De avonturen van een verkeersagentje br\0&6' van den daq RADOX Be vorst n g g wagen P k s P t k VETWORMPJES? ZATERDAG 15 OCTOBER 1938 Verschillende recepten Het nieuwe raadsel PREISOEP Het afspelen van S.A.-contracten T ONS PRIJSRAADSEL tapijt Woordverandering Oplossing vorig raadsel G (JLl)Eft WOORDEN VAN DEN WEG» Prijswinnaar* reist incognito DOOR FRITZ METZNER TARBOTSCHOTEL MET KAAS VOOR 4 PERSONEN GESTOOFDE BIETEN VOOR 6 PERSONEN PERENSCHOTELTJE VOOR 4 PERSONEN w. h« rti G 14 d< Al z. z. Wat er achter de magische vierkanten schuilde i Het geitenhaar- O A e van F. H. A. TUIN tot achtereenvolgens Terwijl dat In het midden oplevert: 9 komt uit met 1 C (Nadruk verboden» t fe (Wordt vervolgd) V» c e 1 I MJ wanes van een m»* <mb «wet et aan „Laat ons hier het anker uitgooien," zei het matroosje en „visscher, nu moet je hier wachten. Keesle en ik gaan naar beneden en dan zal je wel verder zien." „Ik begrijp het al," aei de visscher, .Je wilt me op zoo’n manier verlaten." ,JMt zou niet erg netjes van ons zijn,” zei het matroosje. Het spel, waar we de vorige maal mee be sloten was als volgt: korf ober rede fret pels e d a m lama smal drank radio adder niets korst kant ader n e w a trap anderhalve liter water een bos prei 45 gram boter 40 gram macaroni een afgestreken lepel sago zout en marmite. 3 tarbotten een half ons boter een kwart liter melk 75 gram oude, vette kaas peterselie, zout, paneermeel. Sch.: VB. 1091 H.: A. x x x R: x KL: B. x x Pas Pas Dat mldden-kwadraat en die magische hoeken, Die gaven weer kostelijk te speuren, te zoeken, En als maar sorteeren der letters.... totdat Men eindelijk het magische stel „richtlg” hadl Zoo'n vüf-ln-één-puzzle: een schitterend zaakjel Is U niet te veel werk, waarde heer?"Kom. dan maak-je Een volgenden keer weer zoo’n nummertje klaar, En.... geeft het formaat ietwat groot er, nietwaar? E. Hoes, Rijksweg 235, Velsen; J. Bayens. Berg en Dalscheweg 351, Nijmegen; N. Poort, Coe- hoornstraat 40, Hilversum. e wi ia m ee ne nu Sch.: B. 10 7 H.: V. 8 5 2 R.: 7 4 2 KL: H. 5 4 In onze magische vierkanten op de hoeker krijgen we Wasch de bieten, kook ze gaar in kokend water in ca. 2 uur. Wrijf het vel eraf en snijd ze in dunne plakjes. Smelt de boter In een pannetje, voeg de bloem toe, roer de kluitjes eruit, doe er drie kopjes water bij en laat het sausje onder roeren even doorkoken. Maak het af met de rest van <je genoemde ingrediënten en stoof de bieten hierin nog vijf minuten na. lange rfj met het Oosten en 6 tt p 1 I N. X 8. A. Pas Sch.: A. 10642 4 IN DK AFRIKAAN SCHE JUNGLE. „Het is tijd»* dat je dat sporthemd uit trekt, ik heb je al twee maal voor een zebra gehouden”. mi de on rei lin mï eli on re( de: mi na: bai abi ten bei ver I I 1! »t von zijn jam- Het „Kijk heusch N. O. H,: 7 2 R.: V. 4 KI.: B. 7 2 N. O. O. Pas Pas om het Xort kelim. .Cjjfgei Langs het ankertouw had eerst Keesie en toen het matroosje zich laten zakken. Vlak bij een wrak van een groot schip kwamen ae op den bodem van de rivier. Het was een oud en verweerd wrak en men kon zien, dat het al heel lang in het water had gelegen. Na loting werden de prijzen als volgt toege kend mej. j. Frank, Nachtegaalstraat 42, Am sterdam; F. Slebenheller, Oranjestraat 91 Arnhem; W. Oomens, Jullanalaan, Oosterhout; Oplossingen kunnen worden ingewacht en met Vrijdagmiddag 12 uur bij den heer O. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. gems even mede snel Beh.: V. I H 1 R: H. 7 R: H. 5 KL: 8 2 In een vuurvast schoteltje de helft van de boter smelten. Fijn gesnipperde ui, gehakte pe terselie en de helft van de geraspte schoonge maakte kaas erin strooien en hierop de vlsschen leggen. De melk er over gieten en de vlsschen bedekken met de rest van de geraspte kaas, die met een eetlepel paneermeel vermengd is. De rest van de boter gesmolten over den scho tel uitgieten en de vlsch in den oven onder af en toe bedruipen In ca. een half uur gaar laten worden. 1 pond stoofperen driekwart liter melk een citroenschilletje 1 ons gemalen rijst 4 eetlepels suiker 3 eetlepels chocoladevlokken Sch.: 3 H.: 10 9 8 R.: V. 10 S 6 KL: A. 10 7 2 Sch.: x x H.10 x x R.: A. x x x KI.: V. 10 x x Sch.: H. B. 9 H.: B. 0 6 3 R.H. 10 6 KI.: H. V. a Sch.: 8 5 3 H.: A. V. 10 8 R.:rA_ 8 3 KI.: A. 4 3 Oplossing kruiswoordraadsel. Horizontaal: 1 matig. 5 massa. 8 nr. 9 Eva 10 Ma. 12 steur. 14 apart. 18 erfenis. 20 raad sel. 22 Leeno. 23 tot. 24 Diana. 25 en. 28 na 27 adres. 30 berin 32 dogma 35 Loire. 39 ai. 40 om. 41 komst. 44 bob. 46 armee. 48 Almeria. 50 aandeel. 52 arena. 53 slier. 54 ld. 55 rei. 56 me. 57 beemd. 58 stola. Vertikaal: 2 antenne. 3 trens. 4 gerst. 5 Maart. 6 smaad. 7 sardine. 11 delta. 12 sfeer. 13 ui. 15 Pa. 16 tsaar. 17 Ulaan. 19 re. 21 en 28 duo. 29 Spa. 30 bol. 32 Dekan. 33 gamma. 34 miserie. 36 oordeel. 37 immer. 38 edele. 42 O. L. 43 trede. 44 baard. 45 basis. 46 animo. 47 Ee. 49 in. 51 al. 2 pond bleten boter een eetlepel bloem een halve eetlepel azijn een halve eetlepel suiker peper, zout, wat maggi aroma. W. Z. Sch.: A. H. 5 H.A. B. 4 R.: A. B. 9 8 KL: V. B. 8 W. Sch.: V. 7 H.: H. 5 4 R.: B. 7 5 2 KI.: 10 9 6 5 maar zon- Snjjd de schoongemaakte prei In kleine stuk jes, wasch ze en zet ze op met het aanhang- water en het zout. Doe er de macaroni, die In kleine stukjes gebroken is en gewasschen, bij en laat de soep ongeveer een half uur ko ken. Op het laatste moment gaat de met koud water aangemengde sago en de boter er door heen, waarna de soep nog een minuut door kookt. Tenslotte wordt de met water aange mengde marmite toegevoegd. stond In het AU.F. ARONNC1^ ep<Ht blad ztjn ingevolge de ver»ekenngsvoorwaarden tegen tWMts ongeschatte^ tot wsrtM» door E* 7EA bfl een ong^al met E* OE A X^aXJvzl 111 l_s ougwsAllen veraekerd voor een der volgende ultkeerlngen F f OVFe— verlies van belde armen, belde boenen at beads oogen F OU.” doodeWken afloop mOUs” AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Te veel werk? Neen; we hebben onzen tijd en onze moeite er graag voor disponibel, 't Is echter de vraag, of sommige puzzelaars, die ditmaal op de wekeljjksche receptie ontbraken, het niet „te veel werk” hebben gevonden, een volledige en juiste oplossing klaar te maken, en dus een volgende maal maar weer eens een ge woon krulswoordprobleem zouden verkiezen. We moeten „alle menschen te vriend zien te houden”.... isssssssssssasessMssiisssstisissses^ Ik kan zijn verdere prijsdaling niet af wachten, want een of andere jongeling heeft me bij mijn jas gepakt en trekt me naar zijn vak. „Hawadja,” huilt hij, „pasja zoo en zoo heeft bij mjj gekocht en ook de koning van Uruguay. Ook gü zult koopen, verheven heer!” Ik weet niet of zijn aardrijkskundige of dy nastieke kennis uit voetbalverslagen stamt of uit het feit, dat een of ander lid van zijn familie naar Uruguay geëmigreerd is. Een wit-roode Bedoeïnenkelim bevalt me. Wat hjj kost? „Die daar?” raast de jongeling, „deze heer lijkste kelim der wereld? Voor u, o mijn lieveling, voor u kost hjj niets. Ik geef hem u cadeau!" Ik vertaal dit voor mijn gezellin, die natuur lijk verrukt is over deze patriarchale zeden van het Oosten. „Neem hem toch,” fluistert ss me opgewonden toe. Doch Ik antwoord den ver- kooper: „Neen, o mijn lieveling, uw geschenk is mij te duur!” Op zijn gezicht komt een lijdende uitdrukking. „Te duur? Twee pond en vijftig gurusch is u te duur voor dit heerlijke doek?” Ik doe of ik verder wil gaan en zeg terloops: „Tachtig gurusch geef ik je voor dit pracht stuk!” Ontzetting staat op. zijn gezicht te lezen: „Mijn oogen zullen verblinden, wanneer Ik min der dan een pond negentig van u zie. En u wilt toch niet, dat Ik blind word?” Ik blijf onwrikbaar bij tachtig gurusch. Vreug de verschijnt op zijn gezicht. „Een pond tachtig, zei u?” Ik kom er niet meer toe dit zeer bewuste abuis op te helderen, want mijn schoone jonge dame Is Intusschen verdwenen. Ik vind baar na veel zoeken aan het eind van den bazar, in haar reeds chronisch geworden hemelsche ver zuchting begraven onder zijden rommel en ta pijten; ze drinkt koffie en is bereid alles te koopen, wat men voor haar neerlegt. Ik red wat er te redden valt, maak met groote moeite al haar besluiten ongedaan en zie mij spoedig belegerd door alle verkoopers, die al- afgewerkt zijn en door de anderen, die nog op hun beurt wachtend heel goed weten, dat ik absoluut niet van plan ben iets te koopen. Niettemin gaat het grappige spel met wisse lende rollen door, mijn gezellin begint on danks onverminderde verrukking teekenen van vermoeidheid en vlooienbeten te vertoonen. steeds nieuwe kelims doemen voor onze oogen op, steeds nieuwe plechtige verzekeringen en eeden en steeds nieuwe prijsdalingen. Allang heb Ik het vastgesteld, dat bepaalde stukken, die we al hebben afgewezen, na eenigen tijd weer tegen verhoogde prijzen te voorschijn komen en wel als „zooeven uit Bagdad, uit Damascus, uit de tenten van de Roeala-bedoeïnen aange komen,” tot plotseling de verlossing komt. Aan het andere einde van den bazar komt een stel Amerikaansche dames, met tropenhelmen ge wapend, opdagen. Angstwekkend plotseling ont staat rondom ons om zoo te zeggen een lucht ledige ruimte: de bazar heeft als bij tooverslag alle belangstelling voor ons verloren. Vol eer bied en dankbaarheid den dollar, ondanks zijn val, prijzend, neem Ik mijn Europeesche bij den arm en verdwijn snel in den kruidenbazar, waar geen kelims zijn. Nauwelijks echter hebben we tien passen gedaan, of de tweede Mekka-pel- grlm rijdt voor me op; hij drukt me den wlt- rooden kelim in de hand en verzekerd ^nikkend: ..Heer, neem hem, want mijn hart bloedt bij de gedachte dat gü zonder kelim huiswaarts gaat.” Onbewogen zeg ik: „Tachtig gurusch, sjeik!” Vol opoffering antwoordt hü: „Heer, gü hebt het gezegd. Ik geef hem u, maar weet wel, dat hü mij dubbel zooveel gekost heeft." In de oogen van mün schoone gezellin ben Ik zooiets als een held, een man, die van alls markten thuis is. Dit succes is de vüf-en-twin- tig gurusch wel waard, welke Ik teveel betaald heb voor de kelim, waarmee Ik met den besten wil ter wereld niet weet wat Ik doen moet!” De smid zag den kastelein met een veelbe- teekenenden blik aan. Hü wist er alles van; de jeugd van tegenwoordig wilde niet meer wer ken. Het gesprek over den zonderlingen gast zou waarschünlijk nog verder zün voortgezet, wan neer Slgmar von Wernsteln zelf niet even later de gelagkamer was binnengekomen. „Het ontbüt wordt oogenblikkelük gebracht, mijnheer Warmsteen. Blüft u nog langer hier?” „Nee, Ik heb er genoeg van.'' Slgmar informeerde naar een brievenbus en kort daarop verliet hü, met den brief aan graaf Hughen In de hand, de gelagkamer weer. Op zün gemak slenterde hü door het dorpje, waar zijn verschijnen reeds een ware sensatie was Altroda telde maar weinig hulzen, meeste om de witgekalkte kerk al voldoende. Langer zou hü het er trouwens niet eens uithouden. Hü was al van plan, den weg naar het land goed In te slaan, toen hü weer om zün brief dacht. Eerst moest hü naar de brievenbus, die zich aan het einde van het dorp, büna naast de smederü bevond. Iets romantisch had die kleine brievenbus daar voor Slgmar, net als alle andere brievenbussen op het platte land. Het was of er iets geheimzinnigs omheen zweefde. De tüd van de lichtingen stond er niet eens op aangegeven. Met een plons viel de zware brief “op den blikken bodem. Zoo, nu kon Slgmar overleggen, wat verder te doen. Waarheen. De zwarte poort van de smederü stond wa- genwüd open. De reuk van geschroeid hoorn stroomde naar bulten en harde slagen van me taal op metaal deden zich hooren. Spelend met den hoed in zün hand Slgmar voor de open poort en tuurde halfduister. Eerst zagen zün oogen niets an ders dan het vuur en den blaasbalg. Maar langzamevhahd ontdekte hü ook nog twee ge stalten; /wee knechts schenen het te zün. Slg mar keek nog wat schemer en toen.v. toen was hü ëén en al verbazing. Naast het aam beeld stond eenmeisje, en dat meisje han teerde een vuurtang. Een heel aardig meisje aan het aambeeld in een smidse.... Dat was nu toch werkelük een sensatie. Hoe makkelük sprong dat meisje met het zware gereedschap om. De tang draaide en bewoog In haar hand als vanzelf. De jongen naast haar scheen nog Meng slechts geregeld wat Radox door Uw wasch* water en binnen korten tijd zijn ze verdwenen. Bij apothekers en erkende drogisten f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. moeite waard zün geweest, wanneer hü bÜ haar zün eigen naam als aanbeveling had kun nen uitspelen.. Of misschien toch niet....? „U bent dus al over mü ingelicht?" Naar het scheen, lag het niet In de bedoe ling van Maria Disselhoff, het gesprek nog lan ger te rekken, want kort en bondig deelde zü nu mee, wat haar vader gisterenavond als een nieuwtje uit de herberg had meegebracht. ,4a, Ik ben over u Ingelicht. Toen vader gis terenavond uit „Het Witte Hert" kwam, ver telde hü: „er is daar een vreemde, die óf met molentjes loopt óf gevaarlük is. Misschien wel allebei”. En gaat u nu, münheer Warmsteen, anders zou ik uw hoofd nog met mün hamer moeten laten bewerken. En heusch, Ik stel mü niet voor, dat er dan veel büzonders voor den dag zou komen.... Tot ziens!” Eerst totaal verbluft, maar dan weer lachend, keek Slgmar von Wernsteln naar de fijne trek ken van Maria’s gezicht, zooals het door het helroode smidsvuur werd beschenen. Een ant woord had hü echter niet direct gereed, wat hem toch maar zelden gebeurde. Hü voelde het op dit oogenblik heel goed, dat hü bij deze smidsdochter in geen enkel opzicht zoo vlug suc ces zou hebben, als bü de precleuse freuletjes uit zün eigen kring. „Ik ben dus. volgens het oordeel van uw va der, zooiets als ontoerekenbaar en ook nog ge vaarlük? En xoudt u zoo iemand dan met een hamer willen laten bewerken? O juffrouw Dis selhoff. wat mlddeleeuwscht” De sportwagen, In twee helften. Van de eer ste helft komt men tot de tweede, door telkens één letter uit te lichten, deze te vervangen door een andere letter, en het nieuwe vüftal om te zetten tot een ander woord. Welk woord we telkens willen gevormd zien, wordt gedeel- telük aangeduid door de beginletter, die we telkens hebben aangegeven. En door die aan duiding hebben we tevens doen zien, dat we bü de 12e etappe den wagen moeten verkrügen. Volgens vroegere afspraak hebben we In deze serie geen vreemde woorden meer: alle 12 zün gewone Nederlanders en wel alle zelfstandige naamwoorden. frouw de smederes. Ten eerste, Ik heb u geen wereldwonder genoemd, al bent u dat misschien wel, wat uw radheid van tong betreft. En ten tweede, Ik heb gisteren nog gewerkt. Nou ja, alleen maar plano gespeeld, wat natuurlük lichter werk Is dan met een hamer omgaan, maar.... toch gewerkt" Nu moest Maria lachen. eens aan! Maar mü interesseert het niet, wanneer u het laatst hebt ge werkt. Dat alle arbeid u anders onverschillig is. kan Ik uit uw manier van spreken goed op maken.... Bent u misschien de zwerver, die gisteren In .Het Witte Hert” heeft gelogeerd?” „Wel heb ik van mün leven! U hebt het pre cies geraden, mejuffrouw de smederes!” „Pardon, Disselhoff.” „Nu, Juffrouw Disselhoff dan, dat klinkt ook veel beter. Maar hebt u soms de gave van helderziendheid? Of was u gisteren op het bruiloftsfeest?" „O, nee, daarvoor heb ik geen tüd en geen moed genoeg, münheer Warmüzer." „Warmüzer,” herhaalde Slgmar von Wern steln, en hü lachte daarbü zoo luid en harte- Hjk, dat de smidsjongen aan het aambeeld be gon mee te lachen. Wat men In zoo'n klein gehucht als Altroda in zoo korten tüd al van zün naam had ge maakt! Doch de grap beviel hem best, en goed bekeken, ging het hem eigenlijk niet eens Iets aan. Die bespottelüke naam was toch slechts het fantasie-product van een ouden kastelein^ Alleen vond hü het minder prettig tegenover dit flinke mooie meisje hier. Allicht zou het de Weet kwam uit met schoppen 4. Zuid moet thans zün speelplan opmaken en de vraag was, hoe dit moest luiden, aangeno men natuurlük. dat de kaarten van West en Oost niet bekend zün! Zuid telt 5 vaste slagen en om de resteeren- c de 4 slagen te kunnen maken, loopt hü het risico tweemaal van slag te raken, aangezien de snit zoowel In Klaveren als In Ruiten zou kpnnen mislukken. Aangezien de kans echter ■eer groot Is. dat West tenminste 5 Schoppens heeft, zouden OW dan dus 3 Schoppenslagen en een slag in Klaveren en een slag In Ruiten halen. We moeten dus zorgen, dat, als de belde snit ten mislukken, West niet aan slag kan komen om de resteerende Schoppens te maken. Hiertoe moet de eerste Schoppens! ag gedo ken worden, toodat Zuid de contröle In Schop pen heeft In de 2e en 3e ronde. Vervolgens moet, indien mogelük, eerst Rui ten en dan Klaveren gesneden worden, zoodat bü het mislukken van de tweeasnitten Oost de tweede maal aan slag komt en dan geen Schop pen meer heeft om zün partner aan slag te Zuid was gever, NZ kwetsbaar! Het bieden Verliep aldus: 1 S. A. 2 S. A. het niet gemakkelük moet maken om die kleur te vinden! In het volgend spel vindt u echter een ge- lüksoortlg geval als hetgeen ik betumdeld heb: Zuid speelt 3 8. A. en West Schoppen Vrouw! Uit dit voorbeeld kunt u overduidelijk zien, dat NZ onherroepelük down gaan, als Zuid den eersten Schoppenslag neemt en den tweeden laat loopen, terwül het contract vervuld wordt, wanneer Zuid den eersten Schoppenslag laat loopen en pas den tweeden neemt. Immers dan heeft de tegenpartü nog slechts één rentrant om de Schoppen vrü te kunnen spelen, mits de Azen verdeeld zitten, want Oost kan geen Schoppen meer natrekken, omdat hü ze niet meer heeft. De clou zit hem n.1. hierin, dat. bü direct nemen, Oost aan slag gekomen. Schoppen kan spelen en West dezen slag kan overnemen en weer Schoppen door kan spelen! Het spreekt natuurlük vanzelf, dat men deze methode niet automatisch toe moet gaan pas- Mn, want het kan zün, dat een andere kleur veel gevaarlüker 1^, zoodat men de tegenpartü „voor u, alleen voor u, lieve ling I" twee pond koet. Zonder iets te zeggen, laat Ik hem val len. Hü daalt tot anderhalf pond, maar 1 Sch.: A. H. x H.: V. x x R: H. V. 10 x x KI.: H. x maar een leerling te zün, en van haar de noo- dige aanwijzingen te ontvangen. Slgmar von Wernsteln stond eenvoudig per plex en merkte niet, dat het meisje hem al in het oog had. Plotseling klonk achter hem een signaal en even later hield een mooie auto voor de ben- zine-pomp naast de smederü stil. „Een oogenblik. alstublieft!” riep het meisje, en na den smidsjongen nog een en ander te hebben gezegd, legde zü vlug de tang neer. Toen kon Slgmar haar elgenlük pas goed zien. Verdraaid nog toe, was dat me een verras sing! Zóó'n meisje In die donkere smidse! Zü had werkelijk voorname gelaatstrekken. Alleen een klein beetje te streng misschien. En wat straalden haar grüsblauwe oogen 1 Een heele wereld scheen daarin verborgen. Het meisje nam van den vreemdeling niet de minlste notitie. Zü liep naar den auto, vroeg aan den chauffeur wat hü» wenschte en was even later net zoo handig aan de benzinepomp bezig als eerst aan het aambeeld. ..Vüftlg liter, münheer.” De chauffeur betaalde, terwül Slgmar Wernsteln nog steeds stond toe te zien; mond half-open van verbazing. Wat mer. dat hü nu geen wagen meer had! moest beslist een genoegen zün. hier benzine In te nemen. Als bü tooverslag ontwaakte in Sigmar von Wernsteln weer volop het gevoel voor humor. En toen Maria Disselhoff hem passeerde, sprak hü haar zonder plichtplegingen aan. „Psrdon, Juffrouw, ik heb u al een tüdje geworden. waarvan de büeen stonden. Onder het voortloopen rekende Slgmar von Wernsteln zoo eens uit. hoeveel geld hü nog bezat. Veel was hem niet overgebleven Zou het toch niet het beste rün, de betrekking bü Richter aan te nemen? Een paar weken was Jongedame, die bet op de goedkoope züda- waren gemunt heeft, Is op den achtergrond ge komen en de aandacht van alle bazarlieden richt zich op mü. „Hoor mü aan, o beer,” fluistert een scheel ziende handelaar met den witten doek der Mekka-pelgrims om, mü toe: ,Jk heb hier voor u een kelim, zooals uw oogen, noch de oogen van een ander mensch ooit hebben aanschouwd.” En op hetzelfde oogenblik stort een kelim- pyramlde voor mü ineen, twee Jongens groeien uit den grond op en ontrollen haastig meer kelims dan noodig zün om den weg van Stam, boel naar Mekka te beleggen. Twee tot vier meter lange strooken spannen zü dwars over de straat, terwül de concurrenten als de wind alle zijdewaren opruimen en met kelimstrooken voor den dag komen. Ik betast het weefsel na tuurlük wil Ik mün gezellin Imponeeren en in heel mün manier van optreden doe ik erg des kundig luister onverstoorbaar kalm naar da bewering, dat leder die zegt dat dit anlline- kleuren zün, een ellendige leugenaar, Ja de va der van den leugen zelf Is, die op den laatste» oordeelsdag zeer onaangename dingen zal on dervinden om deze bewering; Ik hoor zeventien eeden zweren bü Allah en den profeet en ver neem. dat de kelim, die ik in mün handen houd f-y eg, Jack, wat ter wereld ligt daar In Je Z kast?” „Wat bedoel Je. John?” „Daar In dien hoek....! Hier!! Allemachtig, een tapüt. Hoe kom Je daar aan?” „Dat is een lang, maar voor Je Westersche begrippen toch ook wel Interessant verhaal, John. Neem dien stoel en luister. In Europa neemt het koopen van een tapüt niet zoo heel veel tüd In beslag. Het eenige wat noodig is, is geld 1 het besluit om er een te koopen. In het Oosten echter is dit heel an ders, want hier is niet alleen geld noodig, maar ook veel tüd en geduld, doch heelemaal geen besluit. Om Je de waarheid van deze stelling te bewijzen, zal Ik je precies vertellen, hoe ik aan dat tapüt kom. Ik slenter met een Jongedame uit Europa' door de bazars, met geen ander doel, dan haat een Oosterschen bazar te laten zien. We gaan door de koele, aangenaam geurende kruidenbazars, Ik wijs haar de blauwe amuletten en kameel- hangertjes, de roode saffraanpantoffels en de met üzer beslagen schoenen voor de Bedoeïnen en tal van andere heerlüke Oostersche produc ten, die soms uit' Zwickau in Saksen of uit Oa- blonz aan de oevers van de Neisse kotnen. En dan gaan we In een bazar van zilversmeden. Mün gezellin is natuurlijk In hemelsche verruk king. Ik niet zoo, omdat ik weet, dat we het volgend oogenblik in den bazar van de kleeren-, doeken- en tapijtenhandelaars zullen zün, waar reeds menige vrouw haar hart verloren heeft, tenminste aan de goederen, die daar In een ge heimzinnig halfdonker een buitengewone aan trekkingskracht hebben. En jawel, de eerste de beste, een lange slungel, die mü heel goed kent, maar net doet of hü mü voor een vreemdeling houdt, kwettert iets in een fantastisch Engelsch, dat de aandacht van mün gezellin op een stapel züden doeken moet vestigen, die hü «net een aapachtige snelheid uit het- duister van zün vak te voorschijn heeft getooverd. Ik weet precies wat er nu gebeuren gaat en Ik tracht de Jongedame met een historische verhandeling over de stad af te lelden. Maar natuurlük heeft zü op dat oogenblik lak aan alle historie en vindt den züdevent éénig. In weinig minuten heeft hü haar een paar züden doeken aange smeerd, een kunstzijden Bedoeï'nenmantel, zoo als geen enkele Bedoeïen ooit draagt en nog een paar kleinigheden, waarvoor ze meer Invoer recht moet betalen dan een halve wagon van dien rommel In Europa kost. Huiverend consta teer Ik. dat alle verkoopers in Je razende snelheid allen afval vfti het Westen te voorschün halen. Dat dit alles speciaal voor ons bedoeld is, is duidelük, want wüd en züd is niemand te zien, die Iets op een kooper lijkt. Om de aandacht van mün gezellin een beetje af te leiden, betast ik zoo terloops een van de met de hand gesponnen geltenhaartapüten, of >rt te zeggen, een rood-zwart-groenen mblikkelük verandert de situatie. De brengen. Dit Is echter niet mogelük, omdat er in den blinde geen rentrants genoeg aanwezig zün voor deze manoeuvre. Daarom moet Zuid de veiligheid van het contract «tellen boven de kans op een oéerslag en Rutten-Aas en een kleine Ruiten na spelen. Eén Rultenslag wordt dus gegeven, Zuid kan nu rustig In Klaveren snüden, der dat het contract In gevaar komt. Zoo ziet u overduidelük, dat het wel dege lijk zin heeft om direct na de uitkomst eens rustig een speelplan op te maken en niet met een aan te vallen, links en rechts snüdend, alsof dat het summum van speeltechnlek be- teekerit Snüden kan heel nuttig zün, maar laat men toch nooit vergeten, dat men alleen moet snü den als er geen andere, betere methode Is, aan gezien bü het snüden een onbetrouwbare fac tor een woordje mee gaat spreken, n.l. Vrouwe Fortuna! Naar aanleiding van het hierboven behan delde spel vil Ik nog de aandacht vestigen op bet ophouden van een dekking in de kleur van de tegenpartü. In het behandelde voorbeeld maakt het geen verschil of Zuid de eerste maal den slag laat loopen, of dat Z. dit pas in de tweede Schop- MBronde doet. Verschil begint het pas te maken, wanneer één der twee tegenspelers twee kaarten heeft in de gevaarlüke kleur. Zie n.L het volgende voor beeld: Laat de citroenschil in de melk langzaam aftrekken en verwüder het schilletje. Strooi de gemalen rüst en de suiker In de melk en laat dit mengsel In ongeveer een kwartiertje gaarkoken. Doe in een vuurvast glazen schotel de gaar en rood gestoofde peren, waarvan het nat gebonden is, giet hierop de 'rüstmelk en bestrooi den bovenkant op het laatste oogen blik met de chocoladevlokken. Naar verkiezing kan dit gerecht warm of koud opgediend war den. Zuid moet 3 8. A. spelen en West komt uit met Sch. 41 Hoe moet het speelplan van Zuid lulden, aangenomen natuurlük, dat de kaarten Oost en West onbekend zün! N. W. O. Z. gadegeslagen. Bent u hier zooiets als smederes of smederin? Werkelük, daar moet een leek zich evenzeer over verbazen als een vakman.” Het meisje, met een leeren schort voor, bleef verrast staan, maar toch moest zü om het vreemde heerschap lachen. ,Jk vind u wel een beetje nieuwsgierig mün heer...." „Warmsteen,” stelde de vorst zich haastig voor, met zün Altrodaschen naam. „Warmsteen....? Nu. een echten warmsteen zouden wü wel kunnen gebruiken," ging Maria op schertsenden toon in. „U meent om Ijzer en dergelük spul te ver warmen Nee, juffrouw, zoover reikt de kracht van mün warmte niet Maar nu In ernst, Ik had nog nooit een vrouwelüke smids gezel gezien.” „Daar hebt u dan niets aan gemist, münheer. Zet uw wandeling maar voort, misschien ont moet u nog wel meer wereldwonderen, die toch elgenlük geen wonderen zün. Het Is hier alleen het heilige moeten, anders niets. Maar het lükt wel of u In uw leven nog nooit de noodzaak heeft gekend om geld te verdienen, anders zoudt u niet zoo erg verwonderd zün-" Met deze woorden had het onderhoud en de kennismaking kunnen eindigen. Mxar Slgmar von Wernsteln wilde dat niet, al ging Maria Disselhoff In de smederü ook weer ijverig aan den gang. Vrüpostig als een echte landlooper volgde de jonge vorst het meisje in de halfduistere werk plaats en zette het onderhoud voort. „Ik wilde u nog even op iets wüzen, mejuf-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 10