MUZIEK IN ITALIË
Het land der opera-
cultuur
De avonturen van een verkeersagentje
^wakker™^^9
De vorst
ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- F 250.
2
0
DINSDAG 15 NOVEMBER 1938
VEI
Professorale toga
o
Ni
oi
jasjes
WANT ÉtN IS CtÉM
reist incognito
DOOR FRITZ METZNER
de nalneto onrust keek Sigmar deal
■w
kir»*
PÉN
HOOS
SCHA
Dt
voort
door
maat;
Groot
lertijr
te tr«
tegen
Arabi
r
AANGIFTE MO ET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Twee wollen
greep de
van een
vader.
be-
had opgenomen, stond
medelijdend
ben
sche
enk»
Het matroosje kreeg een geweldigen stoot van den ridder.
HU wankelde, maar hy wist #ch nng in bet zadel te houden.
„Dat komt,” zei hy tegen den boechgod, „dat ik gewend ben
op schommelende schepen te loopen en dan verlies je ook bijna
je evenwicht.”
van de schuur weer druk over bun
plotseling de vlammen
|na tegelijk klonk door
sekser<ebt stoet voersa, dot tovsas ate m-
fleeter dtansc doet. Ziet soa. dot er eea
officieel goedgekeerd echtertebt op ew
witte spatbord wordt gsateateerd Mat
booger doe M on bosea dea geeodS-
Het
■en i
Verve
dóen
deel
diepe
kaam
De
keer
koton
xümm
hun 1
soo d
in Pa
BI
aade
een.
KiW
verb
batt
vaar
Met I
itnp:
15 ca
U”
Sed<
tonde
kornet
verste
netho
de Pr
En gen
bmnei
6a tui
Nas
der J
op gi
J938 i
Te B
meldl
van t
van» te
zang!
en de
te hoi
Na
Beriy
mark
venne
een i
een v
vernu
mogei
mogei
schele
10
hitetue heeft aan Zijn Kerk voor
speld. dat wij om Zijnentwille vervol
gingen aon moeten verduren. Zalig aft.
die vervolging lijden om de Gerechtig-
held, wam hunner <a bet Koninkrijk
dor Hemelen.
Te 1
atnbas
hge
is vi
Staten
bindt,
gen k
ment
deur i
slag u
veronc
Duitse
den, i
sou k
„Vooruit met de greep,” riep de boschgod en hij zwaaide
met zijn palmtak en bet matroosje, die het wiemetende
staartje weer zag, kon zich alweer niet houden van bet lachen.
In galop vlogen de twee tegenstanders op elkaar in, de lansen
uitgestrekt, gereed den stoot toe te brengen.
opera vindt in Italië
Iflstorische en kunst
zinnige beteekenis hebben. Vele daarvan dank
ten hun bloei aan het feit dat, toen Italië nog
niet tot een rjjkseenheid gekomen was, ieder
staatje zijn eigen hof, zijn eigen societyleven
en zijn eigen opera had. Zien wij slechts naar
het Teatro San Cario in Napels, dat premières
gehad heeft van Rossini, Bellini, Donizetti en
Mores dante, het Regio in Turijn (1738), het
Teatro Comunale in Bologna (1763), dat als
eerste in Italië zijn poorten open zette voor de
kunst van Richard Wagner, het Carlo Felice
in Genua, bet Teatro Verdi te Triest, de Per
gola in Florence, het Teatro Venice te Venetië,
het Regio te Parma, het Teatro Alighieri te
Rayenna, welke alle op een eerbied waardigen
ouderdom mogen terugzien. Van de nieuwere
theaters noemen we het Petruzzelll te Barl, het
Massimo te Palermo, het Bellini te Catania,
alle theaters van den eersten rang, waar schit
terende uitvoeringen gegeven worden.
De eigenlijke „provincie" wil, wat de opera
aangaat, in Italië niet graag bij de groote ste
den achterblijven en men heelt daarvoor groote
offers over het succes loont echter rykeiyk
de moeite. Er zijn theaters te Perugia, Ancona,
Brescia. Flume, Trento, Padua, Pesaro, Tre
viso, Salerno, Modena, Reggio Emilia, Reggio
Calabria. Syracuse, CagUari en vele andere
plaatsen. In deze theaters is het speelseizoen
weliswaar kort, doch meestal staat het peil der
opvoeringen zeer hoog. Cesena en Busseto zijn
alles behalve wereldsteden, vooral Busseto niet,
maar het is de geboorteplaats van Verdi! No
blesse oblige. Het theater van Busseto is wel
klein, maar overal bekend. De inwoners zijn
geboren musici, maar ook.... critici! Daarom
kan men begrijpen dat op dit tooneel de groot
ste kunstenaars reeds z(jn opgetreden; toen
eenige jaren geleden Verdi herdacht werd, diri
geerde Toscanini te Busseto den Falstaff.
In de Grieksche theaters van Syracuse en
Agrlgentp, en ook op den Palatijn en te Ostla.
voert men nu en dan Grieksche treurspelen op,
met een omlijsting van voorspelen, koren, dan
sen en tusschenspelen van hedendaagsche com
ponisten. In de arena van Verona, die Keizer
Diocletianus in 290 heeft gebouwd en die 20.000
toeschouwers kan bergen, worden ieder jaar
groote opera-uitvoeringen gegeven, die groote
gebeurtenissen zijn, waar tallooze vreemdelin
gen uit de verste streken naar toe komen. Het
is dan ook een fantastisch gebeuren, als onder
den zoelen zomerhemel die enorme kuip, die
dateert van de eerste eeuwen onzer jaartel
ling, gevuld is met een ademloos luisterend
publiek van ettelijke tienduizenden, terwijl
met de aanwending van de meest moderne en
grootsche middelen van kunst en techniek een
modelopvoering wordt gegeven van een meester
werk der operalitteratuur!
In dit verband mogen we ook rfbg wijzen op
een instituut, dat is uitgegaan van de fascisti
sche organisatie van de Dopolavoro, de zooge-
nasunde karren, wagens van Thespis, die van
stad tot stad trekken en in de openlucht uit
voeringen geven. Men denke echter vooral niet
dat zij een soort minderwaardig kermlstooneel
geven; het zjjn eersterangs-kunstenaars, die
zich beschikbaar stellen voor dit goede doel en
hun prestaties verdienen inderdaad ruimschoots
den bijval, dien een kunstgevoelig publiek hun
alom betoont.
Nauw verbonden met net theater en zijn
paedagoglsche en artistieke waarde zijn ook de
groote concerten. In Italië zijn de concerten,
zooals wij ze thans kennen, nog niet van zeer
ouden datum. Te Rome waren het Ettore Pl-
nelli, Alessandro Vessells en de graaf van San
Martino, die de groote concerten hebben inge
voerd: Pinelll met de SocletA Orchestrate Ro
mans <1874*98), Vessella met de beroemde
Banda Comunale, de graaf van San Martino
met de Regia Accademia dl Santa Cecilia, welke
laatste zich tot een der eerste muziekinstellin
gen heeft ontwikkeld. Zy is trouwens ook de
oudste muziekacademie ter wereld, zy werd in
1584 door Paus Gregorius XIII opgericht en
kan terugzien tot Palestrina toe.
Het concertaelzoen duurt van November tot
Mei en omvat veertig orkestultvoerlngen en
van-alle-kleuren wat kleurachakeerlng gaan
gunnen? In den academlschen Senaat der Am-
sterdamsche unlversitelt waren al meermalen
stemmen opgegaan om de monopolistische po
sitie van het zwart bij de ambtsgewaden te
breken, wy weten natuurlijk niet, of er in net
hooge college lange en gewichtige debatten ge
voerd zijn over het voor Nederland toch wel
ietwat revolutlonnaire plan, verandering in iets
te brengen wat reeds eeuwen lang pal stand
had gehouden. wy weten alleen de uitkomst.
De verrassende uitkomst: de Rector Magnificus
en Zjjn Assessoren namen het besluit tot een
verandering, schrokken niet terug voor het
breken van het monopolie van het vaderland-
sche zwart. In zijn rectorale rede heeft de rec
tor van dit jaar, professor Freyda, het volgen
de verklaard: „Een revolutie beteekent deze
wijziging niet. Slechts zal, overeenkomstig het
ontwerp van den kunstenaar Frits Lens veld,
het zwart nu iets gebroken zjjn, doordien op
de toga’s der hoogleeraren in bescheiden om
vang de kleuren van de stad worden aange
bracht en van de faculteit, waartoe leder van
hen behoort. Het is misschien goed dat men
het weet: Pallas Athene, wier beeld hier ach
ter mij staat, heeft mij gemachtigd te zeggen,
dat de verandering haar volle instemming heeft
en dat zy zeer hoopt, dat het de geheele Senaat
in het nieuwe ambtsgewaad zal zijn, die straks
langs haar optrekt.” Deze woorden werden door
het auditorium met zachtaardig vriéndelijk ge
lach zooals dit in de aula betameljjk is en
gebruikelijk is te doen en voorts zwijgend
opgenomen.
,Het zwart zal in de toekomst iets gebroken
zijn,” oreerde professor Freyda, na zijn koste
lijke verklaring waarschijnlijk toch wel noo-
dig tegenover eenige, tegen kleuren oppositio-
neele, conservatieve professoren dat „de wij
ziging geen revolutie beteekent.”
Welke is nu de wijziging? Daar komt het toch
pp aan. wy vonden haar als volgt beschreven:
„Langs de geheele reven, van den kraag al tot
onder aan de toga, zijn breede banden beves
tigd in de kleur der faculteit: rood voor de
rechtsgeleerden, wit (is geen kleur in den eigen-
lyken zin, maar dat deert niet!) voor de god
geleerden, groen voor de geneeskundigen,
paars voor de wis- en natuurkundigen, blauw
voor de letterkundigen en filosofen en geel voor
de economen. Voorts zyn op de linkermouw
breede biezen opgestikt, die afwisselend de fa-
culteitskleuren en de rood-zwarte van Amster
dam <met de drie St. Andrieskrulsen uit het
stadswapen) dragen. Voor het overige,, bijvoor
beeld in baret en bef, zyn geen veranderingen
aangebracht.”
zijn auto, zijn keurige costuums en laat ww
.UI- -8A-
Een oogenblïk
overlegde Irene
met zichzelf.
Daarop glimlach
te ze, l
telefoon, die
een klein tafeltje 5
in de huiskamer
stond en. sloeg het nummer
grootste handwerkzaken op.
„U spreekt met mevrouw Manfleld. Heeft
ook gebreide jasjes voor heeren?”
„Natuurlijk, mevrouw. Van de eenvoudigste
tot de duurste uitvoering.”
„Goed. Stuurt u my dan maar de beste, die
u heeft!"
„Welke grootte en in welke kleur, mevrouw?"
„Grootte....? Voor een tamelijk gezet heer.
En de kleur.... ach, geeft u maar wat man
tegenwoordig draagt....”
Onder den Kerstboom lag het wollen jasje.
Meneer Manfield was geroerd.
„Lieve, kleine Irene....” zei hy. „Zooveel
werk heb jy voor my, dammen, leeiyken man
gehad? Ik weet wat breien beteekent. By eiken
steek denkt men aan den man, voor wien men
bet maakt. Maar lieveling, verdien ik wel zoo
veel liefde? En nog wel mijn lievelingskleur....
ik weet niet, kleintje, hoe ik je moet bedan
ken....”
En hy kuste de hand van zyn vrouw laag
en innig.
„Dank je. lieveling!” fluisterde hy. „Dank ja!"
„Niets te danken I” zei Irene zacht en schaam
de zich voor de tweedemaal
e toga’s der hoogleeraren aan de gemeen-
I teiyke unlversitelt. te Amsterdam waren
-L' tot dusver zwart. Ook de baret was zwart.
Alleen de bef was wit. Kleurloos dus. Want
noch wit noch zwart zyn kleuren. De profes
soren zagen er in ambtsgewaad precies uit als
Jelbhafte" dominé’s. Als de stoet van hoogge
leerden. voorafgegaan door den pedel (ook al
in het zwart), de aula, de sombere, donkere
aula in het oude gebouw in de Oudemanhuis-
poort, binnentrekt by academische feesten en
gelegenheden, dan maakt dit plechtige binnen
trekken den indruk van een begrafenisstoet. En
als de hoogleeraren in halfrond om den hoogen
katheder in hun banken zyn gezeten, dan zou
men wanen in de vergadering eener protestant-
sche synode terecht gekomen of liever ver
dwaald te zyn. De zwarte ambtsdracht ligt dan
ook wel in de historische lyn van het sombere
Calvinisme. Wellicht ook in de lyn van de oud-
Hollandsche, onkreukbare deftigheid, welke
geen hoe geringe opzichtigheid ook duldt. Hoe
anders is het ambtsgewaad der professoren der
bultenlandsche universiteiten. Alles kleur en
schittering, wy hebben van deze ambtsdrach-
ten kunnen genieten hier lx» Amsterdam by het
Jubileum van onze unlversiteft eenige jaren
geleden. Van heinde en verre waren professo
ren uit alle werelddeelen naar de hoofdstad des
Ryks gekomen, om te getuigen van hun eer
bied en bewondering voor wat Amsterdam In
den loop der eeuwen wrochtte voor de weten
schap. In het Concertgebouw werd de groote
academische feestzitting gehouden. Alvorens
deze begon, werd een optocht der professoren
gehouden. Het Stedeiyk Museum was als kleed
kamer ingericht. Daar hulden de hooggeleerden
der bultenlandsche universiteiten zich in him
kleurige gewaden en tooiden zich met de ba
retten in alle kleuren van den regenboog. Iedere
faculteit toonde eigen kleuren en siersels. Er
waren prachtige oude historische costuums te
zien. Ryk was alles met goud bestlkt. Scharla
kenrood domineerde. Maar ook veel zilver en
purper. Van het Stedeiyk Museum trok de
stoet, die soms wel even den Indruk maakte
van een deftige maskerade, om het IJsclubter-
reln naar het Concertgebouw. De bultenlandsche
professoren gingen voorop. En toen al die bul
tenlandsche kleurigheid en tooi voorby was,
volgden twee aan twee de <Amsterdamsche pro
fessoren in hun somber, hoewel plechtig zwart.
De stoet ging uit als een kaars. In het publiek
dachten velen, dat de staart van den stoet wer-
keiyk uit predikanten bestond of uit bedienaren
van de rechteriyke macht (die trouwens in het
buitenland haar dienaren ook niet In het zwart -
alléén laat zetelen).
Trouwens niet alleen in Amsterdam, maar
aan alle landsuniversiteiten en andere hooge-
scholen van Nederland is de professorale toga
zwart. Komt er thans kentering? Wil ook de
vaderlandse!» wetenschap haar bedienaren in
dit land van bloemen-ln-de-verscheldenhetd-
De gewyzigde ambtsdracht heeft trouwens
haar joyeuse entrée in de (by gelegenheid der
promotie van H. M. de Koningin tot Doctor in
de economische wetenschappen) wat opge
knapte aula gedaan. De nieuw benoemde
hoogleeraar, prof. dr. J. G. G. Borst, droeg haar
dezer dagen by het uitspreken van zyn inau
gurale rede.
Rigmar
bankpapier
keek.
,Nee maar....! Och, ik heb het immers altyd
wel gedacht, dat Je een eeriyke kerel was!
Maar lederen keer, zooals ook mi weer met
dien politieagent, dan ben ik bang, dat het ver
keerd met jou zal afloopen, Jongen.”
Maria lachte; zy was daar heelemaal niet
bang voor. Met hun drieën keerden zy naar
de smederij terug, en Sigmar deelde onderweg
sa U zult *s morgens „kiplekker**
"uit bed springen.
lederen dag moot Uw lever minstens een liter gaf
In Uw Ingewanden doen stroomen. Wanneer dose
stroom van gal onvoldoende Is. verteert Uw voedsel
niet, het bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt
verstopt. Uw lichaam Is vergtntgd on U bent
humeurig, voelt U ellendig on slot alles somber in.
De meeste laxeermiddelen xljn slechts lapmiddelen.
Vraag vandaag nog aan het Depot Carter’s
Products, Afd. A Den Haag een gratis flacon
CARTER’S LEVERPILLETJES enUsult bemerken,
dat zij de gal weer vrij doen stroomen, aoodat U
weer geheel fit Is. OnschadolUk. plantaardig, zacht,
onovertroffen om de gal te doen stroomen.
Eischt Carter’s Leverpilletjes bij apothekers
droflsten, f. 0.75.
het dorp liep. Zonder zich te bedenken deed de
detective nog eenige passen verder in de rich
ting van Sigmar en riep:
.Hoogheid! Hoogheid! Het brandt achter u!
Woedend keerde Sigmar zich om. Maar tams
hy het gevaar bemerkte, trok hy Maria haastig
met zich mee. Vanuit het dorp klonken de
brandklokken reeds door de avondstilte.
„Loop, lieveling, gauw! Hier moet geholpen
worden; ik kan niet weg! Kom toch, bange
detective! Vlug wat, kerel, help! De heele oogst
is hier geborgen. Daar staan de oogstwagen*
Vlug dan toch, alles moet er uit, dan kan het
vuur niet meer schaden.”
„Sigmar! Sigmar!”
Maria was buiten zichzelf van angst. Doen
Sigmar verdween reeds in de schuur en kort
daarop pakte ook de detective mee aan. Bran
dend hooi vloog naar bulten. Uit het doro
kwamen mannen en vrouwen toegesneld, m«*
aan het hoofd de eigenaar van het landgoed.
Naast hem de veldwachter en daarachter
Michel, met een valschen, hoonenden grijpw*
lach op zyn gezicht. Toen de heer Richter Sig
mar gewaar werd, wees hy met het gebaar vair
een naar hem.
„Dat is de brandstichter, veldwachter."
De veldwachter had zich juist gebukt ot° *T
leege flesch op te rapen, waaraan hy nu rooa-
„Petroleum! Ja, brandstichting!”
„Onder zyn bed staat een heele fleech.
M1r.be! trtnmfeereTMi
,Hy en een vorst!” riep Michel hoonend, en
opnieuw stemde de menigte met hem In.
„Die andere heeft een zonnesteek! Vlug, de
brandweer! Baas Disaelhoff, leg den detective
een yzeren band om zyn kop, zyn hersens zyn
te groot geworden!"
Zoo klonken de grappen van alle kanten.
Michel dacht echter alleen aan ayn haat en
nu hy merkte, dat Sigmar de lachers aan zyn
kant kreeg, sloop hy weg.
.Halt, Michel!” riep Sigmar hem na. doch
toen zette de knecht het Juist op een loopen.
„Wacht maar, wacht maar,” dacht hy,
zwaar hygend, „voor niets heb Ik die flesch
niet onder Je bed gezet, landlooper.”
„Gaat u heen," sprak Sigmar tot zyn
schermer. „Wanneer u my nog eens lastig valt,
zal ik heel anders met u praten, mynheer de
detective."
Ondanks deae woorden sloeg de detective op
militaire wyze de hakken tegen elkaan en nam
diep zyn hoed af. „Toch biyf Ik in Altroda,"
nam hy zich voor. x
jullie?” zoo wendde zich Sigmar nu tot
de menigte. „Wat staan jullie daar toch met
open mond te kyken? Hebben jullie vroeger
nog nooit een menach in Altroda gezien, dien
de een voor een circusartist en de ander voor
een vorst hield? Nou, hoe zit het? Zyn Jul
lie misschien van plan hier te biyven? Of kun
nen wy gaan.”
Onwillekeurig schoven de menschen achteruit.
Benige minuten later trok de heele karavaan
weer naar bet dorp tanig, lawaaierig als oen
troep zigeuners.
spanning onder de menschen bereikte
hoogtepunt. Wat zou er nu gaan ge
kende als de man, dien hy reeds gisterenavond
iaat esa ook vanmorgen in het hotel had ge
zien.
De
haar
beuren?
Ook amid Disselhoffdie men reeda van alle
kanten
Mil.
Alleen vader Disselhoff was biyven staan.
„Wat moet dat nu weer beteekenen? Wat
ben jy toch voor een rare kerel? Het heele
dorp is om jou ultgeloopen. Schaam Je Je niet?
En jy ook niet, Maria?”
„Het was een persoonsverwisseling,
Wie kan daar nu iets aan doen?"
.Jullie kunt nergens iets aan doen! Ook al
niet als Je ’s avonds laat tegen de nachtbel
leunt. Nee, nee! Maar Ik zeg je: Nu is het uit!
Met de vyfdulzend mark is het ook niets ge
worden.... Vooruit, jy naar huis Maria!"
Een oogenblïk stond Maria verschrokken.
Maar ernstig en trotsch klonk haar antwoord:
„Ik hoor nu by Sigmar, vader, wy zyn ver
loofd, dus wy hooren by elkaar."
„O ja? Nou, dan heeft de eene dwaas de
andere gevonden. Voor myn part dan! Op die
manier hebben jullie ook geen last van eikaars
dwaasheid! Kom nu maar mee, en vertel
my waar de vijfduizend mark zyn, waar gisteren
zoo druk over geboomd werd.”
„Hier, aanpakken, baas Disselhoff.”
stelde den ouden smid het pakje
ter hand, dat deae verbaasd be-
-r-r-r eken voor Kerstmis begonnen reeds de
W moeliykheden voor Irene. Omstreeks den
tyd, dat de Novembermist tot in de. ka
mer dringt en chronische verkoudheden niet van
de lucht zyn, begon zy reeds te denken: „wat
zal ik geven?”
Irene was besloten mr. Manfield niets te ge
ven. Haar moeder was echter van meenlng, dat
mr. Manfleld „een goede party” was en dat het
onzin zou zyn als steno-typiste te biyven wer
ken, Wanneer het groote geluk slechts op een
„Ja" wachtte. Maar Irene was negentien Jaar
oud, en als men negentien is, denkt men er niet
aan „ja" te zeggen tegen een geluk met een
buikje en met een kaal hoofd, en dat, terwyi
John Brown’s blonde haren welig op zyn hoog
voorhoofd wapperden. John was Jong, even ver
liefd als Irene, maar ook even arm. Terwyi
mama nog een ouderwetschen droom koesterde
(van verstandsverlovingen onder den Kerstboom,
besloot Irene, John voor Kerstmis een warm
vest te geven. Of nog beter, een wollen jasje.
Zelf gebreid.
Verleden Jaar had hy het ook al zoo koud ge
had in zyn dunne Jas.
De juffrouw in den handwerkswlnkel was
zeer vriendeiyk en zei dat zes strengen genoeg
waren. Dat kwam juist goed uit met het geld.
Het breien viel Irene erg moeliyk. zy moest
het haastig doen op 1 kantoor gedurende de
middagpauze en 's avonds in bed, als haar moe
der reeds sliep, want die mocht absoluut niet
weten, dat er voor John iets gemaakt werd. De
wol zat dlkwyis in de war en de steken vielen
vaak van de breipen. Er moesten nog twee stren
gen wol gekocht worden. Twee dagen vóór Kerst
mis legde Irene aan de juffrouw in de zaak
het wollen jasje.ter keuring voor.
aan den smid mee, hoe zyn onderhoud met den
heer Richter was afgeloopen.
„En wou hy het geld niet hebben? Is hy
dan getikt? Laat die zoo maar vyfduizend mark
zyn neus voorbygaan? Die schurk beeft zeker
ook dien moolen detective op Je af gestuurd!
Nou, laat hy nou maar niet by my komen. Ik
hoef nou myn woorden niet meer te wegen; nou
heb Ik de dulten!”
Tegen den avond wandelde Sigmar met zyn
verloofde de velden In. zy waren overgelukkig,
en, slechts denkend asm. elkaar, kwamen zy ook
dicht langs de schuur van den heer Richter,
zy hadden er natuuriyk geen vermoeden van,
dat de detective hen stap voor stap volgde, net
zoomin als zy er erg in hadden, dat er plotse
ling, als uit den grond gerezen, iemand naast
hen opdook. Dat was Michel. Hy had een kleine
flesch in de hand, waarin zich een gedeelte van
de petroleum bevond uit de groote flesch, die
onder Sigmar’s bed stond. Door niets gestoord,
wandelde Sigmar en Maria verder, terwyi
Michel achter hen om de schuur in sloop. Reeds
eenlgen tyd stonden Sigmar en Maria in de
schaduw
toekomst te praten, tc
achter hen oplaaiden,
het dorp al de roep:
„Brand!”
Het geroep was echter nog maar zwak, en
drong nog niet tot het verloofde paar door.
Maar de detective had het wel gehoord. Hy
zag ook de vlammen snel hoeger en booger
oplaaien, en.... zag tevens, hoe een man, dien
hij *8 middags reeds had gooien In alleryi naar
is het een gemeenplaats, te zeggen
dat Italië In alle tyden op dichters en denkers
een groote aantrekkingskracht heeft uitge
oefend. Maar hoe staat het met de musici? In
de muziek zyn er niet, zooals In de natuur,
schoonheden van een landschep, die zichtbaar
•n tastbaar dageiyks voor ons kunnen staan;
in de muziek heeft men niet, zooals In de ge
schiedkunde en de beeldende kunst, ruines,
musea, monumenten, die ook aan leeken een
diepen Indruk kunnen geven. De muziek spreekt
tot ons door tonen, die vastgelegd worden door
een notenschrift, dat talloos veten niet kunnen
ontcyferen. zy spreekt tot ons In geluiden, die
verwaaien op den wind. En toch is Italië voor
muziekbeoefenaars en voor muziekliefhebbers
altyd het land van belofte geweest, Italië
is het land der muziek, en de rijkdom en de
vruchtbaarheid op muzikaal gebied schynt in
dit land op een of andere natuurwet te be
rusten, want altyd weer vernieuwt zich het
muziekleven In onverwiniyk jeugdige kracht.
De opera is een Itallaansche schepping, die
tn 1645 door Kardinaal Mazarin naar Frankrijk
werd overgebracht, zy Is dus reeds byna drie
honderd jaren oud en heeft zich, dank zy haar
Velen aanpassings- en ontwikkellngsmogeiyk-
heden, over de geheele wereld verbreid.
In Italië vindt men de opera in kunsttem
pels van den eersten rang. Ieder weet wat de
Soala van Milaan wil zeggen. De Scala, die men
van den Dom af bereikt door de groote Gal
leria Vittorio Emanuele, werd in 1788 gebouwd
en sy is na het San Carlo In Napels het groot
ste operagebouw van heel Italië. Dit typisch
Itaüiaansche theater, heeft een wereldreputatie
verworven. Het is de hoogste Instantie op het
gebied der drsunatische muziek en in het by-
eonder van de dramatische zangkunst. Een
oordeel, dat het Scalapubliek heeft uitgespro
ken, kan als afdoende gelden, en geen kunste
naar betreedt zonder een buitengewone emotie
daar de planken. De zanger, die hier succes
heeft gehad, kan er zeker van zyn dat verder
alle deuren voor hem open staan In alle kunst
centra van de wereld. Gedenkwaardige eerste
opvoeringen hebben In de Scala plaats gehad:
Othello en Falstaff van Verdi byvoorbeeld.
Onder de dirigenten waren steeds dragers van
beroemde namen: wij wyzen slechts op Arturo
Toscanini.
Rome heeft zyn Teatro Reale dell’ Opera, dat
uit het Teatro Costanzl Is voortgekomen, dat
in 1880 gebouwd was. Ook hier waren gewich
tige premières: in 1890 de CavalleriaRusticana,
1801 Amico Fritz, 1808 Iris, drie meesterwerken
van Mascagni; In 1900 de Tosca van Puccini.
De nieuwe koninkiyke opera voldoet aan alle
etechen, die aan een dergeiyk gebouw gesteld
kunnen worden. Inrichting en techniek van het
tooneel laten niets te wenschen over, de ruimte
voor de toeschouwers ziet er schitterend uit,
de acoustlek Is prima. Décors, verlichting, alles
is in orde, de kleedkamers en verbiyven voor
de zangers, het koor, het orkest, de figuranten
en de balletten zyn ruim en geriefeiyk.
Bysondere asmdacht t^esteedt mg^aan het
orkest, dat bestaat uit louter uitgézodhte krach-
- ten. De dirigenten en kapelmeesters genieten
niet slechts Europeesche, maar wereldreputatie
wy wyzen slechts weer op onsen eeregast
van deze dagen: Pietro Mascagni! De prach
tige uitvoeringen zyn niet alleen berekend op
dgn eersten stand, maar worden ook tegen
volksprijsen gegeven. Het seizoen duurt van
December tot einde April.
Na Milaan en Rome mogen we Florence noe
men, waar de opera-ultvoerlngen in het Teatro
Comunale weliswaar nog rntet soo’n oude tra
ditie hebben, maar In de laatste Jaren toch
vsm een beteekenis zyn, die ver over de gren
zen van de stad der bloemen en bloem der
steden uitgaat. Bulten de symphonleconcerten
en den speeltyd in het voorjaar viert men se
dert 1933 om de twee Jaar een groot muziek
feest, dat bekend is als de muzikale Meimaand
van Florence, de Magglo muslcale Fiorentino.
Deze instelling is In korten tyd op een zeer
hoog peil gekomen. De élite der Internationale
muziekwereld, kunstenaars, dirigenten, muziek
geleerden en regisseurs zyn er aanwezig, ver
scheidene beroemde orkesten werken er aan
mee, het programma omvat opera-, concert- en
tooneeluitvoeringen en dlkwyis hebben de
feesten van deze verrukkeiyke Muzen als
achtergrond den Boboll-tuin of de kruisgang
van Banta Croce, Ook zyn er in die maand
meestal congressen voor musicologen, tentoon
stellingen van muziekinstrumenten en een
Mmgwedstrijd, kortom: Florence is In die Mei
maand één zingende, klinkende, juichende
bloemenstad.
De liefhebber van de
vele theaters, die groote
detective aan. Marla, die van angst beefde, had
hy nog steeds by de hond.
„Wie bent u? En wat wilt u van my?”
Sigmar's stem klonk als die van een gebie
der.
De detective boog byna tot aan den grond en
dan antwoordde hy stamelend: ,Jk.... ben....
detective.
,Haha," ging het fluisterend door de menigte.
„Daar heb Je het nou, landlooper!" brulde
Michel zoo hard hy kon, doch de anderen rie
pen om stilte.
Sigmar wierp Mlchel een blik toe, die den
schreeuwer een koude rilling bezorgde.
„U bent detective? En wat wilt u van my?”
vroeg Sigmar kort en hard verder.
Weer een diepe bulging van den man met
„het pistool en de handboeien," hetgeen voor
de dorpelingen totaal onbegrypelyk was.
,4k vraag uwe hoogheid nederig om excuus.
Maar Ik heb de opdracht, uwe hoogheid, vorst
von Wernsteln, nauwkeurig gade te slaan.”
Dat sloeg in.
Maria staarde haar verloofde ontzet san
Smid Disselhoff schudde bet hoofd. De me
nigte volhardde in een gespannen zwygen.
„Wit wilt u? Wien wilt u nauwkeurig gade
slaan?”
„Och nee, niet gadeslaan, hoogheid. Wil my,
als het u belieft, verontschuldigen. Vorstin von
Cherbourg heeft my de ultdrukkeiyke opdracht
gegeven, het leven van uwe hoogheid te be-
schermen.”
..Beste vriend en beschermengel," begon Slg*-
mar to lachen, JS hebt zich leeljjk vergist."
,^eer regelmatig en nauwkeurig hebt u njet
gebreid." zei de winkeljuffrouw. .Maar dat hia-
dért niét, wy zullen het wel gladstrijken."
Met een kloppend hart overhandigde Tiw».
aan John het pakje. Of hy merken sou, dat
sy de blauwe kleur gekozen had, omdat hy
gezegd had dat blauw zyn lievelingskleur öwrf
„Keurig!” zèl John. „Werkelyk heel aardig
van je. Blauw? Ik heb weliswaar een bruin cos-
tuum. snaar dat hindert niet."
„Wil Je het niet eens aantrekken?” rroe»
Irene schuchter, terwyi ze dacht: hy moet toch
zien, met hoeveel liefde ik het gemaakt heb
By eiken steek, die viel, heb ik steeds vol liefdé
aan hem gedacht. En de twee laatste streng»»
wol hebben my veertien dagen lang ’smiddan
myn kop koffie gekost....
John was met veel plechtigheid in het jasje
gekropen en bekeek -aieh -critisch in den qde-
gel. Hy zag, evenals Irene, dat de mouwen t*
kort waren, terwyi verder het geheel veel te
wiid was.
„Men kan de knoopen toch verzetten, niets»
vroeg John. „T’Hindert niets. T Is erg aardig
van je, hoor! Ja.... die klaar gekochte dingen
passen nooit. Maar ik dank je toch hartelyk.”
.Klets te danken!” klonk het zacht uit Ire
ne's mond en zy schaamde zich.
Het volgende jaar kreeg John niets van Irene,
die intusschen mevrouw Manfleld geworden was
In plaats van kleine, met moeite gespaarde ee-
deautjes, kon mevrouw Irene Mansfield met
kwistige hand de mooiste Kerstgeschenken uit
deden. Doch natuuriyk niet voor John Bro«n.
Met haar man maakte zy de lyst voor d«
cadeaux op. Voor moeder. Voor vrienden sn
kennissen. Voor.het personeel. En twee dagen
vóór Kerstmis echoot bet haar ploteellt* te
binnen
„Lieve help, ik moet myn man toch ook iets
geven!”
Neen, het had geen sin om veel geld uit te
geven. Het was toch eigeniyk zyn geld. En mr
Manfleld kocht hetgeen hy wenschte of vsr-
langde zelf. Zooals hy zyn huis gekocht had.
least zyn knappe, elegante vrouw...-.
-- die op i
klein tafeltje i
S3
De detective week niet van zyn plaats. Hy
verheugde zich, als naïeve beginneling in het
vak, op de eerste kennismaking met zyn be
schermeling O, hy zou het vorstin von Cher
bourg wel eens toonen, dat hy wist, hoe hy zich
tegenover een echten vorst moest gedragen.
De nieuwsgierige menigte drong nog steeds
meer naar voren. ,Xet nu op! Nu komt het!
Vast, hy heeft de hand al aan zyn pistool! De
handboeien beeft hy natuuriyk «1 klaar!"
,M*ba, nu is het uit, landlooper!" schreeuwde
Michal, en allen stemden daarmee in.
Ontsteld keek do detective om, doch aan
ontwijken viel niet meer te denken. Daarom
stapte hy op den vont toe, die hem nu her-
twintig kamermuziekavonden. Het honderd
man sterke orkest brengt leder Jaar in het
Augusteo de schoonste ^mphonische meester
werken uit het klassieke en het moderne re
pertoire ten gehoore. Het koor bestaat uit drie
honderd zangers. Het is dus niet te verwonde
ren, dat de Accademia dl Santa Cecilia zich
aan de grootste en moeiiykste koor- en orkest
werken kan wagen en dat leder jaar de be
roemdste dirigenten en kunstenaars met dit
orkest gasteeren. De groote ruimte van het
Augusteo. die 3000 toehoorders kan bevatten, Is
by elk concert zoo goed als- uitverkocht. De
pryzen zyn zoo gehouden dat een bpzoek voor
ieder mogeiyk is. Daardoor beeft het Augusteo
Zich onschatbare verdiensten verworven voor
de muziekcultuur. Ook laat de Accademia dl
Santa Cecilia in de zaal van het Augusteo dik
wijls orkesten en koren uit andere steden van
Italië en uit het buitenland optreden. Zoo had
den de Inwoners van Rome gelegenheid, het
orkest te hooren dat Toecanlnl in Amerika diri
geerde, verder het Phiyiarmonisch Orkest van
New York onder Tospanlnl, het 'orkest Walter
Damroach, eveneens uit New York en de
Berliner Phllharmónlker onder Wilhelm Furt-
wüngler. Groot succes hadden ook het
Tsjechisch orkest onder Vaclav Talich,
het koor der Heilige Synode uit Peters
burg en het Russische staatskoor uit Lenin
grad, de Orfeo Ca talk uit Barcelona en de
Budai Dalarda uit Budapest. Ook de SocietA
Corale Vareslna vierde in het Augusteo ware
triomfen.
Een der laatste instellingen van de Acca
demia dl Santa Cecilia zyn de zomerconcerten,
die het orkest van het Augusteo in de Maxen-
tlusbasiliek by de Via dell’ Impero geeft. Deze
concerten, Waarby de beroemdste Itallaansche
dirigenten medewerken, bieden een kunstgenot
van den eersten rang. Ook de ligging van de
Basilica, de stille avondstond, de stemmings
volle omiysting van de cypressen van den Pa-
latyn, het Colosseum en de oude kerk van
Santa Francesca *Bomana in het maanlicht
werken tot het slagen mee.
Ook de SocletA Pollfonlca Romana heeft on
der leiding van Mgr. Raffaele Caslmlri heer-
lyke uitvoeringen gegeven van kerkmuziek, en
wat deze laatste betreft, over welk een prach
tig stemmenmateriaal beschikken de beroemde
koren van de Slstina, de Sessorlana, dé Pao-
lina en de Llberiana! Deze koren bestaan
slechts uit mannen en knapenstemmen van den
dlepsten bas tot; de hoogste sopraan („vod
bianche”). Giovanni Pierluigi de Palestrina is
de genius van deze muziek. Het Gregoriaansch
echter hoort men het schoonst by de monni
ken van Sant’ Anselmo en In het Fransche Se
minarie by Santa Chlara. Orgelconcerten
organiseert 'de Pontificia Scuola Superiore dl
Muslca Sacra.
Bulten Rome bestaan zeer goede symphonle-
orkesten te Milaan (Ente Concert! orchestral!
dl Milano, die na het operaselzoen en daarvoor
het Scala-orkest symphonie-ultvoeringen doet
geven) en te Florence (Stabile Orchestrate Fio
rentina) en verder te Palermo, Bologna, Vene
tië, Turyn en Napels. De beperkte plaatsruimte
verbiedt ons te spreken over de kamermuziek,
de harmonlemuziek en de opleiding van musid;
de lezer zal echter buiten deze wel reeds den
Indruk hebben gekregen dat het muziekleven
in Italië nog geheel op de hoogte staat van
zyn roemvolle oude traditie.