Belgisch Psychopatengesticht I L o w Bij de Nederlandsche grens I r f' HET HELSCHE SEIZOEN K* - Paul Claudel over Rutland De Moeilyke problemen Reuzen-inktvisschen Zomer 1938 te Rome ’t er heet en intereeeant -V, „Arme blanken’ Zuid-Afrika >1 Ik F «en Ia •tel ai •child voorst hied, naar i hoorei en we in e> a. FR. DAZERT. al der leden van de n< 15 Augustus behoort men in Rome aan den Mt K. onvoldoende voeding; vroege groot vertrouwen op bijstand Ook boudin; Indien komen, Me! Tkjecl sternd in hel staat als vs H «er Sloi H poli H ond ond, zalil "Kun Mtlel en i Wat een lai hebben Duitse! voelt v BEI beder houdt kanse sprak in de Thans om het millioen meer da Spre drag t land t dit all Het andere De ve Ter Mh dien niet i In s< „terrein gestaan vastbesl deint t hoogte rin IS DE HC SC Deze regeeun te neme leidt op Ik hel dubbelzi *ls een! schouwe Thans zich oaa den een «che gel Duitschl »eg. Hij afgestpai stond hj uit niet vo te steil Hitte hij ged wapenl Na t het bei en tha nog ni ultgege wapent Verdei twee gi leven t wannet aan Ei ’T-; men van ondersteuning, die de weldadlgheids- vereeniglngen en anderen aan de „arme blan ken” geven, een demoraliseerenden Invloed op hen uitoefenen en hun weder-opname In de volksgroepen, die voor zich zelf zorgen, bemoel- „Neen, neen, het dier is niet verkouden, maar ik was het, toen ik hem leerde spreken!" venaangehaalde uitingen Commissie. Dese beschouwt het verder als een fout dat de Staat voortgaat met geldelijke ondersteu ning aan deze volksklasse te geven, die ten gevolge van achterlijke en ondoelmatige arbeids- methqden steeds meer terugvalt, omdat deae wjjze van ondersteuning haar slechts aanmoe- digt om verdere hulp te verlangen. De Commissie bpveelt veeleer aan om te stre ven naar verwijdering der factoren, die aan bet kwaad ten grondslag liggen, en wel hoofdzake- lijk door betere opvoedende maatregelen, dooi tot lezen aan te sporen, door vermindering van de onbekendheid dezer menschen met het moderne leven, door intensieve vorming op het gebied van den landbouw en opvoeding der „arme blanken door jongere leden van ver armde boerenfamilies aan andere betrekkingen dan op de farms te helpen, en door in te gaan tegen den afkeer van de dochters der „arme blanken” voor het werk van dienstboden. Bjj elke poging om de „poor whites” weer ft verheffen, moet gr van te voren naar gestreefd worden, hun als levende en werkzame overtui ging .bjj te brengen, dat de voornaamste taak om hun lot te verbeteren pp eigen schouders rust en door hen zelf moet worden verricht! Dit zijn de voornaamste punten uit de offl- eleele mededeelingen omtrent het moeilijke probleem der „poor whites”. Het belang daar van voor Zuid-Afrika is hieruit wel duidelijk geworden, ook zonder dat ik zelf daarbij com mentaar leverde." lichaam blijven normaal verken. Op haar gemak kan de inktvlsch echtheid en\ een aandoen, d&qr als volgt: Rusland 1K, kolossale en volmaakte itschap, tot het onverbiddeftjkste werktuig, leel buiten geestelijke sfeer geplaatst, van /plnltat.ta van den. Inensch door den menseh, fat Karl Marx zich ooit kon droomen. net las een vondst om voop-Tle-toogen dezer een- budigen te doen schitteren het denkbeeld, dat j in het vervolg niet meer werken zouden oo^een geschenk zonder hoop op belooning, ten voordeele van en voor de voldoening van enkele personen, die door het woord .kapita list” werden aangeduld maar voor bet schep- peh van iets nieuws en redelijks, iets ontzag wekkends en rechtvaardigs, waarbij de produc tie, zoo goed als de verdeeling en het verbruik, in overeenstemming met de behoefte zou zijn; wat het werk zou zijn van allen en ieders eigendom, en waarin zich zou uitdrukken met wonderbaarlljke vruchtbaarheid, vrij van alle indlvldueele begeerten en oneenigheden, de een heid van een geheel volk met zichzelf. Naar den troosteloozen winter van het land van Gog brachten Lenln en zijn kameraden uit den ver zegelden wagon de hoop en het denkbeeld, dat allen tezamen iets grootsch zouden moeten vol brengen." Het was dus de tyrannle van een idéé, waar door Rusland zulk een omwenteling meemaak te. Hierdoor ook durfden de leiders het aan uit hun ondergeschikten veel meer te halen, dan uit een machine mogelijk is. De menseh immers kan veel geven, als hjj werkt voor de vervulling eener gedachte. En zoo zien wjj thans het volgende beeld van sociale ordening voor ons: v De ondergeschikten kan men onderverdeelen in slaven en lijfeigenen. Tot de eersten be boeren honderdduizenden, die onder het ancien régime tot de betere standen werden gerekend, en thans onder de vreeselijkste levensvoorwaar den benut worden tot het uitvoeren van open bare werken. De lijfeigenen kan men verdeelen in boeren en arbeiders. De boeren werden het slachtoffer van de instelling der Kolchozen, of groote collectieve landbouwbedrijven, en lijden zoowel onder de ongunstige economische omstan digheden als onder de staatstyrannie. De ar beiders staan onder even sterke contröle en dwang, en lijden onder alle gevolgen der ratio nalisatie, die in de grootbedrijven van Europa en Amerika aan den arbeid zulk een onmensch- waardlg karakter verleenen. Bovendien vond het Sovjet-bewlnd het Stakhanovlsme uit. In alleIndustrieën vindt men werkers en werk sters, die goed betaald worden en geweldige prestatiecijfers weten te bereiken. Hun cijfers dienen dantot grondslag aan den arbeid der anderen, waarvan het gewenschte gemiddelde wordt berekend aan de hand der voorwerkers- prestaties. En dan is daar nog de groote groep der ge vangenen. Ofschoon Ciliga, in zijn beschrij ving van de toestanden in de kerkers, niet zonder humor opmerkt, dat men daar alleen nog vrijuit denken en spreken kan, gewaagt dezelfde auteur van dé vreeselljke folteringen waaraan*hun bewoners vaak worden blootge steld. Zij zijn, wat hun levenslot betreft, vol strekt onderworpen aan de heerschende klasse, die over zulke machtige politieke en militaire hulpmiddelen beschikt. Overigens heeft het Russische bewind niets oorspronkelijks, behalve de geweldig groote schaal waarop het ten uit voer wordt gebracht. Maar de meeste ideeën werden aan het buitenland ontleend. .Zooals kinderen van veertien jaar, die ge schiedenissen lezen over Roodhuiden en ban dieten, werd Lenin’s omgeving verblind door de groo^ afmetingen uit Amerikaansche eco nomie en door de triomfen (die intusschen veel van hun glans verloren) der zoogenaamde massa-productie. Men moest met alle geweld fabrieken en krachtstatlons bouwen, die groo- ter waren dan die der Vereenlgde Staten; wol kenkrabbers hooger dan die van New York; landbouwbedrijven, ultgestrekter dan die van Texas en Colorado. En dit alles dadelijk, zonder voorbereiding en studie. Natuurlijk werden de geweldigste vergissingen begaan. Fabrieken werden opgetrokken op grondslagen, die niet bestonden; de dam in den Dnjepr werd ge bouwd zonder dat men thans nog weet waar voor hij dienen moet; geweldig groote arbeids- centra werden gesticht zonder dat men weet, hoe de vele werklieden moeten worden gevoed en gehuisvest, enzoovoorts. Voor al deae fouten de schalen leekten, spetterend op het gebakken plaveisel. Dan ontwaart men ook ineens weer een menschengestalte, die de straat oversteekt, en vóór het vijf minuten verder* is, blijkt heel Rome van het warme middagbed verreien te zjjn. Men haast zich een bar‘binnen om aan de toon bank met een espresso, pikzwarte, met stoom getrokken koffie, de loomte, overblijfsel van den slaap, uit de leden te drijven en begeeft zich dan, voor twee uur nog, aan het werk. Natuurlijk zijn er ook Romeinen, die reeds twee uur met wer ken heeten bezig te zijn, maar tusschen deze en de andere, die heeten eerst te beginnen, blijft het verschil practisch tot dat heeten beperkt. Met een weinig scholing kan men bij de meeste beroepen heel goed zijn middagdutje al „wer kend” doen. Half acht, acht uur het souper en dan de be-ster-de, koele, dikwijls zelfs verraderlijk koe le, Romeinsche avond. Wat doet men er meer Men zet zich buiten voor een trattoria neer en drinkt zijn halven liter blonden Frascati of pur-* peren Velletri. Dap is men uit voor 1 lira 50. Of men gaat naar de Opera en dan kan men uit zijn voor 2 Ure. Dit ongelooflijk phenomeen wordt verwerkelijkt in dat andere phenomeen, de ther men van Caracalla, omgebouwd tot een open luchttheater voor 20.000 toeschouwers. 2 Lire, dat kosten de achterste rijen, maar daar behoeft U niets van Alda, Lohengrin, Isabeau of Turan- dot te ontgaan. Mussolini kwam zich hiervan eenmaal persoonlijk overtuigen. Sindsdien zijn er lederen avond grappenmakers, die tusschen de bedrijven op hun zitplaatsen gaan staan, met gerekte halzen naar het schellinkje turen en dan plotseling applaudisseeren en „Duce" roe pen. En lederen avond vliegt men er weer in, schokken de twintigduizend als geëlectriseerd overeind en brengen een ovatie aan een hersen schim. Men moest het dien grappenmakers ver bieden, want is wat zij uitlokken tenslotte geen parodie op den dictatuurstaat? Dolore e morte, smart en dood, luidden de twee donkere woorden, waarmede de Romeinsche kranten de vUegen en muggen karakteriseer den. In de lijn van deze karakteriseering lag het, dat men, een maand vóór de zomer aanving, de Romeinsche burgers met opvallend gedrukte plakkaten opriep tot de lotta contro le mosche, den strijd tegen genoemde insecten. De gemeente stelde daar allerlei wapenen gratis voor beschik baar, oa. bosjes laurier, gedrenkt in een be paald soort Insectenvergif. Rome heeft den strijd tegen vliegen en muggen met den Inzet van al zijn idealisme en energie gevoerd en het resultaat is, dat althans de muggen bijna in aantal onderdoen voor de sprinkhanen, van welke ieder huls een gemiddelde herbergt van drie. Tegen de vliegen heeft de strijd minder succes gehad. Ztf wolken nog altijd even'zwart en onsmakelijk langs het rijk gevarieerde maal, dat de straat haar biedt. Het bosje laurier dient daarom aan de lamp te blijven hangen, zeer tot ongenoegen van onze' bovenbuurvrouw, die eed I schilder in huis heeft Het HJkt n.1. heel erg op mistletoe en zjj zegt, dat haar gedienstige er in niet van weg is te slaan. yoy ver dit onderwerp, dat zeker ook den f 1 Nederlander interesseerén moet, schrijft Rudolf Krakmann uit Johannesburg in het Jull-nummer van het Zeitschrift für Geo- politik. .Met de waarlijk gouden toekomst van den Witwaters'rand en aan den Witwatersrand fëeft het vijfde deel van de geheele blanke be volking der Unie van Zuid-Afrika met de gouden toekomst dus van deae 400.000 blanken staat in schrille en beangstigende tegenstel ling de voorloopig op geen enkele manier te voorspellen toekomst van de meer dan 300.000 „poor whites” of „arme blanken”. WU in Johannesburg krijgen zelden iets te zien ven de ellende uit dit hoofdzakeljjk lande lijke deel van het Zuid-Afrikaansche volk. Nie mand spreekt er graag over. Slechts zoo nu en dan boren enkele bladen dit probleem aan en dan ook niet zoozeer, om het probleem zelf te behandelen, als wel met het doel qen een of anderen Minister eens te kunnen aanvallen. Niettegenstaande en zelfs wegens het ver bloemen of opzettelijk verzwijgen van deze fei ten en de daarmee verbonden toekomstvragen moet worden vastgesteld, dat de meer dan 300.000 „poor whites", dus een sesde gedeelte der geheele blanke bevolking, voor de toekomst van Zuid-Afrika het grootste en neteligste pro bleem vormen. En dit in velerlei opeteht! Hoe dan ziet dit zoo donkere vraagstuk er uit? ok het systeem van leerlingen en gezel len in de steden en hun omgeving maakt het den „poor whites” ónmogelijk, om in de steden tot handwerkslieden te worden, behalve dan voor lagere beroepen waarin zjj* met de kleurlingen moeten concurreerenet; d,t hebben wjj reeds als op den duur onmoge- perken. Haar leden" meenen. dat al deze vor- en ondoelmatig leeren kennen uit de bo- y Y et volk is thans in Sovjet-Rusland on- I—1 gelukkiger dan het ooit was, ongelukkl- -*• ger en minder vrij d«n In welk ander land ook." Zoo schrijft André Glde in een voorwoord op een pas-verschenen werk van Yvon: .X’URB.S. telle qu’elle est”. Hetzelfde boek was voor Paul Claudel aanleiding, om in La Nouvelle Revue Francalse van 1 Augustus j.l. enkele beschouwingen aan het Russische experiment te wijden. „Zooals het Italië van Mussolini en het Dultschland van Hitler, is het Rusland van Stalin het resultaat van die geweldige mobi lisatie der volkeren, die de Groote Oorlog van hun grondslagen losmaakte, en die zich sinds dien onmachtig bevonden om hun evenwicht te herwinnen binnen een verwoest of verzwakt plan. Italië, voor bet eerst zich bewust van zjjn nationale eenheid, ondervond de behoefte cm zich te bevestigen, «n zich naar buiten te doen gelden. Dultschland, vernederd in zijn hoog moed en in zijn belangen benauwd door kort zichtige bepalingen, heeft zich bevrijd van in wendige beperkingen en heeft, vooral naar de richting waarheen het van nature gedreven werd, de grendels verbroken van de gevangenis, waarin men het wilde opsluiten. Rusland ten slotte heeft onder vreeselljke krampen het be sef verkregen van eigen bestaan, van rijke hulpbronnen en van uitwendige kracht. Tot nu toe menschelljke grondstof, slapende en trage massa, die heimelijk gevoed werd door de con tröle van ’n macht die heterogeen bleek te zijn in onsamenhangende werkzaamheid, een stil staand meer, dat aan eigen zwaarte was over geleverd, heeft het zichzelf de hoofdorganen willen verschaffen, die noodlg waren onj gedif ferentieerde werkingen te ontplooien, en heeft het getracht om zich op onmiddelljjke ,en col lectieve wjjze te verbinden met de groote na tuurlijke krachten zonder de hulp van per soonlijk belang. Door de kracht van deze ver borgen verlangens heeft zich bjj deze drie vol ken een versmelting van bestanddeelen en ver eenvoudiging kenbaar gemaakt die ik, om met de geologie te spreken, metamorphisch zal noemen. Onder den invloed van krachtdadige en heftig werkzame minderheden, die culmi neerde in den wil of liever in de gepasslonneer- de aandrift van één enkelen man, is er van achter de schrale bourgeois-mozaïek iets nieuws te voorschijn gekomen: drie blokken, drie lan den, drie systemen van gelijksoortige krachten. Twee oude landen vol traditie zooals Italië en Dultschland hebben toch wel eenigen weer stand vertoond tegen de beschreven eenhelds- vorming. die zoowel van binnen als van buiten voortkomt. Deze moest geleidelijk tot stand komen. Maar in Rusland,* toen eenmaal onder Men invloed der volksbewisging de heerschende klasse, die weinig talrijk was en haar eenheid verloren had, was verdwenen, en eenmaal het Tinsel van de dictatuur gesteld was, zoo goed .de militaire en politieke werktuigen waren meed, dié deze effectief maakten, kon men doen wat men wilde.' Een kudde van mlllioenen menschenkoppen, zich uitstrekkende tot aan den versten horizon! Ziehier wat Lenin en Stalin, zoo goed als Iwan de Verschrikkelijke en Peter de. Groote, van boven uit het Kremlin konden zien. Vandaag, nadat van he^ 'Iftoheel verwijderd werden alle ideologieën, aanmatigingen, inbeel dingen en leurarf; is^téa toestand, zooals deze, met een onps^htheid enxeen eerlijkheid die sympaJMelc aandoen, dbqr Yvon beschreven Wor0<; als volgt: Rusland ite^geworden tot de Taamlooce Ven- Aan de Australische kusten is bet dit jaw voor de badgasten heel wat minder gevaarlijk dan in het vorig Jaar, waarin de haaien de kusten en bet strand onvejllg magkten. In dB zomerseizoen beeft niet één .haal zich ms« laten zien. De afweermaatr^gelen, welke met behulp van militaire vliegtuigen en kanonneer* booten werden doorgevoerd, hebben waarschijn lijk de gewenschte uitwerking op de dieren gehad. Maar thans zijn de badgasten gewaarschuwd voor een anderen vijand, die bijna even ft- vaarlijk is voor den menseh, n.1. de inktviseb, die meermalen parelvisschers en baders aan valt en haar slachtoffer vaak zoo lang onder water houdt, dat' hij den verdrinkingsdood sterft. Wanneer men tot nog toe van aanvallen dw inktvisschen op menschen hoorde, dan verwees men dergeljjke varhalen naar het rijk der faMtL Doch de zoölogen hebben in de laatste Jaren voldoende bewijsmateriaal kunnen verzamelen, waarmee zjj kunnen aantoonen, dat de inktvis- schen niet alleen in die grootte te vinden zijn, welke wjj kennen uit de Middellandsche Zee, uit den Atlantischen Oceaan of van de Ame- rikaansche kusten langs den Groeten Oceaan. Dergeljjke soorten zjjn soms ook in staat een menseh in groot gevMu* te brengen. Evenwel zijn in groote diepten 2000 tot 3000 meter reuzensoorten van inktvisschen gevonden, met hun lange armen een omtrek van 13 18 meter omvatten! In de armen dezer dlepnee- monsters ligt hun ongewoon groote kracht M de zuignappen zijn zoo sterk, dat zij hun Wt kunnen vasthouden om het naar den bek t» brengen. Er zjjn gevallen bekend, waarin ze« groote exemplaren van inktvisschen hun slzcM* offers konden dooden alleen reeds door dé mif- nappen. Strijd in de dierenwereld der diepzee van Mn Grooten Oceaan hebben de geleerden slechts bij toevallige gelegenheden kunnen gadeel*»* Duiken zjjn vaak getuige geweest van gevecö* ten op leven en dood, waarbij de Inktviseb meestal als overwinnaar uit het strijdperk ttzd. Voor de menschen zjjn de reuzenexemplaren niet zoo gevaarlijk geweest, daar men bij M* baden niet tot drie kilometer diepte duikt «ei bovendien de inktvisschen zeer veel boog* moeten hebben, alvorens zij zich in de nabij heid van de menschen durven wagen. Dat de inktvlsch slechts bij grooten bengg een menseh aanvalt of sterk agressief is,,»^* men uit nauwkeurige studies van de inktviseb- soorten, die in de Middellandsche Zee te vinden zjjn. Dergelijke kleinere soorten heeft men aan een grondige observatie onderwerpen, en aan de band daarvan kan men ook vaststellen vol gens welk systeem de inktvlsch te werk een aanval op een ander levend wezen, he^ menseh of dier. Steeds weer kreeg men be*' zelfde beeld te zien: De inktvlsch nadert baar buit met de lange armen en spuwt uit klier een vloeistof, welke zich spoedig in n» water verbreidt en het dier, dat wordt aange vallen, door een dichten sluier omgeeft. De vloeistof, welke de inktvlsch uitspuw* oefent een verlanunenden Invloed uit op buit. Men heeft vaak gezien hoe een dier, da den inktvisch als slachtoffer diende, zich v- komen rustig hield en niet eens in een beweging ter verdediging te maken, verlamming beperkt zich echter slechts t<* bewegingsorganeri. Alle andere functies van prooi ,Jn de armen” nemen en langzaam dood drukken en uitzuigen. Er bestaat geen reo aan te nemen, dat de reuzenmonsters der zee niet over dezelfde middelen beschikken die, welke de kleine soorten van inktvis»»» gebruiken om een prooi te bemachtigen. neer echter zulk een monster een' ander ie* wezen van gelijke grootte op de boven besen manier aanvalt en verslindt, is het niet te^ wonderen, dat zelfs goede zwemmers en erv»» duikers aan de Australische kust Plotodl?*tgn. slachtoffer kunnen worden van een den aanvaller". Een dergeljjke reusachtige visch behoeft slechte uit de diepte omnow^_ zwemmen, om onder de menschen een P»»^_ stemming teweeg te brengen. Vandaar de cieele waarschuwing voor den grooten der badgasten en duiken aan de Austn*»"-' kusten. wordt maar één verklaring gegeven: sabotan en verraad! Ik sprak zooeven over de massaproductie die ik zelf ruimschoots in Amerika kon bestudee- ren. Zjj is thans sterk aan het achteruitgaan. De groote landbouwbedrijven, naar het model van die van Campbell, gingen failliet onder het gewicht der algemeene onkosten en van de monocultures. Ford tracht zijn werkplaatsen meer en meer te verdeelen. Het geheele streven van Roosevelt bestaat hierin, om door Mt leveren van goedkoope electrlsche kracht, de kleine werkplaatsen in eere te herstellen. Reu zenbedrijven hebben een groot gebrek: zjj zun niet soepel en passen zich niet aan bjj de veel- vormige behoeften van het publiek en den vooruitgang, en vermenigvuldigen juist door hun omvang het risico voor allerlei fouten ia hooge mate. Als voorbeeld wil ik aanhalen het T-model van Ford, waarnaar het publiek niet meer vroeg zoodra het zijn volmaakten vorm had bereikt. Voor een Staatsindustrle is elke vooruitgang een ware ramp, omdat hjj gewel dige investeerlngen van kapitaal nutteloos maakt. En wat te zeggen, wanneer deze mon strueuze scheppingen worden volbracht door oneerlijke en onbekwame lieden? Boven dit alles troont de Groot Mogol de beminde hoofdman, de Zon, enz., voor wierr de ongelukkige intellectueelen (nog een klasse waarover ik niet heb gesproken, de meest eer- looze en onttakelde van alle) de formules eener Aziatische vleierij uitputten: Stalin. Het is met dezen tyran, met dit volk van beulen en slaven, dat het behoudsgezinds Frankrijk, door de zorgen van Louis Barthou, dit verbond sloot, waaraan wjj zooveel eer en voordeel behaalden. Het is dit bewind, dat ds Azana's en Caballero’s, geholpen door Moskou, aan onze poorten trachten in te stellen. De gevolgtrekking uit deze studie zal dubbel zjjn: de eerste is die, welke Lenln zelf mij ver schaft in een opmerkenswaardlgen zin, die door Apjlré Gide in het begin van zjjn Voorwoord wordt aangehaald: „Tot nu toe is er geen Revolutie die per slot van rekening niet uitliep op een versterking der sulmlnistraUeve ma chine.” Wat is de reden van dit onmiskenbare feit? Omdat elke revolutie tot resultaat heeft een verbrokkeling van de grnieeniirtisp een verlagen van het individu tot den toestand van een even onafhankelljkë als onmachtige eeL Van dan af heeft de tyrannle, het zuivere ge weld, dat steunt op de noodzaak, daartegen over vrjj spel. De Staat wordt de wreedste en vreeselijkste der meesters en werkgevers, om. dat hjj almachtig is, anoniem blijft en geen verantwoording draagt. Tegenover dezen Mo loch heeft het individu slechts één verdedi gingsmiddel: de vrije aaneensluiting en den, persoonlijken of collectieven eigendom. De tweede gevolgtrekking luidt, dat in eiken Staat aanwezig moet tljn wat ik een .gegeven" noem, een onbetwist qjoreel en nationaal ge zag. dat de traditie vertegenwoordigt en het gezond verstand zoodra het zjjn oordeel uit spreekt. Niet alles mag altijd weer opnieuw tot twistpunt worden voor groepen van leegloopen en praatvaers, zooals die uit de Oeral-gevange- nls, waarvan Ciliga ons het bitter-humorlstl- sche beeld teekent, en waarin elk lid op zich een afzonderlijke partij vormde. In de landen waar een monarchlsch gezag werd verzwakt, wordt deze rol op nuttige wijze, of laat oor liever zeggen: zoo goed en kwaad als het gaat, vervuld door instellingen die gedeeltelijk aan de verklezings-dulzellng zjjn onttrokken, zooals de Amerikaansche en de Fransche Senaat." D m««st garaffinwrda vorm van ijdelheid is prat gaan op zijn bescheidenheid. houden zich bezig met kalmer werk, zooals de zakkenplakkers, kransvlechten en pan tof f el stikkers Overal is iedereen, blijkbaar met veel genoegen, aan den arbeid. Allerlei produkten en daaronder kunstvol bewerkte, mocht ik be wonderen. Het doel, waarmee de verpleegden aan het vervaardigen van deze artikelen gezet zijn, te drieërlei. Afleiding te natuurlijk een eerste ver- eischte. Zoo immers worden zwaarmoedlgheio en prikkelbaarheid bestreden. Op de tweede plaats moet in de behoeften van het gesticht worden voorzien. In soo’n groot huishouden te er wat noodig: kleederen, schoenen, metaal- en houtwerk en wat nogal meer. Deels vraagt het nog bruikbare herstel, deels behoort ook nieuw te worden geproduceerd. Tenslotte levert de in richting ook aan de buitenwereld; voornamelijk mooi versierde pantoffels, kransen en geplakte zakken. Zoo is dan het leven van de psychopaten vaii Reckheim. In vrede gaan hun dagen voorbij, kalm, regelmatig, monotoon. Overweegt wie hen daar ziet gaan en staan met onbewogen en onschuldig gelaat, waarop geen hartstocht gloeit, geen rimpeltje trekt, wel eens, wat voor een verleden achter hen liggen kan? Welke levenstragedies hebben zich vroeger om deze menschen afgespeeld? Wat misdeden ze? De drUfveeren? Roofzucht, wraak, libido? En met welke wapenen? Vergif, mes, revolver? Voorzeker, nipt altijd waren ze zoo vergeten als thans. Vóór de oogen van den bezoeker rijzen in de oogenbllkken, dat hij onder hen vertoeft, nog eens die zittingen der assisen hoven, waarvan hU zoo dikwijls In de dagbladen gelezen heeft. Daar stonden eens deze men schen, vóór ze de levende maatschappij verlie pen, in het midden der algemeene belangstel ling. Strak waren op hen de blikken van rech ters, juryleden, getuigen, advokaten, journalis ten gericht. Toen kwam de uitspraak en tege lijk de vergetelheid. Scherpe antithese! Vroe ger, ten tijde van het feodalisme, kreunden in de onderaardsche kelders van dezen burcht de kleine overtreders. Een gestroopte haas, wat gesprokkeld hout bracht hen in de „oubliette.” Werden ze daar ^werkelijk wel eens vergeten? Dreven honger en dorst ze naar hun uiteinde? Onze tijd kan zich dat zeker nauwelijks voor stellen. Maar thans en hier treft de acute tegenstelling wandelen de groote misdadigers in de parken van ditzelfde oude kasteel. Et is. sinds den tijd der leenmannen, wel iets veran derd in de maatschappij. werkelijk noodlg is zich zoo ver te ontkleeden als het mondaine straatbeeld, dat op het oogen- blik overigens beheerscht wordt door de kenne lijke imitatie van kleine ambtenaren- en mid denstand, U zou willen doen gelopven, dan zijn godsdienstige geweldenaars, gelijk St. Laurentlus er een was, nog steeds niet uit den tijd. Want dan moeten al die bedelmonniken en bedelzus- ters. die nu even goed als in koeler perioden op de Romeinsche liefdadigheid jagen, een hitte verduren, als lagen zij op gloeiende roosters uit gestrekt. Zij dragen winter en zomer dezelfde ruwe, zware pU en terwijl men zelfs het hond je, dat alléén maar haar is, een plulsbal en niet meer, heeft kaal-geschoren, torst de Capucljn nog altijd zijn voorgeschreven, zelden kraak- zlndelljken baard. Maar vraagt gij hem: „Eer waarde, heeft V het niet vreeseHJk warm?” dan lacht htf uitbundiger dan de man onder de douche, dien ik op een plaatje in de krant zag met als onderschrift: HÜ houdt het hoofd koel. Die Capucljn houdt zijn hoofd koel met de Christelijke blijmoedigheid en hU zegt, dat deze de beste remedie tegen de warmte is, zooals trouwens tegen alles. De koetsiers van de brikjes, waarin de toerist Rome moet gaan zien, of anders beter thuis had kunnen blijven, want zóó alleen kan men tijdens een kort toeristen verblijf iets bespeu ren van de Romeinsche sfeer beleven een kwaden tijd. Die tijd komt, evenals de warmte, ieder jaar terug en als hij aanvangt, zetten de koetsiers hun paarden een wit katoenen slaap muts op. Qc heb mfl eens laten vertellen, dat, wanneer menseh en,dier geregeld met elkaar omgaan, zU iets van elkanders physlonomle ovememen. Voorbeelden? Oude vrijsters en hare mopshondjes vertoonen doorgaans een zekere ge lijkenis in knorrlgen oogopslag en misprijzend neerhangende mondhoeken. Dan zijn er die geslachten, in welke sinds menschenheugente paard gereden wordt. Geleidelijk aan ziet men bjj hunne telgen het voorhoofd lager en neus en kin langer worden, terwijl de paarden al het air plegen te hebben, waarop oude geslachten recht geven. Denk verder aan vetweiders en veekoopers en U zult althans kunnen begrij pen, dat de veronderstelling van een uitwisse ling van physleke hoedanigheden tusschen menseh en dier in een ongeschokt menschen- t>rein opkomt. Maar nu de Romeinsche koet sier! Die schijnt met zijn paard welhaast een eenheid te vormen; samen zijn zij zooveel als een centaur. Want nadat hij zijn paard zoo’n wit katoenen slaapmuts heeft opgezet, gaat niet het paard, doch hjj zelf slapen. Overal in Rome kan men thans dit merkwaardige tafereel aan schouwen. En terwijl het wlt-gemutste paard al zwaaiend met zijn staart de vliegen verjaagt en de koetsier, het hoofd diep op de borst, op den bok in een bodemlooeen slaap verzonken zit, kruipt traag de warme, kwade tijd voort en voorbij. Omstreeks vijf uur in den middag komt er altijd wat wind in Rome- De fonteinen werpen plotseling de waterdroppels, die tot dan toe ge- sapig langs ds beelden sn bloemmotieven r Wegens de daaraan verbonden moeilijkheden zal ik mu in de volgende beschouwingen ge heel beperken tot weergave der officieele publi caties en daaraan van mfjn kant niets toevoe gen. Mcge ieder zich daaruit een eigen oor deel vormen. Het Official Year Book van de Union of South Africa no. 15 voor de jaren 1932—1033 bericht ate volgt: Ate gevolg van de Indrukken, tijdens eer Afrikaansche rete door de doctoren Keppel en Bertram van het New Yorksche Carnegie instituut opgedaan, stride dit Instituut 4000 nond sterling ter beschikking van een studie commissie tot onderzoek der poor-whlte-vra- aen. Dit bedrag werd meer dan verdubbeld door verdere bijdragen van de hoogescholen te Stellenbosch en Kaapstad, de Nederiandsch- Hervormde Kerk, de Unieregsering en anderen. De onderzoekingen begonnen in Januari 1929 en werden afgealcten einde 1932 door het ver schijnen van een verslag in vijf banden, onder den titel „Findings and Recommendations of the Carnegie Commission”. De ..poor whites”, een van Europeanen en vooral Hollanders afstammende bevolklngsroep, verdienen den kost vooral in den landbouw en bestaan vooral uit „bUwoners”, daglooners. be zitters van kleine' aandeelen in boerderijen eu een groeiend aantal van ongeschoolde of bijna ongeschoolde arbeiders. Bijna aan de helft van alle schalen der Unie werden vragenlijsten uitgereikt met nauwkeu-' rige aanwijzingen voor de onderwijzende krach ten; deze enquête omvatte ongeveer 50.000 fa milies. Uit het verzamelde feitenmateriaal volgt, dat17 pct. van al deze gezinnen als zeer verarmd moeten worden beschouwd. Op het tctaal der blanke bevolking berekend geeft dit bij voorzichtige schatting meer dan 300.000 „poor whites”, zooals het verslag ook uitdruk kelijk aangeeft. De getallen werden gewonnen in de jaren 19991930, dus nog vóór dat de gevolgen der crisis merkbaar werden. De economische ondergang van dit volksdeel wordt toegeschreven aan het onvermogen, zich aan moderne levensvoorwaarden aan te passen en ook aan ontoereikende opvoedingsmethoden, ontoereikend vooral voor een achtergebleven volksdeel, dat zich lang slechts in een boeren traditie ontwikkelde, of. zooals ik eerder zou willen zeggen: daarin is blijven steken.” Volgens het verslag hebben de volgende om standigheden het ontstaan dezer toestanden in de hand gewerkt; een zekere zwerflust, datee- rende uit de groote Trektljden; overbevolking der boerderijen; voedselwinning door de Jacht, die nu nog maar weinig oplevert; minachting voor lichaamsarbeid; slechte behuizing, waar door groote zuigelingensterfte ondanks hooge geboortendf huwelijken1 dóór Kerk en Staat; een zekere erfelljke belas ting, die zich vaak uit door geestelijke min derwaardigheid. Vooral de gedachte: „Vadertje Staat zal ons wel helpen' te bjj deze menschen zeer diep geworteld: zjj doet hen om steun vragen, ook als dat niet noodlg is, en leenlngen sluiten zonder de bereidwilligheid om terug tq betalen. „De Commissie beveelt het daarom aan, gel- deljjke ondersteuning zonder tegenprestatie in den vorm van werk tot een minimum te bë- lljken, omdat deze ondersteuning minderwaar digheidsgevoelens opwekt en versterkt, en den sin voor persoonlijke verantwoordelijkheid on dermijnt. Verder zjjn er gegevens die duidelijk leeren, dat het stemrecht en verdere politieke invloe den misbruikt worden, en wel in stijgende mate, om ondersteuning uit de staatskas te krijgen. Ondanks het vooroordeel der zoogenaamde „pcor whites” tegen allen zoogenaamden kaffer- arbeid en hun andere, bovenvermelde gebreken, gelooft de Commissie toch, dat een belangrijk deel der ,arme blanken” in staat en bereid zou zijn, om door regelmatigen en harden ar beid voor hun gezinnen te zorgen, als men hun blijvend werk tegen behoorlijk loon kon ver schaffen. De grootste moeilijkheid ligt echter in het feit, dat sedert den tijd der eerste Europeesche kolonisatie in Zuid-Afrika alle gewone han denarbeid aan de kleurlingen werd opgedra gen, en alle bedrijven, van welke soort dan rok, in landbouw en industrie op da basis van de goedkoope kracht der Inboorlingen werden cpgetrokken. Het loon voor gewonen handenarbeid is dus minder dan het bestaansminimum van den Europeaan, en een strijd tusschen dezeg en de inboorlingen op het gebied van dien arbeid moet daarom noodzakelijk bjj den Europeaan verdere verarming en demoralteeerlng ten ge volge hebben. Maatregelen, die cp een of andere wjjze aan den verarmden Europeaan bepaalden handen arbeid willen verschaffen en willen voorbehou den, zouden dus slechts van voórbjjgaanden aard mogen zijn en slechts ten doel mogen hebben om den „poor tehites” de mogelijkheid te verschaffen, om aan de nieuwe verhoudin gen te wennen. Verder zou het voor de „arme blanken” zelf fataal zijn, als men voor hen zulke bescher mende maatregelen zou treffen, waardoor ten slotte hun vermogen om op de arbeidsmarkt mét de niet-Europeanen te concurreeren steeds meer zou worden verzwakt. Ook lijdelijke werkverschaffingen schijnen niet het Juiste middel te vormen, want zjj ha len de ..poor whites” van de boerderijen weg en ais de arbeid te afgeloopen zjjn de menschen niet in staat om zich weer in vroegere levens verhoudingen thuis te gevoelen; zjj verarmen weer opnieuw en nog meer, worden hulpeloos cn een last voor de rest der bevolking, zooals zjj dit reeds van tje voren waren. De Nederlandsche toerist, die naar Zuld- Limburg stoomt of dieselt, kan, indien hl), ter hoogte van Geulle, even den blik wil afwenden van de schoone natuur zijner omgeving, bij helder weer aan de overzijde der Maas een oud slot ontdekken, zwaar gebouwd als een Bastille. Dat te het voormalig kasteel van Reckheim, eens eeuwen lang een machtige burcht van het feodalisme, thans een inrichting van den Belgischen Staat yoor de verpleging van psychopaten. Veel is er over dit slot ge schreven, door Ml van historici, want hier zetel den eens de machtige heeren uit het vermaarde geslacht van Aspremont-Lynden. Voornamelijk zjjn portier een flinke fooi te geven. Dat is niet bij de wet voorgeschreven, maar er staan nochtans sancties op, die men niet gering moet schatten. Wat toch is men in Ro me zonder zijn portier? Zooveel als, mag men de romans gelooven, een Engetechman zonder zijn butler is. Van Uw gul- of enghartigheid op den 15den Augustus hangt het af, of Uw portier een steeds maar reddende engel voor U zal zijn dan wel een kwelgeest, die leder uur van Uw dag grondig bederft. Men heeft mjj vol verontwaardiging van portiers verteld, die steeds zoek waren, wanneer vrienden of kennissen de lift noodlg hadden, maar kwam er een schuld- etecher of ander onaangenaam bezoek, het llft- hek reeds op een kier hadden staan, als de of het gevreesde zich nog moest vertoonen. Zulke klachten pleiten voor den fijnen neus van den Romeinschen portier en doen slechts afbreuk aan den klager zelve, wiens ongeregelden harts tocht voor het aardsche slijk zjj in een pijnlijk helder daglicht stellen. Het is den Romeinschen portier bjj die fooi op 15 Augustus niet allereerst om de gelds waarde te doen, maar om de erkenning van zjjn eigen waarde, welke er in opgesloten ligt Gjj moet hem die fooi dan ook als zoodanig overhandigen; niet alsof hjj, maar alsof gjj zelf er beter van wordt, ld zooverre nJ. als gij gele genheid krijgt een eereschuld te betalen. De Romeinsche portier heeft, wat zjjn opvattingen omtrent fooien betreft, het gelijk volledig aan zjjn zijde en ik heb wel eens bedacht, dat. be perkten zjj zich niet tot fooien, noch tot Ro meinsche portiers, het begrip klassenstrijd spoe dig een vaag begrip zou worden om tenslotte geheel in nevel op te gaan. Zal de knecht méér zijn dan de meester? Neen, nietwaar, en daarom werken, sinds Mussolini voor het eerst bij het dorschen zjjn hemd uit trok, de Italiaansche arbeiders, wier taak in de open lucht is gelegen, ’s zomers met ontbloot bovenlijf- Na enkele dagen is dat van een diep chocolade-bruin, zooals op het strand van Ostla ondanks crème en olie en het metaalhoudende zwarte zand, hetwelk voor een mooi, diep bruin zeer bevorderlijk heet te zjjn. maar zelden be reikt wordt. Italianen op het strand te Ostla en Italianen langs de spoorlijnen, aan openge broken wegen, op het land zjj hebben gemeen, dat zjj allen half naakt zijn. Maar voor het overige zjjn er slechts verschillen, waarvan dit misschien wel het grootste is, dat men bjj de eerste groep zelden, bjj da tweede groep veel vuldig op het zonnebrand-bruln kettinkje en medaille van het scapulier ziet blinken. Wanneer het tegen de warmte, waarin Rome gedompeld is 39 graden in de schaduw e. traden onder hen op den voorgrond baron Her man en graaf Ernest. De eerste bouwde de zware en solide muren en torens en omringde met grachten. Onderaardsche kelders werden gemetseld en daarin de beruchte „oubliettes.” Ernest zette het werk van zijn vader voort. Aan dit feit wordt op den dag van heden nog herinnerd door een Latijnsche inscriptie in een der muren met het jaar 1597. Uitwendig geleek het kasteel vóór de Fran sche revolutie een vesting, inwendig toonde het •en weidsche weelde. Prachtig waren de ver trekken, wier aantal ging naar de honderdveer- tlg. De meublleering schitterde door haar rijk dom. Al dadelijk kwam de binnentredende in een uitgestrekte zaal, verlicht door groote zil veren lusters, aangebracht op kostbare fljn- geweven zijden tepljten, die veldslagen voor stelden. Daarnaast, in een galerij, prijkten de portretten van verschillende heeren van Reck heim, zittende te paard in oorlogstenue. Too- neelen boden zich, de odyssee waardig. Schril steken bü al deze pracht en praal af de onderaardsche kelders, die er thans nog te aanschouwen zjjn in al hun oorspronkelijk heid. Groote beruchtheid kregen ze, doordat in vroegere eeuwen de gevangenen en dat soms voor kleine overtredingen in die holen w«r- den opgesloten. Kleine hokjes, waarin een menseh nauwelijks recht kan staan, dienden hun tot verblijf. Zelfs zegt de legende, dat vaak de ortgelukkigen, wanneer ze in den kel der zaten, werden vergeten en dan van honger •n dorst omkwamen. Vandaar de naam ^Jubhettes." De groote Fransche revolutie maakte aan de macht der heeren van Aspremont-Lynden een einde. Het slot werd veranderd in een militair hospitaal en kreeg later nog verschillende an dere bestemmingen. Een tUd lang was het een inrichting voor bedelaars en zwerver}, vervol gens voogdUgesticht. Heden ten dage dient het oude kasteel, zooals gezegd, als instelling voor psychopaten, al worden er ook wel bedelaars en zwervers heengezonden, elementen, die bij ons in een rijkswerkinrichtlng terecht zouden komen. Het psychopatenverblUf te Reckheim is zeker •en bezoek overwaard, niet alleen voor den his toricus, maar ook voor den socioloog en den jurist. Ook anderen. Indien zjj toegang kunnen krijgen, vinden er veel merkwaardigs. Zij aan schouwen hier een groot huishouden, ja een wereldje op zich zelf, waar tal van menschen, met een zwaar leven achter den rug, afgesloten van de maatschappij, toch in kalmte en rust hun dagen zien voorbijgaan. Het wööfd psychopaten sluit verschillende be grippen in. Ónd^r psychopaten moeten hier worden verstaan menschen. die een misdaad hebben begaan, doch wier zielstoestand een soodsmige is, dat het gepleegde vergrijp hun niet ten volle mag worden aangerekend. Ze vormen dus het midden tusschen de volkomen en de in het geheel niet toerekenbaren. Van deze twee laatstgenoemde categorieën worden de eersten gestraft, de anderen in een krankzin nigengesticht opgesloten. - Anders staat de criminologie tegenover de psychopaten. Voor zoover geen schuld, geen straf. Dus voor dezen zielszieke geen gevan genis en zeker geen cellulaire opsluiting. Ook geen krankzinnigengesticht. Maar een maat regel moest toch tegen hen genomen worden. Voor de toekomst behoort immers de maat schappij ook tegen dit soort misdadigers te worden beveiligd. En zoo bestond er behoefte Mn een Instituut, waar eenerzljds de voortorg niet als straf gevoeld werd, anderzijds de psy chopaat kon verpleegd worden, zooals dat het beste was voor hemzelf en de maatschappelijke veiligheid. Kon eenmaal de patiënt geacht wor den, zich te sullen aanpassen aan de normale. -Samenleving, dan mocht hjj worden ontslagen. Wie een bezoek brengt aan Reckheim en daar een poos onder de bevolking vertoeft, krügt Beker niet het gevoel zich te bewegen in een misdadigersmilieu. Zou, zoo vraagt de jurist zich af, Lombroso hier zijn studiemateriaal ge vonden hebben? Allen, zonder onderscheid, ge ven de verpleegden den indruk van zachtaar dige, beleefde, voorkomende menschen. Vrees voor de bewakers toonen ze niet,.wel grooten •erbled jegens den aalmoezenier. Nergens trof me een booze of zelfs een wantrouwige blik. Intusschen gaf mij een der bewakers als zjjn gevoelen te kennen, dat het voor vele der be woners wel het beste zou zijn, hun leven lang in het gesticht te blijven. Hier hadden zij zich thans aangepast, hier waren zfj in de voor hen geschikte omgeving, hier ontbraken alle maat schappelijke prikkels. Teruggekeerd In de sa menleving, zouden heftige reacties, bij de min ste gelegenheid, zich van hen kunnen meester maken, met al het gevaar, daaraan voor de veiligheid verbonden. Te Reckheim bevinden zien ongeveer zeven honderd verpleegden, allen mannen. Er zijn er van eiken leeftijd, jongeren, ouderen, ook grijs aards met witte baarden. Voorzoover niet aan den arbeid, kuieren ze in den tuin rond of •taan ze, in groepjes bjj elkaar, de handen in de vakken en een pijp in den mond gezellig allerlei onderwerpen te bespreken. Wat mag hen wel interesseeren. hen, die toch staan geheel buiten de maatschappij en tot wie Beker weinig van bet nieuw» uit ds wereld door dringt? Alle mogelijke vrijheid genieten de psychopaten van Reckheim binnen het gesticht en zijn annexen. Toch zijn ze niet steeds vol komen tusschen de muren van dit oude kasteel opgesloten. Niemand stelle rich voor dat om de grenzen dezer inrichting steeds militairen met geladen geweer rondgaan. Integendeel: meer malen verlaten de bewoners hun omgeving, om, onder geleide van bewakers natuurlijk, wande lingen te doen in den omtrek. Pogingen tot cntvluchtidg komen dan zelden voor. Aangezien, waar geen schuld is, ook geen straf mag woeden toegepast, is alles er blijk baar Op gericht, bij deze menschen de gedachte aan vergelding weg te nemen. Rondom bet vroegere slot strekt zich een mooi park uit en in dezen tuin zag ik zelfs een Inrichting voor het houden van papegaaien. De slaapgelegen heden voor de verpleegden zjjn ruim en netjes, voor goede voeding is gezorgd. Ook allerlei sport wordt beoefend. En gelegenheid tot amusement is er genoeg, zelfs een tooneel. Talrijk en veelsoortig zijn de arbeidsmogelijk heden. Wandelend door de gebouwen, komt de bezoeker van de eene industrie In de andere. Schrijnwerkers, smeden, schoenmakers, alles Hopt en hamert tegen elkaar in. Anderen weer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 10