De avonturen van een verkeersagentje
D
AaBe
Het Foreign Office en de
jongste crisis
E
JCctutthaal aan den daq
LLEN
DEKENS
4 De vorst
Welke richting wil
Chamberlain uit?
HONIG's KEUKEHSTROOPn/j^v.W.
HET HOOGST IN
KWALITEIT
HET LAAGST
IN PRIJS
i
V 1
J
i
*-
reist incognito
DOOR fritz metzner
u
-
-
-
Voor de werkgevers
i De brieven van
„een goed vriend" I
-
(Van onzen Londenschen correspondent)
ren
eigen
UNSTMEST VOO» KAMERPLANTEN
gepresteerd
(Nadruk verboden)
A
v
A.
teo M-o«i9*
la-
IW
It.
ur
die
•■•/a
HOOFDSTUK. Ill
rt
Geen betrek-
(Wordt vervolgd)
'...■J
FARTHER TE DIEREN
Emaille op z n best
Modern, zeer solide,
giftvrij en vuurvast
In ..De Katholieke Werkgever” lezen wy een
bijdrage van Mr. J. v. Gllse, waarin deze pleit
voor een levendiger contact tusschen arbeider
en patroon. HU vestigt daartoe de aandacht op
het Instituut der Sociale Werksters:
in
UU
en
dt
»P-
iet
en
en
te
de
iot
de
en hoogst belangrijk feit, waaraan hut
ten Engeland nog zeer weinig aandacht is
geschonken, Is dat de „Daily Telegraph”
Het matroosje had de woorden van den visscher, dat de
visscherU zoo slecht ging In zUn ooren geknoopt en op den
avond, toen ze weer in de woning van den gastvrijen visscher
zaten, vertelde de matroos wat hy op den bodem van de rivier
had ontdekt. En op aanwijzing gingen ze naar de plek, welke
nu het matroosje zou aanwljzen.
<s>
en
,en
ze
tel
re
ar
Office had, als in-
-J verloren; Cham-
eenmaal inge-
Toen het matroosje goed en wel op het dek stond ging hü
naar den visscher toe en gaf hem eenlge goudstukken. „Wat
doe Je nu?’ riep de visscher, vol verbazing. „Ik kan het wel
gebruiken hoor,” zei de visscher. want met de visscherU gaat
het slecht.” „Vooral als je zulke visch vangt als mijn vriend en
Ik,” reide Keesie lachende.
secretaris open, die niet gesloten was. Daar zat
da bewoner in een fauteuil kalm een sigaar te
rooken en luisterde naar een voordracht van
de radio.
HU stond op, presenteerde s'n patroon een
stoel en vroeg: „Wat is er gebeurd, mUnheer
Bargham? Hebt u me midden in den nacht
noodlg?"
antwoordde
komieken
Sde.
1.
als
oed
dit
ch-
G.
m.
n.
E.
ee-
11
die niets
1936.” Aan
0.
m-
Ich
•Ifs
01’
ro
ten
iet
[>-
!U’
ier
iite
ar.
In
uit
)0-
n-
Jk.
Ier
niet
Ier»
nde
rol-
tot
het
ran
or-
loe-
Jp-
Kt:
itn
eh-
at-
ge-
‘le-
ren
ch-
ian
ter
:tie
En
or-
rdt
eld
nt-
-of
x>k
ro-
en
ie-
ik-
lat
te-
Uit niets is gebleken, dat Chamberlain’s con
tact met de twee dictators iets tot een milderen
geest bUgedragen heeft; MussolinPs anti-Jood-
sche decreten zijn hiervan een nieuw bewys, en
uit de anti-katholieke betoogingen, welke de
laatste dagen plaats hadden te Weenen blUkt
opnieuw, hoe eenzydig de Nazi-begrippen van
verdraagzaamheid zyn.
Oorlog is voorkomen omdat tenslotte niemand
oorlog wild e, maar niet de flauwste poging is
door Chamberlain te München aangewend om
moreele grondslagen te leggen voor een posi
tieven vredestoestand. „Niet-oorlog” is heel iets
anders dan vrede.
de
uit
Onder
passagiers
In diplomatieke kringen beweert men, dat
Sir Robert Vansittart, waarschyniyk zeer spoe
dig zal aftreden als „voornaamste adviseur”,
wiens advies niet Ingewonnen wordt behalve
om in strUd er mee te handelen. Men gaat ver
der en zegt, dat heel het Foreign Office in een
staat van verwarring en verbUstering verkeert.
Het werk der hooge ambtenaren en dat der
diplomaten wordt bemoeliykt doordat niemand
weet, waar Chamberlain heen wfl. Ofschoon het
Foreign Office staat boven de politiek, en zUn
hooge ambtenaren elke regeering, socialistisch
of conservatief, dienen met onpartijdige toe-
wUding, heeft het departement als geheel een
traditie, een richting en hiermede schUnl
Chamberlain gebroken te hebben of te willen
breken
„In Nederland is dit Instituut nog betrek
ke Ujk weinig ingeburgerd en ik meen helaas
te constateerennog meer bU bedrijven
onder liberale leiding, dan bü de bedryven
van onze katholieke werkgevers.
't Is nuttig de oogen hiervoor te openen.
De geschiedenis der vorige eeuw heeft ons
geleerd, dat de katholieken bU al hun mooie
sociale beginselen met de practlsche sociale
maatregelen dlkwüls achterop kwamen. BU
ons was uiteraard de leer beter dan
geleverd op het feit,
als Mussolini zich
,W’?'
men. Zou hU werkelUk muziekleeraar worden?
Nu, wat hem zelf betrof, vooruit maar. Graaf
Hughen zou anders schudden van het lachen,
wanneer hü er van hoorde. Misschien was
het wel goed, wanneer hü zich nu direct aan
den heer lichter ging voorstellen. Op het too-
neel In de danszaal had intusschen de oude
pianist zUn plaats weer ingenomen. De angst
zün baantje te verliezen, hall hem zeker weer
met spoed opgefrischt.
Even later stond Sigmar von Wernsteln, in
zUn grUs reiscostuum, te midden van de gasten
in hun zwarte feestkleedy. HU luisterde naar
de verontschuldigingen van den pianist,
hem tot slot toeriep:
„Mün besten dank, collega!"
..Niets te danken, ik deed het graag!” riep
Sigmar terug.
Daarna trad hU, vast besloten nu, op de ta
fel van den vader van de bruid toe en boog.
„Ha, mynheer Warmsteen! Hoor eens, jon
geman, Uw spel is mU uitstekend bevallen en
daarom heb ik gedacht, dat u myn Frida wel
les zoudt kunnen geven, als uw tijd dat toe
laat. Of bent u hier maar op doorreis? U
moet-weten, dat mijn jongste buitengewoon mu
zikaal is”.
Ja, ik ben op doorreis, mijnheer Richter,”
antwoordde Sigmar, „maar ik wil graag blyven,
wanneer u dat wenscht
„Hebt u geen verplichtingen?
king?”
„Nee, ik ben werkloos.”
„Zoo.H*mHet gaat dus. wy spreken
er nog wei verder over."
Dit alles voelt men in Engeland ook In die
kringen, waar weinig of geen kritiek uitgeoefend
wordt op de wUze, waarop Chamberlain zUn
doei bereikt heeft. Men -heeft bovendien het
gevoel, dat de Eerste Minister, bü de pogingen
die hü voortaan zal aanwenden om vrede (of
.niet-oorlog"!) te waarborgen, die moreele fac
toren zal verwaarloozen, niet omdat hU er geen
waarde aan hecht, maar omdat hü er aan
wanhoopt, dat.zy eenlg gewicht in de schaal
zullen leggen bü de hoofden der fascistische
regeerlngen.
Brengt, gelyk thans, de voorkoming van oor
log met zich, dat honderdduizenden met ach
terlating van de meeste hunner bezittingen de
vlucht moeten nemen dan zamelt Engeland
tienduizenden ponden in om de ongelukklgen
te helpen, afdus schadeloosstelling betalend voor
zUn onmacht, met vriendelüken drangde dlc-
tator-volken tot milder en humaner opvattingen
en praktUken te dwingen.
Er is veel veranderd in weinig weken tUds,
maar juist in dit opzicht is niets veranderd.
sinds weken zeer kritisch, ofschoon niet regel
recht afkeurend, staat ten opzichte van Cham
berlain's besluit. Dit blad heeft, behalve onder
de Labour-regeering, steeds door dik en dun de
buitenlandsche politiek van het kabinet bepleit
en verdedigd, en wat zün diplomatieke mede
werker schreef, was even goed als een officleele
mededeeling van het Foreign Office. Hierin is
verandering gekomen. BUna dagelijks wordt in
de kolommen der „Daily Telegraph", het con
servatieve orgaan bü uitnemendheid, kritiek uit
gebracht op het buitenlandsche beleid van
Chamberlain mild naar vorm, en vaak eenigs-
zlns Indirect, maar daarom niet minder op
vallend.
Indien de „Daily Telegraph” Donderdag in t
Lagerhuis had moeten meestemmen, zou zü
zeker vóór de regeerlngsmotie gestemd hebben.
Op dezelfde manier heeft een zeer groot deel
der conservatieven vóórgestemd, dus ondanks
de bedenkingen tegen Chamberlain’s beleid.
Achter de „Daily Telegraph” staan zeer „in-
vloedrUke kringen”. Men heeft steeds beweerd,
I dat onder anderen de ambteiyke leiders van
Er is veel commentaar
dat, terwUl een dictator
naar München Ifet vergezellen door zijn minister
van Buitenlandsche Zaken, Chamberlain zich
noch door Lord Halifax, noch door een bevoegd
adviseur van het Foreign Office ter zUde heeft
laten staan. HU heeft gedurende heel de crisis
gebruik gemaakt van de diensten van Sir
Horace Wilson, den industrieelen adviseur. Sir
Robert Vansittart, de diplomatieke adviseur, en
Sir Alexander Cadogan, de permanente on
dersecretaris van het Foreign Office, werden
wel gekend th de beraadslagingen tusschen de
vier ministers, die tUdens de crisis de dagelUk-
sche leiding hadden, maar op de kritlekste en
belangrUkste oogenblikken werden zy terzijde
gesteld en het staat vast, dat Chamberlain te
Berchtesgaden, te Godesberg en te München
geheel bulten het Foreign Office om gehandeld
heeft.
In het begin van dit jaar verving hü Sir Ro
bert Vansittart als permanent hoofd van het
Foreign Office door Sir- Alexander Cadogan,
voor eerstgenoemde schiep hU het nieuwe en
vage ambt van diplomatiek hoofdofffcler. Nog
geen twee maanden later zagen Anthony Eden
en de onderstaatssecretaris Lord Cranbourne
zich gedwongen, af te treden Aldus waren de
mannen, die het Foreign Office leidden, „uit
den weg geruimd.” Lord Halifax had geen an
dere eerzucht, dan de politiek van Chamberlain
uit te voeren, en deed dit met groote loyaliteit
en met de bekwaamheid van een kundig amb
tenaar. Maar het Foreign Of' - - - -
stelling, veel van zUn-invloed
berlain kon onbelemmerd dén
slagen weg volgen en het is geen geheim, dat
hü zeer ontvankeiyk was voor de inblazingen
van mannen als Lord Londonderry, die zeer
vUandig gestaan hadden tegenover het Foreign
Office, Sir Robert Vansittart en Eden.
..Neen, neen, er is niets büaonders aan de
hand.” verzekerde de bankier. Jk kwam u alleen
zeggen, dat u morgen niet voor half twaalf op
t kantoor behoeft te komen.
„Dank u. mUnheer Bargham, maar u had zich
heusch niet de moeite behoeven te geven dit
nog zóó laat te komen mededeelen.’
HU bracht z’n nachteiyken bezoeker beleefd
naar de deur. MUnheer Bargham bleef eenige
oogenblikken als versuft in z’n wagen zitten
en vroeg zich daarna af of hU droomde of
waakte.
Den volgenden dag toonde hU aan Chlvery
den brief en zei: „tls een laag spel, dat men
met u en m’n arme dochter gespeeld heeft.”
„Zeker, dat is het, mUnheer Bargham, en u
gelooft "het telkens weer. Ik gevoel het als een
affront, dat u aan een anoniemen brief geloof
hecht.”
.Je hebt gelUk, Chlvery. maar nu is alles In
orde. Als een bewUs van m’n volkomen vertrou
wen in je en tevens als pleister op Je beleedigd
gevoel, verdubbel ik van heden af Je salaris.”
Hiermee scheen de zaak afgedaan, totdat ruim t
veertien dagen daarna weer een brief kwam:
„Geachte heer Bargham; omdat Chlvery nu
toevallig niet dien VrUdagavond met uw doch
ter in den Slumber-bar zat, denkt u al. dat
alles in orde is. Omdat u mij toch niet gelooft,
zal ik niet meer spreken over de geldzaken
van iTw secreta
ris. Maar Mn
ding moet Ik u
nog zeggen Mor
gen vaart
Fortuna”
Montreal,
de
het Foreign Office achter dat blad staan, en
thans krUgt men sterk den indruk, dat het t
standpunt verdedigt, niet alleen van zekere mi
nisters en conservatieve Lagerhuisleden en
Peers, maar ook van de technische hoofden van
het Foreign Office en van aanzieniyke leden
der Britsche diplomatie.
Ondanks alle deftige Ingetogenheid, is ook
de „toon” van bet blad merkbaar veranderd.
Dezer dagen bracht het vry scherpe kritiek uit
op de regeering van het Palestina-mandaat,
;eleerd heeft van het oproer van
zien nu de regeering te Jeruzalem
direct staat onder die te Londen, treft ook deze
kritiek weder het Britsche kabinet. Opmerkingen
van denzelfden aard zou het blad eenige weken
geleden nog gemaakt hebben op vergoelUkenden,
adviseerenden toon; thans geeft* het blUk van
wrevel en ongeduld.
De „Dolly Telegraph" heeft ontelbare brieven
van lezers afgedrukt, betrekking hebbend op
Chamberlain’s politiek; vele dier brieven waren
van zeer bekende conservatieve politici, en of
schoon wU het niet „nageteld" hebben, gelooven
wy toch, dat tegenover Mn schryver, die met
de politiek Instemde, vVf stonden, die haar af
keurden. Het is mogeiyk, dat de „Daily Tele
graph” bü de keuze der brieven nfet onpartydig,
was, en dat dus veel meer goed- dan afkeurende
brieven ongeplaatst gebleven zyn, maar ook
dit zou er dan op wyzen, hoe ernstig dit grootste
aller conservatieve organen bezwaar maakt te
gen de door Chamberlain Ingeslagen richting.
De uit zooveel symptomen niykende bezorgd
heid vindt vooral haar oorzaak hierin, dat men
den indruk gekregen heeft, dat Chamberlain, !h
zün pogingen om tot algemeene overeenstem
ming te komen met de beide dictators, het Fo
reign Office negeert, omdat de beginselen en
tradities van dit departement, waaronder de
Britsche diplomatie ressorteert, niet vereenig-
baar zUn met een overeenstemming van de
soort, welke te München gesloten is. Maar met
eenlgen angst vraagt men zich af hoe Chamber-
lain resultaten hoopt te bereiken met een Fo
reign Office, welke vertrouwen in zyn traditlo-
neele roeping geschokt is. ,k
Boven op het kleine tooneel zette de muziek
weer in. En zonder er by na te denken hü
wist zelf niet waarom hy het deed vroeg
Sigmar von Wernsteln Frida Richter ten dans.
Goed beschouwd was hy toch maar een soort
indringer hier en kon het heele gezelschap
hem niets schelen. Maar nou ja, hy wilde zUn
rol toch tot het einde spelen. En dan, de blik
ken van mevrouw Richter hadden hem boven
dien formeel «angemoedigd.
„U staat mU toe, juffrouw Richter?”
De ronde vogeloogen van Frida Richter
schitterden.
„U bent eigeniyk zeer vrUpostig, mynheer
Warmsteen. VrUpostig en grappig, net als uw
naam.”
„Die vermaakt u zeker?”
..En of! Het is wel iets eigenaardig*, om
Warmsteen te heeten."
..Maar alleen het eigenaardige is iets aparts,
iets byzonders, juffrouw Richter. Is het niet
zoo? En werkeiyk heb ik u alleen maar dur
ven vragen, omdat ik met uw wensch op de
hoogte ben. Ik zal immers uw muziekleeraar
worden.”
,^oo, zult u dat? Nee, u hebt enkel nog maar
de kans daarvoor. Ik weet het nog niet zeker,
ik moet er eerst nog eens over nadenken. Is er
u veel aan gelegen?”
„Och, zooals men dat wil opnemen.”
„Nare kerel,” dacht Frida Richter. Zy had
dezen vreemde van begin af aan gadegeslagen.
HU beviel haar beat. Men kon ook niet ont
kennen, dat er in heel tyn optreden iets was.
dat aan een goede opvoeding deed denken. En
---e
eerste klasse zullen zich ook twee menschen
bevinden, die u goed kent: mUnheer Chlvery en
Anv Meer zeg ik niet. Een goed vriend."
Toen mUnheer Bargham dezen brief gelezen
had, lachte hy. HU wilde hem eerst aan de po
litie geven. De een of andere man. die biykbaar
met z’n leegen tüd geen raad wist, scheen zich
met zulke ellendige grappen te amuseeren. Maar
toch informeerde de bankier, of een zekere
mynheer Chlvery. plaatsen op de .Fortune”
had besproken. Het antwoord luidde ontkennend.
„t Is zeker iemand die wangunstig is op
Chlvery,” dacht de bankier, „of een afgewezen
minnaar van Ans."
Daarop ontbood hü Chlvery by zich.
.Xoo gaat dat maar door, mUnheer Barg
ham.” zei deze, toen hy den brief gelezen had.
.Maar ik heb er nu genoeg van. Ik verzoek u
dringend, om mU ter wille van mUn eer en van
het recht, mü vast te houden, totdat de .For
tuna" zee gekozen heeft en mü verder een
maand lang den toegang tot uw privé-kantoor
te verbieden. Uw dochter zal het zeker ook op
prüs stellen, als *U de verzekering van u ont
vangt, dat u overtuigd züt van de onwaarheid
van deze brieven.”
Na deze verklaring keek Chlvery z’n patroon
aan, alsof van diens antwoord z’n leven afhing.
De bankier was diep getroffen. Inderdaad,
z’n secretaris was een man van eer. HU reikte
hem de hand.
„Neen. Chlvery,” sprak hy. ,4k zal je niet op
sluiten en evenmin den toegang tot m’n privé-
kantoor verbieden. Integendeel," en hy gaf hem
den sleutel van de safe. „Hlerby geef ik je het
duplicaat van m’n privé-sleutel. En ik machtig
je, voortaan voor myn bank, „per procuratie" te
teekenen.
Ans kreeg van haar vader een prachtigen,
gouden armband, over welk onverwacht ge
schenk ze seer verwonderd scheen te wezen.
Den dag daarop kwam Chlvery niet op ’t kan
toor. Hy had met heesche stem getelefoneerd,
dat hü verkouden was. Ook den tweeden dag
verscheen hy niet, maar wel schreef hü daarng^.
twee brieven, waarvan de eerste luidde als volgt:
„Beste Vance! Je hebt werkeiyk aan münhee*.,
Nevil Bargham zeer goede brieven geschreven.
Wees er van versekerd, dat ik dezen vrienden
dienst niet gauw zal vergeten. Ik ben nu geluk
kig. Ik heb geld, ik heb Ans. Wat kan ik nog
meer verlangen? Je vriend Chlvery.”
De tweede brief was aan Nevil Bargham ge
adresseerd en luidde:
„Beste, goede mUnheer Bargham, geachte
schoonvader. Wees toch niet boos op me. op een
andere manier sag ik er werkeiyk geen kam
toe. Hoe zou een arme secretaris als ik ander*
aan de dochter van den bankier Bargham ko
men? Op geen andere wyze dan de*e. De ano
nieme brieven schreef een goed vriend van my.
Wees ook niet boos over de uit uw safe ont
brekende 6000 dollars. Gelieve deze als een hu
welijksgeschenk aan uw dochter te beschouwen,
aan Ans, die ik innig liefheb. We zyn reed* ge
trouwd. Over een week of vier kom ik weer
terug in m’n betrekking, om met Uver weer aan
den slag te gaan, als u er mü ten minste niet
uit gooit. Dit laatste hoopt echter An* niet en
evenmin u.w procuratiehouder en schoonzoon
Tom Chlvery.”
Belde laatete brieven waren aan boord van de
„Fortune” gepost.
voort en pas tegen den morgen dacht de heer
Richter, met niet bepaald helder hoofd, aan dan
muziekleeraar. Hy meende nu in de juiste stem
ming te zyn om met hem te onderhandelen.
„Zeg. Frldel. waar is die Warmsteen? Ik wil
hem nu aannemen, want hü beviel my uit
stekend."
„Maar mü niet. Hy heeft beslist een slag van
den molen beet, en maakte op my een hoogst
onbetrouwbaren Indruk." zei mevrouw Richter en
trok vol minachting haar neus op.
„Nu. mü goed. Dan by gelegenheid maar een
ander.”
Sigmar von Wemstein droomde boven op
*Ün kamer van de toekomst, Hy aou tóch in
Altroda blyven en zich er een* echt mee
vermaken, die verwaande lui een aardig lesje te
geven
te maken? Had hy soms het slot van zyn voor
vaderen verlaten, om zich hier aan de kuren
van een boerendochter tc onderwerpen? Zeker,
de geboden betrekking leek hem wel. Hy wilde
zyn geld sparen, en bovendien nog wat byver-
dienen. Maar....
Sigmar beraadslaagde met zichzelf, terwyi hy
de laatste passen met Frida Richter danste.
Dan leidde hy het meisje weer naar haar plaats
en wilde zich terugtrekken. Maar Frida wierp
hem eerst nog spottend toe:
„U hebt zeker wel begrepen, mUnheer Warm
steen, dat het geen doel meer heeft, morgen
vroeg by myn vader te komen. Ik hield u voor
een-heer, mmr u bent een....” J
,Ku, zeg het maar; een vlegel. Precies gera
den. hoor."
Lachend* ging Sigmar von Wernsteln de zaal
uit. Neen, voor zoo*n prüs wilde hü *ün moeiiyk
verworven vryheid niet verkoopen. Geen denken
aan, kleine, hoekige Frida Richter. Je paar mor
gen land hebben voor mü niets te beteekenen.
Die had ik werkeiyk heel wat gemakkelyker en
goedkooper kunnen 'bemachtigen.
„En. mynheer Warmsteen. wordt het iets met
de betrekking?” vroeg Peter Schmiedel.
,Jk geloof het niet, kastelein. Schenk my nog
maar eens in. De pianist heeft me weer afge-
lost en ik wil nu gaan slapen."
„Zou mUnheer Richter, zich weer bedacht
hebben?"
„Nee, hy niet, maar ik zelf!’
„Stapel mesjogge," dacht de kastelein, toen
zyn gast naar boven was gegaan.
In de feestaaal ging bet dansen nog lustig
et parlement 1* weder uiteengegaan; de
I—I Eerste Minister heeft op een hoog noodige
X Xvacantle de motie van vertrouwen mee
genomen, waarom hü gevraagd had, en het
Engelsche volk, bekomen van alle schokken en
spanning dér. laatste weken, denkt nog eens
maar thans in een rustiger atmosfeer na
over het gebeurde.
En hlerby laat bet zyn gedachten wellicht
minder gaan over de veranderingen, welke in
Middel-Europa plaats gehad hebben en waarin
bet, alles wel beschouwd, slechts zeer weinig be
lang stelt, dan over datgene wat, ten goede of
ten kwade, veranderd is in Engelands
positie.
Van de „hoera!"-stemming, waarmee Cham
berlain bü zyn terugkeer uit München gehul
digd werd, Is weinig meer over, al zal de rus
tiger dankbaarheid voor zün geslaagde pogingen
om. bUna tegen alle hoop in, den vrede te be
waren, zeker nog lang gekoesterd worden.
Maar nu die vrede voorloopig verzekerd
schUnt, vraagt men zich ook af, welken prüs
Chamberlain ervoor betaald heeft. Wat heeft
hü teruggekregen voor al wat aan Hitler „inge
willigd” werd; wat heeft hü ook maar, in ruil
daarvoor, pogen te bedingen? Hierbij denkt
men niet aan materleele voordeelen voor En
geland, of zelfs maar voor Tsjecho-Slowaküe,
doch veeleer aan toezeggingen, waaruit biykt,
dat de Duitsche en Italiaanscbe dictators thans
ook bereid zyn een geest van nationale en ïh-
ternationale verdraagzaamheid in hun eigen
landen te bevorderen.
het leven; maar bü anderen was het leven
dikwyis beter dan de leer. Op het leven
komt het aan.
BU de katholieke werkgever* bestaat
veelal nog een verkeerd begrip omtrent de
Sociale Werkster en hare functie. Heel dlk-
wyis werd het idee .sociaal werk" by hen
overheerscht door nagenoeg uitsluitend
economische belangen: de Werkgever had
dan het idee, dat de eerste taak van de
Sociale Werkster was: zün fabrieksmeisjes
achterna te rüden en tet grootere arbeids
prestatie op te voeren. Daarom werd ook
wel de eisch gesteld, dat zy het vak op en
top zou kennen, en als dit niet het geval
was. werd er van afgezien van haar dien
sten gebruik te maken. Die mentaliteit is
absoluut verkeerd.
In werkeiykheid werkt de maatschappe-
lüke leidster voor het algemeen welzün sn
heeft zy tot taak de belangen van het per
soneel en die van het bedryf harmonisch
te behartigen.
Voor het personeel behartigt zy de per
soonlijke belangen en de algemeene belan
gen. De persooniyke belangen in den rulm-
sten zin geesteiyk. lichameiyk. wat oe-
treft opvoeding, ontwikkeling, bescherming.
Zy zal de vraag van den patroon „hoe was
het vannacht met Je kind" kunnen over
nemen en den arbeider over een geestelyke
depressie, die ook in de arbeidsprestatie tot
uiting kwam, heen helpen.
De algemeene personeelsbelangen zal zy
eveneens behartigen, door met den werk
gever te overleggen over de arbeidsvoor
waarden. kwesties van vacantie, loon, enz.
De belangen van het bedryf, dus ook
van den Werkgever, dient zy b.v. door een
onderzoek In te stellen en voorlichting te
geven, dat alleen goed personeel wordt
aangenomen; door contróle te houden bU
dagzlekten (huisbezoek)door te onder
zoeken onder welke voorwaarden beter ge
werkt zal worden, meer gepresteerd zal
worden, zonder dat dit ten koste van den
arbeider gaat.
Een Sociale Werkster moet derhalve niet
beschouwd worden als een Juffrouw, wier
arbeid meteen in klinkende munt rendabel
wordt gemaakt. Wel zal het resultaat van
haar werk ook aan de onderneming ten
goede komen, mede door verbetering van
de mentaliteit en verhoogde „dienst”-baar
heid van het personeel. '■J
Een gewone personeelchef zal nooit zoo
veel vertrouwen en dus ook zooveel invloed
kunnen hebben als een Sociale Werkster:
van haar beseft het personeel krach
tens hare positie dat zü er niet is om z’n bed en smeet de deur der kamer van *'n
„eruit te halen wat er in zit”. Daarenboven
zal een personeelchef, die technisch en or
ganisatorisch zeer goed is, die (vanuit eco
nomisch standpunt) zyn mannetjes weet
te kiezen en „den wind er onder heeft",
dikwyis de meest elementaire eigenschap
pen missen die noodlg zün voor de sociale
leiding van het personeel.”
DAT IS HTS VOOt MgYI
2 5 I N 41 »-■ )v A 1
•w n nadenken veraonken, zat Nevil Bargham,
I directeur van het bankiershuis Bargham.
Affery At Co. te Montreal, voor m bureau
in zün privé-kantoor In z’n hand hield hü een
brief, dien hü nu al voor den vierden keer las.
„Geachte heer Bargham; uw secretaris Chl
very bedriegt u. Hü pleegt vérvalachlngen In uw
boeken. Een goed vriend."
Nevil Bargham liet Chlvery bü zich komen
en liet hem den brief lezen. Daarna controleer
de hü scherp de boeken, maar alle* klopte
precies.
Chlvery scheen eerst geschrokken en was
bleek geworden, „t 8püt me. mUnheer," zei hü.
„dat u me van zoo iets verdenkt. Maar u hebt
gezien, dat alles in orde is.”
Inderdaad, de bankier was gerustgesteld. HU
achtte zich verplicht Chlvery schadeloos te
stellen voor den schrik *n de verdenking en ver
hoogde z’n salaris.
Nog geen veertien dagen daarna kreeg hy
weer een brief:
„Geachte heer; uw secretaris Is zóó sluw, dat
u niet gauw achter z’n vervalschlngen suit ko
men. Ziehier echter een bewys. Vraag hem eens
of hü zich financieel veroorloven kan büna
eiken avond in den Blurnber bar te komen, de
duurste gelegenheid in Montreal? Immers neen.
Chlvery gaat er heen. U kunt hem er eiken
VrUdagavond treffen In gezelschap van uw
dochter Ans Ik biyf een goed vriend."
De bankier beefde van woede. Dat was het
toppunt. Met z’n dochter! HU besloot dit keer
voorzichtiger te werk te gaan, de boeken in X
geheim te bewaken en VrUdagavond die twee
in den Slumber-bar te overvallen. Van een hu-
weiyk tusschen Chlvery en z’n dochter wilde
hü niets weten. HU had heel andere plannen
met haar. Twee nachten achter elkaar contro
leerde hü persoonlük de boeken, maar alle*, ook
de kas, klopte.
Wellicht, dacht hü, heeft die „goede vriend”
zich met de boeken vergist. Vrüdag echter zou hy
die twee te pakken zien te krügen. En als dat
lukte, dan waren die twee nog niet gelukkig.
HU ging dus dien VrUdagavond naar den
Slumber-bar en vroeg naar een zekeren mUn
heer Chlvery, die er zoo en zoo uitzag. Niemand
in den bar kende hem echter. HU bleef er een
paar uur. maar noch Chlvery, noch Ans was
er te zien.
„Enfin,” mompelde Bargham. „dat zaakje
komt in orde. Ze hebben lont geroken en zitten
nu zeker ergens anders."
Snel reed hü naar z’n woning, rende naar
boven, wierp de deur van Ans’ kamer open en
zag.... dat z'n dochter rustig een paar kousen
zat te stoppen. Toen het meisje haar vader zoo
eensklaps zag binnen stuiven, schrikte zü na-
tuuriyk
„Ik wilde maar zien, kind, of je goed sliep!"
Zoo redde Bargham er zich uit. ,Jk had zoo n
akeligen droom. Maar hoe krüg je 't in je hoofd
's nacht* om twee uur kousen te stoppen? Ik
wist niet eens. dat je dat kon.”
Meteen liep hü weg. zonder dat Ans iets kon
zeggen.
.Met Ans heb ik me gelukkig vergist," zei de
bankier, „maar Chlvery, die deugniet, die zit
zeker ergens anders met een meisje en verteert
met haar mün geld."
..Full speed" reed hü naar Chivery's kamer,
klopte den portier van het woningcomplex uit
7
„Nou, dat kan hü dan verdienen. Vraag het
nem maar eens, Schmiedel.”
Toen de ober kort daarop weer het noodige
«er in de danszaal bracht, wenkte hü Sigmar
001 met hem mee te gaan
.MUnheer Warmsteen, Schmiedel heeft een
betrekking voor u. Is dat wat? MUnheer Rich
ter zou u willen aanstellen als. iytern muziek-
leeraar voor zün jongste dochter. Hü beweert,
oat u goed speelt. Wat zegt u daarvan? Het
«W rüke lui, hoor! Ik zou toehappen. Denkt u
w ™aar eens kalm over na.”
nu wel een byzondere verrassing
°or Sigmar von Wemstein! Hoe vlug en on
verwachts kon toch het lot aan de plannen van
een mensch een geheel andere wending ge'
ven.'
„U hoeft -niet direct te beslissen, u kunt mor-
t n» Y™*8 °P het landgoed komen," lichtte de i
.2^1 nog k* HÖ was “U, dat hü zün
«edlenstlgen gast nu een wederdienst had kun
nen bewüzen.
^AAr Sigmar von Wemstein kon er nog
r* YjH't goed over uit, dat er nu zoo opeens
beslissende wending in zyn leven aou ko- i
AI I J7 A ’Q dB «o® bwevoige de verzetaringsvoocwaarden tegen Tj» bü levenslange geheele «mgeschlktbeid tot weetan <to<» pi nfj e«> ongeval aast p
^*■*■*1 gp j /ADk/l 11 w Ej O ««gevallen verzekerd voor een dar volgende ultkeeringen P Dv«“ vtetta* van belde armen, beide beun ot beide oogan P f Dv«“ doodettJfeen afloop P MU V«b
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
e dankbaarheid van het volk, omdat
oorlog vermeden is, gaat gepaard met
een gevoel van toenemende verbUstering.
VerbUstering vooral omdat men niet weet, welke
richting Chamberlain uitgaat; verbUstering ook
omdat men het bewustzUn gekregen beeft, dat
Engelands buitenlandsche politiek thans geleld
wordt door Mn man, die even autocratisch is
als die andere groote democraat, wülen presi
dent Wilson, en zonder dat de beproefde in
vloed zich doet gelden van de onvergeiykeiyke
instelling, welke buiten en in zekeren zin boven
•Ike regeering staat: het Foreign Office.
Zooals lederen dag. was ook vandaag de
dorpssmid, Albert Dlsselhoff. de eerste gast in
„Het Witte Hert".
„ZU hebben bet gisteren laat gemaakt. <tt*
bruiloftsgasten." bromde hü boven zyn glas.
Ja, het-heeft tot vier uur geduurd. Albert."
de kastelein. Je hebt toch mijn
gast gisteren gezien....? Nou. die
heeft den pianist tot zoowat twee uur vervan
gen. Hü moet anders buitengewoon spelen, die
komiekeling. De oude Richter heeft hem al*
muziekleeraar voor zyn jongste dochter willen
aanstellen, maar de ezel heeft er voor be
dankt."
t - 1
klonk zün stem ook niet beschaafd? Jammer,
werkeiyk Jammer, dat bü zoo’n bespottelyken
naam had. Stel Je eens voor, mevrouw Warm
steen te worden! Iets onmogelüks!
Nu pas bemerkte Frida Richter, dat aller
oogen op haar en den vreemde gericht waren.
En dat was te begrypen, want zü had gewoon
weg haar tafelheer iaten zitten.
Ook al niet erg. Mynheer Warmsteen danste
zalig en dat was op het cogenblik van meer be
lang Hü was wel iets te groot voor Frida
Richter maar net als iedere kleine vrouw,
koesterde ook zü den innigen wensch, nog eens
een grooten man te krügen.
.jBpütlg, mUnheer Warmsteen dat u niet tot
dezelfde kringen behoort al* wy, anders kon
den wy samen gaan rüden en tennisspelen. Nu
gaat dat echter niet. Meed er is zoo streng.’
Sigmar lachte füntjes.
„Ik kan niet rüden en ook niet tennissen. En
nog veel minder kan ik mü nu nog een betere
afkomst aanschaffen, waarde Juffrouw Rich
ter!"
Frida trok een woedend gezicht. De vreemde
ling was beslist arrogant.
„Er schynt u aan een vaste betrekking met
een geregeld Inkomen niet veel gelegen te
zün.
„O, nee, niet bepaald. U moet weten dat ik
een landlooper ben. een échte landlooper; zon
der tehuis of familie.”
Het kostte Sigmar von Wernsteln steeds meer
moeite, voor die opgeblazen dochter van een
kleinen landeigenaar te verbergen, wrat hü
precies van haar dacht. Wat had hy met haar