GEORGE BIZET Grensbeveiliging De Sakharoffs Nederland in De avonturen van een verkeersagentje De schepper van Carmen j LEVENS IN DIENST VAN DE KUNST alle abonné’s F 750.- f 750.- F 250- uanden daq •öl WILD.... En de oude lichtingen De vorst F I 1 ZATERDAG 29 OCTOBER 1938 iiinniinnii De Roemeen uit Brussel reist incognito DOOR FRITZ METZNER ao s, a. o at. o AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL SB - - lllllllllllllll bracht den Is een feit, en buiten kijf. Men schrijft ons uit het Zuiden: Lts het 1 (Nadruk verboden) ▼I i hl glazige gaan bedienen. dat da ke (Wordt vervolgd) -I i t a t e k I T! a C V e o 1 I ▼i TC 1 i i De boechgod sprong nu van zijn voetstuk en boog beleefd voor <de beide vrienden, terwijl zün staan op en neer Wipte. 4 1 I „Zeg eena, ben JU van lotje getikt?” vroeg ons matroosje, terwijl hij kwaad opstand. „Kom eena op, dan zullen we het ,jH*k was maar oen grapje," aoo bood hij verontschuldigend aan, .Jk meende het heuech aoo erg niet. Kom, laat ons goede vrienden zijn!” Nu, daar hadden de vrienden wel ooren naar. zl t< d d 4 I als pianist, wordt daarna hi een Amerikaansche k< •c m te le ui vc al di O Pi re v S st h zi di 14 1 Rf UI X w u tl D 1 1 to 1 I i eo bh so gr til JA samen uitvechten," riep bij. terwijl hij zijn mouwen opstroopte. „Ja, ja', zei Keerie die ook kwaad geworden was. „Geen gek heid of Je bent mijn gevangene.” i Nu brengt ze weer een première en wel Le cantlque des cantiques, het Hooglied, dat afstemde op Oostersche Indrukken. De muziek daarvoor schreef Dénéreaz. een Zwitser. Sakharoff is een mager, lenig type, hoe zou dat voor een danser anders kunnen zijn? Hij maakt, als hij de conversatlekamer binnen komt, zijn excuses, dat hij zoo laat te, maar„hij moest eerst zijn ochtendgymnastiek doen” Sigmar dacht nog overgelukkig aan den lief- devollen blik, waarmee Maria hem bij het af scheid had aangezien, toen hij reeds voor de herberg „Het Witte Hert” stond. Zou het niets uithalen, wanneer hü eenvoudig nrobeerde. vriendschap met baas Disselhoff te sluiten? Men kon toch nooit weten. Het was niet de gewoonte van den vorst, zich lang over iets te bedenken en daarom stapte hij K U ft Dfeze menschen voelen zich gelukkig in hun kunst, zij arbeiden en leven ervoor. Een wo ning bezitten ze wel is waar in Parijs, maar kostbaarheden zfjn hun eigendom niet. Zij zwer ven de geheele wereld door, leven van hotel naar podium en van podium naar hotel. Een enkele maal komen ze in contact met het leven der zwoegenden, zooals dat gebeurde op nun reis in Arabië. Dan treffen hun de alledaagsche din gen, dan vinden zij nieuwe Indrukken, die «U met zich wegdragen en voor het forum der groote steden naar hun inzichten weergeven. Schokkende dingen verdragen zij lastig. Een getimmer in een aangrenzende kamei stoort hun gehoor, doet hen schrikken. ZU zijn alleen afgestemd op de verfijnde klanken der mu ziek. En zoo dragen zij hun kunst als een kost baar kleinood mede van stad tot stad en van land tot land. De wereld van twee dansende menaeben. J. H. Als het gesprek ter nauwernood is begonnen, komt ook de charmante mevrouw Sakharoff binnen. Het gesprek wordt direct geanimeerd, het gaat recht op het doel af: de kunst van deze beide dansers. „Oh. natuurlijk, we weten wel, dat de cos- tuums bijzaak zijn, maar we achten deze toch zoo'n belangrijke factor, dat we er alle aan dacht aan besteden. En dan vooral ten aanzien van oe kleur. Wij zien alles in kleur. Nietwaar Clothilde, als we ons bezig houden met een nieuwe danscreatle dan vraag je me allereerst' hoe zie je kleur van deze figuur, b.v. de Julia van Shakespeare!” .Maar welke zijn uw Ideeën omtrent oen dam. welk is bet bindend element in uw bewegingen, de klassieke trek of...." Avant tout l’inspiratlon, qui est comme le contact avec une autre monde. Daardoor is de kunstenaar waarlijk groot, dat hij een inner lijke belevenis weet te objectiveeren. Hjj zoekt daarbij in de eerste plaats naar een thema, waaromheen hij zjjn overige bewegingen groe peert; hü verdeelt de ruimte, hij rangschikt zijn gebaren. Als een architect kiest de danser de hem passende en de ideeën dienende be wegingen uit den chaos van mogelijkheden, die hem ter beschikking staan. Hoe is uw voorstelling, zoekt u naar een in- D 8 I Bijna honderd jaar geleden Liep bij ons de eerste trein, 't Was nog maar een primitieve En een tamelijk korte lijn, Maar de Ijzeren Spoorweg groeide, Heel het land kwam in zijn ban, Voor er veel tijd was verloopen Maakte elk gebruik ervan. Dat men ‘t Spoor niet meer kon missen Is een feit, en buiten kijf, 't Werd zelfs in den loop des tijds een Semi-overheidsbedrijf. Niemand kon de Sporen deren, Niemand kon de Sporen aan En men dacht: zoo zou ‘t waarschijnlijk Tot het eind der tijden gaan Totde autobussen kwamen! 't Tempo van modernen tijd, 'Soepel en goedkoop, met service Wie van beiden wint nu 't pleit? 't Werd een felle, barre oorlog, Alom doken bussen op, Voor de Spoorwegmaatschappijen Werden ze een groote strop. Toen werd dan de koers veranderd, Bakens werden er verzet Nddat 't tij reeds was verloopen. En de vraag is, of men 't redt, 't Nieuwe driemanschap te Utrecht Hoopt dat het nog wel zal gaan, ‘t Bindt den strijd met wilde bussen Die gewild zijn! stevig aan! HERMAN KRAMER sig opgewonden, reed Lacomb weer naar buis terug. Toen drie weken later Carol Caleato, aUas Mc Lean, in Rio de Janeiro aan wal stapte, stond zijn compagnon, de „Roemeen" uit Brus- stel. op hem te wachten. Zij begroetten elkaar haltelijk en waren uiterst content over bun succes. Ze hadden een steen voor 800 pond ge kocht en voor 2500 pond verkocht; zooleta te een buitenkansje! Na tafel prezen zi) nogmaals met welbehagen hun arbeid. „Heb tk niet aardig den Engetechman ge speeld, amico? En ik ben toch heelemaal geen Engetechman. Hahaha! Zelfs mijn mooie zwarte haar moest ik roodachtig laten verven „Ja en mijn blonde lokken moesten zwart worden, want ik ben Immers geen Roemeen. .JJleleiet? Je zei toch, dat je uit Dobroed- sja...'.” „Ja, daar was ik vroeger eens tijdens den oorlog...." .Maar, amico, dan moet je mij voor we verder werken eerst toch eens precies ver tellen. waar je vandaan komt.” „Ate je er op staat, heel graag. Ik kom een beetje meer uit het Noorden, heet Kart Schmie- decke en ben.commissaris van de crimineels politie in bet Berlijnsche praesldlum, weet je, amico, kamer 204!" Bliksemsnel greep Carol Caleato naar zijn broekzak, maar voor hij het wapen..op den po litieman kon richten, kraakte een schot, waar door zijn hand slap naar beneden viel. Detec tives sprongen toe en enkele oogenblikken later suisde een polltie-auto door de straten. Aan zijn vele successen in zijn strijd tegen dlamant- mlsdrjjven had commissaris Schmledecke een nieuw toegevoegd door deze arrestatie. Doch Sigmar lachte. „Zü hebben niets tegen mü. hoor, zij hebben alleen maar trouwplannen voor mij gemaakt, en die maken wij liever ■amen, niet, Maria? Ik zal dus het volgende voorstel aan Richter doen: HU moet de schuld maar netjes met krijt aan den balk schrijven, en ate hij het geld noodig heeft, moet hjj het maar uitvegen. Goed aoo?" De moeder lachte weer. „U schijnt van alle markten thuis te «Dn, mijnheer Wannsteen. Maar..,, rijknecht blijft u toch niet, wel?” „O, heden nee! Ik heb zin om smid te worden. Kan ik hier in de leer komen, als ik een be hoorlijk leergeld betaal? Ik geloof, dat ik zijn hoofd verwerken. Zoo maar bij zijn mcr- genglaasje. .Moor eens, jongeman, wat Maria aangaat, daar beslis ik over. Uit jou kan de duivel nog niet wjjs worden! Dat komt .Met Witte Hert” binnenstappen als gSst, treedt dan op ate huisonderwijaér, rijdt als toedrijver, schudt Michel, die zoo sterk te als een beer, door elkaar of dat zoo maar niets is, vangt wilde paarden op, en wil mij tenslotte vijfduizend mark bezorgen, die je misschien nog nooit in je leven bij elkaar hebt gezien. In werkelijkheid ben je niets anders dan een arme landlooper, die, verdraaid nog toe, alle vrouwen het hoofd op hol maakt. En dan. te oordeelen naar de slgaretten-étui en de portefeuille, die je bezit, heb je ook nog een roofoverval op je geweten. Nee, nee, jonge man. dat je mijn Maria het hoofd op hol hebt gebracht, dat te mij nog steeds een raadsel. Den eersten keer notabene, dat het meisje een man aankijkt, en nu warempel zóó een!” Lachend had Sigmar von Wemsteln dien drif- tigen woordenstroom aangehoord en nu legde hij zjjn portefeuille vlak voor den smid op tafel. •Daar ligt de bult van dien gruwelljken roof overval, baas Disselhoff. Roep den veldwachter maar, dan kan hij er beslag op leggen.” „Klets nou niet. Wees eens wat duidelijker over die vijfduizend mark. Koevele rente komt daarop? En heeft die geldzaak iets met Maria te maken?" geroepenen, meerendeels huisvaders, bun plicht kwamen vervullen. Intusschen, wie de moeite heeft willen nemen Iets dieper op deze realiteit in te gaan, zal ervaren hebben, dat talrijken de zer mannen, ondanks uiterlijke onbewo genheid, door niet geringe zorgen werden gekweld. Velen moesten hun zaken, hun bedrijf, hun werkkring In den steek laten. Onder hen ontmoette men huisvaders met groote gezinnen, en anderen, op wier schou ders vrijwel de geheele last rustte van een bedrijf, van arbeid op het veld, In den win kel of op de werkplaats. Gelukkig is spoedig de opklaring gekomen en kon de legeroverheld de door de inter nationale ontspanning geboden gelegenheid benutten om de menschen weer vlug aan hun bedrijven terug te geven. Toen enkele jaren geleden de reorgani satie van onze weennacht de aandacht had van de betreffende instanties en het insti tuut der strategische grensveiligheid gebo ren werd, was het Indeelen bij deze veilig heid van de oude lichtingen moeilijk te ver mijden. Men moest In die dagen wel genoe gen nemen met oplossingen, die geen vol komen bevrediging konden schenken. De inmiddels bereikte vorderingen in onze legerorganisatie laten oJ. toe nu de moge lijkheid te overwegen van een wijziging in de samenstelling van het personeel, dat geroepen wordt om bij de grensverdedlging den eersten stoot op te vangen. Zoowel uit een oogpunt van beperking der economische stoornis als uit dat der ge zinspolitiek is zulk een wijziging wensche- lljk. ijdens de jongste periode van inter nationale hoogspanning heeft Neder land zich ervan kunnen overtuigen, dat de weermacht paraat is en hoewel zij uiteraard nog onder verschillende opzich ten de sporen draagt van de achter ons liggende jaren van verwaarloozlng, een steeds groeiend vertrouwen in het vermo gen van onze nationale verdediging ver dient. Het waren niet op de laatste piaal moreel en de waardige stemming der onder de wapenen geroepen troepen, die een gun- stigen indruk hebben nagelaten. Bij een woord van dank zal het echter niet mogen blijven. Ook nu heeft de prac- tische uitvoering van een op papier gestel de theorie duidelijk aangetoond, dat deze theorie op bepaalde punten voor correctie In aanmerking komt. In het bijzonder is oj. nadere bezinning noodig op de kwestie der oude lichtingen bij de troepen der strategische veiligheid Toen op Woensdagmorgen 28 September duizenden en duizenden mannen van circa 3035-jarigen leeftijd optrokken om overal langs de zoomen van ons vaderland hun posten te bezetten, zal menig toeschouwer zeker getroffen- zijn geweest door de vast- berad^i kalmte, welke deze oudere soldaten kenmerkte. Het deed het vaderlandsch hart goed de snelheid te zien, waarmee deze op- weg gevonden naar de concertzalen der geheels wereld. Het stuk houdt lang stand op de Pa- rijsche programma's. Deze brillante muziek te Intusschen nog slechts een voorspel tot bet laatste groote werk: „Carmen". In het jaar van Bizet's dood komt de opera gereed; hjj be schouwt ze zelf ate zijn levenswerk en heeft er hooge verwachtingen van. Het orkest acht sommige deelen van de partituur onuitvoer baar. Maar door veel repeteeren worden de orkestleden tenslotte overtuigd van het feit, dat de opera speelbaar te. Tijdens de première komen de vrienden hem achter de coulissen gelukwenschen met dit uitstekende werk. Maar het publiek blijft ta melijk onverschillig. Wanneer Bizet des avonds met enkele vrienden huiswaarts keert is hij zeer terneergeslagen. Waarschijnlijk heeft deze te genslag zijn dood verhaast. Intusschen maakt hjj plannen voor nieuw werk, maar daarin wordt hij ernstig belemmerd door een keelziekte. Bo vendien blijft hU lijden aan een diepe neer slachtigheid. Kort vóór lijn dood doet zich een merkwaar dig geval voor. Galli Marie vervulde de hoofd rol in „Carmen". De opvoering verliep vlot, tot de scène waarin de kaart wordt gelegd, toen de Carmenvertolkster plotseling het gevoel kreeg, dat zij niet verder kon zingen. Immers uit de kaarten las zij duidelijk de voorteekenen van een sterfgeval. Daar zij bügeloovig was. schrok zij hevig en kon slechts met groote moeite haar aria ten einde zingen. Aehter de coulissen viel zij In zwijm. Den volgenden mor gen bereikte haar het bericht van Bizet's dood81 non vere. plaats mijn dochter met rust! Versta je dat? Anders zul je nog eens wat zien! Dwaas die je' bent, je zet hier het heele dorp op stelten!" „Stil, stil," suste de kastelein, maar Sigmar gaf hem een knipoogje. „U hoeft u niet ongerust te maken, kastelein, want er bestaat niet de minste oneenlgheld tusschen meester Disselhoff en mij. Integendeel, wy hebben gezamenlijke plannen, die binden. Breng mü alsjeblieft nog maar een biertje! Mag ik u ook een glas offreeren, mijnheer Disselhoff?” .Dank Je. Landloopers bedelen gewoonlijk.” „Ate het echte landloopers zjjn wel, ja." Rustig wachtte Sigmar von Wemsteln de uit werking van zjjn woorden af. Hjj kende de menschen. En werkelijk, de smid schoof al gauw iets naar hem toe en vroeg: „Wat wou Jij daarnet zeggen met die ge zamenlijke plannen, hè?” „Nu, die kwestie met de Richters." Dat sloeg in. Er kwam leven 'in de oogen van den smid. Hjj greep Blgmar vertrou welijk bij den arm en fluisterde: .Jk heb altijd wel gedacht, dat een kerel als u het da»r niet sou uithouden. Maar nietwaar, mijn Maria, die....” .Die wordt mijn vrouw, baas Disselhoff. .Kerel, je bent stapel!” .Dat heb ik al meer gehoord, baas Disselhoff. Richter heeft mij vanmorgen nog hetzelfde ge zegd." „Zóóóó! Zei hij dat? En waarom, vertel mij dat eens! Ml) heeft hjj leeljjk het vel over de ooren gehaald." Y acomb, de meest gewiekste juwelier van I de Parijsche binnenstad, stond in gebogen houding en met Ingespannen aandacht een blauwachtig schitterenden steen te bekijken. Deze was ongeveer zoo groot als een hazelnoot. Tegelijkertijd lette hjj scherp op den man, die hem dit zeldzame exemplaar had gebracht. Het roodachtige dunne haar, de zeer zorgvul- die verstelde kleedlng, de spaarzame gebaren en de ietwat aanmatigende onverschilligheid neen, men behoefde er niet aan te twijfelen, hü was een van die stijve Engetechen uit den die nenden stand, iemand uit een huls van den allereersten rang. „Wilt u dezen steen verkoopen. of wilt u hem nauwkeurig laten schatten?" vroeg Lacomb. „Geen van beide,” sprak de ander met sle pende stem. „Mister Irvlngcourt. Wolle and Folie Melbourne begrijpt u wel?” Lacomb begreep. Irvlngcourt behoorde tot de honderd rijks ten ter wereld. „Mieter Irvlngcourt wil voor plezier of. zooals je dat zegt, uit een gril, precies denzelfden steen. Begrijpt u? Pre cies! De onderkant zoo, het achtvlak zoo, het licht....” „Dat zal moeilijk zjjn, heel moeilijk. Misschien ónmogelijk. Zulke stukken vind Je zoo maar niet langs den weg. Maar ik kan het probeeren Hoeveel zou t mister Irvlngcourt ongeveer mo gen kosten?” „Hoeveel kost zoo’n steen ongeveer?” „Normaal? Twaalfhonderd pond." .Dan betaalt Irvlngcourt den vlervoudlgen prijs. Desnoods nog meer. Alleen desnoods. Be grijpt u? Wij wonen In hotel Palx. Ik ben Mc. Lean, de butler bij mr. Irvlngcourt. De heele zaak moet af gewikkeld ,zljn als.... over twee weken!” Lacomb mat, woog en fotografeerde reeds. De jachtkoorts naar dit zeldzame vuur der oer wereld begon weer in hem te zieden. De butler verdween weer met zijn steen en de directie van Palx antwoordde telefoniscl^dat mr. Irving- court en zijn secretaris Mc. Lean daar Inderdaad vertoefden, dat zy over veertien dagen naar Le Havre doorreisden en hun echtheid boven allen twijfel verheven was. Haastig nam Lacomb het nachtvllegtuig naar Brussel. Hij doorkruiste daar de diamantbeur zen, maakte een slippertje naar Amsterdam, Utrecht en Antwerpen, keerde spoedig naar Brussel terug en hoorde van een agent, dat een Roemeen daar enkele weken geleden een der- gelijken steen had aangeboden. Men zocht en vond dezen man. HU was een landheer uit de Dobroedsja. Blechtgeluimd ver waardigde hjj zich den mooien steen te toonen. Hij geleek volkomen op den steen, dien Mc Lean aan Lacomb had laten zien. Alleen een nietig klein stukje ontbrak er aan. Maar hij was een herinnering, zei de Roemeen, en toevalligerwijze had hij nu geen geld noodig. Daarna sloeg hjj de deur dicht. Lacomb ging hem weer bezoeken. Lokte, bood, bezwoer, want hij wilde zich dit prachtig zaakje niet laten ontgaan. Na een opgewonden debat kocht hjj den steen eindelijk voor 2500 pond. Met 'n gelukkig hart vloog hij nog hetzelfde uur naar Parijs terug. s ^IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHlillHIUIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIII^ Dat de lange, glimlachende man, die zich den volgenden dag aam hem als Mc. Lean voorstelde, inderdaad de secretaris van Irvlngcourt was, wilde er bij Lacomb eerst niet in. Bij een nauw gezet onderzoek bleek hij het inderdaad te «Un. Van een bejaarden, stokstjjven butler wist nie mand iets af. En nog minder van een diamant. Was het mogelijk? Opgelicht!? Voor de drie voudige waarde van den steen. Bevend nam Lacomb hem in dg hotelhall nogmaals onder de loupe. Een prachtstuk was het en bleef het. Maar die nauwelijks waarneembare, scheefhoe kige ader in den diamant, die llchtbreuk daar boven, nu werd Lacomb alles in eens duide lijk: deze steen was dezelfde als die, welken hij kort geleden in zijn zaak in handen ge had had. Alleen verminderd met twee kleine splintertjes! Hij had hem tegen een veel te -loogen prijs ge kocht voor iemand, die hem nog niet eens een opdracht had gegeven. Erger, hij had met bidden en smeeken den Roemeen den steen afgeperst. In zich zelf gekeerd en heelemaal niet meer koort- houd, een verhaal, of zoekt u den absoluten dans, de conformiteit met absolute muriek? De Sakharoffs bewegen zich op beide gebie den en doen dit met een zekere mate van vrij heid. die hen lesmaakt van het z.g. klassieke ballet. Zjj gaan niet over tot het pantomimische, zij houden zich ook verre van de MUnchener school. Orünther en Mary Wiegman: si) heb ben hun eigen stijl, hun eigen inspiratie, zooals Jooas en Schoop. Zl) hebben de grootste bewondering voor den eenvoud der middelen, voor die bewegingen, die ieder onder <jn bereik voelt; zij streven niet naar „erstaunende” momenten, maar naar hetgeen wezenlijk de ziel 'beroert. Ohne das nur leere Kunst. Het gesprek loopt over hun voorliefde voor Fra Angelico, over hun bewondering voor Cé zanne en Van Gogh. Mevrouw Sakharoffs gelukkigste herinnering is de opvoering van Après-mldl d’une faune van Debussy, waarvoor zij jarenlang studeerde. ZU kan zich nog levendig de zenuwachtige span ning indenken, die heerschte in de zaal toen zij voor de eerste maal met dit werk op het tooneel verscheen. als .De Profeet” van Meyerbeer componist een vermogen op." Vóór Bizet Italië verlaat, wil hu nog een bezoek aan Napels brengen. Van zUn ouden Parijschen leermeester Carafe had Bizet een introductie gekregen voor den beroemden Na- polltaanschen musicus Mercadante. Hoe ver wonderd moet de jonge, tamelijk met zichzelf Ingenomen Bizet hebben gekeken, toen hu ken nis kon nemen van Carafe's schrUven. .De jongen zal nooit een dramatisch componist worden, want hU bezit voor geen halven stuiver enthousiasme." De ParUsche leeraar had ge lijk. Het zou bU meer dan één gelegenheid blU- ken. Tijdens zUn verbluf In Napels, dat enkele maanden duurde, werd Bizet ernstig ziek, maar herstelde. Inmiddels had hU uit Parijs de toe zegging ontvangen, dat hü nog een Jaar in Italië kon blUven, in plaats van naar Dultsch- land te gaan. Overhaast moet hü echter naar Frankrük terugkeeren om nog juist zün ster vende moeder te kunnen zien. Wanneer hü eenmaal In Parijs terug is. breekt een vruchtbare tüd aan. Bizet maakt lange dagen en werkt met de regelmaat van een kantoorklerk; een eigenaardig verschünsel, dat bü vele groote componisten niet is waar te nemen. Aan een vriend schrijft hü: „Ik werk 15, soms 16 uur per dag en meer, want ik geef lessen en moet proeven corrigeeren. Men moet tenslotte toch levenik werk als een neger, ik ben uitgeput, letterlük óp.... en ik heb geld noodig, altüd weer geld Blzet kan schrUven zonder ideeën te hebben en toch wordt het hem duldelük. dat muziek, zonder een idee op den achtergrond, waarde loos moet zün. Van tüd tot tüd beproeft hü zün ontembaren schrüflust te bedwingen. Men verbaast er zich wel over, dat hü in dezen tüd nog gelegenheid vond te lezen. Hü las snel en oppervlakkig en had er dientengevolge ook geen profüt van. Het was zün honger naar kennis; dlkwüls echter heeft de veelheid de kwaliteit verdrongen: ..Het ongelukkige is, dat ik heb geleefd en sterven zal, zonder dat mün onbegrensde nieuwsgierigheid verzadigd is.” In 1863 heeft de première plaats van ,Pë- cheurs de Perles”. Het is allerminst een over weldigend succes, al schreef Hector Berlioz zeer vleiend over de opvoering. Züns Inziens moest het voor Blzet de grootste voldoening zün. dat de muziekwereld nu verplicht was h<*m voortaan te beschouwen als een der grootste componis ten. De opera bleef echter slechts twee maan den op het repertoire. „La jolie fllle de Perth" vergaat het, eenlge Jaren later, al niet veel beter. Het gegeven was alleronmogelükst en de rfiuzlek bezat geen blü- vende waarde. Enkele deelen uit deze opera zün echter in 's meesters levenswerk „Carmen” op genomen als balletmuziek. .Djalimeh”, een opera in één bedrüf. gebouwd op een Oostersch thema, vond een slecht ont haal, ditmaal zeker ten onrechte, want de mu ziek is een waar juweel. Om elke onaangename verrassing te voorkomen had Bizet «elf in het souffleurshok plaats genomen. Men zou Bizet niet beter kunnen eeren dan door deze opera weer op het repertoire te Intusschen was Blzet e viève Halévy, de dochter* nu maar meteen de herberg van Peter Schmie- del binnen. Eerst keek de kastelein hem van achter zün buffet met een eigenaardig lachje aan, doch dan maakte hü een diepe buiging, wat hem heel links afging. „Het is mü een ware eer. münheer Warm- s teen .Brutale lummel, hü weet dat ik hier ben, en komt toch binnenstappen,” bromde er iemand uit den hoek bü het venster. Het was smid Disselhoff. die al menig glaasje had gedronken. De kastelin werd er verlegen mee. Hü kende den smid en wist dus, dat deze heel grof kon worden. Daarom gaf hü Sigmar von Wemsteln een wenk, dat hü zich wat verderop aan een tafeltje moest zetten. Masu'.... dat was Sigmar Juist niet van plan. Hü trad op den smid toe, en vroeg: „Vindt u het goed, münheer Disselhof, dat ik hier plaats neem?" De vraag ging vergezeld van een lichte bui ging, doch de smid keerde Sigmar zün rug toe en keek door het venster naar bulten. Sigmar zat echter al naast hem, vóór hü er goed en wel erg in had. Tot hü zich opeens omkeerde en barsch ultvlel: .Hoe durf Je het wagen. JU. circusartist?" Woedend draaide de smid aan de punten van zün militairen knevel en blies zün rood gezicht geweldig op. Sigmar antwoordde kalm: .Jk heb vanmor gen nog een gratis voorstelling gegeven, mün heer Disselhoff Of weet u dat misschien al?" ^e laat, wat mü betreft, op de allereerste gelukkigen lach op haar mooi gezichtje, weer binnenkwam. „En hü waagt het zelfs, bü ons In huls te komen. Kind, kind, je kent Je vader toch." „U en vader begrijpen hem niet, moeder. Ik houd juist van hem. zooals hü te. Daar kunt u geen van beiden iets aan veranderen.” De moeder gaf maar toe, doch haar zorgen bleven. „En je gelooft ook aan die geschiedenis van het geld? Denk er toch om, dat hü als land- looper hier gekomen te. kind!" ,4s dat zoolets ergs? Wanneer Sigmar mü iets belooft, dan geloof tk het. En wat komt het er op aan. als het hem niet lukt? Hü kan werken en hü zal werken. Ik wilde, dat vader niet zoo halsstarrig was. maar Sigmar zal wel eens met hem gaan praten." - Verschrikt sloeg juffrouw Disselhoff de han den boven haar hoofd samen. .Kind, dat loopt verkeerd af! Mün arm kind! Laat je toch niet meer met hem zien!” De claxon van een auto liet zich voor de smederü hooren. Maria moest de benzinepomp Maar ik meen het! Geloof je soms niet dat jk werken kan?" In de beste stemming verliet Sigmar von Wemsteln met Maria het kleine kamertje. .Die jongeman zit vol onzin, dat te Jammer «an hem,” zuchtte de zieke, toen Maria, met een lemen, rouwd met Gene- ijn zün vroegeren leermeester. In 1870 viel henyde eer ten deel, benoemd te worden in de conrtnlssie, belast met het toekennen van den /Prix de Rome. De FranschDultsche oorlog Js uitgebroken en de ouverture .Da Patrie” bevist, dat het wereld gebeuren niet ongemerkt door Bizet’s leven te gegaan. Meer waardeerlng ondervond Bizet met zün muziek op Daudet's „L'Arlésienne", waarin hü een staal gaf van zün gerüpt meesterschap. In twee overbekende suites heeft deze muziek haar .Dat zal veranderen, baas Disselhoff. Van nu af zal ik met den landeigenaar die pacht- kwestie van u behandelen. Begrijpt u? Ik heb er al met uw echtgenoote over gesprqken. Een buitengewoon goede vrouw! ZU heeft alleen te veel angst voor de Richters." „Ja, die Richters!" De smid jiam een flinke teug uit zün glas. .Je bent dus in mün huls geweest, zonder mün toestemming. Hoe zit dat?" „Wel, Ik wilde u spreken, baas Disselhoff. Met dames kan men toch geen flnancleele aan gelegenheden afhandelen. Daarom kwam ik nu naar hier.” „Wat beteekent dat, flnancleele aangelegen heden? Schulden heb ik!" ,Die wü zullen ^flossen. Ltister nu eerst eens goed naar mü, daarna komt u aan het woord, baas Disselhoff." De zoogenaamde circusartist had wel een büzondere manier van optreden, want de smid scheen, trots al zijn tegenstand van straks, nu overwonnen. .Duister dus. Ik ga bü de Richters weg en wil bü u het smldsvak leeren. Verbaast u zich daarover nu maar niet. Ik heb kracht genoeg daarvoor en lesgeld kan ik ook betalen. U zegt zelf maar hoeveel het zün moet. Verder zal ik u het geld voor de pachtschuld bezorgen. Denk echter niet, dat ik daarmee uw gunst wil kooper^; dat absoluut niet. Maria en ik zjjn het zóó met elkaar eens, dat wü ook tegen uw zin met elkaar zouden trouwen, baas Dtesel- hoff.” En dat alles moest Albert Disselhoff nu in pP October was het honderd jaar geleden, Georges Blzet, de Fransche componist, <Ue «lch wereldroem maakte door de schepping ’an de opera „Carmen”, maar die ook nog ander werk van beteekenls op zün naam heeft. Sooals ,JJe Parelvisschers” en J Arlèalenne te Parüs werd geboren. Blzet te maar 36 jaar geworden, doch een Omvangrük levenswerk ’let hü na. Het te geen wonder, dat „Carmen” daarvan het meest be kend te geraakt. De felle dramatiek van het werk, de boeiende romantiek van dit liefdes drama, dat zooveel echtheid, levenswaarheid en algemeen-menschelüks bezat, grüpt aan. en de vloeiende, vurige, overal hartstochtelüke. maar heldere muziek charmeert. Het te muziek voor „iedereen”, voor het volk, zoowel als voor den intellectueel. Bekend te, dat de Dultsche wüsgeer en cultuurfilosoof Friedrich Nietzsche, rich van Wagner afwendend, Bizet s „Carmen” ate voorbeeld stelde van den lichten, helderen, romaanschen stül waarnaar hü verlangde. Georges Alexandre César Leopold Blzet was «eboortlg uit een simpel Parüsch gezin. Van een muzikale traditie In de familie was geen sprake. Van begaafdheid door overerving kan men dus niet spreken. Reeds ate negenjarige wordt hü ingeschreven aan het conservatorium. Zes maanden later be haalt hü in een muziekwedstrüd den tweeden prijs. Een jaar later riet hü zich samen met «ün vriend Savary den eersten prijs toegewezen. De weg naar den roem schünt voor hem open te liggen. ZUn naam is bekend geworden en men verwacht veel van hem, in de eerste tüden waarschünlük ri te veel. De leeraren zün bü- 'aonder. over hem te spreken en zien in den Jongen een meer dan middelmatig begaafd mu sicus. Hü was een uitstekend pianist, die be schikte over een fünen aanslag. Wanneer hü een orkestpartituur doorlas, maakte hü daaruit op het eerste gericht een klavlerulttreksel. De groote Hector Berlioz zeide toen reeds van hem, dat hü na Liszt In dit opzicht de begaafd ste was. Voor een intiem gezelschap had de toen overal gevierde Hongaarsche meester een van «ün laatste composities gespeeld. Ademloos had men geluisterd. Onder de aanwezigen bevond rich ook de jonge Blzet, die toen reeds een sekere bekendheid had verworven. ,Ja," zeide Ltezt. „het stuk te büzonder moellük. Ik ken slechts twee pianisten, die dit stuk kunnen spe- 1 ten, Hans von BUlow en ik zelf.” Terwül hü enkele tonen aansloeg, draalde hü zich half cm en wendde rich tot Blzet met de woorden: .Herinnert gü u deze passage?" Reeds zat Bi- eet aan den vleugel en speelde de bedoelde passage uit het hoofd. Daarna zette Ltezt zon- der een woord te zeggen hem de geheele, ge schreven partituur voor en Bizet speelde het stuk a prima vista, zonder een enkele hapering, foutloos! En terwül het gezelschap Bizet een ovatie bracht voor het groote succes, klopte Liszt hem op den schouder: .Jonge vriend, ik had gedacht, dat slechts twee mannen in staat waren dit stuk te spelen, maar het blüken er drie te zün en ik moet erkennen, dat de jongste de vaardigste en de knapste is." Het Ideaal van vele jeugdige componisten was 1 eenmaal met den Prix de Rome te worden be kroond. Een onderscheiding, die een naam be kend maakte, maar bovendien den bekroonde In staat stelde eenlge jaren naar Italië te gaan cm daar zün studie te voltooien. Na enkele prijzen te hebben behaald aan het conservatorium en in den door Offenbach uitgeschreven wedstrüd samen met zün vriend Lecocq bekroond te zün, begon Bizet zich on der leiding van Halévy ernstig voor te bereiden op den Prix de Rome. Zün pogingen worden met succes bekroond. In 1857 kende men hem den prijs toe en Blzet vertrok voor drie jaren Daar Italië, de alma mater der kunst. Evenwel, zün kennismaking met de Eeuwige Stad te niet zeer aangenaam. Aan zün moeder gchrijft hü. dat het land dood te en verloren voor de kunst. In Rome vindt hü niet de har monisch-muzikale sfeer, die hü er had ver wacht. Maar het te de vreemdeling, die hier spreekt, want enkele weken later hoort men een geheel anderen toon In zün brieven. ,Jk hecht steeds meer aan Rome. Hoe meer ik de stad leer kennen, hoe meer ik van haar ga houden. Alles te hier mooi. Elke straat, zelfs de grauwste, heeft haar eigen karakter. Het te mün droom hier later te componeeren.” Hü te onderhevig aan sterk wisselende stemmingen en slaat van het eene uiterste in het andere over. Wat den eéhen dag mooi te, wordt den anderen dag verscheurd. Hü werkt zeer veel en de verplichte zendingen muziek gaan prompt- op tüd naar het instituut te Parijs. De gewone kunst, kamermuziek en pianosoll liggen hem beter dan de dramatische kunst. Voor Beetho ven en Meyerbeer heeft hü diepe bewondering, maar hun werk te niet zün genre. Een Rossini met zün klatermuriek ligt hem nader aan het hart. In tegenstelling met hetgeen men uit Bizet's eigen werk zou opmaken, was zün smaak niet büzonder delicaat Zoo verwondert men zich erover van dezen Jongen musicus een brief aan zün ouders te lezen, waarin hü zegt: ,Kad ik maar 100.04» frs.! Dan konden wü tenminste rustig gaan ren tenieren. Nietwaar, de opbrengst van een opera nog eens een vcrstelük smid zal zün.” „Alweer die dwaasheid' Sigmar. laat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 24