Fruitteelt het z G De avonturen van een verkeersagentje A Zuiden u&Aaal van den daq macht: „U ziet toch, dat wy hier niets anders verkoopen dan yzerwaren: vyien, tangen, bei tels. zagen, messen, scharen, byien enz.!” en by ieder gereedschap dat hy noemde, wees hy met een welsprekend armgebaar naar het betref fende vak. Het systeem van de autowegen fc- in ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1938 1 Friesche producten Brabants oude torens Beate, weet, Initiatief der Heide maatschappij De raadsel achtige klant IN VEILIGHEID 1 wat ie wil von Han*»*" I -- Belangryke handelsorganisaties i c= ■tadi de IS dat HOOFDSTUK XV (Wordt vervolgd) ken, die ook een groote machinerie besteld heeft -4-< GLADDE BANDEN SLIPGEVAAR En toen hy weer boven water was en op den rand van oe vliet stond, bedacht hy, dat hy zijn mooien hengel had ver geten. En wat zou je zonder hengel beginnen, als je weer uit vteschen «41 paan. Ik ga terug, dacht de hengelaar. raamd, deze kosten nu, anno 1938, zooals hier boven vermeld, op circa f 20.000 worden begroot. Na nog twee dagen wachten kreeg Egon een brief van Günter Schliephacke 8ed portal beke .MltJ welke den. de ro Pül Daa JUltj ooeLi lijk di geen i te kui Christ Daa het bi steun. En sens enkel i de Jeui den en van u zielt u toch?" „My niets, mijnheer, maar die man...." en vat V* aai de Chi woi geg bev en i tus, dat ver kra kan Hen lest 4mi ZON «teren mis, 9. Onder tie v<x deze n te ven 's Avol kcerint 'Tot i bet gel middag vrede Hede deellng DON met u ment. lerkostl na het AHerko VRIJ lens; 1 aan Je ZAT! Van de tot ope geschre ’«Mo van ZJ Apostol mis voi legenhe uur. In toen hl) dat gedaan had, beval Keesic hem, maar weer naar boven te klauteren en geen grapjes meer met visschen uit te halen. En de man beloofde alles, ofschoon hy dacht: „Ik vtech toch weer." En toen hij wegging lachten de ondeugende Keeaie en het matroosje hem uit. en ik laat me zeker niet uithuwelijken! En nu verder buenos noches, senhores! Zij stond hoog opgericht; haar gelaat gloeide. Zij voelde instinctief, dat haar hier slechts moed vastberadenheid konden baten. Langzaam de manhen teruggeweken tot aan heelemaal niet zooveel moeite te geven, hoor, hebt u toch met dien mijnheer daar in den wim Binnen acht of tien dagen kunt u het boek ----- die bij de kruising als een „memento den aansuizenden automobilist. Het locaalspoortje, dat hier den autoweg „onbewaakt” kruist, zal spoe dig verdwijnen en men heeft blijkbaar ge meend, dat voor dit korte tijdsverloop een verlegging van het spoor of erti verbree- dlng van het viaduct niet loonend was. Het Is te hopen, dat dit „overgangs”- stadium niet lang meer duurt. Waar wij hier op doelen, is echter de verschillende behandeling, die aan de via ducten is ten deel gevallen. De voornaam ste waarde van een autoweg ligt, meer nog dan In de breedte, in het gescheiden zijn van de twee wegen, zoodat op eiken weg slechts In één richting wordt gereden. Dit beteekent immers voor den automobilist de zekerheid, dat hU niet met tegenliggers te doen krijgt. Terwijl nu vrijwel over de gansche lengte van dezen autosnelweg de A T T a nrVKTKïf'JC sp dit blad Mjn ingevolge <te versekeringsvoorwaarden tegm 17*7 CA levenlange geboete uugMlinnwM tot weiLm door p bfl een ongeval met p 9CA Al «I <r, AKC.jNiMK J ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen T /DU." verbs, van beide armen. beide boenen of beid, oogen T I UU." doodellken afloop T 4ÜU." AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL wel uit New-York laten komen, Westerman wel 601 Paar straten ver te hooren te!! Wat be heert het zeker In voorraad en als u het mij over een paar weken iggnt toezenden, ben ik u erg dankbaar." De winkel-jongeling wist niet, hoe hjj het had; met alle gebaren en mimiek, die hem ten dienste stonden, wees hjj naar de vakken langs de wanden, die tot boven toe met Ijzer- en staal- waren gevuld waren. Daarbij brulde hy uit alle over. Hier belanden we opnieuw by de belang wekkende vraag: hoe komt dat? De Neder- landsche Heldemaatschappy ziet de oorzaak In het gemis aan een gestandaardiseerd product, dat als merkartikel in den handel dient te wor den gebracht. Wel sorteert en verpakt de Ne derlandsche teler goed, maar hy doet zulks, om zoo te zeggen, te veel Individueel. Er moet hier in meer systeem komen, zoodat de consument onmiddeliyk en steeds zal kunnen weten wer- keiyk goed Nederlandsch fruit te koopen. Om dit nu te bereiken heeft het bestuur van de Nederlandsche Heldemaatschappy besloten het merk „Beter Nederlandsch fruit” te doen ontwerpen en te laten patenteeren. Dit merk te voorlooplg nog slechte aan één firma verleend, nameiyk een te Barendrecht gevestigde onder neming. Vla tentoonstellingen e.d. zal het merk artikel aan het consumeerende publiek en aan den handel worden voorgelegd. By het vele goede werk, dat de Nederlandsche Heldemaatschappy reeds ten bate van onzen natlonalen agrarischen vooruitgang verrichtte, verdient dit nieuwe initiatief ongetwyfeld een levendige belangstelling. Vooral ook In de Zul- deiyke provinciën, waar, zooals we zeiden, de fruitteelt een steeds belangryker onderdeel der bodembedryven wordt, zal gevoeld worden hoe een zeer noemenswaardige verandering ten goede ten aanzien van de aspecten der fruit teelt zou kunnen ontstaan, indien met meer succes dan tot dusverre de stryd tegen het In gevoerde fruit kon worden gevoerd. Zond: Maan le afde Dinsd Woen Don d< •fdeelln Natio eindigt Zondi wordt 1 €«houde ktf en teer vel beid zy Plotseling gas geven Bruusk ’t stuur omhalen Krachtig remmen.... Op blad - bedekte herfst- wegen leidt dat 10 tegen 1 tot een riskante slippartij I „Denkt u In ernst....” „Of zyn onze zonen niet goed genoeg voor u?" „Neen. dat te het nietl* den eierhandel. over een slachtery en vrles- inrichtlngen en heeft talryke deskundigen aan zich verbonden voor het geven van alle moge- lyke adviezen, wy meenen hiermede een kort overzicht te hebben gegeven van de moderne wyze Waarop de producten van Frieslands voornaamste welvaartsbron, de veeteelt, wor den verhandeld, een methode die er op gericht te de wereldbekende producten als het ware te omgeven met een muur van waarborgen die den goeden naam van de voortbrengselen moet bestendigen en die in economisch opzicht van sulk een buitengewoon belang te voor de pro vincie. by dezelfde firma als ik en die my naar een flinken ingenieur vroeg. Schryf hem en bied Je diensten aan. Dan ben je niet al te ver weg en kun je me bericht sturen, zoodra je iets hebt bereikt.” Een v AU teven d die dagi thuis u Een v octaaf maal in d« kerk Biecht tegelen, Is voc dan kan cnmidde fen, die de aflas .De H. „Nu, wat is er dan nog? Aloys, haal de jonge lui maar!" .Alstublieft niet!” „Wat beteekent dat: alstublieft niet!?” „Ik ben heelemaal niet van plan te trouwen!" „Wat kan het ons schelen, wat u van plan was? wy hebben het besloten en zoo is het goed!" „Ik wil niet!" „Wilt u niet? Dat is wat anders. Hooren Jullie, vrienden, wy zyn te slecht, waarschyniyk te gewoon. Maar we waren goed genoeg, om haar op te nemen In ons midden!" „Luistert u toch eens naar me! Ik kan im mers niet trouwen!" „Kunt u niet? Waarom niet?" „Omdat ik al getrouwd ben!” „U bent....” ,Jal Ik ben getrouwd. Ik heet in werkeiykheld Beate Dombusch. Als u my niet -gelooft, laat my dan dadeiyk even naar buis gaan! Ik zal het 4i bewyzen „En waar la die man dan?" ,Jk weet het niet!” „Weet u het niet? Hy te zeker in Dultsch- land?” ,jk ben pas veertien dagen voor ik u leerde kennen, in Buenos Aires getrouwd." De farmers keken elkaar aan en Oschaftler zei: ,Laat het bewys zien! Senhores, het schynt my, dat de zaak geweldig interessant wordt. We zullen toch eens zien, wie wy voor hebben!” Beate wilde naar bulten gaan. „Ik ga mee! U zult ons zoo niet ontsnap pen.” „Don Oeorgio is gisteren gekomen. Ik heb hem verteld, hoe alles gegaan was. Hy was natuuriyk eerst heel boos en de armen kleine Ines heeft bitter gehuild, zonder eigeniyk te weten waarom, want we hebben haste natuuriyk niets verteld over je dwaasheid in Buenos Aires, schreven naar een farmer in Restetencla, dien ik Don Georgio weigerde elke medewerking. Je De zonderlinge man knikte begrypend en met zyn stereotypen glimlach antwoordde hy: „fg ben het geheel en al met u eens. halfleeren band, dat te in dit geval het beste. Bestelt u dat maar voor me.” Die laatste twee woorden -f heeft de wijsgeer vergeten, maar voor de meeste men- schen .op straat kan het geen kwaad om ze er nog even bij te zétten! Men schryft ons uit het *Zulden: venals In andere deelen van Nederland te H in den loop der laatste jaren ook In de Zuideiyke provinciën groote aandacht ge schonken aan de fruitteelt. Naast de meer ge vestigde Zuideiyke boomgaardstreken als Zuid- Beveland en Zuid-Limburg traden geleldeiyk andere centra in stygende mate op den voor grond. Met name een aantal Brabantsche ge westen. o.a. de uitgestrekte Meiery, gingen zich steeds meer met de fruitteelt; d w z. als sfzon- deriyk bedrijf <dus niet In combinatie met de boerdery. zooals tot vóór een aantal jaren vry- wel regel was), bezighouden. Boomgaarden van verscheidene hectaren groot kan men momen teel in de betrokken Brabantsche gewesten evenzeer aantreffen als in de Zeeuwsche en Limburgsche fruitteeltstreken. Voor het ove rige dient te worden opgemerkt, dat deze tendenz tot uitbreiding van het nationale fruit- areaal niet een specifiek Zuldeiyke kan wor den genoemd. Zy laat zich over het gëheele land gelden. Dit biykt wel duidelyk uit het feit, dat. terwyi in 1930 het aantal hectaren Neder landsche bodem, voor de fruitteelt aangewend, ca. 35000 bedroeg, deze oppervlakte thans tot meer dan 45000 hectaren te uitgebreid. Behalve de uitbreiding van het aantal hec taren boomgaard vraagt intusschen ook de in terne verbetering van het frultteeltbedryf de aandacht. In vroeger jaren werd onder het op zicht der cultuurmcthodes vry methodeloos te werk gegaan. Maar steeds meer hebben de be grippen sorteeren, verpakken, besproeien, e.d. toegang tot de ryen der gaardeniers verkregen, zoodat men vandaag aan den dag mag zeggen, dat qua cultuur de Nederlandsche fruitteelt on getwijfeld op de hoogte van haar tyd te. Ondanks dat, kan niet worden gezegd, dat het boomgaardbedryf naar die mate rendeerend te als het peil, waarop de teelt staat, zou recht vaardigen. Hoe komt dat? Ziedaar de quinte^r sens van de vraag, die werd te berde gebracht door een der inleiders op de dezer dagen ge houden vyftlgste jaarvergadering van de Ne derlandsche Heldemaatschappy. den heer R. Lysten, Inspecteur der genoemde Maatschappy te Arnhem. Nadat deze spreker erop had gewezen, dat tydens de oorlogsjaren van een luxeproduct, dat het tot dan toe geweest was. het fruit een noodzakeiyk volksvoedsel was geworden voor het Nederlandsche publiek, kwam hy tot behan deling van het voor onze nationale teelt zoo hoogst gewichtige probleem van den bulten- landschen invoer van consumptlefruit. Vrywel onmiddeliyk na het beëindigen van den wereld oorlog heeft de fruithandel der Vereemgde Staten van Amerika zich op Europa geworpen. Deze import ‘ging ook Nederland verre van voorby. Een door wetenschappeiyke cultuur goed gekweekt product, met groote zorg ver pakt en gesorteerd,' vond zyn weg haar den Nederlandschen consument Het Nederlandsche product, ook dat der toenmaals nog schaarsche goede telers, verloor terrein. Intusschen bleef dit verloop van zaken niet zonder invloed op onze kweekers. Men was er van overtuigd, dat slechts perfecte methodes in staat zouden stellen met kans op succes den stryd tegen het geïmporte*de fruit aan te binden. Zoozeer ging het onder dit opzicht vooruit, dat, terwyi in 1922 in Nederland nog slechte twee, zegge twee, motorsproeimachines In gebruik waren, dit aantal in 1938 tot onge veer 600 is opgeloopen. Ook het veilingwezen, het sorteeren en verpakken zyn thans, als zoo danig, wat ze behooren te wezen. Niettemin laten de financieele uitkomsten van de teelt, in haar geheel gezien, te wenschen en zwaar ongeluk, dat dezer dagen op den autoweg AmsterdamDen Haag plaats had, komt opnieuw de aan dacht eischen voor een ernstig gebrek, dat dezen weg aankleeft. De autostrada tus- senen de hoofdstad en de residentie is een pronkstuk van ons wegennet, maar zij is niet zonder feil. Zij heeft zelfs een zeer ern stig gebrek: het gebrek aan systeem Wij doelen hier niet op den éénen on- be waakten overweg, HoofddorpAalsmeer mori" opdoemt voor Intusschen was de kamerdeur opengegaan en acht jonge mannen kwamen naar bulten op de veranda. Hun hoofden zagen rood van de Canja-Jenever, die zy gedronken hadden by wyze van bemoediging. Met trillende handen nam Beate haar porte feuille uit den koffer. „Hier te myn trouw-acte!" „Geef op. Dat moet onderzocht worden! Ik sta hier als man van het gezag! Ik...." De andere boeren kwamen dichterby en zet ten met veel omhaal hun brillen op. „Caramba, ze te getrouwd!" „En dat hebt u geheim gehouden?" „U noemt zich juffrouw? Bent u van uw man weggeloopen? Na veertien dagen al?” „Of weggejaagd?" „Wie weet, wat....” Beate had eerst gezwegen, daar zy een oogen- bllk te verbluft was, om iets te zeggen. Nu had zy haar zelfbeheerschlng teruggekregen. „Caramba! Als jullie vloeken, kan ik het ook! Hier zyn myn papierenIk pas er voor, op dien toon aangesproken te worden! Heb ik me soms niet fatsoeniyk gedragen? Heb ik myn plicht soms niet gedaan? Ben Ik hier gekomen, om uw kinderen te onderwyzen of om uitgehuwe- lykt te worden aan één van uw zoons of onder hen verloot te worden? Schaam u! Ja, schaam u! Verlaat onmiddeliyk dit huls. Het te nog steeds myn woning. Morgen kryg ik van u den wagen tot myn beschikking en kunt u my naar het station ryden, wanneer ik tenminste be- hooriyk betaald ben. Als u wilt, kunt u my er uit gooien, maar ik laat me niet beleedlgen en waren deur. Oschaftler trachtte den Schyn te redden. „Morgen om acht uur gaat u weg!" „Als ik myn geld heb, om zes uur. Hoe eerder hoe liever!” Brommend trokken de mannen af. „Zoo n dulvelsch vrouwmensch! Goed, we het nog maar bytyds ontdekken!” „We zullen bericht zenden naar de stad.” „De politie moet. Scheldend en mopperend gingen de mannen heen, terwyi Beate de houten zonneblinden dicht schoof en zich opsloot, door haar koffer voor de deur te schuiven. Zy nam er haar revolver uit, kaarsen en lucifers, om zich op een .Aangename nachtrust” voor te bereiden. Den toren van Chaam wacht herstelling -j~« r te heugiyk nieuws ten aanzien van den H ouden laat-Gothtechen toren van het Bra- banteche grensdorp Chaam. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen acht nameiyk termen aanwezig op zyn begroeting een bedrag van f 10.000 voor de restauratie van dezen toren uit te trekken. De totale kosten dezer restauratie worden geschat op f20.000 en er bestaat thans, met het rykssubsidle in uit zicht, alle kans, dat dit mooie monument voor verval zal kunnen worden behoed. De toren van Chaam dateert uit het begin der zestiende eeuw. Evenals die uit het dorp Andel (Land van Heusden en Altena) heeft hy een geheel uit baksteen gemetselde spits. Als zoodanig mag het Chaamsche bouwwerk als zeldzaam worden aangemerkt. WIJ herinneren eraan, dat reeds eenige maan den geleden In deze kolommen de toestand van den Chaamschen toren onder de aandacht werd gebracht. Hier dreigt Inderdaad een waardevol bezit, dat ten zeerste onder de Jaren en de be staande onmogeiykheid om tot herstel te komen In verval Is geraakt, verloren te gaan. De'toe stand van den toren, en wel In het byzonder van de spits, te Immers van dien aard, dat elke fiksche storm de meest ernstige gevolgen kan hebben. Het gemeentebestuur van Chaam kan niet wor den beschuldigd te hebben nagelaten «rat op zyn weg lag. Reeds verschillende malen heeft het zich tot Ryk en provincie gewend om subsidie te verkrygen voor de restauratiekosten. Het laatst omstreeks 1930 De tydsomstandlgheden waren toen echter van dien aard, dat subsidie niet kon worden verleend. Dat thans dit hoogdringende werk een goede kans’mafikt binnen niet te langen tijd te wor den ter hand genomen, mag tot voldoening strekken. Hoezeer intussqhen In den loop der latere jaren de tand des tyds voortging aan het monument te knagen, kan een aanwyzing vin den In de omstandigheid, dat, terwyi in 1930 p de kosten der restauratie op f 10.735 werden ge- met een van verontwaardiging opgeblazen hoofd dtechte de verkooper het verhaal op van den klant, die in een yzerwlnkel een boek-in-half- leeren band komt koopen. „Die man te gek, an ders ben ik het." 'besloot hy. .Biyft u maar hier,” derr winkelbediende was het een opluchting den milderen toon te bemerken ,4k zal zelf wel even kyken.” Hoofdschuddend liet mister M. nog geen vijf minuten later den „onmogeiyken" klant uit en kwam toen langzaam naar zyn kantoor terug, waar de verkooper by na berstte van nieuws gierigheid en angst, nu hy gezien had, hoe vlug en kalm die vreeseiyke man door den chef begrepen «n bediend was en hoe hy zich met een knyptang had laten' afschepen. Op het voor hoofd van den chef lag'een duis tere wolk van ontevredenheid. „Ik begryp u Egon voelde zich vrooiyk en bedroefd tegelijk. Kleine, lieve Ines! Haar beeltenis stond hem soo -- gesproken hebben met haar vader en met Donja Theresa, dat Günter hem ook nu nog de helpende hand toestak! Maar toch', wat gaf het? Hoe zou hy, die geen middelen van bestaan had en een vreemdeling was. in dit onmeteiyk land Beate vinden? Nog denzelfden dag schreef hy aan Don Juan de Costa in Santa Eleonora by Restetehcia. Den volgenden avond reeds kwam het *nt' woord: „Verwacht u zoo spoedig mogeiyk.” De zorg voor het dageiyksch brood was ten minste alweer uit de wereld. Weer reed nu achttien uren naar het Noorden. Geel van leem lag de Alto Parana vóór h«n. ook hier nog een reusachtige rivier, die tus- schen steile oevers stroomde. Een nest van een stadje lag aan den oever. Kleine, bont gesch*** derde hulzen; inplaats van een goed hotel, als hy in Santa Fé had gevonden, een Spaan- sche Fanda; maar aan het station wachtte een ruiter op hem. „Senhor Dornbusch.” ,Die ben ik.” kunt het hem niet kwalyk nemen, dat deze man, een echte Argentyn, zeer ryk en door iedereen naar de oogen gezien, niet met beide handen toegrypt, als zijn eenige dochter een Duitscher wil trouwen zonder middelen, die bovendien nog getrouwd is en zich heeft ingela ten met een avontuur, dat volgens Argentyn- SChe inzichten hoogst verwerpelyk is. Hy vindt, Ojenie, neve xnea: naar ueeiheiuo en ik ben het daarin volkomen met hem eens, duidelijk voor oogen! Hoe moest ze over hem dat het huweiyk een kerkeiyke instelling te, waarmee men geen spel mag spelen. Misschien is echter nog niet alles verloren. Het eerste, wat Je moet doen, te, het adres van Je zoo genaamde vrouw uitvinden en je met haar in verbinding stellen. Heb je dat adres en een korte, notarieel bevestigde verklaring van het meisje, dat alles zóó te, als je zegt, dat zy je werkeiyk overrompeld heeft en dat eok zy meende, dat dit huweiyk alleen zou dienen om haar het landen te vergemakkeiyken, zend me dat papier dan. Een echtscheiding is wel mogelyk In Uruguay maar niet In Argentinië. Mis schien te het mogelyk, dat Ik door betrekkin gen in Buenos Aires kan bewerkstelligen, dat een huweiyk, dat, we kunnen gerust zeggen, gesloten werd op voorwaarden, die in stryd zyn met de heiligheid van ’t huweiyk en eveneens met de goede zeden, ongeldig wordt verklaard. Ik zeg je eeriyk, dat Ik al die moeite waar schyniyk niet zou doen voor jou alleen, doch hoofdzakeiyk terwille van kleine Inez en ook omdat ik geloof, dat Je in den grond een goeie kerel bent. Ik heb tegeiyk met dezen brief ge- Gschaftler zag Beate nu trlomfantelyk aan en deze wist niet, wat voor gezicht ze moest setten. „Kort en goed, we zyn hier met ons achten farmers, die allen vooruit gekomen zyn. Toeval lig hebben we allen een zoon, Mlchel en Lasko- witz zelfs twee en Ik drie. Dat doet er niet toe. Alleen de ouderen komen in aanmerking in dit geval. Dat zyn er dus acht. Acht flinke, sterke, viytige mannen. Acht mannen, die leder een farm zullen erven en die nog geen van allen een vrouw hebben, want we willen hier uitslui tend Duiteche meisjes, zy wachten alle acht. Kiest u maar!” Eerst had Beate nog gelachen, toen werd ze steeds meer verlegen. rjat is een zonderlinge grap, senhores. grap? Zien wy er uit, alsof wy gekheid maken ?tv „Het te toch absoluut onmogeiyk.” „Neen! U kunt gerust zyn, onmogeiyk te het heelemaal niet!" essssstsstsi niet, mister O.”, I begon hy streng, „die man was heelemaal niet hardhoorig en ook niet krankzinnig. Hy vroeg op zeer beleef de en kalme manier om een knyptang. Over een boek sprak hy geen woord, doch was wel verbaasd, dat u hem niet had begrepen.” ,Jk hem niet begrepen?” echode de winkel- jongellng. „Dat gaat boven myn pet!" „Uw gedrag te tameiyk onbegrypeiyk, mister G.”, antwoordde de chef. „Ik zeg nog eens: de man was niet doof en niet gekHy scheen zelfs niet aan een boek te denken." „Hoe te t mogelyk, hoe bestaat *t,” riep de verkooper uit, terwijl hy zich met de vlakke hand tegen het voorhoofd sloeg. „We zullen de zaak nu maar laten rusten voor wat ze is, mister G.! Maar iets derge- UJks mag niet meer voorkomen, onthoud dat!" „Maar, mynheer, ik ben aan die heele ge schiedenis zoo onschuldig als een pasgeboren kind. U kunt my toch waarachtig niet verant- woordeiyk stellen voor zulke dingen, die alle menscheiyk begripsvermogen te boven gaan!" „Ik zeg u nog eens, we zullen de zaak nu zoo maar laten maar’ voortaan wensch ik van zulke scènes in myn zaak verschoond te blUven. De wilde u niet compromitteeren, anders had Ik u er by geroepen.” .Daarmee had u me zelfs een dienst bewezen," mompelde de jongeman, verliet het kantoor en keerde terug naar den winkel, om de goederen op te ruimen, welke de chef had laten liggen. Toen viel zyn blik op een visitekaartje, dat op den grond lag, juist op de plaats, waar de raad selachtige klant gestaan had. Als een sperwer stortte hy zich op zyn vondst, keek erop en snelde lachend naar het kantoor van den chef terug. „Het raadsel te opgelost, mister M.1” riep hy triomfeerend. „Dit kaartje hier verklaart alles. Gisterenavond was ik met enkele vrienden in een restaurant en toen ontmoetten wy den be roemden humorist Gothern, zonder hem te ken nen. Daar we een paar glaasjes bier op hadden, kletsten we veel onzin. Ik beweerde ondermeer, dat de kunstenaar erg zwak was in zyn ver mommingen en ik zei, dat ik hem overal en in iedere vermomming zou kunnen ontmaskeren De humorist bleef in zyn incognito en zei glim lachend, dat je zulke dingen moest probeeren. Kort daarop ging hy heen en toen pas zeiden de anderen mij, wie die onbekende eigeniyk was. Nu heeft hy zeker aan den kellner myn naam en adres gevraagd en kwam vandaag hier in den winkel om my eens een flink lesje te lezen. Mister M., vergeef my m’n onbezonnenheid en den vreemden klant zjjn laten we het eerlijk toegeven geslaagd grapje!” De verkooper was de wanhoop naby; die kerel had ze niet alle vyf; hy zag toch wel waar hy was en moest toch, als hy een normaal mensch was, begrypen, dat je by een yzerhandelaar geen boeken kan koopen. Maar wat moest hy nu in 's hemelsnaam doen? Enkele klanten, die wat verder in den win kel stonden, waren door het lulde spreken van den verkooper, dat altyd gevolgd was door eten fluistertoon van den klant, nieuwsgierig ge. worden en aan de situatie, die voor den ver kooper steeds pyniyker werd, moest zoo gauw mogelyk een einde gemaakt worden. Daarom spande hy nog eens alle krachten in en met een ware stentorstem brulde hy den klant in zyn oor, wat er hier in den winkel te koop was en wat niet. Maar de klant antwoordde met stoi- cynache kalmte, dat het op den prys niet soo- zeer aankwam, ate de band maar soiled en smaakVol was. Dat was te veel voor den anders zoo geduldl- gen jongemanIk zal mister M., onzen chef halen,” riep hy ten einde raad en snelde neer het achter den winkel gelegen kantoor. Mister M. had al enkele minuten in de deur van zyn kantoor gestaan en vol verwondering naar het ongewone tumult geluisterd, zoodat hy nu den bediende met gefronst voorhoofd tege moet kwam. „Maar neem me niet kwalyk, mis ter G.,” fluisterde hy vol verontwaardiging, „wat kei gehad? U schreeuwt op een manier, dat het "A r enigeen die, hetzy uit de richting Zwolle, I hetzy van den kant van Groningen, Leeuwarden per trein binnenkomt, (al zich onwillekeurig wel eens hebben afgevraagd waartoe de enorme fabriekscomplexen en op- Magruimten, die haast permanent worden uit gebreid. dienen. Waar het hier voor een belang- ryk deel betreft de handelsorganisatles van den Frieschen landbouw, die zulk een overwe gende plaats innemen in het economisch leven v»n hot gewest, willen wy daarover eens iets «neer naar voren brengen, wy bedoelen in groote trekken weer te geven hoe de producten van Frieslands bodem, melk, boter, kaas, de landbouwproducten en ook het groot- en klelrr vee van den producent, den boer, uitelndeiyk den consument bereiken. Men kan in de wyze waarop zulks geschiedt gedurende de laatste halve eeuw spreken van een radikalen omkeer. In vroeger jaren vormde de markt het eind punt van den afzet van de producten, voor zoover de boer daar rechtstreeks by betrokken was. De gewesteiyke handelaren kochten daar de aangevoerde voortbrengselen op; wat er verder mede gebeurde en welke bestemming er aan werd gegeven, daarvan bemerkte de boer niets. De meer of minder goede reputatie van het product was dan ook voor een groot deel afhankeiyk van den tusschenhandel. Werd door onjuiste behandeling of vermenging een product in dtecrediet gebracht, dan kwamen de nadeelige gevolgen voor een groot deel ten laste van de producenten. Contact tusschen boer en gebruiker bestond er niet en de eerste was onvoldoende bekend met de eiachen die de laatste stelde. Zonder met die eischen rekening te kunnen houden bracht de boer zyn waren naar de markt waar hy genoegen moest nemen met de pryzen die de handelaars wenschten te besteden. Toen omstreeks 1880 bleek dat ten gevolge van deze toestanden vooral het voor naamste Friesche product, de boter, een min der goeden naam begon te krygen, werd Inge zien dat met de oude sleur moest worden ge broken. Op de eerste plaats werd de noodzake- lykheld gevoeld de zuivelbereiding van de boer dery over te brengen naar de fabrieken. Ten gevolge hiervan kwam ook de verkoop In an dere banen. Niet de boer verkocht in het ver volg de boter *en de kaas, zulks geschiedde door de zuivelfabriek, meestal op coöperatieve leest geschoeid en werkende voor rekening van een groep boeren. Sommige fabrieken tracht ten "al spoedig met uitslulten van den tusschen- handel rechtstreeks verbinding aan te knoo- pen met binnen- en bultenlandsche afnemers, maar voor een op zich zelf staande fabriek bleek het op den duur zeer bezwaariyk te zyn een voldoende groot afzetgebied te vindpn. Een en ander had ten gevolge dat In 1898 een be gin werd gemaakt met den opbouw van een groote verkoopsorganisatie voor de producten van het Friesche sulvelbedryt, zooals die op de fabrieken werden verwerkt. Deze organtea- tie, de Friesche Coöperatieve Zuivelexport Ver- j eeniging, viert dus dit jaar haar veertigjarig bestaan. De omzet van'deze,'onder den haam van „Frico” wereldbekende vereeniglng, aan boter, kaas, caseïne, melkpoeder en chocolade melk heeft tegenwoordig een Jaariyksche waar- de van rond twintig mlllloen gulden. De ver eeniglng geeft bovendien technische adviezen aan ongeveer veertig aangesloten fabrieken. Niet alleen boter en kaas, ook andere uit melk bereide producten hebben in latere jaren een belangryk afzetgebied verkregen. In verschil lende gebieden men denke aan de tropen éh aan groote steden levert de geregelde Mnvoer van voldoende en In goeden toestand verkeerende versche melk onoverkomeiyke bezwaren op. De behoefte deed zich derhalve gevoelen om de melk te conserveeren en het te de condensindustrle geweest die er in geslaagd is melk In dusdanig houdbaren toestand te brengen dat vervoer over groote afstanden en langdurige bewaring mogelyk zyn gebleken. Ook In dit opzicht kon een afzonderiyke fa briek niet voldoende resultaat berelkep en weer sloten de coöperaties zich aaneen om In 1914 te stichten de coöperatieve condensfabrlek Friesland, evenals de Frico gevestigd te Leeu- WM-den. Momenteel te deze fabriek op haar ter rein reeds verreweg de grootste van Nederland en nog steeds breiden hare enorme complexen aan den Tynjeweg zich uit. Hare voornaam ste producten zyn gesuikerde gecondenseerde melk, ongesuikerde gecondenseerde melk, ste- 'rlele melk en koffiemelk. Zorgen dus Frico en Friesland voor alles wat den melkafzet betreft, een andere bestaansbron van Friesland te de handel in slachtvee en de export van gebruiks- en fokvee. Hoewel de vee handel zich nog steeds In belangryke mate concentreert op de groote weekmarkten van Leeuwarden en Sneek, hebben de veehouders ook in dit opzicht reeds in 1916 nieuwe wegen ingeslagen door de oprichting van de Friesche .Coöperatieve Export Slachtery, waarvan de groote slachthuizen met ruime hanghallen, koelhuizen en vrleslnrlchtlngen zich bevinden te Akkrum. zy regelt den verkoop van het aan de leden behoorend slachtvee voor zoover het voor export te bestemd. Een tweede onderdeel van dit modem geoutilleerde bedryf te de fabricage van fyne vleeschwaren. terwyi ten slotte de werkzaamheden nog zyn uitgebreid met een afdeellng bestemd voor den aflet van levend fok- en gebrulksvee naar binnen- en buitenland, die Jaariyks tienduizenden stuks vee verhandelt. Ook de pluimveehouderij en de eierhandel hebben hun eigen verkoopsorga nisatie, nameiyk de Noord-Nederlandsche coöperatieve Eiér-, pluimvee-, konynen-, voe der- en fruithandel, by verkorting N-N.C., we derom gevestigd te Leeuwarden. Deze vereenl- ging omvat 16.000 klppenhouders en beschikt over een uiterst streng contróle-apparaat voor y n een yzerwlnkel te Philadelphia kwam een I bejaarde, ietwat ouderwetsch, maar toch zeer ■a correct gekleede heer binnen. Hy leek wel wat op een gepensionneerd ambtenaar. Een der verkooper» ging naar hem toe en -vroeg naar zyn wenschen. De cliënt nam den jongeman eens op en zei toen in het Engelsch, doch met duidelyk hoor-, baar Duitsch accent, op den zachten toon, wel ke hardhoorlgen eigen te: „Ik ben er van overtuigd, dat u een tameiyk groote sorteerlng moderne klassieken in voor- raad hebt, maar of u ook Lewe s .Leven Van Goethe" in de Duiteche vertaling van.van.. Ja, zie je, daar zit juist de kneep. Ik kan na meiyk niet meer op den naam van den verta ler komen. Als ik me niet heel erg vergis, be gint hy met een W. of een V. Het werk te zeer bekend en ik twyfel er geen oogenblik aan, dat u als kundig zakenman al geraden hebt, wat ik tevergeefs in myn herinnering zoek.” De winkelbediende had met stygende ver bazing naar de woorden van den klant geluis terd. Toen deze zweeg en hem met een aan moedigend lachje toeknikte, Antwoordde hy zon der verlegenheid: „U te hier aan het verkeerde adres, mynheer!” De klant glimlachte, alsof hy zeer tevreden was over het antwoord en vervolgde: „O, dat wist ik wel, dat u de vertaling bekend moest zyn; nu kunt u my zeker ook....” Over het gezicht van den Jongeman flitste een straal van begrypen. Hy had nptuuriyk te doen met iemand, die erg hardhuoflg was. Daarom bracht hy zyn mond zoo dicht moge lyk by het oor van den vreemden heer en riep, den ander In de rede vallend, tameiyk luid: „Mynheer, u bent hier niet In een boekhan del, maar. „Uitstekend,” onderbrak hem op zyn beurt de klant en klopte den winkelbediende vertrou- weiyk op den schouder: „U behoeft u voor my beide richtingen door een breeds strook gras gescheiden zijn, zijn de overwegen ge heel verschillend behandeld. Op sommige te de scheiding der richtingen, zij het slechts in den vorm van een richel, ge handhaafd; op andere echter is zij wegge vallen, zoodat de twee richtingen elkaar kunnen ontmoeten, en dat juist, waar de styging van den weg, die een dwarsweg overbrugt, het uitzicht volkomen weg neemt. Op deze punten heeft de in goed geloof snelrijdende automobilist dus de kans, volkomen onverwachts op een af stand van een kleine honderd meter een even snellen tegenligger tegenover zich te vinden. Het te begrijpelijk, dat men bij de over brugging der dwarswegen materiaal en bouwkosten heeft willen besparen en daar om de brugbreedte tot het noodzakelijke heeft herleid door den scheidenden mid denberm zoo smal mogelijk te maken. Dat men dezen echter op sommige punten to taal heeft weggenomen, beteekent een breuk met het systeem zelf van den snel weg en moet dan ook onvermijdelijk tot ongelukken leiden. Op een overzichtelijk vlak punt van den weg zou deze systeem-verloochening nog minder gevaarlijk zijn dan juist bij de via ducten, waar het uitzicht ontbreekt. Daar bij komt dan nog, dat men niet bij alle, doch slechts bij enkele overwegen de schei ding heeft laten wegvallen. Het is dan ook een noodzakelijke eisch, deze enkele gebreken in de systematiek van den overigens voorbeeldigen autoweg weg te nemen. Zij zullen voortdurend ongeluk ken veroorzaken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 24