MUZIEK IN ITALIË
«KMI
Het land der opera
nd tuur
De avonturen van
SCHI®ri™ Xt mW
HAixixCK
De vorst
ALLE ABONNÉ’S verzekerd voor aan der volgende ufttsMingen F 750.- F 750.- F 250-
Professorale toga
Twee wollen
J
reist incognito
DOOR FRITZ METZAER
zun
jasjes
-
AANGIFTE MOET.OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERL1JK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
der
515
vader.
Michel een blik toe, die den
•I»
(Wordt vervolgd.)
de minste onrust keek Signer den
„Dat komt,” zei hü tegen den boschgod, „dat ik gewend ben
op schommelende schepen 'e loopen en dan verlies je ook bijna
je evenwicht.”
Sigmar
bankpapier
kloppend hart overhandigde Irene
iet Spekje. Of hü merken sou, dat
r was?
aardig
.MS*”'-’ cj
„Vooruit met de greep,” riep de boschgod
met zjjn palmtak en 'het matroosje, die
staartje weer zag. kon zich «Jweer niet houden van bet lachen.
In galop vlogen de twee tegenstanders op elkaar in, de lansen
uitgestrekt, gereed den stoot toe te brengen.
1
ed U zult 's morgens „kiplekker*
uit bed springen.
lederen dag moet Uw lever minstena een liter gal
in Uw Ingewanden doen stroomen. Wanneer deze
stroom van gal onvoldoende Is. verteert Uw voedsel
niet, het bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt
verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent-
humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber In.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen.
Vraag vandaag nog aan het Depot Carter's
Products, Afd. A Den Haag een gratis flacbn
CARTER S LEVERPILLETJES enUzult bemerken,
dat zij de gal weer vrü doen stroomen. zoodat U
weer geheel fit is. Onschadelijk, plantaardig, zacht/
onovertroffen om de gal te doen stroomen.
Eischt Carter s Leverptllotjaa bij apothekers en
drogisten, t. 0.75.
wild was.
„Men kan de knoopen toch verzetten, niet?"
vroeg John, ,,’t Hindert niets, ’t Is erg aardig
van je, hoor! Ja.... die klaar gekochte dingen
passen nooit. Maar ik dank je toch harteljjk
S3
De detective week niet van zjjn plaats. HU
verheugde zich, als naïeve beginneling in het
vak, op de eerste kennismaking met zjjn be
schermeling. O, hij zou het vorstin vóh Cher
bourg wel eens toonen, dat hü wist, hoe hü zich
tegenover een echten vorst moest gedragen.
De nieuwsgierige menigte drong nog steeds
meer naar voren. „Let nu op! Nu komt het!
Vast, hU heeft de hand al aan zjjn pistool! De
handboeien heeft hü natuurlUk al klaar!”
„Haha, nu is het uit, Jandlooper!” schreeuwde
WWV- eken voor Kerstmis begonnen reeds de
\A/ moeilijkheden voor Irene. Omstreeks den
tUd, dat de Novembermlst tot in de ka
mer dringt en chronische verkoudheden niet van
de lucht zün, begon zü reeds te denken: „wat
zal ik ^ven?”
Irene was besloten mr. Manflekvrtets te ge
ven. Haar moeder was echter van meening, dat
tdr. Manfield „een goede partü” was en dat het
inzin zou zijn als steno-typiste te blUven wer-
"ken, wanneer het groote geluk slechts op een
„jaf wachtte. Maar Irene was negentien jaar
oud, en als men negentien is, denkt men er niet
aal „ja” te zeggen tegen een geluk met een
buikje en met een kaal hoofd, pn dat, terwijl
John Brown’s blonde haren welig op zUn hoog
voorhoofd wapperden. John was jong, even ver
liefd als Irene, maar ook even arm. Terwijl
mama nog een ouderwetsehen droom koesterde
van verstandsverlovingen onder den Kerstboom,
besloot' Irene, John voor Kerstmis een warm
vest te geven. Of nog beter, een wollen jasje.
Zelf gebreid.
Verleden jaar had hij het ook al zoo koud ge
had in zUn dunne Jas.
De juffrouw in den handwerkswlnkel was
zeer vriéndelijk en zei dat zes strengen genoeg
waren. Dat kwam juist goed uit met het geld.
Het breien viel Irene erg moeilijk. ZU moest
het haastig doen op *t kantoor gedurende de
middagpauze en ’s avonds in bed, als haar moe
der reeds sliep, want die mocht absoluut niét
weten, dat er voor John iets gemaakt werd. De
wol z(jJ_ dikwijls" in de war en de steken vielen
vaak van de breipen. Er moesten nog twee stren
gen wol gekocht worden. Twee dagen vóór Kerst
mis legde Irene aan de juffrouw in de zaak
het wollen jasje ter keuring voor.
hztetws heelt aan Zijn Kerk voor
speld. dat zij on Zijnentwille vervol
gingen zon moeten verduren. Zalig sQ.
die vervolging lijden om de Gerechtig
held, want hunner <e het Koninkrijk
der Hemelen.
k,
e toga’s der hoogleeraren aan de-gemeen-
1 telUke universitelt te Amsterdam waren
zwart. Ook de baret was zwart.
Alleen deoei' was wit. Kleurloos dus. Want
noch wit noch zwart zUn kleuren. De profes
soren zagen er in ambtsgewaad precies uit als
Jeibhafte” dominé’s. Als de stoet van hoogge
leerden, voorafgegaan door den pedel (ook al
in het zwart), de aula, de sombere, donkere
aula in het oude gebouw in de Oudemanhuis-
poort, binnentrekt bü academische feesten en
gelegenheden, dan maakt dit plechtige binnen
trekken den indruk van een begrafenisstoet. En
als de hoogleeraren in halfrond .om den hoogen
katheder in hun banken zijn gezeten, dan zou
men wanen in de Vergadering eener protestant-
sghe synode terecht gekomen of liever ver
dwaald te zijn. De zwarte ambtsdracht Jigt dan
ook wel in de historische UJn van het sombere
Calvinisme. Wellicht ook In de lUn van de oud-
Hollandsche, onlp-eukbare deftigheid, wélke
geen hoe geringe opzichtigheid ook duldt. Hoe
anders is het ambtsgewaad der professoren der
bultenlandsche universitelten. Alles kleur en
schittering. Wij hebben van deze ambtsdrach-
ten kunnen genieten hier in Amsterdam bij het
jubileum van onze universitelt eenige jaren
geleden. Van heinde en, verre waren professo
ren uit alle werelddeelen naar de hoofdstad des
Rijks gekomen, om te getuigen van hun eer
bied en bewondering voor wat Amsterdam in
den loop der eeuwen wrochtte voor de weten
schap. In het Concertgebouw werd de groote
academische feestzitting gehouden. Alvorens
deze begon, werd een optocht der professoren
gehouden. Het StedelUk Museum was als kleed
kamer ingericht. Daar hulden de hooggeleerden
der bultenlandsche universitelten zich in hun
kleurige gewaden en tooiden zich met de ba
retten in alle kleuren van den regenboog. Iedere
faculteit toonde eigen kleuren en siersels. Er
waren prachtige oude historische costuums te
zien. Rijk was alles met goud bestlkt. Scharla
kenrood domineerde. Maar ook veel zilver en
purper. Van het Stedelijk Museum trok de
stoet, die soms wel even den indruk maakte
van een deftige maskerade, om het IJsclubter-
rein naar het Concertgebouw. De bultenlandsche
professoren gingen voorop. En toen al die bui-
tenlandsche kleurigheid en tooi voorbij was,
volgden twee aan twee de Amsterdamsche pro
fessoren in hun somber, hoewel plechtig zwart.
De stoet ging uit als een kaars. In het publiek
dachten velen,’ dat de staart van den stoet wer
kelijk uit predikanten bestond of uit bedienaren
van de rechterlUke macht (die trouwens in het
buitenland haar dienaren ook niet in het zwart-
alléén laat zetelen).
Trouwens niet alleen .in Amsterdam, maar
aan alle landsuniversitelten en andere hooge-
scholen van Nederland is de professorale toga
zwart. Komt er thans kentering? WH ook de
vaderlandsche wetenschap haar bedienaren in
dit land van bloemen-ln-de-verscheldenheld-
„Zeer regelmatig en nauwkeurig hebt u
gebreid,” zei de winkeljuffrouw. „Maar dat hin
dert niet. Wij zullen het wel gladstrüken."
Met een I*
aan John het
zij de blauwe kleur gekozen had, omdat
gelegd had dat blauw zUn UeVellngskid
„Keurig!" zei John. „WerkelUk heil
van je. Blauw? Ik heb weliswaar een bruin cos’
tuum, maar dat hindert niet.”
„Wil Jp het rdet eens aantrekken?” vroeg
Irene schuchter, terwijl ze dacht: hü moet toch
zien, met hoeveel liefde ik het gemaakt heb
BU elkeii steek, die viel, heb ik steeds vol liefdé
aan hem gedacht. En de twee laatste strengen
wol hebben mü veertien dagen lang ’s middag»
mijn kop koffie gekost....
John was met veel plechtigheid in het jasje
gekropen en bekeek zich critisch in den spie
gel. HU zag, evenals Irene, dat de mouwen te
kort waren, terwül verder het geheel veel te
aan den smid mee, hoe zün onderhoud met den
heer Richter was afgeloopen.
„En wou hU liet geld niet hebben? Is hü
dan getikt? Laat die zoo maar vUfdulzend mark
zün neus voorbUgaan? Die schurk beeft zeker
ook dien moolen detective op je af gestuurd!
Nou, laat hü nou maar niet bü mij komen. Ik
hoef nou mUn woorden niet meer te wégen; nou
heb ik de duiten!"
Tegen den avond wandelde Sigmar met zUn
verloofde de velden in. ZU waren overgelukkig,
en, slechts denkend aan elkaar, kwamen zij ook
twintig kamermuzlekavonden. Het honderd
man sterke orkest brengt ieder jaar in het
Augusteo de schoonste symphonlsche meester
werken uit het klassieke en het moderne re
pertoire ten gehoore Het koor bestaat uit drie
honderd zangers. Het is dus niet te verwonde
ren, dat de Accademla dl Santa Cecilia zich
aan de grootste en moeilükste koor- en orkest-
"werken kan wagen en dat ieder jaar de be
roemdste dirigenten en kunstenaars met dit
orkest gasteertn. De groote ruimte van het
Augusteo, die 3000 toehoorders kan bevatten, is
bjj^elk concert zoo goed als uitverkocht. De
prUzen zijn zoo gehouden dat een bezoek voor
ieder mogelUk is. Daardoor heeft het Augusteo
.zich onschatbare verdiensten verworven voor
de muziekcultuur. Ook laat de Accademla dl
Santa Cecilia in de zaal van het Augusteo dik
wijls orkesten en koren uit anderé steden van
Italië en uit het buitenland optreden. Zoo had
den de inwoners van Rome gelegenheid, het
orkest te hooren dat Toscanini in Amerika diri
geerde, verder het Philharmonisch Orkest van
New York onder Toscanini, het orkest Walter
Damrosch. eveneens uit New York en de
Furt-
het
TSlich.
Peters-
uit Lenln-
van-alle-kleuren wat kleurschakeerlng gaan
gunnen? In den academlschen Senaat der Am
sterdamsche universitelt waren al meermalen
stemmen opgegaan om de monopolistische po
sitie van het zwart bü de ambtsgewaden te
breken. Wij weten natuurlUk niet, of er in het
hooge college lange en gewichtige debatten ge
voerd zijn over het voor Nederland toch wel
ietwat revolutlonnaire plan, verandering in iets
te brengen wat reeds eeuwen lang pal stand
hgd gehouden. Wü weten alleen de uitkomst.
De verrassende uitkomst: de Rector Magnificus
en ZUn Assessoren namen het besluit tot een
verandering, schrokken niet terug voor het
breken van het monopolie van het vaderland
sche zwart. In zijn rectorale rede heeft de rec
to? van dit'jaar, professor Freyda, het volgen
de verklaard: „Een revolutie beteekent 'deze
wijziging niet. Slechts zal, overeenkomstig het
ontwerp van den kunstenaar Frits Lensveld,
het zwart nu iets gebroken zün, doordien op
de toga's der hoogleeraren in bescheiden om
vang de kleuren van de stad worden aange
bracht en van de faculteit, waartoe ieder van
hen behoort. Het is misschien goed dat men
het weet: Pallas Athene, wier beeld hier ach
ter mij staat, heeft mU gemachtigd te zeggen,
dat de verandering haar volle Instemming heeft
en dat zij zeer hoopt, dat het de geheele Senaat
in het nieuwe ambtsgewaad zal zün, die straks
langs haar optrekt.” Deze woorden werden door
het auditorium met zachtaardig vriendelUk ge
lach zooals dit in de aula became! Uk is en
gebruikelUk is te doen en voorts zwügend
opgenomen. 1
„Het zwart zal in de toekomst iets gebroken
z(jn,’’ oreerde professor Freyda, na zün koste-
lUke verklaring waarschijnlijk toch wel noo-
dig tegenover eenige, tegen kleuren opposltio-
neele, conservatieve professoren dat „de wü-
zlging geen revolutie beteekent.”
Welke is nu de wüziging? Daar komt het toch
op aan. WU vonden haar als volgt beschreven:
„Langs de geheele revers, van den kraag af tot
onder aan de toga, zün breede banden beves
tigd in de kleur der faculteit: rood voor de
rechtsgeleerden, wit (is geen kleur in den eigen
lijken zin, maar dat deert niet!) voor de god
geleerden, groen voor de geneeskundigen,
paars voor de wis- en natuurkundigen, blauw
ZU hadden er natuurlUk geen vermoeden van,
dat de detective hen stap voor stap volgde, net
zoomin als zü er erg in hadden, dat er plotse
ling, als uit den grond gerezen, iemand naast
hen opdook. Dat was Michel. HU had een kleine
flesch in de hand, waarin zich eèn gedeelte van
de petroleum bevond uit de groote flesch, die
onder Sigmar's bed stond. Door niets gestoord,
wandelde Sigmar en Maria verder, terwijl
Michel achter hen om de schuur in sloop. Reeds
eenlgen tijd stonden Sigmar en Maria In de
schaduw van de schuur weer druk over nun
toekomst te praten, toen plotseling de vlammen
achter hen oplaaiden. Büna tegelijk klonk-door
het dorp al de roep:
.Brand!”
Hét geroep was echter nog maar zwak, en
drong nog niet tot het verloofde paar door.
Maar de detective had het wel gehoord. HU
zag ook de vlammen snel hooger en hooger
oplaaien, en.... zag tevens, hoe een man, dien
hü 's middags reeds had gezien in' allerijl naar
Daarop glimlach-
t^ ze, greep
telefoon, die
een klein tafeltje
in de huiskamer
Stond en sloeg het nummer
grootste handwerkzaken op/
„U spreekt met mevrouw Manfield. Heeft u
ook jfebrelde jasjes voor heeren?”
„NatuurlUk, mevrouw. Van de eenvoudigste
tot de duurste uitvoering.”
„Góed. Stuurt u mU dan maar de beste, dis
u heeft!"
„Welke^ grootte en in welke kleur, mevrouw?*
„Grootte....? Voor een tamelUk gezet heer.
En de kleur.ach, geeft u maar wat men
tegenwoordig draagt
Onder den Kerstboom lag het wollen jasje.
Meneer Manfield was geroerd.
„Lieve, kleine Irene zei hU. „Zooveel
werk heb jU voor mij, dommen. leelUken man
gehad? Ik weet wat breien beteekent. BU eiken
steek denkt men aan den man, voor wien men
het maakt. Maar lieveling, verdien ik wel zoo
veel liefde? En nog wel mijn lievelingskleur....
ik weet niet, kleintje, hoe ik je moet bedan
kten.
En hU kuste de hand van zUn vrouw lang
en innig.
.Dank je, lieveling!” fluisterde hU. „Dunk je!*
„Niets te danken!” zei Irene zacht ep schaam
de zich voor de tweede maal.
detective aan. Maria, die van angst beefde, had
hü nog steeds bü de hand.
„Wie bent u? En wat wilt u van mU?” n
Sigmar’s stem klonk als die van een gebie
der.
De detective boog büna tot aan den gronci en
dan antwoordde hU stamelend: ,Jk.... ben.,.,
detective.
..Haha,” ging het fluisterend door de menigte.
.JMar heb je het nou, landlooper!" brulde
Michel zoo bard hU kon, doch de anderen rie
pen om stilte.
Sigmar wierp
schreeuwer een koude rilling bezorgde.
„U bent detective? En wat wilt u van mü?"
vroeg Sigmar kort en hard verder.
Weer een diepe bulging van den man met
.Jiet pistool en de handboeien,” hetgeen voor
de dorpelingen totaal onbetfrüpelUk was.
,Jk vraag uwe hoogheid nederig om excuus.
Maar ik heb de opdracht, uwe hoogheid, vont
von Wernstein, nauwkeurig gade te slaan.”
Dat sloeg in.
Maria staarde haar verloofde ontzet aan
Smid Disselhoff schudde Mtet hoofd. De me
nigte volhardde in een gespannen zwijgen.
„Wkt wilt u? Wien wilt u nauwkeurig gade-
SlaAD?'*
„Och nee, niet gadeslaan, hoogheid. Wil mü,
als het u belieft, verontschuldigen. Vorstin von
Cherbourg heeft mü de uitdrukkelüke opdracht
gegeven, het leven van uwe hoogheid te be
schermen.'
.Deste vriend en beschermengel," begon Sig
mar te lachen, „u hebt zich leelük vergist."
„HU en een vorst!” riep Michel hoofiend, en
opnieuw stemde de menigte met hem in.
,XMe andere heeft een zonnesteek! Vlug, de
brandweer! Baas Disselhoff, leg den detective
een üzeren band om zün kop, zün hersens zün
te groot geworden!'
Zoo klonken de grappen van alle kanten.
Michel dacht echter alleen aan zün haat en
nu hü merkte, Bat Sigmar de lachers aan zun
kant kreeg, sloop hü weg.
„Halt. Michel!” riep Sigmar hem na. doch
toen zette de knecht het Juist op een loopen.
„Wacht maar, wacht maar,” dacht hü.
zwaar hügend, „voor niets heb ik die flesch
niet onder je bed gezet, landlooper.”
„Gaat u heen,” sprak Sigmar tot sün be
schermer. „Wanneer u mü nog eens lastig valt,
zal ik heel anders met u praten. mUnheer de
detective."
Ondanks deze woorden sloeg de detective op
militaire wüze de hakken tegen elkaan en nam
diep zün hoed af. „Toch blüf ik in Altroda,"
nam hü zich voor.
„En jullie?” zoo wendde zich Sigmar nu tot
de menigte. „Wat staan jullie daar toch met
open mond te küken? Hebben jullie, vroeger
nog nooit een mensch in Altroda gezien, dien
de een voor een circusartist en de ander voor
een vorst hield? Nou, hoe zit het? Zün Jul
lie misschien van plan hier te blUven? Of kun
nen wü gaan.”
Onwillekeurig schoven de menschen achteruit.
Eenige minuten later trok de heele karavaan
weer naar het dorp terug, lawaaierig als een
troep zigeuners.'
Alleen vader Disselhoff was blUven staan.
„Wat moet dat nu weer beteekenen? Wat
ben JU toch voor een rare kerel? Het heele
dorp is om jou uitgeloopen. Schaam je je niet?
En JU ook niet, Maria?”
„Het was een persoonsverwisseling.
Wie kan daar nu iets aan doen?”
.Jullie kunt nergens iets aan doen! Ook al
niet als je Js avonds laat tegen de nachtbel
leunt. Nee, nee! Maar ik zeg Je: Nu is het uit!
Met de vUfdulzend mark is het ook niets ge
worden.... Vooruit, JU naar huls Maria!”
Een oogenbllk stond Maria verschrokken.
Maar ernstig en trotsch klonk haar antwoord:
„Ik hoor nu bü Sigmar, vader. Wü zün ver
loofd, dus wü hooren bij elkaar.”
„O ja? Nou, dan heeft de eene dwaas de
andere gevonden. Voor mUn part dan! Op die
manier hebben Jullie ook geen last van eikaars
dwaasheid! Kom nu maar mee, en vertel
mü waar de vUfdulzend mark zün, waar gisteren
zoo druk over geboomd werd.”
„Hier, aanpakken, baas Disselhoff."
stelde den ouden smid het pakje
ter hand, dat deze verbaasd be
keek.
,Dee maar.I Och, ik heb het immers altüd
wel gedacht dat Je een eerlüke kerel was!
Maar lederen kêer, zooals ook nu weer met
dien politieagent, dan ben ik bang, dat het ver
keerd met Jou zal afloopen, jongen."
Maria lachte; zü was daar heelemaal niet
bang voor. Met hun drieën keerden zü naar
de smederü terug, en Sigmar deelde onderweg
de 5
stssasiMii
van een
Michel, en allen stemden daarmee in.
Ontsteld keek de detective om, doch aan
ontwüken viel niet meer te denken. Daarom
stapte hü op den vont toe. die hem nu her
kende als de man. dien hü reeds gisterenavond
laat en ook vanmorgen tn het hotel-had ge-
spannlng onder de menschen bereikte
hoogtepunt Wat zou er nu gaan ge-
_j?
Ook wmid Disselhoff, die men reeds van alle
kanty medelijdend had opgenomen, stond
..Niets te danken!” klonk het zacht uit Ire
ne's mopd en zü schaamde zich.
Het volgende jaar kreeg John niets van Irene,
die intusschen mevrouw Manfield geworden was’
In plaits van kleine, met moeite gespaarde ca
deautjes, kon mevrouw Irene Mansfield met
kwistige hand de mooiste Kerstgeschenken ult-
deelen. Doch natuurlUk niet voor John Brown.
Met haar man maakte zü de lüst voor dé
cadeaux op. Voor moeder. Voor vrienden en
kennissen. Voor het personeel. En twee dagen
vóór Kerstmis schoot het haar plotseling te*
binnen
„Lieve help, ik moet mijn man toch ook iets
geven!”
Neen, het had geen zin om veel geld uit te
geven. Het was toch eigenlük zjjn geld. En mr
Manfield kocht hetgeen hü wenschte of ver
langde zelf. Zooals hü zün huis gekocht had,
zün auto, zün keurige costuums en last not
least zün knappe, elegante vrouw..,.
Een oogenbllk
overlegde Irene
met zichzelf.
IHgvnlük lz het een gemeenplaats, te zeggen
dat Italië In alle tüden op dichters en denkers
een groet» aantrekkingskracht heeft uitge
oefend. Maar hoe staat het met de musici? In
de muziek zün er niet, zooals in de natuur,
schoonheden van een landschep, die zichtbaar
•n testbaar dagelüks voor ons kunnen staan;
in de muziek heeft men niet, zooals in de^e-
schiedkunde en de beeldende kunst, ruïnes,
musea, monumenten, die ook aan leeken een
diepen indruk kunnen geven. De muziek spreekt
tot ons door tonen, die vastgelegd worden door
een notenschrift, dat talloos velen niet kunnen
ontcijferen. ZU spreekt tot ons in geluiden, die
verwaaien op den wind. En toch is Italië voor
muziekbeoefenaars en voor muziekliefhebbers
altijd het land van belofte geweest. Italië
is het land der muziek, en de rükdom en de
vruchtbaarheid op muzikaal gebied schünt in
dit land op een of andere natuurwet te be
rusten, want altüd weer vernieuwt zich het
muziekleven in onverwinlük jeugdige kracht.
De opera is een Itallaansche schepping, die
In 1645 door Kardinaal Mazarin naar Frankrijk
werd overgebracht. Zü is dus reeds büna drie
honderd jaren oud en heeft zich, dank zü haar
velen aanpassings- en ontwikkelingsmogelük-
heden, over de geheele wereld verbreid.
In Italië vindt men de opera in kunsttem
pels van den eersten rang. Ieder weet wat de
Scala van Milaan wil zeggen. De Scala, die men
van den Dom af bereikt door de groote Gal-
lërta Vittorio Emanuele, werd in 1788 gebouwd
en xü is na het San Carlo in Napels het groot
ste operagebouw van heel Italië. Dit typisch
Itallaansche theater heeft een wereldreputatle
verworven. Het is de hoogste instantie op het
gebied der dramatische muziek en in het bü-
zonder van de dramatische zangkunst. Een
oordeel, dat het Scalapubliek heeft uitgespro
ken, kan als afdoende gelden, en geen kunste
naar betreedt zonder een buitengewone emotie
daar de planken. De zanger, die hier succes
heeft gehad, kan er zeker van zün dat verder
alle deuren voor hem open staan in alle kunst
centra van de wereld. Gedenkwaardige eerste
opvoeringen hebben in de Scala plaats gehad:
Othello en Falstaff van Verdi büvoorbeeld.
Onder de dirigenten waren steeds dragers van
beroemde namen: wü wüzen slechts op Arturo
Toacanlnl.
Rome heeft zün Teatro Reale dell’ Opera, dat
uit het Teatro Costanzi is voortgekomen, dat
in 1680 gebouwd was. Ook hier waren gewich
tige premières: in 1890 de Cavalleria Rustlcana,
1891 Amico Fritz, 1898 Iris, drie meesterwerken
van Mascagni; in 1900 de Tosca van Puccini.
De nieuwe koninklüke opera voldoet aan alle
eiachen, die aan een dergelük gebouw gesteld
kunnen worden. Inrichting en techniek van het
tooneel laten niets te wenschen over, de ruimte
voor de toeschouwers ziet er schitterend uit,
de acoustiek is prima. Décors, verlichting, alles
lz in orde, de kleedkamers en verblüven voor
de zangers, het koor, het orkest, de figuranten
en de balletten zün ruim-en gerlefelük.
Bijzondere aandacht besteedt men aan het
orkest, dat bestaat uit louter uitgezóchte krach
ten. De dirigenten enkapelmeesters genieten
niet slechts Europeesche, maar wereldreputatle
wü wüzen sleehts weer op onzen eeregast
van dese dagen: Pietro Mascagni! De prach
tige uitvoeringen zün niet alleen berekend op
den eersten stand, maar worden ook tegen
volksprüzen gegeven. Het seizoen duurt van
December tot einde April.
Na Milaan en Rome mogen we Florence noe
men, waar de opera-uitvoeringen in het Teatro
Cctnunale weliswaar nog niet zoo’n oude tra
ditie hebben, maar in de laatste Jaren toch
van een beteekenis zün, die ver over de gren
zen van de stad der bloemen en bloem der
steden uitgaat. Bulten de symphonleconcerten
en den speeltüd in het voorjaar viert men se
dert 1933 om de twee jaar een groot muziek
feest. dat bekend is als de muzikale Meimaand
van Florence, de Maggio musicale Fiorentino.
Deze Instelling is in korten tüd op een zeer
hoog peil gekomen. De élite der Internationale
muziekwereld, kunstenaars, dirigenten, muziek
geleerden en regisseurs zün er aanwezig, ver
scheidene beroemde orkesten werken er aan
mee, het programma omvat opera-, concert- en
tooneeluitvoeringen en dikwijls hebben de
feesten van deze -verrukkelüke Muzen als
achtergrond den Boboli-tuin of de kruisgang
van Banta Croce. Ook sün er in die maand
meestal congressen voor musicologen, tentoon
stellingen van muziekinstrumenten en een
zangwedstrüd, kortom: Florence is in die Mei
maand één zingende, klinkende, juichende
bloemenstad.
De liefhebber van de opera vindt in Italië
vete theaters, die groote historische en kunst
zinnige beteekenis hebben. Vele daarvan dank
ten hun bloei aan het feit dat, toen Italië nog
niet tot een rükseenheid gekomen was, ieder
staatje zün eigen hof, zün eigen societyleven
en zün eigen opera had. Zien wü slechts naar
het Teatro San’ Carlo in Napels, dat premières
gehad heeft van Rossini, Bellini, Donizetti en
Mercadante, het Regio in Turün (1738), het
uit
Berliner Philharmoniker onder Wilhelm
wkngler. Groot succes hadden ook
Tsjechisch orkest onder Vaclav
het koor der Heilige Synode 'uit
burg en het Russische staatskodr ui
grad, de Orfeo Catal> uit Barcelona en de
Budal Dalarda uit Budapest. Ook de SocietA
i Corale Varesina vierde in het Augusteo ware
triomfen.
Een der laatste instellingen van de Acca-
demia dl Santa Cecilia zün de zomerconcerten,
die het orkest van het Augusteo in de Maxen-
tiusbasiliek bü de'Via dell' Impero geeft. Deze
concerten, waarbü de beroemdste Itallaansche
dirigenten medewerken, bieden een kunstgenot
van den eersten rang. Ook de ligging van de
Basilica, de stille avondstond, de stemmings
volle omlüstlng van de cypressen van den Pa
laten. het Colosseum en de oude kerk van
Santa Francesca Romana in het maanlicht
werken tot het slagen mee.
Ook de Societk Polifonlca Romana heeft on
der leiding van Mgr. Raffaele Caslmiri heer
lijke uitvoeringen gegeven van kerkmuziek, en
wat deze laatste betreft, over welk een prach
tig stemmenmateriaal beschikken de beroemde
koren van de Slstina, de Sessoriana, de Pao-
lina en de Liberiana! Deze koren bestaan
slechts uit mannen en knapenstemmen van den
dlepsten bas tot de hoogste sopraan („voel
blanche"). Giovanni Pierluigi de Palestrina is
de genius van deze muziek. Het Gregoriaansch
echter hoort men het schoonst bü de monni
ken van Sant' Anselmo en in het Fransche Se
minarie bü Santa Chiara. Orgelconcerten
organiseert de Pontificia Scuola Superiore dl
Musica Sacra.
Bulten Rome bestaan zeer goede symphonie-
orkesten te Milaan EnteConcert! orchestral!
di Milano, die na het operaseizoen en daarvoor
het Scala-orkest symphonle-uitvoeringen doet
geven) en te Florence (Stabile Orchestrate Fio
rentina) en verder te Palermo, Bologna, Vene
tië, Turijn en Napels. De beperkte plaatsruimte
verbiedt ons te spreken over de kamermuziek,
de harmoniemuziek en de opleiding van musici;
de lezer zal echter buiten deze wel reeds den
Indruk hebben gekregen dat het muziekleven
in Italië nog geheel op de hoogte fetaat van
zün roemvolle oude traditie.
Teatro Comunale in Bologna (1763), dat als
eerste in Italië rijn poorten open zette voor de
kunst van Richard Wagner, het Carlo Felice
in Genuax het Teatro Verdi te Triest, de Per
gola in Florence, het Teatro Fenice te Venetië,
het Regio te Parma, het Teatro Alighieri te
Ravenna, welke alle op een eerbledwaardigen
ouderdom mogen terugzien. Van de nieuwere
theaters noemen we het Petruzzelll te Bari, het
Massimo te Palermo, het Bellini te Catania,
alle theaters van den eersten rang, waar schit
terende uitvoeringen gegeven worden.
De eigenlüke „provincie” wil, wat de opera
aangaat, in Italië niet graag bü de groote ste
den achterblüven en men heelt daarvoor groote
offers over het succes loont echter rükelük
de moeite. Er zijn theaters te Perugia. Ancona.
Brescia. Flume, Trento, Padua. Pesaro, Tre
viso. Salerno. Modena, Reggio Emilia, Reggio
Calabria, Syracuse. Cagliari en vele andere
plaatsen. In deze theaters is het speelseizoen
weliswaar kort, doch meestal staat het peil der
opvoeringen zeer hoog. Cesena en Busseto zün
alles behalve wereldsteden, vooral Busseto niet—
maar het is de geboorteplaats van Verdi! NoT
blesse oblige. Het theater van Busseto is wél
klein, maar overal bekend. De inwoners zün
geboren musici, maar ook.... critici! Daarom
kan men begrijpen dat op dit tooneel de groot-
ste kunstenaars reeds zün opgetreden: toen
eenige jaren geleden Verdi herdacht werd, diri
geerde Toscanini te Busseto den Falstaff.
In de -Grieksche theaters van Syracuse en
Agrigento, en ook op den Palatün en te Ostia.
I voert men nu en dan Grieksche treurspelen op.
met een omlüstlng van voorspelen, koren, dan
sen en tusschenspelen van hedendaagsche com
ponisten. In de arena van Verona, die Kaiger
Diocletianus in 290 heeft gebouwd en die 20 0OT
toeschouwers kan bergen, worden ieder jaar
grgote opera-uitvoeringen gegeven, die groote
gebeurtenissen zün, waar tallooze vreemdelin
gen uit de verste Streken naar toe komen. Het
is dan ook een fantastisch gebeuren, als onder
den zoelen zomerhemel die enorme kuip, die
dateert van de eerste eeuwen onzer jaartel
ling. gevuld is met een ademloos' luisterend
publiek van ettelüke tienduizenden, terwül
met de aanwending van de meest moderne en
grootsche middelen van kunst en techniek een
modelopvoering wordt gegeven van een meester
werk der operalitteratuur
In dit verband mogen we ook nog wüzen op
een Instituut, dat is uitgegaan van de fascisti
sche organisatie van de Dopolavoro, de zooge
naamde karren, wagens van Thespis, die van
stad tot stad trekken en in de openlucht uit
voeringen geven. Men denke echter vooral niet
dat zü een soort minderwaardig kermistooneel
geven; het zün eersterangs-kunstenaars, die
zich beschikbaar stellen voor dit goede doel en
hun prestaties verdienen inderdaad ruimschoots
den büval, dien een kunstgevoelig publiek hun
alom betoont.
Nauw verbonden met het theater en zün
paedagoglsche en artistieke waarde zün o?fk de
groote concerten. In Italië zün de concerten,
zooals wü ze thans kennen, nog niet van zeer
ouden datum. Te Rome waren het -Ettore Pl-
nelll, Alessandro Vessella en' de graaf van San
Martino, die de groote concerten hebben inge
voerd: Pinelli met de Society Orchestrate Ro
mana (1874TMi), Vessella met de beroemde
Banda Comunale, de graaf van San Martino
met de Regia Accademla dl Santa Cecilia, welke
laatste zich tot een der eerste muziekinstellin
gen heeft ontwikkeld. Zü is trouwens ook de
oudste muziekacademie ter wereld, *zij werd in
1584 door Pau^_Gregorius XIII opgericht an
kan terugzien tot RNestrina toe.
Het concertselzoen duurt van November tot
Mei en omvat veertig\ orkestultvoeringen en
het dorp liep. Zonder zich te bedenken deed de
detective nog eenige passen verder in de rich
ting van Sigmar en riep:
„Hoogheid! Hoogheid! Het brandt achter u!”
Woedend keerde Sigmar zich otn. Maar then
hü het gevaar bemerkte, trok hü Maria haastig
met zich mee. Vanuit het dorp klonken de
brandklokken reeds door de avondstilte.
„Loop, lieveling, gauw! Hier moet geholpen
worden; ik kan niet weg! Kom toch, bange
detective! Vlug wat, kerel, help! De heele oogst
--is hier geborgen. Daar staan de oogstwagens,
dicht langs de schuur van den heer Richter. Vlug dan toch, alles moet er uit, dan kan het
vuur niet meer schaden."
„Sigmar! Sigmar!”
Maria was buiten zichzelf van angst. Do~
Sigmar verdween reeds in de schuurden kort
daarop pakte ook de detective mee aan. Bran
dend hooi vloog naar buiten. Uit het dorp
kwamen mannen en vrouwen toegesneld, met
aan het hoofd de eigenaar van het landgoed.
Naast hem de veldwachter en daarachter
Michel, met een valschen, hoonenden grüns-
lach op zün gezicht. Toen de heer Richter Sig
mar gewaar werd, wees hü met het gebaar van
een heerscher naar hem.
„Dat is de brandstichter, veldwachter."
De veldwachter had zich juist gebukt om e«i
leege flesch op te rapen, waaraan hü nu rook.
„Petroleum! Ja, brandstichting!”
„Onder zün bed staat een heele flesch!’,
Michel triomfeerend.
de economen. Voorts zün op de linkermouw
breede biezen opgestikt, die afwisselend de fa-
culteitskleuren en de rood-zwarte van Amster
dam (met de drie St. Andrieskrulsen uit het
stadswapen) dragen. Voor het overige, büvoor
beeld in baret en bef. zün geen veranderingen
aangebracht.”
De gewürigde ambtsdracht heeft trouwens
haar joyeuse entrée in de (bü gelegenheid der
promotie van H. M. de Koningin tot Doctor in
de economische wetenschappen) wat opge
knapte aula gedaan. De nieuw benoemde
hoogleeraar, prof. dr. J. G. G. Borst, droeg hjiar
dezer dagen bü het uitspreken van zün inau
gurale rede.
en hü zwaaide
het wiemelende
Daarom slacht de wet, dot ww fleas eaa seed
ochterirait moet voerea, dot tevens eis re
flector dienst doet. Ziet toe, doe er eaa
officieel goedgekeurd achterlicht op rs
wiste spatbord wordt *gea*oaceerd (aial
hooger doa 60 aa boven daa greedy.