Fruitteelt in het De avonturen van een verkeersagentje 0 Zuiden3ïct uan den dag I Het systeem van de autowegen I AI I,F, ABONNÊ’S F 750.- F 750.- F 250.- S - i ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1938 Friesche producten D< Brabants oude torens achtige klant Beate weet. I Initiatief der Heide maatschappij Otfrid I wat ze wil Hanttein \De raadsel- I AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL IN VIILIfiHEID Belangryke handeleorganitaties <3 .4 ..Ik is de condenslndustrle geweest die er in geslaagd tot IS Gschaftler zag Beate nu trlomfantelljk aan dat „U bent...." HOOFDSTUK XV (Wordt vervolgd) En toen hij dat gedaan had, beval Keésie hem, maar weer 'haar boven te klauteren en geen grapjes meer met visechen uit te halen. En de man beloofde alles, ofschoon hjj dacht: „Ik visch toch weer." En toen hij wegging lachten de ondeugende Keesle en het matroosje hem uit. door von En toen hU weer boven water was en op den rand van oe vliet stond, bedacht hl), dat hij zijn moolen hengel had ver geten. En.wat zou je zonder hengel beginnen, als Je weer uit visschen wil gaan. Ik ga terug, dacht de hengelaar. Na nog twee dagen wachten kreeg Egon een brief van OUnter Schllephacke: voor den In 1 eerst l Main, schoor In 1 ingeru frissch De uiterm w« in de 1 «onthei dient i Een worden des ave Aan Aanb 1937 ei ning v over 19 Voors testanti Voors met W van Re annulte Voors verarde eene t> standpli Plaatsei Voors laan kx belmim Voors drijf va «trast, 1 cfetelt. Prae- vrouw I «lag ala Inter, raad- d< telijk b i wat op een gepei verkoopers giftfe zijn wenschen, is melk in dusdanig houdbaren toestand te brengen dat vervoer over groote afstanden en en ik laat me zeker niet uithuwelijken! En nu verder buenos noches, senhores! Zij stond hoog opgericht; haar gelaat gloeide. Zij voelde instinctief, dat haar hier slechts móed vastberadenheid konden baten. langzaam de mannen teruggeweken tot aan de derom ging i die bij de kruising als een „memento den aansuizenden automobilist. Het locaalspoortje, dat hier den autoweg „onbewaakt” kruist, zal spoe dig verdwenen en men heeft blijkbaar ge meend, dat voor dit korte tijdsverloop een verlegging van het spoor of een verbree- ding van het viaduct niet loonend was. Het is te hopen, dat dit „overgangs”- stadlum niet lang meer duurt. Waar wij hier op doelen, is echter de verschillende behandeling, die aan de via ducten Is ten deel gevallen. De voornaam ste waarde van een autoweg ligt, meer nog dan in de breedte, in het gescheiden zijn van de twee wegen, zoodat op eiken weg slechts in één richting wordt gereden. Dit beteekent Immers voor den automobilist de zekerheid, dat hU niet met tegenliggers te doen krijgt. Terwijl nu vrijwel over flte gansche lengte van dezen autosnelweg de j Die laatste twee woorden -f' heeft de wijsgeer vergeten, maar voor de meeste meh- schen op straat, kan het geen kwaad om ze er nog even bij te zetten! blik te verbluft was, om iets te zeggen. Nu had zU haar zelfbeheerschlng teruggekregen. „Caramba! Als Jullie vloeken, kan ik het ook! Hier zijn mijn papieren! Ik pas er voor, op dien toon aangesproken te worden! Heb ik me soms niet fatsoenlijk gedragen? Heb Ik mijn plicht soms niet gedaan? Ben ik hier gekomen, om uw kinderen te onderwijzen of om uitgehuwe lijkt te worden aan één van uw zoons of onder hen verloot te worden? Schaam u! Ja, schaam u! Verlaat onmiddellijk dit huis. Het is nog steeds mijn woning. Morgen krijg ik van u den wagen tot mijn beschikking en kunt u mij naar het station rijden, wanneer ik tenminste be hoorlijk betaald ben. Als u wilt, kunt u mij er uit gooien, maar ik laat me niet beleedigen C ,Ve the een U 1 trei vu doel hist der Lily van dere men fees W pofn den lük Mi zijn het x wU zien. He knal en h van He bran de f schei hebö Er de tl ken vechl kaart De reuze de h dicht van op h de je komt, sjmbi nen e Da ons n is eei senen «hen mee i voord tijd 1 telken groote men i geheel speelfi worde Nog zal ht is. Z(j H. M. bracht regeer een tl ■algemi veest. langdurige bewaring mogelijk zijn gebleken. Ook In dit opslcht kon een afzonderlijke fa briek niet voldoende resultaat bereiken en weer sloten de coöperaties zich aaneen om in 1914 te stichten de coöperatieve condensfabriek Friesland, evenals de Frlco gevestigd te Leeu- Plotseling gas geven Bruusk 't stuur omhalen Krachtig remmen.... Op blad - bedekte herfct- wegen leidt dat 10 tegen 1 tot een riskante slippartij! bij dezelfde firma als ik en die mij naar een flinken ingenieur vroeg. Schrijf hem en bied je diensten aan. Dan ben je niet al te ver weg en kun je me bericht sturen, zoodra je Iets hebt bereikt." De cliënt nam den jongeman eens op en zei toen in het Engelsch, doch met duidelijk hoor baar Dultsch accent, op den zachten toon, wel ke hardhoorigen eigen is: „Ik ben er van overtuigd, dat u een tamelijk groote sorteerlng moderne klassieken in voor raad hebt, maar of u ook Lewes .Leven van Goethe" in de Duitsche vertaling van.. van,..? Ja, zie je. daar zit juist de kneep. Ik kan na melijk niet meer op den naam van den verta ler komen. Als ik me niet heel erg vergis, be gint hij met een W. of een V. Het werk is zeer bekend en ik twijfel er geen oogenbllk aan, dat u als kundig zakenman al geraden hebt, wat ik tevergeefs in mijn herinnering zoek." De winkelbediende had met stijgende ver bazing naar de woorden van den klant geluis terd. Toen deze zweeg en hem met een aan moedigend lachje toeknikte, antwoordde hij zon der verlegenheid: „U is hier aan het verkeerde adres, mijnheer!" De klant glimlachte, alsof hij zeer tevreden was over het antwoord en vervolgde: „O, dat wist ik wel, dat u de vertaling bekend moest zijn; nu kunt u mij zeker ook...." Over het gezicht van den Jongeman flitste een straal van begrijpen. Hjj had natuurlijk te doen met iemand, die erg hardhoorlg was. Daarom bracht hij zijn mond zoo dicht moge lijk by het oor van den vreemden heer en riep, den ander in de rede vallend, tamelijk luid: „Mijnheer, u bent hier niet in een boekhan del, maar. „Uitstekend," onderbrak hem op zijn beurt de klant en klopte den winkelbediende vertrou- weljjk op den schouder: „U behoeft u voor mij heelemaal niet zooveel moeite te geven, hoor. Binnen acht, of tien dagen kunt u het boek wel uit New-York laten komen, Westerman heeft het zeker in voorraad en als u het mij over een paar weken kunt toezenden, ben ik u erg dankbaar." De winkel-Jongellng wist niet, hoe hij het had; met alle gebaren en mimiek, die hem ten dienste stonden, wees hij naar de vakken langs de wanden, die tot boven toe met ijzer- en staal- waren gevuld waren. Daarbij brulde hij uit alle ilfden dag schreef hij aan Don Juan Santa Eleonora bij Reslstencia. inden avond reeds kwam het ant- Door voor <>r*nk ir Vóór' i B. en het uit •langs laan te Zooals «teverg «e ged« Den toren van Chaam wacht herstelling -j—s r is heuglijk nieuws ten aanzien van den H ouden laat-óothlschen toren van het Bra- bantsche grensdorp Chaam. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen acht namelijk termen aanwezig op zijn begrootlng een bedrag van 410.000 voor de restauratie van dezen toren uit te trekken. De totale kosten dezer restauratie worden geschat op f 20.000, en er bestaat thans, met het rijkssubsidle in uit zicht, alle kans, dat dit mooie monument voor verval zal kunnen worden behoed. De toren Van Chaam dateert uit het begin der zestiende eeuw. Evenals die uit het dorp Andel (Land van Heusden en Altena) heeft hij een geheel uit baksteen gemetselde spits. AIS zoodanig mag het Chaamsche bouwwerk als zeldzaam worden aangemerkt. Wij herinneren eraan, dat reeds eenlge maan den 'geleden in deze kolommen de toestand van den Chaamschen toren onder de aandacht werd gebrachtf^iler dreigt inderdaad een waardevol bezit, dat ten zeerste onder de jaren en de be staande onmogelijkheid om tot herstel te komen in verval is geraakt, verloren te gaan. De toe stand van den toren, en wel in het bijzonder van de spits. Is Immers van dien aard, dat elke fiksche storm de meest ernstige gevolgen kan hebben. Het gemeentebestuur van Chaam kan niet wor den beschuldigd te hebben nagelaten wat op zijn weg lag. Reeds verschillende malen heeft het zich tot Rijk en provincie gewend om subsidie te verkrijgen voor de restauratiekosten. Het laatst omstreeks 1930. De tijdsomstandigheden 1 waren toen echter van dien aard, dat subsidie niet kon worden verleend. Dat thans dit hoogdringende werk een goede 1 kans maakt binnen niet te langen tijd te wor- den ter hand genomen, mag tot voldoening’ strekken. Hoezeer Intusschen tn den loop der latere jaren de tand des tjjds voortging aan het monument te -knagen, kan «een aanwijzing vin- den in de omstandigheid, dat, terwijl in 1930 de kosten der restauratie op f 10.735 werden ge- raamd, deze kosten nu, anno 1938, zooals hier boven vermeld, op circa f 20 000 worden begroot. 22i kunt het hem niet kwalijk nemen, dat deze man, een echte Argentijn, zeer rijk en door iedereen naar de oogen gezien, niet met belde handen toegrijpt, als zijn eenlge dochter een Dultscher wil trouwen zonder middelen, die bovendien nog getrouwd is en zich heeft Ingela ten met een avontuur, dat volgens Argentijn- sche inzichten hoogst verwerpelijk is. Hij vindt, en ik ben het daarin volkomen met hem eens, dat het huwelijk een kerkelijke instelling is, waarmee men geen spel mag spelen. Misschien is echter nog niet alles verloren. Het eerste, wat Je moet doen, is, het adres van Je zoo genaamde vrouw uitvinden en je met haar in verbinding stellen. Heb Je dat adres en een korte, notarieel bevestigde verklaring van het meisje, dat alles zóó is, als je zegt, dat zij je werkelijk overrompeld heeft en dat ook zjj meende, dat dit huwelijk alleen zou dienen om haar het landen te vergemakkelijken, zend me dat papier dan. Een echtscheiding is wel mogelijk in Uruguay maar niet in Argentinië. Mis schien is het mogelijk, dat ik door betrekkin gen in Buenos Aires kan bewerkstelligen, dat een huwelijk, dat, we kunnen gerust zeggen, gesloten werd op voorwaarden, die in strijd zijn met de heiligheid van *9 huwelijk en eveneens met de goede zeden, ongeldig wordt verklaard. Ik zeg je eerlijk, dat ik al die moeite waar schijnlijk niet zou doen voor jou alleen, doch hoofdzakelijk terwille van kleine Ines en ook omdat ik geloof, dat je In den grond een goeie kerel bent. Ik heb tegelijk met dezen brief ge schreven naar een farmer in Reslstencia, dien ik ken, die ook een groote machinerie besteld heeft Gebor van C. Mak; A- Koor H- Smit «n Tr. 1 H. Fren Overle Onder Wel (te »aar vai r*n L. Getroi B- Ruit A. R over. Hier belanden we opnieuw bij de belang wekkende vraag: hoe komt dat? De Neder landsche Heidemaatschappij ziet de oorzaak in het gemis aan een gestandaardiseerd product, dat als merkartikel in den handel dient te wor den gebracht. Wel sorteert en verpakt de Ne derlandsche teler goed, maar hij doet zulks, om zoo te zeggen, te veel individueel. Er moet hier in meer systeem komen, zoodat de consument onmlddellijk en steeds zal kunnen weten wer kelijk goed Nederlandsch fruit te koopen. Om dit nu te bereiken heeft het bestuur van de Nederlandsche Heidemaatschappij besloten het merk „Beter Nederlandsch fruit” te doen ontwerpen en te latfen patenteeren. Dit merk is voorlooplg nog slechts aan één firma verleend, namelijk een te Barendrecht gevestigde onder neming. Vla tentoonstellingen e.d. zal het merk artikel aan het consumeerende publiek en aan den handel worden voorgelegd. Bi) het vele goede werk, dat de Nederlandsche Heidemaatschappij reeds ten bate van onzen nationalen agrarlschen vooruitgang verrichtte, verdient dit 'nieuwe Initiatief ongetwijfeld een leventllge belangstelling. Vooral ook in de-*Zul- delljke provinciën, waar, zooals we zeiden, de fruitteelt een steeds belangryker onderdeel der bodembedrijven wordt, zal gevoeld worden hoe een zeer noemenswaardige verandering ten goede ten aanzien van de aspecten der fruit teelt zou kunnen ontstaan, indien met meer succes dan tot dusverre de strijd tegen het In gevoerde fruit kon worden gevoerd. Egon voelde zich vrooljjk en bedroefd tegelijk. Kleine, lieve Ines! Haar beeltenis stontj hem zoo duidelijk voor oogen! Hoe moest ze over hem gesproken hebben met haar vader en met Donja Theresa, dat Oünter hem ook nu nog de helpende hand toestak! Maar toch, wat gaf het? Hoe zou hij, die geen middelen van bestaan had en een vreemdeling was, in dit onmetelijk land Beate vinden? Nog def - de Costa Den vc woord: „Verwacht u zoo spoedig mogelijk," De zorg voor het dageljjksch brood was ten minste alweer uit de wereld. Weer reed oU achttien uren naar het Noorden. Geel van leem lag de Alto Parana vóór hem: ook hier nog een reusachtige rivier, die tus- schen stelle oevers stroomde. Een nest van een stadje lag aan den oever. Kleine, bont geschil derde hulzen; Inplaats van een goed hotel, zoo als hij in Santa Fé had gevonden, een Spaan- sche Fonda; maar aan het station wachtte een ruiter op hem. „Senhor Dornbusch." ,XMe ben ik." Men schrijft ons uit het Zuiden: T-venals in andere deelen van Nederland Is H in den loop der laatste Jaren ook In de Zuidelijke provinciën groote aandacht ge schonken aan de fruitteelt. Naast de meer ge vestigde Zuidelijke boomgaardstreken als Zuld- Beveland en Zuld-Llmburg traden geleidelijk andere centra In stijgende mate op den voor grond. Met name een aantal Brabantsche ge westen, o.a. de uitgestrekte Meierij, gingen zich steeds meer met de fruitteelt, d w z. als afzon derlijk bedrijf <dus niet In combinatie met de boerderij, zooals tot vóór een aantal jaren vrij wel regel was), bezighouden. Boomgaarden van verscheidene hectaren groot kan men momen teel in de betrokken Brabantsche gewesten evenzeer aantreffen als in de Zeeuwsche en Limburgsche frultteeltstreken. Voor het ove rige dient te worden opgemerkt, dat deze tendenz tot uitbreiding van het nationale fruit- areaal niet een specifiek Zuidelijke kan wor den genoemd. Zij laat zich over het geheele land gelden. Dit blijkt wel duidelijk uit het feit, dat, terwijl in 1930 het aantal hectaren Neder landsche bodem, voor de fruitteelt aangewend, ca. 35000 bedroeg, deze oppervlakte thans tot meer dan 45000 hectaren is uitgebreid. Behalve de uitbreiding van het aantal hec taren boomgaard vraagt - Intusschen ook de in terne verbetering van het fruitteeltbedrijf de aandacht. In vroeger jaren werd onder het op zicht der cultuurmcthodes vrij methodeloos te werk gegaan. Maar steeds meer hebben de be grippen sorteeren, verpakken, besproeien, e.d. toegang tot de rijen der gaardeniers verkregen, zoodat men vandaag aan den dag mag zeggen, dat qua cultuur de Nederlandsche fruitteelt on getwijfeld op de hoogte van haar tijd is. Ondanks dat,' kan niet worden gezegd, dat het boomgaardbedrijf naar die mate rendeerend is als het peil, waarop de teelt staat, zou recht vaardigen. Hoe komt dat? Ziedaar de qulntes- sens van de vraag, die werd te berde gebracht door een der inleiders op de dezer dagen ge houden vijftigste Jaarvergadering van de Ne derlandsche Heidemaatschappij, den heer R. Lijsten, inspecteur der genoemde Maatschappij te Arnhem. Nadat deze spreker erop had gewezen, dat tijdens de oorlogsjaren van een luxeproduct, dat het tot dan toe geweest was, het fruit een noodzakelijk volksvoedsel was geworden voor het Nederlandsche publiek, kwam hij tot behan deling van het voor onze nationale teelt zoo hoogst gewichtige probleem van den bulten- landschen Invoer van consumptlefruit. Vrijwel onmlddellijk na het beëindigen van den wereld oorlog heeft do- fruithandel der Vereemgde Staten van Amerika zich op Europa geworpen. Deze import ging ook Nederland verre van voorbij. Een door wetenschappelijke cultuur goed gekweekt product, met groote zorg ver pakt en gesorteerd, vond zijn weg naar den Nederlandschen consument. Het Nederlandsche product, ook dat dei^ toenmaals nog schaarsche goede telers, verloor terrein. Intusschen bleef dit verloop van zaken niet zonder invloed op onze kweekers. Men was er van overtuigd, dat slechts perfecte methodes in staat iouden stellen met kans op succes den strijd tegen het geïmporteerde fruit aan te binden. Zoozeer ging het onder dit opzicht vooruit, dat, terwijl in 1922 in Nederland nog slechts twee, zegge twee, motorsproelmachines in gebruik waren, dit aantal In 1938 tot onge veer 800 is opgeloopen. Ook het veilingwezen, het sorteeren en verpakken zijn thans, als zoo danig. wat ze behooren te wezen. Niettemin laten de financiefle uitkomsten van de teelt, in haar geheel gezien, te wenschen t „Don Georgio is gisteren gekomen. Ik heb hem verteld, hoe alles gegaan was. Hij was natuurlijk eerst heel boos en de armen kleine- Ines heeft -bitter gehuild, zonder eigenlijk te weten waarom, want we hebben haar natuurlijk niets verteld over je dwaasheid in Buenos Aires. Don Georgio weigerde elke medewerking. Je warden. Momenteel is deze fabriek op haar ter rein reeds verreweg de grootste van Nederland en nog steeds breiden hare enorme complexen aan den TijnjeWeg zich uit. Hare voornaam ste producten zijn gesuikerde gecondenseerde melk, ongesuikerde gecondenseerde melk, ste riele melk en koffiemelk. Zorgen dus Frico en Friesland voor alles wat den melkafzet betreft, een andere bestaansbron van Friesland is de handel in slachtvee en de export van gebruiks- en fokvee. Hoewel de vee handel zich nog steeds in belangrijke mate concentreert op de groote weekmarkten van Leeuwarden en Sneek, hebben de veehouders ook in dit opzicht reeds in 1916 nieuwe wegen ingeslagen door de oprichting van de Friesche Coöperatieve ExportSlachterij, waarvan de groote slachthuizen met ruime hanghallen, koelhuizen en vriesinrichtlngen zich bevinden te Akkrum. Zij regelt den verkoop van het aan de leden behoorend slachtvee Voor zoover het voor export is bestemd. Een tweede onderdeel van dit modern geoutilleerde bedrijf Is de fabricage van fijne vleeschwarén, terwijl ten slotte de werkzaamheden nog zijn uitgebreid met een afdeeling bestemd voor den afzet van levend fok- en gebruiksvee naar binnen- en buitenland, die jaarlijks tienduizenden stuks vee verhandelt. Ook de pluimveehouderij en de eierhandel hebben hun eigen verkoopsorga- nIsa tie namelijk de Noord-Nederlandsche coöperatieve Bier-, pluimvee-, konijnen-, voe der- en fruithandel, bij verkorting N.N.C.. we- i gevestigd te Leeuwarden. Deze vereent- omvat 16.000 kippenhouders en beschikt over een uiterst streng contróle-apparaat voor en waren deur. Gschaftler trachtte den schijn te redden. .Morgen om acht uur gaat u weg!” „Als ik mijn geld heb, om zes uur. Hoe eerder hoe liever!" Brommend trokken de mannen af. „Zoo’n duivelsch vrouwmensch! Goed, we het nog maar bijtijds ontdekken!” „We zullen bericht zenden naar de stad.” „De politie moet....” Scheldend en mopt>erend gingen de mannen heen, terwijl Beate de houten zonneblinden dicht schoof en zich opsloot, door haar koffer voor de deur te schuiven. Zij nam er haar revolver uit, kaarsen en lucifers, om zich op een .Aangename nachtrust” voor te bereiden. Beate Dornbusch. Als u mij niet gelooft, laat mU dan dadelijk even naar huis gaan! Ik zal het u bewijzen.” „En waar is die man dan?” „Ik weet het niet!” „Weet u het niet? HU is zeker in Dultach- land?” ,Jk ben pas veertien dagen voor ik u leerde kennen, in Buenos Aires getrouwd." De farmers keken elkaar aan en Gschaftler zei: „Taat het bewijs zien! Senhores, het schUnt mU, dat de zaak geweldig interessant wordt. We zullen toch eens zien, wie wfj voor hebben!" Beate wilde naar buiten gaan. ,4k ga meel U zult ons zoo niet ontsnap pen,” den eierhandel, over een slachterU en vries inrichtlngen en heeft talrijke deskundigen aan zich verbonden voor het geven van alle moge lijke adviezen. W(j meenen hiermede een kort overzicht te hebben gegeven van de moderne wijze waarop de producten van Frieslands inomaamste welvaartsbron, de veeteelt, wor den verhandeld, een methode die er op gericht is de wereldbekende producten als het ware te omgeven met een muur van waarborgen die dap goeden naam van de voortbrengselen moet bestendigen en die in economisch opzicht van zulk een buitengewoon belang is voor de pro vincie. n een ijzerwinkel te Philadelphia kwam een bejaarde, ietwat ouderwetsch, maar toch zeer correct gekleede heer binnen. HU leek wel msionneerd ambtenaar. Eender naar hem toe en vroeg naar „Nu, wat is er dan nog? Aloys, haal de jonge lui maar!” „Alstublieft niet!” „Wat beteekent dat: alstublieft niet!?” „Ik ben heelemaal niet van plan te trouwen!” „Wat kan het ons schelen, wat u van plan was? WU hebben het besloten en zoo is het goed!” ,Jk wil niet!” „Wilt u niet? Dat is wat anders. Hooren Jullie, vrienden, wU zUn te slecht, waarschUnlUk te gewoon. Maar we waren goed genoeg, om haar op te nemen in ons midden!” „Luistert u toch eens naar me! Ik kan im mers niet trouwen!” „Kunt u niet? Waarom niet?” ik drie. Dat doet'er niet toe.-f' „Omdat ik al getrouwd ben!” „U bent....” ---- ,4a! Ik ben getrouwd. Ik heet in werkelUkhsta - Beate had eerst gezwegen, daar zü een oogen- A /T enl*een dle- heUü uK de richting Zwolle, hetzy van den kant van Groningen, Leeuwarden per trein binnenkomt, zal zich onwillekeurig wel eens hebben afgevraagd waartoe de enorme fabriekscomplexen en op- •iagrulmten, die haast permanent worden uit gebreid. dienen. Waar het hier voor een belang- deel hetreft- de handeisorga nisa ties van ***n Frlesv-en landbouw, die zulk een overwe gende plaats Innemen in het economisch leven «tan het «eWest. willen wU daarover eens iets «neer naar voren brengen. WU bedoelen in Kroote trekken weer te geven hoe de producten van Frieslands bodem, melk, boter, kaas, de landbouwproducten en ook het groot- en klein vee van den producent, den boer, uiteindelUk den consument bereiken. Men kan in de wijze waarop zulks geschiedt gedurende dé laatste halve eeuw spreken van een radikalen omkeer. In vroeger jaren vormde de markt het eind punt van den afzet van de producten, voor zoover de boer daar rechtstreeks bij betrokken was. De gewestelUke handelaren kochten daar de aangevoerde voortbrengselen op; wat er verder mede gebeurde en welke bestemming er aan werd gegeven, daarvan bemerkte de boer niets. De meer of minder goede reputatie van het product was dan ook voor een groot deel afhankelijk van den tusschenhandel. Werd door onjuiste behandeling of vermenging een product in discrediet gebracht, dan kwamen de nadeelige gevolgen voor een groot deel ten laste van de producenten. Contact tusschen boer en gebruiker bestond er niet en de eerste was onvoldoende bekend met de eischen die de laatste stelde. Zonder met die eischen rekening te kunnen houden bracht de-risoer zUn waren naar de markt waar hU genoegen moest nemen met de prU?fn die de handelaars wenschten te besteden. Toen omstreeks 1880 bleek dat ten gevolge van deze toestanden vooral het voor naamste Friesche product, de boter, een min der goeden naam begon te krUgen, werd Inge zien dat met de oude sleur moest worden ge broken. Op de eerste plaats werd de noodzake- lUkheid gevoeld <fe zuivelbereiding van de boer- derU over te brengen naar de fabrieken. Ten gevolge hiervan kwam ook de verkoop in an dere banen. Niet -de boer verkocht in het ver volg de boter en de kaas, zulks geschiedde door de zuivelfabriek, meestal op coöperatieve leest geschoeid en werkende voor rekening van een groep boeren. Sommige fabrieken tracht ten al spoedig met uitsluiten van den tusschen handel rechtstreeks verbinding aan te knoo- pen met binnen- en buitenlandsche afnemers, maar voor een op zich zelf staande fabriek bleek het op den duur zeer bezwaarlUk te zUn een voldoende groot afzetgebied te vinden. Een en ander had ten gevolge dat in 1898 een be gin werd gemaakt met den opbouw van een groote verkoopsorganisatie vóór de producten van het Friesche zuivelbedrijf, zooals die op |e fabrieken werden verwerkt. Deze organisa tie, de Friesche Coöperatieve Zuivelexport Ver eniging, viert dus dit jaar haar veertigjarig Bestaan. De omzet van deze, onder den naam jan JPrico” wereldbekende vereeniglng, aan ^Boter, kaas, caseïne, melkpoeder en chocolade melk heeft tegenwoordig een JaarlUksche waar de van rond twintig millioen gulden. De ver- eeniging geeft bovendien technische adviezen agn ongeveer veertig aangesloten fabrieken. Niet alleen boter en kaas, ooktanderéuit melk bereide producten hebben in latere jaren een belangrUk afzetgebied verkregen In verschil lende gebieden men denke aan de tropen en aan groote steden levert de geregelde aanvoer van voldoende en in goeden toestand, verkeerende versche melk onoverkomelijke beswaren op. De behoefte deed zich derhalve gevoelen om de melk te conserveeren en het en zwaar ongeluk,' dat dezer dagen op den autoweg AmsterdamDen Haag plaats had, komt opnieuw de aan dacht eischen voor een ernstig gebrek, dat dezen weg aankleeft. De autostrada tus schen de hoofdstad en de residentie is een pronkstuk van ons wegennet, maar zij is niet zonder feil. Zij heeft zelfs een zeer ern stig gebrek: het gebrek aan systeem WU 'doelen hier niet op den éénen on- bewaakten overweg, HoofddorpAalsmeer mori” opdoemt voor beide richtingen door een breede strook gras gescheiden zUn, zUn de overwegen ge heel verschillend behandeld. Op sommige is de scheiding der richtingen, zU het slechts in den vorm van een richel, ge handhaafd; op andere echter is zU wegge vallen, zoodat de twee richtingen elkaar kunnen ontmoeten, en dat juist, waar de stUglng van den weg, die een dwarsweg overbrugt, het uitzicht volkomen weg neemt. Op deze punten heeft de in goed geloof snelrijdende automobilist dus de kans, volkomen onverwachts op een af stand van een kleine honderd meter een even snellen tegenligger tegenover zich te vinden. Het is begrijpelijk, dat men bij de over brugging der dwarswegen materiaal en bouwkosten heeft willen besparen en daar om de brugbreedte tot het noodzakelUke heeft herleid door den scheidenden mid denberm zoo smal mogelijk te maken. Dat men dezen echter op sommige punten to taal heeft weggenomen, beteekent een breuk met het systeem zelf van den snel weg en moet dan ook onvermUdelUk ongelukken lelden. Op een overzlchtelUk vlak punt van den weg zou deze systeem-verloochening nog minder gevaarUjk zijn dan juist bij de via ducten, waar het uitzicht ontbreekt. Daar- bU komt dan nog, dat men niet bij alle, doch slechts by enkele overwegen de schei ding heeft laten wegvallen. Het is dan ook een noodzakelUke elsch, deze enkele gebrekep in de systematiek van den overigens voorbceldigen autoweg weg te nemen. ZU zullen voortdurend ongeluk ken veroorzaken? t en deze wist niet, wat voor gezicht ze moest gotten. „Kort en goed, we zUn hier met ons achten farmers, die allen vooruit gekomen zUn. Toeval lig hebben we allen een zoon, Mlchel en Lasko- wltz zelfs twee en t -ric. dcet er r'-t Alleen de ouderen komen In aanmerking In dit geval. Dat zUn er dus acht. Acht flinke, sterke. vlUtige mannen. Acht mannen, die leder een farm zullen erven en die nog geen van allen een vrouw hebben, want we willen hier uitslui tend Duitsche meisjes. ZU wachten alle acht. Kiest u maarl” Eerst had Beate nog gelachen, toen werd ze steeds meer verlegen. jDat is een zonderlinge grap, senhores. ”,Een grap? Zien wU er uit, alsof wU gekheid maken?” Het is toch absoluut ónmogelijk.” „Neen! U kunt gerust zUn, oumogelUk is het heelemaal niet!” „Denkt u In ernst.... „Of zUn onze zonen niet goed genoeg voor u? „Neen, dat is het niet!” macht: „U ziet toch, dat wU hier niets anders verkoopen dan ijzerwaren: vUlen, tangen, bei tels, zagen, messen, scharen, bUlen enz.!" en bU leder gereedschap dat hU noemde, wees hU met een welsprekend armgebaar naar het betref fende vak. De zonderlinge man knikte begrUpend en met zUn stereotypen glimlach antwoordde hU: „Ik ben het geheel en al met u eens, halfleeren band, dat is in dit geval het beste. Bestelt u - dat maar voor me.” De verkooper was de wanhoop nabU; die kerel had ze niet alle vUf; hU zag toch «rel waar'hU was en moest toch, als hU een normaal menseb was. begrijpen, dat je bU een Uzerhandelaar geen boeken kan koopen. Maar wat moest hU nu in 's hemelsnaam doen? Enkele klanten, die wat verder in den win kel stonden, waren door het luide spreken van den verkooper, dat altUd gevolgd was door den fluistertoon van den klant, nieuwsgierig ge worden en aan de situatie, die voor den ver kooper steeds pUnlUker werd, moest zoo gauw mogelijk een einde gemaakt worden. Daarom spande hU nog eens alle krachten In en met een ware stentorstem brulde hU den klant in zUn oor, «mt er hier In den winkel te koop was en wat niet. Maar de klant antwoordde met stoi- cUnsche kalmte, dat het op den prUs niet zoo zeer aankwam, als de band maar soiled en smaakvol was. Dat was te veel voor den anders zoogeduldt- gen jongemanIk zal mister M.. onzen chef halen,” riep hU ten einde raad en snelde naar het achter den winkel gelegen kantoor. Mister M. had al enkele minuten in de deur van zUn kantoor gestaan en vol verwondering naar het ongewone tumult geluisterd, zoodat hjj nu den bediende met gefronst voorhoofd tege moet kwam. „Maar neem me niet kwalijk, mis ter G.,” fluisterde hy vol verontwaardiging, „wat hebt u toch met dien mijnheer daar in den win kel gehad? U schreeuwt op een manier, dat het wel een paar straten ver te hooren is!Wat be zielt u toch?” „MU niets, mUnheer, maar die man...." en met een van verontwaardiging opgeblazen hoofd dlschte de verkooper het verhaal op van den klant, die in een ijzerwinkel een boek-in-half- leeren band komt koopen. „Die man is gek, an ders ben ik het,” besloot hU- .JBlUft u maar hier,” den winkelbediende was het een opluchting den milderen toon te bemerken ,Jk zal zelf wel even kUken.” Hoofdschuddend liet mister M. nog geen vijf minuten later den „onmogelUken” klant uit en kwam toen langzaam naar zUn kantoor terug, waar de verkooper bijna berstte van nieuws-’ gierigheid en angst, nu hU gezien had, hoe vlug en kalm die, vreeselijke man door den chef begrepen ert bediend was en hoe hU zich met een knijptang had laten afschepen. Op het hoofd van chef lag een duis tere wolk van ontevredenheid. „Ik begrUp u niet, mister G.” begon hu streng, „die man was heelemaal niet hardhoorig en ook niet krankzinnig. HU vroeg op zeer beleef de en kalme manier om een knUptang. Over een boek sprak hU geen woord, doch was wei d, dat u hem niet had begrepen.” tem niet begrepen?” echode de wlnkel- jongeling: „Dat gaat boven mUn pet!” „Uw gedrag ia tamelUk onbegrUpelUk, mister O.”, antwoordde de chef. „Ik zeg nog eens: de man was niet doof en niet' gek! HU scheen zelfs niet aan een boek te denken.” „Hoe is 1 mogelijlf hoe bestaat *t,” riep de verkooper uit, terwUl hij zich met de vlakke hand tegen het voorhoofd sloeg. „We zullen de zaak nu maar laten rusten voor wat ze is, mister G Maar 4ets derge- UJks mag niet meer voorkomen, onthoud dat!” .Maar, mUnheer, Ik ben aan die hèele ge schiedenis zoo onschuldig als een pasgeboren l^ind. U kunt mU toch waarachtig niet verant- woordelUk stellen voor zulke dingen, die alle menschehjk begripsvermogen te boven’ gaan!” „Ik zeg u noc eens, we zullen de zaak nu zoo maar laten maar voortaan wensch ik van zulke scènes In mUn zaak verschoond t< blUven. Ik wilde u niet compromitteeren, andenf had Ik u er bU geroepen." „Daarmee had u me zelfs een dienst bewezen," mompelde de Jongeman, verliet het kantoor en keerde terug naar den winkel, om de goederen op te ruimen, welke de chef had laten liggen. Toen viel zUn blik op een visitekaartje, dat op. den grond lag, juist op de plaats, waar de raad selachtige klant gestaan had. Als een sperwer stortte hij zich op zUn vondst, keek erop en snelde/iachend naar het kantoor van den chef terug. „Het raadsel Is opgelost, mister M riep h!J triomfeerend. „Dit kaartje hier verklaart alles. - Gisterenavond was ik met enkele vrienden In een restaurant en toen ontmoetten wU den be roemden humorist Gothern, zonder hem te ken nen. Daar we een paar glaasjes bier op hadden, kletsten we veel onzin. Ik beweerde ondermeer, dat de kunstenaar erg zwak was in zUn ver mommingen en ik zei, dat ik hem overal en in iedere vermomming zou kunnen ontmaskeren. De humorist bleef in zUn incognito en zei glim lachend, dat je zulke dingen moest probeeren. Kort daarop ging hU heen en toen pas zeiden de anderen mü. wie die onbekende elgenlUk was. Nu heeft hU zeker aan den kellner mUn naam en adres gevraagd en kwam vandaag hier in den winkel om mU eens een flink lesje te lezen. Mister M., vergeef mU m’n onbezonnenheid en den vreemden klant zUn laten we het eerlijk toegeven geslaagd grapje!” Intusschen was de kamerdeur opengegaan en acht jonge mannen kwamen naar bulten op de veranda. Hun hoofden zagen rood van de Canja-jenever, die zU gedronken hadden bU wUze van bemoediging. Met trillende handen nam Beate haar porte feuille uit den koffer. .Mier la mUn trouw-acte!” „Geef op. Dat moet onderzocht worden! Ik sta hier als man Vhn het gezag! Ik....” De andere boeren kwamen dlchterbU en zet ten met veel omhaal hun brillen op. „Caramba, ze Is getrouwd!" „En dat hebt u geheim gehouden?" „U noemt zich juffrouw? Bent u van uw man weggeloopen? Na veertien dagen al?” „Of weggejaagd?" „Wie weet, wat....”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 10