MUZIEK IN ITALIË «KMI Het land der opera nd tuur De avonturen van SCHI®ri™ Xt mW HAixixCK De vorst ALLE ABONNÉ’S verzekerd voor aan der volgende ufttsMingen F 750.- F 750.- F 250- Professorale toga Twee wollen J reist incognito DOOR FRITZ METZAER zun jasjes - AANGIFTE MOET.OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERL1JK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL der 515 vader. Michel een blik toe, die den •I» (Wordt vervolgd.) de minste onrust keek Signer den „Dat komt,” zei hü tegen den boschgod, „dat ik gewend ben op schommelende schepen 'e loopen en dan verlies je ook bijna je evenwicht.” Sigmar bankpapier kloppend hart overhandigde Irene iet Spekje. Of hü merken sou, dat r was? aardig .MS*”'-’ cj „Vooruit met de greep,” riep de boschgod met zjjn palmtak en 'het matroosje, die staartje weer zag. kon zich «Jweer niet houden van bet lachen. In galop vlogen de twee tegenstanders op elkaar in, de lansen uitgestrekt, gereed den stoot toe te brengen. 1 ed U zult 's morgens „kiplekker* uit bed springen. lederen dag moet Uw lever minstena een liter gal in Uw Ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende Is. verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent- humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber In. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. Vraag vandaag nog aan het Depot Carter's Products, Afd. A Den Haag een gratis flacbn CARTER S LEVERPILLETJES enUzult bemerken, dat zij de gal weer vrü doen stroomen. zoodat U weer geheel fit is. Onschadelijk, plantaardig, zacht/ onovertroffen om de gal te doen stroomen. Eischt Carter s Leverptllotjaa bij apothekers en drogisten, t. 0.75. wild was. „Men kan de knoopen toch verzetten, niet?" vroeg John, ,,’t Hindert niets, ’t Is erg aardig van je, hoor! Ja.... die klaar gekochte dingen passen nooit. Maar ik dank je toch harteljjk S3 De detective week niet van zjjn plaats. HU verheugde zich, als naïeve beginneling in het vak, op de eerste kennismaking met zjjn be schermeling. O, hij zou het vorstin vóh Cher bourg wel eens toonen, dat hü wist, hoe hü zich tegenover een echten vorst moest gedragen. De nieuwsgierige menigte drong nog steeds meer naar voren. „Let nu op! Nu komt het! Vast, hU heeft de hand al aan zjjn pistool! De handboeien heeft hü natuurlUk al klaar!” „Haha, nu is het uit, Jandlooper!” schreeuwde WWV- eken voor Kerstmis begonnen reeds de \A/ moeilijkheden voor Irene. Omstreeks den tUd, dat de Novembermlst tot in de ka mer dringt en chronische verkoudheden niet van de lucht zün, begon zü reeds te denken: „wat zal ik ^ven?” Irene was besloten mr. Manflekvrtets te ge ven. Haar moeder was echter van meening, dat tdr. Manfield „een goede partü” was en dat het inzin zou zijn als steno-typiste te blUven wer- "ken, wanneer het groote geluk slechts op een „jaf wachtte. Maar Irene was negentien jaar oud, en als men negentien is, denkt men er niet aal „ja” te zeggen tegen een geluk met een buikje en met een kaal hoofd, pn dat, terwijl John Brown’s blonde haren welig op zUn hoog voorhoofd wapperden. John was jong, even ver liefd als Irene, maar ook even arm. Terwijl mama nog een ouderwetsehen droom koesterde van verstandsverlovingen onder den Kerstboom, besloot' Irene, John voor Kerstmis een warm vest te geven. Of nog beter, een wollen jasje. Zelf gebreid. Verleden jaar had hij het ook al zoo koud ge had in zUn dunne Jas. De juffrouw in den handwerkswlnkel was zeer vriéndelijk en zei dat zes strengen genoeg waren. Dat kwam juist goed uit met het geld. Het breien viel Irene erg moeilijk. ZU moest het haastig doen op *t kantoor gedurende de middagpauze en ’s avonds in bed, als haar moe der reeds sliep, want die mocht absoluut niét weten, dat er voor John iets gemaakt werd. De wol z(jJ_ dikwijls" in de war en de steken vielen vaak van de breipen. Er moesten nog twee stren gen wol gekocht worden. Twee dagen vóór Kerst mis legde Irene aan de juffrouw in de zaak het wollen jasje ter keuring voor. hztetws heelt aan Zijn Kerk voor speld. dat zij on Zijnentwille vervol gingen zon moeten verduren. Zalig sQ. die vervolging lijden om de Gerechtig held, want hunner <e het Koninkrijk der Hemelen. k, e toga’s der hoogleeraren aan de-gemeen- 1 telUke universitelt te Amsterdam waren zwart. Ook de baret was zwart. Alleen deoei' was wit. Kleurloos dus. Want noch wit noch zwart zUn kleuren. De profes soren zagen er in ambtsgewaad precies uit als Jeibhafte” dominé’s. Als de stoet van hoogge leerden, voorafgegaan door den pedel (ook al in het zwart), de aula, de sombere, donkere aula in het oude gebouw in de Oudemanhuis- poort, binnentrekt bü academische feesten en gelegenheden, dan maakt dit plechtige binnen trekken den indruk van een begrafenisstoet. En als de hoogleeraren in halfrond .om den hoogen katheder in hun banken zijn gezeten, dan zou men wanen in de Vergadering eener protestant- sghe synode terecht gekomen of liever ver dwaald te zijn. De zwarte ambtsdracht Jigt dan ook wel in de historische UJn van het sombere Calvinisme. Wellicht ook In de lUn van de oud- Hollandsche, onlp-eukbare deftigheid, wélke geen hoe geringe opzichtigheid ook duldt. Hoe anders is het ambtsgewaad der professoren der bultenlandsche universitelten. Alles kleur en schittering. Wij hebben van deze ambtsdrach- ten kunnen genieten hier in Amsterdam bij het jubileum van onze universitelt eenige jaren geleden. Van heinde en, verre waren professo ren uit alle werelddeelen naar de hoofdstad des Rijks gekomen, om te getuigen van hun eer bied en bewondering voor wat Amsterdam in den loop der eeuwen wrochtte voor de weten schap. In het Concertgebouw werd de groote academische feestzitting gehouden. Alvorens deze begon, werd een optocht der professoren gehouden. Het StedelUk Museum was als kleed kamer ingericht. Daar hulden de hooggeleerden der bultenlandsche universitelten zich in hun kleurige gewaden en tooiden zich met de ba retten in alle kleuren van den regenboog. Iedere faculteit toonde eigen kleuren en siersels. Er waren prachtige oude historische costuums te zien. Rijk was alles met goud bestlkt. Scharla kenrood domineerde. Maar ook veel zilver en purper. Van het Stedelijk Museum trok de stoet, die soms wel even den indruk maakte van een deftige maskerade, om het IJsclubter- rein naar het Concertgebouw. De bultenlandsche professoren gingen voorop. En toen al die bui- tenlandsche kleurigheid en tooi voorbij was, volgden twee aan twee de Amsterdamsche pro fessoren in hun somber, hoewel plechtig zwart. De stoet ging uit als een kaars. In het publiek dachten velen,’ dat de staart van den stoet wer kelijk uit predikanten bestond of uit bedienaren van de rechterlUke macht (die trouwens in het buitenland haar dienaren ook niet in het zwart- alléén laat zetelen). Trouwens niet alleen .in Amsterdam, maar aan alle landsuniversitelten en andere hooge- scholen van Nederland is de professorale toga zwart. Komt er thans kentering? WH ook de vaderlandsche wetenschap haar bedienaren in dit land van bloemen-ln-de-verscheldenheld- „Zeer regelmatig en nauwkeurig hebt u gebreid,” zei de winkeljuffrouw. „Maar dat hin dert niet. Wij zullen het wel gladstrüken." Met een I* aan John het zij de blauwe kleur gekozen had, omdat gelegd had dat blauw zUn UeVellngskid „Keurig!" zei John. „WerkelUk heil van je. Blauw? Ik heb weliswaar een bruin cos’ tuum, maar dat hindert niet.” „Wil Jp het rdet eens aantrekken?” vroeg Irene schuchter, terwijl ze dacht: hü moet toch zien, met hoeveel liefde ik het gemaakt heb BU elkeii steek, die viel, heb ik steeds vol liefdé aan hem gedacht. En de twee laatste strengen wol hebben mü veertien dagen lang ’s middag» mijn kop koffie gekost.... John was met veel plechtigheid in het jasje gekropen en bekeek zich critisch in den spie gel. HU zag, evenals Irene, dat de mouwen te kort waren, terwül verder het geheel veel te aan den smid mee, hoe zün onderhoud met den heer Richter was afgeloopen. „En wou hU liet geld niet hebben? Is hü dan getikt? Laat die zoo maar vUfdulzend mark zün neus voorbUgaan? Die schurk beeft zeker ook dien moolen detective op je af gestuurd! Nou, laat hü nou maar niet bü mij komen. Ik hoef nou mUn woorden niet meer te wégen; nou heb ik de duiten!" Tegen den avond wandelde Sigmar met zUn verloofde de velden in. ZU waren overgelukkig, en, slechts denkend aan elkaar, kwamen zij ook twintig kamermuzlekavonden. Het honderd man sterke orkest brengt ieder jaar in het Augusteo de schoonste symphonlsche meester werken uit het klassieke en het moderne re pertoire ten gehoore Het koor bestaat uit drie honderd zangers. Het is dus niet te verwonde ren, dat de Accademla dl Santa Cecilia zich aan de grootste en moeilükste koor- en orkest- "werken kan wagen en dat ieder jaar de be roemdste dirigenten en kunstenaars met dit orkest gasteertn. De groote ruimte van het Augusteo, die 3000 toehoorders kan bevatten, is bjj^elk concert zoo goed als uitverkocht. De prUzen zijn zoo gehouden dat een bezoek voor ieder mogelUk is. Daardoor heeft het Augusteo .zich onschatbare verdiensten verworven voor de muziekcultuur. Ook laat de Accademla dl Santa Cecilia in de zaal van het Augusteo dik wijls orkesten en koren uit anderé steden van Italië en uit het buitenland optreden. Zoo had den de inwoners van Rome gelegenheid, het orkest te hooren dat Toscanini in Amerika diri geerde, verder het Philharmonisch Orkest van New York onder Toscanini, het orkest Walter Damrosch. eveneens uit New York en de Furt- het TSlich. Peters- uit Lenln- van-alle-kleuren wat kleurschakeerlng gaan gunnen? In den academlschen Senaat der Am sterdamsche universitelt waren al meermalen stemmen opgegaan om de monopolistische po sitie van het zwart bü de ambtsgewaden te breken. Wij weten natuurlUk niet, of er in het hooge college lange en gewichtige debatten ge voerd zijn over het voor Nederland toch wel ietwat revolutlonnaire plan, verandering in iets te brengen wat reeds eeuwen lang pal stand hgd gehouden. Wü weten alleen de uitkomst. De verrassende uitkomst: de Rector Magnificus en ZUn Assessoren namen het besluit tot een verandering, schrokken niet terug voor het breken van het monopolie van het vaderland sche zwart. In zijn rectorale rede heeft de rec to? van dit'jaar, professor Freyda, het volgen de verklaard: „Een revolutie beteekent 'deze wijziging niet. Slechts zal, overeenkomstig het ontwerp van den kunstenaar Frits Lensveld, het zwart nu iets gebroken zün, doordien op de toga's der hoogleeraren in bescheiden om vang de kleuren van de stad worden aange bracht en van de faculteit, waartoe ieder van hen behoort. Het is misschien goed dat men het weet: Pallas Athene, wier beeld hier ach ter mij staat, heeft mU gemachtigd te zeggen, dat de verandering haar volle Instemming heeft en dat zij zeer hoopt, dat het de geheele Senaat in het nieuwe ambtsgewaad zal zün, die straks langs haar optrekt.” Deze woorden werden door het auditorium met zachtaardig vriendelUk ge lach zooals dit in de aula became! Uk is en gebruikelUk is te doen en voorts zwügend opgenomen. 1 „Het zwart zal in de toekomst iets gebroken z(jn,’’ oreerde professor Freyda, na zün koste- lUke verklaring waarschijnlijk toch wel noo- dig tegenover eenige, tegen kleuren opposltio- neele, conservatieve professoren dat „de wü- zlging geen revolutie beteekent.” Welke is nu de wüziging? Daar komt het toch op aan. WU vonden haar als volgt beschreven: „Langs de geheele revers, van den kraag af tot onder aan de toga, zün breede banden beves tigd in de kleur der faculteit: rood voor de rechtsgeleerden, wit (is geen kleur in den eigen lijken zin, maar dat deert niet!) voor de god geleerden, groen voor de geneeskundigen, paars voor de wis- en natuurkundigen, blauw ZU hadden er natuurlUk geen vermoeden van, dat de detective hen stap voor stap volgde, net zoomin als zü er erg in hadden, dat er plotse ling, als uit den grond gerezen, iemand naast hen opdook. Dat was Michel. HU had een kleine flesch in de hand, waarin zich eèn gedeelte van de petroleum bevond uit de groote flesch, die onder Sigmar's bed stond. Door niets gestoord, wandelde Sigmar en Maria verder, terwijl Michel achter hen om de schuur in sloop. Reeds eenlgen tijd stonden Sigmar en Maria In de schaduw van de schuur weer druk over nun toekomst te praten, toen plotseling de vlammen achter hen oplaaiden. Büna tegelijk klonk-door het dorp al de roep: .Brand!” Hét geroep was echter nog maar zwak, en drong nog niet tot het verloofde paar door. Maar de detective had het wel gehoord. HU zag ook de vlammen snel hooger en hooger oplaaien, en.... zag tevens, hoe een man, dien hü 's middags reeds had gezien in' allerijl naar Daarop glimlach- t^ ze, greep telefoon, die een klein tafeltje in de huiskamer Stond en sloeg het nummer grootste handwerkzaken op/ „U spreekt met mevrouw Manfield. Heeft u ook jfebrelde jasjes voor heeren?” „NatuurlUk, mevrouw. Van de eenvoudigste tot de duurste uitvoering.” „Góed. Stuurt u mU dan maar de beste, dis u heeft!" „Welke^ grootte en in welke kleur, mevrouw?* „Grootte....? Voor een tamelUk gezet heer. En de kleur.ach, geeft u maar wat men tegenwoordig draagt Onder den Kerstboom lag het wollen jasje. Meneer Manfield was geroerd. „Lieve, kleine Irene zei hU. „Zooveel werk heb jU voor mij, dommen. leelUken man gehad? Ik weet wat breien beteekent. BU eiken steek denkt men aan den man, voor wien men het maakt. Maar lieveling, verdien ik wel zoo veel liefde? En nog wel mijn lievelingskleur.... ik weet niet, kleintje, hoe ik je moet bedan kten. En hU kuste de hand van zUn vrouw lang en innig. .Dank je, lieveling!” fluisterde hU. „Dunk je!* „Niets te danken!” zei Irene zacht ep schaam de zich voor de tweede maal. detective aan. Maria, die van angst beefde, had hü nog steeds bü de hand. „Wie bent u? En wat wilt u van mU?” n Sigmar’s stem klonk als die van een gebie der. De detective boog büna tot aan den gronci en dan antwoordde hU stamelend: ,Jk.... ben.,., detective. ..Haha,” ging het fluisterend door de menigte. .JMar heb je het nou, landlooper!" brulde Michel zoo bard hU kon, doch de anderen rie pen om stilte. Sigmar wierp schreeuwer een koude rilling bezorgde. „U bent detective? En wat wilt u van mü?" vroeg Sigmar kort en hard verder. Weer een diepe bulging van den man met .Jiet pistool en de handboeien,” hetgeen voor de dorpelingen totaal onbetfrüpelUk was. ,Jk vraag uwe hoogheid nederig om excuus. Maar ik heb de opdracht, uwe hoogheid, vont von Wernstein, nauwkeurig gade te slaan.” Dat sloeg in. Maria staarde haar verloofde ontzet aan Smid Disselhoff schudde Mtet hoofd. De me nigte volhardde in een gespannen zwijgen. „Wkt wilt u? Wien wilt u nauwkeurig gade- SlaAD?'* „Och nee, niet gadeslaan, hoogheid. Wil mü, als het u belieft, verontschuldigen. Vorstin von Cherbourg heeft mü de uitdrukkelüke opdracht gegeven, het leven van uwe hoogheid te be schermen.' .Deste vriend en beschermengel," begon Sig mar te lachen, „u hebt zich leelük vergist." „HU en een vorst!” riep Michel hoofiend, en opnieuw stemde de menigte met hem in. ,XMe andere heeft een zonnesteek! Vlug, de brandweer! Baas Disselhoff, leg den detective een üzeren band om zün kop, zün hersens zün te groot geworden!' Zoo klonken de grappen van alle kanten. Michel dacht echter alleen aan zün haat en nu hü merkte, Bat Sigmar de lachers aan zun kant kreeg, sloop hü weg. „Halt. Michel!” riep Sigmar hem na. doch toen zette de knecht het Juist op een loopen. „Wacht maar, wacht maar,” dacht hü. zwaar hügend, „voor niets heb ik die flesch niet onder je bed gezet, landlooper.” „Gaat u heen,” sprak Sigmar tot sün be schermer. „Wanneer u mü nog eens lastig valt, zal ik heel anders met u praten. mUnheer de detective." Ondanks deze woorden sloeg de detective op militaire wüze de hakken tegen elkaan en nam diep zün hoed af. „Toch blüf ik in Altroda," nam hü zich voor. „En jullie?” zoo wendde zich Sigmar nu tot de menigte. „Wat staan jullie daar toch met open mond te küken? Hebben jullie, vroeger nog nooit een mensch in Altroda gezien, dien de een voor een circusartist en de ander voor een vorst hield? Nou, hoe zit het? Zün Jul lie misschien van plan hier te blUven? Of kun nen wü gaan.” Onwillekeurig schoven de menschen achteruit. Eenige minuten later trok de heele karavaan weer naar het dorp terug, lawaaierig als een troep zigeuners.' Alleen vader Disselhoff was blUven staan. „Wat moet dat nu weer beteekenen? Wat ben JU toch voor een rare kerel? Het heele dorp is om jou uitgeloopen. Schaam je je niet? En JU ook niet, Maria?” „Het was een persoonsverwisseling. Wie kan daar nu iets aan doen?” .Jullie kunt nergens iets aan doen! Ook al niet als je Js avonds laat tegen de nachtbel leunt. Nee, nee! Maar ik zeg Je: Nu is het uit! Met de vUfdulzend mark is het ook niets ge worden.... Vooruit, JU naar huls Maria!” Een oogenbllk stond Maria verschrokken. Maar ernstig en trotsch klonk haar antwoord: „Ik hoor nu bü Sigmar, vader. Wü zün ver loofd, dus wü hooren bij elkaar.” „O ja? Nou, dan heeft de eene dwaas de andere gevonden. Voor mUn part dan! Op die manier hebben Jullie ook geen last van eikaars dwaasheid! Kom nu maar mee, en vertel mü waar de vUfdulzend mark zün, waar gisteren zoo druk over geboomd werd.” „Hier, aanpakken, baas Disselhoff." stelde den ouden smid het pakje ter hand, dat deze verbaasd be keek. ,Dee maar.I Och, ik heb het immers altüd wel gedacht dat Je een eerlüke kerel was! Maar lederen kêer, zooals ook nu weer met dien politieagent, dan ben ik bang, dat het ver keerd met Jou zal afloopen, jongen." Maria lachte; zü was daar heelemaal niet bang voor. Met hun drieën keerden zü naar de smederü terug, en Sigmar deelde onderweg de 5 stssasiMii van een Michel, en allen stemden daarmee in. Ontsteld keek de detective om, doch aan ontwüken viel niet meer te denken. Daarom stapte hü op den vont toe. die hem nu her kende als de man. dien hü reeds gisterenavond laat en ook vanmorgen tn het hotel-had ge- spannlng onder de menschen bereikte hoogtepunt Wat zou er nu gaan ge- _j? Ook wmid Disselhoff, die men reeds van alle kanty medelijdend had opgenomen, stond ..Niets te danken!” klonk het zacht uit Ire ne's mopd en zü schaamde zich. Het volgende jaar kreeg John niets van Irene, die intusschen mevrouw Manfield geworden was’ In plaits van kleine, met moeite gespaarde ca deautjes, kon mevrouw Irene Mansfield met kwistige hand de mooiste Kerstgeschenken ult- deelen. Doch natuurlUk niet voor John Brown. Met haar man maakte zü de lüst voor dé cadeaux op. Voor moeder. Voor vrienden en kennissen. Voor het personeel. En twee dagen vóór Kerstmis schoot het haar plotseling te* binnen „Lieve help, ik moet mijn man toch ook iets geven!” Neen, het had geen zin om veel geld uit te geven. Het was toch eigenlük zjjn geld. En mr Manfield kocht hetgeen hü wenschte of ver langde zelf. Zooals hü zün huis gekocht had, zün auto, zün keurige costuums en last not least zün knappe, elegante vrouw..,. Een oogenbllk overlegde Irene met zichzelf. IHgvnlük lz het een gemeenplaats, te zeggen dat Italië In alle tüden op dichters en denkers een groet» aantrekkingskracht heeft uitge oefend. Maar hoe staat het met de musici? In de muziek zün er niet, zooals in de natuur, schoonheden van een landschep, die zichtbaar •n testbaar dagelüks voor ons kunnen staan; in de muziek heeft men niet, zooals in de^e- schiedkunde en de beeldende kunst, ruïnes, musea, monumenten, die ook aan leeken een diepen indruk kunnen geven. De muziek spreekt tot ons door tonen, die vastgelegd worden door een notenschrift, dat talloos velen niet kunnen ontcijferen. ZU spreekt tot ons in geluiden, die verwaaien op den wind. En toch is Italië voor muziekbeoefenaars en voor muziekliefhebbers altijd het land van belofte geweest. Italië is het land der muziek, en de rükdom en de vruchtbaarheid op muzikaal gebied schünt in dit land op een of andere natuurwet te be rusten, want altüd weer vernieuwt zich het muziekleven in onverwinlük jeugdige kracht. De opera is een Itallaansche schepping, die In 1645 door Kardinaal Mazarin naar Frankrijk werd overgebracht. Zü is dus reeds büna drie honderd jaren oud en heeft zich, dank zü haar velen aanpassings- en ontwikkelingsmogelük- heden, over de geheele wereld verbreid. In Italië vindt men de opera in kunsttem pels van den eersten rang. Ieder weet wat de Scala van Milaan wil zeggen. De Scala, die men van den Dom af bereikt door de groote Gal- lërta Vittorio Emanuele, werd in 1788 gebouwd en xü is na het San Carlo in Napels het groot ste operagebouw van heel Italië. Dit typisch Itallaansche theater heeft een wereldreputatle verworven. Het is de hoogste instantie op het gebied der dramatische muziek en in het bü- zonder van de dramatische zangkunst. Een oordeel, dat het Scalapubliek heeft uitgespro ken, kan als afdoende gelden, en geen kunste naar betreedt zonder een buitengewone emotie daar de planken. De zanger, die hier succes heeft gehad, kan er zeker van zün dat verder alle deuren voor hem open staan in alle kunst centra van de wereld. Gedenkwaardige eerste opvoeringen hebben in de Scala plaats gehad: Othello en Falstaff van Verdi büvoorbeeld. Onder de dirigenten waren steeds dragers van beroemde namen: wü wüzen slechts op Arturo Toacanlnl. Rome heeft zün Teatro Reale dell’ Opera, dat uit het Teatro Costanzi is voortgekomen, dat in 1680 gebouwd was. Ook hier waren gewich tige premières: in 1890 de Cavalleria Rustlcana, 1891 Amico Fritz, 1898 Iris, drie meesterwerken van Mascagni; in 1900 de Tosca van Puccini. De nieuwe koninklüke opera voldoet aan alle eiachen, die aan een dergelük gebouw gesteld kunnen worden. Inrichting en techniek van het tooneel laten niets te wenschen over, de ruimte voor de toeschouwers ziet er schitterend uit, de acoustiek is prima. Décors, verlichting, alles lz in orde, de kleedkamers en verblüven voor de zangers, het koor, het orkest, de figuranten en de balletten zün ruim-en gerlefelük. Bijzondere aandacht besteedt men aan het orkest, dat bestaat uit louter uitgezóchte krach ten. De dirigenten enkapelmeesters genieten niet slechts Europeesche, maar wereldreputatle wü wüzen sleehts weer op onzen eeregast van dese dagen: Pietro Mascagni! De prach tige uitvoeringen zün niet alleen berekend op den eersten stand, maar worden ook tegen volksprüzen gegeven. Het seizoen duurt van December tot einde April. Na Milaan en Rome mogen we Florence noe men, waar de opera-uitvoeringen in het Teatro Cctnunale weliswaar nog niet zoo’n oude tra ditie hebben, maar in de laatste Jaren toch van een beteekenis zün, die ver over de gren zen van de stad der bloemen en bloem der steden uitgaat. Bulten de symphonleconcerten en den speeltüd in het voorjaar viert men se dert 1933 om de twee jaar een groot muziek feest. dat bekend is als de muzikale Meimaand van Florence, de Maggio musicale Fiorentino. Deze Instelling is in korten tüd op een zeer hoog peil gekomen. De élite der Internationale muziekwereld, kunstenaars, dirigenten, muziek geleerden en regisseurs zün er aanwezig, ver scheidene beroemde orkesten werken er aan mee, het programma omvat opera-, concert- en tooneeluitvoeringen en dikwijls hebben de feesten van deze -verrukkelüke Muzen als achtergrond den Boboli-tuin of de kruisgang van Banta Croce. Ook sün er in die maand meestal congressen voor musicologen, tentoon stellingen van muziekinstrumenten en een zangwedstrüd, kortom: Florence is in die Mei maand één zingende, klinkende, juichende bloemenstad. De liefhebber van de opera vindt in Italië vete theaters, die groote historische en kunst zinnige beteekenis hebben. Vele daarvan dank ten hun bloei aan het feit dat, toen Italië nog niet tot een rükseenheid gekomen was, ieder staatje zün eigen hof, zün eigen societyleven en zün eigen opera had. Zien wü slechts naar het Teatro San’ Carlo in Napels, dat premières gehad heeft van Rossini, Bellini, Donizetti en Mercadante, het Regio in Turün (1738), het uit Berliner Philharmoniker onder Wilhelm wkngler. Groot succes hadden ook Tsjechisch orkest onder Vaclav het koor der Heilige Synode 'uit burg en het Russische staatskodr ui grad, de Orfeo Catal> uit Barcelona en de Budal Dalarda uit Budapest. Ook de SocietA i Corale Varesina vierde in het Augusteo ware triomfen. Een der laatste instellingen van de Acca- demia dl Santa Cecilia zün de zomerconcerten, die het orkest van het Augusteo in de Maxen- tiusbasiliek bü de'Via dell' Impero geeft. Deze concerten, waarbü de beroemdste Itallaansche dirigenten medewerken, bieden een kunstgenot van den eersten rang. Ook de ligging van de Basilica, de stille avondstond, de stemmings volle omlüstlng van de cypressen van den Pa laten. het Colosseum en de oude kerk van Santa Francesca Romana in het maanlicht werken tot het slagen mee. Ook de Societk Polifonlca Romana heeft on der leiding van Mgr. Raffaele Caslmiri heer lijke uitvoeringen gegeven van kerkmuziek, en wat deze laatste betreft, over welk een prach tig stemmenmateriaal beschikken de beroemde koren van de Slstina, de Sessoriana, de Pao- lina en de Liberiana! Deze koren bestaan slechts uit mannen en knapenstemmen van den dlepsten bas tot de hoogste sopraan („voel blanche"). Giovanni Pierluigi de Palestrina is de genius van deze muziek. Het Gregoriaansch echter hoort men het schoonst bü de monni ken van Sant' Anselmo en in het Fransche Se minarie bü Santa Chiara. Orgelconcerten organiseert de Pontificia Scuola Superiore dl Musica Sacra. Bulten Rome bestaan zeer goede symphonie- orkesten te Milaan EnteConcert! orchestral! di Milano, die na het operaseizoen en daarvoor het Scala-orkest symphonle-uitvoeringen doet geven) en te Florence (Stabile Orchestrate Fio rentina) en verder te Palermo, Bologna, Vene tië, Turijn en Napels. De beperkte plaatsruimte verbiedt ons te spreken over de kamermuziek, de harmoniemuziek en de opleiding van musici; de lezer zal echter buiten deze wel reeds den Indruk hebben gekregen dat het muziekleven in Italië nog geheel op de hoogte fetaat van zün roemvolle oude traditie. Teatro Comunale in Bologna (1763), dat als eerste in Italië rijn poorten open zette voor de kunst van Richard Wagner, het Carlo Felice in Genuax het Teatro Verdi te Triest, de Per gola in Florence, het Teatro Fenice te Venetië, het Regio te Parma, het Teatro Alighieri te Ravenna, welke alle op een eerbledwaardigen ouderdom mogen terugzien. Van de nieuwere theaters noemen we het Petruzzelll te Bari, het Massimo te Palermo, het Bellini te Catania, alle theaters van den eersten rang, waar schit terende uitvoeringen gegeven worden. De eigenlüke „provincie” wil, wat de opera aangaat, in Italië niet graag bü de groote ste den achterblüven en men heelt daarvoor groote offers over het succes loont echter rükelük de moeite. Er zijn theaters te Perugia. Ancona. Brescia. Flume, Trento, Padua. Pesaro, Tre viso. Salerno. Modena, Reggio Emilia, Reggio Calabria, Syracuse. Cagliari en vele andere plaatsen. In deze theaters is het speelseizoen weliswaar kort, doch meestal staat het peil der opvoeringen zeer hoog. Cesena en Busseto zün alles behalve wereldsteden, vooral Busseto niet— maar het is de geboorteplaats van Verdi! NoT blesse oblige. Het theater van Busseto is wél klein, maar overal bekend. De inwoners zün geboren musici, maar ook.... critici! Daarom kan men begrijpen dat op dit tooneel de groot- ste kunstenaars reeds zün opgetreden: toen eenige jaren geleden Verdi herdacht werd, diri geerde Toscanini te Busseto den Falstaff. In de -Grieksche theaters van Syracuse en Agrigento, en ook op den Palatün en te Ostia. I voert men nu en dan Grieksche treurspelen op. met een omlüstlng van voorspelen, koren, dan sen en tusschenspelen van hedendaagsche com ponisten. In de arena van Verona, die Kaiger Diocletianus in 290 heeft gebouwd en die 20 0OT toeschouwers kan bergen, worden ieder jaar grgote opera-uitvoeringen gegeven, die groote gebeurtenissen zün, waar tallooze vreemdelin gen uit de verste Streken naar toe komen. Het is dan ook een fantastisch gebeuren, als onder den zoelen zomerhemel die enorme kuip, die dateert van de eerste eeuwen onzer jaartel ling. gevuld is met een ademloos' luisterend publiek van ettelüke tienduizenden, terwül met de aanwending van de meest moderne en grootsche middelen van kunst en techniek een modelopvoering wordt gegeven van een meester werk der operalitteratuur In dit verband mogen we ook nog wüzen op een Instituut, dat is uitgegaan van de fascisti sche organisatie van de Dopolavoro, de zooge naamde karren, wagens van Thespis, die van stad tot stad trekken en in de openlucht uit voeringen geven. Men denke echter vooral niet dat zü een soort minderwaardig kermistooneel geven; het zün eersterangs-kunstenaars, die zich beschikbaar stellen voor dit goede doel en hun prestaties verdienen inderdaad ruimschoots den büval, dien een kunstgevoelig publiek hun alom betoont. Nauw verbonden met het theater en zün paedagoglsche en artistieke waarde zün o?fk de groote concerten. In Italië zün de concerten, zooals wü ze thans kennen, nog niet van zeer ouden datum. Te Rome waren het -Ettore Pl- nelll, Alessandro Vessella en' de graaf van San Martino, die de groote concerten hebben inge voerd: Pinelli met de Society Orchestrate Ro mana (1874TMi), Vessella met de beroemde Banda Comunale, de graaf van San Martino met de Regia Accademla dl Santa Cecilia, welke laatste zich tot een der eerste muziekinstellin gen heeft ontwikkeld. Zü is trouwens ook de oudste muziekacademie ter wereld, *zij werd in 1584 door Pau^_Gregorius XIII opgericht an kan terugzien tot RNestrina toe. Het concertselzoen duurt van November tot Mei en omvat veertig\ orkestultvoeringen en het dorp liep. Zonder zich te bedenken deed de detective nog eenige passen verder in de rich ting van Sigmar en riep: „Hoogheid! Hoogheid! Het brandt achter u!” Woedend keerde Sigmar zich otn. Maar then hü het gevaar bemerkte, trok hü Maria haastig met zich mee. Vanuit het dorp klonken de brandklokken reeds door de avondstilte. „Loop, lieveling, gauw! Hier moet geholpen worden; ik kan niet weg! Kom toch, bange detective! Vlug wat, kerel, help! De heele oogst --is hier geborgen. Daar staan de oogstwagens, dicht langs de schuur van den heer Richter. Vlug dan toch, alles moet er uit, dan kan het vuur niet meer schaden." „Sigmar! Sigmar!” Maria was buiten zichzelf van angst. Do~ Sigmar verdween reeds in de schuurden kort daarop pakte ook de detective mee aan. Bran dend hooi vloog naar buiten. Uit het dorp kwamen mannen en vrouwen toegesneld, met aan het hoofd de eigenaar van het landgoed. Naast hem de veldwachter en daarachter Michel, met een valschen, hoonenden grüns- lach op zün gezicht. Toen de heer Richter Sig mar gewaar werd, wees hü met het gebaar van een heerscher naar hem. „Dat is de brandstichter, veldwachter." De veldwachter had zich juist gebukt om e«i leege flesch op te rapen, waaraan hü nu rook. „Petroleum! Ja, brandstichting!” „Onder zün bed staat een heele flesch!’, Michel triomfeerend. de economen. Voorts zün op de linkermouw breede biezen opgestikt, die afwisselend de fa- culteitskleuren en de rood-zwarte van Amster dam (met de drie St. Andrieskrulsen uit het stadswapen) dragen. Voor het overige, büvoor beeld in baret en bef. zün geen veranderingen aangebracht.” De gewürigde ambtsdracht heeft trouwens haar joyeuse entrée in de (bü gelegenheid der promotie van H. M. de Koningin tot Doctor in de economische wetenschappen) wat opge knapte aula gedaan. De nieuw benoemde hoogleeraar, prof. dr. J. G. G. Borst, droeg hjiar dezer dagen bü het uitspreken van zün inau gurale rede. en hü zwaaide het wiemelende Daarom slacht de wet, dot ww fleas eaa seed ochterirait moet voerea, dot tevens eis re flector dienst doet. Ziet toe, doe er eaa officieel goedgekeurd achterlicht op rs wiste spatbord wordt *gea*oaceerd (aial hooger doa 60 aa boven daa greedy.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 20