Belgisch Psychopatengesticht
I
L
o
w
Bij de Nederlandsche
grens
I
r f'
HET HELSCHE SEIZOEN
K*
-
Paul Claudel over Rutland
De
Moeilyke problemen
Reuzen-inktvisschen
Zomer 1938 te Rome
’t er heet en intereeeant
-V,
„Arme blanken’
Zuid-Afrika
>1
Ik F
«en Ia
•tel ai
•child
voorst
hied,
naar i
hoorei
en we
in
e>
a.
FR. DAZERT.
al
der leden van
de
n<
15 Augustus behoort men in Rome aan
den
Mt
K.
onvoldoende voeding; vroege
groot vertrouwen op bijstand
Ook
boudin;
Indien
komen,
Me!
Tkjecl
sternd
in hel
staat
als vs
H
«er
Sloi
H
poli
H
ond
ond,
zalil
"Kun
Mtlel
en i
Wat
een lai
hebben
Duitse!
voelt v
BEI
beder
houdt
kanse
sprak
in de
Thans
om het
millioen
meer da
Spre
drag t
land t
dit all
Het
andere
De ve
Ter
Mh
dien
niet i
In s<
„terrein
gestaan
vastbesl
deint t
hoogte
rin
IS
DE
HC
SC
Deze
regeeun
te neme
leidt op
Ik hel
dubbelzi
*ls een!
schouwe
Thans
zich oaa
den een
«che gel
Duitschl
»eg. Hij
afgestpai
stond hj
uit
niet vo
te steil
Hitte
hij ged
wapenl
Na t
het bei
en tha
nog ni
ultgege
wapent
Verdei
twee gi
leven t
wannet
aan Ei
’T-;
men van ondersteuning, die de weldadlgheids-
vereeniglngen en anderen aan de „arme blan
ken” geven, een demoraliseerenden Invloed op
hen uitoefenen en hun weder-opname In de
volksgroepen, die voor zich zelf zorgen, bemoel-
„Neen, neen, het dier is niet verkouden, maar
ik was het, toen ik hem leerde spreken!"
venaangehaalde uitingen
Commissie.
Dese beschouwt het verder als een fout dat
de Staat voortgaat met geldelijke ondersteu
ning aan deze volksklasse te geven, die ten
gevolge van achterlijke en ondoelmatige arbeids-
methqden steeds meer terugvalt, omdat deae
wjjze van ondersteuning haar slechts aanmoe-
digt om verdere hulp te verlangen.
De Commissie bpveelt veeleer aan om te stre
ven naar verwijdering der factoren, die aan bet
kwaad ten grondslag liggen, en wel hoofdzake-
lijk door betere opvoedende maatregelen, dooi
tot lezen aan te sporen, door vermindering
van de onbekendheid dezer menschen met het
moderne leven, door intensieve vorming op het
gebied van den landbouw en opvoeding der
„arme blanken door jongere leden van ver
armde boerenfamilies aan andere betrekkingen
dan op de farms te helpen, en door in te gaan
tegen den afkeer van de dochters der „arme
blanken” voor het werk van dienstboden.
Bjj elke poging om de „poor whites” weer ft
verheffen, moet gr van te voren naar gestreefd
worden, hun als levende en werkzame overtui
ging .bjj te brengen, dat de voornaamste taak
om hun lot te verbeteren pp eigen schouders
rust en door hen zelf moet worden verricht!
Dit zijn de voornaamste punten uit de offl-
eleele mededeelingen omtrent het moeilijke
probleem der „poor whites”. Het belang daar
van voor Zuid-Afrika is hieruit wel duidelijk
geworden, ook zonder dat ik zelf daarbij com
mentaar leverde."
lichaam blijven normaal verken.
Op haar gemak kan de inktvlsch
echtheid en\ een
aandoen, d&qr
als volgt: Rusland 1K,
kolossale en volmaakte
itschap, tot het onverbiddeftjkste werktuig,
leel buiten geestelijke sfeer geplaatst, van
/plnltat.ta van den. Inensch door den menseh,
fat Karl Marx zich ooit kon droomen. net
las een vondst om voop-Tle-toogen dezer een-
budigen te doen schitteren het denkbeeld, dat
j in het vervolg niet meer werken zouden
oo^een geschenk zonder hoop op belooning,
ten voordeele van en voor de voldoening van
enkele personen, die door het woord .kapita
list” werden aangeduld maar voor bet schep-
peh van iets nieuws en redelijks, iets ontzag
wekkends en rechtvaardigs, waarbij de produc
tie, zoo goed als de verdeeling en het verbruik,
in overeenstemming met de behoefte zou zijn;
wat het werk zou zijn van allen en ieders
eigendom, en waarin zich zou uitdrukken met
wonderbaarlljke vruchtbaarheid, vrij van alle
indlvldueele begeerten en oneenigheden, de een
heid van een geheel volk met zichzelf. Naar
den troosteloozen winter van het land van Gog
brachten Lenln en zijn kameraden uit den ver
zegelden wagon de hoop en het denkbeeld, dat
allen tezamen iets grootsch zouden moeten vol
brengen."
Het was dus de tyrannle van een idéé, waar
door Rusland zulk een omwenteling meemaak
te. Hierdoor ook durfden de leiders het aan
uit hun ondergeschikten veel meer te halen,
dan uit een machine mogelijk is. De menseh
immers kan veel geven, als hjj werkt voor de
vervulling eener gedachte. En zoo zien wjj
thans het volgende beeld van sociale ordening
voor ons: v
De ondergeschikten kan men onderverdeelen
in slaven en lijfeigenen. Tot de eersten be
boeren honderdduizenden, die onder het ancien
régime tot de betere standen werden gerekend,
en thans onder de vreeselijkste levensvoorwaar
den benut worden tot het uitvoeren van open
bare werken. De lijfeigenen kan men verdeelen
in boeren en arbeiders. De boeren werden het
slachtoffer van de instelling der Kolchozen, of
groote collectieve landbouwbedrijven, en lijden
zoowel onder de ongunstige economische omstan
digheden als onder de staatstyrannie. De ar
beiders staan onder even sterke contröle en
dwang, en lijden onder alle gevolgen der ratio
nalisatie, die in de grootbedrijven van Europa
en Amerika aan den arbeid zulk een onmensch-
waardlg karakter verleenen. Bovendien vond
het Sovjet-bewlnd het Stakhanovlsme uit. In
alleIndustrieën vindt men werkers en werk
sters, die goed betaald worden en geweldige
prestatiecijfers weten te bereiken. Hun cijfers
dienen dantot grondslag aan den arbeid der
anderen, waarvan het gewenschte gemiddelde
wordt berekend aan de hand der voorwerkers-
prestaties.
En dan is daar nog de groote groep der ge
vangenen. Ofschoon Ciliga, in zijn beschrij
ving van de toestanden in de kerkers, niet
zonder humor opmerkt, dat men daar alleen
nog vrijuit denken en spreken kan, gewaagt
dezelfde auteur van dé vreeselljke folteringen
waaraan*hun bewoners vaak worden blootge
steld. Zij zijn, wat hun levenslot betreft, vol
strekt onderworpen aan de heerschende klasse,
die over zulke machtige politieke en militaire
hulpmiddelen beschikt. Overigens heeft het
Russische bewind niets oorspronkelijks, behalve
de geweldig groote schaal waarop het ten uit
voer wordt gebracht. Maar de meeste ideeën
werden aan het buitenland ontleend.
.Zooals kinderen van veertien jaar, die ge
schiedenissen lezen over Roodhuiden en ban
dieten, werd Lenin’s omgeving verblind door
de groo^ afmetingen uit Amerikaansche eco
nomie en door de triomfen (die intusschen
veel van hun glans verloren) der zoogenaamde
massa-productie. Men moest met alle geweld
fabrieken en krachtstatlons bouwen, die groo-
ter waren dan die der Vereenlgde Staten; wol
kenkrabbers hooger dan die van New York;
landbouwbedrijven, ultgestrekter dan die van
Texas en Colorado. En dit alles dadelijk, zonder
voorbereiding en studie. Natuurlijk werden de
geweldigste vergissingen begaan. Fabrieken
werden opgetrokken op grondslagen, die niet
bestonden; de dam in den Dnjepr werd ge
bouwd zonder dat men thans nog weet waar
voor hij dienen moet; geweldig groote arbeids-
centra werden gesticht zonder dat men weet,
hoe de vele werklieden moeten worden gevoed
en gehuisvest, enzoovoorts. Voor al deae fouten
de schalen leekten, spetterend op het gebakken
plaveisel. Dan ontwaart men ook ineens weer
een menschengestalte, die de straat oversteekt,
en vóór het vijf minuten verder* is, blijkt heel
Rome van het warme middagbed verreien te zjjn.
Men haast zich een bar‘binnen om aan de toon
bank met een espresso, pikzwarte, met stoom
getrokken koffie, de loomte, overblijfsel van den
slaap, uit de leden te drijven en begeeft zich dan,
voor twee uur nog, aan het werk. Natuurlijk zijn
er ook Romeinen, die reeds twee uur met wer
ken heeten bezig te zijn, maar tusschen deze en
de andere, die heeten eerst te beginnen, blijft
het verschil practisch tot dat heeten beperkt.
Met een weinig scholing kan men bij de meeste
beroepen heel goed zijn middagdutje al „wer
kend” doen.
Half acht, acht uur het souper en dan de
be-ster-de, koele, dikwijls zelfs verraderlijk koe
le, Romeinsche avond. Wat doet men er meer
Men zet zich buiten voor een trattoria neer en
drinkt zijn halven liter blonden Frascati of pur-*
peren Velletri. Dap is men uit voor 1 lira 50. Of
men gaat naar de Opera en dan kan men uit
zijn voor 2 Ure. Dit ongelooflijk phenomeen wordt
verwerkelijkt in dat andere phenomeen, de ther
men van Caracalla, omgebouwd tot een open
luchttheater voor 20.000 toeschouwers. 2 Lire,
dat kosten de achterste rijen, maar daar behoeft
U niets van Alda, Lohengrin, Isabeau of Turan-
dot te ontgaan. Mussolini kwam zich hiervan
eenmaal persoonlijk overtuigen. Sindsdien zijn
er lederen avond grappenmakers, die tusschen de
bedrijven op hun zitplaatsen gaan staan, met
gerekte halzen naar het schellinkje turen en
dan plotseling applaudisseeren en „Duce" roe
pen. En lederen avond vliegt men er weer in,
schokken de twintigduizend als geëlectriseerd
overeind en brengen een ovatie aan een hersen
schim. Men moest het dien grappenmakers ver
bieden, want is wat zij uitlokken tenslotte geen
parodie op den dictatuurstaat?
Dolore e morte, smart en dood, luidden de
twee donkere woorden, waarmede de Romeinsche
kranten de vUegen en muggen karakteriseer
den. In de lijn van deze karakteriseering lag het,
dat men, een maand vóór de zomer aanving,
de Romeinsche burgers met opvallend gedrukte
plakkaten opriep tot de lotta contro le mosche,
den strijd tegen genoemde insecten. De gemeente
stelde daar allerlei wapenen gratis voor beschik
baar, oa. bosjes laurier, gedrenkt in een be
paald soort Insectenvergif. Rome heeft den
strijd tegen vliegen en muggen met den Inzet
van al zijn idealisme en energie gevoerd en het
resultaat is, dat althans de muggen bijna in
aantal onderdoen voor de sprinkhanen, van
welke ieder huls een gemiddelde herbergt van
drie. Tegen de vliegen heeft de strijd minder
succes gehad. Ztf wolken nog altijd even'zwart en
onsmakelijk langs het rijk gevarieerde maal,
dat de straat haar biedt. Het bosje laurier dient
daarom aan de lamp te blijven hangen, zeer tot
ongenoegen van onze' bovenbuurvrouw, die eed
I schilder in huis heeft Het HJkt n.1. heel erg op
mistletoe en zjj zegt, dat haar gedienstige er
in niet van weg is te slaan.
yoy ver dit onderwerp, dat zeker ook den
f 1 Nederlander interesseerén moet, schrijft
Rudolf Krakmann uit Johannesburg in
het Jull-nummer van het Zeitschrift für Geo-
politik.
.Met de waarlijk gouden toekomst van den
Witwaters'rand en aan den Witwatersrand
fëeft het vijfde deel van de geheele blanke be
volking der Unie van Zuid-Afrika met de
gouden toekomst dus van deae 400.000 blanken
staat in schrille en beangstigende tegenstel
ling de voorloopig op geen enkele manier te
voorspellen toekomst van de meer dan 300.000
„poor whites” of „arme blanken”.
WU in Johannesburg krijgen zelden iets te
zien ven de ellende uit dit hoofdzakeljjk lande
lijke deel van het Zuid-Afrikaansche volk. Nie
mand spreekt er graag over. Slechts zoo nu
en dan boren enkele bladen dit probleem aan
en dan ook niet zoozeer, om het probleem zelf
te behandelen, als wel met het doel qen een of
anderen Minister eens te kunnen aanvallen.
Niettegenstaande en zelfs wegens het ver
bloemen of opzettelijk verzwijgen van deze fei
ten en de daarmee verbonden toekomstvragen
moet worden vastgesteld, dat de meer dan
300.000 „poor whites", dus een sesde gedeelte
der geheele blanke bevolking, voor de toekomst
van Zuid-Afrika het grootste en neteligste pro
bleem vormen. En dit in velerlei opeteht!
Hoe dan ziet dit zoo donkere vraagstuk er
uit?
ok het systeem van leerlingen en gezel
len in de steden en hun omgeving maakt
het den „poor whites” ónmogelijk, om
in de steden tot handwerkslieden te worden,
behalve dan voor lagere beroepen waarin zjj*
met de kleurlingen moeten concurreerenet;
d,t hebben wjj reeds als op den duur onmoge-
perken. Haar leden" meenen. dat al deze vor- en ondoelmatig leeren kennen uit de bo-
y Y et volk is thans in Sovjet-Rusland on-
I—1 gelukkiger dan het ooit was, ongelukkl-
-*• ger en minder vrij d«n In welk ander
land ook." Zoo schrijft André Glde in een
voorwoord op een pas-verschenen werk van
Yvon: .X’URB.S. telle qu’elle est”. Hetzelfde
boek was voor Paul Claudel aanleiding, om in
La Nouvelle Revue Francalse van 1 Augustus
j.l. enkele beschouwingen aan het Russische
experiment te wijden.
„Zooals het Italië van Mussolini en het
Dultschland van Hitler, is het Rusland van
Stalin het resultaat van die geweldige mobi
lisatie der volkeren, die de Groote Oorlog van
hun grondslagen losmaakte, en die zich sinds
dien onmachtig bevonden om hun evenwicht
te herwinnen binnen een verwoest of verzwakt
plan. Italië, voor bet eerst zich bewust van zjjn
nationale eenheid, ondervond de behoefte cm
zich te bevestigen, «n zich naar buiten te doen
gelden. Dultschland, vernederd in zijn hoog
moed en in zijn belangen benauwd door kort
zichtige bepalingen, heeft zich bevrijd van in
wendige beperkingen en heeft, vooral naar de
richting waarheen het van nature gedreven
werd, de grendels verbroken van de gevangenis,
waarin men het wilde opsluiten. Rusland ten
slotte heeft onder vreeselljke krampen het be
sef verkregen van eigen bestaan, van rijke
hulpbronnen en van uitwendige kracht. Tot nu
toe menschelljke grondstof, slapende en trage
massa, die heimelijk gevoed werd door de con
tröle van ’n macht die heterogeen bleek te zijn
in onsamenhangende werkzaamheid, een stil
staand meer, dat aan eigen zwaarte was over
geleverd, heeft het zichzelf de hoofdorganen
willen verschaffen, die noodlg waren onj gedif
ferentieerde werkingen te ontplooien, en heeft
het getracht om zich op onmiddelljjke ,en col
lectieve wjjze te verbinden met de groote na
tuurlijke krachten zonder de hulp van per
soonlijk belang. Door de kracht van deze ver
borgen verlangens heeft zich bjj deze drie vol
ken een versmelting van bestanddeelen en ver
eenvoudiging kenbaar gemaakt die ik, om met
de geologie te spreken, metamorphisch zal
noemen. Onder den invloed van krachtdadige
en heftig werkzame minderheden, die culmi
neerde in den wil of liever in de gepasslonneer-
de aandrift van één enkelen man, is er van
achter de schrale bourgeois-mozaïek iets nieuws
te voorschijn gekomen: drie blokken, drie lan
den, drie systemen van gelijksoortige krachten.
Twee oude landen vol traditie zooals Italië
en Dultschland hebben toch wel eenigen weer
stand vertoond tegen de beschreven eenhelds-
vorming. die zoowel van binnen als van buiten
voortkomt. Deze moest geleidelijk tot stand
komen. Maar in Rusland,* toen eenmaal onder
Men invloed der volksbewisging de heerschende
klasse, die weinig talrijk was en haar eenheid
verloren had, was verdwenen, en eenmaal het
Tinsel van de dictatuur gesteld was, zoo goed
.de militaire en politieke werktuigen waren
meed, dié deze effectief maakten, kon men
doen wat men wilde.' Een kudde van mlllioenen
menschenkoppen, zich uitstrekkende tot aan
den versten horizon! Ziehier wat Lenin en
Stalin, zoo goed als Iwan de Verschrikkelijke en
Peter de. Groote, van boven uit het Kremlin
konden zien.
Vandaag, nadat van he^ 'Iftoheel verwijderd
werden alle ideologieën, aanmatigingen, inbeel
dingen en leurarf; is^téa toestand, zooals deze,
met een onps^htheid enxeen eerlijkheid die
sympaJMelc aandoen, dbqr Yvon beschreven
Wor0<; als volgt: Rusland ite^geworden tot de
Taamlooce Ven-
Aan de Australische kusten is bet dit jaw
voor de badgasten heel wat minder gevaarlijk
dan in het vorig Jaar, waarin de haaien de
kusten en bet strand onvejllg magkten. In dB
zomerseizoen beeft niet één .haal zich ms«
laten zien. De afweermaatr^gelen, welke met
behulp van militaire vliegtuigen en kanonneer*
booten werden doorgevoerd, hebben waarschijn
lijk de gewenschte uitwerking op de dieren
gehad.
Maar thans zijn de badgasten gewaarschuwd
voor een anderen vijand, die bijna even ft-
vaarlijk is voor den menseh, n.1. de inktviseb,
die meermalen parelvisschers en baders aan
valt en haar slachtoffer vaak zoo lang onder
water houdt, dat' hij den verdrinkingsdood
sterft.
Wanneer men tot nog toe van aanvallen dw
inktvisschen op menschen hoorde, dan verwees
men dergeljjke varhalen naar het rijk der faMtL
Doch de zoölogen hebben in de laatste Jaren
voldoende bewijsmateriaal kunnen verzamelen,
waarmee zjj kunnen aantoonen, dat de inktvis-
schen niet alleen in die grootte te vinden zijn,
welke wjj kennen uit de Middellandsche Zee,
uit den Atlantischen Oceaan of van de Ame-
rikaansche kusten langs den Groeten Oceaan.
Dergeljjke soorten zjjn soms ook in staat een
menseh in groot gevMu* te brengen. Evenwel
zijn in groote diepten 2000 tot 3000 meter
reuzensoorten van inktvisschen gevonden,
met hun lange armen een omtrek van 13
18 meter omvatten! In de armen dezer dlepnee-
monsters ligt hun ongewoon groote kracht M
de zuignappen zijn zoo sterk, dat zij hun Wt
kunnen vasthouden om het naar den bek t»
brengen. Er zjjn gevallen bekend, waarin ze«
groote exemplaren van inktvisschen hun slzcM*
offers konden dooden alleen reeds door dé mif-
nappen.
Strijd in de dierenwereld der diepzee van Mn
Grooten Oceaan hebben de geleerden slechts
bij toevallige gelegenheden kunnen gadeel*»*
Duiken zjjn vaak getuige geweest van gevecö*
ten op leven en dood, waarbij de Inktviseb
meestal als overwinnaar uit het strijdperk ttzd.
Voor de menschen zjjn de reuzenexemplaren
niet zoo gevaarlijk geweest, daar men bij M*
baden niet tot drie kilometer diepte duikt «ei
bovendien de inktvisschen zeer veel boog*
moeten hebben, alvorens zij zich in de nabij
heid van de menschen durven wagen.
Dat de inktvlsch slechts bij grooten bengg
een menseh aanvalt of sterk agressief is,,»^*
men uit nauwkeurige studies van de inktviseb-
soorten, die in de Middellandsche Zee te vinden
zjjn. Dergelijke kleinere soorten heeft men aan
een grondige observatie onderwerpen, en aan
de band daarvan kan men ook vaststellen vol
gens welk systeem de inktvlsch te werk
een aanval op een ander levend wezen, he^
menseh of dier. Steeds weer kreeg men be*'
zelfde beeld te zien: De inktvlsch nadert baar
buit met de lange armen en spuwt uit
klier een vloeistof, welke zich spoedig in n»
water verbreidt en het dier, dat wordt aange
vallen, door een dichten sluier omgeeft.
De vloeistof, welke de inktvlsch uitspuw*
oefent een verlanunenden Invloed uit op
buit. Men heeft vaak gezien hoe een dier, da
den inktvisch als slachtoffer diende, zich v-
komen rustig hield en niet eens in
een beweging ter verdediging te maken,
verlamming beperkt zich echter slechts t<*
bewegingsorganeri. Alle andere functies van
prooi ,Jn de armen” nemen en langzaam dood
drukken en uitzuigen. Er bestaat geen reo
aan te nemen, dat de reuzenmonsters der
zee niet over dezelfde middelen beschikken
die, welke de kleine soorten van inktvis»»»
gebruiken om een prooi te bemachtigen.
neer echter zulk een monster een' ander ie*
wezen van gelijke grootte op de boven besen
manier aanvalt en verslindt, is het niet te^
wonderen, dat zelfs goede zwemmers en erv»»
duikers aan de Australische kust Plotodl?*tgn.
slachtoffer kunnen worden van een
den aanvaller". Een dergeljjke reusachtige
visch behoeft slechte uit de diepte omnow^_
zwemmen, om onder de menschen een P»»^_
stemming teweeg te brengen. Vandaar de
cieele waarschuwing voor den grooten
der badgasten en duiken aan de Austn*»"-'
kusten.
wordt maar één verklaring gegeven: sabotan
en verraad!
Ik sprak zooeven over de massaproductie die
ik zelf ruimschoots in Amerika kon bestudee-
ren. Zjj is thans sterk aan het achteruitgaan.
De groote landbouwbedrijven, naar het model
van die van Campbell, gingen failliet onder het
gewicht der algemeene onkosten en van de
monocultures. Ford tracht zijn werkplaatsen
meer en meer te verdeelen. Het geheele streven
van Roosevelt bestaat hierin, om door Mt
leveren van goedkoope electrlsche kracht, de
kleine werkplaatsen in eere te herstellen. Reu
zenbedrijven hebben een groot gebrek: zjj zun
niet soepel en passen zich niet aan bjj de veel-
vormige behoeften van het publiek en den
vooruitgang, en vermenigvuldigen juist door
hun omvang het risico voor allerlei fouten ia
hooge mate. Als voorbeeld wil ik aanhalen het
T-model van Ford, waarnaar het publiek niet
meer vroeg zoodra het zijn volmaakten vorm
had bereikt. Voor een Staatsindustrle is elke
vooruitgang een ware ramp, omdat hjj gewel
dige investeerlngen van kapitaal nutteloos
maakt. En wat te zeggen, wanneer deze mon
strueuze scheppingen worden volbracht door
oneerlijke en onbekwame lieden?
Boven dit alles troont de Groot Mogol
de beminde hoofdman, de Zon, enz., voor wierr
de ongelukkige intellectueelen (nog een klasse
waarover ik niet heb gesproken, de meest eer-
looze en onttakelde van alle) de formules
eener Aziatische vleierij uitputten: Stalin.
Het is met dezen tyran, met dit volk van
beulen en slaven, dat het behoudsgezinds
Frankrijk, door de zorgen van Louis Barthou,
dit verbond sloot, waaraan wjj zooveel eer en
voordeel behaalden. Het is dit bewind, dat ds
Azana's en Caballero’s, geholpen door Moskou,
aan onze poorten trachten in te stellen.
De gevolgtrekking uit deze studie zal dubbel
zjjn: de eerste is die, welke Lenln zelf mij ver
schaft in een opmerkenswaardlgen zin, die door
Apjlré Gide in het begin van zjjn Voorwoord
wordt aangehaald: „Tot nu toe is er geen
Revolutie die per slot van rekening niet uitliep
op een versterking der sulmlnistraUeve ma
chine.” Wat is de reden van dit onmiskenbare
feit? Omdat elke revolutie tot resultaat heeft
een verbrokkeling van de grnieeniirtisp een
verlagen van het individu tot den toestand van
een even onafhankelljkë als onmachtige eeL
Van dan af heeft de tyrannle, het zuivere ge
weld, dat steunt op de noodzaak, daartegen
over vrjj spel. De Staat wordt de wreedste en
vreeselijkste der meesters en werkgevers, om.
dat hjj almachtig is, anoniem blijft en geen
verantwoording draagt. Tegenover dezen Mo
loch heeft het individu slechts één verdedi
gingsmiddel: de vrije aaneensluiting en den,
persoonlijken of collectieven eigendom.
De tweede gevolgtrekking luidt, dat in eiken
Staat aanwezig moet tljn wat ik een .gegeven"
noem, een onbetwist qjoreel en nationaal ge
zag. dat de traditie vertegenwoordigt en het
gezond verstand zoodra het zjjn oordeel uit
spreekt. Niet alles mag altijd weer opnieuw tot
twistpunt worden voor groepen van leegloopen
en praatvaers, zooals die uit de Oeral-gevange-
nls, waarvan Ciliga ons het bitter-humorlstl-
sche beeld teekent, en waarin elk lid op zich
een afzonderlijke partij vormde. In de landen
waar een monarchlsch gezag werd verzwakt,
wordt deze rol op nuttige wijze, of laat oor
liever zeggen: zoo goed en kwaad als het gaat,
vervuld door instellingen die gedeeltelijk aan
de verklezings-dulzellng zjjn onttrokken, zooals
de Amerikaansche en de Fransche Senaat."
D m««st garaffinwrda vorm van
ijdelheid is prat gaan op zijn
bescheidenheid.
houden zich bezig met kalmer werk, zooals de
zakkenplakkers, kransvlechten en pan tof f el
stikkers Overal is iedereen, blijkbaar met veel
genoegen, aan den arbeid. Allerlei produkten
en daaronder kunstvol bewerkte, mocht ik be
wonderen.
Het doel, waarmee de verpleegden aan het
vervaardigen van deze artikelen gezet zijn, te
drieërlei. Afleiding te natuurlijk een eerste ver-
eischte. Zoo immers worden zwaarmoedlgheio
en prikkelbaarheid bestreden. Op de tweede
plaats moet in de behoeften van het gesticht
worden voorzien. In soo’n groot huishouden te
er wat noodig: kleederen, schoenen, metaal- en
houtwerk en wat nogal meer. Deels vraagt het
nog bruikbare herstel, deels behoort ook nieuw
te worden geproduceerd. Tenslotte levert de in
richting ook aan de buitenwereld; voornamelijk
mooi versierde pantoffels, kransen en geplakte
zakken.
Zoo is dan het leven van de psychopaten vaii
Reckheim. In vrede gaan hun dagen voorbij,
kalm, regelmatig, monotoon. Overweegt wie hen
daar ziet gaan en staan met onbewogen en
onschuldig gelaat, waarop geen hartstocht
gloeit, geen rimpeltje trekt, wel eens, wat voor
een verleden achter hen liggen kan? Welke
levenstragedies hebben zich vroeger om deze
menschen afgespeeld? Wat misdeden ze? De
drUfveeren? Roofzucht, wraak, libido? En met
welke wapenen? Vergif, mes, revolver?
Voorzeker, nipt altijd waren ze zoo vergeten
als thans. Vóór de oogen van den bezoeker
rijzen in de oogenbllkken, dat hij onder hen
vertoeft, nog eens die zittingen der assisen
hoven, waarvan hU zoo dikwijls In de dagbladen
gelezen heeft. Daar stonden eens deze men
schen, vóór ze de levende maatschappij verlie
pen, in het midden der algemeene belangstel
ling. Strak waren op hen de blikken van rech
ters, juryleden, getuigen, advokaten, journalis
ten gericht. Toen kwam de uitspraak en tege
lijk de vergetelheid. Scherpe antithese! Vroe
ger, ten tijde van het feodalisme, kreunden in
de onderaardsche kelders van dezen burcht de
kleine overtreders. Een gestroopte haas, wat
gesprokkeld hout bracht hen in de „oubliette.”
Werden ze daar ^werkelijk wel eens vergeten?
Dreven honger en dorst ze naar hun uiteinde?
Onze tijd kan zich dat zeker nauwelijks voor
stellen. Maar thans en hier treft de acute
tegenstelling wandelen de groote misdadigers
in de parken van ditzelfde oude kasteel. Et is.
sinds den tijd der leenmannen, wel iets veran
derd in de maatschappij.
werkelijk noodlg is zich zoo ver te ontkleeden
als het mondaine straatbeeld, dat op het oogen-
blik overigens beheerscht wordt door de kenne
lijke imitatie van kleine ambtenaren- en mid
denstand, U zou willen doen gelopven, dan zijn
godsdienstige geweldenaars, gelijk St. Laurentlus
er een was, nog steeds niet uit den tijd. Want
dan moeten al die bedelmonniken en bedelzus-
ters. die nu even goed als in koeler perioden op
de Romeinsche liefdadigheid jagen, een hitte
verduren, als lagen zij op gloeiende roosters uit
gestrekt. Zij dragen winter en zomer dezelfde
ruwe, zware pU en terwijl men zelfs het hond
je, dat alléén maar haar is, een plulsbal en niet
meer, heeft kaal-geschoren, torst de Capucljn
nog altijd zijn voorgeschreven, zelden kraak-
zlndelljken baard. Maar vraagt gij hem: „Eer
waarde, heeft V het niet vreeseHJk warm?”
dan lacht htf uitbundiger dan de man onder de
douche, dien ik op een plaatje in de krant zag
met als onderschrift: HÜ houdt het hoofd koel.
Die Capucljn houdt zijn hoofd koel met de
Christelijke blijmoedigheid en hU zegt, dat deze
de beste remedie tegen de warmte is, zooals
trouwens tegen alles.
De koetsiers van de brikjes, waarin de toerist
Rome moet gaan zien, of anders beter thuis
had kunnen blijven, want zóó alleen kan men
tijdens een kort toeristen verblijf iets bespeu
ren van de Romeinsche sfeer beleven een
kwaden tijd. Die tijd komt, evenals de warmte,
ieder jaar terug en als hij aanvangt, zetten de
koetsiers hun paarden een wit katoenen slaap
muts op. Qc heb mfl eens laten vertellen, dat,
wanneer menseh en,dier geregeld met elkaar
omgaan, zU iets van elkanders physlonomle
ovememen. Voorbeelden? Oude vrijsters en hare
mopshondjes vertoonen doorgaans een zekere ge
lijkenis in knorrlgen oogopslag en misprijzend
neerhangende mondhoeken. Dan zijn er die
geslachten, in welke sinds menschenheugente
paard gereden wordt. Geleidelijk aan ziet men
bjj hunne telgen het voorhoofd lager en neus en
kin langer worden, terwijl de paarden al het
air plegen te hebben, waarop oude geslachten
recht geven. Denk verder aan vetweiders en
veekoopers en U zult althans kunnen begrij
pen, dat de veronderstelling van een uitwisse
ling van physleke hoedanigheden tusschen
menseh en dier in een ongeschokt menschen-
t>rein opkomt. Maar nu de Romeinsche koet
sier! Die schijnt met zijn paard welhaast een
eenheid te vormen; samen zijn zij zooveel als
een centaur. Want nadat hij zijn paard zoo’n
wit katoenen slaapmuts heeft opgezet, gaat niet
het paard, doch hjj zelf slapen. Overal in Rome
kan men thans dit merkwaardige tafereel aan
schouwen. En terwijl het wlt-gemutste paard al
zwaaiend met zijn staart de vliegen verjaagt en
de koetsier, het hoofd diep op de borst, op den
bok in een bodemlooeen slaap verzonken zit,
kruipt traag de warme, kwade tijd voort en
voorbij.
Omstreeks vijf uur in den middag komt er
altijd wat wind in Rome- De fonteinen werpen
plotseling de waterdroppels, die tot dan toe ge-
sapig langs ds beelden sn bloemmotieven r
Wegens de daaraan verbonden moeilijkheden
zal ik mu in de volgende beschouwingen ge
heel beperken tot weergave der officieele publi
caties en daaraan van mfjn kant niets toevoe
gen. Mcge ieder zich daaruit een eigen oor
deel vormen.
Het Official Year Book van de Union of
South Africa no. 15 voor de jaren 1932—1033
bericht ate volgt:
Ate gevolg van de Indrukken, tijdens eer
Afrikaansche rete door de doctoren Keppel en
Bertram van het New Yorksche Carnegie
instituut opgedaan, stride dit Instituut 4000
nond sterling ter beschikking van een studie
commissie tot onderzoek der poor-whlte-vra-
aen. Dit bedrag werd meer dan verdubbeld
door verdere bijdragen van de hoogescholen te
Stellenbosch en Kaapstad, de Nederiandsch-
Hervormde Kerk, de Unieregsering en anderen.
De onderzoekingen begonnen in Januari 1929
en werden afgealcten einde 1932 door het ver
schijnen van een verslag in vijf banden, onder
den titel „Findings and Recommendations of
the Carnegie Commission”.
De ..poor whites”, een van Europeanen en
vooral Hollanders afstammende bevolklngsroep,
verdienen den kost vooral in den landbouw en
bestaan vooral uit „bUwoners”, daglooners. be
zitters van kleine' aandeelen in boerderijen eu
een groeiend aantal van ongeschoolde of bijna
ongeschoolde arbeiders.
Bijna aan de helft van alle schalen der Unie
werden vragenlijsten uitgereikt met nauwkeu-'
rige aanwijzingen voor de onderwijzende krach
ten; deze enquête omvatte ongeveer 50.000 fa
milies. Uit het verzamelde feitenmateriaal
volgt, dat17 pct. van al deze gezinnen als
zeer verarmd moeten worden beschouwd. Op
het tctaal der blanke bevolking berekend geeft
dit bij voorzichtige schatting meer dan 300.000
„poor whites”, zooals het verslag ook uitdruk
kelijk aangeeft. De getallen werden gewonnen
in de jaren 19991930, dus nog vóór dat de
gevolgen der crisis merkbaar werden.
De economische ondergang van dit volksdeel
wordt toegeschreven aan het onvermogen, zich
aan moderne levensvoorwaarden aan te passen
en ook aan ontoereikende opvoedingsmethoden,
ontoereikend vooral voor een achtergebleven
volksdeel, dat zich lang slechts in een boeren
traditie ontwikkelde, of. zooals ik eerder zou
willen zeggen: daarin is blijven steken.”
Volgens het verslag hebben de volgende om
standigheden het ontstaan dezer toestanden in
de hand gewerkt; een zekere zwerflust, datee-
rende uit de groote Trektljden; overbevolking
der boerderijen; voedselwinning door de Jacht,
die nu nog maar weinig oplevert; minachting
voor lichaamsarbeid; slechte behuizing, waar
door groote zuigelingensterfte ondanks hooge
geboortendf
huwelijken1
dóór Kerk en Staat; een zekere erfelljke belas
ting, die zich vaak uit door geestelijke min
derwaardigheid. Vooral de gedachte: „Vadertje
Staat zal ons wel helpen' te bjj deze menschen
zeer diep geworteld: zjj doet hen om steun
vragen, ook als dat niet noodlg is, en leenlngen
sluiten zonder de bereidwilligheid om terug tq
betalen.
„De Commissie beveelt het daarom aan, gel-
deljjke ondersteuning zonder tegenprestatie in
den vorm van werk tot een minimum te bë-
lljken, omdat deze ondersteuning minderwaar
digheidsgevoelens opwekt en versterkt, en den
sin voor persoonlijke verantwoordelijkheid on
dermijnt.
Verder zjjn er gegevens die duidelijk leeren,
dat het stemrecht en verdere politieke invloe
den misbruikt worden, en wel in stijgende mate,
om ondersteuning uit de staatskas te krijgen.
Ondanks het vooroordeel der zoogenaamde
„pcor whites” tegen allen zoogenaamden kaffer-
arbeid en hun andere, bovenvermelde gebreken,
gelooft de Commissie toch, dat een belangrijk
deel der ,arme blanken” in staat en bereid
zou zijn, om door regelmatigen en harden ar
beid voor hun gezinnen te zorgen, als men hun
blijvend werk tegen behoorlijk loon kon ver
schaffen.
De grootste moeilijkheid ligt echter in het
feit, dat sedert den tijd der eerste Europeesche
kolonisatie in Zuid-Afrika alle gewone han
denarbeid aan de kleurlingen werd opgedra
gen, en alle bedrijven, van welke soort dan
rok, in landbouw en industrie op da basis van
de goedkoope kracht der Inboorlingen werden
cpgetrokken.
Het loon voor gewonen handenarbeid is dus
minder dan het bestaansminimum van den
Europeaan, en een strijd tusschen dezeg en de
inboorlingen op het gebied van dien arbeid
moet daarom noodzakelijk bjj den Europeaan
verdere verarming en demoralteeerlng ten ge
volge hebben.
Maatregelen, die cp een of andere wjjze aan
den verarmden Europeaan bepaalden handen
arbeid willen verschaffen en willen voorbehou
den, zouden dus slechts van voórbjjgaanden
aard mogen zijn en slechts ten doel mogen
hebben om den „poor tehites” de mogelijkheid
te verschaffen, om aan de nieuwe verhoudin
gen te wennen.
Verder zou het voor de „arme blanken” zelf
fataal zijn, als men voor hen zulke bescher
mende maatregelen zou treffen, waardoor ten
slotte hun vermogen om op de arbeidsmarkt
mét de niet-Europeanen te concurreeren steeds
meer zou worden verzwakt.
Ook lijdelijke werkverschaffingen schijnen
niet het Juiste middel te vormen, want zjj ha
len de ..poor whites” van de boerderijen weg
en ais de arbeid te afgeloopen zjjn de menschen
niet in staat om zich weer in vroegere levens
verhoudingen thuis te gevoelen; zjj verarmen
weer opnieuw en nog meer, worden hulpeloos
cn een last voor de rest der bevolking, zooals
zjj dit reeds van tje voren waren.
De Nederlandsche toerist, die naar Zuld-
Limburg stoomt of dieselt, kan, indien hl), ter
hoogte van Geulle, even den blik wil afwenden
van de schoone natuur zijner omgeving, bij
helder weer aan de overzijde der Maas een
oud slot ontdekken, zwaar gebouwd als een
Bastille. Dat te het voormalig kasteel van
Reckheim, eens eeuwen lang een machtige
burcht van het feodalisme, thans een inrichting
van den Belgischen Staat yoor de verpleging
van psychopaten. Veel is er over dit slot ge
schreven, door Ml van historici, want hier zetel
den eens de machtige heeren uit het vermaarde
geslacht van Aspremont-Lynden. Voornamelijk
zjjn portier een flinke fooi te geven. Dat
is niet bij de wet voorgeschreven, maar
er staan nochtans sancties op, die men niet
gering moet schatten. Wat toch is men in Ro
me zonder zijn portier? Zooveel als, mag men
de romans gelooven, een Engetechman zonder
zijn butler is. Van Uw gul- of enghartigheid
op den 15den Augustus hangt het af, of Uw
portier een steeds maar reddende engel voor U
zal zijn dan wel een kwelgeest, die leder uur
van Uw dag grondig bederft. Men heeft mjj vol
verontwaardiging van portiers verteld, die steeds
zoek waren, wanneer vrienden of kennissen de
lift noodlg hadden, maar kwam er een schuld-
etecher of ander onaangenaam bezoek, het llft-
hek reeds op een kier hadden staan, als de of
het gevreesde zich nog moest vertoonen. Zulke
klachten pleiten voor den fijnen neus van den
Romeinschen portier en doen slechts afbreuk
aan den klager zelve, wiens ongeregelden harts
tocht voor het aardsche slijk zjj in een pijnlijk
helder daglicht stellen.
Het is den Romeinschen portier bjj die fooi
op 15 Augustus niet allereerst om de gelds
waarde te doen, maar om de erkenning van
zjjn eigen waarde, welke er in opgesloten ligt
Gjj moet hem die fooi dan ook als zoodanig
overhandigen; niet alsof hjj, maar alsof gjj zelf
er beter van wordt, ld zooverre nJ. als gij gele
genheid krijgt een eereschuld te betalen. De
Romeinsche portier heeft, wat zjjn opvattingen
omtrent fooien betreft, het gelijk volledig aan
zjjn zijde en ik heb wel eens bedacht, dat. be
perkten zjj zich niet tot fooien, noch tot Ro
meinsche portiers, het begrip klassenstrijd spoe
dig een vaag begrip zou worden om tenslotte
geheel in nevel op te gaan.
Zal de knecht méér zijn dan de meester? Neen,
nietwaar, en daarom werken, sinds Mussolini
voor het eerst bij het dorschen zjjn hemd uit
trok, de Italiaansche arbeiders, wier taak in de
open lucht is gelegen, ’s zomers met ontbloot
bovenlijf- Na enkele dagen is dat van een diep
chocolade-bruin, zooals op het strand van Ostla
ondanks crème en olie en het metaalhoudende
zwarte zand, hetwelk voor een mooi, diep bruin
zeer bevorderlijk heet te zjjn. maar zelden be
reikt wordt. Italianen op het strand te Ostla
en Italianen langs de spoorlijnen, aan openge
broken wegen, op het land zjj hebben gemeen,
dat zjj allen half naakt zijn. Maar voor het
overige zjjn er slechts verschillen, waarvan dit
misschien wel het grootste is, dat men bjj de
eerste groep zelden, bjj da tweede groep veel
vuldig op het zonnebrand-bruln kettinkje en
medaille van het scapulier ziet blinken.
Wanneer het tegen de warmte, waarin Rome
gedompeld is 39 graden in de schaduw e.
traden onder hen op den voorgrond baron Her
man en graaf Ernest. De eerste bouwde de
zware en solide muren en torens en omringde
met grachten. Onderaardsche kelders werden
gemetseld en daarin de beruchte „oubliettes.”
Ernest zette het werk van zijn vader voort.
Aan dit feit wordt op den dag van heden nog
herinnerd door een Latijnsche inscriptie in een
der muren met het jaar 1597.
Uitwendig geleek het kasteel vóór de Fran
sche revolutie een vesting, inwendig toonde het
•en weidsche weelde. Prachtig waren de ver
trekken, wier aantal ging naar de honderdveer-
tlg. De meublleering schitterde door haar rijk
dom. Al dadelijk kwam de binnentredende in
een uitgestrekte zaal, verlicht door groote zil
veren lusters, aangebracht op kostbare fljn-
geweven zijden tepljten, die veldslagen voor
stelden. Daarnaast, in een galerij, prijkten de
portretten van verschillende heeren van Reck
heim, zittende te paard in oorlogstenue. Too-
neelen boden zich, de odyssee waardig.
Schril steken bü al deze pracht en praal af
de onderaardsche kelders, die er thans nog te
aanschouwen zjjn in al hun oorspronkelijk
heid. Groote beruchtheid kregen ze, doordat in
vroegere eeuwen de gevangenen en dat soms
voor kleine overtredingen in die holen w«r-
den opgesloten. Kleine hokjes, waarin een
menseh nauwelijks recht kan staan, dienden
hun tot verblijf. Zelfs zegt de legende, dat
vaak de ortgelukkigen, wanneer ze in den kel
der zaten, werden vergeten en dan van honger
•n dorst omkwamen. Vandaar de naam
^Jubhettes."
De groote Fransche revolutie maakte aan de
macht der heeren van Aspremont-Lynden een
einde. Het slot werd veranderd in een militair
hospitaal en kreeg later nog verschillende an
dere bestemmingen. Een tUd lang was het een
inrichting voor bedelaars en zwerver}, vervol
gens voogdUgesticht. Heden ten dage dient het
oude kasteel, zooals gezegd, als instelling voor
psychopaten, al worden er ook wel bedelaars
en zwervers heengezonden, elementen, die bij
ons in een rijkswerkinrichtlng terecht zouden
komen.
Het psychopatenverblUf te Reckheim is zeker
•en bezoek overwaard, niet alleen voor den his
toricus, maar ook voor den socioloog en den
jurist. Ook anderen. Indien zjj toegang kunnen
krijgen, vinden er veel merkwaardigs. Zij aan
schouwen hier een groot huishouden, ja een
wereldje op zich zelf, waar tal van menschen,
met een zwaar leven achter den rug, afgesloten
van de maatschappij, toch in kalmte en rust
hun dagen zien voorbijgaan.
Het wööfd psychopaten sluit verschillende be
grippen in. Ónd^r psychopaten moeten hier
worden verstaan menschen. die een misdaad
hebben begaan, doch wier zielstoestand een
soodsmige is, dat het gepleegde vergrijp hun
niet ten volle mag worden aangerekend. Ze
vormen dus het midden tusschen de volkomen
en de in het geheel niet toerekenbaren. Van
deze twee laatstgenoemde categorieën worden de
eersten gestraft, de anderen in een krankzin
nigengesticht opgesloten.
- Anders staat de criminologie tegenover de
psychopaten. Voor zoover geen schuld, geen
straf. Dus voor dezen zielszieke geen gevan
genis en zeker geen cellulaire opsluiting. Ook
geen krankzinnigengesticht. Maar een maat
regel moest toch tegen hen genomen worden.
Voor de toekomst behoort immers de maat
schappij ook tegen dit soort misdadigers te
worden beveiligd. En zoo bestond er behoefte
Mn een Instituut, waar eenerzljds de voortorg
niet als straf gevoeld werd, anderzijds de psy
chopaat kon verpleegd worden, zooals dat het
beste was voor hemzelf en de maatschappelijke
veiligheid. Kon eenmaal de patiënt geacht wor
den, zich te sullen aanpassen aan de normale.
-Samenleving, dan mocht hjj worden ontslagen.
Wie een bezoek brengt aan Reckheim en daar
een poos onder de bevolking vertoeft, krügt
Beker niet het gevoel zich te bewegen in een
misdadigersmilieu. Zou, zoo vraagt de jurist
zich af, Lombroso hier zijn studiemateriaal ge
vonden hebben? Allen, zonder onderscheid, ge
ven de verpleegden den indruk van zachtaar
dige, beleefde, voorkomende menschen. Vrees
voor de bewakers toonen ze niet,.wel grooten
•erbled jegens den aalmoezenier. Nergens trof
me een booze of zelfs een wantrouwige blik.
Intusschen gaf mij een der bewakers als zjjn
gevoelen te kennen, dat het voor vele der be
woners wel het beste zou zijn, hun leven lang
in het gesticht te blijven. Hier hadden zij zich
thans aangepast, hier waren zfj in de voor hen
geschikte omgeving, hier ontbraken alle maat
schappelijke prikkels. Teruggekeerd In de sa
menleving, zouden heftige reacties, bij de min
ste gelegenheid, zich van hen kunnen meester
maken, met al het gevaar, daaraan voor de
veiligheid verbonden.
Te Reckheim bevinden zien ongeveer zeven
honderd verpleegden, allen mannen. Er zijn er
van eiken leeftijd, jongeren, ouderen, ook grijs
aards met witte baarden. Voorzoover niet aan
den arbeid, kuieren ze in den tuin rond of
•taan ze, in groepjes bjj elkaar, de handen in
de vakken en een pijp in den mond gezellig
allerlei onderwerpen te bespreken. Wat mag
hen wel interesseeren. hen, die toch staan
geheel buiten de maatschappij en tot wie Beker
weinig van bet nieuw» uit ds wereld door
dringt? Alle mogelijke vrijheid genieten de
psychopaten van Reckheim binnen het gesticht
en zijn annexen. Toch zijn ze niet steeds vol
komen tusschen de muren van dit oude kasteel
opgesloten. Niemand stelle rich voor dat om de
grenzen dezer inrichting steeds militairen met
geladen geweer rondgaan. Integendeel: meer
malen verlaten de bewoners hun omgeving, om,
onder geleide van bewakers natuurlijk, wande
lingen te doen in den omtrek. Pogingen tot
cntvluchtidg komen dan zelden voor.
Aangezien, waar geen schuld is, ook geen
straf mag woeden toegepast, is alles er blijk
baar Op gericht, bij deze menschen de gedachte
aan vergelding weg te nemen. Rondom bet
vroegere slot strekt zich een mooi park uit en
in dezen tuin zag ik zelfs een Inrichting voor
het houden van papegaaien. De slaapgelegen
heden voor de verpleegden zjjn ruim en netjes,
voor goede voeding is gezorgd. Ook allerlei sport
wordt beoefend. En gelegenheid tot amusement
is er genoeg, zelfs een tooneel.
Talrijk en veelsoortig zijn de arbeidsmogelijk
heden. Wandelend door de gebouwen, komt de
bezoeker van de eene industrie In de andere.
Schrijnwerkers, smeden, schoenmakers, alles
Hopt en hamert tegen elkaar in. Anderen weer