MUZIEK IN' ITALIË
E
z
De avonturen van een verkeersagêntje
•r
te1
vV
r-
«eWiaal (fcft dag
F 250.-
c
Het land der opera-
cultuur
ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750-
e©
r
De vorst
O' 1
SPOKTZEEP
DINSDAG 15 NOVÈMBER 1938
VI
Professorale toga
jasjes
k
11
X
t
a
n
WANT ÉÉN *S CÉÉti
P
,<r
e
ri
c
•fe'
reist incognito
DOOR FRITZ METZNER
V]
1
Twee wollen
F
g
r
d
k
F
W
i
1
few*.
Zonder de minfcte onrust keek Sigmar den
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTKTUUR NA HET ONGEVAL
V
6
en
lut nee
van
zyn,’
6
A
8
V
vader.
•i
doch
een vorst hield? Nou, hoe zit het? Zijn jul-
(Wordt vervolgdJ
0
A
sv
S'
Het matroosje kreeg een geweldigen stoot van <fen ridder.
Htf wankelde, maar hy wist zich nog in het zadel te hóuden.
„Dat komt," zei hy tegen den boechgod, „dat ik gewend ben
op schommelende schepen te loopen en dan verlies je ook bijna
je evenwicht."
■ft het Augusteo
verworven voor
t*
te
’l
C
zoo druk over geboomd werd."
„Hier, aanpakken, baas Dlsselhoff."
stelde den ouden smid het pakje
ter hand, dat deze verbaasd be-
Sigmar
bankpapier
keek.
Daarom «tod* da wet, dat ew Mate esa sssé
adteated* moet voeren, dat tevens ate sa-
fleeter dtaaet doet. Ziet toe, dat er tea
officieel goedgekeurd actoeerfcht e* aw
witte epatbord woedt gsatoatessd Met
hanger dun 66 on boeen den gsooflk
Het
meldt
nabij
voor 1
bij wi
inlicht
enkele
taart
straat
Jen.
derde
brand
voorn
rens
van
In
aan de grootste en moeiiykste koor- en orkest
werken kan wagen en dat ieder jaar de be
roemdste dirigenten en kunstenaars met dit
orkest gasteeren. De groote ruimte van het
Augusteo. die 3000 toehoorders kan bevatten; is
by elk concert zoo goed als u^yerkocht. De
pryzen zijn zoo gehouden dat een bezoek voor
ieder mogelijk is. Daardoor heel
zich onschatbare verdiensten
de muziekcultuur. Ook laat de Accademla dl
Santa Cecilia in de zaal van het Augusteo dik
wijls orkesten en koren uit andere steden van
Italië en uit het buitenland optreden. Zoo had
den. de Inwoners van Rome gelegenheid, het
orkest te hooren dat Toscanini in Amerika diri
geerde, verder het Phllhannonisch Orkest van
New York onder Toscanini, het orkest Walter
Damrosch. eveneens uit New York en de
Furt-
het
Talich,
Peters-
r
en V zult morgen» „kiplekker'*
uit bed springen.
lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal
in Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze
stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel
niet, het bederft; U voelt U opgeblazen. U raakt
verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent
humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in.
Demeeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen.
Vraag vandaag nog aan het Depot Carter's
Products, Afd. A Den Haag een gratis flacon
CARTDRS LEVER PILLETJES en U zult bemerken,
dat zij de gal weer vrij doen stroomen. zoodat U
weer geheel fit is. Onschadeljjk. plantaardig, zacht,
Onovertroffen om de gal te doen stroomen.
Eischt Carter s Leverpilletjes bij apothekers en
drogisten, f. 0.75,
van-alle«kleuren wat kleurschakeeiing gaan
gunnen? In den academischer) Senaat der Am-
sterdamsche universitelt waren al meermalen
stemmen opgegaan om de monopolistische po
sitie van het zwart by de ambtsgewaden te
breken, Wy weten natuurlijk niet, of er in het
hooge college lange en gewichtige debatten ge
voerd zjjn over het voor Nederland toch wel
ietwat revolutionnaire plan, verandering in iets
te brengen wat reeds eeuwen lang pal stand
had gehouden. Wij weten alleen de uitkomst.
De verrassende uitkomst: de Rector Magnificus
en Zijn Assessoren namen he$ besluit tot een
verandering, schrokken niet terug voor het
breken van het monopolie van het vaderland-
sefre zwart. In zijn rectorale réde heeft de rec
tor van dit jaar, professor Freyda, het volgen
de verklaard: „Een revolutie beteekent deze
wyziging niet. Slechts zal, overeenkomstig het
ontwerp van den kunstenaar' Frits Lensveld,
het zwart nu iets gebroken zijn, doordien op
de toga’s der hoogleeraren In bescheiden om
vang de kleuren van de stad worden aange
bracht en van de faculteit, waartoe ieder van
hei* behoort. Het is misschien goed dat men
het weet: Pallas Athene, wier beeld hier ach
ter mij staat, heeft my gemachtigd te zeggen,
dat de verandering haar volle instemming heeft
en dat zy zeer hoopt, dat het de geheele Senaat
in het nieuwe ambtsgewaad zal zijn, die straks
langs haar oplekt.” Deze woorden wérden door
het auditorium met zachtaardig vriéndelijk ge
lach zooals dit in de aula betamelijk is en
gebruikelijk is te doen en 'voorts zwijgend
opgenomen.
„Het zwart zal in de toekomst iets gebroken
zjjn,” oreerde professor Freyda, na zijn koste-
lyke verklaring waarschijnlijk toch wel noo-
dig tegenover eenige, tegen kleuren oppositio-
neele, conservatieve professoren dat „de wij
ziging geen revolutie beteekent.”
Welke is ,nu de wyziging? Daar komt- het toch
op aan. WH vonden haar als volgt beschreven:
„Langs dé geheele revers, van den kraag af tot
onder aan de toga, zijn breede banden beves
tigd in de kleur der faculteit: rood voor de
rechtsgeleerden, wit (is geen kleur in den eigen
lijken zin, maar dat deert niet!) voor de god
geleerden, groen voor de geneeskundigen,
paars voor de wis- en. natuurkundigen, blauw
voor de letterkundigen en filosofen ep geel voor
de economen. Voorts zyn op de linkermouw
breede biezen opgestikt, die afwisselend de fa-
culteitskleuren en de rood-zwarte van Amster
dam (met de drie St. Andrieskruisen uit het
stadswapen) dragen. Voor het overige, bijvoor
beeld in baret en bef, zijn geen veranderingen
aangebracht.”
ren, dat de Accademla dl Santa Cecilia zich
Teatro Comunale in Bologna (1763), dat als
eerste in Italië zyn poorten open zette voor.de
kunst van Richard Wagner, het Carlo Felice
in Genua, het Teatro Verdi te Triest, de Per
gola in Florence, het Teatro Fenlce te Venetië,
het Regio te Parma, het Teatro Alighieri te
Ravenna, welke alle op een eerbiedwaardigen
ouderdom mogen terugzien. Van de nieuwere
theaters noemen we het Petrujzelll te Bart, het
Massimo te Palermo, het'Bellini te 'Catania,
alle theaters van den eersten rang, waar schit
terende uitvoeringen gegeven worden.
De eigenlijke „provisie wil, wat de opera
aangaat, in Italië niet graag by de groote ste
den achterbiyven en men heeft daarvoor groote
offers over het succes loont echter rykeiyk
de moeite. Er zyn theaters te Perugia, Ancona.
Brescia. Fiume." Trento, Padua, Pesaro, Tre
viso, Salerno, Modena, Reggio Emilia, Reggio
Calabria, Syracuse, Cagliari en vele andere
plaatsen. In deze theaters is het speelseizoen
weliswaar kort, doch meestal staat het peil der
opvoeringen zeer hoog. Cesena en Busseto zyn
alles behalve wereldsteden, vooral Busseto niet,
maar het is de geboorteplaats van Verdl! No
blesse oblige. Het theater van Busseto is wel
klein, maar overal bekend. De inwoners zyn
geboren musici, ma&r ook."critici! Daarom
kan men begrijpen dat op dit tooneel de groot
ste kunstenaars reeds zyn opgetreden; toen
eenige JMren geleden Verdi herdacht werd, diri
geerde Toscanini te Busseto den Falstaff.
In de Orieksche theaters van Syracuse en
Agrigento, en ook op den Palatyn^en te Ostia,
voert men nu en dan Grieksche treurspelen op,
met een omiystlng van voorspelen, koren, dan
sen en tusschenspelen van hedendaags^he com
ponisten. In de arena van Verona, die Keizer
Diocletlarfus in 390 heeft gebouwd en die 20.000
toeschouwers kan bergen, worden ieder jaar
groote opera-ultvoeringen gegeven, die groote
gebeurtenissen zyn, waar fallooze vreemdelin
gen uit de verste streken naar toe komen. Het
is dan ook een fantastisch gebeuren, als onder
den zoelen zomerhemel die enorme kuip, die
dateert van de eerste» eeuwen onzer jaartel
ling, gevuld is met een ademloos luisterend
publiek van ettelyke tienduizenden, terwyi
met de aanwending van de meest moderne en
grootsche middelen van kunst en techniek een
modelopvoering wordt gegeven van een meAter-
werk der operalitteratuur I
In dit verband mogen we ook nog wijzen op
een instituut, dat is uitgegaan van de fascisti
sche organisatie van de Dopolavoro, de zooge
naamde karren, wagens van Thespis, die van
stad tot stad trekken en in de openlucht uit-
"voeringen geven. Men denke echter vooral niet
dat zy een soort minderwaardig kermistooneel
geven; het zijn eersterangs-kunstenaars, die
zich beschikbaar stellen voor dit goede doel en
him prestaties verdienen inderdaad ruimschoots
.den bijval, dien een kunstgevoelig publiek hun
alom betoont.
Nauw verbonden met het theater en zijn
paedagogische en. artistieke waarde zijn ook de
groote concerten. In Italië zijn de concerten,
zooals wij ze thans kennen, nog niet van zeer
ouden datum. Te Rome waren het Ettore Pi-
nelll, Alessandro Vessella en de graaf van San
Martino, die de groote concerten hebben inge
voerd: Pinellt met de SocietA Orchestrale Ro
mans (187498), Vessella met de beroemde
Banda Comunale, de graaf van San Martino
met de Regia Accademla dl Santa Cecilia, welke
laatste zich tot een der eerste muziekinstellin
gen heeft ontwikkeld. Zy is trouwens ook de
oudste muziekacademie ter wereld, zy werd in
1584 door pgus Gregoriu^ XIII opgericht en
kan terugzien tot Palestrina toe.
Het concertseizoen duurt van November tot
Mei en omvat veertig orkestu^voeringen en
De gewijzigde ambtsdracht heeft trouwens
haar joyeuse entrée in de (by gelegenheid^der
promotie van H. M. de Koningin tot Doctor in
de economische wetenschappen) wat opge
knapte aula gedaan. De nieuw benoemde
hoogleeraar, prof. dr. g. G. G. Borst, droeg haar
dezer dagen bij het uitspreken van zyn inau
gurale rede.
twintig kamermuzlekavonden. Het honderd
man sterke orkest brengt ieder jaar in het
Augusteo de schoonste symphönische meester
werken uit het klassieke en het moderne re
pertoire ten gehoore. Het koor bestaat uit drie
honderd zangers. Het is dus niet te verwonde-
l.J— _.l. ’-J". L-L i i
„Hy en een vorst!” riep Michel hoonend, en
opnieuw stemde de menigte met hem in.
,JMe andere heeft een zonnesteek! Vlug, de
brandweer! Baas Disselhoff, leg den detective
een yzëten band om zyn kop, zyn hersens zyn
te groot geworden!".
Zoo klonken de grappen van alle kanten.
Michel dacht echter alleen aan zyn haat en
nu hy merkte, dat Sigmar de lachers aan zijn
kant kreeg, sloop hy weg.
„Halt, Michel!” riep Sigmar hem na, doch
toen zette de knecht het juist op een loopen.
„Wacht maar, wacht maar,” dacht hy,
zwaar hygend, „voor niets heb ik die flesch
niet onder Je bed gezet, landlooper.”
„Gaat u heen," sprak Sigmar tot zyn be
schermer. „Wanneer u my nog eens lastig valt,
(3 hdatna heeft aan Zijn Kerk voor-
speld, dat dj om Zijnentwille vervol
gingen non moeten «esdnren. Zalig aij.
die vervolging lijden om do Gerechtig.
held, want hunner Ie bot Koninkrijk
dor Hemelen.
zal ik heel anders met u praten, mynheer de
detective.”
Ondanks deze woorden sloeg de detective op
militaire wyze de hakken tegen elkaan en nam
diep zyn hoed af. „Toch biyf ik in Altroda,” niy waar de vyfdulzend mark zyn, waar gisteren
nam hy zich voor.
„En jullie?” zoo wendde zich Sigmar nu tot
de menigte. „Wat staan jullie daar toch met
open mond te kyken? Hebben jullie vroeger
nog nooit een mensch in Altroda gezien, dien
de een voor eën circusartist en de ander voöp ..Nee maar....! Och, ik heb het immers altyd
een vorst hield? Nou, hoe zit het? zyn jul- -
11e misschien van plan hier te blyven? Of kun
nen wy gaan.”
Onwillekeurig schoven de menschen achteruit.
Eenige minuten later trok de heele karavaan
weer naar het dorp terug, lawaaierig alg een
troep zigeuners.
„Vooruit met de greep,” riep de boechgod en hy zwaaide
met zjjn palmtak en het matroosje, die het wiemelende
staartje weer zag. kon zich elweer niet houden van het lachen.
In galop vlogen de twee tegenstanders op elkaar in, de lansen
■ttgestrekt, g^efed den stoof toe te brengen.
het dorp liep. Zonder zich te bedenken deed de
detective nog eenige passen verder in de rich
ting van Sigmar en riep:
.Hoogheid! Hoogheid! Het brandt aehter ur
Woedend keerde Sigmar zich om. Maar toen
hy het gevaar bemerkte, trok hy Maria haastig
met zich mee. Vanuit het dorp klonken de
brandklokken reeds door de avondstilte.
„Loop, lieveling, gauw! Hier moet geholpen
worden; ik kan niet»'weg! Kom toch, bange
detective! Vlug wat, kerel, help! De heele oogst
is hier geborgen. Daar staan de oogstwagens.
Vlug dan toch, alles moet er uit, dan kan het
vuur niet meer schaden.”
„Sigmar! Sigmar!”
Maria was buiten zichzelf van angst. Doen
Sigmar verdween reeds in de schuur en kort
daarop pakte .ook de detective mee aan. Bran
dend hooi vloog naar buiten. Uit het dorp
kwamen mannen en vrouwen toegesneld, met
aan. het hoofd de eigenaar van het landgoed.
Naast hem de veldwachter en daarachter
Michel, met een valschen, hoonenden grijns
lach op zyn gezicht. Toen de heer Richter Sig
mar gewaar werd, wees hy met het gebaar van
een heerscher naar 'hem.
„Dat is de brandstichter, veldwachter.”
De veldwachter had zich juist gebukt omj”
leege flesch op te rapen, waaraan hy nu rook.
„Petroleum! Ja, brandstichting!"
„Onder zyn bed staat een heele flesch! riep
Michel triomfeerend.
kende als de man, dien hy reeds gisterenavond
1»»^ en ook vanmorgen in het hotel had ge-
spanning 3 onder de menschen bereikte
hoogtepunt. Wat zou er nu gaan ge-
.em
haar
beuren?
Ook smid Disselhoff, die men reeds van alle
mten medeiydend had opgenomen, stond
Alleen vader Disselhoff was blyven staan.
„Wat moet dat nu weer beteekenen? Wat
ben jy toch voor een rare kerel? Het heele
dorp is om jou uitgeloopen. Schaam je je niet?
En jy ook njet, Maria?”
,Het was een persoonsverwisseling,
Wie kan daar nu iets aan doen?”
„Jjhllie kunt nergens iets aan doen! Ook al
nietr als je ’s avonds laat feggn de nachtbel
leunt. Nee, nee! Maar ik zeg je: Nu is het uit!
Met de vyfdulzend mark is het ook niets ge
worden.... Vooruit, jy naar huls Maria!"
Een oogenbllk stond Maria verschrokken.
Maar ernstig en trotsch klonk haar antwoord:
„Ik hoor nu by Sigmar, vader, wy zyn ver
loofd, dus wy hooren bij elkaar.”
„O ja? Nou, dan heeft de eene dwaas de
andere gevonden. Voor myn part «dan! Op die
manier hebben Jullie ook geen last van eikaars
dwaasheid! Kom Inu maar mee, en vertel
w w y- eken voor Kerstmis begonnen reeds de
\A/ moeiiykheden voor Irene. Omstreeks den
tyd. dat de Novembermlst tot in de ka
mer dringt en chronische verkoudheden niet van
de lucht zyn, begon zy reeds te denken: „wat
zal ik geven?”
Irene was besloten mr. Manfield niets te ge
ven. Haar moeder was echter van meening.'-tlat
mr. Manfield „een goede party" was en dat het
onzin zou zyn als steno-typiste te blyven wer
ken, wanneer het groote geluk slechts op een
„ja” wachtte. Maar Irene was negentien jaar
oud, en als men negentien is, denkt men er niet
aan „Ja" te zeggen tegen een geluk met een
buikje en met een kaal hoofd, en dat, terwyi
John. Brown’s blonde haren welig op zyn hoog
voorhoofd wapperden. John was jong, even ver
liefd als Irene, maar ook even arm. Terwyi
mama nog een ouderwetschen droom koesterde
van verstandsverlovingen onder den Kerstboom,
besloot Irene. John voor Kerstmis een warm
vest te geven. Of nog beter, een wollen jasje.
Zelf gebreid.
Verleden jaar had hy het ook al zoo koud ge
had in zyn dunne jas.
De juffrouw in den handwerkswinkel was
^eer vriendeiyk en zei dat zes strengen genoeg
waren. Dat kwam juist goed uit met het geld.
Het breien viel Irene erg moeiiyk. zy moest
het haastig doen op ’t kantoor gedurende de
middagpauze en 's avonds in bed, als haar moe
der reeds sliep, want die mocht absoluut niet
weten, dat er voor John iets gemaakt werd. De
wol zat dikwyis in de war en de steken vielen
vaak van de breipen. Er moesten nog twee stren
gen wol gekocht worden. Twee dagen vóór Kerst
mis legde Irene aan de Juffrouw in de zaak
het wollen jaije ter keuring voor”"
-j—e toga’s der hoogleeraren aan de gemeen-
1 teiyke universitelt te Amsterdam waren
tot dusver zwart. Ook de baret was zwart.
-Alleen de bef was wit. Kleurloos dus. Want
noch wit noch zwart zyn kleuren. De profes
soren zagen er in ambtsgewaad precies uit als
Jeibhafte” dominé’s. Als de stoet van hoogge
leerden. voorafgegaan door den pedel (ook al
in het zwart), de aula, de sombere, donkere
aula in het oude gebouw in de Oudemanhuis-
poort, binnentrekt by academische feesten en
gelegenheden, dan maakt dit plechtige binnen
trekken den indruk van een begrafenisstoet. En
als de hoogleeraren in halfrond om den hoogen
katheder in hun banken zyn gezeten, dan zou
men wanen in de vergadering eener protestant-
sche synode terecht gekomen of liever ver
dwaald te zyn. De zwarte amptsdracht ligt dan
ook wel in de historische ftjn van het sombere
Calvinisme. Wellicht ook in de lyn van de oud-
Hollandsche, onkreukbare deftigheid, welke
geen hoe geriftge opzichtigheid ook duldt. Hoe
Anders is het ambtsgewaad der professoren der
buitenlandsche universiteiten. Alles kleur en
schittering. Wy hebben van deze ambtsdrach-
ten kunnen genieten hiér in Amsterdam by het
jubileum van onze universitelt eeillge jaren
geleden. Van heinde en verre waren professo
ren uit alle werelddeelen naar de hoofdstad des
Ryks gekomén, om te getuigen van hun eer
bied en bewondering voor wat Amsterdam_Jn
den loop der eeuwen wrochtte voor de weten
schap. In het Concertgebouw werd de groote
academische feestzitting gehouden. Alvorens
deze begon? werd een optocht der professoren
gehouden. Het Stedeiyk Museum was als kleed
kamer ingericht. Daar hulcten de hooggeleerden
der buitenlandsche universiteiten zich in him
kleurige gewaden en tooiden zich met de-ba
retten in alle kleuren van den regenboog. Iedere
faculteit toonde. eigen kleuren en siersels. Er
waren prachtige oude historische costuums ter
zien. Ryk was alles met goud bestikt. Scharla
kenrood domineerde. Maar ook veel zilver en
purper. Van bet Stedeiyk Museum trok de
stoet, die soms wel even den Indruk maakte
van een deftige maskerade, om het IJsclubter-
rein naar het Concertgebouw. De buitenlandsche
professoren gingen voorop. En toen al die bui
tenlandsche kleurigheid en tooi voorby was,
volgden twee aan twee de Amsterdamsche pro
fessoren in hun somber, hoewel plechtig zwart.
De Stoet ging uit als een kaars. In het publiek
dachten velen, dat de staart van den stoet wer-
keiyk uit predikanten bestond of uit bedienaren
van de rechteriyke macht (die trouwens in het
buitenland haar dienaren pok niet in het zwart-
alléén laat zetelen^
Trouwens niet alleen in Apisterdam, maar
aan alle landsuniversiteiten en andere hooge-
scholen van Nederland is de professorale toga
zwart. Komt er thans kentering? Wil ook de
vaderlandsche wetenschap haar bedienaren in
dit land van bloemen-in-de-verscheidenheid-
wel gedacht, dat je een eeriyke kerel was!
Maar lederen keer, zooals ook nu weer met
dien politieagent, dan ben ik bang, dat het ver
keerd met jou zal afloopen, Jongen.”
Maria lachte; zy Was daar heelemaal niet
bang voor. Met hun drieën keerden zy naar
-de smedery terug, en Sigmar deelde onderweg
„Zeer regelmatig en nauwkeurig hebt u nu,
gebreid,” zei «de winkeljuffrouw. „Maar dat hta
dert niet, wy zullen het wel gladstrijken.’
Met een kloppend hart overhandigde Irw»
aan John het pakje. Of hy merken zou, dat
zy de blauwe kleur gekozen had, omdat hy eern
gezegd had dat blauw zyn lievelingskleur was?
„Keurig!” zei John. „Werkelyk heel aardi»
van je. Blauw? Ik heb weliswaar een bruin cos.
tuum, maar dat hindert niet.” o
„Wil je het rfiet eens aantrekken?” vroee
Irene schuchter, terwyi ze dacht: hy moet toch
zien, met hoeveel liefde ik het gemaakt heb.
By eiken steek, die viel, heb ik steeds vol liefde
aan hem gedacht. En de twee laatste strengen
wol hebben my veertien dagen lang ’smlddan
myn kop koffie gekost....
John was met veel plechtigheid in het jasje
gekropen en bekeek zich critisch in den spie
gel. Hy zag. evenals Irene, dat de mouwen
kort waren, terwijl verder het geheel veel
wijd was.
„Men kan de knoopen toch verzette^ niet?”
vroeg John, „’t Hindert niets, 't Is erg aardig
van je, hoor! Ja.... die klaar gekochte dingen
passen nooit. Maar ik dank je toch hartelyk.”
..Niets te danken!" klonk het zacht uit Ire
ne’s mond en zy schaamde zich.
Het volgende Jaar kreeg John niets van Irene
die intusschen mevrouw Manfield geworden was
In plaats van kleine, met moeite gespaarde ca
deautjes, kon mevrouw Irene Mansfield met
kwistige hand de mooiste Kerstgeschenken uit-
deelen. Doch natuurlyk niet voor John Brown.
Met haar man maakte zy de lyst voor de
cadeaux op. Voor moeder. Voor vrienden en
kennissen. Voor het personeel. En twee dagen
vóór Kerstmis schoot het haar plotselir< te
binnen
„Lieve help, ik moet myn man toch ook iets
geven!”
Neen, het had geen zin om veel geld uit te
geven. Het was toch eigeniyk zyn geld. En mr
Manfield kocht hetgeen hy wenschte of ve-
langde zelf. ZooaU hy zyn huis gekocht had.
zyn auto, zyn keurige costuums en
least zyn knappe, elegante vrouw.,..
Een oogenbllk a|
overlegde Irene
met zichzelf.
Daarop glimlach- i
te ze, greep de i
Telefoon, die op 1
een klein tafeltje i
in de huiskamer
stond en sloeg het nummer van een der
grootste hand werkzaken op.
„U spreekt met mevrouw Manfield. Heeft
ook gebreide jhsjes voor heeren?" -
„Natuurlyk, mevrouw. Van de .eenvoudigste
tot de duurste uitvoering.”
„Goed. Stuurt u my dan maar de beste, die
u heeft!”
„Welke grootte en in welke kleur, mevrouw?’
„Grootte....? Voor een tameiyk gezet heer.
En de kleur.... ach, geeft u maar wat men
tegenwoordig draagt....”
Onder den Kerstboom lag het wollen jasje.
Meneer Manfield was geroerd.
„Lieve, kleine Irene....” zei hy. „Zooveel
werk heb jy voor my, dommen, leeiyken man
gehad? Ik weet wat breien beteekent. By eiken
steek denkt men aan den man, voor wlen men
het maakt. .Maar lieveling, verdien ik wel zoo
veel liefde? En nog wel myn lievelingskleur....
ik weet niet, kleintje, hoe ik je moet bedank
ken....”
En hy kuste de hand van zyn vrouw lang
en Innig
„Dank je, lieveling!” fluisterde hy. „Dank je!’
„Niets te, danke?!” zei Irene zacht en schaam-
de Ach voorde iiv«de »aal'1> J*
zinnige beteekenls hebben. Vele daarvan dank
ten hun bloei aan het feit dat, toen Italië nog
niet tot een rykseenheid gekomen was, ieder
staatje zyn eigen hof, zyn eigen societyleven
en zyn eigen opera had. Zien wy slechts naar
het Teatro San Carlo in Napels, dat premières
gehad heeft van Bossinl, Bellini, Donizetti en
Mercadante, het Regio in Turijn (1738), het
detective aan. Marja, die yan angst'beefde, had
hy nog steeds by de hand.
„Wie bent u? En wat wilt u van my?” r
Sigmar’s stem klonk als die van een gebie
der.
De detective boog byna tot aan den grond en
dan antwoordde hy stamelend: „Ik.... ben....
detective....”
,Haha,” ging het fluisterend door de menigte.
„Daar heb je het nou, landlooper!" brulde
Michel zoo hard hy kon, doch de anderen rie
pen om stilte.
Sigmar wierp Michel een blik toe, die den
schreeuwer een koude rilling bezorgde.
„U bent detective? En wat wilt u van my?”
vroeg Sigmar kort en hard verder.
Weer een diepe buiging van den man met
.het pistool en de handboeien," hetgeen voor
de dorpelingen totaal onbegrypeiyk was.
,Jk vraag uwe hoogheid nederig om excuus.
Maar ik heb de opdracht, uwe hoogheid, vorst
von Wernstein, nauwkeurig gade te slaan.”
Dat sloeg in.
Maria staarde haar verloofde ontzet aan
Smid Disselhoff schudde het hoofd. De me
nigte volhardde in een gespannen zwygen.
„Wit wilt u? Wien wilt u nauwkeurig gade
slaan?”
„Och nee, niet gadeslaan, hoogheid. Wil my,
als het u belieft, verontschuldigen. Vorstin von
Cherbourg heeft my de ultdrukkeiyke opdracht
gegeven, het leven van uwe hoogheid te be
schermen.”
.Heste vriend en beschermengel," begon Sig
mar te lachen, ja hebt zich leeiyk vergist.”
aan den smid mee, boe zyn onderhoud met den
heer Richter was afgeloopen.
„En wou hy het geld niet hebben? Is hy
dan getikt? Laat die zoo maar vyfdulzend mark
zyn neus voorbygaan? Die schurk heeft zeker
ook dien moolen detective op je afgestuurd!
Nou, laat hy nou maar niet by my komen. Ik
hoef nou myn woorden niet meer te wegen; nou
heb ’ik de duiten!"
Tegen den avond wandelde Sigmar met zyn
verloofde de veMen in. Zy waren overgelukkig,
en, slechts denkend aan elkaar, kwamen zy ook
dicht langs de schuur van den heer Richter,
zy hadden er natuurlyk geen vermoeden van,
ddl de detective hen stap voor stap volgde, net
zoomin als zy er erg in hadden, dat er plotse
ling, ais uit den grond gerezen, iemand naast
hen opdook. Dat was Michel. Hy had een kleine
flesch in de hand, waarin zich een gedeelte van
de petroleum bevond uit de groote flesch, die
onder Sigmar’s bed stond. Door niets gestoord,
wandelde Sigmar en Maria verder, terwyi
Michel achter hen om de schuur in sloop. Reeds
eenigen tyd stemden Sigmar en Maria in de
schaduw van de schuur weer druk over hun
toekomst te praten, toen plotseling de vlammen
achter hen oplaaiden. Byna tegelyk klonk door
het dorp' al de roep:
„Brand!”
Het geroep was echter nog maar zwak, en
drong nog niet tot het verloofde paar door.
Maar de detective had het wel gehoord. Hy
zag ook de vlammen snel hooger en hooger
oplaaien, en.... zag tevens, hoe een man, dien
hy >g middags reed» had gezien in allerijl naar
Bgenlyk is het een gemeenplaats, te zeggen
Italië in alle tyden op dichters en denkers
ren groote aantrekkingskracht heeft uitge
oefend. Maar hoe staat het met de musici? In
de muziek zyn er niet, zooals in de natuur,
schoonheden van een landschap, die zichtbaar
en tastbaar dagelyks voor ons kunnen staan;
in de muziek heeft men niet, zooals in de ge
schiedkunde en de beeldende kunst, ruines,
musea, monumenten, die ook aan leeken een
diepen indruk kunnen geven. De muziek spreekt
tot ons door tonen, die vastgelegd worden door
ren notenschrift, dat talloos velen niet kunnen
ontcyferen. zy spreekt tot ons in geluiden, die
verwaaien op den wind. En toch is Italië voor
muziekbeoefenaars en voor muziekliefhebbers
altyd het land van belofte geweest, Italië
is h e t land der muziek, en de rykdom en de
vruchtbaarheid op muzikaal gebied schynt in
dit land op een of andere natuurwet te be
rusten, want altyd weer vernieuwt zich het
muziekleven in onverwinlijk jeugdige kracht.
De opera is een ftaliaansche schepping, die
tn 1645 door Kardinaal Mazarin naar Frankryk
werd overgebracht, zy is dus reeds byna drie
honderd Jaren oud en heeft zich, dank zy haar I
Velen aanpassings- en ontwikkellngsmogeiyk-
heden, over de geheele wereld verbreid.
In Italië vindt men de opera in kunsttem
pels van den eersten rang. Ieder weet wat de
Scala van Milaan wil zeggen. De Scala, die men
van den Dom af bereikt door de groote Gal-1
leria Vittorio Emanuele, werd in 1788 gebouwd
en zy is na het San Carlo in Napels het groot
ste operagebouw van heel Italië. Dit typisch
Italiaansche theater heeft een wereldreputatle
verworven. Het is de hoogste instantie op het
gebied der dramatische muziek en in het bij
zonder van de dramatische zangkunst. Een
oordeel, dat het Scalapubllek heeft uitgespro
ken, kan als afdoende gelden, en geen kunste-
thaar betreeA zonder een buitengewone emotie
daar de planken. De zanger, die hier succes
heeft gehad, kan er zeker van zyn dat verder
alle deuren voor hem open staan in alle kunst
centra van de wereld. Gedenkwaardige eerste
opvoeringen hgbben in de Scala plaats gehad:
Othello en Falstaff vanVerdl by voorbeeld.
Onder de dirigenten waren steeds dragers van
beroemde namen: wy wyzen slechts op Arturo
Toscanini.
Rome heeft zyn Teatro Reale dell' Opera, dat
uit het Teatro Costanzi is voortgekomen, dat
in 1880 gebouwd was. Ook hier waren gewich
tige premières: in 1890 de Cavalleria Rusticana,
1891 Amico Fritz, 1898 Iris, drie meesterwerken
van Mascagni; in 1900 de Tosca van Puccini.
De nieuwe koninkiyke opera voldoet aan alle
eischen, die aan een dergeiyk gebouw gesteld
kunnen worden. Inrichting en techniek van het
tooneel laten niets te wenschen over, de ruimte
voor de toeschouwers ziet er schitterend uit,
de acoustiek is prima. Décors, verlichting, alles
te in orde, de kleedkamers en verbiyven voor
de zangers, het koor, het orkest, de figuranten
en de balletten zyn ruim en geriefeiyk.
Byzondere aandacht besteedt men aan het
orkest, dat bestaaj. uit louter uitgezóchte krach
ten. De dirigenten en kapelmeesters genieten
niet slechte Europeesche, maar wereldreputatle
wy wyzen slechts weer op onzen eeregast
van deze dagen: Pietro Mascagni! De prach
tige uitvoeringen zyn niet alleen berekend op
den eersten stand, maar worden ook tegen
volksprijzen gegeven. Het seizoen duurt van
December tot einde April.
Na Milaan en Rome mogen we Florence noe
men, waar de opera-uitvoeringen in het Teatro
Comunale weliswaar nog niet zoo n oude tra
ditie hebben, maar in de laatste jaren toch
van een beteekenls zyn, die ver over de gren
zen van de stad der''bloemen en bloem der
steden uitgaat. Bulten de symphonieconcerten
en den speeltyd in het voorjaar viert men se
dert 1933 om de twee jaar een grpot muziek
feest, dat bekend is als de muzikale Meimaand
van Florence, de Maggio musicale Fiorentino.
Deze Instelling is in korten tyd op een zeer
hoog peil gekomen. De élite der Internationale
muziekwereld, kunstenaars, dirigenten, muzlek-
geleerdén en regisseurs zyn er aanwezig, ver
scheidene Beroemde orkesten werken er aan
mee, het programma omvat opera-, concert- en
tooneeluitvoeringen en dlkwyis hebben de
feesten van déze verrukkelyke Muzen als
achtergrond defl Boboil-tuin of de kruisgang
van Santa Croce. Ook zyn er in die maand
meestal congressen voor musicologen, tentoon
stellingen van muziekinstrumenten en een
zangwedstryd, kortom: Florence is in die Mei
maand één zingende, klinkende, juichende
bloemenstad.
De liefhebber van de opera vindt in Italië
vele theaters, die groote historische en kunst-
eveneens
Berliner Philharmoniker onder Wilhelm
wangler. Groot succes hadden ook
Tsjechisch orkest onder Vaclav
het koor der Heilige Synode uit
burg en het Russische staatskoor uit Lenin
grad, de Orfeo CatalA uit Barcelona en de
BudaX-Dalarda uit Budapest. Ook de SocietA
Corale Varesina vierde in het Augusteo ware
triomfen
Een der laatste instellingen van de Acca
demla dl Santa Cecilia zijn de zomerconcerten,
die het orkest van het Augusteo in de Maxen-
tiusbasiliek by de Via dell’ Impero geeft. Deze
concerten, waarbij de beroemdste Italiaansche
dirigenten medewerken, bieden een kunstgenot
van den eersten rang. Ook de ligging van de
Basilica, de stille avondstond, de stemmings
volle omiystlng van de cypressen van den Pa-
latyn, het Colosseum en de oude kerk van
Santa Francesca Romans in het maanlicht
werken tot het slagen mee.
Ook de SocietA Polifonica Roman» heeft on
der leiding van Mgr. Raffaele Casimiri heer-
lyke uitvoeringen gegeven van kerkmuziek, en
wat deze laatste betreft, over welk een prach
tig stemmenmateriaal beschikken de beroemde
koren van de Sistina, de Sessoriana, de Pao-
llna en de Liberlana! Deze koren bestaan
slechts uit mannen en knapenstemmen van den
dlepsten bas tot de hoogste sopraan („voci
bianche"). Giovanni Pierluigi de Palestrina is
de genius vah deze muziek. Het Gregoriaansch
echter hoort men het schoonst by de monni
ken van Sant’ Anselmo en in het Fransche Se
minarie by Santa Chiara. Orgelconcerten
organiseert de Pontificia Scuola Superiore di
Musica Sacra.
Buiten Rome bestaan zeer goede symphonie-
orkesten te Milaan (Ente Concert! orchestral!
di Milano, die na het operaselzoen en daarvoor
het Scala-orkest symphonle-uitvoeringen «doet
geven) en te Florence (Stabile Orchestrale Fio
rentina) en verder te Palermo, Bologna, Vene
tië, Turyn en Napels. De beperkte plaatsruimte
verbiedt orja-Cc spreken over de kamermuziek,
de harmoniemuziek en de opleiding van musici;
de lezer zat eehter buiten deze wel reeds den
indruk hebben gekregen dat het muziekleven
in Italië nog geheel op de hoogte staat vap
zyn roemvolle oude traditie.
83
De detective week niet van zyn plaats. Hy
verheugde zich, als naïeve beginneling in het
vak, op de eerste kennismaking met zyn be
schermeling. O, hy zou het vorstin von Cher
bourg wel eens toonen, dat hy wist, hoe hy zich
tegenover een echten vorst moest gedragen.
De nieuwsgierige menigte drong nog steeds
tpeerenaar voren. ,jjet nu op! Nir komt het!
Vast, hy beeft de hand al aan zyn pistool! De
handboeien heeft hy natuurlyk al klaar!”
,Raha. nu is het uit, landlooper!" schreeuwde
Michel, en allen stemden daarmee In.
Ontsteld keek de detective om, doch aan
ontwyken viel niet meer te denken. Daarom
stapte hy op den vorst toe, die hem nu her-