Fruitteelt
het
z
G
De avonturen van een verkeersagentje
A
Zuiden u&Aaal van den daq
macht: „U ziet toch, dat wy hier niets anders
verkoopen dan yzerwaren: vyien, tangen, bei
tels. zagen, messen, scharen, byien enz.!” en by
ieder gereedschap dat hy noemde, wees hy met
een welsprekend armgebaar naar het betref
fende vak.
Het systeem van
de autowegen
fc-
in
ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1938
1
Friesche producten
Brabants oude torens
Beate, weet,
Initiatief der Heide
maatschappij
De raadsel
achtige klant
IN VEILIGHEID
1 wat ie wil
von Han*»*" I --
Belangryke handelsorganisaties
i
c=
■tadi
de
IS
dat
HOOFDSTUK XV
(Wordt vervolgd)
ken, die ook een groote machinerie besteld heeft
-4-<
GLADDE BANDEN
SLIPGEVAAR
En toen hy weer boven water was en op den rand van oe
vliet stond, bedacht hy, dat hy zijn mooien hengel had ver
geten. En wat zou je zonder hengel beginnen, als je weer uit
vteschen «41 paan. Ik ga terug, dacht de hengelaar.
raamd, deze kosten nu, anno 1938, zooals hier
boven vermeld, op circa f 20.000 worden begroot.
Na nog twee dagen wachten kreeg Egon een
brief van Günter Schliephacke
8ed
portal
beke
.MltJ
welke
den.
de ro
Pül
Daa
JUltj
ooeLi
lijk di
geen i
te kui
Christ
Daa
het bi
steun.
En
sens
enkel i
de Jeui
den en
van u
zielt u toch?"
„My niets, mijnheer, maar die man...." en
vat
V*
aai
de
Chi
woi
geg
bev
en i
tus,
dat
ver
kra
kan
Hen
lest
4mi
ZON
«teren
mis, 9.
Onder
tie v<x
deze n
te ven
's Avol
kcerint
'Tot i
bet gel
middag
vrede
Hede
deellng
DON
met u
ment.
lerkostl
na het
AHerko
VRIJ
lens; 1
aan Je
ZAT!
Van de
tot ope
geschre
’«Mo
van ZJ
Apostol
mis voi
legenhe
uur.
In toen hl) dat gedaan had, beval Keesic hem, maar weer
naar boven te klauteren en geen grapjes meer met visschen uit
te halen. En de man beloofde alles, ofschoon hy dacht: „Ik
vtech toch weer." En toen hij wegging lachten de ondeugende
Keeaie en het matroosje hem uit.
en ik laat me zeker niet uithuwelijken! En nu
verder buenos noches, senhores!
Zij stond hoog opgericht; haar gelaat gloeide.
Zij voelde instinctief, dat haar hier slechts moed
vastberadenheid konden baten. Langzaam
de manhen teruggeweken tot aan
heelemaal niet zooveel moeite te geven, hoor, hebt u toch met dien mijnheer daar in den wim
Binnen acht of tien dagen kunt u het boek -----
die bij de kruising
als een „memento
den aansuizenden
automobilist. Het locaalspoortje, dat hier
den autoweg „onbewaakt” kruist, zal spoe
dig verdwijnen en men heeft blijkbaar ge
meend, dat voor dit korte tijdsverloop een
verlegging van het spoor of erti verbree-
dlng van het viaduct niet loonend was.
Het Is te hopen, dat dit „overgangs”-
stadium niet lang meer duurt.
Waar wij hier op doelen, is echter de
verschillende behandeling, die aan de via
ducten is ten deel gevallen. De voornaam
ste waarde van een autoweg ligt, meer nog
dan In de breedte, in het gescheiden zijn
van de twee wegen, zoodat op eiken weg
slechts In één richting wordt gereden. Dit
beteekent immers voor den automobilist
de zekerheid, dat hU niet met tegenliggers
te doen krijgt. Terwijl nu vrijwel over de
gansche lengte van dezen autosnelweg de
A T T a nrVKTKïf'JC sp dit blad Mjn ingevolge <te versekeringsvoorwaarden tegm 17*7 CA levenlange geboete uugMlinnwM tot weiLm door p bfl een ongeval met p 9CA
Al «I <r, AKC.jNiMK J ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen T /DU." verbs, van beide armen. beide boenen of beid, oogen T I UU." doodellken afloop T 4ÜU."
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
wel uit New-York laten komen, Westerman wel 601 Paar straten ver te hooren te!! Wat be
heert het zeker In voorraad en als u het mij
over een paar weken iggnt toezenden, ben ik
u erg dankbaar."
De winkel-jongeling wist niet, hoe hjj het
had; met alle gebaren en mimiek, die hem ten
dienste stonden, wees hjj naar de vakken langs
de wanden, die tot boven toe met Ijzer- en staal-
waren gevuld waren. Daarbij brulde hy uit alle
over. Hier belanden we opnieuw by de belang
wekkende vraag: hoe komt dat? De Neder-
landsche Heldemaatschappy ziet de oorzaak In
het gemis aan een gestandaardiseerd product,
dat als merkartikel in den handel dient te wor
den gebracht. Wel sorteert en verpakt de Ne
derlandsche teler goed, maar hy doet zulks, om
zoo te zeggen, te veel Individueel. Er moet hier
in meer systeem komen, zoodat de consument
onmiddeliyk en steeds zal kunnen weten wer-
keiyk goed Nederlandsch fruit te koopen.
Om dit nu te bereiken heeft het bestuur van
de Nederlandsche Heldemaatschappy besloten
het merk „Beter Nederlandsch fruit” te doen
ontwerpen en te laten patenteeren. Dit merk
te voorlooplg nog slechte aan één firma verleend,
nameiyk een te Barendrecht gevestigde onder
neming. Vla tentoonstellingen e.d. zal het merk
artikel aan het consumeerende publiek en aan
den handel worden voorgelegd.
By het vele goede werk, dat de Nederlandsche
Heldemaatschappy reeds ten bate van onzen
natlonalen agrarischen vooruitgang verrichtte,
verdient dit nieuwe initiatief ongetwyfeld een
levendige belangstelling. Vooral ook In de Zul-
deiyke provinciën, waar, zooals we zeiden, de
fruitteelt een steeds belangryker onderdeel der
bodembedryven wordt, zal gevoeld worden hoe
een zeer noemenswaardige verandering ten
goede ten aanzien van de aspecten der fruit
teelt zou kunnen ontstaan, indien met meer
succes dan tot dusverre de stryd tegen het In
gevoerde fruit kon worden gevoerd.
Zond:
Maan
le afde
Dinsd
Woen
Don d<
•fdeelln
Natio
eindigt
Zondi
wordt 1
€«houde
ktf en
teer vel
beid zy
Plotseling gas geven
Bruusk ’t stuur omhalen
Krachtig remmen....
Op blad - bedekte herfst-
wegen leidt dat 10 tegen 1
tot een riskante slippartij I
„Denkt u In ernst....”
„Of zyn onze zonen niet goed genoeg voor u?"
„Neen. dat te het nietl*
den eierhandel. over een slachtery en vrles-
inrichtlngen en heeft talryke deskundigen aan
zich verbonden voor het geven van alle moge-
lyke adviezen, wy meenen hiermede een kort
overzicht te hebben gegeven van de moderne
wyze Waarop de producten van Frieslands
voornaamste welvaartsbron, de veeteelt, wor
den verhandeld, een methode die er op gericht
te de wereldbekende producten als het ware te
omgeven met een muur van waarborgen die
den goeden naam van de voortbrengselen moet
bestendigen en die in economisch opzicht van
sulk een buitengewoon belang te voor de pro
vincie.
by dezelfde firma als ik en die my naar een
flinken ingenieur vroeg. Schryf hem en bied Je
diensten aan. Dan ben je niet al te ver weg en
kun je me bericht sturen, zoodra je iets hebt
bereikt.”
Een v
AU
teven d
die dagi
thuis u
Een v
octaaf
maal in
d« kerk
Biecht
tegelen,
Is voc
dan kan
cnmidde
fen, die
de aflas
.De H.
„Nu, wat is er dan nog? Aloys, haal de jonge
lui maar!"
.Alstublieft niet!”
„Wat beteekent dat: alstublieft niet!?”
„Ik ben heelemaal niet van plan te trouwen!"
„Wat kan het ons schelen, wat u van plan
was? wy hebben het besloten en zoo is het
goed!"
„Ik wil niet!"
„Wilt u niet? Dat is wat anders. Hooren
Jullie, vrienden, wy zyn te slecht, waarschyniyk
te gewoon. Maar we waren goed genoeg, om
haar op te nemen In ons midden!"
„Luistert u toch eens naar me! Ik kan im
mers niet trouwen!"
„Kunt u niet? Waarom niet?"
„Omdat ik al getrouwd ben!”
„U bent....”
,Jal Ik ben getrouwd. Ik heet in werkeiykheld
Beate Dombusch. Als u my niet -gelooft, laat
my dan dadeiyk even naar buis gaan! Ik zal
het 4i bewyzen
„En waar la die man dan?"
,Jk weet het niet!”
„Weet u het niet? Hy te zeker in Dultsch-
land?”
,jk ben pas veertien dagen voor ik u leerde
kennen, in Buenos Aires getrouwd."
De farmers keken elkaar aan en Oschaftler
zei: ,Laat het bewys zien! Senhores, het schynt
my, dat de zaak geweldig interessant wordt.
We zullen toch eens zien, wie wy voor hebben!”
Beate wilde naar bulten gaan.
„Ik ga mee! U zult ons zoo niet ontsnap
pen.”
„Don Oeorgio is gisteren gekomen. Ik heb
hem verteld, hoe alles gegaan was. Hy was
natuuriyk eerst heel boos en de armen kleine
Ines heeft bitter gehuild, zonder eigeniyk te
weten waarom, want we hebben haste natuuriyk
niets verteld over je dwaasheid in Buenos Aires, schreven naar een farmer in Restetencla, dien ik
Don Georgio weigerde elke medewerking. Je
De zonderlinge man knikte begrypend en met
zyn stereotypen glimlach antwoordde hy: „fg
ben het geheel en al met u eens. halfleeren
band, dat te in dit geval het beste. Bestelt u
dat maar voor me.”
Die laatste twee woorden
-f heeft de wijsgeer vergeten,
maar voor de meeste men-
schen .op straat kan het
geen kwaad om ze er nog
even bij te zétten!
Men schryft ons uit het *Zulden:
venals In andere deelen van Nederland te
H in den loop der laatste jaren ook In de
Zuideiyke provinciën groote aandacht ge
schonken aan de fruitteelt. Naast de meer ge
vestigde Zuideiyke boomgaardstreken als Zuid-
Beveland en Zuid-Limburg traden geleldeiyk
andere centra in stygende mate op den voor
grond. Met name een aantal Brabantsche ge
westen. o.a. de uitgestrekte Meiery, gingen zich
steeds meer met de fruitteelt; d w z. als sfzon-
deriyk bedrijf <dus niet In combinatie met de
boerdery. zooals tot vóór een aantal jaren vry-
wel regel was), bezighouden. Boomgaarden van
verscheidene hectaren groot kan men momen
teel in de betrokken Brabantsche gewesten
evenzeer aantreffen als in de Zeeuwsche en
Limburgsche fruitteeltstreken. Voor het ove
rige dient te worden opgemerkt, dat deze
tendenz tot uitbreiding van het nationale fruit-
areaal niet een specifiek Zuldeiyke kan wor
den genoemd. Zy laat zich over het gëheele
land gelden. Dit biykt wel duidelyk uit het feit,
dat. terwyi in 1930 het aantal hectaren Neder
landsche bodem, voor de fruitteelt aangewend,
ca. 35000 bedroeg, deze oppervlakte thans tot
meer dan 45000 hectaren te uitgebreid.
Behalve de uitbreiding van het aantal hec
taren boomgaard vraagt intusschen ook de in
terne verbetering van het frultteeltbedryf de
aandacht. In vroeger jaren werd onder het op
zicht der cultuurmcthodes vry methodeloos te
werk gegaan. Maar steeds meer hebben de be
grippen sorteeren, verpakken, besproeien, e.d.
toegang tot de ryen der gaardeniers verkregen,
zoodat men vandaag aan den dag mag zeggen,
dat qua cultuur de Nederlandsche fruitteelt on
getwijfeld op de hoogte van haar tyd te.
Ondanks dat, kan niet worden gezegd, dat
het boomgaardbedryf naar die mate rendeerend
te als het peil, waarop de teelt staat, zou recht
vaardigen. Hoe komt dat? Ziedaar de quinte^r
sens van de vraag, die werd te berde gebracht
door een der inleiders op de dezer dagen ge
houden vyftlgste jaarvergadering van de Ne
derlandsche Heldemaatschappy. den heer R.
Lysten, Inspecteur der genoemde Maatschappy
te Arnhem.
Nadat deze spreker erop had gewezen, dat
tydens de oorlogsjaren van een luxeproduct,
dat het tot dan toe geweest was. het fruit een
noodzakeiyk volksvoedsel was geworden voor
het Nederlandsche publiek, kwam hy tot behan
deling van het voor onze nationale teelt zoo
hoogst gewichtige probleem van den bulten-
landschen invoer van consumptlefruit. Vrywel
onmiddeliyk na het beëindigen van den wereld
oorlog heeft de fruithandel der Vereemgde
Staten van Amerika zich op Europa geworpen.
Deze import ‘ging ook Nederland verre van
voorby. Een door wetenschappeiyke cultuur
goed gekweekt product, met groote zorg ver
pakt en gesorteerd,' vond zyn weg haar den
Nederlandschen consument Het Nederlandsche
product, ook dat der toenmaals nog schaarsche
goede telers, verloor terrein.
Intusschen bleef dit verloop van zaken niet
zonder invloed op onze kweekers. Men was er
van overtuigd, dat slechts perfecte methodes in
staat zouden stellen met kans op succes den
stryd tegen het geïmporte*de fruit aan te
binden. Zoozeer ging het onder dit opzicht
vooruit, dat, terwyi in 1922 in Nederland nog
slechte twee, zegge twee, motorsproeimachines
In gebruik waren, dit aantal in 1938 tot onge
veer 600 is opgeloopen. Ook het veilingwezen,
het sorteeren en verpakken zyn thans, als zoo
danig, wat ze behooren te wezen.
Niettemin laten de financieele uitkomsten
van de teelt, in haar geheel gezien, te wenschen
en zwaar ongeluk, dat dezer dagen op
den autoweg AmsterdamDen Haag
plaats had, komt opnieuw de aan
dacht eischen voor een ernstig gebrek, dat
dezen weg aankleeft. De autostrada tus-
senen de hoofdstad en de residentie is een
pronkstuk van ons wegennet, maar zij is
niet zonder feil. Zij heeft zelfs een zeer ern
stig gebrek: het gebrek aan systeem
Wij doelen hier niet op den éénen on-
be waakten overweg,
HoofddorpAalsmeer
mori" opdoemt voor
Intusschen was de kamerdeur opengegaan
en acht jonge mannen kwamen naar bulten op
de veranda. Hun hoofden zagen rood van de
Canja-Jenever, die zy gedronken hadden by
wyze van bemoediging.
Met trillende handen nam Beate haar porte
feuille uit den koffer.
„Hier te myn trouw-acte!"
„Geef op. Dat moet onderzocht worden! Ik
sta hier als man van het gezag! Ik...."
De andere boeren kwamen dichterby en zet
ten met veel omhaal hun brillen op.
„Caramba, ze te getrouwd!"
„En dat hebt u geheim gehouden?"
„U noemt zich juffrouw? Bent u van uw man
weggeloopen? Na veertien dagen al?”
„Of weggejaagd?"
„Wie weet, wat....”
Beate had eerst gezwegen, daar zy een oogen-
bllk te verbluft was, om iets te zeggen. Nu had
zy haar zelfbeheerschlng teruggekregen.
„Caramba! Als jullie vloeken, kan ik het ook!
Hier zyn myn papierenIk pas er voor, op dien
toon aangesproken te worden! Heb ik me soms
niet fatsoeniyk gedragen? Heb ik myn plicht
soms niet gedaan? Ben Ik hier gekomen, om
uw kinderen te onderwyzen of om uitgehuwe-
lykt te worden aan één van uw zoons of onder
hen verloot te worden? Schaam u! Ja, schaam
u! Verlaat onmiddeliyk dit huls. Het te nog
steeds myn woning. Morgen kryg ik van u den
wagen tot myn beschikking en kunt u my naar
het station ryden, wanneer ik tenminste be-
hooriyk betaald ben. Als u wilt, kunt u my er
uit gooien, maar ik laat me niet beleedlgen
en
waren
deur.
Oschaftler trachtte den Schyn te redden.
„Morgen om acht uur gaat u weg!"
„Als ik myn geld heb, om zes uur. Hoe eerder
hoe liever!”
Brommend trokken de mannen af.
„Zoo n dulvelsch vrouwmensch! Goed,
we het nog maar bytyds ontdekken!”
„We zullen bericht zenden naar de stad.”
„De politie moet.
Scheldend en mopperend gingen de mannen
heen, terwyi Beate de houten zonneblinden
dicht schoof en zich opsloot, door haar koffer
voor de deur te schuiven. Zy nam er haar
revolver uit, kaarsen en lucifers, om zich op een
.Aangename nachtrust” voor te bereiden.
Den toren van Chaam wacht
herstelling
-j~« r te heugiyk nieuws ten aanzien van den
H ouden laat-Gothtechen toren van het Bra-
banteche grensdorp Chaam. De Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen acht
nameiyk termen aanwezig op zyn begroeting een
bedrag van f 10.000 voor de restauratie van
dezen toren uit te trekken. De totale kosten
dezer restauratie worden geschat op f20.000 en
er bestaat thans, met het rykssubsidle in uit
zicht, alle kans, dat dit mooie monument voor
verval zal kunnen worden behoed.
De toren van Chaam dateert uit het begin
der zestiende eeuw. Evenals die uit het dorp
Andel (Land van Heusden en Altena) heeft
hy een geheel uit baksteen gemetselde spits.
Als zoodanig mag het Chaamsche bouwwerk
als zeldzaam worden aangemerkt.
WIJ herinneren eraan, dat reeds eenige maan
den geleden In deze kolommen de toestand van
den Chaamschen toren onder de aandacht werd
gebracht. Hier dreigt Inderdaad een waardevol
bezit, dat ten zeerste onder de Jaren en de be
staande onmogeiykheid om tot herstel te komen
In verval Is geraakt, verloren te gaan. De'toe
stand van den toren, en wel In het byzonder
van de spits, te Immers van dien aard, dat elke
fiksche storm de meest ernstige gevolgen kan
hebben.
Het gemeentebestuur van Chaam kan niet wor
den beschuldigd te hebben nagelaten «rat op zyn
weg lag. Reeds verschillende malen heeft het
zich tot Ryk en provincie gewend om subsidie
te verkrygen voor de restauratiekosten. Het
laatst omstreeks 1930 De tydsomstandlgheden
waren toen echter van dien aard, dat subsidie
niet kon worden verleend.
Dat thans dit hoogdringende werk een goede
kans’mafikt binnen niet te langen tijd te wor
den ter hand genomen, mag tot voldoening
strekken. Hoezeer intussqhen In den loop der
latere jaren de tand des tyds voortging aan het
monument te knagen, kan een aanwyzing vin
den In de omstandigheid, dat, terwyi in 1930
p de kosten der restauratie op f 10.735 werden ge-
met een van verontwaardiging opgeblazen hoofd
dtechte de verkooper het verhaal op van den
klant, die in een yzerwlnkel een boek-in-half-
leeren band komt koopen. „Die man te gek, an
ders ben ik het." 'besloot hy.
.Biyft u maar hier,” derr winkelbediende
was het een opluchting den milderen toon te
bemerken ,4k zal zelf wel even kyken.”
Hoofdschuddend liet mister M. nog geen vijf
minuten later den „onmogeiyken" klant uit en
kwam toen langzaam naar zyn kantoor terug,
waar de verkooper by na berstte van nieuws
gierigheid en angst, nu hy gezien had, hoe vlug
en kalm die vreeseiyke man door den chef
begrepen «n bediend was en hoe hy zich met
een knyptang had laten' afschepen.
Op het voor
hoofd van den
chef lag'een duis
tere wolk van
ontevredenheid.
„Ik begryp u
Egon voelde zich vrooiyk en bedroefd tegelijk.
Kleine, lieve Ines! Haar beeltenis stond hem soo
--
gesproken hebben met haar vader en met
Donja Theresa, dat Günter hem ook nu nog de
helpende hand toestak!
Maar toch', wat gaf het? Hoe zou hy, die geen
middelen van bestaan had en een vreemdeling
was. in dit onmeteiyk land Beate vinden?
Nog denzelfden dag schreef hy aan Don Juan
de Costa in Santa Eleonora by Restetehcia.
Den volgenden avond reeds kwam het *nt'
woord:
„Verwacht u zoo spoedig mogeiyk.”
De zorg voor het dageiyksch brood was ten
minste alweer uit de wereld. Weer reed nu
achttien uren naar het Noorden.
Geel van leem lag de Alto Parana vóór h«n.
ook hier nog een reusachtige rivier, die tus-
schen steile oevers stroomde. Een nest van een
stadje lag aan den oever. Kleine, bont gesch***
derde hulzen; inplaats van een goed hotel,
als hy in Santa Fé had gevonden, een Spaan-
sche Fanda; maar aan het station wachtte een
ruiter op hem.
„Senhor Dornbusch.”
,Die ben ik.”
kunt het hem niet kwalyk nemen, dat deze
man, een echte Argentyn, zeer ryk en door
iedereen naar de oogen gezien, niet met beide
handen toegrypt, als zijn eenige dochter een
Duitscher wil trouwen zonder middelen, die
bovendien nog getrouwd is en zich heeft ingela
ten met een avontuur, dat volgens Argentyn-
SChe inzichten hoogst verwerpelyk is. Hy vindt, Ojenie, neve xnea: naar ueeiheiuo
en ik ben het daarin volkomen met hem eens, duidelijk voor oogen! Hoe moest ze over hem
dat het huweiyk een kerkeiyke instelling te,
waarmee men geen spel mag spelen. Misschien
is echter nog niet alles verloren. Het eerste,
wat Je moet doen, te, het adres van Je zoo
genaamde vrouw uitvinden en je met haar in
verbinding stellen. Heb je dat adres en een
korte, notarieel bevestigde verklaring van het
meisje, dat alles zóó te, als je zegt, dat zy je
werkeiyk overrompeld heeft en dat eok zy
meende, dat dit huweiyk alleen zou dienen om
haar het landen te vergemakkeiyken, zend me
dat papier dan. Een echtscheiding is wel mogelyk
In Uruguay maar niet In Argentinië. Mis
schien te het mogelyk, dat Ik door betrekkin
gen in Buenos Aires kan bewerkstelligen, dat
een huweiyk, dat, we kunnen gerust zeggen,
gesloten werd op voorwaarden, die in stryd zyn
met de heiligheid van ’t huweiyk en eveneens
met de goede zeden, ongeldig wordt verklaard.
Ik zeg je eeriyk, dat Ik al die moeite waar
schyniyk niet zou doen voor jou alleen, doch
hoofdzakeiyk terwille van kleine Inez en ook
omdat ik geloof, dat Je in den grond een goeie
kerel bent. Ik heb tegeiyk met dezen brief ge-
Gschaftler zag Beate nu trlomfantelyk aan
en deze wist niet, wat voor gezicht ze moest
setten.
„Kort en goed, we zyn hier met ons achten
farmers, die allen vooruit gekomen zyn. Toeval
lig hebben we allen een zoon, Mlchel en Lasko-
witz zelfs twee en Ik drie. Dat doet er niet toe.
Alleen de ouderen komen in aanmerking in dit
geval. Dat zyn er dus acht. Acht flinke, sterke,
viytige mannen. Acht mannen, die leder een
farm zullen erven en die nog geen van allen
een vrouw hebben, want we willen hier uitslui
tend Duiteche meisjes, zy wachten alle acht.
Kiest u maar!”
Eerst had Beate nog gelachen, toen werd ze
steeds meer verlegen.
rjat is een zonderlinge grap, senhores.
grap? Zien wy er uit, alsof wy gekheid
maken ?tv
„Het te toch absoluut onmogeiyk.”
„Neen! U kunt gerust zyn, onmogeiyk te het
heelemaal niet!"
essssstsstsi
niet, mister O.”, I
begon hy streng,
„die man was heelemaal niet hardhoorig en
ook niet krankzinnig. Hy vroeg op zeer beleef
de en kalme manier om een knyptang. Over
een boek sprak hy geen woord, doch was wel
verbaasd, dat u hem niet had begrepen.”
,Jk hem niet begrepen?” echode de winkel-
jongellng. „Dat gaat boven myn pet!"
„Uw gedrag te tameiyk onbegrypeiyk, mister
G.”, antwoordde de chef. „Ik zeg nog eens: de
man was niet doof en niet gekHy scheen zelfs
niet aan een boek te denken."
„Hoe te t mogelyk, hoe bestaat *t,” riep de
verkooper uit, terwijl hy zich met de vlakke
hand tegen het voorhoofd sloeg.
„We zullen de zaak nu maar laten rusten
voor wat ze is, mister G.! Maar iets derge-
UJks mag niet meer voorkomen, onthoud dat!"
„Maar, mynheer, ik ben aan die heele ge
schiedenis zoo onschuldig als een pasgeboren
kind. U kunt my toch waarachtig niet verant-
woordeiyk stellen voor zulke dingen, die alle
menscheiyk begripsvermogen te boven gaan!"
„Ik zeg u nog eens, we zullen de zaak nu zoo
maar laten maar’ voortaan wensch ik van zulke
scènes in myn zaak verschoond te blUven. De
wilde u niet compromitteeren, anders had Ik u
er by geroepen.”
.Daarmee had u me zelfs een dienst bewezen,"
mompelde de jongeman, verliet het kantoor en
keerde terug naar den winkel, om de goederen
op te ruimen, welke de chef had laten liggen.
Toen viel zyn blik op een visitekaartje, dat op
den grond lag, juist op de plaats, waar de raad
selachtige klant gestaan had. Als een sperwer
stortte hy zich op zyn vondst, keek erop en
snelde lachend naar het kantoor van den chef
terug.
„Het raadsel te opgelost, mister M.1” riep hy
triomfeerend. „Dit kaartje hier verklaart alles.
Gisterenavond was ik met enkele vrienden in
een restaurant en toen ontmoetten wy den be
roemden humorist Gothern, zonder hem te ken
nen. Daar we een paar glaasjes bier op hadden,
kletsten we veel onzin. Ik beweerde ondermeer,
dat de kunstenaar erg zwak was in zyn ver
mommingen en ik zei, dat ik hem overal en in
iedere vermomming zou kunnen ontmaskeren
De humorist bleef in zyn incognito en zei glim
lachend, dat je zulke dingen moest probeeren.
Kort daarop ging hy heen en toen pas zeiden
de anderen mij, wie die onbekende eigeniyk was.
Nu heeft hy zeker aan den kellner myn naam
en adres gevraagd en kwam vandaag hier in den
winkel om my eens een flink lesje te lezen.
Mister M., vergeef my m’n onbezonnenheid en
den vreemden klant zjjn laten we het eerlijk
toegeven geslaagd grapje!”
De verkooper was de wanhoop naby; die kerel
had ze niet alle vyf; hy zag toch wel waar hy
was en moest toch, als hy een normaal mensch
was, begrypen, dat je by een yzerhandelaar geen
boeken kan koopen. Maar wat moest hy nu in
's hemelsnaam doen?
Enkele klanten, die wat verder in den win
kel stonden, waren door het lulde spreken van
den verkooper, dat altyd gevolgd was door eten
fluistertoon van den klant, nieuwsgierig ge.
worden en aan de situatie, die voor den ver
kooper steeds pyniyker werd, moest zoo gauw
mogelyk een einde gemaakt worden. Daarom
spande hy nog eens alle krachten in en met
een ware stentorstem brulde hy den klant in
zyn oor, wat er hier in den winkel te koop was
en wat niet. Maar de klant antwoordde met stoi-
cynache kalmte, dat het op den prys niet soo-
zeer aankwam, ate de band maar soiled en
smaakVol was.
Dat was te veel voor den anders zoo geduldl-
gen jongemanIk zal mister M., onzen chef
halen,” riep hy ten einde raad en snelde neer
het achter den winkel gelegen kantoor.
Mister M. had al enkele minuten in de deur
van zyn kantoor gestaan en vol verwondering
naar het ongewone tumult geluisterd, zoodat hy
nu den bediende met gefronst voorhoofd tege
moet kwam. „Maar neem me niet kwalyk, mis
ter G.,” fluisterde hy vol verontwaardiging, „wat
kei gehad? U schreeuwt op een manier, dat het
"A r enigeen die, hetzy uit de richting Zwolle,
I hetzy van den kant van Groningen,
Leeuwarden per trein binnenkomt, (al
zich onwillekeurig wel eens hebben afgevraagd
waartoe de enorme fabriekscomplexen en op-
Magruimten, die haast permanent worden uit
gebreid. dienen. Waar het hier voor een belang-
ryk deel betreft de handelsorganisatles van
den Frieschen landbouw, die zulk een overwe
gende plaats innemen in het economisch leven
v»n hot gewest, willen wy daarover eens iets
«neer naar voren brengen, wy bedoelen in
groote trekken weer te geven hoe de producten
van Frieslands bodem, melk, boter, kaas, de
landbouwproducten en ook het groot- en klelrr
vee van den producent, den boer, uitelndeiyk
den consument bereiken. Men kan in de wyze
waarop zulks geschiedt gedurende de laatste
halve eeuw spreken van een radikalen omkeer.
In vroeger jaren vormde de markt het eind
punt van den afzet van de producten, voor
zoover de boer daar rechtstreeks by betrokken
was. De gewesteiyke handelaren kochten daar
de aangevoerde voortbrengselen op; wat er
verder mede gebeurde en welke bestemming er
aan werd gegeven, daarvan bemerkte de boer
niets. De meer of minder goede reputatie van
het product was dan ook voor een groot deel
afhankeiyk van den tusschenhandel. Werd
door onjuiste behandeling of vermenging een
product in dtecrediet gebracht, dan kwamen
de nadeelige gevolgen voor een groot deel ten
laste van de producenten. Contact tusschen
boer en gebruiker bestond er niet en de eerste
was onvoldoende bekend met de eiachen die de
laatste stelde. Zonder met die eischen rekening
te kunnen houden bracht de boer zyn waren
naar de markt waar hy genoegen moest nemen
met de pryzen die de handelaars wenschten te
besteden. Toen omstreeks 1880 bleek dat ten
gevolge van deze toestanden vooral het voor
naamste Friesche product, de boter, een min
der goeden naam begon te krygen, werd Inge
zien dat met de oude sleur moest worden ge
broken. Op de eerste plaats werd de noodzake-
lykheld gevoeld de zuivelbereiding van de boer
dery over te brengen naar de fabrieken. Ten
gevolge hiervan kwam ook de verkoop In an
dere banen. Niet de boer verkocht in het ver
volg de boter *en de kaas, zulks geschiedde
door de zuivelfabriek, meestal op coöperatieve
leest geschoeid en werkende voor rekening van
een groep boeren. Sommige fabrieken tracht
ten "al spoedig met uitslulten van den tusschen-
handel rechtstreeks verbinding aan te knoo-
pen met binnen- en bultenlandsche afnemers,
maar voor een op zich zelf staande fabriek
bleek het op den duur zeer bezwaariyk te zyn
een voldoende groot afzetgebied te vindpn. Een
en ander had ten gevolge dat In 1898 een be
gin werd gemaakt met den opbouw van een
groote verkoopsorganisatie voor de producten
van het Friesche sulvelbedryt, zooals die op
de fabrieken werden verwerkt. Deze organtea-
tie, de Friesche Coöperatieve Zuivelexport Ver- j
eeniging, viert dus dit jaar haar veertigjarig
bestaan. De omzet van'deze,'onder den haam
van „Frico” wereldbekende vereeniglng, aan
boter, kaas, caseïne, melkpoeder en chocolade
melk heeft tegenwoordig een Jaariyksche waar-
de van rond twintig mlllloen gulden. De ver
eeniglng geeft bovendien technische adviezen
aan ongeveer veertig aangesloten fabrieken.
Niet alleen boter en kaas, ook andere uit melk
bereide producten hebben in latere jaren een
belangryk afzetgebied verkregen. In verschil
lende gebieden men denke aan de tropen
éh aan groote steden levert de geregelde
Mnvoer van voldoende en In goeden toestand
verkeerende versche melk onoverkomeiyke
bezwaren op. De behoefte deed zich derhalve
gevoelen om de melk te conserveeren en het
te de condensindustrle geweest die er in geslaagd
is melk In dusdanig houdbaren toestand te
brengen dat vervoer over groote afstanden en
langdurige bewaring mogelyk zyn gebleken.
Ook In dit opzicht kon een afzonderiyke fa
briek niet voldoende resultaat berelkep en
weer sloten de coöperaties zich aaneen om In
1914 te stichten de coöperatieve condensfabrlek
Friesland, evenals de Frico gevestigd te Leeu-
WM-den. Momenteel te deze fabriek op haar ter
rein reeds verreweg de grootste van Nederland
en nog steeds breiden hare enorme complexen
aan den Tynjeweg zich uit. Hare voornaam
ste producten zyn gesuikerde gecondenseerde
melk, ongesuikerde gecondenseerde melk, ste-
'rlele melk en koffiemelk.
Zorgen dus Frico en Friesland voor alles wat
den melkafzet betreft, een andere bestaansbron
van Friesland te de handel in slachtvee en de
export van gebruiks- en fokvee. Hoewel de vee
handel zich nog steeds In belangryke mate
concentreert op de groote weekmarkten van
Leeuwarden en Sneek, hebben de veehouders
ook in dit opzicht reeds in 1916 nieuwe wegen
ingeslagen door de oprichting van de Friesche
.Coöperatieve Export Slachtery, waarvan de
groote slachthuizen met ruime hanghallen,
koelhuizen en vrleslnrlchtlngen zich bevinden
te Akkrum. zy regelt den verkoop van het aan
de leden behoorend slachtvee voor zoover het
voor export te bestemd. Een tweede onderdeel
van dit modem geoutilleerde bedryf te de
fabricage van fyne vleeschwaren. terwyi ten
slotte de werkzaamheden nog zyn uitgebreid
met een afdeellng bestemd voor den aflet van
levend fok- en gebrulksvee naar binnen- en
buitenland, die Jaariyks tienduizenden stuks
vee verhandelt. Ook de pluimveehouderij en
de eierhandel hebben hun eigen verkoopsorga
nisatie, nameiyk de Noord-Nederlandsche
coöperatieve Eiér-, pluimvee-, konynen-, voe
der- en fruithandel, by verkorting N-N.C., we
derom gevestigd te Leeuwarden. Deze vereenl-
ging omvat 16.000 klppenhouders en beschikt
over een uiterst streng contróle-apparaat voor
y n een yzerwlnkel te Philadelphia kwam een
I bejaarde, ietwat ouderwetsch, maar toch zeer
■a correct gekleede heer binnen. Hy leek wel
wat op een gepensionneerd ambtenaar. Een der
verkooper» ging naar hem toe en -vroeg naar
zyn wenschen.
De cliënt nam den jongeman eens op en zei
toen in het Engelsch, doch met duidelyk hoor-,
baar Duitsch accent, op den zachten toon, wel
ke hardhoorlgen eigen te:
„Ik ben er van overtuigd, dat u een tameiyk
groote sorteerlng moderne klassieken in voor-
raad hebt, maar of u ook Lewe s .Leven Van
Goethe" in de Duiteche vertaling van.van..
Ja, zie je, daar zit juist de kneep. Ik kan na
meiyk niet meer op den naam van den verta
ler komen. Als ik me niet heel erg vergis, be
gint hy met een W. of een V. Het werk te zeer
bekend en ik twyfel er geen oogenblik aan, dat
u als kundig zakenman al geraden hebt, wat
ik tevergeefs in myn herinnering zoek.”
De winkelbediende had met stygende ver
bazing naar de woorden van den klant geluis
terd. Toen deze zweeg en hem met een aan
moedigend lachje toeknikte, Antwoordde hy zon
der verlegenheid:
„U te hier aan het verkeerde adres, mynheer!”
De klant glimlachte, alsof hy zeer tevreden
was over het antwoord en vervolgde: „O, dat
wist ik wel, dat u de vertaling bekend moest
zyn; nu kunt u my zeker ook....”
Over het gezicht van den Jongeman flitste
een straal van begrypen. Hy had nptuuriyk te
doen met iemand, die erg hardhuoflg was.
Daarom bracht hy zyn mond zoo dicht moge
lyk by het oor van den vreemden heer en riep,
den ander In de rede vallend, tameiyk luid:
„Mynheer, u bent hier niet In een boekhan
del, maar.
„Uitstekend,” onderbrak hem op zyn beurt
de klant en klopte den winkelbediende vertrou-
weiyk op den schouder: „U behoeft u voor my
beide richtingen door een breeds strook
gras gescheiden zijn, zijn de overwegen ge
heel verschillend behandeld. Op sommige
te de scheiding der richtingen, zij het
slechts in den vorm van een richel, ge
handhaafd; op andere echter is zij wegge
vallen, zoodat de twee richtingen elkaar
kunnen ontmoeten, en dat juist, waar de
styging van den weg, die een dwarsweg
overbrugt, het uitzicht volkomen weg
neemt. Op deze punten heeft de in goed
geloof snelrijdende automobilist dus de
kans, volkomen onverwachts op een af
stand van een kleine honderd meter een
even snellen tegenligger tegenover zich te
vinden.
Het te begrijpelijk, dat men bij de over
brugging der dwarswegen materiaal en
bouwkosten heeft willen besparen en daar
om de brugbreedte tot het noodzakelijke
heeft herleid door den scheidenden mid
denberm zoo smal mogelijk te maken. Dat
men dezen echter op sommige punten to
taal heeft weggenomen, beteekent een
breuk met het systeem zelf van den snel
weg en moet dan ook onvermijdelijk tot
ongelukken leiden.
Op een overzichtelijk vlak punt van den
weg zou deze systeem-verloochening nog
minder gevaarlijk zijn dan juist bij de via
ducten, waar het uitzicht ontbreekt. Daar
bij komt dan nog, dat men niet bij alle,
doch slechts bij enkele overwegen de schei
ding heeft laten wegvallen.
Het is dan ook een noodzakelijke eisch,
deze enkele gebreken in de systematiek van
den overigens voorbeeldigen autoweg weg
te nemen. Zij zullen voortdurend ongeluk
ken veroorzaken.