De avonturen van een verkeersagentje D AaBe Het Foreign Office en de jongste crisis E JCctutthaal aan den daq LLEN DEKENS 4 De vorst Welke richting wil Chamberlain uit? HONIG's KEUKEHSTROOPn/j^v.W. HET HOOGST IN KWALITEIT HET LAAGST IN PRIJS i V 1 J i *- reist incognito DOOR fritz metzner u - - - Voor de werkgevers i De brieven van „een goed vriend" I - (Van onzen Londenschen correspondent) ren eigen UNSTMEST VOO» KAMERPLANTEN gepresteerd (Nadruk verboden) A v A. teo M-o«i9* la- IW It. ur die •■•/a HOOFDSTUK. Ill rt Geen betrek- (Wordt vervolgd) '...■J FARTHER TE DIEREN Emaille op z n best Modern, zeer solide, giftvrij en vuurvast In ..De Katholieke Werkgever” lezen wy een bijdrage van Mr. J. v. Gllse, waarin deze pleit voor een levendiger contact tusschen arbeider en patroon. HU vestigt daartoe de aandacht op het Instituut der Sociale Werksters: in UU en dt »P- iet en en te de iot de en hoogst belangrijk feit, waaraan hut ten Engeland nog zeer weinig aandacht is geschonken, Is dat de „Daily Telegraph” Het matroosje had de woorden van den visscher, dat de visscherU zoo slecht ging In zUn ooren geknoopt en op den avond, toen ze weer in de woning van den gastvrijen visscher zaten, vertelde de matroos wat hy op den bodem van de rivier had ontdekt. En op aanwijzing gingen ze naar de plek, welke nu het matroosje zou aanwljzen. <s> en ,en ze tel re ar Office had, als in- -J verloren; Cham- eenmaal inge- Toen het matroosje goed en wel op het dek stond ging hü naar den visscher toe en gaf hem eenlge goudstukken. „Wat doe Je nu?’ riep de visscher, vol verbazing. „Ik kan het wel gebruiken hoor,” zei de visscher. want met de visscherU gaat het slecht.” „Vooral als je zulke visch vangt als mijn vriend en Ik,” reide Keesie lachende. secretaris open, die niet gesloten was. Daar zat da bewoner in een fauteuil kalm een sigaar te rooken en luisterde naar een voordracht van de radio. HU stond op, presenteerde s'n patroon een stoel en vroeg: „Wat is er gebeurd, mUnheer Bargham? Hebt u me midden in den nacht noodlg?" antwoordde komieken Sde. 1. als oed dit ch- G. m. n. E. ee- 11 die niets 1936.” Aan 0. m- Ich •Ifs 01’ ro ten iet [>- !U’ ier iite ar. In uit )0- n- Jk. Ier niet Ier» nde rol- tot het ran or- loe- Jp- Kt: itn eh- at- ge- ‘le- ren ch- ian ter :tie En or- rdt eld nt- -of x>k ro- en ie- ik- lat te- Uit niets is gebleken, dat Chamberlain’s con tact met de twee dictators iets tot een milderen geest bUgedragen heeft; MussolinPs anti-Jood- sche decreten zijn hiervan een nieuw bewys, en uit de anti-katholieke betoogingen, welke de laatste dagen plaats hadden te Weenen blUkt opnieuw, hoe eenzydig de Nazi-begrippen van verdraagzaamheid zyn. Oorlog is voorkomen omdat tenslotte niemand oorlog wild e, maar niet de flauwste poging is door Chamberlain te München aangewend om moreele grondslagen te leggen voor een posi tieven vredestoestand. „Niet-oorlog” is heel iets anders dan vrede. de uit Onder passagiers In diplomatieke kringen beweert men, dat Sir Robert Vansittart, waarschyniyk zeer spoe dig zal aftreden als „voornaamste adviseur”, wiens advies niet Ingewonnen wordt behalve om in strUd er mee te handelen. Men gaat ver der en zegt, dat heel het Foreign Office in een staat van verwarring en verbUstering verkeert. Het werk der hooge ambtenaren en dat der diplomaten wordt bemoeliykt doordat niemand weet, waar Chamberlain heen wfl. Ofschoon het Foreign Office staat boven de politiek, en zUn hooge ambtenaren elke regeering, socialistisch of conservatief, dienen met onpartijdige toe- wUding, heeft het departement als geheel een traditie, een richting en hiermede schUnl Chamberlain gebroken te hebben of te willen breken „In Nederland is dit Instituut nog betrek ke Ujk weinig ingeburgerd en ik meen helaas te constateerennog meer bU bedrijven onder liberale leiding, dan bü de bedryven van onze katholieke werkgevers. 't Is nuttig de oogen hiervoor te openen. De geschiedenis der vorige eeuw heeft ons geleerd, dat de katholieken bU al hun mooie sociale beginselen met de practlsche sociale maatregelen dlkwüls achterop kwamen. BU ons was uiteraard de leer beter dan geleverd op het feit, als Mussolini zich ,W’?' men. Zou hU werkelUk muziekleeraar worden? Nu, wat hem zelf betrof, vooruit maar. Graaf Hughen zou anders schudden van het lachen, wanneer hü er van hoorde. Misschien was het wel goed, wanneer hü zich nu direct aan den heer lichter ging voorstellen. Op het too- neel In de danszaal had intusschen de oude pianist zUn plaats weer ingenomen. De angst zün baantje te verliezen, hall hem zeker weer met spoed opgefrischt. Even later stond Sigmar von Wernsteln, in zUn grUs reiscostuum, te midden van de gasten in hun zwarte feestkleedy. HU luisterde naar de verontschuldigingen van den pianist, hem tot slot toeriep: „Mün besten dank, collega!" ..Niets te danken, ik deed het graag!” riep Sigmar terug. Daarna trad hU, vast besloten nu, op de ta fel van den vader van de bruid toe en boog. „Ha, mynheer Warmsteen! Hoor eens, jon geman, Uw spel is mU uitstekend bevallen en daarom heb ik gedacht, dat u myn Frida wel les zoudt kunnen geven, als uw tijd dat toe laat. Of bent u hier maar op doorreis? U moet-weten, dat mijn jongste buitengewoon mu zikaal is”. Ja, ik ben op doorreis, mijnheer Richter,” antwoordde Sigmar, „maar ik wil graag blyven, wanneer u dat wenscht „Hebt u geen verplichtingen? king?” „Nee, ik ben werkloos.” „Zoo.H*mHet gaat dus. wy spreken er nog wei verder over." Dit alles voelt men in Engeland ook In die kringen, waar weinig of geen kritiek uitgeoefend wordt op de wUze, waarop Chamberlain zUn doei bereikt heeft. Men -heeft bovendien het gevoel, dat de Eerste Minister, bü de pogingen die hü voortaan zal aanwenden om vrede (of .niet-oorlog"!) te waarborgen, die moreele fac toren zal verwaarloozen, niet omdat hU er geen waarde aan hecht, maar omdat hü er aan wanhoopt, dat.zy eenlg gewicht in de schaal zullen leggen bü de hoofden der fascistische regeerlngen. Brengt, gelyk thans, de voorkoming van oor log met zich, dat honderdduizenden met ach terlating van de meeste hunner bezittingen de vlucht moeten nemen dan zamelt Engeland tienduizenden ponden in om de ongelukklgen te helpen, afdus schadeloosstelling betalend voor zUn onmacht, met vriendelüken drangde dlc- tator-volken tot milder en humaner opvattingen en praktUken te dwingen. Er is veel veranderd in weinig weken tUds, maar juist in dit opzicht is niets veranderd. sinds weken zeer kritisch, ofschoon niet regel recht afkeurend, staat ten opzichte van Cham berlain's besluit. Dit blad heeft, behalve onder de Labour-regeering, steeds door dik en dun de buitenlandsche politiek van het kabinet bepleit en verdedigd, en wat zün diplomatieke mede werker schreef, was even goed als een officleele mededeeling van het Foreign Office. Hierin is verandering gekomen. BUna dagelijks wordt in de kolommen der „Daily Telegraph", het con servatieve orgaan bü uitnemendheid, kritiek uit gebracht op het buitenlandsche beleid van Chamberlain mild naar vorm, en vaak eenigs- zlns Indirect, maar daarom niet minder op vallend. Indien de „Daily Telegraph” Donderdag in t Lagerhuis had moeten meestemmen, zou zü zeker vóór de regeerlngsmotie gestemd hebben. Op dezelfde manier heeft een zeer groot deel der conservatieven vóórgestemd, dus ondanks de bedenkingen tegen Chamberlain’s beleid. Achter de „Daily Telegraph” staan zeer „in- vloedrUke kringen”. Men heeft steeds beweerd, I dat onder anderen de ambteiyke leiders van Er is veel commentaar dat, terwUl een dictator naar München Ifet vergezellen door zijn minister van Buitenlandsche Zaken, Chamberlain zich noch door Lord Halifax, noch door een bevoegd adviseur van het Foreign Office ter zUde heeft laten staan. HU heeft gedurende heel de crisis gebruik gemaakt van de diensten van Sir Horace Wilson, den industrieelen adviseur. Sir Robert Vansittart, de diplomatieke adviseur, en Sir Alexander Cadogan, de permanente on dersecretaris van het Foreign Office, werden wel gekend th de beraadslagingen tusschen de vier ministers, die tUdens de crisis de dagelUk- sche leiding hadden, maar op de kritlekste en belangrUkste oogenblikken werden zy terzijde gesteld en het staat vast, dat Chamberlain te Berchtesgaden, te Godesberg en te München geheel bulten het Foreign Office om gehandeld heeft. In het begin van dit jaar verving hü Sir Ro bert Vansittart als permanent hoofd van het Foreign Office door Sir- Alexander Cadogan, voor eerstgenoemde schiep hU het nieuwe en vage ambt van diplomatiek hoofdofffcler. Nog geen twee maanden later zagen Anthony Eden en de onderstaatssecretaris Lord Cranbourne zich gedwongen, af te treden Aldus waren de mannen, die het Foreign Office leidden, „uit den weg geruimd.” Lord Halifax had geen an dere eerzucht, dan de politiek van Chamberlain uit te voeren, en deed dit met groote loyaliteit en met de bekwaamheid van een kundig amb tenaar. Maar het Foreign Of' - - - - stelling, veel van zUn-invloed berlain kon onbelemmerd dén slagen weg volgen en het is geen geheim, dat hü zeer ontvankeiyk was voor de inblazingen van mannen als Lord Londonderry, die zeer vUandig gestaan hadden tegenover het Foreign Office, Sir Robert Vansittart en Eden. ..Neen, neen, er is niets büaonders aan de hand.” verzekerde de bankier. Jk kwam u alleen zeggen, dat u morgen niet voor half twaalf op t kantoor behoeft te komen. „Dank u. mUnheer Bargham, maar u had zich heusch niet de moeite behoeven te geven dit nog zóó laat te komen mededeelen.’ HU bracht z’n nachteiyken bezoeker beleefd naar de deur. MUnheer Bargham bleef eenige oogenblikken als versuft in z’n wagen zitten en vroeg zich daarna af of hU droomde of waakte. Den volgenden dag toonde hU aan Chlvery den brief en zei: „tls een laag spel, dat men met u en m’n arme dochter gespeeld heeft.” „Zeker, dat is het, mUnheer Bargham, en u gelooft "het telkens weer. Ik gevoel het als een affront, dat u aan een anoniemen brief geloof hecht.” .Je hebt gelUk, Chlvery. maar nu is alles In orde. Als een bewUs van m’n volkomen vertrou wen in je en tevens als pleister op Je beleedigd gevoel, verdubbel ik van heden af Je salaris.” Hiermee scheen de zaak afgedaan, totdat ruim t veertien dagen daarna weer een brief kwam: „Geachte heer Bargham; omdat Chlvery nu toevallig niet dien VrUdagavond met uw doch ter in den Slumber-bar zat, denkt u al. dat alles in orde is. Omdat u mij toch niet gelooft, zal ik niet meer spreken over de geldzaken van iTw secreta ris. Maar Mn ding moet Ik u nog zeggen Mor gen vaart Fortuna” Montreal, de het Foreign Office achter dat blad staan, en thans krUgt men sterk den indruk, dat het t standpunt verdedigt, niet alleen van zekere mi nisters en conservatieve Lagerhuisleden en Peers, maar ook van de technische hoofden van het Foreign Office en van aanzieniyke leden der Britsche diplomatie. Ondanks alle deftige Ingetogenheid, is ook de „toon” van bet blad merkbaar veranderd. Dezer dagen bracht het vry scherpe kritiek uit op de regeering van het Palestina-mandaat, ;eleerd heeft van het oproer van zien nu de regeering te Jeruzalem direct staat onder die te Londen, treft ook deze kritiek weder het Britsche kabinet. Opmerkingen van denzelfden aard zou het blad eenige weken geleden nog gemaakt hebben op vergoelUkenden, adviseerenden toon; thans geeft* het blUk van wrevel en ongeduld. De „Dolly Telegraph" heeft ontelbare brieven van lezers afgedrukt, betrekking hebbend op Chamberlain’s politiek; vele dier brieven waren van zeer bekende conservatieve politici, en of schoon wU het niet „nageteld" hebben, gelooven wy toch, dat tegenover Mn schryver, die met de politiek Instemde, vVf stonden, die haar af keurden. Het is mogeiyk, dat de „Daily Tele graph” bü de keuze der brieven nfet onpartydig, was, en dat dus veel meer goed- dan afkeurende brieven ongeplaatst gebleven zyn, maar ook dit zou er dan op wyzen, hoe ernstig dit grootste aller conservatieve organen bezwaar maakt te gen de door Chamberlain Ingeslagen richting. De uit zooveel symptomen niykende bezorgd heid vindt vooral haar oorzaak hierin, dat men den indruk gekregen heeft, dat Chamberlain, !h zün pogingen om tot algemeene overeenstem ming te komen met de beide dictators, het Fo reign Office negeert, omdat de beginselen en tradities van dit departement, waaronder de Britsche diplomatie ressorteert, niet vereenig- baar zUn met een overeenstemming van de soort, welke te München gesloten is. Maar met eenlgen angst vraagt men zich af hoe Chamber- lain resultaten hoopt te bereiken met een Fo reign Office, welke vertrouwen in zyn traditlo- neele roeping geschokt is. ,k Boven op het kleine tooneel zette de muziek weer in. En zonder er by na te denken hü wist zelf niet waarom hy het deed vroeg Sigmar von Wernsteln Frida Richter ten dans. Goed beschouwd was hy toch maar een soort indringer hier en kon het heele gezelschap hem niets schelen. Maar nou ja, hy wilde zUn rol toch tot het einde spelen. En dan, de blik ken van mevrouw Richter hadden hem boven dien formeel «angemoedigd. „U staat mU toe, juffrouw Richter?” De ronde vogeloogen van Frida Richter schitterden. „U bent eigeniyk zeer vrUpostig, mynheer Warmsteen. VrUpostig en grappig, net als uw naam.” „Die vermaakt u zeker?” ..En of! Het is wel iets eigenaardig*, om Warmsteen te heeten." ..Maar alleen het eigenaardige is iets aparts, iets byzonders, juffrouw Richter. Is het niet zoo? En werkeiyk heb ik u alleen maar dur ven vragen, omdat ik met uw wensch op de hoogte ben. Ik zal immers uw muziekleeraar worden.” ,^oo, zult u dat? Nee, u hebt enkel nog maar de kans daarvoor. Ik weet het nog niet zeker, ik moet er eerst nog eens over nadenken. Is er u veel aan gelegen?” „Och, zooals men dat wil opnemen.” „Nare kerel,” dacht Frida Richter. Zy had dezen vreemde van begin af aan gadegeslagen. HU beviel haar beat. Men kon ook niet ont kennen, dat er in heel tyn optreden iets was. dat aan een goede opvoeding deed denken. En ---e eerste klasse zullen zich ook twee menschen bevinden, die u goed kent: mUnheer Chlvery en Anv Meer zeg ik niet. Een goed vriend." Toen mUnheer Bargham dezen brief gelezen had, lachte hy. HU wilde hem eerst aan de po litie geven. De een of andere man. die biykbaar met z’n leegen tüd geen raad wist, scheen zich met zulke ellendige grappen te amuseeren. Maar toch informeerde de bankier, of een zekere mynheer Chlvery. plaatsen op de .Fortune” had besproken. Het antwoord luidde ontkennend. „t Is zeker iemand die wangunstig is op Chlvery,” dacht de bankier, „of een afgewezen minnaar van Ans." Daarop ontbood hü Chlvery by zich. .Xoo gaat dat maar door, mUnheer Barg ham.” zei deze, toen hy den brief gelezen had. .Maar ik heb er nu genoeg van. Ik verzoek u dringend, om mU ter wille van mUn eer en van het recht, mü vast te houden, totdat de .For tuna" zee gekozen heeft en mü verder een maand lang den toegang tot uw privé-kantoor te verbieden. Uw dochter zal het zeker ook op prüs stellen, als *U de verzekering van u ont vangt, dat u overtuigd züt van de onwaarheid van deze brieven.” Na deze verklaring keek Chlvery z’n patroon aan, alsof van diens antwoord z’n leven afhing. De bankier was diep getroffen. Inderdaad, z’n secretaris was een man van eer. HU reikte hem de hand. „Neen. Chlvery,” sprak hy. ,4k zal je niet op sluiten en evenmin den toegang tot m’n privé- kantoor verbieden. Integendeel," en hy gaf hem den sleutel van de safe. „Hlerby geef ik je het duplicaat van m’n privé-sleutel. En ik machtig je, voortaan voor myn bank, „per procuratie" te teekenen. Ans kreeg van haar vader een prachtigen, gouden armband, over welk onverwacht ge schenk ze seer verwonderd scheen te wezen. Den dag daarop kwam Chlvery niet op ’t kan toor. Hy had met heesche stem getelefoneerd, dat hü verkouden was. Ook den tweeden dag verscheen hy niet, maar wel schreef hü daarng^. twee brieven, waarvan de eerste luidde als volgt: „Beste Vance! Je hebt werkeiyk aan münhee*., Nevil Bargham zeer goede brieven geschreven. Wees er van versekerd, dat ik dezen vrienden dienst niet gauw zal vergeten. Ik ben nu geluk kig. Ik heb geld, ik heb Ans. Wat kan ik nog meer verlangen? Je vriend Chlvery.” De tweede brief was aan Nevil Bargham ge adresseerd en luidde: „Beste, goede mUnheer Bargham, geachte schoonvader. Wees toch niet boos op me. op een andere manier sag ik er werkeiyk geen kam toe. Hoe zou een arme secretaris als ik ander* aan de dochter van den bankier Bargham ko men? Op geen andere wyze dan de*e. De ano nieme brieven schreef een goed vriend van my. Wees ook niet boos over de uit uw safe ont brekende 6000 dollars. Gelieve deze als een hu welijksgeschenk aan uw dochter te beschouwen, aan Ans, die ik innig liefheb. We zyn reed* ge trouwd. Over een week of vier kom ik weer terug in m’n betrekking, om met Uver weer aan den slag te gaan, als u er mü ten minste niet uit gooit. Dit laatste hoopt echter An* niet en evenmin u.w procuratiehouder en schoonzoon Tom Chlvery.” Belde laatete brieven waren aan boord van de „Fortune” gepost. voort en pas tegen den morgen dacht de heer Richter, met niet bepaald helder hoofd, aan dan muziekleeraar. Hy meende nu in de juiste stem ming te zyn om met hem te onderhandelen. „Zeg. Frldel. waar is die Warmsteen? Ik wil hem nu aannemen, want hü beviel my uit stekend." „Maar mü niet. Hy heeft beslist een slag van den molen beet, en maakte op my een hoogst onbetrouwbaren Indruk." zei mevrouw Richter en trok vol minachting haar neus op. „Nu. mü goed. Dan by gelegenheid maar een ander.” Sigmar von Wemstein droomde boven op *Ün kamer van de toekomst, Hy aou tóch in Altroda blyven en zich er een* echt mee vermaken, die verwaande lui een aardig lesje te geven te maken? Had hy soms het slot van zyn voor vaderen verlaten, om zich hier aan de kuren van een boerendochter tc onderwerpen? Zeker, de geboden betrekking leek hem wel. Hy wilde zyn geld sparen, en bovendien nog wat byver- dienen. Maar.... Sigmar beraadslaagde met zichzelf, terwyi hy de laatste passen met Frida Richter danste. Dan leidde hy het meisje weer naar haar plaats en wilde zich terugtrekken. Maar Frida wierp hem eerst nog spottend toe: „U hebt zeker wel begrepen, mUnheer Warm steen, dat het geen doel meer heeft, morgen vroeg by myn vader te komen. Ik hield u voor een-heer, mmr u bent een....” J ,Ku, zeg het maar; een vlegel. Precies gera den. hoor." Lachend* ging Sigmar von Wernsteln de zaal uit. Neen, voor zoo*n prüs wilde hü *ün moeiiyk verworven vryheid niet verkoopen. Geen denken aan, kleine, hoekige Frida Richter. Je paar mor gen land hebben voor mü niets te beteekenen. Die had ik werkeiyk heel wat gemakkelyker en goedkooper kunnen 'bemachtigen. „En. mynheer Warmsteen. wordt het iets met de betrekking?” vroeg Peter Schmiedel. ,Jk geloof het niet, kastelein. Schenk my nog maar eens in. De pianist heeft me weer afge- lost en ik wil nu gaan slapen." „Zou mUnheer Richter, zich weer bedacht hebben?" „Nee, hy niet, maar ik zelf!’ „Stapel mesjogge," dacht de kastelein, toen zyn gast naar boven was gegaan. In de feestaaal ging bet dansen nog lustig et parlement 1* weder uiteengegaan; de I—I Eerste Minister heeft op een hoog noodige X Xvacantle de motie van vertrouwen mee genomen, waarom hü gevraagd had, en het Engelsche volk, bekomen van alle schokken en spanning dér. laatste weken, denkt nog eens maar thans in een rustiger atmosfeer na over het gebeurde. En hlerby laat bet zyn gedachten wellicht minder gaan over de veranderingen, welke in Middel-Europa plaats gehad hebben en waarin bet, alles wel beschouwd, slechts zeer weinig be lang stelt, dan over datgene wat, ten goede of ten kwade, veranderd is in Engelands positie. Van de „hoera!"-stemming, waarmee Cham berlain bü zyn terugkeer uit München gehul digd werd, Is weinig meer over, al zal de rus tiger dankbaarheid voor zün geslaagde pogingen om. bUna tegen alle hoop in, den vrede te be waren, zeker nog lang gekoesterd worden. Maar nu die vrede voorloopig verzekerd schUnt, vraagt men zich ook af, welken prüs Chamberlain ervoor betaald heeft. Wat heeft hü teruggekregen voor al wat aan Hitler „inge willigd” werd; wat heeft hü ook maar, in ruil daarvoor, pogen te bedingen? Hierbij denkt men niet aan materleele voordeelen voor En geland, of zelfs maar voor Tsjecho-Slowaküe, doch veeleer aan toezeggingen, waaruit biykt, dat de Duitsche en Italiaanscbe dictators thans ook bereid zyn een geest van nationale en ïh- ternationale verdraagzaamheid in hun eigen landen te bevorderen. het leven; maar bü anderen was het leven dikwyis beter dan de leer. Op het leven komt het aan. BU de katholieke werkgever* bestaat veelal nog een verkeerd begrip omtrent de Sociale Werkster en hare functie. Heel dlk- wyis werd het idee .sociaal werk" by hen overheerscht door nagenoeg uitsluitend economische belangen: de Werkgever had dan het idee, dat de eerste taak van de Sociale Werkster was: zün fabrieksmeisjes achterna te rüden en tet grootere arbeids prestatie op te voeren. Daarom werd ook wel de eisch gesteld, dat zy het vak op en top zou kennen, en als dit niet het geval was. werd er van afgezien van haar dien sten gebruik te maken. Die mentaliteit is absoluut verkeerd. In werkeiykheid werkt de maatschappe- lüke leidster voor het algemeen welzün sn heeft zy tot taak de belangen van het per soneel en die van het bedryf harmonisch te behartigen. Voor het personeel behartigt zy de per soonlijke belangen en de algemeene belan gen. De persooniyke belangen in den rulm- sten zin geesteiyk. lichameiyk. wat oe- treft opvoeding, ontwikkeling, bescherming. Zy zal de vraag van den patroon „hoe was het vannacht met Je kind" kunnen over nemen en den arbeider over een geestelyke depressie, die ook in de arbeidsprestatie tot uiting kwam, heen helpen. De algemeene personeelsbelangen zal zy eveneens behartigen, door met den werk gever te overleggen over de arbeidsvoor waarden. kwesties van vacantie, loon, enz. De belangen van het bedryf, dus ook van den Werkgever, dient zy b.v. door een onderzoek In te stellen en voorlichting te geven, dat alleen goed personeel wordt aangenomen; door contróle te houden bU dagzlekten (huisbezoek)door te onder zoeken onder welke voorwaarden beter ge werkt zal worden, meer gepresteerd zal worden, zonder dat dit ten koste van den arbeider gaat. Een Sociale Werkster moet derhalve niet beschouwd worden als een Juffrouw, wier arbeid meteen in klinkende munt rendabel wordt gemaakt. Wel zal het resultaat van haar werk ook aan de onderneming ten goede komen, mede door verbetering van de mentaliteit en verhoogde „dienst”-baar heid van het personeel. '■J Een gewone personeelchef zal nooit zoo veel vertrouwen en dus ook zooveel invloed kunnen hebben als een Sociale Werkster: van haar beseft het personeel krach tens hare positie dat zü er niet is om z’n bed en smeet de deur der kamer van *'n „eruit te halen wat er in zit”. Daarenboven zal een personeelchef, die technisch en or ganisatorisch zeer goed is, die (vanuit eco nomisch standpunt) zyn mannetjes weet te kiezen en „den wind er onder heeft", dikwyis de meest elementaire eigenschap pen missen die noodlg zün voor de sociale leiding van het personeel.” DAT IS HTS VOOt MgYI 2 5 I N 41 »-■ )v A 1 •w n nadenken veraonken, zat Nevil Bargham, I directeur van het bankiershuis Bargham. Affery At Co. te Montreal, voor m bureau in zün privé-kantoor In z’n hand hield hü een brief, dien hü nu al voor den vierden keer las. „Geachte heer Bargham; uw secretaris Chl very bedriegt u. Hü pleegt vérvalachlngen In uw boeken. Een goed vriend." Nevil Bargham liet Chlvery bü zich komen en liet hem den brief lezen. Daarna controleer de hü scherp de boeken, maar alle* klopte precies. Chlvery scheen eerst geschrokken en was bleek geworden, „t 8püt me. mUnheer," zei hü. „dat u me van zoo iets verdenkt. Maar u hebt gezien, dat alles in orde is.” Inderdaad, de bankier was gerustgesteld. HU achtte zich verplicht Chlvery schadeloos te stellen voor den schrik *n de verdenking en ver hoogde z’n salaris. Nog geen veertien dagen daarna kreeg hy weer een brief: „Geachte heer; uw secretaris Is zóó sluw, dat u niet gauw achter z’n vervalschlngen suit ko men. Ziehier echter een bewys. Vraag hem eens of hü zich financieel veroorloven kan büna eiken avond in den Blurnber bar te komen, de duurste gelegenheid in Montreal? Immers neen. Chlvery gaat er heen. U kunt hem er eiken VrUdagavond treffen In gezelschap van uw dochter Ans Ik biyf een goed vriend." De bankier beefde van woede. Dat was het toppunt. Met z’n dochter! HU besloot dit keer voorzichtiger te werk te gaan, de boeken in X geheim te bewaken en VrUdagavond die twee in den Slumber-bar te overvallen. Van een hu- weiyk tusschen Chlvery en z’n dochter wilde hü niets weten. HU had heel andere plannen met haar. Twee nachten achter elkaar contro leerde hü persoonlük de boeken, maar alle*, ook de kas, klopte. Wellicht, dacht hü, heeft die „goede vriend” zich met de boeken vergist. Vrüdag echter zou hy die twee te pakken zien te krügen. En als dat lukte, dan waren die twee nog niet gelukkig. HU ging dus dien VrUdagavond naar den Slumber-bar en vroeg naar een zekeren mUn heer Chlvery, die er zoo en zoo uitzag. Niemand in den bar kende hem echter. HU bleef er een paar uur. maar noch Chlvery, noch Ans was er te zien. „Enfin,” mompelde Bargham. „dat zaakje komt in orde. Ze hebben lont geroken en zitten nu zeker ergens anders." Snel reed hü naar z’n woning, rende naar boven, wierp de deur van Ans’ kamer open en zag.... dat z'n dochter rustig een paar kousen zat te stoppen. Toen het meisje haar vader zoo eensklaps zag binnen stuiven, schrikte zü na- tuuriyk „Ik wilde maar zien, kind, of je goed sliep!" Zoo redde Bargham er zich uit. ,Jk had zoo n akeligen droom. Maar hoe krüg je 't in je hoofd 's nacht* om twee uur kousen te stoppen? Ik wist niet eens. dat je dat kon.” Meteen liep hü weg. zonder dat Ans iets kon zeggen. .Met Ans heb ik me gelukkig vergist," zei de bankier, „maar Chlvery, die deugniet, die zit zeker ergens anders met een meisje en verteert met haar mün geld." ..Full speed" reed hü naar Chivery's kamer, klopte den portier van het woningcomplex uit 7 „Nou, dat kan hü dan verdienen. Vraag het nem maar eens, Schmiedel.” Toen de ober kort daarop weer het noodige «er in de danszaal bracht, wenkte hü Sigmar 001 met hem mee te gaan .MUnheer Warmsteen, Schmiedel heeft een betrekking voor u. Is dat wat? MUnheer Rich ter zou u willen aanstellen als. iytern muziek- leeraar voor zün jongste dochter. Hü beweert, oat u goed speelt. Wat zegt u daarvan? Het «W rüke lui, hoor! Ik zou toehappen. Denkt u w ™aar eens kalm over na.” nu wel een byzondere verrassing °or Sigmar von Wemstein! Hoe vlug en on verwachts kon toch het lot aan de plannen van een mensch een geheel andere wending ge' ven.' „U hoeft -niet direct te beslissen, u kunt mor- t n» Y™*8 °P het landgoed komen," lichtte de i .2^1 nog k* HÖ was “U, dat hü zün «edlenstlgen gast nu een wederdienst had kun nen bewüzen. ^AAr Sigmar von Wemstein kon er nog r* YjH't goed over uit, dat er nu zoo opeens beslissende wending in zyn leven aou ko- i AI I J7 A ’Q dB «o® bwevoige de verzetaringsvoocwaarden tegen Tj» bü levenslange geheele «mgeschlktbeid tot weetan <to<» pi nfj e«> ongeval aast p ^*■*■*1 gp j /ADk/l 11 w Ej O ««gevallen verzekerd voor een dar volgende ultkeeringen P Dv«“ vtetta* van belde armen, beide beun ot beide oogan P f Dv«“ doodettJfeen afloop P MU V«b AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL e dankbaarheid van het volk, omdat oorlog vermeden is, gaat gepaard met een gevoel van toenemende verbUstering. VerbUstering vooral omdat men niet weet, welke richting Chamberlain uitgaat; verbUstering ook omdat men het bewustzUn gekregen beeft, dat Engelands buitenlandsche politiek thans geleld wordt door Mn man, die even autocratisch is als die andere groote democraat, wülen presi dent Wilson, en zonder dat de beproefde in vloed zich doet gelden van de onvergeiykeiyke instelling, welke buiten en in zekeren zin boven •Ike regeering staat: het Foreign Office. Zooals lederen dag. was ook vandaag de dorpssmid, Albert Dlsselhoff. de eerste gast in „Het Witte Hert". „ZU hebben bet gisteren laat gemaakt. <tt* bruiloftsgasten." bromde hü boven zyn glas. Ja, het-heeft tot vier uur geduurd. Albert." de kastelein. Je hebt toch mijn gast gisteren gezien....? Nou. die heeft den pianist tot zoowat twee uur vervan gen. Hü moet anders buitengewoon spelen, die komiekeling. De oude Richter heeft hem al* muziekleeraar voor zyn jongste dochter willen aanstellen, maar de ezel heeft er voor be dankt." t - 1 klonk zün stem ook niet beschaafd? Jammer, werkeiyk Jammer, dat bü zoo’n bespottelyken naam had. Stel Je eens voor, mevrouw Warm steen te worden! Iets onmogelüks! Nu pas bemerkte Frida Richter, dat aller oogen op haar en den vreemde gericht waren. En dat was te begrypen, want zü had gewoon weg haar tafelheer iaten zitten. Ook al niet erg. Mynheer Warmsteen danste zalig en dat was op het cogenblik van meer be lang Hü was wel iets te groot voor Frida Richter maar net als iedere kleine vrouw, koesterde ook zü den innigen wensch, nog eens een grooten man te krügen. .jBpütlg, mUnheer Warmsteen dat u niet tot dezelfde kringen behoort al* wy, anders kon den wy samen gaan rüden en tennisspelen. Nu gaat dat echter niet. Meed er is zoo streng.’ Sigmar lachte füntjes. „Ik kan niet rüden en ook niet tennissen. En nog veel minder kan ik mü nu nog een betere afkomst aanschaffen, waarde Juffrouw Rich ter!" Frida trok een woedend gezicht. De vreemde ling was beslist arrogant. „Er schynt u aan een vaste betrekking met een geregeld Inkomen niet veel gelegen te zün. „O, nee, niet bepaald. U moet weten dat ik een landlooper ben. een échte landlooper; zon der tehuis of familie.” Het kostte Sigmar von Wernsteln steeds meer moeite, voor die opgeblazen dochter van een kleinen landeigenaar te verbergen, wrat hü precies van haar dacht. Wat had hy met haar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 21