijde te zün
in de Haagsche departementale milieux,
om te begrUpen, dat ook de Nederlandsche
regeering den internationalen toestand
nauwkeurig volgt. Trouwens, iedere regee
ring. die, zooals deze, zich volledig van haa.”
pUcht bewust ia, zou hetzelfde doen.
Op het stuk van beveiliging is er voor de
Nederlandsche regeering tot dusver geen
aanleiding geweest, om eenlgerlel bUzondere
ma st regelen te treffen, anders dan een
meer effectieve en verscherpte bewapening
van alle grenzen. Dat is niet meer dan een
vanzelfsprekend staaltje van onzen plicht
tegenover onszelf.
Men heeft het echter niet noodlg geoor
deeld, tot andere maatregelen dan ver
scherpte paraatheid aan de grenzen over te
gaan. Geruchten over mobilisatie, welke,
naar ons blUkt, de ronde hebben gedaan,
MJn dan ook wU kunnen het niet met
genoeg nadruk verklaren ten eenenmale
uit de lucht gegrepen. Het reit, dat men.
vooral in de grensstreken, nu en dan een
groep soldaten ziet voorbümarcheeren, be
hoeft dan ook waarlUk niet als een bijzon-
der onrustwekkend teeken te worden op-
.Daar twUfel ik geen oogenblik aan,” luidde
het beleefde antwoord, jen t spüt me meer dan
ik u zeggen kan, maar ik vrees toch, dat u op
de terugkomst van m’n collega zult moeten
wachten. We kunnen echter IntiNschen uw ba
gage wel Inklaren bü de douane.”
In afwachting, dacht Nico! na over de situatie,
waarin hU zich bevond. HU kon geen enkele
fout ontdekken. De revolver zou geen enkele
aanwijzing geven, daar hU deze in de Ver. Sta
ten gekocht en in s’n zak gehad han. toen hü
in Engeland was gekomen. Vingerafdrukken
konden er niet op staan; hü had er zorg voor
gedragen, het wapen nooit met z*n blóote han
den aan te raken.
Na eenlgen tüd
verscheen er een
douane-beambte.
die hem de ge
bruikelijke
•Dat.heb ik niet gedaan de hemel weet,
dat ik dat niet heb gedaan!”
„Wil Je zoo goed zün, mü een verklaring te
geven?”
Aarzelend kwam het antwoord.
„Ik ben een lammeling, maar ik was gister
avond totaal vergeten, dat ik getrouwd ben."
„Dat wil zeggen, dat Je jezelf vergeten hebt.
Heb je in Duitschland een vrouw achterge
laten?”....
„Neen!”
.Maar....”
„Ze woont waarschUnlUk in Buenos Aires.
Weet ik veel, waar....”
GUnter begreep er hoe langer hoe minder
van.
„Heb Je haar meegebracht? En in Buenos
Aires achtergelaten? Je bent....”
„Neen! Ik ken haar eigenlUk
niet!”
„Wat beteekent dat? Ken je Je eigen vrouw
niet?”
„Ternauwernood! Minder dan ik Donja Ines
ken.”
.Air je wilt dat ik nog verder naar je luister,
spreek dan duidelUk!”
„Wees dan alsjeblieft bedaard; luister naar
me en val me niet In de rede. Ik ben geen
ploert, die gewetenloos handelt, al heb ik ook,
zonder mij ervan bewust te sUn. een krankzin
nige daad begaan.”
Günter ging zitten: „Vertel op.”
Egon verklaarde, wat er in Buenos Aires ge
beurd was en GUnter hoorde hem zwijgend aan;
toen stond hu op.
fy. p de wijze, waarop een nauwere
1 aansluiting tusschen leerplicht en
arbeidswet kan worden verkregen,
op de paedagogische en sociale voordeelen
van een uitbreiding van den leerplicht werd
reeds herhaaldelijk en van vele zijden ge
wezen. Doch ook ten aanzien van de wijze,
waarop men den jongeren van 14 tot 18
jaren, die wél mogen arbeiden, maar nog
niet in de termen van den arbeidsdienst
vallen, tegemoet kan komen, liggen concrete
en verdienstelijke voorstellen ter tafel. Dr.
H. Deelen, paedagogisch adviseur voor het
departement van Sociale Zaken, zette eenige
maanden geleden in ons blad uiteen hoe
men ten behoeve van deze jongeren tot een
werk-leer-plicht kan geraken een ver-
ichaël Nlcol, üverig Ud van een der re
ft/] volutlonnalre geheime genootschappen, was
eenige maanden geleden, door den Raad
van VUven van het Genootschap, aangewezen
om bet ex-lid Peter Skimpy uit den weg te
ruimen. Wekenlang had Nlcol door half Europa
gezworven, op soek naar Skimpy, zonder hem
te vinden, en nu trof hü hem onverwachts aan
op het vliegveld te Reading, op weg naar Frank
rijk
Zonder aarzelen nam hü *n besluit. HU zou
met Skimpy de reis over het Kanaal meemaken
en hoopte nu maar dat hU en de man dien hü
zoo lang gezocht had en die hem niet kende
de eenige passagiers zouden zUn.
Nicol stapte op het vliegveld in 1 gebouw
van de luchtvaart op de weegschaal, waar s’n
gewicht door een beambte in het oaarvoor be
stemde register genoteerd werd. Toen hü daarna
het trapje opklom naar de kajuit van t vlieg
tuig, zag hü dat Skimpy alleen was en de krant
zat te lezen. Het lot scheen hem ditmaal gun
stig. Als er nu maar niet meer passagiers bü-
kwamen! En er kwamen er niet meer. Ze wa
ren met hun beiden in de kajuit, toen de ma
chine met ronkende motoren wegvloog in de
richting van hft Kanaal.
Op 't oogenblik dat ae boven Salisbury vlogen,
voelde Skimpy eensklaps een hand op z'n schou
der. HU keerde zich om en kreeg op *t zelfde
moment een kogel door z’n hart. Direct daarna
kwam de tweede piloot de kajuit binnen, aan
gezien Nlcol op ’t alarmsignaal gedrukt had.
„De arme man heeft zich doodgeschoten!"
riep Nlcol boven 't lawaai van de motoren uit.
Skimpy was inderdaad morsdood en de piloot
keerde naar de cockpit terug met de bemer
king: „Tk. zal hiér draadloos rapport van moeten
uitbrengen."
Een oogenblik later verscheen de eerste pi
loot, die. na een onderzoek te hebben ingesteld,
Nlcol voorstelde de rest van de reis in de ca
bine van den marconist door te brengen, of
schoon dit tegen het reglement was. Z’n aan
bod werd dankbaar aangenomen.
Een paar uren later zaten aan een tafeltje op
t terras van een café twee mannen. Den van
hen was klein en dik, s’n gelaat was één en al
glimlach en hü vertelde:
„Die moord in t verkeersvliegtuig is een aan-
wUzing van het feit, dat de inspiratie een be
langrijke rol in ons bezoek kan spelen. Terwijl
men het lük naar bet lijkenhuis vervoerde,
kwam de gedachte bU me op, om het gewicht
van den dooden man en s’n bagage te verge
lijken met het gewicht dat genoteerd stond in
de gewichtstabel van het vliegtuig. De weeg
schaal in het lUkenhuls registreerde een kilo
meer dan opgegeven «ras en ik had reden tot
achterdocht. Ik wist toen den medepa—yter
van den vermoorde met een trucje er toe te
brengen, zich nogmaals te laten wegen en toen
ik zag, dat hü een kilo te weinig woog, arrss
teerde ik hem. Ik wist toen, welke passagier bU
t aan boord gaan te Reading de revolver bü
zich droeg.
.Afaar Jongen!"
„Er is voor mü geen uitweg meer; ik heb al-
verprutst."
„Waarom? Heb je soms alleen maar geflirt?
Houd je met van Ines?”
„Wie zou nu niet van Ines houden!”
Jk zeg je toch, dat ik geloof, dat
Georglo....”
■Aiet is onmogeiUk, volkomen onmogelUk. Ik
ft1iS?terBVond nlet mUn verstand.”
®ünter» gezicht stond ernstig en hU keek
met gefronste wenkbrauwen aan.
"rv*1 onn*O«®>Uk?"
•Ak kan niet met Donja Inea trouwen."
-Waarom niet? Ik begrUp Je niet.”
«<on keek hem strak aan.
-Omdat ik getrouwd ben.”
Woedend viel Günter uit: „Ben je al ge-
”™uwd?! Heb je dan in mün huls met een fa-
_"*7~,„r*n vrouw een spelletje ge-
De PriorU „Onze Lieve Vrouw van Toevlucht",
van de Paters Clsterclensers (Trappisten) te
Zundert heeft van het Generaal Kapittel de
verheugende tUding ontvangen, -dat zij is ver
heven tot de waardigheid van abdU-
Er is dus weer feeststemrflng in het klooster
der Trappisten, dat daar zoo schitterend ge
legen is te midden van het groen van de bosch-
rUke omgeving van Zundert. Nog pas enkele
maanden geleden herdacht het convent het
40 jarig priesterfeest en het zilveren ambts
jubileum van den stichter van het klooster
Dom Nivardus Muis O.CB.O. en nu zullen
andermaal de vlaggen en wimpels kunnen wor
den uitgehangen.
OnmlddelIUk toen ons het blUde nieuws be
ste unt; hij wordt niet in het water geworJ kend werd zoo schrUft een redacteur in het
En' Dagblad van Noordbrabant zün we naar
Zundert getogen, waar we achter de stille kloos
terpoort hartelUk werden verwelkomd door den
Sub-prior, Dom Alfonsus van Kalken, over
wiens gelaat het dien morgen ontvangen
telegram een blüden glimlach had getrokken.
Het bericht is niet onverwacht en toch weer
wel onverwacht gekomen, zooals het gewoon-
lUk gaat. Al lang bestond de kans, dat het
klooster verheven zou worden, al enkele jaren
heeft het convent er eigenlUk op gewacht. BU
het feest in Juni is er nog over gesproken,
schertsend weg en toch.... met goede hoop,
dat de verwachting eindelük vervuld zou wor
den. En nu kwam plotseling het telegram, dat
vreugde bracht binnen de kloostermuren.
Pater.van Kalken vertelde ons van den groei
van het Zundertsche klooster, een groei, die
veertig jaren lang zonder onderbreking bleef.
Het is eigenlUk een wonderbare historie, die
der Trappisten van Zundert, die daar veertig
jaren geleden in armzalige omstandigheden
op den armoedigen heidegrond zün neergestre
ken en die daar al biddend en werkend hun
klooster hebben zien uitgroeien tot een volledig
claustrum, geheel volgens de aloude Clstercien-
ser-tradltle.
Dom Nivardus was begonnen op 2 November
1899. Het eerste „klooster” was een houten
schuurtje van acht bU vier meter, dat was op
getimmerd naast het boerderUtje „De Kieviet”,
midden op een groot stuk bosch, hei en moeras
grond. In dat schuurtje van een enkel vertrek
werkten, baden, aten en sliepen de stichters,
Dombusch liet het hoofd zakken.
„Ik heb niet met haar gesproken ik verloor
mUn zelfbeheersching en heb haar gekust.”
Weer een pauze, toen zei Schllephacke zacht:
„Wat moet ze Je liefhebben, want dat heeft
ze zelfs niet tegen Don ja Theresa gezegd! Maar
we moeten een besluit nemen. Het is onder deze
omstandigheden een onmogelUkheid, dat je
Donja Ines zelfs ook nog maar ziet. Het eenlg
mogelUke is, dat Je de estancia verlaat, zonder
Ines nog eens te zien. Ik zal Don Georglo tele-
grafeeren, zooals ik Je reeds zei en aan de da
mes vertellen, dat ik niet dulden kon, dat je
Ines nog eens spreekt, vóór haar vader
zün toestemming gegeven heeft. Als Don
Georglo komt, zal ik hem alles zeggen. HU is
een verstandig en invloedrUk man en zal mü
misschien begrUpen, vooral als de hotelhouder
in Buenos Aires je woorden bevestigt. Ik weet
niet, of er misschien nog een middel is om een
huwelUk, dat onder dergelUke zonderlinge om
standigheden is gesloten, nietig te verklaren, te
meer daar het huwelUk tusschen twee buiten
landers werd gesloten en zooals je zei, niet
kerkelUk bevestigd is. Ik zal Donja Ines wel
kunnen geruststellen; zü weet Immers zelf, dat
Je tegen de zeden van het land gehandeld hebt.
Het aal het beste zün dat je OnmlddelIUk ver
trekt. Je moet trachten, met behulp van den
hotelier in Buenos Aires, te ontdekken, waar
de bewuste dame gebleven is. Het is onder
deze omstandigheden vanzelfsprekend, dat ik Je
mat Superior Nivardus aan het hoofd. Maan
denlang zongen zU er de Lauden over de heide
en het werd einde 1900 voor het eerste steenen
gebouw gereed kwam, dat een oppervlakte be
sloeg van 26 bü 8 meter. Dom Nivardus werd
kort daarna naar Tilburg geroepen en later
werd hü naar Charneux gezonden, waar hü
den zieken Overste moest vervangen. OnderwUI
ging het met de nieuwe kloostercommunauteit
nog niet voor den wind en Dom Nivardus moest
er terug komen om in harde jaren van) bidden
en werken en vertrouwensvol volhouden de
levenskracht aan het klooster te geven. In 1913
kon men overgaan tot de ketize van een titulair
Overste en de uitslag kon niet twUfelachtlg
zUn: Superior Nivardus werd voor zün leven
tot Prior gekozen en als zoodanig geïnstalleerd
in Mei 1913.
Ondertusschen was men met den bouw be
gonnen van een waardige bidplaats, de huidige
kloosterkerk. In 1910 kwam zU gereed en nu
volgde een periode van voortdurende uitbrei
ding: in 1911 verrees de oostvleugel van het
klooster, in 1912 schuren en werkplaatsen, in
1914 voltooide men de kerk door den bouw van
het presbyterium met zeven kapellen. De kerk
werd geconsacreerd in 1923 door Mgr. Hop
mans. Later, in 1926 is het poortgebouw ver
rezen en in 1929 kon het klooster worden vol
tooid door den bouw van den fraaien zuldgevel,
geflankeerd door twee typische torentjes. Zoo
is .Maria Toevlucht” gegroeid en vandaag is
er alleen nog maar het oude boerderUtje, dat
laat zien hoe primitief de Paters begonnen zUn.
Hoe die groei is mogelUk geweest kon ons zelfs
Pater van Kalken, die toch als econoom al
dertig jaar lang de koorden van de klooster-
beurs knoopt, niet zeggen. Hier moet zichtbaar
Gods hand gewerkt hebben.
Het kloosterconvent, dat bestaat uit 63 leden,
gaat nu een tüd van zeldzame plechtigheden
tegemoet. Reeds zeer binnenkort, zoo vertelde
ons Dom Alfonsus, zal de Abtskeuze moeten
plaats vinden door de stemgerechtigde leden
van het convent, dat zün alle solemneel ge
profeste paters, dertig in getal. De keuze wordt
daarna naar Rome opgezonden en daar zal
dan de confirmatie plaats vinden. Daarna volgt
de installatie van den Abt, terwUl later nog
de officleele Abtswüdlng de rü van plechtig
heden zal besluiten.
Het worden groote dagen voor de klooster
communauteit en Dom Alfonsus vertelt er nog
van als hü ons door het poortgebouw uitge
leide doet. De avond is reeds over de heide en
bosch gevallen als de poort zich sluit en de
donkere en rustelooze wereld scheldt van een
kloostergemeenschap, waarbinnen een stilte en
vreedzame blUdschap heerscht.
Egon was op een stoel neergezonken en
Keunde zün hoofd in beide handen. HU kreun-
cn Günter wendde zich verbaasd om.
floor Olfrid
S von Hanttoi*’
M
De overweging, dat de landsregeering,
zonder den nuchteren blik te verliezen en
met vermüding van overbodige maatrege
len, voortdurend waakzaam is, kan veeleer
een reden tot gerustheid zijn.
Met het oog op de wolken aan den West-
Europeeschen hemel blUft de Nederland
sche regeering in haar zelfstandlgheidspoU-
|iek natuurlUk paraat. Maar deze waak
zaamheid is geen reden tot alarm. Integen-
deel.**
„Kük me aan! Is dat de waarheid?"
Egon haalde zün portefeuille voor den dag.
.Jiler is die onzalige huwelUksacte. Je ziet
wel, dat twee polltle-ambtenaren van het
landverhulzersbureau als getuigen ondertee-
kend hebben.”
„Wat is er van haar geworden?"
,Jk weet het niet. Ik heb niets meer van haar
gehoord. ZU heeft mü niet geschreven; ik haar
ook niet. Ik weet niet eens, waar ze is.”
GUnter liep op en neer. Deze moellUkheld kon
hü ook niet oplossen. Egon stond langzaam op.
„Je moet niet denken, dat dat meisje een
avonturierster was. Integendeel; gedurende de
geheele reis had ik slechts den indruk, dat zU
een energiek en dapper meisje is. Ik heb je
verteld, wie haar vader was en waarom ze niet
naar Duitschland terug wilde."
„Maar daarom
4k ben ervan overtuigd, dat zU een ongeluk
zou hebben begaan; ze was wanhopig en ae is
nog zoo heel jong. Verder kan ik je nog vertel
len, dat we een uur na dit schünhuwelük, dat
we beiden zoo spoed); mogelUk wilden ontbin
den, alles hebber, toevertrouwd aan den
eigenaar van het Dultsche hotel in Buenos-
Alres. Van hem zernamen we pas, dat er in
Argentinië geen zchelding bestaat. Wü hadden
den stap slechts gedaan In de veronderstelling,
dat het huweli'k weer ontbonden zou kunnen
worden. Ik zov Juist mUn betrekking In Rosa
rio aanvaarden en er was niets op de wereld,
waar ik mindrr aan dacht dan aan trouwen.”
„Arme jonf.en, je hebt ik geloof alles, wat
je vertelt. h*M uit romantisch medelUden je
BU Le Bourget stonden vele menschen, die
vernomen hadden dat in de machine uit Enge
land een sterfgeval had plaats gehad, op het
terrein te wachten. Vooraan stond een zieken
auto en twee ambtenaren van den Veiligheids
dienst, terwUl een aantal gendarmen de menigte
op een afstand hield.
Een der ambtenaren onderzocht direct het
lük. Daarna zorgde hü dat het naar het lUken
huls gebracht werd. De andere wendde zich
tot Nlcol:
,.U was, naar ik meen, de eenige andere pas
sagier, mUnheer?”
Nicol knikte.
„Wilt u me dan even precies vertellen wat
er gebeurd is?"
„Met genoegen; maar veel heb ik niet gezien.
Ik zat de krant te lezen, en daar hü vóór me
zat, heb'ik hem alleen van achteren gezien.
Eensklaps hoorde ik een schot. Ik keek natuur-
lük op, maar toen was het al gebeurd, z’n re
volver was gevallen en hü zat in elkaar gezakt
in z’n stoel. Ik heb toen van het alarm-signaal
gebruik gemaakt en verslag uitgebracht aan den
piloot. En nu zou ik graag willen gaan, want
ik heb in dit dorp een afspraak."
„Ik ben u ten zeerste verplicht. mUnheer, voor
uw verslag van deze ongelukkige gebeurtenis,
en ik zou niets liever willen dan niet langer op
uw kostbaren tUd beslag te moeten leggen,” zei
de ambtenaar beleefd, „maar u zult begrUpen.
dat er aan een voorval als dit allerlei formali
teiten verbonden zUn! Ik vrees dan ook, dat ik
u zal moeten verzoeken, de terugkomst van mUn
collega af te wachten. Hü zal wel dadelUk van
t lUkenhuls terugkeeren.”
„Dus." zei Nlcol ontstemd, „omdat de een of
andere kerel zich in deze vliegmachine van kant
heeft gemaakt, zou ik te laat moeten komen
voor m’n afspraak? X Is wat moois! Als u de
dame in kwestie kende, dan zou u ook niét te
laat willen komen.”
zal komen.”
Egon trad op hem toe.
„Vaarwel, Günter!”
„Wacht, ik zal Je een getuigschrift geven dat
je zes weken hier hebt gewerkt tot mün volle
tevredenheid.”
„Ik zal je het paard van het station terug
sturen.”
„Neem het mee en als Je geld noodig hebt....”
kon maken!”
.Laat ons niet sentimenteel worden alsje
blieft. De een heeft geluk; bü den ander valt
alles verkeerd uit.”
.Kop omhoog, oude jongen!”
„Laat Je vrouw niet slecht over me denken en
groet Donja Ines van me....”
Een uur later had Egon Dombusch de farm
verlaten. Hetzelfde dier, dat gisteren door zün
wildheid aanleiding was geworden tot de verdere
gebeurtenissen, droeg hem nu geduldig naar het
station. Slechts een reistasch was achter hem
op het paard vastgesnoerd.
vra
gen «telde, ge-
den
van
den Veiligheidsdienst, die het lük van Skimpy
naar het lUkenhuls vergezeld had. Deze laatste
was klein en gezet, met een vollemaansgezicht
en één en al glimlach. Hü maakte geen snug-
geren indruk Dat heerschap zou hem niets in
den weg leggen, dacht Nlcol.
.Dus. u bent de andere passagier?" vroeg de
ambtenaar.
„Om u te dienen.”
„Dit is werkelük een zeer onaangename ge
schiedenis,” hernam de andere, „en x doet me
leed, dat u al dien tüd hebt moeten wachten,
maar u zult natuurlUk wel begrUpen....”
..NatuurlUk doe ik dat. Maar ik heb nu lang
genoeg gewacht. Ik heb u al gezegd dat ik een
afspraak heb.”
Michaèl Nlcol kon s’n ergernis over dit op
onthoud nauwelüks meer bedwingen.
„Ik hoop van harte," zei de kleine, dikke
ambtenaar, „dat u niet te laat zult komen voor
uw afspraak, mUnheer. maar u zult zich nog
aan een kleine formaliteit moeten onderwerpen
voor ik u kan laten gaan.”
„En welke is die formaliteit?”
De ambtenaar trok Nicol even terzüde en
fluisterde hem in 't oor:
.De Veiligheidsdienst is er opmerkzaam op
gemaakt, dat sommige vliegmachines te zwaar
beladen zün geweest en mü is opgedragen het
gewicht van alle passagiers en van 'de bagage
te controleeren bü de aankomst. Zoudt u zoo goed
willen zün om met uw koffer op de weeg
schaal te stappen?”
Toen Nicol op de weegschaal stoud. vroeg hü
zich af, wat s’n gewicht in kilogrammen uitge
drukt wel zou zün.
Op ‘t zelfde oogenblik sloot er zien een hard
voorwerp om z’n pols. Hü sprong op zü en zag,
dat hü aan den ambtenaar van den veiligheids
dienst vastgeklonken was, die achter hem had
gestaan. Het ontkomen was hem onmogelUk
gemaakt.
toch iets moet ver t
hebt t voor t kiezen
Offert liever dan een uur
Dan uw verd ren evensduur
y iet de hééle werklooze jeugd wordt
geholpen door de instelling van een
A arbeidsdienst. Deze immers stelt
slechts diegenen, die den leeftijd van 18 jaar
hebben bereikt, in de gelegenheid hetzij een
jaar aan één stuk, hetzij ieder jaar eenige
maanden in een kamp te werken en te
leven. Twee landen slechts Zwitserland
en het voormalige Oostenrijk betrokken
de jongemannen reeds van hun zestiende
jaar af in den arbeidsdlerik. Overal elders
echter wendt men zich uitsluitend tot de
18 tot 20, tot 21 of tot 25 jarigen,^zooals
respectievelijk in Polen, Roemenië en
Duitschland.
Ook de vertoogen, waarmee in ons eigen
land de oprichting van een arbeidsdienst
werd bepleit, beschouwen een dergelijken
dienst als bestemd voor op zijn vroegst 18-
jarigen. „Den arbeidsdienst zou ik willen
beperken tot de groep van 18 tot 24 jaar,”
schreef prof, de Quay In zün prae-advies
voor het jongste jeugdwerkloosheidsdebat
en hij motiveerde deze beperking eensdeels
met den hoogeren nood, waarin de 18-
jarigen verkeeren, doordat zij „wegens de
minderwaardigheid der werkzaamheden óf
van wege het te geringe loon” de functie,
die zü voordien bekleedden vaarwel zeggen,
anderdeels met de ongewenschtheid „dat
jongens van te ver ulteenloopenden leeftijd
in de werkkampen te zamen worden ge
bracht.” Prof, de Vries, die in het „Handels-
blad” een verplichten burgerlijken arbeids
dienst voor élle jongens uit dezelfde jaar-
klasse een soort evenknie van den militairen
dienstplicht, verdedigde, stond daarbij ook
de hulp aan de ongeveer 18-jarigen voor
den geest.
Met dat al trekken dus de Jongeren, die
niet in de categorie der 18- of meer-jarigen
vallen, van een arbeidsdienst geen profijt.
Van het moment, waarop de Arbeidswet him
toestaat in loondienst te werken, van hun
veertiende jaar dus tot hun achttiende,
moeten de jonge arbeiders zélf maar zien,
dat zij aan een betrekking komen waarin
zü ófwel eenvpudige hulpdiensten verrich
ten, óf wel de gelegenheid krijgen een vak
te leeren. Slagen zij daarin niet, dap kun
nen mogelijk enkelen van hen in centrale
werkplaatsen of een paar weken in korte
kampen terecht doch een vaste, helpen
de hand wordt hun niet toegestoken.
Tweemaal missen zij hun aansluiting.
Eerst wanneer zü aan hun leerplicht
hebben voldaan op hun twaalfde jaar
maar nog niet mogen werken, omdat de
■Arbeidswet hun dat eerst twee jaren later
v|pelaat. En dan wanneer zij Mtel mogen
•werken, maar vrijwel hulpeloos op de ar
beidsmarkt staan, waar de Staat hen in
een eventueelen arbeidsdienst eerst op
hun achttiende jaar over ontgoocheling en
gebrek aan arbeidsvaardigheid en arbeids-
lust héénhelpt.
Met een arbeidsdienst alléén komt men
dus een oplossing van het jeugdwerkloos-
heidsvraagstuk slechts ten deele nabij.
Beperkt men zich tot de Invoering van
een arbeidsdienst, dan laat men een twee
voudig hiaat in de- hulp van de gemeen
schap asm den Jongen arbeider bestaan.
Geschiedt deze beperking noodgedwongen,
dan boude men welbewust het desideratum
voor oogen eenmaal de ontbrekende scha
kels tusschen leerplicht en arbeidswet
eenerzijds en tusschen arbeidswet en ar
beidsdienst anderzijds, nog te smeden.
.Lend mün koffers maar naar Santa Fé.”
„We zullen nog even wachten. Schrijf me.
zoodra je weet, wat er van die andere ia ge
worden.”
Egon reed over de binnenplaats en wendde
zich niet om. Hü geloofde, boven achter de gor-
lünen van het venster Ines te hebben gezien;
nu draafde hü van de estancia weg.
Aan weerszüden akkers; dan verdwenen ook
deze. Eindelooce vlakten aan weerszUden van
den weg en palen van Quebrachohout. de één
gelük aan de andere. Palen, twee dwarslatten.
zes draden. Soms zat er op de draden een hor-
nerovogel. Een gier vloog door de lucht; nu en
dan schrikte hü een struisvogel op. die er met
zün lange beenen snel vandoor ging.
was deze weg, waarlangs hü
den auto zoo snel was voort
was hü een eenzame ruiter,
paradüs verstootene. In hem
gewaarwordingen; Uefde en
tegenover kleine Ines en
Haat tegen zich zelf en tegen die
vrouw, van wie hü niet eens wist, welk lot
haar getroffen had. Zü was misschien veel ge
lukkiger dan hü; zü. die voor hem nlete was
dan een vreemde en terwille van wie hU zün
heele toekomst vernietigd had.
Egon was tegen een heuvel opgereden; de son
stond hoog, zün lichaam was klam van zweet;
een brandende dorst kwelde hem.
Beneden in het schaduwrijke dal. tusschen
bosch en park, lag de estancia, een beeld van
vrede en rükdom. En aoo'n estancia had hü ook
kunnen bezittenl (Wordt iMiojgrtl