De avonturen van een verkeersagentje I z 3^ w^Aaal {tan den daq jongedame, die het op de goedkoope züde- war«n gemunt heeft, is op den achtergrond ge komen en de aandacht van alle bazarlieden richt zich op mü. I F 250. De vorst E '.MOTirasf belegerd door alle verkoopers, die al afgewerkt zijn en door de anderen, die nog op hun beurt wachtend heel goed weten, dat ik absoluut niet van plan ben iets te koopen. ii -ST?- Clavecimbel ijlden Woorden l Het geitenhaar- tapijt Frankrijk en Italië VAN DEN WEG!! fe- ts writes wam reist incognito DOOR FRITZ METZNER s I e E 4 F d r d 1 a tt •t I a h R c z •I a h k E c t t a u **J Iedereen moet by oude muziek nog leeren Bü het volkomen verlies van iedere traditie In den bouw van clavecymbels, die wü te dan ken hebben aan de zoo geheel anders ingerichte muziektraditie van de 10de eeuw, is het niet te verwonderen, dat de eerste pogingen van een nieuwe constructie niet dadelijk konden slagen. Uitgaand van de algemeene „gedachte van den vooruitgang” kwam men in het geheel niet op het denkbeeld, in het na-bquwen .van oude clave cymbels Iets te zien, dat het nastreven waard was, maar men besloot, een instrument te ma ken met „alle comfort van den modernen tüd voorzien”, dat weliswaar ten opzichte van de wijze, waarop de toon werd voortgebracht, een clavecymbel was, daarnaast echter een reeks van „verbeteringen" vertoonde, waarbij men zich niet zeer het hoofd brak, of daarmee niet tevens het geheele karakter van het instrument ver anderd werd. Een schün van rechtvaardiging bü deze handelwijze bestond inderdaad in verband met de overgeleverde traditie, dat de oude mees ters ontevreden geweest waren met den starren toon van het instrument, waarvoor de onttro ning van het clavecymbel door het „hamerkla vier" het beste bewüs was. Een nog belangrükere rechtvaardiging voor een van de oorspronkelüke afwijkende constructie was, dat om conuner- cteete redenen in plaats van een „hulslnstru- ment”. dat steeds op een plaats bleef, een ge- makkelük vervoerbaar „reislnstrument" gebouwd moest worden, dat bestand moest zün tegen al les, waaraan het op de concertreizen der cém- belisten blootgesteld werd. Daardoor moest de bouw van het moderne clavecymbel zich in hooge mate ven dien van het historische instrument onderscheiden. Men nam van den modernen vleugel de zware üzeren omlijsting, men ver sterkte de besnaring en haar spanning aanzien- S ko.rzoX I Het gettenhaar- iets tezeggen, laat ik hem val- I len. Hij daalt tot i anderhalf pond, maar ik kan zün verdere prüsdallng niet af wachten, wai5t een of andere jongeling heeft me bü mün jas gepekt en trekt me naar zün vak. Jk wilde u nog ersn cp toto wüseu. majuf* dit flinke mooie meigje liter. Allicht aou bet de AI I F ARnMNÜ’Q p ayefl m WWta— »8to HIItot werteto ome p 7CA „Pardon, juffrouw, ik heb p al sea Ujdje u N UW 0 i Ik weet (Van een bijzonderen correspondent). 1 g I it gei 1 H EW k (Nadruk verboden) O ’i t C *1 de V ea 1 Mi v .Laat one hier het anker uitgooien," zei het matroosje en „viascher, nu moet je hier wachten. Hoede en ik gaan naar beneden en dan aal je wel verder sten.” „Ik begrijp het al,” zei de viascher, Je wUt me op aoo’n manier verlaten.” „Dat aou niet erg netjes van ons zün,” aei het matroosje. Altroda telde maar weinig huizen, meeste om de witgekalkte kerk van October prof. moeite spoedig vo Oe 014 G n o h ti d n k L a t I 14 b s KM m ft E I B u I V ün de kansen op de tot stand koming van zulk een overeenkomst na München grooter geworden? Wü meenen van ja. Langs bet ankertouw had eerst Keesie en toen het matroosje zich laten sakken. Vlak bij een wrak van een groot eehip kwamen ae op den bodem van de rivier. Heb was een oud en verweerd wak en men kon zien, dat het al heel lang in het water had gelegen. stond in het te oude muziek berust toch voor het grootste deel hierop, dat leder publiek instinctief voelt, dat hier absolute eerlijkheid in de muzikale taal heerscht, die, zooals Bach het zoo schoon uit drukt zur höheren Ehre Oottes" geschreven is.” Welke zijn, afgezien van de Spaansche kwes tie, de Italiaansche else hen? In het kort deze. Ten aanzien van Tenger wenscht Italië in rechten een positie In te nemen, gelijkwaardig aan die van Frankrijk en Engeland. Voor wat Tunis betreft verlangt Italië een herziening van de bestaande overeenkomst, die de toe komst der Italiaansche Tunesiër» In alle op zichten waarborgt. Verder staan op het Itali aansche verlanglijstje: een herziening van de grens tusschen Fransch Somali-land en Abes- sinië, herziening van de overeenkomst in zake den spoorweg Djiboetl-Addls Abeba, waarvan thans slechts 2500 van de 34000 aandeelen In Italiaansche handen zijn, de tot standkomlng van een overeenkomst in zake de positie van de italiaansche emigranten in Frankrijk, een door Frankrijk uit te vaardigen verbod in zake de antl-fascistlsche propaganda op het grondge bied der republiek en, in verband daarmee, be perkende voorschriften betreffende de werk zaamheid der naar Fransch grondgebied uit geweken Italiaansche anti-fasclsten. Voorts moet Frankrijk er in toestemmen concessies op economisch en handelsgebied te doen, waar van intusschen niet alleen Italië en zijn Afrl- kaansche bezittingen zullen profiteered maar ook het Fransche koloniale rijk. Op deze voor waarden zal Italië bereid zjjn een overeen komst te teekenen, waarin de regeeringen van belde landen verklaren, dat Italië en Frankrijk, wederzijds erkennend dat zij in de Middelland- sche Zee vitale belangen hébben, elkaar het recht van vrije passage over deze zee onvoor waardelijk waarborgen, mits geen van beide landen den bestaanden status wijzigt. al voldoende. Langer zou hij het er trouwens niet eens uithouden. HU was al van plan, den weg naar het land goed in te slaan, toen hij weer om zijn brief dacht. Eerst moest hl) naar de brievenbus, die zich aan het einde van het dorp, bijna naast de smederij bevond. Iets romantisch had die kleine brievenbus daar voor Sigmar, net als alle andere brievenbussen op het platte land. Het was of er iets geheimzinnigs omheen zweefde. De tijd van de lichtingen stond er niet eens op aangegeven. Met een plons viel de zware brief op den blikken bodem. Zoo, nu kon Sigmar overleggen, wat verder te doen. Waarheen....? De zwarte poort van de smederij stond wa genwijd open. De reuk van geschroeid hoorn stroomde naar bulten en harde slagen van me taal op metaal deden zich hooren. Spelend mét den hoed in zijn hand Sigmar voor de open poort en tuurde halfduister. Eerst zagen zijn oogen niets an ders dan het vuur en den blaasbalg. Maar langzamerhand ontdekte hü ook nog twee ge stalten; twee knechts schenen het te zijn. Sig mar keek nog wat scherper en toen.... toen was hij één en al verbazing. Naast het aam beeld stond een.... meisje, en dat meisje han teerde een vuurtang. Een heel aardig meisje aan het aambeeld in een smidse.... Dat was nu toch werkelijk een sensatie. Hoe makkelijk sprong dat meisje met het zware gereedschap om. De tang draalde en bewoog in haar hand TBDSBlfe Dt jongyn ng*St hwr SChOGQ DO* Niettemin gaat het grappige spel met wisse lende rollen door, mijn gezellin begint on danks onverminderde verrukking teekenen van vermoeidheid en vlooienbeten te vertoonen, steeds nieuwe kelims doemen voor onze oogen op. steeds nieuwe plechtige verzekeringen en eeden en steeds nieuwe prijsdalingen. Allang heb ik het vastgesteld, dat bepaalde stukken, die we al hebben afgewezen, na eenigen tijd weer tegen verhoogde prijzen te voorschijn komen en wel als „aooeven uit Bagdad, uit Damascus, uit de tenten van de Roeala-bedoeïnen aange komen," tot plotseling de verlossing komt. Aan het andere einde van den bazar komt een stel Amerlkaansche dames, met tropenhelmen ge wapend, opdagen. Angstwekkend plotseling ont staat rondom ons om zoo te zeggen een lucht ledige ruimte: de bazar heeft als bij tooverslag alle belangstelling voor ons verloren. Vol eer bied en dankbaarheid den dollar, ondanks zijn val, prijzend, neem ik mijn Europeesche bU den arm en verdwijn snel in den kruldenbasar, waar geen kelims zijn. Nauwelijks echter hebben we tien passen gedaan, of de tweede Mekka-pel- grim rijdt voor me op; hij drukt me den wlt- rooden kelim In de hand en verzekerd snikkend: „Hoer, neem hem, want mijn hart bloedt bij de gedachte dat gij zonder kelim huiswaarts gaai." Onbewogen zeg ik: „Tachtig gurusch, sjeikl" Vol opoffering antwoordt hij: .Heer, gij hebt bet gezegd. Ik geef hem u, maar weet wel, dat hij mij dubbel zooveel gekost heeft.” In de oogen van mijn schoone gezellin ben ik zooiets als een held, een man, die van slh markten thuis is. Dit succes is de viJf-en-twln- tig gurusch wel waard, welke ik teveel betaald heb voor de kelim, waarmee ik met den besten wil ter wereld niet weet wat ik doen moet!” Vast staat, dat Italië er veel aan gelegen is, dat het met Engeland gesloten verdrag einde lijk zijn definitieve bekrachtiging vindt, vast staat óók, dat Rome niet ongeneigd is de on- derhandelingen met Frankrijk te hervatten, in dien het er op rekenen mag, dat de regeering te Parijs bereid is aan de Italiaansche aan spraken tegemoet te komen. De Fransche regee ring is hiertoe thans ook bereid, hetgeen reeds blijkt uit het Dinsdag door den ministerraad genomen besluit een ambassadeur te- benoe men bjj de regeering van Z. M. den Konlng en Keizer Victor Emanuel. Zooals men weet, werd Frankrijk langen tijd bij het Quirinaal verte genwoordigd door een zaakgelastigde. Daarmee alléén is Italië evenwel niet tevre den. Wil het tusschen Parijs en Rome te slui ten accoord blijvende waarde hebben dan moet het een einde maken aan de vele netelige kwes ties, die thans tusschen het Latijnsche zuster paar nog hangende zijn. Mussolini is daarop thans te meer gesteld omdat het accoord van München Italië geen enkel concreet voordeel heeft gebracht; van den „realist** Mussolini kan bezwaarlijk verondersteld worden dat hij, aan de grootheid van het Derde Rijk arbei dend, de belangen van het Italiaansche Impe rium vergeet. De smid zag den kastelein met een veelbe- toekenenden blik aan. HU wist er allee van; de Jeugd van tegenwoordig wilde niet meer wer ken. Het gesprek over den zonderlingen gast zou waarschijnlijk nog verder zijn voortgezet, wan neer Blgmar von Wemstein zelf niet even later de gelagkamer was binnengekomen. JSet ontbijt wordt oogenbllkkelük gebracht, mijnheer Warmsteen. Blijft u nog langer hier?” „Nee, ik heb er genoeg van.” Sigmar informeerde naar een brievenbus en kort daarop verliet hij, met den brief aan graaf Hughen in de hand, de gelagkamer weer. Op zijn gemak slenterde hü door het dorpje, waar ten fraai oud clavecymbel, met aan den binnenkant betchilderd bovenblad trouw de smederes. Ten eerste, ik heb u geen wereldwonder genoemd, si bent u dat misschien wel, wat uw radheid van tong betreft. En ten tweede, ik heb gisteren nog gewerkt. Nou ja. alleen maar plano gespeeld, wat natuurlijk lichter werk is dan met een heinar omgaan, maar.... toch gewerkt.” Nu moest Maria lachen. ,«ük heuach met het toekomstige Spanje goede betrekkin gen te onderhouden, maar vooral met de Ja- tUnsche zuster”, die de Mlddellandsche Zee beheerscht, met Italië, opnieuw vriendschap pelijke relaties aan te knoopen. Engeland heeft met Italië een verdrag ge sloten. dat belden landen den status quo in de Mlddellandsche Zee waarborgt. Dtt verdrag is tot dusver niet in werking getreden, omdat de Spaansche burgeroorlog nog steeds geen bevredigend einde genomen heeft. Maar de ratificatie van dit verdrag zal alléén haar volle beteekenls krijgen, wanneer ook Italië en Frankrijk een dergelijke overeenkomst kun nen aangaan. Vrede in de Mlddellandsche Zee beteekent voor de Fransche republiek minstens evenveel, en waarschijnlijk heel wat meer, dan voor het Britsche wereldrijk. sün verschonen reeds een ware sensatie was geworden. waarvan de bUeen stonden. Onder het voortloopen rekende Sigmar von Wemstein zoo eens uit, hoeveel geld hij nog bezat. Veel was hem niet overgebleven. Zou het toch niet het beste zijn, de betrekking bü Richter aan te nemen? Een paar weken was Hjk, zoodat het „tokkelen” oneindig veel scher- per werd, dan vroeger het geval was; men nam ook uit de laatste periode van het bouwen der historische clavecymbels leertongen over, in plaats van de .gemakkelijk breekbare" penne- aehachten; men verlegde het bedienen der re gisters van de handen der spelers naar pedalen en, wat wellicht het ongelukkigste van alle ver nieuwingen was, men veranderde zelfs de histo risch algemeen gebruikelijke verdeeling der re- glstratlekleuren der manualen.” De schrijver constateert, dat er een diep ver schil is tusschen het hedendaagsche concert- n jDe Wereld der Muziek” komt een artikel voor van prof. Erwin Bodky, den virtuozen bespeler van het clave cymbel en Overigen propagandist voor de juiste uitvoering van oude muziek, over „Het clave cymbel en de herleving der oude muziek" bü Hesse te BerUJn heeft prof. Bodky in 1931 een boek in het licht gegeven over dit onderwerp. In het genoemde artikel komt nü op zlln denk beelden terug, en zegt oa.: „Terwül nog voor enkele tientallen jaren het clavecymbelspelen beperkt was tot den kring van de groote voorgangster (Wanda Landowska) en haar eerste leerlingen, is thans het aantal der bespelers van het instrument reeds niet te overzien en de bouw van clavecymbels een bloei ende zaak van industrie geworden. Het instru ment heeft zelf zün plaats veroverd in het mo derne muziekleven en de weinige tegenstanders, die het nog heeft en die beweren, zün „pieteri- gen" klank niet te kunnen verdragen hoe merkwaardig is het, dat menschen met begrip een geluldssurrogaat kunnen verkiezen boven het onvervalschte oorspronkelijke, dat meerdere eeuwen waarlük genot vermocht te geven vinden büna geen aanhangers me*. „Hoor mü aan, o heer," fluistert een scheel- ziende handelaar met den witten doek der Mekka-pelgrlms om. mü toe: Jk heb hier voor u een kelim, zooals uw oogen, noch de oogen van een ander mensch ooit hebben aanschouwd.” En op hetzelfde oogenblik stort een kelim- pyramide voor mü ineen, twee jongens groeien uit den grondsop en ontrollen haastig meer kelims dan noodig zün om den weg van Sfam- boel naar Mekka te beleggen. Twee tot vier meter lange strooken spannen zü dwars over de straat, terwül de concurrenten als de wind alle züdewaren opruimen en met kelimstrooken voor den dag komen. Ik betast het weefsel na- tuurlük wil ik nujn gezellin imponeeren en in heel mün manter van optreden doe ik erg des kundig luister onverstoorbaar kalm naar ds bewering, dat teder die zegt dat dit anillne- kleuren zün, een ellendige leugenaar, ja de va- der van den leugen zelf is, die op den laatstee oordeelsdag zeer onaangename dingen zal on dervinden om deze bewering; ik hoor zeventien eeden zweren bü Allah en den profeet en ver neem, dat de kelim, die ik in mün handen houd „voor u, alleen voor u, lieve- j „Hawadja." huilt hü. zoo en zoo heeft bü mü gekocht en ook, de Voning van Uruguay. Ook gü zult koopen, verheven heer!” Ik weet niet of zün aardrükskundlge of dy nastieke kennis uit voetbalverslagen stamt of uit het feit, dat een of ander lid van sün familie naar Uruguay geëmigreerd is. Een wlt-roode Bedoelnenkelim bevalt me. Wat hü kost? ,Dle daar?” raast de jongeling, „deze heer- lükste kelim der wereld? Voor u, o mün lieveling, voor u kost hü niets. Ik geef hem u cadeauI" Tk vertaal dit voor mün gezellin, die natuur- lük verrukt is over deze patriarchale zeden van het Oosten. „Neem hem toch," fluistert re me opgewonden toe. Doch tk antwoord den ver- kooper: „Neen, o mün lieveling, uw geschenk is mü te duur!” Op zün gezicht komt een lüdende uitdrukking. „Te duur? Twee pond en vüftlg gurusch is u te duur voor dit heerlüke doek?” Ik doe of ik verder wil gaan en zeg terloops: „Tachtig gurusch geef ik je voor dit pracht stuk!" Ontzetting staat op zün gezicht te lezen: „Mün oogen zullen verblinden, wanneer ik min der dan een pond negentig van u zie. En u wilt toch niet, dat ik blind word?” Ik blüf onwrikbaar bü tachtig gurusch. Vreug de verschünt op zün gezicht. „Een pond tachtig, zei u?” Ik kom er niet meer toe dit zeer bewuste abuis op te helderen, want mün schoone Jonge dame is intusschen verdwenen. Ik vind haar na veel zoeken aan het eind van den bazar, in haar reeds chronisch geworden hemelsche ver zuchting begraven onder züden rommel en ta- püten; ze drinkt koffie en is bereid alles te koopen. wat men^voor haar neerlegt. Ik red wat er te redden al haar besluiten Zooals men ziet zal Frankrük, wil het zich veiligheid in de Mlddellandsche Zee verschaf fen, opnieuw een paar voeren moeten laten. Maar het offer, dat de Fransche republiek dit maal gevraagd zal worden, is gering in verge lijking met dat, hetwelk zü in de Tsjecho-Slo- waaksche kwestie heeft moeten brengen, en waartegenover, in politieleen sin, geen enkel compenseerend voordeel staat. Komt een Ita- liaansch-Fransch accoord tot stand dan zullen ditmaal beide partüen er de vruchten van pluk ken. En de Europeesche vrede doet last but not least opnieuw een stapje vooruit. moeite waard zün geweest, wanneer hü haar zün eigen naam als aanbeveling had kun nen uitspelen.. Of misschien toch niet..—? „U bent dus al over mü ingelicht?” Naar het scheen, lag het niet in de bedoe ling van Marls Disselhoff, het gesprek nog lan ger te rekken, want kort en bondig deelde zü nu mee, wat haar vader gisterenavond als «en nieuwtje uit de herberg had meegebracht. Ja, ik ben over u ingelicht. Toen vader gis terenavond uit .Het Witte Hert” kwam, ver telde hj): „er is daar een vreemde, die óf met molentjes loopt óf gevaarlük is. Misschien wel allebei". En gaat u nu, münheer Warmsteen, anders zou ik uw hoofd nog met mün hamer moeten laten bewerken. En heuach, ik stel mü - niet voor, dat er dan veel büzonders voor den dag zou komen.... Tot ziens!” Eerst totaal verbluft, maar dan weer lachend, keek Sigmar von Wemstein naar de füne trek ken van Maria’s gezicht, zooals het door hot helroods smidsvuur werd beschenen. Een ant woord had hü echter niet direct gereed, wal hem toch maar zelden gebeurde. Hü voelde het op dit oogenblik heel goed, dat hü hü dM smidsdochter in geen enkel opsiebtsoo vlug suc ces aou hebben, als bü de precieuze freuletjes uit lijn eigen kring- ,Jk ben dus, volgens het oordeel van uw vw der. zooiets als ontoerekenbaar en ook nog f vaarlük? En soudt u zoo iemand dan met een hamer willen laten bewerken? O, juffrouw Dis selhoff, wat mlddeleeuwsch!” .(Wordt vervolgd) eens aan! Maar mü interesseert het niet, wanneer u het laatst hebt ge werkt. Dat alle arbeid u anders onverschillig Is. kan ik uit uw manier van spreken goed op maken.... Bent u misschien do zwerver, die gisteren in Het Witte Hert” heeft gelogeerd?" „Wel heb ik van mün leven! U hebt het pre cies geraden, mejuffrouw de smederes!” „Pardon, Disselhoff.** „Nu, juffrouw Disselhoff dan, dat klinkt ook veel beter. Maar hebt u soms de gave van helderziendheid? Of was u gisteren op het bruiloftsfeest?” ,JO, nee, daarvoor heb ik geen tüd en geen moed genoeg, münheer Warmüeer.” „Warmüzer," herhaalde Sigmar von Wern- stein, en hü lachte daarbü zoo luid en barte- lük, dat de smidsjongen aan het aambeeld be gon mee te lachen. Wat men in zoo’n klein gehucht als Altroda tn zoo korten tüd al van zün naam had ge maakt! Doch de grap beviel hem best, en goed bekeken, ging het hem eigenlük niet eens iets aan. Die beepottelüke naam was toch slechte het fsntaaU-product van sen ouden kastelein. Alleen vond hü het minder prettig tegenover musiceerde: .Het is een algemeen bekend feit; dat het muziekleven sedert den baroktüd volkomen ver anderd is. Muziek ten gebruike in de kerk, in het kasteel van den vorst of van den uitgezochten kring van enkele muziekkenners en -minnaars, kan niet ongestraft naar de concertzaal over- U worden. Eenerzüds is ze reeds om haar düken inhoud weinig geschikt voor ge- ■^brulk naar de prakrijken van het zakenleven, anderzüds is ook de acoustiek zelf van onze in dit opzicht beroemde concertzalen haar in geen enkelen zin gunstig. De niet slechte feitelüke. maar ook symbolische afstand van het podium tot den toehoorder reeds is voor deze soort van gemeenschapsmuziek niet bevorderlük. Vroeger placht men in een cirkel of een halven cirkel om de uitvoerenden te zitten. Het podium dwingt den kunstenaar eenerzüds tot een „concertee- rende houding", terwül anderzüds de wanver houding, die er tusschen het weer historisch ge worden clavecymbel en de nog niet tot hun oor- spronkelük karakter teruggekeerde strijkinstru menten bestaat, voorloopig nauwelüks te over bruggen is. Dit is een der treurigste hoofdstuk ken van de beoefening der oude muziek. Het opvoeren der stemming en de technische ver anderingen in den bouw van den strijkstok sinds den baroktüd hebben tusschen de hedendaag sche viool en het clavecymbel een büna onover brugbare klove geschapen: Iedere uitvoering van oude muziek in de concertzaal maakt compro missen noodig, compromissen, waarvan de met de materie vertrouwde uitvoerende kunstenaar Mch het best bewust te. Er moet daarom met den grootsten nadruk op gewezen worden, dat de uitvoering der „oude muziek” een zeer jonge kunst te. waarbü iedereen, kunstenaars, critici en publiek, nog leeren moeten. Hierdoor ver krijgt iedere uitvoering van oude muziek een „paedagogischen” trek, waaraan alleen de on wetende aanstoot nemen kan. De taak om de oude muziek nader tot onze generatie te bren gen is een der dringendste plichten van den musicus in dezen tüd en daarom kan men met ds uitvoering ervan ook niet wachten tot alle min of meer oplosbare uitvoeringsproblemen overwonnen sün. Het sensatloneele succes der gadegeslagen. Bent u hier zooiets als smederes of smederin? Werkelük, daar moet een leek zich evenzeer over verbasen als een vakman.” Het meisje, met een leeren schort voor, bleef verrast staan, maar toch moest zü om het vreemde heerschap lachen. „Ik vind u wel een beetje nieuwsgierig mün heer. „Warmsteen,” stelde de vorst zich haastig voor, met zün Altrodaschen naam. „Warmsteen....? Nu, een echten warmsteen zouden wü wel kunnen gebruiken,” ging Maria op schertsenden toon in. _U meent om User en dergelük spul te ver warmen Nee, juffrouw, zoover reikt de kracht van mün warmte niet. Maar nu in ernst, ik had nog nooit een vrouwelüke smlds- gezel gezien.** „Daar hebt u dan mets aan gemist, münheer. Zet uw wandeling maar voort, misschien ont moet u nog wel meer wereldwonderen, die toch eigenlük geen wonderen zün. Het is hier alleen het heilige moeten, anders niets. Maar het Hjkt wel of u in uw leven nog nooit de noodzaak heeft gekend om geld te verdienen, anders zoudt u niet zoo erg verwonderd sün.” Met deze woorden had het onderhoud en de kennismaking kunnen eindigen. Maar Sigmar von Wemstein wilde dat niet, al ging Maria Disselhoff in de smederij ook weer Overig aan den gang. Vrüpostig als een echte landlooper volgde de jonge vorst het meisje in de halfduistere werk- plaats en zette het onderhoud voort. ■PgL-,. .Ml,'!]." T. MIJ JI L - --1 -Ut- --L! -JN JB LS'L.gJ?.1. 1. -1-1!. 1 - - - XTLB dl /"VLXzlNlNEé O ongevallen veroskerd voor een der volgende uitkeeringsn T MVle*- verites van balde aiman. batdo Iwanm et baMe oogen F t «JVoa a rHiltnrao afloop AAHGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL EategMmoeMeMu^mBWteeog^BnMSEaBmssems maar een leerling te zün, en van haar de noo- dlge aanwüzingen te ontvangen. Sigmar von Wemstein stond eenvoudig per plex en merkte niet, dat het meisje hem al in het oog had. Plotseling klonk achter hem een signaal en even later hield een mooie auto voor de ben- zine-pomp naast de smederü stil. „Een oogenblik, alstublieft!" riep het meisje, en na den smidsjongen nog een en ander te hebben gezegd, legde zü vlug de tang neer. Toon kon Sigmar haar eigenlük pas goed zien. Verdraaid nog toe, was dat me een verras sing! Zóó'n meisje in die donkere smidse! Zü had werkelük voorname gelaatstrekken. Alleen een klein beetje te streng misschien. En wat straalden haar grijsblauwe oogen! Een heele wereld scheen daarin verborgen. Het meisje nam van den vreemdeling niet de mlntete notitie. Zü liep naar den auto, vroeg aan den chauffeur wat hü wenschte en was even later net zoo handig aan de benzinepomp bezig als eerst san het aambeeld. „Vüftlg liter, münheer De chauffeur betaalde, terwijl Blgmar von Wemstein nog steeds stond toe te zien; zün mond half-open van verbazing. Wat jam mer. dat hü nu geen wagen meer had! Het moest beslist een genoegen zün, hier benzine in te nemen. Als bü tooverslag ontwaakte in Blgmar von Wemstein weer volop het gevoel voor humor. En toen Maria Disselhoff hem passeerde, sprak hü haar zonder plichtplegingen aan. eg. Jack, wat ter wereld ligt daar In je Z kast?" „Wat bedoel je, John?" „Daar in dien hoek....! Hier!! Allemachtig, een tapüt. Hoe kom je daar aan?” „Dat te een lang, maar voor je Westersche begrippen toch ook wel interessant verhaal, John. Neem dien stoel en luister. In Europa neemt het koopen van een tapüt niet zoo heel veel tüd in beslag Het eenlge wat noodig te, te geld het besluit om er een te koopen. In het Oosten echter te dit heel an ders, want hier is niet alleen geld noodig. maar ook veel tüd en geduld, doch heelemaal geen besluit. Om je de waarheid van deze stelling te bewüzen. ml ik je precies vertellen, hoe ik aan dat tapüt kom. Ik slenter met een jongedame uit Europa door de bazars, met geen ander doel, dan haar een Ooeterschen bazar te laten zien. We gaan door de koele, aangenaam geurende kruidenbozars, ik wüs haar de blauwe amuletten en karneel- hangertjes, de roode saffraanpantoffels en de met üzer beslagen schoenen voor de Bedoeïnen en tal van andere heerlüke Oostersche produc ten, die aoms uit Zwickau in Baksen of uit Oa- blonz aan de oevers van de Netese komen. En dan gaan we in een bazar van zilversmeden. Mün gezellin is natuurlük in hemelsche verruk king. Ik niet zoo, omdat ik weet, dat we het volgend oogenblik in den bézar van de kleeren-, doeken- en tapütenhandelaars zullen zün, waar reeds menige vrouw haar hart verloren heeft, tenminste aan de goederen, die daar in een ge heimzinnig halfdonker een buitengewone aan trekkingskracht hébben. En jawel, de eerste de beste, een, lange slungel, die mü heel goed kent, maar nét doet of hü mü voor een vreemdeling houdt, kwettert iets in een fantastisch Engelsch, dat de aandacht van mün gezellin op oen stapel züden doeken moet vestigen, die hü met een aapachtige snelheid uit het duister van zün vak te voorschün heeft getooverd precies wat er nu gebeuren gaat en ik tracht de jongedame met een historische verhandeling over de stad af te leiden. Maar natuurlük heeft zü op dat oogenblik lak aan alle historie en vindt den züdevent éénig. In weinig minuten heeft hü haar een paar züden doeken aange smeerd, een kunstzüden Bedoelnenmantel, zoo als geen enkele Bedoeïen ooit draagt en nog een paar kleinigheden, waarvoor ze meer invoer recht moet betalen' dan een halve wagon van dien rommel in Europa kost. Huiverend consta teer ik, dat alle verkoopers in de lange rij met razende snelheid allen afval van het Oosten en bet Westen te voorschün haten. Dat dit alles speciaal voor ons bedoeld is, is duldelük. want wüd en züd is niemand te zien, die iets op een kooper lükt. Om de aandacht van mün gezellin een beetje af te leiden, betast ik zoo terloops een van de met de hand gesponnen geitenhaartapütan. of om het kort te zeggen, een rood-zwart-groenen keUm. Oogenbllkkelük verandert de situatie. De -j--y it het te München bereikte accoord aan- I 1 vankelük büna overal in de wereld behalve natuurlük in Tijecho-Blowskü* en Bovjet-Rusland met instemming begroet Is valt gemakkelük te begrüpen. Deze overeen komst toch maakte een einde aan de nacht merrie, die geheel Europa sinds weken den slaap uit de oogen hield: de oorlog werd ver meden. En welk een oorlog! Evenwel, reeds na enkele dagen blükt, dat de algemeene vreugde eerder een gevolg was van de zucht van verlichting, die de volken slaakten, dan wel een uiting van oprechte on vermengde HUdschap, die haar oorzaak zou kunnen vinden in het feit, dat er nu voor ons werelddeel gelukkiger dagen gaan aanbreken. Misschien hebben de optimisten, die in Mün chen de victorie van den vrede willen zien be ginnen, niet volkomen ongelük. Wellicht ma? men thans aan Hitler's verzgkering. dat Duitachland in Europa geen territoriale eischen meer zal stellen veel waarde toekennen. Mis schien zün de gebrachte groote offers niet te vergeefsch geweest en sal het inderdaad mo- gelük zün tot een conferentie te kotnen, die tot stabilisatie en, op den duur, tot verminde ring van de thans monsterachtige bewapening leidt. Dit alles is mogelük, ofschoon men goed zal doen zich niet te vleten met de verwachting. dat het groote vredesoffensief vandaag of teven en de manier waarop men in de 18e eeuw morgen een grootsche zege zal wegdragen, musiceerde: xfcu niets diste wil maken weet, dat er groote vraagstukken op afdoening wachten en dat er nog heel wat gevaarlüke mpgelükheden uit de wereld zullen geholpen moeten worden vóór de vrede Inderdaad voor langen tüd ver zekerd zal zün. Een van die vraagstukken, een der belangrijkste, betreft de verhouding tus schen Frankrük en Italië. Men weet hoe slecht die verhouding vóór het accoord van München was. Terecht of ten onrechte beschuldigt Italië Frankrijk ervan met het communisme te heulen en, onder Bovjet-pressle, den In Spanje strüdenden re- publikelnschen troepen zóó krachtlgen steun te verleenen, dat de overwinning van Franco daardoor vertraagd wordt. Italië en Frankrijk staan, wat Spanje betreft, aan twee züden van de barricade. Ofschoon de regeering te Parijs ontkent, dat Frankrük den rooden strijders ten Zuiden van de Pyreneeën oorlogsmateriaal le vert, staat het vast, dat vele Fransche be windslieden liever een overwinning van Negrln en Miaja dan een van Franco zien zouden. Frankrük tóch vreest, dat een overwinning van de nationalisten de Fransche positie in ern stige mate verzwakken zou: Frankrijk ducht dat het, na Franco’s overwinning, in de toe komst zal hebben te rekenen met een Spanje, welks regeering zich meer tot Rome dan tot Parü» zal aangetrokken voelen. In geval van vüandelükheden zou de Pyreneeëngrens een aantal Fransche divisies opelschen. waardoor de Fransche weermacht aan de beide andere eventueel bedreigde grenzen ernstig verzwakt sou worden. Dat is niet alles. WU Frankrijk zün verdedi ging met succes kunnen verzekeren dan is hst volstrekt noodzakelük dat de verbindingslijnen van ds republiek met haar Afrikaanschs be zittingen en protectoraten intact blijven. Een met Italië samenwerkend en samenstrüdend Spanje sou die verbindingslünen dagelüks be dreigen niet alleen, maar zelfs geheel kunnen verbreken. Dat sün gevaren, die men te Parijs niet uit het oog verliest en niet uit het oog verliezen mag. Om ze te bezweren is het niet alleen zaak -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 24