F. tKdu&fwd van den dag De avonturen van een verkeersagentje m DE I 4 Sfc WOUENf^ De vorst ^sja te reist incognito 1 HONIG's KEUKENSTROOP^^^V '1 F Ons „oorlogsrecht” banki vraagt vo .4 VRIJDAG 7 OCTOBER 1938 Filmkring M *33 Eer at e luatrum 4 •1 L T B.z.a. Be.lixt Elands DOOR FRITZ METZNER I Probeert dit receptje tegen Rheumatiek-pijnen Het oordeel van den voorzitter der R.K. Staatapar^tii Het lievelings lied s&’; NETTl FL1 banketbi kerutrai straat. SL OT AANB man. Krc r De plannen van de Regeering DE FRANSCHE VEREEN1GDE KÉRK NI of als hulseljj bulten) letter SLA srgïï? dan £1) kastraat Tri.' 14704 Muu Ban ook genq richten. A tuurbaan AAI U kunt het zelf klaarmaken .Ditmaal was de Ta|fcj®rko:’t- Daarbu vergat men van ^verschifiWBiCinten, dat zU moet worden gelezen tegen den achtergrond van 1937, waarpiee het zittend Kabinet werd aangediend. B«l« men zich niet de prlnctpieele betuigingen. o Geen overhaaate wetgeving meer V 4 All ■i'/ t Ingeaoniien MedadeeUnp) O 0 .aai Beer Biedt i t.. Gevraagd' Dan bruiken? 1 HOOFDSTUK I j^*f.(-7*' HU nam Keesie, die kalm was, mee naar zijn huls. „Roel maar mee,” zei de< visscher, „dan blijf je warm, want het Is niets gedaan om zoo lang in een nat pak rond te loopen of te ait- ten.** En ze roeiden uit alle macht. Eindelijk kwamen ze aan de hut van den visscher, die aan den oever van de rivier zün woning had gebouwd. De boot werd gemeerd en zoo gingen beiden aan wal. Het waa een vriéndelijk huisje. „Ik ben blij dat ik er ben," zei Keesie. „En Ik dan,” zei de visscher. „Oost weet, thuis beat, zeg ik maar. n het Maandblad dèrwwWfwraatqpartü f schrijft de voorzitter, oud-xnlnlster Ver- schuur, als volgt over de jongste aan- ademlooc, in verrukking, geluisterd! bevoegdheden worden onthouden waaraan zü meent behoefte te hebben”. Jenkt men dit, dan verwondert over het ontbreken van bepaal- Charlej Dawney jngt miss Crosby liefst tetter Sigmar von den morgen het venster voort- Water- stevlg trap, kwam metj, bleef bewusteloos nomen en te bed gelegd. Een iw glimlachte door haar tranen dacht ze. Ach, de jeugd zegt Charles voort- itiiiiiiiiHniiiiiiHiiiiliiiiiiiiiiiiHtiiiiiHH i V looi stol de ven drie behoor in elk geval niet tot deze personen". Voor din Dintelstr REia kelt Br. on BF.KW voor i Esp. tulnm Br on Voor dli Gevraagd 1 Aanmelde 6?hui», s Voor dire Voor nr.ldde be tret öt,;’ groette oom. Deze verwees hem zonder een woord te spre ken de plaats aan M nadere einde ïan de R.K., inboed maar i huur, 1 10962, F Biedt kunnen voorkomen, langs die scheidingslijn loopen. Wel echter is het vertrouwen, dat ons» oorganlsatle in de persoon van „onze” Minis ters nog steeds onverzwakt stelt, een verkla- rlrng voor het vertrouwen, dat nog aan dl' Kabinet wordt geschonken.’’ Banklnste: voor dlrec ding Am.'Rel RJL, bekt n*. Rrieve ondei Rouma d A’dam. Gevraagd Minister Steenberghe is de Kamer tege moet gekomen In haar verzoek om beper king van den geldigheidsduur der oorlogs- wetjes. In alle ontwerpen, die daarvoor In aanmerking kwamen heeft hij een termijn Van vijf maanden opgendmen. Doch een nieuw op stapel zetten van deze voorzie ningen voor den tijd van oorlog of oorlogs gevaar óók voor het geval, dat over vijf maanden geen continuatie dezer voorzie ningen hoeft te^worden gevraagd, heef£ hij niet in concrete aangekondlgd. En’ daar lag toch de bedoeling van de Kamer. Weliswaar spreekt de Regeering in de Memorie van Toelichting bij het ontwerp, dat de vorming van voedselvoorraden mo egelijk jnaakt het eerste van de sprle der elf verleden week aangenomen wetten over een in voorbereiding zijnd ontwerp, dat de economische oorlogstoerusting zal regelen. Bijzonderheden omtrent den in- Ingehouden woede en stak de eene sigaret na de andere op. Af en toe streek zfjn hand ner veus door zijn lichtblond haar en bracht het geheel in de war. Een kloppen op de dgur wekte hem uit zjjn overpeinzingen. „Binnen!” Bjj het zien van den ouden bediende ver anderde het gezicht van den vorst oogenbllk- kelljk. Vriéndelijk vroeg hij: „Wat is er, Ernst? Mijn oom al op?” „Zijne Hoogheid vorst Harro von Wernstein laat uwe hoogheid verzoeken, om tien uur In de ontbijtkamer te zijn." „Dus toch! Ik had het wel gedacht!” De oude bediende maakte een nederige bui ging en wilde zich vlug weer terugtrekken, toen zijn Jonge meester verder vroeg: „Was mijn oom erg boos, Ernst? Of heeft hjj je niet zelf de boodschap gegeven?" .Jawel! Zijne hoogheid gaf mjj de boodschap in eigen persoon en ik meen te kunnen zeggen, dat zfjne hoogheid erg opgewonden was." Een nauw merkbaar lachje speelde een oogen- blik om den mond van den jongen vorst. „Dat is te begrijpen! Luister eens, Ernst! JU kent mü toch van Jongsaf aan! Ik geloof, dat het er vandaag zal spannen op Wernstein. Dat is een pijnlijke geschiedenis voor mij. Of weet je er soms al lets van, oude Jongen?” „Uwe hoogheid meent aan mijn bescheiden heid te moeten twijfelen?” „Onzin, Ernst, zoo is mijn vraag niet bedoeld! Bovendien ben Ik heelemaal niet in de stemming om te schertsen. Jij weet toch heel goed, dat De vier Fransche Protestantse!» kerken, die thans in een Vereenlgde Protestantse!» Kerk Vkn frankrijk zün samengevloeid, zal thans een 600 gemeenten tellen, welke op 13 December as. in nationale synode, de, eerste der vereenlg de kerk, zullen samenkomen. Een 60 A 70 ge meenten doen met de vereenlglng niet mee; deze liggen voornamelijk in den Midi en in het Zuid-Oosten; confessioneele bezwaren bewogen tot deze afscheiding. Wel echter zullen deze zelfstandig blijvende gemeenten federatieve banden met de Vereenlgde kerk aanhouden. Hetzelfde doet ook de 261 gemeenten tellende Evangellsch-Luthersche kerk in Frankrijk, die voornamelijk in Elzas-Lotharingen zich ont plooit Gevrsaf treding R.k. im lichting) Mleuwsti Het gelaat der bloemenverkoopster klaarde op. „Nu u *t zegt, herinner ik *t mü nog heel goed. Dat meisje van uw vriend heb ik nog vaak gesproken. Zelfs onlangs nog. Uw vriend, Char les Dawney, is gesneuveld, niet?” Charles knikte en vroeg: „Z’n vroeger meisje is zeker al lang getrouwd?” Het kostte hem moeite dit te vragen, maar hü deed het toch. „Neen, dat geloof ik niet. Toen ik haar on langs sprak, was dit zeker nog niet het geval." „Ik ben lang in Zuld-Afrlka geweest,” her nam Charles, „en nu Ik hier ben, zou Ik haar graag eens willen spreken. Weet u soms waar ze woont?” „Dat niet, maar ik kan u wel zeggen waar u haar vinden kunt. Kent u de music-hall ,Ber- gery" in Trumpstreet? Daar zingt zü eiken avond een paar liedjes. Daar vindt u haar zeker.” „Dank tl,” zei Charlfe. HU kocht wat bloemen, keerde koningin Anna den rug toe en reed naar Trumpstreet. Wanneer U last heeft van rheumatiek, neemt dan eens proef met dit recept om de pün te verdrUven. U kunt het thuis klaarmaken en het helpt goed. BU Uw apotheker of drogist koopt U 86 gram terpentUn en 15 gram Rheumaglc-olie (gecon- centreerd)Den 15 grams-fleschje Rheumagic- LOlie kost maar 66 cent, dus met de terpentijn mee bent U vaor pngeveer drie kwartjes klaar. Schudt dgze twee bestanddeelen in een schoone flesch goed door elkaar. Zorgt ervoor, dat U het niet in Uw oogenkrügt. Uw rheumatiek-olie is nu gereed. Bevochtigt de pUnlUke plaatsen er mede, zonder te wrUven te masseeren en de pijn verdwUnt dlrectf* Her is werkeluk een uit stekend middeltje. U zult blu zUn dit goede receptje gevonden te hebben. Vergeet daarom niét 85 gram terpentUn' en 15 gram Rheumagic olie (geconcentreerd) bü Uw apotheker of dro gist te halen. Intusschen sleet Charles Dawney, niet zoo heel ver van Bristol, z’n eigen, duister leven. HU kende vreugde en smart, maarzich zelf kende hU niet en leefde alleen voor z’n troebele gedachten. Totdat veertien jaar later er Iets ^wonderbaars in z’n leven gebeurde. Op zekeren morgen viel hU van een hooge z’n hoofd op den grond en liggen. _Zoo werd hü opge- *2 1 paar dagen later brak een abces uit aan z’n schedel. De genees heer ontdekte nog een kleinen shrapnell-splln- ter, verwijderde dien en wachtte zjin ontwa ken af. Toen Charles Dawney uit z’n bewusteloosheid ontwaakte en een paar uur aan zich zelf over gelaten was, schelde hU de zuster, die hjj heel anders aankeek dan een paar dagen te voren. HU vroeg waar hU zich bevond en een kwartier later wist de dokter dat hU een offlqjeelen doode weer levend gedokterd had. Charles Daw ney was weer in jt vólte bezit van z’n geheugen. Maar niemand kwam daar voorloopig lets van te weten. Op een avond stapte Charles in Bristol uit den bus en liep naar het Coventry-plein, in welks midden een standbeeld van koningin Anna prijkte. Daar, egen ter zUde van *t stand beeld, zag hU.de hem bekende bloemenverkoop ster, .naar nuffen veertien jaar ouder. Ze stond op precig^dezelfde plek als vóór den oorlog. Hjj stapte o^/ae bloemverkoopster toe. „U bent nog steeds dezelfde,” sprak hU vrien- delUk. .Kent u me -misschien ook nog?” Het meisje Seek hem goed aan en zei toen: „Neen, ikjken u niet. Maar u begrUpt, dat da gelijks honderden menschen langs me heengaan Wie weet hoe lang het al geleden is, dat ik u kende.” „Veertien jaren," lachte Charles. ,Jen paar maal in de week kocht ik bU u wat bloemen voor m*n meisje. Soms had Ik een vriend, bü me; ook met een meisje. HU heette Charles Dawney." kondiging der plannen van het vierde ka- blrtet-Colljl? Ernstiger was een ander gevolg van de bon digheid dezer Troonrede. Zelfs Jn verband met de Millióenennota, gaf zU over dé pla^öfèn der’ Regeering slechts onvoldoende licht. Vandaar ontgoocheling, welke zich in allerlei toonaar den uitte in onze katholieke pers. Geztein als geheel, heeft echter onze pen Was dat nu da levenslustige Wernstein, die daar zoo vroeg in verdrietig en bekommerd aan stond? Meestal zat de zeven en twintigjarige vorst toch al bü zonsopgang te paard, en men was van hem gewoon, dat hü jnet zün helder glan zende joagensoogen óveral de'éerste was, waar Toen hU de .Dergery” music-hall binnen stapte, sloeg het half tien. 'tWas er niet druk. HU ging zitten vanwaar hü 1 tooneel goed kon overzien, zonder zelf In *t oog te vallen. Op dat oogenblik trad juist een humorist op en hü vroeg aan den kellner of Myra Crosby nóg zou zingen. „Om tien uur, münheer,” antwoordde de man Sinds hU z’n geheugen weer had gekregen, o werd *-- Dawney durend bezig,ge houden door de vraag of Myra nog vrü was.... Hü was er niet geheel gerust op. VeerUen jaar is een lange tüd! Daar zag hü haar eensklaps op «het podium Vérschünen. Met een oogopslag had hü haar gestalte^n zich opgenomen. Ze w,as rgnk, haar gelaat glimlachte en haar donkere oogen keken ernstig met een zweem van droefgeestigheid. De jaren waren natuurlük niet aan haar voorbü- gegaan zonder hun sporen na te laten; ze leek echter niet ouder dan dertig. Charles zag haar plaats nemen op *t plano- krukje. Ze sloeg een accoord 'aaft, preludeerde even en zong, ’t Was een banaal liedje, dat ech- zeer in den smaak scheen te vallen van t publiek. HU luisterde er naar in extase.' Die stem, o, die stem! Hoe dikwüls had ze niet al leen voor hèm gezongen; in de vrüe<pa,tuur en bü haar thuis aan de piano. En toen viel hem eensklap het lied te binnen, zün lievelingslied: „Om gelukkigtezün, moet men wezen met twee.” Ja, dat was het, daamaAr had hü steeds ‘‘‘B, j riep den kellner en vroeg: Crosby ook wel eens wat op ver- .Zeker münheer; als u maar* zegt welk liedje u wenachte te hooren.” Hü noemde den titel, en zag den kellher naar het podium loopen en bü de piano wachten. Toen Myra Crosby haar derde liedje uitgezongen had, fluisterde- hü haar iets in. Óp *t zelfde oogen- J blik klonk er een dissonant op de plano door de zaal, een schrille klank! Iedereen keek, even op. De jonge vrouw achter de pianó mstakte een driftig gebaar en gaf een kort antwoord. Direct daarna begon ze aan een nieuwe melodie, waar- bü ut niet zong. Charles Dawney zag, dat ze bleek geworden was.~ De kellner keerde bü hem terug en zei: „miss Crosby wil alles voor u spelen, maar dit liedje niet.” „Waarom niet?” vroeg hU verwonderd. De kellner haalde z’n schouders op. „Ze zegt, dat ze het In geen veertien jaar gezongen heeft. Ik onderstel de een of andere onaangename herinnering...-^” Verschrikt deed hü een paar stappen achter uit, want Charles Dawney was eensklai» van z’n zitplaats opgesprongen en naar de telefoon cel geloopen. Hü nam de microfoon op en draaide aan de schüf. ’t Was het numpier van het zwakzinni gengesticht In Dorsetshire. „Bent u daar dokter?” riep hU opgewonden. ,4a, met Charles Dawney. Alles is in orde. U hoeft‘niet langer te .wachten met de publicatie. Neen, gesproken heb ik haar nog niet. Hoe ik ’t dan weet?" Hü lachte. „Wel, om gelukkig te zün, moet men wezen met twee! Wilt u haar dadelük ppbellen en haar voorbereiden? U hoeft niets te vragen, .dokter. Het antwoord heb ik aL Zegt u maar, dat ik haar aan den uitgang opwacht.” Twee uur later vernamen dé redacties der bladen de na-oorlogstragedie van twee eenzame menschen. nu niet eenzaam meer. En nog heel laat in den avond zong Myra Crosby voor haar weer gevonden Charley diens lievelingslied: „Om gelukkig te zün. moet men wezen met uoud van dit ontweTp deelt zU echter niet mede. Is zij voornemens om tenminste Al de bevoegdheden, die haar thans geschonken zijn, de bevoegdheid tot het opeischen van diensten en eigendommen, tot het vaststel len van maximum-prüzen, tot het tegen gaan van hamsteren, tot het herverzekeren van schepen en voorraden, In het buiten land opgestapeld, tot het vorderen van .schepyi, tot het veranderen van de be stemming van den grond en al zoo meer, in dit ééne wetsontwerp, degelük voorbereid en tüdig ingediend om ook in de Kamer degelük te worden behandeld» samen te vatten? Een dergelük wetsontwerp, een soort co dificatie van het „oorlogsrecht”-blnnen- onze-grenzen zou niet alleen beter .over wogen formuleeringen kunnen 4»evatten, doch de Regeering ook In staat stellen in tijd van oorlogsgevaar aanzlenlük sneller over haar buitengewone bevoegdheden te beschikken, dan thans het geval was". De Kamers hebben al hun krachten jnoeten inspannen om gp één dag de elf ontwerpen behandeld te krijgen. Doch een dag is een eeuwigheid bü de tegenwoordigemethode van oorlogvoering. En beschikte dë Minis ter reeds'hu niet te laat over zün bevoegd heden om het hamsteren tegen te gaan? De wettelüke voorziening In buitenge wone omstandigheden dient van te voren rustig te worden gereed gemaakt. Met eenl- gen goeden* wil kan tegen het yerstrüken van den termün, thans In de oorlogswetjes opgenomen, een behoorlük gecodificeerd complex maatregelen de Kamer hebben be reikt, een complex, dat bü oorlogsgevaar onverwüld In werking kan reden. Het had toch elgenlük niet mogen voor komen, dat wü twintig jaren na den we reldoorlog nog met zulk een bedenkelüke wetgevlng-op-een-holletje ons oorlogsrecht moesten regelen. .Niemand kan precies de .draagwüdte van dezen bundel, van deze verzameling wetsont werpen In alle onderdeelen behoorlijk over zien. Er zün er waarschünlük onder ons, die zich verbeelden dit wel te kunnen, maar ik 22-^2 __2 j intelligente pjeizier viel te maken. Er moest, werkelük ietp büzonders zün ge beurd, dat Bigmar von Wernstein zoo naden kend en verbeten in het park staarde en nauwelUks eenige notitie nam van zün om geving. Diepe rimpels lagen in zUn mooi hoog voor hoofd en zün heldere grijze oogen keken van daag zoo treurig, dat zelfs de oude bediende Ernst zün jongen meester uit den weg bleef. En toch lachte buiten in het park de zon, en op de oude daken van het slot Wernstein jubelden de vogels. De jonge vorst knarste met zü» tanden yan. e Filmkring M '33 te Maastricht bestaat I vüf jaar en viert zün eerste lustrum met de vertoening van een programma, dat, els alle vorige, het karakter ven den Kring dul- delük demonstreert. Met deJ^ederlandsche film De Ballade van den hoogen Hoed van Max de Haas openend, biedt het program nog Inflation van Hans Richter, Opus nr. 7 van Oscar Flschlnger, Faits divers van Claude Autant Lara, een teekenfilm en tenslotte You only live once van Fritz Lang. De bedoeling is een Querschnltt van de filmrevolutie te geven welke’ tevens een Querschnitt is van de genres, door den Film kring in den Joop der jaren vertoond. Een woord van hulde past bü deze gelegen heid aan hen, die vüf Jaar lang niet ophielden het goede inzicht in de filmkunst te stlmuleeren door het vertoonen van belangwekkende films, die zeker niet alle uitmuntten door artistieke superioriteit het kan niet anders doch die zeer geschikt waren om de ontwikkeling van de film op den voet te Boen volgen. Het feit, dat de Filmkring Veeds aan haar eerste lus trum toe is en nog steeds groote belangstelling ondervindt, moge bewüzen, dat in Maastricht de sympathie voor de goede film opvallender is dan elders, waar men nauwelUks zulk een filmkring in het leven zou kunnen houden. Zooals men weet bestaat er tusschen Film kring M '33 en de Maastrichtsche' afdeellng der K. F. A. een vrü nauwe samenwerking, waar door het mogélük is, dat eenerzüds de kring zün zelfstandigheid bewaart 'en anderzüds de K. F. A.-leden gemakkelüker en regelmatiger dan anders wellicht op goede filmprogramma’s kunnen worden onthaald. Men houde deze samenwerking itustand! p een dag in de tweede helft van Augus- f 1 tus 1916, in den omtrek vanNanc*- aan ’t Westelük front, vonden soldaten van het Roode Kruis een zwaar gewonden Engelschen soldaat. Schedel en rug waren met wonden over dekt, veroorzaakt‘door wel 50 shrapnellscher- ven. De man was bewusteloos. Hü scheen daar al een dag gelegen te hebben. Men bracht hem naar het veldlazaret, waar geen enke’ identi teitsbewijs op hem gevonden werd. Hü bleef op ’t kantje af in leven, maar de medici zelden, dat hü voor goed z’n geheugen verloren had. En daar niemand wist hoe^ hü beette of waar hü vandaan kwam, zoo kwam Charles Dawney met een oonvool gewonden In een gesticht voor zwak zinnigen in Dorsetshire terecht. BU de zending Identlteitsplaatjes van gesneu velden in den wereldoorlog, die een paar maan den later het Roode Kruis in Engeland uit Frankrük ontving, bevond zich óók een plaatje ten name van Charles Dawney. En den daarop volgenden dag zat in een woning te Bristol een aardig Jong meisje over een portret te snikken, alsof haar hart breken zou. Charley was dood, en nooit zou ze hem meer zien, of z’n stem meer hooren. En nooit zou ze meer bij de piano voor hem zingen en z’n oogen zien lachen, als ze zün lievelingslied: „Om gelukkig te zün, moet men wezen met twee,” gezongen had. Een oudere vrouw boog zich medelüdend over haar heen en zei: „We zullen hem belden mis sen, kindlief, ’tls wel hard, maar we zullen het samen dragen. Gedeelde smart Is hajve smart." „O neen," snikte het meisje. „Ik zal hem nooit vergeten, nooit meer van een ander kun nen houden.” De oudere v^mw heen. Dat „nomr’, zoo gauw „nooit.” verklaarde de communist de Visser In alle openhartigheid. En heelemaal ‘ongelük had hü nlsR Evenmin als de natlonaal- soclalist vafMVessem, die aan de overzüde van het Bln|iqnhof verklaarde: „Er wordt van de Kamer een groot vertrou wen gevraagd in twee opzichten: lo. omdat de Kamer niet in de gelegenheid is geweest tot voldoende studie van deze wetsontwerpen, aan gezien daartoe de tüd ontbreekt; 2o. omdat in deze wetsontwerpen groote bevoegdheden t H' ladi: de I heef van op c den den schil Dent aan de Regeering worden toeg^taan. De Kamer heeft dan ook aan .haar, me dewerking bü het tot stand komen der betrokken wetten de voorwaarde verbon den, dat de gevraagde bevoegdheden slechte voor een bepaalden termün zouden gelden. the benefit of the doubt aan-Mft Kabinet niet onthouden. Men kam wellicht nog wat verder gaan. ■ET is in de wüze, waarop de moreele kanker der werkloosheid wordt aangepakt, zeker heel wat te waardeeren. In het plan van veredelds werkverschaffing (het plan-Westhoff, mogen wü wel zeggen) zit stUL Zoo ook schünt in de tien millioen extra, welke voor bestrijding der Jeugd-ontaarding uitgetrokken wordt, een krachtig middel te schuilen. Misschien ook zü- delings voor de aanstelling van werklooze in- tellectueelen. Al deed het niet bemoedigend aan. daï dit plan nergens nog ontvoiiwd werd. Maar voor het Werkfonds bekruipt ons wel eenige vrees. Dat middel blUft toch wel op volle kracht gehandhaafd? Te waardeeren alweer is de geest win varendheid waarmee de Minister vat staat zün plannen in versneld tempo aanpakt. Er rüzen nog heel wat vragen Ziedaar dar. ook, waarvoor het overleg van Kamer en Re geering dienstbaar is. Wü verwachten daarvan nog veel goeds. Zoo meenen wü ook over de plannen tot-ma- tige bescherming der industrie door tariefs- maatregelen wel eenlg nut te mogen verwach ten. Wat bü al dit beleid te waardeeren is, wordt duchtig overschaduwd door een dreigen den nieuwen belastingdruk ad 50 millioen 's jaars. Waarlük geen kleinigheid. Zonder twüfel wegens zün druk op consument en be- drüfsleven een nieuwe bron voor werkloosheid. Is het niet sluitend-budgdt-polltiek A outrance, welke ons hier parten gaat spelen? Waarlük zal op dit deel van het beleid hete licht der critlek - nog spelen In dit komend overleg varpKamer en Kabi net ligt voor de leden der PartU-orgaiüsatle een reden -<e meer met vertrouwen af te wach ten. Voor haar kan er geen sprake van zün tegenover een Kabinet, dat homogeen is of geen Kabinet is, verschikte maken bü de kwes tie van vertrouwen tusschen de katholieke Ministers en de anderen. Er zün trouwens in het geheel geen redenen om aan te nemén, dat enkele divergenties; die in de-beste Kabinetten geluidloos serveerden de bedienden. Ook hun gezichten drukten de hoogste spanning uit Belden zagen de donkere wolk, die over slot Wernstein hing, en die heden dreigde los te barsten. Zeker had zich in de vüfhonderdjarige ge schiedenis van slot Wernstein en zün bezitters al menige sombere, onheil voorspellende wolk vertoond, maar steeds nog was die wolk afge dreven, daar over alle persoonlüke geschillen ten slotte toch het bloed der von Wernstein’s had gezegevierd. tüd van oorlog of oorlogsgevaar, deld en aangenomen. Zoowel de departen^|)tale als de parle mentaire voorbereiding van deze wetten Uet veel te wenschen over. De tekst der ontwerpen vertoonde talrüke onvolko menheden, die de Minister tijdens de openbare behandeling aan één stuk dóór büschaafde. Met heele lüsten tegelük werden „de wüzigingen van de ministers- tafel naar het bureau van den Voorzitter gebracht en de Kamer kon er nauwelUks behoorlijk kennis van nemen, laat staan »e óp haar mérites beoordeelen.( Een ge routineerd parlementariër als Jhr. de Geer merkte wel enkele ongerechtigheden op en stelde verbeteringen voor, doch achteraf beschouwd was het meer geluk dan wijsheid dat bü al dit haastig bedrüf tenminste geen in het oog springende feilen den uitelndelliken tekst binnen lopen. Weinig stemde dit alles overeen met het aanzien en de waardigheid van de Staten- Generaal. 1 „De reden van dit onderhoud is je duidelük, Sigmar?” De jonge vorst boog even het hoofd, antwoordde hü even ernstig: „Jawel, oom.” Zün ’dunne lippen vast'-opeen geklemd, de oogen slechts half geopend, keek de majoraats- heer zün erfgenaam strak in het gezicht, doch dat gezicht veranderde daardoor niet; het be hield zün kalme, zelfverzekerde uitdrukking. „Ik heb gisteren een tuinfeest gegeven, om Je in de gelegenheid te stellen, je fout tegenover f het huis Wernstein weer goed te maken. Je hebt echter niet alleen die gelegenheid onbenut voorbü laten gaan, nee, je hebt opnieuw bewe zen, en thans op een onmogelüke manier, dat Je Je tegen den wensch van den majoraatsheer: je huwelük met vorstin Astrid von Cherbourg, verzet.” „Ik ontken dat niet, oom. Maar dat de manier zoo onmogelük was, wil ik nu Juist niet bewe ren." Doodsche stilte. In afwachtende houding ke ken de tegenstanders elkander aan. Op beider gelaat was onverzettelUkheld te lezen. ,Jk heb het souvereine recht, je te zeggen, dat je handelwüse gisterenavond smaad en schande over Wernstein heeft gebracht. Je hebt vorstin Astrjd een „coquette” genoemd.” „Ook dat ontken ik niet, oom. Het is soo. „En ik zeg je, dat zootets een vorst van Wern stein onwaardig is.” Ditmaal echter scheen het met zoo te zullen gaan, want de jonge vorst Bigmar behoorde tot een generatie, die er niets meer van wilde weten, zich te schikken naar famllle-tradlties. Zwügend aten de twee mannen. Als vreem den zaten zü tegenover elkaar, de nuchtere ouderdom en de onstuimige Jeugd; de laatste afstammelingen van het huis Wernstein. i Elndelük gaf de oude slotheer een wenk aan de bedienden en verlieten deze, aonder eenlg gerucht te maken, de kamer. .Men oordeelde het ondoenlük i^ldus het Verslag over het eerste der elf wetsontwerpen de genoemde ontwerpen in den korten tüd, die daarvoor op het oogenblik beschikbaar is, naar behooren te beoordeelen. Wordt echter aan de wetten een tüdelük karakter gegeven, dan zal het mogelük ^Jn, den tot stand te brengen rege lingen de aandacht te schenken, welke zü ver dienen zonder dat thans aan de Regeering de (Van^pnzen parlementairen redacteur) verhaast binnen 24 uren heb- ben de Staten-Oeneraal verleden week elf machtigingswetten, rege- de bevoegdheden van de Regeering in behan- AI I Ï7' A ep dit blad Zün ingevolge de veraekeringsvoorwaarden p bü levenslange geheels ongescbatbeld tot werfcen doee p BQ een ««eval met p OEA XAg-sl aTa /YDVrlUl VA_J o pgovaDen versekerd voor een der velgende uitkeeringen JT ff Olie1* verlies van belde armen, belde boenen Of belde oogen r ff OUo** (toodeiükan afloop r AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL u 2i i mün hier op Wernstein sinds langen tüd verzwakt is. Beneden in de bediendenkamer worden alle gebeurtenissen in den breede be sproken en daarom alleen vraag ik je er naar. Ik wil müzelf in zeker opzicht wat inlichtingen verschaffen. Dus, wat zegt de kamerdienaar van mün oom? Hoe staat de kwestie?" Het gezicht van den bediende werd bleek. „Uwe hoogheid wenscht dus een raad?' Ik dank uwe hoogheid nederig voor het ver trouwen, maar ik ben oud en daarom kan mün oordeel in deze aangelegenheid niet zacht zün. Is het niet beter, dat uwe hoogheid mü van het antwoord ontslaat?” „Dwaze kerel! Ben ik dan een tyran? Nu, vooruit! Steek van wal, Ernst, want mün be sluit staat toch vast. Maar omdat de gezondheid van mün oom niet al te best is. wil ik hem zooveel mogeiyk ontzien. Daarvoor is het echter noodlg, dat ik goed weet,'in wat voor stemming hü Is.” Ernst werd verlegen, maar hü wilde niet liegen. „Ik mag uwe hoogheid misschien wel zeggen, dat de kamerdienaar van züne hoogheid, den slotheer, order gekregen heeft, voor uwe hoogheid de koffers te pakken." Een üzige stilte volgde. Vorst .Sigmar had echter vlug zün oude vroolükheld weer terug, en nu pas goed. „Ken je ook de reden, Ernst? Vertel verder!’’ „Ik geloof, te mogen zeggen, dat uwe hoog heid in ongenade is gevallen, omdat de majoraatsheer het niet kan verkroppen, dat vorstin Cherbourg gisterenavond het tuinfeest tafel, als wilde hü daarmee ^reeds te kennen geven, dat tusschen hem en zün neef vanaf heden een scheiding bestond. Ongemerkt richtte de oude majoraatsheer zUn scherpëh blik op zün unlverseelen erfge naam; zün starre, grüze kop bleef onbeweeglük. „Ik wensch het ontbüt zonder stoornis te ge bruiken?’ Heel zacht werden die woorden gesproken, waarop de jonge vorst slechts diep het hoofd neeg. Büna zoo vroeg heeft verlaten. Uwe hoogheid heeft, zooals Ik heb gehoord, de vorstin beleedlgd.” „Beleedigd? Dat is waarlük goed gezegd! Ernst, JU kent toch mün houding tegenover de dames der élite. JU weet ook, dat Ik bü enkele voor Iemand zonder tact doorga, en vooral vorstin Cherbourg schünt er zoo over te denken. In werkelükheid zit de zaak echter zoo: Ik heb verschrikkelük het land aan het optreden van deze dame, want zü wacht er al een paar Jaar op, dat ik haar ten huwelük zal vragen, zooals dat ook de wensch van mün oom is. Ik zeg, Je echter, dat de millloenen van de vorstin mü heelemaal niet bekoren, want ik ben Jong, en tegenwoordig staat een vorst eenlgs- zins anders tegenover deze dingen dan vroeger.” „Uwe hoogheid had echter met de gevolgen van de ongenade* rekening moeten houden, wanneer een opmerking mü veroorloofd is.” ,De gevolgen? Ernst, onthoud dit: Gevolgen zün er om gedragen te worden! En voor de ge volgen heeft de jeugd nog nooit dë wapens neer gelegd. Maar ik dank je hartelUk, oude jongen. De koffers kunnen gepakt worden, hoor! Nee, toch niet! Laat maar; ik aal geen koffen meenemen.” Eenige minuten later riep de kamerdienaar van den slotheer den jongen vont voor het ontbüt. Geheel op de situatie voorbereid, trad Sigmar von Wernstein de ontbütkamer binnen en be- met den noodlgen eerbied zün rüken EMAILLE Giftvrij Vuur vast Zuurvast Moderne kleuren Fabriek te Dieren 'DEP. Mi KXJRKDKiEN RHEUMAOEK vomtVict 16 jAAd lem. X

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 20