I Het wonderlijke avontuur het bosch in FOTO REPORTAG E AAN DE SPAANSCHE GRENS 333 Zoekt gij betrouwbaar Personeel? j Liedjes zingen Plaats dan een „Omroeper voor 90.000 gezinnen en weer” „Heen r Spelen voor jong en oud Cr< f 1 „Pas op voor het luchtschip” I DONDERDAG 27 OCTOBER 1938 L - h ve: 1 K. D. stoom* een gezegd ultge- me aan Ver en klappertandend I De Internationale voetbalwedstrijd Engeland tegen het Continent, welke Woensdag te Londen werd gespeeld, Is door de Engelschen mot 3—0 gewonnen. Een moment uit deze^.btg match* moest Inne- Hoe groot was hun blijdschap, toen ze hem weer als een gewoon kaboutertje za gen liggen! Ze pakten elkaar bU de hand en voerden een vreugdedans rond hem uit. Nog grooter was evenwel de vreugde van kabouter „Ongeduld" zelf. Met dit avontuur wwa^hij meteen van zijn snoeplust gene tlet «geduld van kabouter „Onge- as hierdoor weer iets grooter ge- De burgemeester wijst naar de jongens: onmiddellljk beginnen die met een lied. Onverwachts, ook al hebben ze het nog niet uit, wijst hij naar de meisjes: direct moeten zij Invallen met ’n ander lied. Een partij is af, wanneer zij niets meer weet of ’n lied ten gehoore brengt, dat al gezongen is. Hoe vlugger de burgemeester wijst, hoe moellijker het wordt kan ook aan een tafel De spelers moeten dan C 11 d d ZU <wt 1 graai vwju •ebet tngeei do in on va en dl do er re tv te Ir ir n U 11 te zi ti hi De daten evene hoefd de re vaar De en n bran< met electi ten s ni sl d< W< Sluit! graai Zn. i Berg Wl Uit ric bri Uil vri vei a pla tot wo nei me aai vei voc sta «PI dit ker wel Is t tig» zal ma Fin dar onz ach De heer De Leeuw, thans burgemee ster van Ammerzoden, is met ingang van 1 November a.s. benoemd tot burgemeester der gemeente Didam zen ei duld” Een tafel-tennis-net geeft dan de schei ding aan van de twee gebieden. Hierbij moet er dus alleen op worden ge let op welken kant van de tafel het lucht schip neeriratnt. Ook wanneer het aan een van beide kanten op den grond valt, is dit ’n punt voor de tegenpartij. Spelers in kring. In het midden de leider. No. 1 begint aldus:, „Water herinnert mij aan een boot.” No. 2 gaat verder en zegt: ,,’n Stoomboot herinnert me aan reis.” No. 3 vervolgt: ,,’n Reis herinnert me aan Zuid-Afrika.” No. 4: „Zuld-Afrika aan ’n wilden tijger.” Zoo gaat het den heelen kring door.. Nemen we aan, dat No. 4 de laatste spe ler is geweest. De leider geeft nu no. 1 weer het woord en die moet beginnen met het woord dat de laatste speler De begrafenis Prins regent Paul van Jugoslav» had te Oplenatz plaats. Achter da lijkbaar onderscheidt men Koning Peter (x) Het was een snikheete dag. Fel brandde de zon op de wegen en in t rijk beschaduwde bosch was het nauwe lijks uit te houden. De bloemen lieten moe en slap haar kopjes hangen. De vogels zaten in elkaar gedoken te dutten*en ze waren te afgemat om bun gekwetter te laten hooren. Lydia, een klein meisje met blonde krul len, stapte haastig door het bosch met een l^orfje aan haar'arm. Ze had voor moeder boodschappen ge daan in het naaste dorp en nu keerde ze door net bosch naar huis terug. Oh, wat was *t een vermoeiende wandeling met die hitte. Haar voetjes konden haast niet meer voort. Eindelijk vlijde zij zich neer In het zachte mos. Haar zwaar gevulde korfje met boodschappen zette zij zorgvuldig naast zich en het duurde niet lang of ze was in droomenland- Ze droomde van een kabouter met ’n roode puntmuts op en een pijpje '-“'-'getaaakt van een eikel hing aan een leeren gordel. Stil sloop hij op haar toe en plukte on derwijl een grassprietje. Hiermee kriebel de hij haar In *t gezicht en daardoor werd ze wakker. Versuft keek Lydia rond en in ’t begin wist ze niet meer waar ze was. In de hoogopgegroeide boschbessenstrui- ken hoorde ze geritsel. Ze zag iets bewe gen, maar dat kon wel een eekhoorn ot konijntje zijn geweest. De kabouter, waar van ze gedroomd had, was nergens te be kennen en bij zichzelf lachte ze om haar gekken droom. „Oh,” dacht ze eensklaps, „het zal wel laat zijn en wat zal moeder In ongerust heid zitten.” Ze keek even in haar mandje om te zien of alles er in lag. Ja, daar was de suiker, de thee en de lucifers en het kulkenvoer voor de lieve kuikentjes, die later groote. goede kippen moesten worden. En het ka- nariezaad voor Pietje, het leuke, gele vo- Ze doèn daarom hun uiterste best de landing te voorkomen. 'n Touw op ongeveer twee meter hoogte vastgemaakt, verdeelt de gang of het ver trek in twee gebieden. In leder gebied staat *n gelijk aantal spelers. Links de Zoeloe's, rechts de Pygmeeën. ’n Opgeblazen speelgoedballon wordt op gegooid door den scheidsrechter. Nu begint de afweer! Het luchtschip moet met de band worden weggeslagen over het touw naar bet andere gebied. Landt het luchtschip op het gebied der Zoeloe’s,dan hebben de Pygmeeën éën punt. En omgekeerd natuurlijk de Zoeloe’s Wie het eerst tien punten haalt, heeft het gewonnen. De scheidsrechter houdt daar aanteekening van. Komt het lucht schip onder het touw door, dan geldt de landing niet. Hetzelfde spel worden gespeeld. blijven zitten. ’n Vreemd luchtschip is gesignaleerd boven de schoone oerwouden van Afrika In een stad wordt *n wedstrijd schreven. *t Is *n heel bijzondere wedstrijd. Het komt ér daarbij op aan, dat je zooveel mo gelijk liedjes kent. Op de markt staat da burgemeester Langs de vier zijden zijn vier partijen op gesteld: De vaders, de moeders, de jongens en de meisjes. Wie het niet meer weet, moet een pand aan den leider geven. Om het zelf goed te weten moet hij natuurlijk de volgorde van de verschillende onderwerpen geno teerd hebben. -» Het spreekt vanzelf, dat vier spelers voor dit spel veel te weinig zijn. Hoe groo ter aantal deelnemers, hoe moellljker. Daarna bepaalt de leider, wat leder moet doen om zijn pand terug te krijgen. dacht hij, want voor lekker eten was ka bouter „ongeduld” altijd te vinden. Al was hl] de kleinste van alle, eten deed hij bet meest. Toen de pap bijna klaar was, dekte hl] op keurige wijze de tafel, zooals dat bij de kabouters de gewoonte was. Springend ging hij de keuken in om zijn zelf gekookt maaltje -te halen. In ’t begin vond hij het wel vreemd, ge heel alleen aan zoo’n groote tafel te zit ten, maar al heel gauw was al zijn aan dacht bfj den dampenden schotel. Voorzichtig nam hij met zijn lepeltje een schepje van de brij, blies er even over en stak het in den mond. Nee maar, zoo iets fijns had hij nog nooit gegeten en spoedig was de heele inhoud van den scho tel in het grage maagje van kabouter „Ongeduld” verdwenen.Hierna borg hij netjes zijn servetje in den ring, vouwde bet tafellaken In de plooi en bracht het keukengerei op zijn plaats. „Oh, oh, wat heb ik lekker gegeten!" Echt voldaan liet hij zich in het mos val len en het duurde niet lang of kabouter .Ongeduld” was Ingedommeld. Den volgenden dag kwamen de andere kabouters luidruchtig huiswaarts, tevre den over den goeden bult, dien ze ver gaard hadden. Toen ze echter vlak bij de kabouters- woning waren, verstomde hun luidruchtig heid. Hoor toch eens, wat een geronk I schrikt keken ze in *t rond. Daar ligt een wees vader kabouter in de richting van de kabouterswoning. „Oh, wat moeten we nu doen,” snikten de vriendjes en verstijfd kropen ze om vader kabouter in *t gras. Door het gesnik en de rumoerigheid werd de reus wakker. Angstig keken ze in de richting van den reus. Wat zal hij doen? „Lieve help,” bulderde hij. „kwamen de heeft; dus: „*n Wilde tijger herinnert me aan Zuld- Afrika.” No. 2: „Zuld-Afrika herinnert een reis.” Bij het opnemen merkte ze in t geheel niet, dat ze het pakje kanariezaad had laten vallen. Toen ze ver uit bet gezicht verdwenen was, kwam uit de struiken het kleine ka boutertje te voorschijn. Vandaar uit had hij haar bespied. Met kleine pasjes kwam hij naar de plek, waar het meisje gelegen had. „Wat is dat,” riep het kaboutertje ver rast, en meteen bekeek hij het. kleine gele pakje dat met zwarte letters beschre ven was. Dat heeft zeker dat kleine lieve meisje verloten, dacht hij. Wat zal ze bedroefd zijn; maar haar achterna gaan is uit gesloten. Had ik nu maar zeven-mijls laar zen, net als Klein Duimpje! Het kaboutertje bekeek nogmaals het pakje aandachtig. Wat moet ik er nu mee beginnen? Opeens kreeg hij een goeden inval. Weet je wat, dacht hij bij zichzelf, ik kook er pap van, dat zal best lekker smaken. Dc andere kabouters zijn er toch niet, want die zijn voor den komenden winter eten aan het verzamelen, dus nu heb ik t rijk alleen. Kabouter „Ongeduld”, zooals de ande ren hem altijd noemden, omdat hij ner gens geduld voor had, nam het pakje op. Jongens, dat viel niet mee, maar telkens sleepte hij t een klein eindje verder, tot dat hij de kabouterswoning bereikt had. Hijgend kwam hij bij de woning aan en ging naast het pakje zitten. Wat zou er in zitten? Zijn nieuwsgierigheid kon hij niet langer bedwingen; hij knutselde en peuterde zoolang, tot dat het dekseltje er af was. Het pakje bevatte kieltje, grauwachtige korreltjes en er kwam een lekkere, zoet achtige geur af. Kabouter „Ongeduld” likte zijn lipjes al af en meteen sprong hij op. Haastig liep hij de kabouters-wonlng binnen en zette een steelpannetje op het houtvuurtje. Het Grieksche S.S. .Chryssi' is tijdens dichten mist op den Nieuwen Water weg in aanvaring gekomen met_ het Portugeesche s.s. .Maria Christina' en gezonken. Het schip ligt grootendeels onder water „daar kunnen we allen te zamen wel een dansje in maken, zoo groot is hij!" „Spot er maar niet mee, kleine rakker.’ zei vader kabouter ernstig. „We zullen er eens heen gaan.” Niemand durfde direct op te staan, doch toen vader kabouter het voorbeeld gaf, volgden de anderen hem op den voet. Toen ze bij den reus aankwamen, ging deze iets overeind zitten. Beneden zich zag hl] de kabouers, die met verschrikte gezichten naar hem keken. „Oh vriendjes,” begon de reus weer, „wat ben ik blij dat jullie er zijn! Zien jullie niet, wie ik ben?” Angstig hielden de kabouters elkaar bij de hand vast en omhoog kijkende naar het gezicht van den reus, riepen ze ineens te gelijk: „Oh; dat is ons vriendje „Onge duld.” „Wat is er met jou gebeurd,” vroeg va der kabouter streng, doch wel een beetje nieuwsgierig. En hortend en stootend kwam toen het geheele verhaal. Van het pakje, dat hij gevonden had en pap van had gekookt. Na het eten was hij buiten gaan liggen en tot z(jn groote verbazing was hij gaan groeien, zóó erg, dat hij niet eens meer met zijn hand in de kabouterswoning kon komen, zoodat hij twee dagen bulten moest slapen. ,4e bent een ezel,” zei vader kabouter streng, „maar we zullen zien, of niemand je helpen kan.” En hij wendde zich tot den kabouter, die 't hardst kon loopen en zei tegen hem: „Ga jij naar professor Roembadama en vertel hem duidelijk en precies wat onzen kleinen kabouter „Ongeduld" is overko men.” Terstond snelde het kaboutertje weg, zoo hard zijn beentjes hem dragen kon den. Na een kwartiertje kwam hij weer aangestormd met een klein, rond doosje in de hand. Uit het doosje, dat gevuld was met klei ne, groene balletjes, kwam *n sterke, zuur achtige lucht. Met een lepel melk kabouter „Ongeduld” het drankje men. Hij trok een zuur gezicht, waar de anderen hartelijk om moesten lachen, daar zij drommels goed wisten, dat hun vriendje meer van zoetigheid hield. Toen hij het medicijntje had Ingenomen, namen de kabouters afscheid van hun vriendje, die zijn kameraadjes benijdde, die heerlijk in hun bedjes konden sla pen. Maar ja, het was nu eenmaal zijn eigen schuld. HU mocht nog dankbaar zUn, dat het zulk mooi weer was. Den volgenden morgen waren de kabou- Dr. F. G. van der Meer is benoemd tot lector aan de R.K. Universiteil te Nijmegen, om les te geven in de archeologie en liturgie aa be ge 1 1 r d De laatst overbllj vends partii spel. zich, om te zien, hoe het met „Ongeduld’ ging. Noch de Zoeloe's. noch de Pygmeeer zijn er erg op gesteld, dit reuzen-lucht monster op hun gebied te laten landen. ET» Melk- of waterbrood Op den O. Z. Voorburgwal te Amsterdam raakte water. De drenkeling wordt op het droge gebracht, terwijl de brooden ia het natte element ronddrijven ‘1 en deed erin wat noodig was. Likkebaar dend stond hU naar de heerlUke brU te kijken; sjonge, sjonge, wat zal ik smullen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 4