het verre Oosten
I
De avonturen van een verkeersagentje
Dl
Reizen in
eKatu&fiaalMn den dag
w---
De stad der leeuwen
H
ALLE ABONNÉ’S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F 750e* verlies van beide armen, belde beenen ot belde oogen F 750e" doodaHjte afloop F 250e*
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
De vorst
De werkloosheid
ZATERDAG 8 OCTOBER 1938
Het geval van
Eduard Halsma
Het dure "radium
reist incognito
DOOR FRITZ METZNER
B
NËÏ
NE
BA1
vraagt
I
ook g
Uobtei
tuurbi
-
iiiiiiiiiimmiii
Het plan-Westhoff
1
L
ti
BI
BI
Bei
Eli
Wordt goedkooper
--vroeger, lage praten, zal dit ongetwijfeld de
Vó6i
s
Oevr
mü buiten de deur te zetten.” de gewoonte van den vorst was, op zoon onge-
Gevra
2
hem kwispelstaartend tege-
liefde
heeten.
t
3
Toen Keesle alles had verteld, beloofde de visscher hem, te
zorgen, dat het matroosje ook boven water werd gehaald. En
toen het laat werd, wees de visscher hem een slaapplaats op
solder. „Ga hier maar Berust in, Keesle,” zei de goede man.
Je suit als een roos slapen. Het is hier hoog en droog.’*
Vaak staarde Rosa droomerig voor zich uit,
alsof ze aan andere dingen dacht, aan ml) bij
heeft een belangrijke diepte. Op
wordt maandelijks 5.2 gram ra-
1
l
n
Vlak bjj den haard liet de visscher Keesle plaats nemen. Het
Was een echt vertrek van een visscher. Schelpen, een klein
scheepje zag Keesle, terwijl hjj zich warmde bij het knap
pende vuur. En een goede warme kop thee had hem inwen
dig ook verwarmd. En Keesle vertelde zijn avonturen en waar
om hjj weer te water wilde. Het was om zijn vriend het ma
troosje te zoeken.
Aanm
57hul
F—
Voor
BK
lich
Miei
Gei
tred
ik
ge
DM
Of
hl
bv
let
r
d
F
Per»,
h^yde
R
in
m
hi
10
E
ti
B
R
11
le
OP A
man.
Het is goed en principieel juist, dat zulks
gebeurt. Werkverschaffing in den ouden vorm
en als „leniging” was verklaarbaar, toen slechts
enkele duizenden werkloozen wyden geplaatst,
- - jezocht werk de
menschen werden bezig gehouden. Sinds lang
kwam daarin verandering. Ontginningen, ont
wateringen, rioleeringen enz., kortom werken
banl
ker»
atrai
voor
J
l*m.
Bint
muur met vroolljke danseresjes, zie uit over het
Beurige 4>ark, de lommerrijk laan, die de Kul-
serallee kon heeten, en vertrek dan naar de
North Bridge/Road, waar de stank van gezou
ten yisch en varkensvet, van sambalans en rot
tend fruit u snel verjagen zal. 1
Wlj.-keeren naar de haven terug. Het schip
ligt voor anker op stoom. Een sampan brengt
ons aan boord. De funnel fluit, het anker wordt
geheschen. Het doel is noord-noord-oost: Saigon.
- J. C.
et was niet slechts een eigenaardigheid
van Eduard Halsma, maar hij schepte er
ook behagen in, steeds in herhalingen te
vallen. Zoo zei hij nog al eens:
„De liefde is in den grond niets anders dan
een gevoel.”
bq vacua» vaneen nas»
MB VOS» M MB 00»
ie volmaakt in yichitelf gelooft,
begaat niet alleen een zonde, maar
levert een bewijs van zwakheid.
Laat de koffers maar staan. Ik ga zóó, dat is
beter. Wat ik zoek is geen rijkdom en weelde,
nee, eerlijke menschen zoek ik en een werkelijk
tehuis!”
„Hoogheid!".
„God zegen je, trouwe Ernst!”
In zijn licht sportcostuum, den vilthoed als
eenige bagage in dé hand, verliet vorst Sigmar
von Wernstein het huis van zijn voorvaderen.
I Sigmar zonder
opgegeven. Maar
hü uit gewoonte
landsverdediging en, last not least, het voorne
men pm een aanvullende credletmogelljkheld te
Sftheppen „voor kleine nljveren en ambachts
lieden’.
lijdende menschheld in hooge mate ten goede
komen. d.
dan ontdekt het oog een fout. Daar staat naast
een kleine, Wedere Kwan Yin uit jade een veel
te groote witsteenen Venus van Italiaanschen
huize. Een fijn gestyleerd figuurtje van zuiver
kristal schuilt weg achter een enormen blauw-
geverfden glazen druiventros. En zoo is het in
alle kasten, In alle kamers. Het had een op
zettelijke contrast-expositie kunnen zijn. De
slaapkamer geeft den indruk van Oostersche
intimiteit. Men bekijkt het eerst de paneelen der
twee ledikanten, bestaande uit rijk houtsnij
werk evenals de monumentale kast, men bewon
dert de lakens van dure Voor-Indische zijde.
Maar dan valt de blik op drie verchroomde sta
len stoelen rond een tafel met glazen plaat,
twee op elkaar gestapelde radiotoestellen op
een wlt-houtcn tafel en de droom is verjaagd.
Ook in het Oosten geldt de regel dat niet leder
die geld heeft, smaak bezit. Maar het contrast
Is in de Oost een dagelljksche emotie, men went
eraan.
Wilt gij he( beleven in Shanghai? Rijd dan
In uw limousine over de Bund en laat u ver
volgens in een rickshaw transporteeren naar
een speelhuis in de binnenstad. Het is als dag
en nacht. Wilt gij dezelfde gewaarwording in
Soerabaia? Dineer dan een avond in „Zeezicht”
op Perak en rook uw after-dinner drie kilome
ters oostwaarts in het verdachte café-hotel van
Hoei-Ling v
Wilt gij hetzelfde hier in Singapore? Ga zit
ten in het lieve cafeetje „Chez Wien”, ik geloof
op StanfordRoad, zet u neer in het rood-
pluchen stoeltje, pestel uw Kaffee mit Kuchen,
babbel wat Weensch met den eigenaar, terwijl
gtj naar de schalksche prentjes kijkt pan den
-- met vroolljke danseresjes, zie uit over het
„Ik heb ook een verloofde gehad. Haar moe
der en de mijne beweerden het ten minste. Ik
was twintig en zij was negentien. Ze heette
Rosa. Een mooie naam, hè? Ze was ook een
mooi meisje, met kastanjebruine haren, die als
een kroon om haar hoofd lagen. De vrouwen
van tegenwoordig zouden niet hebben geweten
wat ze er mee moesten doen. Ze had een paar
zachte, donkere oogen, op t zwarte af. Ik had
haar kunnen zeggen, dat ik haar liefhad. Maar
ik zei het niet, omdat haar moeder en de mijne
verklaard hadden dat ze mijn vrouw zou wor
den en we een mooi paar zouden zijn.
Vrouwen, dat weet je, praten veel en bedis
selen van alles onder elkaar. Ik had beter op
m’n „qui vive” moeten wezen: Rosa en ik wa
ren goede vrienden. Ik trok wel eens, om haar
te plagen, aan d’r vlecht; ze gaf me dan een
stomp in de zij. Dat was voor ons beiden zoo’n
soort amusement. Maar daar bleef het dan
ook bij.
van artikelen. Zulks om meer blljvenden steun
te geven aan eenige bedrijfstakken, die voor
de binnenlandsche markt van Nederland van
Heel beteekenls zijn.
Baarnaast is de Regeering er op bedqpht haar
exportpólitlek niet slechts te handhaven, doch
zoo mqgellik te verstaken.
Vermelding verdienen voort® >tog, de voorge
nomen kapitaaisuitbreiding van de Maatschap
pij voor Industriefinanciering, het,plan tot uit
breiding van het prdïfuctie-apparaat der Ne-
Hü wilde hiermede niet ten velde trekken
tegen de emotie, welke de liefde kan opwekken,
maar hu was beslist van meenlng, dat de liefde
slechts een zuivere kwestie der inbeelding was.
Toen op zekeren dag een van z’n vrienden
opgewonden en vol vreugde.bij hem kwam en
Uitriep: „Kerel, ik ben zoo gelukkig I Helene
houdt van mijl”, klopte Halsma hem met een
ironisch lachje op den schouder en vroeg:
„Wat weet jij daar nu van, beste jongen?**
Hjj gaf zich zooveel moeite om sceptisch te
genover het nieuws van den vriend te staan,
dat deze hem graag een draai om z’n ooren
zou gegeven hebben, als Eduard zelf niet in t
bezit van een paar stevige knuisten geweest was.
De nieuwe „ezel”, zooals hij door Eduard ge
noemd werd, verklaarde dat Helene hem lief
had, om z’n dichterlijke ziel, om z’n zachtheid,
z’n gemoedelijkheid, z’n vrijmoedigheid, om z’n
voorkeur voor mosselen en ik weet niet om hoe
veel andere hoedanigheden meer.
Eduard hoorde den opgewonden woordenvloed
van z’n vriend, zonder onderbreking aan en
zei toen:
..Als eerste maatregel wordt ons aangekon-
digd het dienstbaar maken van de voorgenomen
wijzigingen in ons belastingstelsel, Juister gezegd
het mede-dlenstbaar maken ervan, aan het
wegnemen van in bepaalde belastingen gelegen
factoren, die belemmerend perken op de ver
ruiming van werkgelegenheid. Een maatregel,
ale van beteekenls kan zjjn, doch waarvan de
te volgen bij gebrek aan nadere gegevens thans
nog niet zijn te overzien.
Van meer belang* zijn de plannen op econo
misch terrein. Zeer binnenkort zullen de Sta-
tcn-Oeneraal voorstellen bereiken voor de ver
hooging van Invoerrechten van eenige groepen
In Noordelijk Canada is, ver weg van de be
woonde wereld, aan den rand van het Groot-
Berenmeer, slechts enkele KM. ten zuiden van
den Poolcirkel, in de laatste jaren een mijn
bedrijf ontstaan.
Dit afgelegen bedrijf is voor de menschheld
van buitengewoon groote beteekenls. Onder den
verstarrenden adem van den Ijzigen poolwind
wint men hier uit den bodem uraanertsen van
een ongewoon grooten radlumrljkHom. Het zijn
de uraanertsen, in 1930 door Gilbert La Bine
voorbeeld. Maar ik vroeg haar zelfs niet waar,
om ze daarbij zoo diep zuchtte.
Op zekeren dag stierf ze. Ik huilde, haar moe
der huilde en mijn moeder huilde.
„Die arme jongen.” zijden de beide moeders.
Ik was ook werkelijk ontroostbaar en ging
het land uit. Ik ging reizen en zocht afleiding,
om m’n verloofde te vergeten. Maar ze was en
bleef altijd in m’n gedachten. Haar beeld stond
In mijn hart gegrift. Wat was die liefde mooi,
waarvan zelfs de smart mij dierbaar was!
Na een afwezigheid van acht Jaren, keerde ik
naar m’n vaderstad terug. Ofschoon ik er niet
uitzag als iemand die nog steeds treurt, zoo
heb ik me toch wet een beetje dwaas aangesteld.
Gehuild heb ik over een haarlint, gezeten heb
ik onder een
boom, waaron
der we als kin
deren hebben ge
speeld. Dit alles
is nu op de keper
beschouwd,
heusch zoo be
lachelijk niet. Maar luister.
Haar moeder en ook de mijne waren intus-
schen gestorven.
Op zekeren dag ontmoette <k een vroegere
vriendin van Rosa. J¥e spraken over haar. TV
vond het een soort vroom genoegen, om kleine
voorvallen uit haar jeugd te hooren, zonder dit
echter te laten merken. We gingen in een res
taurant, om iets te gebruiken. We spraken over
haar, zooals ik zei, en niets dan goeds van de
doode: over haar mooie haren, haar lieve, don
kere oogen, haar gouden hart.
En eensklaps zet deze vrouw ’heel rustig:
„Die arme Rosa, en hoeveel heeft ze niet van
dien Hëndrik Laarman gehouden!”
Ik ontving dien ilag midden in mjjn herin
neringen. ’t Was alsof al het mooie, dat ik acht
Jaar lang als iets heiligs, iets onaantastbaars
had bewaard, door elkaar werd gesmeten en
kapot getrapt.
Van af dien tijd ben ik gaan zeggen, ofschoon
nog niet zoo oud, dat hetgeen meii liefde meent
te zijn, slechts een kwestie van louter verbeel
ding te.”
De vriend had met aandacht naar het verhaal
geluisterd. Glimlachend, maar niet overtuigd,
■nam hij afscheid. HU was van meenlng en
niet geheel ten onrechte dat Eduard Halsma
z’n privé-aangelegenheld te veel van een een
zijdig en speciaal op zijn geval Ingesteld stand
punt bekeek.
Bankli
voor c
ding
Am.
n». Br
gen oi
Rouma
A’dam.
Gevraa
5
aan het
It, ofschoon het
bekend.
rUk Chinees, of,
laten wü nauwkeurig zUn, van de eerste concu
bine van.dien rijken Chinees. Ik toen zijn naam
vergeten, maar wat beteekent een naam? Hij is
een van de gebrqp<£ers, dje den in het geheele
Oosten beroemden Tfjgerbalsem fabriceeren, een
panacee tegen alle kwalen, van hoofdpUn tot
blindedarm-ontsteking en van angina tot voet-
eoseem.
Het moet ook wel een zeer rijk num zijn,
die zjjn eerste bijvrouw een dergelijke woning
gaf. want men vindt er fantastische dingen.
Reeds de tuin biedt een exotischen aanblik.
Men ziet er een geweldigen wit-marmeren
leeuw, die schatten waard moet zün, omringd
door potsierlUke, banale steenen beeldjes, in
den vorm van kabouters, zwanen, haasjes en
meer WesteYsche symbolen. Het interieur is in
vele opzichten navenant.
De eerste indruk zou overweldigend zUn,
wanneer de kostbaarheden niet stonden ppge-
propt als bü een nouveau rlche. De twee salons
en de eetkamer gelijken museumzalen, met
ewgre kasten vol van het kostbaarste boeddhis
tische en brahmaansche beeldhouwwerk. Maar
n het Maandblad der RK. Staatspartij
geeft het Tweede Kamerlid, pater dr.
Beaufort O.FJM., een uitvoerige uiteen
zetting van de plannen, die de Regeering
zou koesteren ten aanzien van de bestrij
ding der werkloosheid.
Aan deze, optimistisch getinte voorbe
schouwing is het volgende ontleend
van den meest ulteenloopenden aard, die elk
voor zich bijdroegen tot verhooging van de wel
vaart en blijvende werkverruiming beteekenden,
werden ingeschakeld in het kader der werkloo-
zenzorg. Het is verheugend, dat de Regeering
thans de mogelijkheid ziet om aan dezen ge wij
zigden toestand ook de positie der tewerkgestel-
den te doen beantwoorden. Geen werkloozen
meer, die worden bezig gehouden, doch werkers
aan productieve objecten, in dienst van de
Overheid. Vanzelfsprekend zal dit tot vergaan
de consequenties leiden, zoo ten aanzien van
het loon, van den aanvullenden steun, doch
vooral met betrekking tot de gezinsomstandig
heden. Van een tot dusver onvermijdelijke, doch
vaak hlnderlUke bemoeienis, zal geen sprake
meer zijn. Psychologisch te dus dete wijziging
van de allergrootste beteekenls; het wordt een
bevrUdlng uit de zoo drukkende werkloosheids-
sfeer.
Tenslotte kondigt de Regeering nieuwe maat
regelen aan tot bestrijding van de jeugdwerk
loosheid. Concreet worden ze niet aangegeven;
we vernemen alleen, dat een „belangrijke ver
hooging, boven hetgeen tot nog toe aan de be
strijding der jeugdwerkloosheid werd ten koste
gelegd” zal worden voorgesteld. En van het te
besteden bedrag lezen we, dat het zal worden
„verdeeld over de betrokken hoofdstukken
Het zal wel niet gewaagd zUn hieruit af te lei
den, dat naast Sociale Zaken ook Onderwijs zal
worden Ingeschakeld bjj de uitvoering der jeugd-
werkloozenzorg. Is deze opvatting Juist, dan
zouden de plannen betrekking moeten hebben,------
in welken vorm dan ook, op een langeren leer- radium op 128 ton verwerkt mineraal. In 1920
tijd voor gewoon en nijverheidsonderwijs met
als drievoudig voordeelvoor dé jongeren een
betere voorbereiding voor hun toekomstige
taak, voor de arbeidsmarkt een aanzlenlUke
verlichting door het ultbUJven van tienduizenden
arbeldzoekenden en voor de onderwijskrachten
van gewoon en njjverheidsonderwUs een nieuw
arbeidsveld van grooten omvang. We durven
vertrouwen, dat onze vermoedens Juist zUn en
dat nadere mededeelingen die juistheid zullen
bevestigen.”
legen tijd te verschijnen.
„Komt u binnen, hoogheid!”
„Hoogheid," herhaalde de vont in den kleinen
salon bU zichzelf, en onwillekeurig moest hu
aan zUn toekomst denken. .Hoogheid.... Ik zal
wel gauw uitgehoogheid zün."
Meer dan verbaasd kwam even later graaf
Hughen binnen. „Goeden morgen, SigmSr! Al
zoo vroeg! Wat moet dat beteekenen?”
„Nieuws, Hervard, hoewel het voor jou wel
geen groot nieuws zal zün. Maar kan Edlar
al ontvangen? Ik zou mijn gescniedenls liever
niet twee keer vertellen.”
.Houd je kalm, jongen! Wij vermoedden zoo
al het een en ander. Ben je er uitgevlogen
en is de reuzen-erfente naar de maan?”
..Precies geraden, Hervard! Die onuitstaan
bare Astrid von Cherbourg he^ft mü den ge-
nadestoot gegeven."
Thans kwam ook gravin Hughen den salon
binnen. .Higmar, wat een verrassing," riep ze uit.
De vorst trad de sympathieke vrouw direct
tegemoet en kuste haar hoffelUk de hand.
„Voor mU een eer, Edlar! Doch ik kom om van
mijn beste vrienden afscheid te nemen, en
daarom verzoek ik Je mü voor het vroege uur
te willen verontschuldigen.”
.Afscheid nemen, Sigmar? .Ja, maar niet zon
der eerlük alle* te hebben opgebiecht Ik vermoed
trouwens al waarom het gaat, want )e hebt je
gisterenavond precies zoo gedragen als mün
man, toen hfl mü tien Jaar geleden, tegen den
wil van heel zün familie,, tot vrouw nam.”
in het Mackenzie-dtetrict ontdekt op een plek,
welke heden den naam van La Bine-point
draagt. Bü een gehalte aan uraanoxyd van 67
pet., zün zü zóó rük aan radium,-dat de exploi
tatie, zelfs in de’ien uithoek der bewoonde we
reld, loonend is. De hoofdader is IA KM. lang,
3 M. breed
het oogenbl
dlum gewonnen en in den loop van dit jaar
nog hoopt men dit op te voeren tot 6 gram. Dat
een productie van 5 A 6 gram radium vele kos
ten goed kan maken, wordt duidelük, als
men weet, dat de prijs voor dit radium in April
1938 25.000 dollar per gram bedroeg.
Hoewel dit een kolossaal bedrag is, moeten
wü hier bü radium evenwel toch spreken van
ware afbraakprüzen. Vóór den wereldoorlog
werd voor een grammetje radium met plezier
niet minder dan 180.000 dollar neergeteld. Dat
was evenwel nog in den tüd, dat de Joachlms-
thaler pekblende nog de eenige bron was, waar
uit de wereldbehoefte aan dit zeldzame metaal
bevredigd kon worden. De eerste twintig jaar
sinds de ontdekking van het radium door Curie
hadden de mijnen van het Boheemsche Joa-
chimsthal het monopolie. Tot 1922 toe hadden
zü de wereld reeds ongeveer 23 gram radium
geleverd.
En de vraag naar dit element met zün ver-
bazing wekkende eigenschappen werd steeds
grooter, daar het steeds van grooter beteekenls
werd voor de kankerbehandeling.
TUdens den wereldoorlog kwam er een tweede
vindplaats, en wel in de Vereenigde Staten. Het
erts was betrekkehjk arm en leverde 1 gram
gevreesd, dat bü de uitvoering van het groote
ontginningsplan het Werkfonds zou gaan ver-
dwünen. Nog daargelaten het groote verschil in
den aard der objecten, bodemontginnlng
draagt toch wel een heel eigen karakter te
deze opvatting volkomen in strijd met hetgeen
de Regeering nog kort geleden, bü de schrlfte-
lüke en mondelinge gedachtenwisseling over de
verhooging van het Werkfondscrediet, heeft
kenbaar gemaakt. Het Werkfonds blüft dus en
in veehoogde activiteit, al zal, terecht, een ze-
derlandsche nUverlieid in het belang van de, kere coördinatie met het andere groote werk-
verrulmingsplan worden nagestreefd.
Dit plan is het resultaat van een oAstandifc
onderzoek naar de mogelükheid „een belangrüke
uitbreiding te geven aan de uitvoering van di«
werken, welke büdragen tot verhooging van het
ontstaan van blüvende werkgelegenheid”....
Een plan dus voor bodemontginnlng op groote
schaal._ Niet minder dan 90 A 100.000 man zai
hierbü arbeid vinden, welk aantal als gevolg
van de secundaire en indirecte werkverruiming
rog met ongeveer 40.000 man mag worden ver
hoogd. Alleen reeds de uitvoering van dit plan
zal dus het werkloosheldscüfer in Nederland
met 130 A 140.000 doen verminderen. Tegen deze
becüfering zal vermoedelük verzet rüzen, in
hoofdzaak omdat 'Alen de in werkverschaffing
tewerkgestelden nog als werkloos meent tè moe
ten beschouwen.
Maar en zoo kom ik op de totale wijziging
in den aard van de nieuwe tewerkstelling
wat thans wordt voorgesteld te geen werkver-
rchaffing meer in den opden zin des woords.
Wel zal het karakter van aanvullende werkge
legenheid stefeds behouden moeten blüven, van
opbieden tegen het particulier bedrüf mag geen
sprake zün, doch overigens wordt het vrüwel
normaal werk met de Overheid als werkgeefster.
Dat te de zin van de voor velen misschien on-
duidelüke en mysterieuze uitspraak: „dat aan
de werkverschaffing het huidige karakter van
leniging der werkloosheidsgevolgen wordt ont
nomen en dat zü wordt bestrüding der werkloos
heid zelf.”
.T*”v e bewoner van Hoogkarspel of Zwaagdük,
J die eens in zün leven een reis maakte
naar Roermond, te in zün dorp vanafdlen
een geëerbiedigd man. Hü weet iets te vertel
len, ’s Zondags na den dienst, in het café vis
a vis de kerk. Dat was, ja, nu alweer zeven
Jaren geleden, in 1931, toen was ik in Roer
mond. De bisschop las er een pontificale Mis
op het Munsterplein. stampvol was het.... Daar
is alléén de burgemeester, die er wat tegenover
■et, uit den tüd dat hü volontalrde op de se
cretarie in Puyflik. Die heeft den St. Jan ge-
«ien in Den Bosch en carnavalsoptochten, zoo
eindeloos, dat de menschen hun brood mee
brachten.
Het gaat met reizen als met alle dingen, het
Went. De sensatie ervan vermindert allengs, de
romantiek verliest haar 'kléliren, Het te of de
afstanden kleiner worden.
Het kan voorkomen, dat gü Iemand in Ba
tavia ontmoet, die u zegt: eergisteren, toen ik
in Rangoon was.... of: de vorige week, in Sai
gon, .sprak ik Buchem nog
De kleine Nederlander kent de afstanden
Van zün dorp en de naburige, de gewone Ne
derlander kent zün land, de reizende Nederlan-
dgr kent Europa, maar wie eenmaal die ge-
vaarlütoe streep overtrok van den evenaar, op
Weg naar het Verre Oosten, heeft de wereld
tot zün dagelüksch domein.
Wü. in Indlë, rekenen niet met uren en niet
met dagen, wü rekenen met weken. Per vlieg
tuig naar het moederland te een week, per boot
vier weken. Het planetaire stelsel van onze
jeugd te uit den omloop. Een reis van Soera
baia naar Batavia; éen kleine 5 maal den af
stand Zwaagdük—Roermond, te geen reis. Men
■tapt des avonds tegen zevenen in den trein,
dineert, zooals lederen dag, met nasi goreng of
een gewone Hollandsche biefstuk* gaat slapen
en ontwaakt den volgenden morgen- in Batavia.
Dat kan men toch onmogelük een reis noemen.
Reizen doet men naar Australië, naar Tokio of
Shanghai, men maakt een reis naar Celebes
desnoods, die soms langer duurt dan naar Hol
land, vanwege de slechte verbindingen. Singa
pore beschouwen we eigenlük zoo als een buurt-
•tatlon. Welke Hollandsche Indiër te niet al
meerdere malen in de Straits geweest? Men
doet Singapore aan, onherroepelük. als men
naar Indtë komt. Wü kennen de stad als iedere
andere stad op ons eigen eiland, zü het Java
of Sumatra of Borneo. De inheemschen spreken
’er ons maletech, zü verstaan ons beter en
wü hen dan hun eigen heeren, de Engel-
•chen. Voor het Indisch, laat ik liever zeggen,
voor het Aziatisch gevoel, te Batavia—Singapore
zoolets als HaarlemAmsterdam. Het klinkt
vreemd, het klinkt overdreven, maar het te zoo.
En wie zal mü dan verwüten, dat ik mü niets
meer herinner van müne reizen naar Singa
pore, .van de reis sec bedoel ik. Want van Sln-
gapore zelf weet ik veel. Ik weet niet slechts
dat het Singha-Pura heet, wat Leeuwenstad
beteekent, en dat het werd gesticht door Prins
Oetama. maar ik ken er den weg bü dag en bü
nacht. Ik was op de. alleeën langs de ruime,
keurig-onderhouden woningen van de^Engel-
■chen, met tennisvelden en groote garages, bui
ten de stad tegen de heuvels aangebouwd, ik
was op de Dutch Road, een lange laan waar
de Hollanders wonen, ik stond boven op den
berg in het koele Cap Road. House en zag uit
over zee, waaruit het trotsche Nederlandsche
eilandje oprüst, Poelau Samboe, een groote pe-
troleumopslagplaats van de B.P.M. Maar ik was
ook in de kampongs van de Maleiers, die, als
bü-.ons in Indlë, slapen op matjes in hun kale
krotjes van gedek en bamboe. Ik zat als eenige
blanke in het groote Chineesche eethuis, vier
de verdieping, en werd aangestaard uit tien
tallen scheeve oogen, terwül ik mün ml-foen
soep at en mün Wltdeeggebakjes en mün foe-
yong-hal. Ik werd door rickshaw-koelies rond
gereden in den avond door stinkende nauwe
straatjes, waar Chineezen hun handwerk doen
tot middernacht, van Happy World naar New
World en naar Pretty World, evenzoovele luna
parken, want de kleurling houdt van muziek
en dans en vermaak. Ik was in den beroemden
Rbbinson-bazar op het Raffles-plein, beroemd
omdat er een lift te en Europeesche bedienden
en loopers op de gangen en een groote restau-
ratieeaal, die het rendez-veus te van „tout Sin
gapore”.
Maar oek bracht ik een bezoek
vréémdste hflte, dat de staA^efi!
niet beroemd te en nauMfiBs 1
Het te de woning van Ui? rü
jongen
De hond liet een kort gehuil hooren, als
voelde hü, dat de scheiding van langen duur
ging echter
hem lag het
In zorgelooze
raatsheer van mün familie mü aanwüst, heb
ik meer dan genoeg!”
Maar thans flikkerde er woede in de oogen
van den slotheer.
„De majoraatsheer vorst Harro von Wern
stein wenscht een afdoende verklaring voor deze
woorden, anders worden de koffers van den
onterfde oogenblikkelük gepakt.”
„De majoraatsheer op slot Wernstein heeft
maar te bevelen, doch de onterfde geeft er de
voorkeur aan te reizen ronder koffers. HU heeft
trouwens niet eens geld om te reizen.”
Voor de derde maal stilte. Maar dan plotse
ling stond de slotheer met een haastige bewe
ging op en belde om den bediende.
,Je oom wenscht Je alle goeds, Sigmar. De
majoraatsheer op slot Wernstein hoopt jechter
den gewezen erfvorst nooit meer terug te zien.”
Een zwügend naar elkaar buigen van de belde
von Wernstein®, waarna de bediende binnen
trad. Als een bevel klonk tjet den ouden man
tegen.
„Vorst Sigmar von Wernstein wenscht slot
Wernstein oogenblikkelük |ln voor altüd te ver
laten. Zün laatste wenschen moeten zoo vlug
mogelük worden uitgevoerd.”
ZUn heele houding trotsch en afwUzend, ver
liet de slotheer de ontbijtkamer. Geen enkelen
blik wierp hü weer op zün neef, met wien hü
toch twintig-jaren lang de eenzaamheid op slot
Wernstein had gedeeld.
De jonge vorst maakte echter nog een buiging
naar zün oom. en stak dan den ouden Ernst de
hand toe.
„Wenschen heb Ik niet meer, oude Jongen.
de herdershond,
moet.
.Hallo, Pindar! Kom, Jongen, zeg JU den
baas nogi maar even goeden dag, want de baas
brachten de Amerlkaansche vrouwen 100.000
dollar büeen om aan Madame Curie 1 gram van
dit radium ten geschenke te kunnen geven. Een
koninklüke gift. Tot 1924 toe werd hier onge
veer 250 gram radium gewonnen.
In 1923 begon men met de exploitatie van een
derde vindplaats. Het waren de rüke Ka tan ga-
münen in Belgisch Congo. Zü leverden l.gram
radium op 10 tot 40 ton erts.
Het gevolg was, dat de prüs van het radium
daalde tot 70.000 dollars en dat het Amerlkaan
sche mineraal afgedaan had, omdat de exploi
tatie niet meer loonend was.
De Katanga-münen zün tenslotte zoo ver
telt dr. H. Müller in Kosmos, waaraan wü een
en aoder. ontleenen weer overvleugeld door
de La Bine-münen, die 1 gram radium op 65
ton erts leveren en die den marktprijs deden
dalen tot 25.000 dollar. Het radium wordt dus
steeds goedkooper. Wanneer dus in de toekomst
een 50 tot 70 gram radium per jaar geprodu
ceerd zal worden tegen, InwergelUklng met
recht, oom, i
„Wat zegt u?" vroeg de conducteur.
„Niets! Och, ja.... Bulowplatz, alsje
blieft.”
De conducteur had den vorst in zün over
peinzingen gestoord en zoo ad
verder nadenken een haltqf opg
opeens viel hem in, dat hl.
Bulowplatz had gezegd, want daar woonde zün
Aan het einde van het park kwam Pindar, vriend, graaf Hughen.
Zou hü Hughen eerst nog vaarwel gaan zeg
gen? Maar natuurlük, zün oude vertrouwde
vriend had daar toch recht op.
Hughen was trouwens een prachtkerel,
verdwünt. Zoo, en nu terug, Pindar! Terug, Jaren geleden had hü zün familie in Hongarüe
kortweg den rug toegekeerd, omdat mep er
tegen op kwam, dat hU, de jonge, kranige
officier, een arm meisje wilde trouwen. Alle
bemoeiingen van de familie Hughen waren ver
geef sch gebleken; zü hadden het onderspit
moeten delven voor de onverzettelükheld van
den jongen graaf. HU hing eenvoudigweg zün
uniform aan den kapstok, trouwde zün uitver
korene en leefde nu al Jaren in Berlün.
Hughen was de gelukkigste man gewprden
van al Sigmars vrienden. Wat gaf hat, dat
hü zich met zün vrouw een beetje naar de om-
standglheden had moeten schikken?
Vóór hü er goed en wel aan dacht, stond
Sigmar op de derde étage van de huurwoning
en belde aan Hughen's deur.
„ZUn gravin en graaf Hughen thuis?” vroeg
hü het dienstmeisje.
Het meisje kende den vroegen bezoeker, maar
Weer volgde een oogenblik stilte. Koud en
hard was thans de blik, waarmee de Jonge vorst
zün oom aanzag.
„Ik ken mijzelf het volste recht toe,” klonk
fier zün stem, „om in gevoelsaangelegenheden
zelf te beslissen. Concessies aan familie, rang of
stand ken ik niet. Ik ken alleen concessies aan
hart en gevoel.”
Ofschoon beide mannen innerlük hevig op
gewonden waren, bleven zü ulterlük volkomen
kalm.
„Vorst Sigmar von Wernstein....! Een her
haling van deze woorden kan je alles doen ver
liezen. Denk er om, dat ik ’tsouvereine recht heb,
je te onterven, wanneer je meent een mésal
liance met een dame van burgerlüke afkomst te
kunnen aangaan."
,Jk geef dat alles toe, oom. Ik weet, dat u
het recht hebt, mü te onterven, maar ik zeg u
ronduit, dat m^n ideeën daar niet het minst
door veranderen. Wanneer mün hart eenmaal
■preekt zal ik trouwen, en vermogen, rang of
■•tend zullen daarbü geen invloed op mü uit-
oefenen. Van de dame* echter die de majo-
In cüfers zün de resultaten van het than/
voorgestelde niet aan te geven, maar dat die
resultaten zeer aanzienlük moeten zün, zal jeder
toegeven, die zich herinnert, hoe b.v. alleen
door het middel der contjngenteerlng een vier
de deel van de geheele industrieele arbeidsge
legenheid in gunstlgen zin wordt beïnvloed. Of
die aan de gevolgen der devaluatie denkt. Toen
hierdoor eindelük ons binnenlandsch prüsnlveau
dat van het buitenland benaderde, daalde ons
werkloozencüfer binnen vrü korten tüd met on
geveer 60.000 man. Ongetwüfeld speelde ook de
conjunctuuropleving hierin een ról, maar de
voornaamste oorzaAk lag in den juisten econo-
mischen, in casu Aonetglren maatregel.
Doch hoe belangrük dit alles ook zün moge.
het kan niet worden ontkend, dat de be
langstelling zich ditmaal vooral concentreerde
op hetgeen aan planneja tot re/chtstreeksche
werkverruiming door de Overheid zou worden
kenbaar gemaakt. Welnu in dat opzicht zün we
tevreden en voldaan, behalve op één punt: de
voorlichting. In die voorlichting, in haar uit
eenzetting is de Regeering weer veel te beschei
den, veel té sober geweest. Mede daaraan is ie
wüten, dat aan Troonrede en Mlllioenennota
een over het algemeen zoo weinig enthousiast,
om niet te zeggen zoo weinig vgendelük ont
haal ten deel viel. Zakeljjk bestond daarvoor
geen enkele grond, want het thans voorgestelde
beteekent een werkverruiming van veel gropte-
icn omvang en van geheel ander karakter 'dan
wat tot dusver was beproefd.
Van veel grooteren omvang. Allereerst door toen in allerlei mln of meer gi
middel van het Werkfonds. Ten onrechte heb
ben sommigen, afgaande op een voor outsiders
ietwat duistere passage in de MUliqpnennota,
zou zün. Sigmar von Wernstein
onbekommerd verder. Achter
eeuwenoude park verzonken
droomen.
.Jullie liefde beteekent geld, eerzucht en
rükdom. Ja, zoo zijn jullie, Cherbourg», Lind-
ströms, Hellrlngens, en hoe Je nog meer mag
In Jullie nabüheld moet een recht
schapen mensch met een hart, bevriezen. Bah,
ik zou hier op den duur in Jullie huichelachtig
en berekenend gedoe gestikt zün." Zoo sprak de
jonge vorst hardop in zichzelf.
Pas in de tram, die henj naar de nabUgele-
gen stad bracht, telde Sigmar haastig zün geld
en toen moest hü lachen.
.Het is maar weinig dat ik meeneem. Honderd
twee mark.
tot heden niet slecht bekomen te.”
De echtgenooten wisselden een blik, waarin
zich duidelük hun groot en mooi huwelüksgeluk
weerspiegelde.
„Heb ik me gisterenavond werkelük zoo ver-
schrlkkelük gedragen, Edlar?” vroeg de vorst.
,Ja, zooals men dat nemen wil, Sigmar.”
„Ik heb toch alleen maar die onuitstaanbare
coquette een blauwtje laten loopen, anders
niet!”
,Hee, anders niet. Maar dat blauwtje kwam
nogal tamelük hard aan, te *t niet?"
„Dat moest wel, want ik wilde dat de vorstin
het nu ditmaal goed voelde. Ze heeft al meer
malen een blauwtje van me genegeerd en
daarom vond ik het noodig, eens wat duldelüker
te zün. Mün toestand op Wemstéin was echter
toch al lang niet meer uit te houden. De dwaze
eischen van mün oom passen nu eenmaal niet
bü mün levensopvatting. Om kort te zün: ik
ben van plan, te gaan zwerven.”
„Wat?" riep de graaf uit.
„Zwerven! Doodgewoon zwerven, Hervard,
Jullie alleen mogen het weten en natuurlük
schrijf *k jullie nu en dan.”
„Dat plan heb je al lang in Je hoofd. Sigmar.
Volgens mü te het wel wat erg romantisch en
avontuurlUk, maar nou ja, wü hebben altüd
zoo’n beetje aan den romanttechen en avon-
tuurlüken kant van het leven gestaan. Mocht
het zwerven je niet bevallen, dan weet Je waar
de Hughens wonen. Maar heb je eigenlük
wel geld genoeg? Ik kan me voorstallen, dat Jë
oom Je maar met een karig beetje heeft afge-
De reede van Singapore