het verre Oosten I De avonturen van een verkeersagentje Dl Reizen in eKatu&fiaalMn den dag w--- De stad der leeuwen H ALLE ABONNÉ’S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F 750e* verlies van beide armen, belde beenen ot belde oogen F 750e" doodaHjte afloop F 250e* AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL De vorst De werkloosheid ZATERDAG 8 OCTOBER 1938 Het geval van Eduard Halsma Het dure "radium reist incognito DOOR FRITZ METZNER B NËÏ NE BA1 vraagt I ook g Uobtei tuurbi - iiiiiiiiiimmiii Het plan-Westhoff 1 L ti BI BI Bei Eli Wordt goedkooper --vroeger, lage praten, zal dit ongetwijfeld de Vó6i s Oevr mü buiten de deur te zetten.” de gewoonte van den vorst was, op zoon onge- Gevra 2 hem kwispelstaartend tege- liefde heeten. t 3 Toen Keesle alles had verteld, beloofde de visscher hem, te zorgen, dat het matroosje ook boven water werd gehaald. En toen het laat werd, wees de visscher hem een slaapplaats op solder. „Ga hier maar Berust in, Keesle,” zei de goede man. Je suit als een roos slapen. Het is hier hoog en droog.’* Vaak staarde Rosa droomerig voor zich uit, alsof ze aan andere dingen dacht, aan ml) bij heeft een belangrijke diepte. Op wordt maandelijks 5.2 gram ra- 1 l n Vlak bjj den haard liet de visscher Keesle plaats nemen. Het Was een echt vertrek van een visscher. Schelpen, een klein scheepje zag Keesle, terwijl hjj zich warmde bij het knap pende vuur. En een goede warme kop thee had hem inwen dig ook verwarmd. En Keesle vertelde zijn avonturen en waar om hjj weer te water wilde. Het was om zijn vriend het ma troosje te zoeken. Aanm 57hul F— Voor BK lich Miei Gei tred ik ge DM Of hl bv let r d F Per», h^yde R in m hi 10 E ti B R 11 le OP A man. Het is goed en principieel juist, dat zulks gebeurt. Werkverschaffing in den ouden vorm en als „leniging” was verklaarbaar, toen slechts enkele duizenden werkloozen wyden geplaatst, - - jezocht werk de menschen werden bezig gehouden. Sinds lang kwam daarin verandering. Ontginningen, ont wateringen, rioleeringen enz., kortom werken banl ker» atrai voor J l*m. Bint muur met vroolljke danseresjes, zie uit over het Beurige 4>ark, de lommerrijk laan, die de Kul- serallee kon heeten, en vertrek dan naar de North Bridge/Road, waar de stank van gezou ten yisch en varkensvet, van sambalans en rot tend fruit u snel verjagen zal. 1 Wlj.-keeren naar de haven terug. Het schip ligt voor anker op stoom. Een sampan brengt ons aan boord. De funnel fluit, het anker wordt geheschen. Het doel is noord-noord-oost: Saigon. - J. C. et was niet slechts een eigenaardigheid van Eduard Halsma, maar hij schepte er ook behagen in, steeds in herhalingen te vallen. Zoo zei hij nog al eens: „De liefde is in den grond niets anders dan een gevoel.” bq vacua» vaneen nas» MB VOS» M MB 00» ie volmaakt in yichitelf gelooft, begaat niet alleen een zonde, maar levert een bewijs van zwakheid. Laat de koffers maar staan. Ik ga zóó, dat is beter. Wat ik zoek is geen rijkdom en weelde, nee, eerlijke menschen zoek ik en een werkelijk tehuis!” „Hoogheid!". „God zegen je, trouwe Ernst!” In zijn licht sportcostuum, den vilthoed als eenige bagage in dé hand, verliet vorst Sigmar von Wernstein het huis van zijn voorvaderen. I Sigmar zonder opgegeven. Maar hü uit gewoonte landsverdediging en, last not least, het voorne men pm een aanvullende credletmogelljkheld te Sftheppen „voor kleine nljveren en ambachts lieden’. lijdende menschheld in hooge mate ten goede komen. d. dan ontdekt het oog een fout. Daar staat naast een kleine, Wedere Kwan Yin uit jade een veel te groote witsteenen Venus van Italiaanschen huize. Een fijn gestyleerd figuurtje van zuiver kristal schuilt weg achter een enormen blauw- geverfden glazen druiventros. En zoo is het in alle kasten, In alle kamers. Het had een op zettelijke contrast-expositie kunnen zijn. De slaapkamer geeft den indruk van Oostersche intimiteit. Men bekijkt het eerst de paneelen der twee ledikanten, bestaande uit rijk houtsnij werk evenals de monumentale kast, men bewon dert de lakens van dure Voor-Indische zijde. Maar dan valt de blik op drie verchroomde sta len stoelen rond een tafel met glazen plaat, twee op elkaar gestapelde radiotoestellen op een wlt-houtcn tafel en de droom is verjaagd. Ook in het Oosten geldt de regel dat niet leder die geld heeft, smaak bezit. Maar het contrast Is in de Oost een dagelljksche emotie, men went eraan. Wilt gij he( beleven in Shanghai? Rijd dan In uw limousine over de Bund en laat u ver volgens in een rickshaw transporteeren naar een speelhuis in de binnenstad. Het is als dag en nacht. Wilt gij dezelfde gewaarwording in Soerabaia? Dineer dan een avond in „Zeezicht” op Perak en rook uw after-dinner drie kilome ters oostwaarts in het verdachte café-hotel van Hoei-Ling v Wilt gij hetzelfde hier in Singapore? Ga zit ten in het lieve cafeetje „Chez Wien”, ik geloof op StanfordRoad, zet u neer in het rood- pluchen stoeltje, pestel uw Kaffee mit Kuchen, babbel wat Weensch met den eigenaar, terwijl gtj naar de schalksche prentjes kijkt pan den -- met vroolljke danseresjes, zie uit over het „Ik heb ook een verloofde gehad. Haar moe der en de mijne beweerden het ten minste. Ik was twintig en zij was negentien. Ze heette Rosa. Een mooie naam, hè? Ze was ook een mooi meisje, met kastanjebruine haren, die als een kroon om haar hoofd lagen. De vrouwen van tegenwoordig zouden niet hebben geweten wat ze er mee moesten doen. Ze had een paar zachte, donkere oogen, op t zwarte af. Ik had haar kunnen zeggen, dat ik haar liefhad. Maar ik zei het niet, omdat haar moeder en de mijne verklaard hadden dat ze mijn vrouw zou wor den en we een mooi paar zouden zijn. Vrouwen, dat weet je, praten veel en bedis selen van alles onder elkaar. Ik had beter op m’n „qui vive” moeten wezen: Rosa en ik wa ren goede vrienden. Ik trok wel eens, om haar te plagen, aan d’r vlecht; ze gaf me dan een stomp in de zij. Dat was voor ons beiden zoo’n soort amusement. Maar daar bleef het dan ook bij. van artikelen. Zulks om meer blljvenden steun te geven aan eenige bedrijfstakken, die voor de binnenlandsche markt van Nederland van Heel beteekenls zijn. Baarnaast is de Regeering er op bedqpht haar exportpólitlek niet slechts te handhaven, doch zoo mqgellik te verstaken. Vermelding verdienen voort® >tog, de voorge nomen kapitaaisuitbreiding van de Maatschap pij voor Industriefinanciering, het,plan tot uit breiding van het prdïfuctie-apparaat der Ne- Hü wilde hiermede niet ten velde trekken tegen de emotie, welke de liefde kan opwekken, maar hu was beslist van meenlng, dat de liefde slechts een zuivere kwestie der inbeelding was. Toen op zekeren dag een van z’n vrienden opgewonden en vol vreugde.bij hem kwam en Uitriep: „Kerel, ik ben zoo gelukkig I Helene houdt van mijl”, klopte Halsma hem met een ironisch lachje op den schouder en vroeg: „Wat weet jij daar nu van, beste jongen?** Hjj gaf zich zooveel moeite om sceptisch te genover het nieuws van den vriend te staan, dat deze hem graag een draai om z’n ooren zou gegeven hebben, als Eduard zelf niet in t bezit van een paar stevige knuisten geweest was. De nieuwe „ezel”, zooals hij door Eduard ge noemd werd, verklaarde dat Helene hem lief had, om z’n dichterlijke ziel, om z’n zachtheid, z’n gemoedelijkheid, z’n vrijmoedigheid, om z’n voorkeur voor mosselen en ik weet niet om hoe veel andere hoedanigheden meer. Eduard hoorde den opgewonden woordenvloed van z’n vriend, zonder onderbreking aan en zei toen: ..Als eerste maatregel wordt ons aangekon- digd het dienstbaar maken van de voorgenomen wijzigingen in ons belastingstelsel, Juister gezegd het mede-dlenstbaar maken ervan, aan het wegnemen van in bepaalde belastingen gelegen factoren, die belemmerend perken op de ver ruiming van werkgelegenheid. Een maatregel, ale van beteekenls kan zjjn, doch waarvan de te volgen bij gebrek aan nadere gegevens thans nog niet zijn te overzien. Van meer belang* zijn de plannen op econo misch terrein. Zeer binnenkort zullen de Sta- tcn-Oeneraal voorstellen bereiken voor de ver hooging van Invoerrechten van eenige groepen In Noordelijk Canada is, ver weg van de be woonde wereld, aan den rand van het Groot- Berenmeer, slechts enkele KM. ten zuiden van den Poolcirkel, in de laatste jaren een mijn bedrijf ontstaan. Dit afgelegen bedrijf is voor de menschheld van buitengewoon groote beteekenls. Onder den verstarrenden adem van den Ijzigen poolwind wint men hier uit den bodem uraanertsen van een ongewoon grooten radlumrljkHom. Het zijn de uraanertsen, in 1930 door Gilbert La Bine voorbeeld. Maar ik vroeg haar zelfs niet waar, om ze daarbij zoo diep zuchtte. Op zekeren dag stierf ze. Ik huilde, haar moe der huilde en mijn moeder huilde. „Die arme jongen.” zijden de beide moeders. Ik was ook werkelijk ontroostbaar en ging het land uit. Ik ging reizen en zocht afleiding, om m’n verloofde te vergeten. Maar ze was en bleef altijd in m’n gedachten. Haar beeld stond In mijn hart gegrift. Wat was die liefde mooi, waarvan zelfs de smart mij dierbaar was! Na een afwezigheid van acht Jaren, keerde ik naar m’n vaderstad terug. Ofschoon ik er niet uitzag als iemand die nog steeds treurt, zoo heb ik me toch wet een beetje dwaas aangesteld. Gehuild heb ik over een haarlint, gezeten heb ik onder een boom, waaron der we als kin deren hebben ge speeld. Dit alles is nu op de keper beschouwd, heusch zoo be lachelijk niet. Maar luister. Haar moeder en ook de mijne waren intus- schen gestorven. Op zekeren dag ontmoette <k een vroegere vriendin van Rosa. J¥e spraken over haar. TV vond het een soort vroom genoegen, om kleine voorvallen uit haar jeugd te hooren, zonder dit echter te laten merken. We gingen in een res taurant, om iets te gebruiken. We spraken over haar, zooals ik zei, en niets dan goeds van de doode: over haar mooie haren, haar lieve, don kere oogen, haar gouden hart. En eensklaps zet deze vrouw ’heel rustig: „Die arme Rosa, en hoeveel heeft ze niet van dien Hëndrik Laarman gehouden!” Ik ontving dien ilag midden in mjjn herin neringen. ’t Was alsof al het mooie, dat ik acht Jaar lang als iets heiligs, iets onaantastbaars had bewaard, door elkaar werd gesmeten en kapot getrapt. Van af dien tijd ben ik gaan zeggen, ofschoon nog niet zoo oud, dat hetgeen meii liefde meent te zijn, slechts een kwestie van louter verbeel ding te.” De vriend had met aandacht naar het verhaal geluisterd. Glimlachend, maar niet overtuigd, ■nam hij afscheid. HU was van meenlng en niet geheel ten onrechte dat Eduard Halsma z’n privé-aangelegenheld te veel van een een zijdig en speciaal op zijn geval Ingesteld stand punt bekeek. Bankli voor c ding Am. n». Br gen oi Rouma A’dam. Gevraa 5 aan het It, ofschoon het bekend. rUk Chinees, of, laten wü nauwkeurig zUn, van de eerste concu bine van.dien rijken Chinees. Ik toen zijn naam vergeten, maar wat beteekent een naam? Hij is een van de gebrqp<£ers, dje den in het geheele Oosten beroemden Tfjgerbalsem fabriceeren, een panacee tegen alle kwalen, van hoofdpUn tot blindedarm-ontsteking en van angina tot voet- eoseem. Het moet ook wel een zeer rijk num zijn, die zjjn eerste bijvrouw een dergelijke woning gaf. want men vindt er fantastische dingen. Reeds de tuin biedt een exotischen aanblik. Men ziet er een geweldigen wit-marmeren leeuw, die schatten waard moet zün, omringd door potsierlUke, banale steenen beeldjes, in den vorm van kabouters, zwanen, haasjes en meer WesteYsche symbolen. Het interieur is in vele opzichten navenant. De eerste indruk zou overweldigend zUn, wanneer de kostbaarheden niet stonden ppge- propt als bü een nouveau rlche. De twee salons en de eetkamer gelijken museumzalen, met ewgre kasten vol van het kostbaarste boeddhis tische en brahmaansche beeldhouwwerk. Maar n het Maandblad der RK. Staatspartij geeft het Tweede Kamerlid, pater dr. Beaufort O.FJM., een uitvoerige uiteen zetting van de plannen, die de Regeering zou koesteren ten aanzien van de bestrij ding der werkloosheid. Aan deze, optimistisch getinte voorbe schouwing is het volgende ontleend van den meest ulteenloopenden aard, die elk voor zich bijdroegen tot verhooging van de wel vaart en blijvende werkverruiming beteekenden, werden ingeschakeld in het kader der werkloo- zenzorg. Het is verheugend, dat de Regeering thans de mogelijkheid ziet om aan dezen ge wij zigden toestand ook de positie der tewerkgestel- den te doen beantwoorden. Geen werkloozen meer, die worden bezig gehouden, doch werkers aan productieve objecten, in dienst van de Overheid. Vanzelfsprekend zal dit tot vergaan de consequenties leiden, zoo ten aanzien van het loon, van den aanvullenden steun, doch vooral met betrekking tot de gezinsomstandig heden. Van een tot dusver onvermijdelijke, doch vaak hlnderlUke bemoeienis, zal geen sprake meer zijn. Psychologisch te dus dete wijziging van de allergrootste beteekenls; het wordt een bevrUdlng uit de zoo drukkende werkloosheids- sfeer. Tenslotte kondigt de Regeering nieuwe maat regelen aan tot bestrijding van de jeugdwerk loosheid. Concreet worden ze niet aangegeven; we vernemen alleen, dat een „belangrijke ver hooging, boven hetgeen tot nog toe aan de be strijding der jeugdwerkloosheid werd ten koste gelegd” zal worden voorgesteld. En van het te besteden bedrag lezen we, dat het zal worden „verdeeld over de betrokken hoofdstukken Het zal wel niet gewaagd zUn hieruit af te lei den, dat naast Sociale Zaken ook Onderwijs zal worden Ingeschakeld bjj de uitvoering der jeugd- werkloozenzorg. Is deze opvatting Juist, dan zouden de plannen betrekking moeten hebben,------ in welken vorm dan ook, op een langeren leer- radium op 128 ton verwerkt mineraal. In 1920 tijd voor gewoon en nijverheidsonderwijs met als drievoudig voordeelvoor dé jongeren een betere voorbereiding voor hun toekomstige taak, voor de arbeidsmarkt een aanzlenlUke verlichting door het ultbUJven van tienduizenden arbeldzoekenden en voor de onderwijskrachten van gewoon en njjverheidsonderwUs een nieuw arbeidsveld van grooten omvang. We durven vertrouwen, dat onze vermoedens Juist zUn en dat nadere mededeelingen die juistheid zullen bevestigen.” legen tijd te verschijnen. „Komt u binnen, hoogheid!” „Hoogheid," herhaalde de vont in den kleinen salon bU zichzelf, en onwillekeurig moest hu aan zUn toekomst denken. .Hoogheid.... Ik zal wel gauw uitgehoogheid zün." Meer dan verbaasd kwam even later graaf Hughen binnen. „Goeden morgen, SigmSr! Al zoo vroeg! Wat moet dat beteekenen?” „Nieuws, Hervard, hoewel het voor jou wel geen groot nieuws zal zün. Maar kan Edlar al ontvangen? Ik zou mijn gescniedenls liever niet twee keer vertellen.” .Houd je kalm, jongen! Wij vermoedden zoo al het een en ander. Ben je er uitgevlogen en is de reuzen-erfente naar de maan?” ..Precies geraden, Hervard! Die onuitstaan bare Astrid von Cherbourg he^ft mü den ge- nadestoot gegeven." Thans kwam ook gravin Hughen den salon binnen. .Higmar, wat een verrassing," riep ze uit. De vorst trad de sympathieke vrouw direct tegemoet en kuste haar hoffelUk de hand. „Voor mU een eer, Edlar! Doch ik kom om van mijn beste vrienden afscheid te nemen, en daarom verzoek ik Je mü voor het vroege uur te willen verontschuldigen.” .Afscheid nemen, Sigmar? .Ja, maar niet zon der eerlük alle* te hebben opgebiecht Ik vermoed trouwens al waarom het gaat, want )e hebt je gisterenavond precies zoo gedragen als mün man, toen hfl mü tien Jaar geleden, tegen den wil van heel zün familie,, tot vrouw nam.” in het Mackenzie-dtetrict ontdekt op een plek, welke heden den naam van La Bine-point draagt. Bü een gehalte aan uraanoxyd van 67 pet., zün zü zóó rük aan radium,-dat de exploi tatie, zelfs in de’ien uithoek der bewoonde we reld, loonend is. De hoofdader is IA KM. lang, 3 M. breed het oogenbl dlum gewonnen en in den loop van dit jaar nog hoopt men dit op te voeren tot 6 gram. Dat een productie van 5 A 6 gram radium vele kos ten goed kan maken, wordt duidelük, als men weet, dat de prijs voor dit radium in April 1938 25.000 dollar per gram bedroeg. Hoewel dit een kolossaal bedrag is, moeten wü hier bü radium evenwel toch spreken van ware afbraakprüzen. Vóór den wereldoorlog werd voor een grammetje radium met plezier niet minder dan 180.000 dollar neergeteld. Dat was evenwel nog in den tüd, dat de Joachlms- thaler pekblende nog de eenige bron was, waar uit de wereldbehoefte aan dit zeldzame metaal bevredigd kon worden. De eerste twintig jaar sinds de ontdekking van het radium door Curie hadden de mijnen van het Boheemsche Joa- chimsthal het monopolie. Tot 1922 toe hadden zü de wereld reeds ongeveer 23 gram radium geleverd. En de vraag naar dit element met zün ver- bazing wekkende eigenschappen werd steeds grooter, daar het steeds van grooter beteekenls werd voor de kankerbehandeling. TUdens den wereldoorlog kwam er een tweede vindplaats, en wel in de Vereenigde Staten. Het erts was betrekkehjk arm en leverde 1 gram gevreesd, dat bü de uitvoering van het groote ontginningsplan het Werkfonds zou gaan ver- dwünen. Nog daargelaten het groote verschil in den aard der objecten, bodemontginnlng draagt toch wel een heel eigen karakter te deze opvatting volkomen in strijd met hetgeen de Regeering nog kort geleden, bü de schrlfte- lüke en mondelinge gedachtenwisseling over de verhooging van het Werkfondscrediet, heeft kenbaar gemaakt. Het Werkfonds blüft dus en in veehoogde activiteit, al zal, terecht, een ze- derlandsche nUverlieid in het belang van de, kere coördinatie met het andere groote werk- verrulmingsplan worden nagestreefd. Dit plan is het resultaat van een oAstandifc onderzoek naar de mogelükheid „een belangrüke uitbreiding te geven aan de uitvoering van di« werken, welke büdragen tot verhooging van het ontstaan van blüvende werkgelegenheid”.... Een plan dus voor bodemontginnlng op groote schaal._ Niet minder dan 90 A 100.000 man zai hierbü arbeid vinden, welk aantal als gevolg van de secundaire en indirecte werkverruiming rog met ongeveer 40.000 man mag worden ver hoogd. Alleen reeds de uitvoering van dit plan zal dus het werkloosheldscüfer in Nederland met 130 A 140.000 doen verminderen. Tegen deze becüfering zal vermoedelük verzet rüzen, in hoofdzaak omdat 'Alen de in werkverschaffing tewerkgestelden nog als werkloos meent tè moe ten beschouwen. Maar en zoo kom ik op de totale wijziging in den aard van de nieuwe tewerkstelling wat thans wordt voorgesteld te geen werkver- rchaffing meer in den opden zin des woords. Wel zal het karakter van aanvullende werkge legenheid stefeds behouden moeten blüven, van opbieden tegen het particulier bedrüf mag geen sprake zün, doch overigens wordt het vrüwel normaal werk met de Overheid als werkgeefster. Dat te de zin van de voor velen misschien on- duidelüke en mysterieuze uitspraak: „dat aan de werkverschaffing het huidige karakter van leniging der werkloosheidsgevolgen wordt ont nomen en dat zü wordt bestrüding der werkloos heid zelf.” .T*”v e bewoner van Hoogkarspel of Zwaagdük, J die eens in zün leven een reis maakte naar Roermond, te in zün dorp vanafdlen een geëerbiedigd man. Hü weet iets te vertel len, ’s Zondags na den dienst, in het café vis a vis de kerk. Dat was, ja, nu alweer zeven Jaren geleden, in 1931, toen was ik in Roer mond. De bisschop las er een pontificale Mis op het Munsterplein. stampvol was het.... Daar is alléén de burgemeester, die er wat tegenover ■et, uit den tüd dat hü volontalrde op de se cretarie in Puyflik. Die heeft den St. Jan ge- «ien in Den Bosch en carnavalsoptochten, zoo eindeloos, dat de menschen hun brood mee brachten. Het gaat met reizen als met alle dingen, het Went. De sensatie ervan vermindert allengs, de romantiek verliest haar 'kléliren, Het te of de afstanden kleiner worden. Het kan voorkomen, dat gü Iemand in Ba tavia ontmoet, die u zegt: eergisteren, toen ik in Rangoon was.... of: de vorige week, in Sai gon, .sprak ik Buchem nog De kleine Nederlander kent de afstanden Van zün dorp en de naburige, de gewone Ne derlander kent zün land, de reizende Nederlan- dgr kent Europa, maar wie eenmaal die ge- vaarlütoe streep overtrok van den evenaar, op Weg naar het Verre Oosten, heeft de wereld tot zün dagelüksch domein. Wü. in Indlë, rekenen niet met uren en niet met dagen, wü rekenen met weken. Per vlieg tuig naar het moederland te een week, per boot vier weken. Het planetaire stelsel van onze jeugd te uit den omloop. Een reis van Soera baia naar Batavia; éen kleine 5 maal den af stand Zwaagdük—Roermond, te geen reis. Men ■tapt des avonds tegen zevenen in den trein, dineert, zooals lederen dag, met nasi goreng of een gewone Hollandsche biefstuk* gaat slapen en ontwaakt den volgenden morgen- in Batavia. Dat kan men toch onmogelük een reis noemen. Reizen doet men naar Australië, naar Tokio of Shanghai, men maakt een reis naar Celebes desnoods, die soms langer duurt dan naar Hol land, vanwege de slechte verbindingen. Singa pore beschouwen we eigenlük zoo als een buurt- •tatlon. Welke Hollandsche Indiër te niet al meerdere malen in de Straits geweest? Men doet Singapore aan, onherroepelük. als men naar Indtë komt. Wü kennen de stad als iedere andere stad op ons eigen eiland, zü het Java of Sumatra of Borneo. De inheemschen spreken ’er ons maletech, zü verstaan ons beter en wü hen dan hun eigen heeren, de Engel- •chen. Voor het Indisch, laat ik liever zeggen, voor het Aziatisch gevoel, te Batavia—Singapore zoolets als HaarlemAmsterdam. Het klinkt vreemd, het klinkt overdreven, maar het te zoo. En wie zal mü dan verwüten, dat ik mü niets meer herinner van müne reizen naar Singa pore, .van de reis sec bedoel ik. Want van Sln- gapore zelf weet ik veel. Ik weet niet slechts dat het Singha-Pura heet, wat Leeuwenstad beteekent, en dat het werd gesticht door Prins Oetama. maar ik ken er den weg bü dag en bü nacht. Ik was op de. alleeën langs de ruime, keurig-onderhouden woningen van de^Engel- ■chen, met tennisvelden en groote garages, bui ten de stad tegen de heuvels aangebouwd, ik was op de Dutch Road, een lange laan waar de Hollanders wonen, ik stond boven op den berg in het koele Cap Road. House en zag uit over zee, waaruit het trotsche Nederlandsche eilandje oprüst, Poelau Samboe, een groote pe- troleumopslagplaats van de B.P.M. Maar ik was ook in de kampongs van de Maleiers, die, als bü-.ons in Indlë, slapen op matjes in hun kale krotjes van gedek en bamboe. Ik zat als eenige blanke in het groote Chineesche eethuis, vier de verdieping, en werd aangestaard uit tien tallen scheeve oogen, terwül ik mün ml-foen soep at en mün Wltdeeggebakjes en mün foe- yong-hal. Ik werd door rickshaw-koelies rond gereden in den avond door stinkende nauwe straatjes, waar Chineezen hun handwerk doen tot middernacht, van Happy World naar New World en naar Pretty World, evenzoovele luna parken, want de kleurling houdt van muziek en dans en vermaak. Ik was in den beroemden Rbbinson-bazar op het Raffles-plein, beroemd omdat er een lift te en Europeesche bedienden en loopers op de gangen en een groote restau- ratieeaal, die het rendez-veus te van „tout Sin gapore”. Maar oek bracht ik een bezoek vréémdste hflte, dat de staA^efi! niet beroemd te en nauMfiBs 1 Het te de woning van Ui? rü jongen De hond liet een kort gehuil hooren, als voelde hü, dat de scheiding van langen duur ging echter hem lag het In zorgelooze raatsheer van mün familie mü aanwüst, heb ik meer dan genoeg!” Maar thans flikkerde er woede in de oogen van den slotheer. „De majoraatsheer vorst Harro von Wern stein wenscht een afdoende verklaring voor deze woorden, anders worden de koffers van den onterfde oogenblikkelük gepakt.” „De majoraatsheer op slot Wernstein heeft maar te bevelen, doch de onterfde geeft er de voorkeur aan te reizen ronder koffers. HU heeft trouwens niet eens geld om te reizen.” Voor de derde maal stilte. Maar dan plotse ling stond de slotheer met een haastige bewe ging op en belde om den bediende. ,Je oom wenscht Je alle goeds, Sigmar. De majoraatsheer op slot Wernstein hoopt jechter den gewezen erfvorst nooit meer terug te zien.” Een zwügend naar elkaar buigen van de belde von Wernstein®, waarna de bediende binnen trad. Als een bevel klonk tjet den ouden man tegen. „Vorst Sigmar von Wernstein wenscht slot Wernstein oogenblikkelük |ln voor altüd te ver laten. Zün laatste wenschen moeten zoo vlug mogelük worden uitgevoerd.” ZUn heele houding trotsch en afwUzend, ver liet de slotheer de ontbijtkamer. Geen enkelen blik wierp hü weer op zün neef, met wien hü toch twintig-jaren lang de eenzaamheid op slot Wernstein had gedeeld. De jonge vorst maakte echter nog een buiging naar zün oom. en stak dan den ouden Ernst de hand toe. „Wenschen heb Ik niet meer, oude Jongen. de herdershond, moet. .Hallo, Pindar! Kom, Jongen, zeg JU den baas nogi maar even goeden dag, want de baas brachten de Amerlkaansche vrouwen 100.000 dollar büeen om aan Madame Curie 1 gram van dit radium ten geschenke te kunnen geven. Een koninklüke gift. Tot 1924 toe werd hier onge veer 250 gram radium gewonnen. In 1923 begon men met de exploitatie van een derde vindplaats. Het waren de rüke Ka tan ga- münen in Belgisch Congo. Zü leverden l.gram radium op 10 tot 40 ton erts. Het gevolg was, dat de prüs van het radium daalde tot 70.000 dollars en dat het Amerlkaan sche mineraal afgedaan had, omdat de exploi tatie niet meer loonend was. De Katanga-münen zün tenslotte zoo ver telt dr. H. Müller in Kosmos, waaraan wü een en aoder. ontleenen weer overvleugeld door de La Bine-münen, die 1 gram radium op 65 ton erts leveren en die den marktprijs deden dalen tot 25.000 dollar. Het radium wordt dus steeds goedkooper. Wanneer dus in de toekomst een 50 tot 70 gram radium per jaar geprodu ceerd zal worden tegen, InwergelUklng met recht, oom, i „Wat zegt u?" vroeg de conducteur. „Niets! Och, ja.... Bulowplatz, alsje blieft.” De conducteur had den vorst in zün over peinzingen gestoord en zoo ad verder nadenken een haltqf opg opeens viel hem in, dat hl. Bulowplatz had gezegd, want daar woonde zün Aan het einde van het park kwam Pindar, vriend, graaf Hughen. Zou hü Hughen eerst nog vaarwel gaan zeg gen? Maar natuurlük, zün oude vertrouwde vriend had daar toch recht op. Hughen was trouwens een prachtkerel, verdwünt. Zoo, en nu terug, Pindar! Terug, Jaren geleden had hü zün familie in Hongarüe kortweg den rug toegekeerd, omdat mep er tegen op kwam, dat hU, de jonge, kranige officier, een arm meisje wilde trouwen. Alle bemoeiingen van de familie Hughen waren ver geef sch gebleken; zü hadden het onderspit moeten delven voor de onverzettelükheld van den jongen graaf. HU hing eenvoudigweg zün uniform aan den kapstok, trouwde zün uitver korene en leefde nu al Jaren in Berlün. Hughen was de gelukkigste man gewprden van al Sigmars vrienden. Wat gaf hat, dat hü zich met zün vrouw een beetje naar de om- standglheden had moeten schikken? Vóór hü er goed en wel aan dacht, stond Sigmar op de derde étage van de huurwoning en belde aan Hughen's deur. „ZUn gravin en graaf Hughen thuis?” vroeg hü het dienstmeisje. Het meisje kende den vroegen bezoeker, maar Weer volgde een oogenblik stilte. Koud en hard was thans de blik, waarmee de Jonge vorst zün oom aanzag. „Ik ken mijzelf het volste recht toe,” klonk fier zün stem, „om in gevoelsaangelegenheden zelf te beslissen. Concessies aan familie, rang of stand ken ik niet. Ik ken alleen concessies aan hart en gevoel.” Ofschoon beide mannen innerlük hevig op gewonden waren, bleven zü ulterlük volkomen kalm. „Vorst Sigmar von Wernstein....! Een her haling van deze woorden kan je alles doen ver liezen. Denk er om, dat ik ’tsouvereine recht heb, je te onterven, wanneer je meent een mésal liance met een dame van burgerlüke afkomst te kunnen aangaan." ,Jk geef dat alles toe, oom. Ik weet, dat u het recht hebt, mü te onterven, maar ik zeg u ronduit, dat m^n ideeën daar niet het minst door veranderen. Wanneer mün hart eenmaal ■preekt zal ik trouwen, en vermogen, rang of ■•tend zullen daarbü geen invloed op mü uit- oefenen. Van de dame* echter die de majo- In cüfers zün de resultaten van het than/ voorgestelde niet aan te geven, maar dat die resultaten zeer aanzienlük moeten zün, zal jeder toegeven, die zich herinnert, hoe b.v. alleen door het middel der contjngenteerlng een vier de deel van de geheele industrieele arbeidsge legenheid in gunstlgen zin wordt beïnvloed. Of die aan de gevolgen der devaluatie denkt. Toen hierdoor eindelük ons binnenlandsch prüsnlveau dat van het buitenland benaderde, daalde ons werkloozencüfer binnen vrü korten tüd met on geveer 60.000 man. Ongetwüfeld speelde ook de conjunctuuropleving hierin een ról, maar de voornaamste oorzaAk lag in den juisten econo- mischen, in casu Aonetglren maatregel. Doch hoe belangrük dit alles ook zün moge. het kan niet worden ontkend, dat de be langstelling zich ditmaal vooral concentreerde op hetgeen aan planneja tot re/chtstreeksche werkverruiming door de Overheid zou worden kenbaar gemaakt. Welnu in dat opzicht zün we tevreden en voldaan, behalve op één punt: de voorlichting. In die voorlichting, in haar uit eenzetting is de Regeering weer veel te beschei den, veel té sober geweest. Mede daaraan is ie wüten, dat aan Troonrede en Mlllioenennota een over het algemeen zoo weinig enthousiast, om niet te zeggen zoo weinig vgendelük ont haal ten deel viel. Zakeljjk bestond daarvoor geen enkele grond, want het thans voorgestelde beteekent een werkverruiming van veel gropte- icn omvang en van geheel ander karakter 'dan wat tot dusver was beproefd. Van veel grooteren omvang. Allereerst door toen in allerlei mln of meer gi middel van het Werkfonds. Ten onrechte heb ben sommigen, afgaande op een voor outsiders ietwat duistere passage in de MUliqpnennota, zou zün. Sigmar von Wernstein onbekommerd verder. Achter eeuwenoude park verzonken droomen. .Jullie liefde beteekent geld, eerzucht en rükdom. Ja, zoo zijn jullie, Cherbourg», Lind- ströms, Hellrlngens, en hoe Je nog meer mag In Jullie nabüheld moet een recht schapen mensch met een hart, bevriezen. Bah, ik zou hier op den duur in Jullie huichelachtig en berekenend gedoe gestikt zün." Zoo sprak de jonge vorst hardop in zichzelf. Pas in de tram, die henj naar de nabUgele- gen stad bracht, telde Sigmar haastig zün geld en toen moest hü lachen. .Het is maar weinig dat ik meeneem. Honderd twee mark. tot heden niet slecht bekomen te.” De echtgenooten wisselden een blik, waarin zich duidelük hun groot en mooi huwelüksgeluk weerspiegelde. „Heb ik me gisterenavond werkelük zoo ver- schrlkkelük gedragen, Edlar?” vroeg de vorst. ,Ja, zooals men dat nemen wil, Sigmar.” „Ik heb toch alleen maar die onuitstaanbare coquette een blauwtje laten loopen, anders niet!” ,Hee, anders niet. Maar dat blauwtje kwam nogal tamelük hard aan, te *t niet?" „Dat moest wel, want ik wilde dat de vorstin het nu ditmaal goed voelde. Ze heeft al meer malen een blauwtje van me genegeerd en daarom vond ik het noodig, eens wat duldelüker te zün. Mün toestand op Wemstéin was echter toch al lang niet meer uit te houden. De dwaze eischen van mün oom passen nu eenmaal niet bü mün levensopvatting. Om kort te zün: ik ben van plan, te gaan zwerven.” „Wat?" riep de graaf uit. „Zwerven! Doodgewoon zwerven, Hervard, Jullie alleen mogen het weten en natuurlük schrijf *k jullie nu en dan.” „Dat plan heb je al lang in Je hoofd. Sigmar. Volgens mü te het wel wat erg romantisch en avontuurlUk, maar nou ja, wü hebben altüd zoo’n beetje aan den romanttechen en avon- tuurlüken kant van het leven gestaan. Mocht het zwerven je niet bevallen, dan weet Je waar de Hughens wonen. Maar heb je eigenlük wel geld genoeg? Ik kan me voorstallen, dat Jë oom Je maar met een karig beetje heeft afge- De reede van Singapore

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 10