De avonturen van een verkeersagentje
I
z
3^ w^Aaal {tan den daq
jongedame, die het op de goedkoope züde-
war«n gemunt heeft, is op den achtergrond ge
komen en de aandacht van alle bazarlieden
richt zich op mü.
I
F 250.
De vorst
E
'.MOTirasf
belegerd door alle verkoopers, die al afgewerkt
zijn en door de anderen, die nog op hun beurt
wachtend heel goed weten, dat ik absoluut
niet van plan ben iets te koopen.
ii
-ST?-
Clavecimbel
ijlden Woorden
l
Het geitenhaar-
tapijt
Frankrijk en Italië
VAN DEN WEG!!
fe-
ts writes wam
reist incognito
DOOR FRITZ METZNER
s
I
e
E
4
F
d
r
d
1
a
tt
•t
I
a
h
R
c
z
•I
a
h
k
E
c
t
t
a
u
**J
Iedereen moet by oude muziek
nog leeren
Bü het volkomen verlies van iedere traditie
In den bouw van clavecymbels, die wü te dan
ken hebben aan de zoo geheel anders ingerichte
muziektraditie van de 10de eeuw, is het niet te
verwonderen, dat de eerste pogingen van een
nieuwe constructie niet dadelijk konden slagen.
Uitgaand van de algemeene „gedachte van den
vooruitgang” kwam men in het geheel niet op
het denkbeeld, in het na-bquwen .van oude clave
cymbels Iets te zien, dat het nastreven waard
was, maar men besloot, een instrument te ma
ken met „alle comfort van den modernen tüd
voorzien”, dat weliswaar ten opzichte van de
wijze, waarop de toon werd voortgebracht, een
clavecymbel was, daarnaast echter een reeks
van „verbeteringen" vertoonde, waarbij men zich
niet zeer het hoofd brak, of daarmee niet tevens
het geheele karakter van het instrument ver
anderd werd. Een schün van rechtvaardiging bü
deze handelwijze bestond inderdaad in verband
met de overgeleverde traditie, dat de oude mees
ters ontevreden geweest waren met den starren
toon van het instrument, waarvoor de onttro
ning van het clavecymbel door het „hamerkla
vier" het beste bewüs was. Een nog belangrükere
rechtvaardiging voor een van de oorspronkelüke
afwijkende constructie was, dat om conuner-
cteete redenen in plaats van een „hulslnstru-
ment”. dat steeds op een plaats bleef, een ge-
makkelük vervoerbaar „reislnstrument" gebouwd
moest worden, dat bestand moest zün tegen al
les, waaraan het op de concertreizen der cém-
belisten blootgesteld werd. Daardoor moest de
bouw van het moderne clavecymbel zich in hooge
mate ven dien van het historische instrument
onderscheiden. Men nam van den modernen
vleugel de zware üzeren omlijsting, men ver
sterkte de besnaring en haar spanning aanzien-
S ko.rzoX I Het gettenhaar-
iets tezeggen,
laat ik hem val- I
len. Hij daalt tot i
anderhalf pond,
maar ik kan zün verdere prüsdallng niet af
wachten, wai5t een of andere jongeling heeft
me bü mün jas gepekt en trekt me naar zün
vak.
Jk wilde u nog ersn cp toto wüseu. majuf* dit flinke mooie meigje liter. Allicht aou bet de
AI I F ARnMNÜ’Q p ayefl m WWta— »8to HIItot werteto ome p 7CA
„Pardon, juffrouw, ik heb p al sea Ujdje
u
N
UW
0
i
Ik weet
(Van een bijzonderen correspondent).
1
g
I
it
gei
1
H
EW
k
(Nadruk verboden)
O
’i
t
C
*1
de
V
ea
1
Mi
v
.Laat one hier het anker uitgooien," zei het matroosje en
„viascher, nu moet je hier wachten. Hoede en ik gaan naar
beneden en dan aal je wel verder sten.” „Ik begrijp het al,” zei
de viascher, Je wUt me op aoo’n manier verlaten.” „Dat aou
niet erg netjes van ons zün,” aei het matroosje.
Altroda telde maar weinig huizen,
meeste om de witgekalkte kerk
van October
prof.
moeite
spoedig
vo
Oe
014
G
n
o
h
ti
d
n
k
L
a
t
I
14
b
s
KM
m
ft
E
I
B
u
I
V
ün de kansen op de tot stand koming van
zulk een overeenkomst na München
grooter geworden? Wü meenen van ja.
Langs bet ankertouw had eerst Keesie en toen het matroosje
zich laten sakken. Vlak bij een wrak van een groot eehip
kwamen ae op den bodem van de rivier. Heb was een oud en
verweerd wak en men kon zien, dat het al heel lang in het
water had gelegen.
stond
in het
te
oude muziek berust toch voor het grootste deel
hierop, dat leder publiek instinctief voelt, dat
hier absolute eerlijkheid in de muzikale taal
heerscht, die, zooals Bach het zoo schoon uit
drukt zur höheren Ehre Oottes" geschreven
is.”
Welke zijn, afgezien van de Spaansche kwes
tie, de Italiaansche else hen? In het kort deze.
Ten aanzien van Tenger wenscht Italië in
rechten een positie In te nemen, gelijkwaardig
aan die van Frankrijk en Engeland. Voor wat
Tunis betreft verlangt Italië een herziening
van de bestaande overeenkomst, die de toe
komst der Italiaansche Tunesiër» In alle op
zichten waarborgt. Verder staan op het Itali
aansche verlanglijstje: een herziening van de
grens tusschen Fransch Somali-land en Abes-
sinië, herziening van de overeenkomst in zake
den spoorweg Djiboetl-Addls Abeba, waarvan
thans slechts 2500 van de 34000 aandeelen In
Italiaansche handen zijn, de tot standkomlng
van een overeenkomst in zake de positie van de
italiaansche emigranten in Frankrijk, een door
Frankrijk uit te vaardigen verbod in zake de
antl-fascistlsche propaganda op het grondge
bied der republiek en, in verband daarmee, be
perkende voorschriften betreffende de werk
zaamheid der naar Fransch grondgebied uit
geweken Italiaansche anti-fasclsten. Voorts
moet Frankrijk er in toestemmen concessies
op economisch en handelsgebied te doen, waar
van intusschen niet alleen Italië en zijn Afrl-
kaansche bezittingen zullen profiteered maar
ook het Fransche koloniale rijk. Op deze voor
waarden zal Italië bereid zjjn een overeen
komst te teekenen, waarin de regeeringen van
belde landen verklaren, dat Italië en Frankrijk,
wederzijds erkennend dat zij in de Middelland-
sche Zee vitale belangen hébben, elkaar het
recht van vrije passage over deze zee onvoor
waardelijk waarborgen, mits geen van beide
landen den bestaanden status wijzigt.
al voldoende. Langer zou hij het er trouwens
niet eens uithouden.
HU was al van plan, den weg naar het land
goed in te slaan, toen hij weer om zijn brief
dacht. Eerst moest hl) naar de brievenbus, die
zich aan het einde van het dorp, bijna naast de
smederij bevond. Iets romantisch had die kleine
brievenbus daar voor Sigmar, net als alle
andere brievenbussen op het platte land. Het
was of er iets geheimzinnigs omheen zweefde.
De tijd van de lichtingen stond er niet eens op
aangegeven.
Met een plons viel de zware brief op den
blikken bodem. Zoo, nu kon Sigmar overleggen,
wat verder te doen. Waarheen....?
De zwarte poort van de smederij stond wa
genwijd open. De reuk van geschroeid hoorn
stroomde naar bulten en harde slagen van me
taal op metaal deden zich hooren.
Spelend mét den hoed in zijn hand
Sigmar voor de open poort en tuurde
halfduister. Eerst zagen zijn oogen niets an
ders dan het vuur en den blaasbalg. Maar
langzamerhand ontdekte hü ook nog twee ge
stalten; twee knechts schenen het te zijn. Sig
mar keek nog wat scherper en toen.... toen
was hij één en al verbazing. Naast het aam
beeld stond een.... meisje, en dat meisje han
teerde een vuurtang. Een heel aardig meisje
aan het aambeeld in een smidse.... Dat was
nu toch werkelijk een sensatie. Hoe makkelijk
sprong dat meisje met het zware gereedschap
om. De tang draalde en bewoog in haar hand
TBDSBlfe Dt jongyn ng*St hwr SChOGQ DO*
Niettemin gaat het grappige spel met wisse
lende rollen door, mijn gezellin begint on
danks onverminderde verrukking teekenen
van vermoeidheid en vlooienbeten te vertoonen,
steeds nieuwe kelims doemen voor onze oogen
op. steeds nieuwe plechtige verzekeringen en
eeden en steeds nieuwe prijsdalingen. Allang
heb ik het vastgesteld, dat bepaalde stukken, die
we al hebben afgewezen, na eenigen tijd weer
tegen verhoogde prijzen te voorschijn komen
en wel als „aooeven uit Bagdad, uit Damascus,
uit de tenten van de Roeala-bedoeïnen aange
komen," tot plotseling de verlossing komt. Aan
het andere einde van den bazar komt een stel
Amerlkaansche dames, met tropenhelmen ge
wapend, opdagen. Angstwekkend plotseling ont
staat rondom ons om zoo te zeggen een lucht
ledige ruimte: de bazar heeft als bij tooverslag
alle belangstelling voor ons verloren. Vol eer
bied en dankbaarheid den dollar, ondanks zijn
val, prijzend, neem ik mijn Europeesche bU den
arm en verdwijn snel in den kruldenbasar, waar
geen kelims zijn. Nauwelijks echter hebben we
tien passen gedaan, of de tweede Mekka-pel-
grim rijdt voor me op; hij drukt me den wlt-
rooden kelim In de hand en verzekerd snikkend:
„Hoer, neem hem, want mijn hart bloedt bij
de gedachte dat gij zonder kelim huiswaarts
gaai."
Onbewogen zeg ik: „Tachtig gurusch, sjeikl"
Vol opoffering antwoordt hij: .Heer, gij hebt
bet gezegd. Ik geef hem u, maar weet wel, dat
hij mij dubbel zooveel gekost heeft.”
In de oogen van mijn schoone gezellin ben
ik zooiets als een held, een man, die van slh
markten thuis is. Dit succes is de viJf-en-twln-
tig gurusch wel waard, welke ik teveel betaald
heb voor de kelim, waarmee ik met den besten
wil ter wereld niet weet wat ik doen moet!”
Vast staat, dat Italië er veel aan gelegen is,
dat het met Engeland gesloten verdrag einde
lijk zijn definitieve bekrachtiging vindt, vast
staat óók, dat Rome niet ongeneigd is de on-
derhandelingen met Frankrijk te hervatten, in
dien het er op rekenen mag, dat de regeering
te Parijs bereid is aan de Italiaansche aan
spraken tegemoet te komen. De Fransche regee
ring is hiertoe thans ook bereid, hetgeen reeds
blijkt uit het Dinsdag door den ministerraad
genomen besluit een ambassadeur te- benoe
men bjj de regeering van Z. M. den Konlng en
Keizer Victor Emanuel. Zooals men weet, werd
Frankrijk langen tijd bij het Quirinaal verte
genwoordigd door een zaakgelastigde.
Daarmee alléén is Italië evenwel niet tevre
den. Wil het tusschen Parijs en Rome te slui
ten accoord blijvende waarde hebben dan moet
het een einde maken aan de vele netelige kwes
ties, die thans tusschen het Latijnsche zuster
paar nog hangende zijn. Mussolini is daarop
thans te meer gesteld omdat het accoord van
München Italië geen enkel concreet voordeel
heeft gebracht; van den „realist** Mussolini
kan bezwaarlijk verondersteld worden dat hij,
aan de grootheid van het Derde Rijk arbei
dend, de belangen van het Italiaansche Impe
rium vergeet.
De smid zag den kastelein met een veelbe-
toekenenden blik aan. HU wist er allee van; de
Jeugd van tegenwoordig wilde niet meer wer
ken.
Het gesprek over den zonderlingen gast zou
waarschijnlijk nog verder zijn voortgezet, wan
neer Blgmar von Wemstein zelf niet even later
de gelagkamer was binnengekomen.
JSet ontbijt wordt oogenbllkkelük gebracht,
mijnheer Warmsteen. Blijft u nog langer hier?”
„Nee, ik heb er genoeg van.”
Sigmar informeerde naar een brievenbus en
kort daarop verliet hij, met den brief aan graaf
Hughen in de hand, de gelagkamer weer. Op
zijn gemak slenterde hü door het dorpje, waar
ten fraai oud clavecymbel,
met aan den binnenkant
betchilderd bovenblad
trouw de smederes. Ten eerste, ik heb u geen
wereldwonder genoemd, si bent u dat misschien
wel, wat uw radheid van tong betreft. En ten
tweede, ik heb gisteren nog gewerkt. Nou ja.
alleen maar plano gespeeld, wat natuurlijk
lichter werk is dan met een heinar omgaan,
maar.... toch gewerkt.”
Nu moest Maria lachen.
,«ük
heuach
met het toekomstige Spanje goede betrekkin
gen te onderhouden, maar vooral met de Ja-
tUnsche zuster”, die de Mlddellandsche Zee
beheerscht, met Italië, opnieuw vriendschap
pelijke relaties aan te knoopen.
Engeland heeft met Italië een verdrag ge
sloten. dat belden landen den status quo in de
Mlddellandsche Zee waarborgt. Dtt verdrag is
tot dusver niet in werking getreden, omdat
de Spaansche burgeroorlog nog steeds geen
bevredigend einde genomen heeft. Maar de
ratificatie van dit verdrag zal alléén haar volle
beteekenls krijgen, wanneer ook Italië en
Frankrijk een dergelijke overeenkomst kun
nen aangaan. Vrede in de Mlddellandsche Zee
beteekent voor de Fransche republiek minstens
evenveel, en waarschijnlijk heel wat meer, dan
voor het Britsche wereldrijk.
sün verschonen reeds een ware sensatie was
geworden.
waarvan de
bUeen stonden.
Onder het voortloopen rekende Sigmar von
Wemstein zoo eens uit, hoeveel geld hij nog
bezat. Veel was hem niet overgebleven. Zou
het toch niet het beste zijn, de betrekking bü
Richter aan te nemen? Een paar weken was
Hjk, zoodat het „tokkelen” oneindig veel scher-
per werd, dan vroeger het geval was; men nam
ook uit de laatste periode van het bouwen der
historische clavecymbels leertongen over, in
plaats van de .gemakkelijk breekbare" penne-
aehachten; men verlegde het bedienen der re
gisters van de handen der spelers naar pedalen
en, wat wellicht het ongelukkigste van alle ver
nieuwingen was, men veranderde zelfs de histo
risch algemeen gebruikelijke verdeeling der re-
glstratlekleuren der manualen.”
De schrijver constateert, dat er een diep ver
schil is tusschen het hedendaagsche concert-
n jDe Wereld der Muziek”
komt een artikel voor van prof. Erwin
Bodky, den virtuozen bespeler van het clave
cymbel en Overigen propagandist voor de juiste
uitvoering van oude muziek, over „Het clave
cymbel en de herleving der oude muziek" bü
Hesse te BerUJn heeft prof. Bodky in 1931 een
boek in het licht gegeven over dit onderwerp.
In het genoemde artikel komt nü op zlln denk
beelden terug, en zegt oa.:
„Terwül nog voor enkele tientallen jaren het
clavecymbelspelen beperkt was tot den kring
van de groote voorgangster (Wanda Landowska)
en haar eerste leerlingen, is thans het aantal
der bespelers van het instrument reeds niet te
overzien en de bouw van clavecymbels een bloei
ende zaak van industrie geworden. Het instru
ment heeft zelf zün plaats veroverd in het mo
derne muziekleven en de weinige tegenstanders,
die het nog heeft en die beweren, zün „pieteri-
gen" klank niet te kunnen verdragen hoe
merkwaardig is het, dat menschen met begrip
een geluldssurrogaat kunnen verkiezen boven het
onvervalschte oorspronkelijke, dat meerdere
eeuwen waarlük genot vermocht te geven
vinden büna geen aanhangers me*.
„Hoor mü aan, o heer," fluistert een scheel-
ziende handelaar met den witten doek der
Mekka-pelgrlms om. mü toe: Jk heb hier voor
u een kelim, zooals uw oogen, noch de oogen
van een ander mensch ooit hebben aanschouwd.”
En op hetzelfde oogenblik stort een kelim-
pyramide voor mü ineen, twee jongens groeien
uit den grondsop en ontrollen haastig meer
kelims dan noodig zün om den weg van Sfam-
boel naar Mekka te beleggen. Twee tot vier
meter lange strooken spannen zü dwars over de
straat, terwül de concurrenten als de wind alle
züdewaren opruimen en met kelimstrooken voor
den dag komen. Ik betast het weefsel na-
tuurlük wil ik nujn gezellin imponeeren en in
heel mün manter van optreden doe ik erg des
kundig luister onverstoorbaar kalm naar ds
bewering, dat teder die zegt dat dit anillne-
kleuren zün, een ellendige leugenaar, ja de va-
der van den leugen zelf is, die op den laatstee
oordeelsdag zeer onaangename dingen zal on
dervinden om deze bewering; ik hoor zeventien
eeden zweren bü Allah en den profeet en ver
neem, dat de kelim, die ik in mün handen houd
„voor u, alleen
voor u, lieve- j
„Hawadja." huilt hü. zoo en zoo heeft
bü mü gekocht en ook, de Voning van Uruguay.
Ook gü zult koopen, verheven heer!”
Ik weet niet of zün aardrükskundlge of dy
nastieke kennis uit voetbalverslagen stamt of
uit het feit, dat een of ander lid van sün familie
naar Uruguay geëmigreerd is.
Een wlt-roode Bedoelnenkelim bevalt me. Wat
hü kost?
,Dle daar?” raast de jongeling, „deze heer-
lükste kelim der wereld? Voor u, o mün lieveling,
voor u kost hü niets. Ik geef hem u cadeauI"
Tk vertaal dit voor mün gezellin, die natuur-
lük verrukt is over deze patriarchale zeden
van het Oosten. „Neem hem toch," fluistert re
me opgewonden toe. Doch tk antwoord den ver-
kooper: „Neen, o mün lieveling, uw geschenk
is mü te duur!”
Op zün gezicht komt een lüdende uitdrukking.
„Te duur? Twee pond en vüftlg gurusch is u
te duur voor dit heerlüke doek?”
Ik doe of ik verder wil gaan en zeg terloops:
„Tachtig gurusch geef ik je voor dit pracht
stuk!"
Ontzetting staat op zün gezicht te lezen:
„Mün oogen zullen verblinden, wanneer ik min
der dan een pond negentig van u zie. En u wilt
toch niet, dat ik blind word?”
Ik blüf onwrikbaar bü tachtig gurusch. Vreug
de verschünt op zün gezicht.
„Een pond tachtig, zei u?”
Ik kom er niet meer toe dit zeer bewuste
abuis op te helderen, want mün schoone Jonge
dame is intusschen verdwenen. Ik vind haar
na veel zoeken aan het eind van den bazar, in
haar reeds chronisch geworden hemelsche ver
zuchting begraven onder züden rommel en ta-
püten; ze drinkt koffie en is bereid alles te
koopen. wat men^voor haar neerlegt. Ik red
wat er te redden
al haar besluiten
Zooals men ziet zal Frankrük, wil het zich
veiligheid in de Mlddellandsche Zee verschaf
fen, opnieuw een paar voeren moeten laten.
Maar het offer, dat de Fransche republiek dit
maal gevraagd zal worden, is gering in verge
lijking met dat, hetwelk zü in de Tsjecho-Slo-
waaksche kwestie heeft moeten brengen, en
waartegenover, in politieleen sin, geen enkel
compenseerend voordeel staat. Komt een Ita-
liaansch-Fransch accoord tot stand dan zullen
ditmaal beide partüen er de vruchten van pluk
ken. En de Europeesche vrede doet last but
not least opnieuw een stapje vooruit.
moeite waard zün geweest, wanneer hü
haar zün eigen naam als aanbeveling had kun
nen uitspelen.. Of misschien toch niet..—?
„U bent dus al over mü ingelicht?”
Naar het scheen, lag het niet in de bedoe
ling van Marls Disselhoff, het gesprek nog lan
ger te rekken, want kort en bondig deelde zü
nu mee, wat haar vader gisterenavond als «en
nieuwtje uit de herberg had meegebracht.
Ja, ik ben over u ingelicht. Toen vader gis
terenavond uit .Het Witte Hert” kwam, ver
telde hj): „er is daar een vreemde, die óf met
molentjes loopt óf gevaarlük is. Misschien wel
allebei". En gaat u nu, münheer Warmsteen,
anders zou ik uw hoofd nog met mün hamer
moeten laten bewerken. En heuach, ik stel mü -
niet voor, dat er dan veel büzonders voor den
dag zou komen.... Tot ziens!”
Eerst totaal verbluft, maar dan weer lachend,
keek Sigmar von Wemstein naar de füne trek
ken van Maria’s gezicht, zooals het door hot
helroods smidsvuur werd beschenen. Een ant
woord had hü echter niet direct gereed, wal
hem toch maar zelden gebeurde. Hü voelde het
op dit oogenblik heel goed, dat hü hü dM
smidsdochter in geen enkel opsiebtsoo vlug suc
ces aou hebben, als bü de precieuze freuletjes
uit lijn eigen kring-
,Jk ben dus, volgens het oordeel van uw vw
der. zooiets als ontoerekenbaar en ook nog f
vaarlük? En soudt u zoo iemand dan met een
hamer willen laten bewerken? O, juffrouw Dis
selhoff, wat mlddeleeuwsch!”
.(Wordt vervolgd)
eens aan! Maar mü interesseert het
niet, wanneer u het laatst hebt ge
werkt. Dat alle arbeid u anders onverschillig
Is. kan ik uit uw manier van spreken goed op
maken.... Bent u misschien do zwerver, die
gisteren in Het Witte Hert” heeft gelogeerd?"
„Wel heb ik van mün leven! U hebt het pre
cies geraden, mejuffrouw de smederes!”
„Pardon, Disselhoff.**
„Nu, juffrouw Disselhoff dan, dat klinkt ook
veel beter. Maar hebt u soms de gave van
helderziendheid? Of was u gisteren op het
bruiloftsfeest?”
,JO, nee, daarvoor heb ik geen tüd en geen
moed genoeg, münheer Warmüeer.”
„Warmüzer," herhaalde Sigmar von Wern-
stein, en hü lachte daarbü zoo luid en barte-
lük, dat de smidsjongen aan het aambeeld be
gon mee te lachen.
Wat men in zoo’n klein gehucht als Altroda
tn zoo korten tüd al van zün naam had ge
maakt! Doch de grap beviel hem best, en goed
bekeken, ging het hem eigenlük niet eens iets
aan. Die beepottelüke naam was toch slechte
het fsntaaU-product van sen ouden kastelein.
Alleen vond hü het minder prettig tegenover
musiceerde:
.Het is een algemeen bekend feit; dat het
muziekleven sedert den baroktüd volkomen ver
anderd is. Muziek ten gebruike in de kerk, in
het kasteel van den vorst of van den uitgezochten
kring van enkele muziekkenners en -minnaars,
kan niet ongestraft naar de concertzaal over-
U worden. Eenerzüds is ze reeds om haar
düken inhoud weinig geschikt voor ge-
■^brulk naar de prakrijken van het zakenleven,
anderzüds is ook de acoustiek zelf van onze in
dit opzicht beroemde concertzalen haar in geen
enkelen zin gunstig. De niet slechte feitelüke.
maar ook symbolische afstand van het podium
tot den toehoorder reeds is voor deze soort van
gemeenschapsmuziek niet bevorderlük. Vroeger
placht men in een cirkel of een halven cirkel
om de uitvoerenden te zitten. Het podium dwingt
den kunstenaar eenerzüds tot een „concertee-
rende houding", terwül anderzüds de wanver
houding, die er tusschen het weer historisch ge
worden clavecymbel en de nog niet tot hun oor-
spronkelük karakter teruggekeerde strijkinstru
menten bestaat, voorloopig nauwelüks te over
bruggen is. Dit is een der treurigste hoofdstuk
ken van de beoefening der oude muziek. Het
opvoeren der stemming en de technische ver
anderingen in den bouw van den strijkstok sinds
den baroktüd hebben tusschen de hedendaag
sche viool en het clavecymbel een büna onover
brugbare klove geschapen: Iedere uitvoering van
oude muziek in de concertzaal maakt compro
missen noodig, compromissen, waarvan de met
de materie vertrouwde uitvoerende kunstenaar
Mch het best bewust te. Er moet daarom met
den grootsten nadruk op gewezen worden, dat
de uitvoering der „oude muziek” een zeer jonge
kunst te. waarbü iedereen, kunstenaars, critici
en publiek, nog leeren moeten. Hierdoor ver
krijgt iedere uitvoering van oude muziek een
„paedagogischen” trek, waaraan alleen de on
wetende aanstoot nemen kan. De taak om de
oude muziek nader tot onze generatie te bren
gen is een der dringendste plichten van den
musicus in dezen tüd en daarom kan men met
ds uitvoering ervan ook niet wachten tot alle
min of meer oplosbare uitvoeringsproblemen
overwonnen sün. Het sensatloneele succes der
gadegeslagen. Bent u hier zooiets als smederes
of smederin? Werkelük, daar moet een leek zich
evenzeer over verbasen als een vakman.”
Het meisje, met een leeren schort voor, bleef
verrast staan, maar toch moest zü om het
vreemde heerschap lachen.
„Ik vind u wel een beetje nieuwsgierig mün
heer.
„Warmsteen,” stelde de vorst zich haastig
voor, met zün Altrodaschen naam.
„Warmsteen....? Nu, een echten warmsteen
zouden wü wel kunnen gebruiken,” ging Maria
op schertsenden toon in.
_U meent om User en dergelük spul te ver
warmen Nee, juffrouw, zoover reikt de
kracht van mün warmte niet. Maar nu in
ernst, ik had nog nooit een vrouwelüke smlds-
gezel gezien.**
„Daar hebt u dan mets aan gemist, münheer.
Zet uw wandeling maar voort, misschien ont
moet u nog wel meer wereldwonderen, die toch
eigenlük geen wonderen zün. Het is hier alleen
het heilige moeten, anders niets. Maar het Hjkt
wel of u in uw leven nog nooit de noodzaak
heeft gekend om geld te verdienen, anders
zoudt u niet zoo erg verwonderd sün.”
Met deze woorden had het onderhoud en de
kennismaking kunnen eindigen. Maar Sigmar
von Wemstein wilde dat niet, al ging Maria
Disselhoff in de smederij ook weer Overig aan
den gang.
Vrüpostig als een echte landlooper volgde de
jonge vorst het meisje in de halfduistere werk-
plaats en zette het onderhoud voort.
■PgL-,. .Ml,'!]." T. MIJ JI L - --1 -Ut- --L! -JN JB LS'L.gJ?.1. 1. -1-1!. 1 - - -
XTLB dl /"VLXzlNlNEé O ongevallen veroskerd voor een der volgende uitkeeringsn T MVle*- verites van balde aiman. batdo Iwanm et baMe oogen F t «JVoa a rHiltnrao afloop
AAHGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
EategMmoeMeMu^mBWteeog^BnMSEaBmssems
maar een leerling te zün, en van haar de noo-
dlge aanwüzingen te ontvangen.
Sigmar von Wemstein stond eenvoudig per
plex en merkte niet, dat het meisje hem al in
het oog had.
Plotseling klonk achter hem een signaal en
even later hield een mooie auto voor de ben-
zine-pomp naast de smederü stil.
„Een oogenblik, alstublieft!" riep het meisje,
en na den smidsjongen nog een en ander te
hebben gezegd, legde zü vlug de tang neer.
Toon kon Sigmar haar eigenlük pas goed zien.
Verdraaid nog toe, was dat me een verras
sing! Zóó'n meisje in die donkere smidse! Zü
had werkelük voorname gelaatstrekken. Alleen
een klein beetje te streng misschien. En wat
straalden haar grijsblauwe oogen! Een heele
wereld scheen daarin verborgen.
Het meisje nam van den vreemdeling niet de
mlntete notitie. Zü liep naar den auto, vroeg
aan den chauffeur wat hü wenschte en was
even later net zoo handig aan de benzinepomp
bezig als eerst san het aambeeld.
„Vüftlg liter, münheer
De chauffeur betaalde, terwijl Blgmar von
Wemstein nog steeds stond toe te zien; zün
mond half-open van verbazing. Wat jam
mer. dat hü nu geen wagen meer had! Het
moest beslist een genoegen zün, hier benzine
in te nemen.
Als bü tooverslag ontwaakte in Blgmar von
Wemstein weer volop het gevoel voor humor.
En toen Maria Disselhoff hem passeerde, sprak
hü haar zonder plichtplegingen aan.
eg. Jack, wat ter wereld ligt daar In je
Z kast?"
„Wat bedoel je, John?"
„Daar in dien hoek....! Hier!! Allemachtig,
een tapüt. Hoe kom je daar aan?”
„Dat te een lang, maar voor je Westersche
begrippen toch ook wel interessant verhaal,
John. Neem dien stoel en luister.
In Europa neemt het koopen van een tapüt
niet zoo heel veel tüd in beslag Het eenlge wat
noodig te, te geld het besluit om er een te
koopen. In het Oosten echter te dit heel an
ders, want hier is niet alleen geld noodig. maar
ook veel tüd en geduld, doch heelemaal geen
besluit. Om je de waarheid van deze stelling te
bewüzen. ml ik je precies vertellen, hoe ik aan
dat tapüt kom.
Ik slenter met een jongedame uit Europa door
de bazars, met geen ander doel, dan haar een
Ooeterschen bazar te laten zien. We gaan door
de koele, aangenaam geurende kruidenbozars,
ik wüs haar de blauwe amuletten en karneel-
hangertjes, de roode saffraanpantoffels en de
met üzer beslagen schoenen voor de Bedoeïnen
en tal van andere heerlüke Oostersche produc
ten, die aoms uit Zwickau in Baksen of uit Oa-
blonz aan de oevers van de Netese komen. En
dan gaan we in een bazar van zilversmeden.
Mün gezellin is natuurlük in hemelsche verruk
king. Ik niet zoo, omdat ik weet, dat we het
volgend oogenblik in den bézar van de kleeren-,
doeken- en tapütenhandelaars zullen zün, waar
reeds menige vrouw haar hart verloren heeft,
tenminste aan de goederen, die daar in een ge
heimzinnig halfdonker een buitengewone aan
trekkingskracht hébben. En jawel, de eerste de
beste, een, lange slungel, die mü heel goed kent,
maar nét doet of hü mü voor een vreemdeling
houdt, kwettert iets in een fantastisch Engelsch,
dat de aandacht van mün gezellin op oen stapel
züden doeken moet vestigen, die hü met een
aapachtige snelheid uit het duister van zün
vak te voorschün heeft getooverd
precies wat er nu gebeuren gaat en ik tracht
de jongedame met een historische verhandeling
over de stad af te leiden. Maar natuurlük heeft
zü op dat oogenblik lak aan alle historie en
vindt den züdevent éénig. In weinig minuten
heeft hü haar een paar züden doeken aange
smeerd, een kunstzüden Bedoelnenmantel, zoo
als geen enkele Bedoeïen ooit draagt en nog een
paar kleinigheden, waarvoor ze meer invoer
recht moet betalen' dan een halve wagon van
dien rommel in Europa kost. Huiverend consta
teer ik, dat alle verkoopers in de lange rij met
razende snelheid allen afval van het Oosten en
bet Westen te voorschün haten. Dat dit alles
speciaal voor ons bedoeld is, is duldelük. want
wüd en züd is niemand te zien, die iets op een
kooper lükt.
Om de aandacht van mün gezellin een beetje
af te leiden, betast ik zoo terloops een van de
met de hand gesponnen geitenhaartapütan. of
om het kort te zeggen, een rood-zwart-groenen
keUm. Oogenbllkkelük verandert de situatie. De
-j--y it het te München bereikte accoord aan-
I 1 vankelük büna overal in de wereld
behalve natuurlük in Tijecho-Blowskü*
en Bovjet-Rusland met instemming begroet
Is valt gemakkelük te begrüpen. Deze overeen
komst toch maakte een einde aan de nacht
merrie, die geheel Europa sinds weken den
slaap uit de oogen hield: de oorlog werd ver
meden. En welk een oorlog!
Evenwel, reeds na enkele dagen blükt, dat
de algemeene vreugde eerder een gevolg was
van de zucht van verlichting, die de volken
slaakten, dan wel een uiting van oprechte on
vermengde HUdschap, die haar oorzaak zou
kunnen vinden in het feit, dat er nu voor ons
werelddeel gelukkiger dagen gaan aanbreken.
Misschien hebben de optimisten, die in Mün
chen de victorie van den vrede willen zien be
ginnen, niet volkomen ongelük. Wellicht ma?
men thans aan Hitler's verzgkering. dat
Duitachland in Europa geen territoriale eischen
meer zal stellen veel waarde toekennen. Mis
schien zün de gebrachte groote offers niet te
vergeefsch geweest en sal het inderdaad mo-
gelük zün tot een conferentie te kotnen, die
tot stabilisatie en, op den duur, tot verminde
ring van de thans monsterachtige bewapening
leidt. Dit alles is mogelük, ofschoon men goed
zal doen zich niet te vleten met de verwachting.
dat het groote vredesoffensief vandaag of
teven en de manier waarop men in de 18e eeuw morgen een grootsche zege zal wegdragen,
musiceerde: xfcu niets diste wil maken weet, dat er
groote vraagstukken op afdoening wachten en
dat er nog heel wat gevaarlüke mpgelükheden
uit de wereld zullen geholpen moeten worden
vóór de vrede Inderdaad voor langen tüd ver
zekerd zal zün. Een van die vraagstukken, een
der belangrijkste, betreft de verhouding tus
schen Frankrük en Italië.
Men weet hoe slecht die verhouding vóór
het accoord van München was. Terecht of ten
onrechte beschuldigt Italië Frankrijk ervan
met het communisme te heulen en, onder
Bovjet-pressle, den In Spanje strüdenden re-
publikelnschen troepen zóó krachtlgen steun
te verleenen, dat de overwinning van Franco
daardoor vertraagd wordt. Italië en Frankrijk
staan, wat Spanje betreft, aan twee züden van
de barricade. Ofschoon de regeering te Parijs
ontkent, dat Frankrük den rooden strijders ten
Zuiden van de Pyreneeën oorlogsmateriaal le
vert, staat het vast, dat vele Fransche be
windslieden liever een overwinning van Negrln
en Miaja dan een van Franco zien zouden.
Frankrük tóch vreest, dat een overwinning van
de nationalisten de Fransche positie in ern
stige mate verzwakken zou: Frankrijk ducht
dat het, na Franco’s overwinning, in de toe
komst zal hebben te rekenen met een Spanje,
welks regeering zich meer tot Rome dan tot
Parü» zal aangetrokken voelen. In geval van
vüandelükheden zou de Pyreneeëngrens een
aantal Fransche divisies opelschen. waardoor
de Fransche weermacht aan de beide andere
eventueel bedreigde grenzen ernstig verzwakt
sou worden.
Dat is niet alles. WU Frankrijk zün verdedi
ging met succes kunnen verzekeren dan is hst
volstrekt noodzakelük dat de verbindingslijnen
van ds republiek met haar Afrikaanschs be
zittingen en protectoraten intact blijven. Een
met Italië samenwerkend en samenstrüdend
Spanje sou die verbindingslünen dagelüks be
dreigen niet alleen, maar zelfs geheel kunnen
verbreken.
Dat sün gevaren, die men te Parijs niet uit
het oog verliest en niet uit het oog verliezen
mag. Om ze te bezweren is het niet alleen zaak
-