GEORGE BIZET
Grensbeveiliging
De Sakharoffs
Nederland
in
De avonturen van een verkeersagentje
De schepper van
Carmen j
LEVENS IN DIENST
VAN DE KUNST
alle abonné’s F 750.- f 750.- F 250-
uanden daq
•öl
WILD....
En de oude lichtingen
De vorst
F
I
1
ZATERDAG 29 OCTOBER 1938
iiinniinnii
De Roemeen
uit Brussel
reist incognito
DOOR FRITZ METZNER
ao
s,
a.
o
at.
o
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
SB
- -
lllllllllllllll
bracht
den
Is een feit, en buiten kijf.
Men schrijft ons uit het Zuiden:
Lts het
1
(Nadruk verboden)
▼I
i
hl
glazige
gaan bedienen.
dat
da
ke
(Wordt vervolgd)
-I
i
t
a
t
e
k
I
T!
a
C
V
e
o
1
I
▼i
TC
1
i
i
De boechgod sprong nu van zijn voetstuk en boog beleefd
voor <de beide vrienden, terwijl zün staan op en neer Wipte.
4
1
I
„Zeg eena, ben JU van lotje getikt?” vroeg ons matroosje,
terwijl hij kwaad opstand. „Kom eena op, dan zullen we het
,jH*k was maar oen grapje," aoo bood hij verontschuldigend
aan, .Jk meende het heuech aoo erg niet. Kom, laat ons goede
vrienden zijn!” Nu, daar hadden de vrienden wel ooren naar.
zl
t<
d
d
4
I
als
pianist, wordt daarna hi
een Amerikaansche k<
•c
m
te
le
ui
vc
al
di
O
Pi
re
v
S
st
h
zi
di
14
1
Rf
UI
X
w
u
tl
D
1
1
to
1
I
i
eo
bh
so
gr
til
JA
samen uitvechten," riep bij. terwijl hij zijn mouwen opstroopte.
„Ja, ja', zei Keerie die ook kwaad geworden was. „Geen gek
heid of Je bent mijn gevangene.”
i
Nu brengt ze weer een première en wel Le
cantlque des cantiques, het Hooglied, dat
afstemde op Oostersche Indrukken. De muziek
daarvoor schreef Dénéreaz. een Zwitser.
Sakharoff is een mager, lenig type, hoe zou
dat voor een danser anders kunnen zijn? Hij
maakt, als hij de conversatlekamer binnen komt,
zijn excuses, dat hij zoo laat te, maar„hij
moest eerst zijn ochtendgymnastiek doen”
Sigmar dacht nog overgelukkig aan den lief-
devollen blik, waarmee Maria hem bij het af
scheid had aangezien, toen hij reeds voor de
herberg „Het Witte Hert” stond.
Zou het niets uithalen, wanneer hü eenvoudig
nrobeerde. vriendschap met baas Disselhoff te
sluiten? Men kon toch nooit weten.
Het was niet de gewoonte van den vorst, zich
lang over iets te bedenken en daarom stapte hij
K
U
ft
Dfeze menschen voelen zich gelukkig in hun
kunst, zij arbeiden en leven ervoor. Een wo
ning bezitten ze wel is waar in Parijs, maar
kostbaarheden zfjn hun eigendom niet. Zij zwer
ven de geheele wereld door, leven van hotel naar
podium en van podium naar hotel. Een enkele
maal komen ze in contact met het leven der
zwoegenden, zooals dat gebeurde op nun reis
in Arabië. Dan treffen hun de alledaagsche din
gen, dan vinden zij nieuwe Indrukken, die «U
met zich wegdragen en voor het forum der
groote steden naar hun inzichten weergeven.
Schokkende dingen verdragen zij lastig. Een
getimmer in een aangrenzende kamei stoort
hun gehoor, doet hen schrikken. ZU zijn alleen
afgestemd op de verfijnde klanken der mu
ziek. En zoo dragen zij hun kunst als een kost
baar kleinood mede van stad tot stad en van
land tot land.
De wereld van twee dansende menaeben.
J. H.
Als het gesprek ter nauwernood is begonnen,
komt ook de charmante mevrouw Sakharoff
binnen. Het gesprek wordt direct geanimeerd,
het gaat recht op het doel af: de kunst van
deze beide dansers.
„Oh. natuurlijk, we weten wel, dat de cos-
tuums bijzaak zijn, maar we achten deze toch
zoo'n belangrijke factor, dat we er alle aan
dacht aan besteden. En dan vooral ten aanzien
van oe kleur. Wij zien alles in kleur. Nietwaar
Clothilde, als we ons bezig houden met een
nieuwe danscreatle dan vraag je me allereerst'
hoe zie je kleur van deze figuur, b.v. de Julia
van Shakespeare!”
.Maar welke zijn uw Ideeën omtrent oen dam.
welk is bet bindend element in uw bewegingen,
de klassieke trek of...."
Avant tout l’inspiratlon, qui est comme le
contact avec une autre monde. Daardoor is de
kunstenaar waarlijk groot, dat hij een inner
lijke belevenis weet te objectiveeren. Hjj zoekt
daarbij in de eerste plaats naar een thema,
waaromheen hij zjjn overige bewegingen groe
peert; hü verdeelt de ruimte, hij rangschikt
zijn gebaren. Als een architect kiest de danser
de hem passende en de ideeën dienende be
wegingen uit den chaos van mogelijkheden, die
hem ter beschikking staan.
Hoe is uw voorstelling, zoekt u naar een in-
D
8
I
Bijna honderd jaar geleden
Liep bij ons de eerste trein,
't Was nog maar een primitieve
En een tamelijk korte lijn,
Maar de Ijzeren Spoorweg groeide,
Heel het land kwam in zijn ban,
Voor er veel tijd was verloopen
Maakte elk gebruik ervan.
Dat men ‘t Spoor niet meer kon
missen
Is een feit, en buiten kijf,
't Werd zelfs in den loop des tijds een
Semi-overheidsbedrijf.
Niemand kon de Sporen deren,
Niemand kon de Sporen aan
En men dacht: zoo zou ‘t
waarschijnlijk
Tot het eind der tijden gaan
Totde autobussen kwamen!
't Tempo van modernen tijd,
'Soepel en goedkoop, met service
Wie van beiden wint nu 't pleit?
't Werd een felle, barre oorlog,
Alom doken bussen op,
Voor de Spoorwegmaatschappijen
Werden ze een groote strop.
Toen werd dan de koers veranderd,
Bakens werden er verzet
Nddat 't tij reeds was verloopen.
En de vraag is, of men 't redt,
't Nieuwe driemanschap te Utrecht
Hoopt dat het nog wel zal gaan,
‘t Bindt den strijd met wilde bussen
Die gewild zijn! stevig aan!
HERMAN KRAMER
sig opgewonden, reed Lacomb weer naar buis
terug.
Toen drie weken later Carol Caleato, aUas
Mc Lean, in Rio de Janeiro aan wal stapte,
stond zijn compagnon, de „Roemeen" uit Brus-
stel. op hem te wachten. Zij begroetten elkaar
haltelijk en waren uiterst content over bun
succes. Ze hadden een steen voor 800 pond ge
kocht en voor 2500 pond verkocht; zooleta te een
buitenkansje! Na tafel prezen zi) nogmaals met
welbehagen hun arbeid.
„Heb tk niet aardig den Engetechman ge
speeld, amico? En ik ben toch heelemaal geen
Engetechman. Hahaha! Zelfs mijn mooie zwarte
haar moest ik roodachtig laten verven
„Ja en mijn blonde lokken moesten zwart
worden, want ik ben Immers geen Roemeen.
.JJleleiet? Je zei toch, dat je uit Dobroed-
sja...'.”
„Ja, daar was ik vroeger eens tijdens den
oorlog...."
.Maar, amico, dan moet je mij voor we
verder werken eerst toch eens precies ver
tellen. waar je vandaan komt.”
„Ate je er op staat, heel graag. Ik kom een
beetje meer uit het Noorden, heet Kart Schmie-
decke en ben.commissaris van de crimineels
politie in bet Berlijnsche praesldlum, weet je,
amico, kamer 204!"
Bliksemsnel greep Carol Caleato naar zijn
broekzak, maar voor hij het wapen..op den po
litieman kon richten, kraakte een schot, waar
door zijn hand slap naar beneden viel. Detec
tives sprongen toe en enkele oogenblikken later
suisde een polltie-auto door de straten. Aan zijn
vele successen in zijn strijd tegen dlamant-
mlsdrjjven had commissaris Schmledecke een
nieuw toegevoegd door deze arrestatie.
Doch Sigmar lachte. „Zü hebben niets tegen
mü. hoor, zij hebben alleen maar trouwplannen
voor mij gemaakt, en die maken wij liever
■amen, niet, Maria? Ik zal dus het volgende
voorstel aan Richter doen: HU moet de schuld
maar netjes met krijt aan den balk schrijven,
en ate hij het geld noodig heeft, moet hjj het
maar uitvegen. Goed aoo?"
De moeder lachte weer.
„U schijnt van alle markten thuis te «Dn,
mijnheer Wannsteen. Maar..,, rijknecht blijft
u toch niet, wel?”
„O, heden nee! Ik heb zin om smid te worden.
Kan ik hier in de leer komen, als ik een be
hoorlijk leergeld betaal? Ik geloof, dat ik
zijn hoofd verwerken. Zoo maar bij zijn mcr-
genglaasje.
.Moor eens, jongeman, wat Maria aangaat,
daar beslis ik over. Uit jou kan de duivel nog
niet wjjs worden! Dat komt .Met Witte Hert”
binnenstappen als gSst, treedt dan op ate
huisonderwijaér, rijdt als
toedrijver, schudt Michel,
die zoo sterk te als een beer, door elkaar of dat
zoo maar niets is, vangt wilde paarden op, en
wil mij tenslotte vijfduizend mark bezorgen, die
je misschien nog nooit in je leven bij elkaar
hebt gezien. In werkelijkheid ben je niets
anders dan een arme landlooper, die, verdraaid
nog toe, alle vrouwen het hoofd op hol maakt.
En dan. te oordeelen naar de slgaretten-étui
en de portefeuille, die je bezit, heb je ook nog
een roofoverval op je geweten. Nee, nee, jonge
man. dat je mijn Maria het hoofd op hol hebt
gebracht, dat te mij nog steeds een raadsel. Den
eersten keer notabene, dat het meisje een man
aankijkt, en nu warempel zóó een!”
Lachend had Sigmar von Wemsteln dien drif-
tigen woordenstroom aangehoord en nu legde
hij zjjn portefeuille vlak voor den smid op
tafel.
•Daar ligt de bult van dien gruwelljken roof
overval, baas Disselhoff. Roep den veldwachter
maar, dan kan hij er beslag op leggen.”
„Klets nou niet. Wees eens wat duidelijker
over die vijfduizend mark. Koevele rente komt
daarop? En heeft die geldzaak iets met Maria
te maken?"
geroepenen, meerendeels huisvaders, bun
plicht kwamen vervullen.
Intusschen, wie de moeite heeft willen
nemen Iets dieper op deze realiteit in te
gaan, zal ervaren hebben, dat talrijken de
zer mannen, ondanks uiterlijke onbewo
genheid, door niet geringe zorgen werden
gekweld. Velen moesten hun zaken, hun
bedrijf, hun werkkring In den steek laten.
Onder hen ontmoette men huisvaders met
groote gezinnen, en anderen, op wier schou
ders vrijwel de geheele last rustte van een
bedrijf, van arbeid op het veld, In den win
kel of op de werkplaats.
Gelukkig is spoedig de opklaring gekomen
en kon de legeroverheld de door de inter
nationale ontspanning geboden gelegenheid
benutten om de menschen weer vlug aan
hun bedrijven terug te geven.
Toen enkele jaren geleden de reorgani
satie van onze weennacht de aandacht had
van de betreffende instanties en het insti
tuut der strategische grensveiligheid gebo
ren werd, was het Indeelen bij deze veilig
heid van de oude lichtingen moeilijk te ver
mijden. Men moest In die dagen wel genoe
gen nemen met oplossingen, die geen vol
komen bevrediging konden schenken.
De inmiddels bereikte vorderingen in onze
legerorganisatie laten oJ. toe nu de moge
lijkheid te overwegen van een wijziging in
de samenstelling van het personeel, dat
geroepen wordt om bij de grensverdedlging
den eersten stoot op te vangen.
Zoowel uit een oogpunt van beperking
der economische stoornis als uit dat der ge
zinspolitiek is zulk een wijziging wensche-
lljk.
ijdens de jongste periode van inter
nationale hoogspanning heeft Neder
land zich ervan kunnen overtuigen,
dat de weermacht paraat is en hoewel zij
uiteraard nog onder verschillende opzich
ten de sporen draagt van de achter ons
liggende jaren van verwaarloozlng, een
steeds groeiend vertrouwen in het vermo
gen van onze nationale verdediging ver
dient.
Het waren niet op de laatste piaal
moreel en de waardige stemming der onder
de wapenen geroepen troepen, die een gun-
stigen indruk hebben nagelaten.
Bij een woord van dank zal het echter
niet mogen blijven. Ook nu heeft de prac-
tische uitvoering van een op papier gestel
de theorie duidelijk aangetoond, dat deze
theorie op bepaalde punten voor correctie
In aanmerking komt.
In het bijzonder is oj. nadere bezinning
noodig op de kwestie der oude lichtingen
bij de troepen der strategische veiligheid
Toen op Woensdagmorgen 28 September
duizenden en duizenden mannen van circa
3035-jarigen leeftijd optrokken om overal
langs de zoomen van ons vaderland hun
posten te bezetten, zal menig toeschouwer
zeker getroffen- zijn geweest door de vast-
berad^i kalmte, welke deze oudere soldaten
kenmerkte. Het deed het vaderlandsch hart
goed de snelheid te zien, waarmee deze op-
weg gevonden naar de concertzalen der geheels
wereld. Het stuk houdt lang stand op de Pa-
rijsche programma's. Deze brillante muziek te
Intusschen nog slechts een voorspel tot bet
laatste groote werk: „Carmen". In het jaar van
Bizet's dood komt de opera gereed; hjj be
schouwt ze zelf ate zijn levenswerk en heeft
er hooge verwachtingen van. Het orkest acht
sommige deelen van de partituur onuitvoer
baar. Maar door veel repeteeren worden de
orkestleden tenslotte overtuigd van het feit, dat
de opera speelbaar te.
Tijdens de première komen de vrienden hem
achter de coulissen gelukwenschen met dit
uitstekende werk. Maar het publiek blijft ta
melijk onverschillig. Wanneer Bizet des avonds
met enkele vrienden huiswaarts keert is hij zeer
terneergeslagen. Waarschijnlijk heeft deze te
genslag zijn dood verhaast. Intusschen maakt
hjj plannen voor nieuw werk, maar daarin wordt
hij ernstig belemmerd door een keelziekte. Bo
vendien blijft hU lijden aan een diepe neer
slachtigheid.
Kort vóór lijn dood doet zich een merkwaar
dig geval voor. Galli Marie vervulde de hoofd
rol in „Carmen". De opvoering verliep vlot, tot
de scène waarin de kaart wordt gelegd, toen
de Carmenvertolkster plotseling het gevoel
kreeg, dat zij niet verder kon zingen. Immers
uit de kaarten las zij duidelijk de voorteekenen
van een sterfgeval. Daar zij bügeloovig was.
schrok zij hevig en kon slechts met groote
moeite haar aria ten einde zingen. Aehter de
coulissen viel zij In zwijm. Den volgenden mor
gen bereikte haar het bericht van Bizet's
dood81 non vere.
plaats mijn dochter met rust! Versta je dat?
Anders zul je nog eens wat zien! Dwaas die je'
bent, je zet hier het heele dorp op stelten!"
„Stil, stil," suste de kastelein, maar Sigmar
gaf hem een knipoogje.
„U hoeft u niet ongerust te maken, kastelein,
want er bestaat niet de minste oneenlgheld
tusschen meester Disselhoff en mij. Integendeel,
wy hebben gezamenlijke plannen, die binden.
Breng mü alsjeblieft nog maar een biertje!
Mag ik u ook een glas offreeren, mijnheer
Disselhoff?”
.Dank Je. Landloopers bedelen gewoonlijk.”
„Ate het echte landloopers zjjn wel, ja."
Rustig wachtte Sigmar von Wemsteln de uit
werking van zjjn woorden af. Hjj kende de
menschen. En werkelijk, de smid schoof al gauw
iets naar hem toe en vroeg:
„Wat wou Jij daarnet zeggen met die ge
zamenlijke plannen, hè?”
„Nu, die kwestie met de Richters."
Dat sloeg in. Er kwam leven 'in de
oogen van den smid. Hjj greep Blgmar vertrou
welijk bij den arm en fluisterde:
.Jk heb altijd wel gedacht, dat een kerel als
u het da»r niet sou uithouden. Maar nietwaar,
mijn Maria, die....”
.Die wordt mijn vrouw, baas Disselhoff.
.Kerel, je bent stapel!”
.Dat heb ik al meer gehoord, baas Disselhoff.
Richter heeft mij vanmorgen nog hetzelfde ge
zegd."
„Zóóóó! Zei hij dat? En waarom, vertel mij
dat eens! Ml) heeft hjj leeljjk het vel over de
ooren gehaald."
Y acomb, de meest gewiekste juwelier van
I de Parijsche binnenstad, stond in gebogen
houding en met Ingespannen aandacht een
blauwachtig schitterenden steen te bekijken.
Deze was ongeveer zoo groot als een hazelnoot.
Tegelijkertijd lette hjj scherp op den man, die
hem dit zeldzame exemplaar had gebracht.
Het roodachtige dunne haar, de zeer zorgvul-
die verstelde kleedlng, de spaarzame gebaren
en de ietwat aanmatigende onverschilligheid
neen, men behoefde er niet aan te twijfelen, hü
was een van die stijve Engetechen uit den die
nenden stand, iemand uit een huls van den
allereersten rang.
„Wilt u dezen steen verkoopen. of wilt u hem
nauwkeurig laten schatten?" vroeg Lacomb.
„Geen van beide,” sprak de ander met sle
pende stem. „Mister Irvlngcourt. Wolle and
Folie Melbourne begrijpt u wel?”
Lacomb begreep. Irvlngcourt behoorde tot de
honderd rijks ten ter wereld. „Mieter Irvlngcourt
wil voor plezier of. zooals je dat zegt, uit een
gril, precies denzelfden steen. Begrijpt u? Pre
cies! De onderkant zoo, het achtvlak zoo, het
licht....”
„Dat zal moeilijk zjjn, heel moeilijk. Misschien
ónmogelijk. Zulke stukken vind Je zoo maar
niet langs den weg. Maar ik kan het probeeren
Hoeveel zou t mister Irvlngcourt ongeveer mo
gen kosten?”
„Hoeveel kost zoo’n steen ongeveer?”
„Normaal? Twaalfhonderd pond."
.Dan betaalt Irvlngcourt den vlervoudlgen
prijs. Desnoods nog meer. Alleen desnoods. Be
grijpt u? Wij wonen In hotel Palx. Ik ben Mc.
Lean, de butler bij mr. Irvlngcourt. De heele
zaak moet af gewikkeld ,zljn als.... over twee
weken!”
Lacomb mat, woog en fotografeerde reeds. De
jachtkoorts naar dit zeldzame vuur der oer
wereld begon weer in hem te zieden. De butler
verdween weer met zijn steen en de directie
van Palx antwoordde telefoniscl^dat mr. Irving-
court en zijn secretaris Mc. Lean daar Inderdaad
vertoefden, dat zy over veertien dagen naar
Le Havre doorreisden en hun echtheid boven
allen twijfel verheven was.
Haastig nam Lacomb het nachtvllegtuig naar
Brussel. Hij doorkruiste daar de diamantbeur
zen, maakte een slippertje naar Amsterdam,
Utrecht en Antwerpen, keerde spoedig naar
Brussel terug en hoorde van een agent, dat een
Roemeen daar enkele weken geleden een der-
gelijken steen had aangeboden.
Men zocht en vond dezen man. HU was een
landheer uit de Dobroedsja. Blechtgeluimd ver
waardigde hjj zich den mooien steen te toonen.
Hij geleek volkomen op den steen, dien Mc Lean
aan Lacomb had laten zien. Alleen een nietig
klein stukje ontbrak er aan. Maar hij was een
herinnering, zei de Roemeen, en toevalligerwijze
had hij nu geen geld noodig. Daarna sloeg hjj
de deur dicht.
Lacomb ging hem weer bezoeken. Lokte, bood,
bezwoer, want hij wilde zich dit prachtig zaakje
niet laten ontgaan. Na een opgewonden debat
kocht hjj den steen eindelijk voor 2500 pond.
Met 'n gelukkig hart vloog hij nog hetzelfde uur
naar Parijs terug.
s
^IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHlillHIUIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIII^
Dat de lange, glimlachende man, die zich den
volgenden dag aam hem als Mc. Lean voorstelde,
inderdaad de secretaris van Irvlngcourt was,
wilde er bij Lacomb eerst niet in. Bij een nauw
gezet onderzoek bleek hij het inderdaad te «Un.
Van een bejaarden, stokstjjven butler wist nie
mand iets af. En nog minder van een diamant.
Was het mogelijk? Opgelicht!? Voor de drie
voudige waarde van den steen. Bevend nam
Lacomb hem in dg hotelhall nogmaals onder de
loupe. Een prachtstuk was het en bleef het.
Maar die nauwelijks waarneembare, scheefhoe
kige ader in den diamant, die llchtbreuk daar
boven, nu werd Lacomb alles in eens duide
lijk: deze steen was dezelfde als die, welken hij
kort geleden in zijn zaak in handen ge
had had. Alleen verminderd met twee kleine
splintertjes! Hij had hem tegen een veel te
-loogen prijs ge
kocht voor
iemand, die hem
nog niet eens
een opdracht had
gegeven.
Erger, hij had
met bidden en
smeeken den Roemeen den steen afgeperst. In
zich zelf gekeerd en heelemaal niet meer koort-
houd, een verhaal, of zoekt u den absoluten
dans, de conformiteit met absolute muriek?
De Sakharoffs bewegen zich op beide gebie
den en doen dit met een zekere mate van vrij
heid. die hen lesmaakt van het z.g. klassieke
ballet. Zjj gaan niet over tot het pantomimische,
zij houden zich ook verre van de MUnchener
school. Orünther en Mary Wiegman: si) heb
ben hun eigen stijl, hun eigen inspiratie, zooals
Jooas en Schoop.
Zl) hebben de grootste bewondering voor den
eenvoud der middelen, voor die bewegingen,
die ieder onder <jn bereik voelt; zij streven
niet naar „erstaunende” momenten, maar naar
hetgeen wezenlijk de ziel 'beroert. Ohne das nur
leere Kunst.
Het gesprek loopt over hun voorliefde voor
Fra Angelico, over hun bewondering voor Cé
zanne en Van Gogh.
Mevrouw Sakharoffs gelukkigste herinnering
is de opvoering van Après-mldl d’une faune van
Debussy, waarvoor zij jarenlang studeerde. ZU
kan zich nog levendig de zenuwachtige span
ning indenken, die heerschte in de zaal toen
zij voor de eerste maal met dit werk op het
tooneel verscheen.
als .De Profeet” van Meyerbeer
componist een vermogen op."
Vóór Bizet Italië verlaat, wil hu nog een
bezoek aan Napels brengen. Van zUn ouden
Parijschen leermeester Carafe had Bizet een
introductie gekregen voor den beroemden Na-
polltaanschen musicus Mercadante. Hoe ver
wonderd moet de jonge, tamelijk met zichzelf
Ingenomen Bizet hebben gekeken, toen hu ken
nis kon nemen van Carafe's schrUven. .De
jongen zal nooit een dramatisch componist
worden, want hU bezit voor geen halven stuiver
enthousiasme." De ParUsche leeraar had ge
lijk. Het zou bU meer dan één gelegenheid blU-
ken.
Tijdens zUn verbluf In Napels, dat enkele
maanden duurde, werd Bizet ernstig ziek, maar
herstelde. Inmiddels had hU uit Parijs de toe
zegging ontvangen, dat hü nog een Jaar in
Italië kon blUven, in plaats van naar Dultsch-
land te gaan. Overhaast moet hü echter naar
Frankrük terugkeeren om nog juist zün ster
vende moeder te kunnen zien.
Wanneer hü eenmaal In Parijs terug is. breekt
een vruchtbare tüd aan. Bizet maakt lange
dagen en werkt met de regelmaat van een
kantoorklerk; een eigenaardig verschünsel, dat
bü vele groote componisten niet is waar te
nemen. Aan een vriend schrijft hü: „Ik werk
15, soms 16 uur per dag en meer, want ik geef
lessen en moet proeven corrigeeren. Men moet
tenslotte toch levenik werk als een neger,
ik ben uitgeput, letterlük óp.... en ik heb
geld noodig, altüd weer geld
Blzet kan schrUven zonder ideeën te hebben
en toch wordt het hem duldelük. dat muziek,
zonder een idee op den achtergrond, waarde
loos moet zün. Van tüd tot tüd beproeft hü
zün ontembaren schrüflust te bedwingen. Men
verbaast er zich wel over, dat hü in dezen tüd
nog gelegenheid vond te lezen. Hü las snel en
oppervlakkig en had er dientengevolge ook
geen profüt van. Het was zün honger naar
kennis; dlkwüls echter heeft de veelheid de
kwaliteit verdrongen: ..Het ongelukkige is, dat
ik heb geleefd en sterven zal, zonder dat mün
onbegrensde nieuwsgierigheid verzadigd is.”
In 1863 heeft de première plaats van ,Pë-
cheurs de Perles”. Het is allerminst een over
weldigend succes, al schreef Hector Berlioz zeer
vleiend over de opvoering. Züns Inziens moest
het voor Blzet de grootste voldoening zün. dat
de muziekwereld nu verplicht was h<*m voortaan
te beschouwen als een der grootste componis
ten. De opera bleef echter slechts twee maan
den op het repertoire.
„La jolie fllle de Perth" vergaat het, eenlge
Jaren later, al niet veel beter. Het gegeven was
alleronmogelükst en de rfiuzlek bezat geen blü-
vende waarde. Enkele deelen uit deze opera zün
echter in 's meesters levenswerk „Carmen” op
genomen als balletmuziek.
.Djalimeh”, een opera in één bedrüf. gebouwd
op een Oostersch thema, vond een slecht ont
haal, ditmaal zeker ten onrechte, want de mu
ziek is een waar juweel. Om elke onaangename
verrassing te voorkomen had Bizet «elf in het
souffleurshok plaats genomen. Men zou Bizet
niet beter kunnen eeren dan door deze opera
weer op het repertoire te
Intusschen was Blzet e
viève Halévy, de dochter*
nu maar meteen de herberg van Peter Schmie-
del binnen.
Eerst keek de kastelein hem van achter zün
buffet met een eigenaardig lachje aan, doch dan
maakte hü een diepe buiging, wat hem heel
links afging.
„Het is mü een ware eer. münheer Warm-
s teen
.Brutale lummel, hü weet dat ik hier ben, en
komt toch binnenstappen,” bromde er iemand
uit den hoek bü het venster. Het was smid
Disselhoff. die al menig glaasje had gedronken.
De kastelin werd er verlegen mee. Hü kende
den smid en wist dus, dat deze heel grof kon
worden. Daarom gaf hü Sigmar von Wemsteln
een wenk, dat hü zich wat verderop aan een
tafeltje moest zetten. Masu'.... dat was Sigmar
Juist niet van plan.
Hü trad op den smid toe, en vroeg: „Vindt
u het goed, münheer Disselhof, dat ik hier
plaats neem?"
De vraag ging vergezeld van een lichte bui
ging, doch de smid keerde Sigmar zün rug toe
en keek door het venster naar bulten.
Sigmar zat echter al naast hem, vóór hü er
goed en wel erg in had. Tot hü zich opeens
omkeerde en barsch ultvlel:
.Hoe durf Je het wagen. JU. circusartist?"
Woedend draaide de smid aan de punten van
zün militairen knevel en blies zün rood gezicht
geweldig op.
Sigmar antwoordde kalm: .Jk heb vanmor
gen nog een gratis voorstelling gegeven, mün
heer Disselhoff Of weet u dat misschien al?"
^e laat, wat mü betreft, op de allereerste
gelukkigen lach op haar mooi gezichtje, weer
binnenkwam. „En hü waagt het zelfs, bü ons
In huls te komen. Kind, kind, je kent Je vader
toch."
„U en vader begrijpen hem niet, moeder. Ik
houd juist van hem. zooals hü te. Daar kunt u
geen van beiden iets aan veranderen.”
De moeder gaf maar toe, doch haar zorgen
bleven.
„En je gelooft ook aan die geschiedenis van
het geld? Denk er toch om, dat hü als land-
looper hier gekomen te. kind!"
,4s dat zoolets ergs? Wanneer Sigmar mü
iets belooft, dan geloof tk het. En wat komt
het er op aan. als het hem niet lukt? Hü kan
werken en hü zal werken. Ik wilde, dat vader
niet zoo halsstarrig was. maar Sigmar zal wel
eens met hem gaan praten." -
Verschrikt sloeg juffrouw Disselhoff de han
den boven haar hoofd samen.
.Kind, dat loopt verkeerd af! Mün arm
kind! Laat je toch niet meer met hem zien!”
De claxon van een auto liet zich voor de
smederü hooren. Maria moest de benzinepomp
Maar ik meen het! Geloof je soms niet dat
jk werken kan?"
In de beste stemming verliet Sigmar von
Wemsteln met Maria het kleine kamertje.
.Die jongeman zit vol onzin, dat te Jammer
«an hem,” zuchtte de zieke, toen Maria, met een
lemen,
rouwd met Gene-
ijn zün vroegeren
leermeester. In 1870 viel henyde eer ten deel,
benoemd te worden in de conrtnlssie, belast met
het toekennen van den /Prix de Rome. De
FranschDultsche oorlog Js uitgebroken en de
ouverture .Da Patrie” bevist, dat het wereld
gebeuren niet ongemerkt door Bizet’s leven te
gegaan.
Meer waardeerlng ondervond Bizet met zün
muziek op Daudet's „L'Arlésienne", waarin hü
een staal gaf van zün gerüpt meesterschap. In
twee overbekende suites heeft deze muziek haar
.Dat zal veranderen, baas Disselhoff. Van
nu af zal ik met den landeigenaar die pacht-
kwestie van u behandelen. Begrijpt u? Ik heb
er al met uw echtgenoote over gesprqken. Een
buitengewoon goede vrouw! ZU heeft alleen te
veel angst voor de Richters."
„Ja, die Richters!"
De smid jiam een flinke teug uit zün glas.
.Je bent dus in mün huls geweest, zonder
mün toestemming. Hoe zit dat?"
„Wel, Ik wilde u spreken, baas Disselhoff.
Met dames kan men toch geen flnancleele aan
gelegenheden afhandelen. Daarom kwam ik nu
naar hier.”
„Wat beteekent dat, flnancleele aangelegen
heden? Schulden heb ik!"
,Die wü zullen ^flossen. Ltister nu eerst eens
goed naar mü, daarna komt u aan het woord,
baas Disselhoff."
De zoogenaamde circusartist had wel een
büzondere manier van optreden, want de
smid scheen, trots al zijn tegenstand van straks,
nu overwonnen.
.Duister dus. Ik ga bü de Richters weg en
wil bü u het smldsvak leeren. Verbaast u zich
daarover nu maar niet. Ik heb kracht genoeg
daarvoor en lesgeld kan ik ook betalen. U
zegt zelf maar hoeveel het zün moet. Verder
zal ik u het geld voor de pachtschuld bezorgen.
Denk echter niet, dat ik daarmee uw gunst
wil kooper^; dat absoluut niet. Maria en ik zjjn
het zóó met elkaar eens, dat wü ook tegen uw
zin met elkaar zouden trouwen, baas Dtesel-
hoff.”
En dat alles moest Albert Disselhoff nu in
pP October was het honderd jaar geleden,
Georges Blzet, de Fransche componist,
<Ue «lch wereldroem maakte door de schepping
’an de opera „Carmen”, maar die ook nog
ander werk van beteekenls op zün naam heeft.
Sooals ,JJe Parelvisschers” en J Arlèalenne te
Parüs werd geboren.
Blzet te maar 36 jaar geworden, doch een
Omvangrük levenswerk ’let hü na. Het te geen
wonder, dat „Carmen” daarvan het meest be
kend te geraakt. De felle dramatiek van het
werk, de boeiende romantiek van dit liefdes
drama, dat zooveel echtheid, levenswaarheid
en algemeen-menschelüks bezat, grüpt aan. en
de vloeiende, vurige, overal hartstochtelüke.
maar heldere muziek charmeert. Het te muziek
voor „iedereen”, voor het volk, zoowel als voor
den intellectueel. Bekend te, dat de Dultsche
wüsgeer en cultuurfilosoof Friedrich Nietzsche,
rich van Wagner afwendend, Bizet s „Carmen”
ate voorbeeld stelde van den lichten, helderen,
romaanschen stül waarnaar hü verlangde.
Georges Alexandre César Leopold Blzet was
«eboortlg uit een simpel Parüsch gezin.
Van een muzikale traditie In de familie was
geen sprake. Van begaafdheid door overerving
kan men dus niet spreken.
Reeds ate negenjarige wordt hü ingeschreven
aan het conservatorium. Zes maanden later be
haalt hü in een muziekwedstrüd den tweeden
prijs. Een jaar later riet hü zich samen met
«ün vriend Savary den eersten prijs toegewezen.
De weg naar den roem schünt voor hem open
te liggen. ZUn naam is bekend geworden en
men verwacht veel van hem, in de eerste tüden
waarschünlük ri te veel. De leeraren zün bü-
'aonder. over hem te spreken en zien in den
Jongen een meer dan middelmatig begaafd mu
sicus. Hü was een uitstekend pianist, die be
schikte over een fünen aanslag. Wanneer hü
een orkestpartituur doorlas, maakte hü daaruit
op het eerste gericht een klavlerulttreksel. De
groote Hector Berlioz zeide toen reeds van
hem, dat hü na Liszt In dit opzicht de begaafd
ste was.
Voor een intiem gezelschap had de toen
overal gevierde Hongaarsche meester een van
«ün laatste composities gespeeld. Ademloos had
men geluisterd. Onder de aanwezigen bevond
rich ook de jonge Blzet, die toen reeds een
sekere bekendheid had verworven. ,Ja," zeide
Ltezt. „het stuk te büzonder moellük. Ik ken
slechts twee pianisten, die dit stuk kunnen spe- 1
ten, Hans von BUlow en ik zelf.” Terwül hü
enkele tonen aansloeg, draalde hü zich half
cm en wendde rich tot Blzet met de woorden:
.Herinnert gü u deze passage?" Reeds zat Bi-
eet aan den vleugel en speelde de bedoelde
passage uit het hoofd. Daarna zette Ltezt zon-
der een woord te zeggen hem de geheele, ge
schreven partituur voor en Bizet speelde het
stuk a prima vista, zonder een enkele hapering,
foutloos! En terwül het gezelschap Bizet een
ovatie bracht voor het groote succes, klopte
Liszt hem op den schouder: .Jonge vriend,
ik had gedacht, dat slechts twee mannen in
staat waren dit stuk te spelen, maar het blüken
er drie te zün en ik moet erkennen, dat de
jongste de vaardigste en de knapste is."
Het Ideaal van vele jeugdige componisten was 1
eenmaal met den Prix de Rome te worden be
kroond. Een onderscheiding, die een naam be
kend maakte, maar bovendien den bekroonde
In staat stelde eenlge jaren naar Italië te gaan
cm daar zün studie te voltooien.
Na enkele prijzen te hebben behaald aan
het conservatorium en in den door Offenbach
uitgeschreven wedstrüd samen met zün vriend
Lecocq bekroond te zün, begon Bizet zich on
der leiding van Halévy ernstig voor te bereiden
op den Prix de Rome. Zün pogingen worden
met succes bekroond. In 1857 kende men hem
den prijs toe en Blzet vertrok voor drie jaren
Daar Italië, de alma mater der kunst.
Evenwel, zün kennismaking met de Eeuwige
Stad te niet zeer aangenaam. Aan zün moeder
gchrijft hü. dat het land dood te en verloren
voor de kunst. In Rome vindt hü niet de har
monisch-muzikale sfeer, die hü er had ver
wacht. Maar het te de vreemdeling, die hier
spreekt, want enkele weken later hoort men
een geheel anderen toon In zün brieven. ,Jk
hecht steeds meer aan Rome. Hoe meer ik de
stad leer kennen, hoe meer ik van haar ga
houden. Alles te hier mooi. Elke straat, zelfs
de grauwste, heeft haar eigen karakter. Het te
mün droom hier later te componeeren.” Hü te
onderhevig aan sterk wisselende stemmingen
en slaat van het eene uiterste in het andere
over. Wat den eéhen dag mooi te, wordt den
anderen dag verscheurd. Hü werkt zeer veel
en de verplichte zendingen muziek gaan prompt-
op tüd naar het instituut te Parijs. De gewone
kunst, kamermuziek en pianosoll liggen hem
beter dan de dramatische kunst. Voor Beetho
ven en Meyerbeer heeft hü diepe bewondering,
maar hun werk te niet zün genre. Een Rossini
met zün klatermuriek ligt hem nader aan het
hart. In tegenstelling met hetgeen men uit
Bizet's eigen werk zou opmaken, was zün smaak
niet büzonder delicaat
Zoo verwondert men zich erover van dezen
Jongen musicus een brief aan zün ouders te
lezen, waarin hü zegt: ,Kad ik maar 100.04»
frs.! Dan konden wü tenminste rustig gaan ren
tenieren. Nietwaar, de opbrengst van een opera
nog eens een vcrstelük smid zal zün.”
„Alweer die dwaasheid' Sigmar. laat