MUZIEK IN ITALIË Het land der opera- cultuur De avonturen van een verkeersagentje ^wakker™^^9 De vorst ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- F 250. 2 0 DINSDAG 15 NOVEMBER 1938 VEI Professorale toga o Ni oi jasjes WANT ÉtN IS CtÉM reist incognito DOOR FRITZ METZNER de nalneto onrust keek Sigmar deal ■w kir»* PÉN HOOS SCHA Dt voort door maat; Groot lertijr te tr« tegen Arabi r AANGIFTE MO ET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Twee wollen greep de van een vader. be- had opgenomen, stond medelijdend ben sche enk» Het matroosje kreeg een geweldigen stoot van den ridder. HU wankelde, maar hy wist #ch nng in bet zadel te houden. „Dat komt,” zei hy tegen den boechgod, „dat ik gewend ben op schommelende schepen te loopen en dan verlies je ook bijna je evenwicht.” van de schuur weer druk over bun plotseling de vlammen |na tegelijk klonk door sekser<ebt stoet voersa, dot tovsas ate m- fleeter dtansc doet. Ziet soa. dot er eea officieel goedgekeerd echtertebt op ew witte spatbord wordt gsateateerd Mat booger doe M on bosea dea geeodS- Het ■en i Verve dóen deel diepe kaam De keer koton xümm hun 1 soo d in Pa BI aade een. KiW verb batt vaar Met I itnp: 15 ca U” Sed< tonde kornet verste netho de Pr En gen bmnei 6a tui Nas der J op gi J938 i Te B meldl van t van» te zang! en de te hoi Na Beriy mark venne een i een v vernu mogei mogei schele 10 hitetue heeft aan Zijn Kerk voor speld. dat wij om Zijnentwille vervol gingen aon moeten verduren. Zalig aft. die vervolging lijden om de Gerechtig- held, wam hunner <a bet Koninkrijk dor Hemelen. Te 1 atnbas hge is vi Staten bindt, gen k ment deur i slag u veronc Duitse den, i sou k „Vooruit met de greep,” riep de boschgod en hij zwaaide met zijn palmtak en bet matroosje, die het wiemetende staartje weer zag, kon zich alweer niet houden van bet lachen. In galop vlogen de twee tegenstanders op elkaar in, de lansen uitgestrekt, gereed den stoot toe te brengen. opera vindt in Italië Iflstorische en kunst zinnige beteekenis hebben. Vele daarvan dank ten hun bloei aan het feit dat, toen Italië nog niet tot een rjjkseenheid gekomen was, ieder staatje zijn eigen hof, zijn eigen societyleven en zijn eigen opera had. Zien wij slechts naar het Teatro San Cario in Napels, dat premières gehad heeft van Rossini, Bellini, Donizetti en Mores dante, het Regio in Turijn (1738), het Teatro Comunale in Bologna (1763), dat als eerste in Italië zijn poorten open zette voor de kunst van Richard Wagner, het Carlo Felice in Genua, bet Teatro Verdi te Triest, de Per gola in Florence, het Teatro Venice te Venetië, het Regio te Parma, het Teatro Alighieri te Rayenna, welke alle op een eerbied waardigen ouderdom mogen terugzien. Van de nieuwere theaters noemen we het Petruzzelll te Barl, het Massimo te Palermo, het Bellini te Catania, alle theaters van den eersten rang, waar schit terende uitvoeringen gegeven worden. De eigenlijke „provincie" wil, wat de opera aangaat, in Italië niet graag bij de groote ste den achterblijven en men heelt daarvoor groote offers over het succes loont echter rykeiyk de moeite. Er zijn theaters te Perugia, Ancona, Brescia. Flume, Trento, Padua, Pesaro, Tre viso, Salerno, Modena, Reggio Emilia, Reggio Calabria. Syracuse, CagUari en vele andere plaatsen. In deze theaters is het speelseizoen weliswaar kort, doch meestal staat het peil der opvoeringen zeer hoog. Cesena en Busseto zijn alles behalve wereldsteden, vooral Busseto niet, maar het is de geboorteplaats van Verdi! No blesse oblige. Het theater van Busseto is wel klein, maar overal bekend. De inwoners zijn geboren musici, maar ook.... critici! Daarom kan men begrijpen dat op dit tooneel de groot ste kunstenaars reeds z(jn opgetreden; toen eenige jaren geleden Verdi herdacht werd, diri geerde Toscanini te Busseto den Falstaff. In de Grieksche theaters van Syracuse en Agrlgentp, en ook op den Palatijn en te Ostla. voert men nu en dan Grieksche treurspelen op, met een omlijsting van voorspelen, koren, dan sen en tusschenspelen van hedendaagsche com ponisten. In de arena van Verona, die Keizer Diocletianus in 290 heeft gebouwd en die 20.000 toeschouwers kan bergen, worden ieder jaar groote opera-uitvoeringen gegeven, die groote gebeurtenissen zijn, waar tallooze vreemdelin gen uit de verste streken naar toe komen. Het is dan ook een fantastisch gebeuren, als onder den zoelen zomerhemel die enorme kuip, die dateert van de eerste eeuwen onzer jaartel ling, gevuld is met een ademloos luisterend publiek van ettelijke tienduizenden, terwijl met de aanwending van de meest moderne en grootsche middelen van kunst en techniek een modelopvoering wordt gegeven van een meester werk der operalitteratuur! In dit verband mogen we ook rfbg wijzen op een instituut, dat is uitgegaan van de fascisti sche organisatie van de Dopolavoro, de zooge- nasunde karren, wagens van Thespis, die van stad tot stad trekken en in de openlucht uit voeringen geven. Men denke echter vooral niet dat zij een soort minderwaardig kermlstooneel geven; het zjjn eersterangs-kunstenaars, die zich beschikbaar stellen voor dit goede doel en hun prestaties verdienen inderdaad ruimschoots den bijval, dien een kunstgevoelig publiek hun alom betoont. Nauw verbonden met net theater en zijn paedagoglsche en artistieke waarde zijn ook de groote concerten. In Italië zijn de concerten, zooals wij ze thans kennen, nog niet van zeer ouden datum. Te Rome waren het Ettore Pl- nelli, Alessandro Vessells en de graaf van San Martino, die de groote concerten hebben inge voerd: Pinelll met de SocletA Orchestrate Ro mans <1874*98), Vessella met de beroemde Banda Comunale, de graaf van San Martino met de Regia Accademia dl Santa Cecilia, welke laatste zich tot een der eerste muziekinstellin gen heeft ontwikkeld. Zy is trouwens ook de oudste muziekacademie ter wereld, zy werd in 1584 door Paus Gregorius XIII opgericht en kan terugzien tot Palestrina toe. Het concertaelzoen duurt van November tot Mei en omvat veertig orkestultvoerlngen en van-alle-kleuren wat kleurachakeerlng gaan gunnen? In den academlschen Senaat der Am- sterdamsche unlversitelt waren al meermalen stemmen opgegaan om de monopolistische po sitie van het zwart bij de ambtsgewaden te breken, wy weten natuurlijk niet, of er in net hooge college lange en gewichtige debatten ge voerd zijn over het voor Nederland toch wel ietwat revolutlonnaire plan, verandering in iets te brengen wat reeds eeuwen lang pal stand had gehouden. wy weten alleen de uitkomst. De verrassende uitkomst: de Rector Magnificus en Zjjn Assessoren namen het besluit tot een verandering, schrokken niet terug voor het breken van het monopolie van het vaderland- sche zwart. In zijn rectorale rede heeft de rec tor van dit jaar, professor Freyda, het volgen de verklaard: „Een revolutie beteekent deze wijziging niet. Slechts zal, overeenkomstig het ontwerp van den kunstenaar Frits Lens veld, het zwart nu iets gebroken zjjn, doordien op de toga’s der hoogleeraren in bescheiden om vang de kleuren van de stad worden aange bracht en van de faculteit, waartoe leder van hen behoort. Het is misschien goed dat men het weet: Pallas Athene, wier beeld hier ach ter mij staat, heeft mij gemachtigd te zeggen, dat de verandering haar volle instemming heeft en dat zy zeer hoopt, dat het de geheele Senaat in het nieuwe ambtsgewaad zal zijn, die straks langs haar optrekt.” Deze woorden werden door het auditorium met zachtaardig vriéndelijk ge lach zooals dit in de aula betameljjk is en gebruikelijk is te doen en voorts zwijgend opgenomen. ,Het zwart zal in de toekomst iets gebroken zijn,” oreerde professor Freyda, na zijn koste lijke verklaring waarschijnlijk toch wel noo- dig tegenover eenige, tegen kleuren oppositio- neele, conservatieve professoren dat „de wij ziging geen revolutie beteekent.” Welke is nu de wijziging? Daar komt het toch pp aan. wy vonden haar als volgt beschreven: „Langs de geheele reven, van den kraag al tot onder aan de toga, zijn breede banden beves tigd in de kleur der faculteit: rood voor de rechtsgeleerden, wit (is geen kleur in den eigen- lyken zin, maar dat deert niet!) voor de god geleerden, groen voor de geneeskundigen, paars voor de wis- en natuurkundigen, blauw voor de letterkundigen en filosofen en geel voor de economen. Voorts zyn op de linkermouw breede biezen opgestikt, die afwisselend de fa- culteitskleuren en de rood-zwarte van Amster dam <met de drie St. Andrieskrulsen uit het stadswapen) dragen. Voor het overige,, bijvoor beeld in baret en bef, zyn geen veranderingen aangebracht.” zijn auto, zijn keurige costuums en laat ww .UI- -8A- Een oogenblïk overlegde Irene met zichzelf. Daarop glimlach te ze, l telefoon, die een klein tafeltje 5 in de huiskamer stond en. sloeg het nummer grootste handwerkzaken op. „U spreekt met mevrouw Manfleld. Heeft ook gebreide jasjes voor heeren?” „Natuurlijk, mevrouw. Van de eenvoudigste tot de duurste uitvoering.” „Goed. Stuurt u my dan maar de beste, die u heeft!" „Welke grootte en in welke kleur, mevrouw?" „Grootte....? Voor een tamelijk gezet heer. En de kleur.... ach, geeft u maar wat man tegenwoordig draagt....” Onder den Kerstboom lag het wollen jasje. Meneer Manfield was geroerd. „Lieve, kleine Irene....” zei hy. „Zooveel werk heb jy voor my, dammen, leeiyken man gehad? Ik weet wat breien beteekent. By eiken steek denkt men aan den man, voor wien men bet maakt. Maar lieveling, verdien ik wel zoo veel liefde? En nog wel mijn lievelingskleur.... ik weet niet, kleintje, hoe ik je moet bedan ken....” En hy kuste de hand van zyn vrouw laag en innig. „Dank je. lieveling!” fluisterde hy. „Dank ja!" „Niets te danken I” zei Irene zacht en schaam de zich voor de tweedemaal e toga’s der hoogleeraren aan de gemeen- I teiyke unlversitelt. te Amsterdam waren -L' tot dusver zwart. Ook de baret was zwart. Alleen de bef was wit. Kleurloos dus. Want noch wit noch zwart zyn kleuren. De profes soren zagen er in ambtsgewaad precies uit als Jelbhafte" dominé’s. Als de stoet van hoogge leerden. voorafgegaan door den pedel (ook al in het zwart), de aula, de sombere, donkere aula in het oude gebouw in de Oudemanhuis- poort, binnentrekt by academische feesten en gelegenheden, dan maakt dit plechtige binnen trekken den indruk van een begrafenisstoet. En als de hoogleeraren in halfrond om den hoogen katheder in hun banken zyn gezeten, dan zou men wanen in de vergadering eener protestant- sche synode terecht gekomen of liever ver dwaald te zyn. De zwarte ambtsdracht ligt dan ook wel in de historische lyn van het sombere Calvinisme. Wellicht ook in de lyn van de oud- Hollandsche, onkreukbare deftigheid, welke geen hoe geringe opzichtigheid ook duldt. Hoe anders is het ambtsgewaad der professoren der bultenlandsche universiteiten. Alles kleur en schittering, wy hebben van deze ambtsdrach- ten kunnen genieten hier lx» Amsterdam by het Jubileum van onze unlversiteft eenige jaren geleden. Van heinde en verre waren professo ren uit alle werelddeelen naar de hoofdstad des Ryks gekomen, om te getuigen van hun eer bied en bewondering voor wat Amsterdam In den loop der eeuwen wrochtte voor de weten schap. In het Concertgebouw werd de groote academische feestzitting gehouden. Alvorens deze begon, werd een optocht der professoren gehouden. Het Stedeiyk Museum was als kleed kamer ingericht. Daar hulden de hooggeleerden der bultenlandsche universiteiten zich in him kleurige gewaden en tooiden zich met de ba retten in alle kleuren van den regenboog. Iedere faculteit toonde eigen kleuren en siersels. Er waren prachtige oude historische costuums te zien. Ryk was alles met goud bestlkt. Scharla kenrood domineerde. Maar ook veel zilver en purper. Van het Stedeiyk Museum trok de stoet, die soms wel even den Indruk maakte van een deftige maskerade, om het IJsclubter- reln naar het Concertgebouw. De bultenlandsche professoren gingen voorop. En toen al die bul tenlandsche kleurigheid en tooi voorby was, volgden twee aan twee de <Amsterdamsche pro fessoren in hun somber, hoewel plechtig zwart. De stoet ging uit als een kaars. In het publiek dachten velen, dat de staart van den stoet wer- keiyk uit predikanten bestond of uit bedienaren van de rechteriyke macht (die trouwens in het buitenland haar dienaren ook niet In het zwart - alléén laat zetelen). Trouwens niet alleen in Amsterdam, maar aan alle landsuniversiteiten en andere hooge- scholen van Nederland is de professorale toga zwart. Komt er thans kentering? Wil ook de vaderlandse!» wetenschap haar bedienaren in dit land van bloemen-ln-de-verscheldenhetd- De gewyzigde ambtsdracht heeft trouwens haar joyeuse entrée in de (by gelegenheid der promotie van H. M. de Koningin tot Doctor in de economische wetenschappen) wat opge knapte aula gedaan. De nieuw benoemde hoogleeraar, prof. dr. J. G. G. Borst, droeg haar dezer dagen by het uitspreken van zyn inau gurale rede. Rigmar bankpapier keek. ,Nee maar....! Och, ik heb het immers altyd wel gedacht, dat Je een eeriyke kerel was! Maar lederen keer, zooals ook mi weer met dien politieagent, dan ben ik bang, dat het ver keerd met jou zal afloopen, Jongen.” Maria lachte; zy was daar heelemaal niet bang voor. Met hun drieën keerden zy naar de smederij terug, en Sigmar deelde onderweg sa U zult *s morgens „kiplekker** "uit bed springen. lederen dag moot Uw lever minstens een liter gaf In Uw Ingewanden doen stroomen. Wanneer dose stroom van gal onvoldoende Is. verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt verstopt. Uw lichaam Is vergtntgd on U bent humeurig, voelt U ellendig on slot alles somber in. De meeste laxeermiddelen xljn slechts lapmiddelen. Vraag vandaag nog aan het Depot Carter’s Products, Afd. A Den Haag een gratis flacon CARTER’S LEVERPILLETJES enUsult bemerken, dat zij de gal weer vrij doen stroomen, aoodat U weer geheel fit Is. OnschadolUk. plantaardig, zacht, onovertroffen om de gal te doen stroomen. Eischt Carter’s Leverpilletjes bij apothekers droflsten, f. 0.75. het dorp liep. Zonder zich te bedenken deed de detective nog eenige passen verder in de rich ting van Sigmar en riep: .Hoogheid! Hoogheid! Het brandt achter u! Woedend keerde Sigmar zich om. Maar tams hy het gevaar bemerkte, trok hy Maria haastig met zich mee. Vanuit het dorp klonken de brandklokken reeds door de avondstilte. „Loop, lieveling, gauw! Hier moet geholpen worden; ik kan niet weg! Kom toch, bange detective! Vlug wat, kerel, help! De heele oogst is hier geborgen. Daar staan de oogstwagen* Vlug dan toch, alles moet er uit, dan kan het vuur niet meer schaden.” „Sigmar! Sigmar!” Maria was buiten zichzelf van angst. Doen Sigmar verdween reeds in de schuur en kort daarop pakte ook de detective mee aan. Bran dend hooi vloog naar bulten. Uit het doro kwamen mannen en vrouwen toegesneld, m«* aan het hoofd de eigenaar van het landgoed. Naast hem de veldwachter en daarachter Michel, met een valschen, hoonenden grijpw* lach op zyn gezicht. Toen de heer Richter Sig mar gewaar werd, wees hy met het gebaar vair een naar hem. „Dat is de brandstichter, veldwachter." De veldwachter had zich juist gebukt ot° *T leege flesch op te rapen, waaraan hy nu rooa- „Petroleum! Ja, brandstichting!” „Onder zyn bed staat een heele fleech. M1r.be! trtnmfeereTMi ,Hy en een vorst!” riep Michel hoonend, en opnieuw stemde de menigte met hem In. „Die andere heeft een zonnesteek! Vlug, de brandweer! Baas Disaelhoff, leg den detective een yzeren band om zyn kop, zyn hersens zyn te groot geworden!" Zoo klonken de grappen van alle kanten. Michel dacht echter alleen aan ayn haat en nu hy merkte, dat Sigmar de lachers aan zyn kant kreeg, sloop hy weg. .Halt, Michel!” riep Sigmar hem na. doch toen zette de knecht het Juist op een loopen. „Wacht maar, wacht maar,” dacht hy, zwaar hygend, „voor niets heb Ik die flesch niet onder Je bed gezet, landlooper.” „Gaat u heen," sprak Sigmar tot zyn schermer. „Wanneer u my nog eens lastig valt, zal ik heel anders met u praten, mynheer de detective." Ondanks deae woorden sloeg de detective op militaire wyze de hakken tegen elkaan en nam diep zyn hoed af. „Toch biyf Ik in Altroda," nam hy zich voor. x jullie?” zoo wendde zich Sigmar nu tot de menigte. „Wat staan jullie daar toch met open mond te kyken? Hebben jullie vroeger nog nooit een menach in Altroda gezien, dien de een voor een circusartist en de ander voor een vorst hield? Nou, hoe zit het? Zyn Jul lie misschien van plan hier te biyven? Of kun nen wy gaan.” Onwillekeurig schoven de menschen achteruit. Benige minuten later trok de heele karavaan weer naar bet dorp tanig, lawaaierig als oen troep zigeuners. spanning onder de menschen bereikte hoogtepunt. Wat zou er nu gaan ge kende als de man, dien hy reeds gisterenavond iaat esa ook vanmorgen in het hotel had ge zien. De haar beuren? Ook amid Disselhoffdie men reeda van alle kanten Mil. Alleen vader Disselhoff was biyven staan. „Wat moet dat nu weer beteekenen? Wat ben jy toch voor een rare kerel? Het heele dorp is om jou ultgeloopen. Schaam Je Je niet? En jy ook niet, Maria?” „Het was een persoonsverwisseling, Wie kan daar nu iets aan doen?" .Jullie kunt nergens iets aan doen! Ook al niet als Je ’s avonds laat tegen de nachtbel leunt. Nee, nee! Maar Ik zeg je: Nu is het uit! Met de vyfdulzend mark is het ook niets ge worden.... Vooruit, jy naar huis Maria!" Een oogenblïk stond Maria verschrokken. Maar ernstig en trotsch klonk haar antwoord: „Ik hoor nu by Sigmar, vader, wy zyn ver loofd, dus wy hooren by elkaar." „O ja? Nou, dan heeft de eene dwaas de andere gevonden. Voor myn part dan! Op die manier hebben jullie ook geen last van eikaars dwaasheid! Kom nu maar mee, en vertel my waar de vijfduizend mark zyn, waar gisteren zoo druk over geboomd werd.” „Hier, aanpakken, baas Disselhoff.” stelde den ouden smid het pakje ter hand, dat deae verbaasd be- -r-r-r eken voor Kerstmis begonnen reeds de W moeliykheden voor Irene. Omstreeks den tyd, dat de Novembermist tot in de. ka mer dringt en chronische verkoudheden niet van de lucht zyn, begon zy reeds te denken: „wat zal ik geven?” Irene was besloten mr. Manfield niets te ge ven. Haar moeder was echter van meenlng, dat mr. Manfleld „een goede party” was en dat het onzin zou zyn als steno-typiste te biyven wer ken, Wanneer het groote geluk slechts op een „Ja" wachtte. Maar Irene was negentien Jaar oud, en als men negentien is, denkt men er niet aan „ja" te zeggen tegen een geluk met een buikje en met een kaal hoofd, en dat, terwyi John Brown’s blonde haren welig op zyn hoog voorhoofd wapperden. John was Jong, even ver liefd als Irene, maar ook even arm. Terwyi mama nog een ouderwetschen droom koesterde (van verstandsverlovingen onder den Kerstboom, besloot Irene, John voor Kerstmis een warm vest te geven. Of nog beter, een wollen jasje. Zelf gebreid. Verleden Jaar had hy het ook al zoo koud ge had in zyn dunne Jas. De juffrouw in den handwerkswlnkel was zeer vriendeiyk en zei dat zes strengen genoeg waren. Dat kwam juist goed uit met het geld. Het breien viel Irene erg moeliyk. zy moest het haastig doen op 1 kantoor gedurende de middagpauze en 's avonds in bed, als haar moe der reeds sliep, want die mocht absoluut niet weten, dat er voor John iets gemaakt werd. De wol zat dlkwyis in de war en de steken vielen vaak van de breipen. Er moesten nog twee stren gen wol gekocht worden. Twee dagen vóór Kerst mis legde Irene aan de juffrouw in de zaak het wollen jasje.ter keuring voor. aan den smid mee, hoe zyn onderhoud met den heer Richter was afgeloopen. „En wou hy het geld niet hebben? Is hy dan getikt? Laat die zoo maar vyfduizend mark zyn neus voorbygaan? Die schurk beeft zeker ook dien moolen detective op Je af gestuurd! Nou, laat hy nou maar niet by my komen. Ik hoef nou myn woorden niet meer te wegen; nou heb Ik de dulten!” Tegen den avond wandelde Sigmar met zyn verloofde de velden In. zy waren overgelukkig, en, slechts denkend asm. elkaar, kwamen zy ook dicht langs de schuur van den heer Richter, zy hadden er natuuriyk geen vermoeden van, dat de detective hen stap voor stap volgde, net zoomin als zy er erg in hadden, dat er plotse ling, als uit den grond gerezen, iemand naast hen opdook. Dat was Michel. Hy had een kleine flesch in de hand, waarin zich een gedeelte van de petroleum bevond uit de groote flesch, die onder Sigmar’s bed stond. Door niets gestoord, wandelde Sigmar en Maria verder, terwyi Michel achter hen om de schuur in sloop. Reeds eenlgen tyd stonden Sigmar en Maria in de schaduw toekomst te praten, tc achter hen oplaaiden, het dorp al de roep: „Brand!” Het geroep was echter nog maar zwak, en drong nog niet tot het verloofde paar door. Maar de detective had het wel gehoord. Hy zag ook de vlammen snel hoeger en booger oplaaien, en.... zag tevens, hoe een man, dien hij *8 middags reeds had gooien In alleryi naar is het een gemeenplaats, te zeggen dat Italië In alle tyden op dichters en denkers een groote aantrekkingskracht heeft uitge oefend. Maar hoe staat het met de musici? In de muziek zyn er niet, zooals In de natuur, schoonheden van een landschep, die zichtbaar •n tastbaar dageiyks voor ons kunnen staan; in de muziek heeft men niet, zooals In de ge schiedkunde en de beeldende kunst, ruines, musea, monumenten, die ook aan leeken een diepen Indruk kunnen geven. De muziek spreekt tot ons door tonen, die vastgelegd worden door een notenschrift, dat talloos veten niet kunnen ontcyferen. zy spreekt tot ons In geluiden, die verwaaien op den wind. En toch is Italië voor muziekbeoefenaars en voor muziekliefhebbers altyd het land van belofte geweest, Italië is het land der muziek, en de rijkdom en de vruchtbaarheid op muzikaal gebied schynt in dit land op een of andere natuurwet te be rusten, want altyd weer vernieuwt zich het muziekleven In onverwiniyk jeugdige kracht. De opera is een Itallaansche schepping, die tn 1645 door Kardinaal Mazarin naar Frankrijk werd overgebracht, zy Is dus reeds byna drie honderd jaren oud en heeft zich, dank zy haar Velen aanpassings- en ontwikkellngsmogeiyk- heden, over de geheele wereld verbreid. In Italië vindt men de opera in kunsttem pels van den eersten rang. Ieder weet wat de Soala van Milaan wil zeggen. De Scala, die men van den Dom af bereikt door de groote Gal leria Vittorio Emanuele, werd in 1788 gebouwd en sy is na het San Carlo In Napels het groot ste operagebouw van heel Italië. Dit typisch Itaüiaansche theater, heeft een wereldreputatie verworven. Het is de hoogste Instantie op het gebied der drsunatische muziek en in het by- eonder van de dramatische zangkunst. Een oordeel, dat het Scalapubliek heeft uitgespro ken, kan als afdoende gelden, en geen kunste naar betreedt zonder een buitengewone emotie daar de planken. De zanger, die hier succes heeft gehad, kan er zeker van zyn dat verder alle deuren voor hem open staan In alle kunst centra van de wereld. Gedenkwaardige eerste opvoeringen hebben In de Scala plaats gehad: Othello en Falstaff van Verdi byvoorbeeld. Onder de dirigenten waren steeds dragers van beroemde namen: wij wyzen slechts op Arturo Toscanini. Rome heeft zyn Teatro Reale dell’ Opera, dat uit het Teatro Costanzl Is voortgekomen, dat in 1880 gebouwd was. Ook hier waren gewich tige premières: in 1890 de CavalleriaRusticana, 1801 Amico Fritz, 1808 Iris, drie meesterwerken van Mascagni; In 1900 de Tosca van Puccini. De nieuwe koninkiyke opera voldoet aan alle etechen, die aan een dergeiyk gebouw gesteld kunnen worden. Inrichting en techniek van het tooneel laten niets te wenschen over, de ruimte voor de toeschouwers ziet er schitterend uit, de acoustlek Is prima. Décors, verlichting, alles is in orde, de kleedkamers en verbiyven voor de zangers, het koor, het orkest, de figuranten en de balletten zyn ruim en geriefeiyk. Bysondere asmdacht t^esteedt mg^aan het orkest, dat bestaat uit louter uitgézodhte krach- - ten. De dirigenten en kapelmeesters genieten niet slechts Europeesche, maar wereldreputatie wy wyzen slechts weer op onsen eeregast van deze dagen: Pietro Mascagni! De prach tige uitvoeringen zyn niet alleen berekend op dgn eersten stand, maar worden ook tegen volksprijsen gegeven. Het seizoen duurt van December tot einde April. Na Milaan en Rome mogen we Florence noe men, waar de opera-ultvoerlngen in het Teatro Comunale weliswaar nog rntet soo’n oude tra ditie hebben, maar In de laatste Jaren toch vsm een beteekenis zyn, die ver over de gren zen van de stad der bloemen en bloem der steden uitgaat. Bulten de symphonleconcerten en den speeltyd in het voorjaar viert men se dert 1933 om de twee Jaar een groot muziek feest, dat bekend is als de muzikale Meimaand van Florence, de Magglo muslcale Fiorentino. Deze instelling is In korten tyd op een zeer hoog peil gekomen. De élite der Internationale muziekwereld, kunstenaars, dirigenten, muziek geleerden en regisseurs zyn er aanwezig, ver scheidene beroemde orkesten werken er aan mee, het programma omvat opera-, concert- en tooneeluitvoeringen en dlkwyis hebben de feesten van deze verrukkeiyke Muzen als achtergrond den Boboll-tuin of de kruisgang van Banta Croce, Ook zyn er in die maand meestal congressen voor musicologen, tentoon stellingen van muziekinstrumenten en een Mmgwedstrijd, kortom: Florence is In die Mei maand één zingende, klinkende, juichende bloemenstad. De liefhebber van de vele theaters, die groote detective aan. Marla, die van angst beefde, had hy nog steeds by de hond. „Wie bent u? En wat wilt u van my?” Sigmar's stem klonk als die van een gebie der. De detective boog byna tot aan den grond en dan antwoordde hy stamelend: ,Jk.... ben.... detective. ,Haha," ging het fluisterend door de menigte. „Daar heb Je het nou, landlooper!" brulde Michel zoo hard hy kon, doch de anderen rie pen om stilte. Sigmar wierp Mlchel een blik toe, die den schreeuwer een koude rilling bezorgde. „U bent detective? En wat wilt u van my?” vroeg Sigmar kort en hard verder. Weer een diepe bulging van den man met „het pistool en de handboeien," hetgeen voor de dorpelingen totaal onbegrypelyk was. ,4k vraag uwe hoogheid nederig om excuus. Maar Ik heb de opdracht, uwe hoogheid, vorst von Wernsteln, nauwkeurig gade te slaan.” Dat sloeg in. Maria staarde haar verloofde ontzet san Smid Disselhoff schudde bet hoofd. De me nigte volhardde in een gespannen zwygen. „Wit wilt u? Wien wilt u nauwkeurig gade slaan?” „Och nee, niet gadeslaan, hoogheid. Wil my, als het u belieft, verontschuldigen. Vorstin von Cherbourg heeft my de ultdrukkeiyke opdracht gegeven, het leven van uwe hoogheid te be- schermen.” ..Beste vriend en beschermengel," begon Slg*- mar to lachen, JS hebt zich leeljjk vergist." ,^eer regelmatig en nauwkeurig hebt u njet gebreid." zei de winkeljuffrouw. .Maar dat hia- dért niét, wy zullen het wel gladstrijken." Met een kloppend hart overhandigde Tiw». aan John het pakje. Of hy merken sou, dat sy de blauwe kleur gekozen had, omdat hy gezegd had dat blauw zyn lievelingskleur öwrf „Keurig!” zèl John. „Werkelyk heel aardig van je. Blauw? Ik heb weliswaar een bruin cos- tuum. snaar dat hindert niet." „Wil Je het niet eens aantrekken?” rroe» Irene schuchter, terwyi ze dacht: hy moet toch zien, met hoeveel liefde ik het gemaakt heb By eiken steek, die viel, heb ik steeds vol liefdé aan hem gedacht. En de twee laatste streng»» wol hebben my veertien dagen lang ’smiddan myn kop koffie gekost.... John was met veel plechtigheid in het jasje gekropen en bekeek -aieh -critisch in den qde- gel. Hy zag, evenals Irene, dat de mouwen t* kort waren, terwyi verder het geheel veel te wiid was. „Men kan de knoopen toch verzetten, niets» vroeg John. „T’Hindert niets. T Is erg aardig van je, hoor! Ja.... die klaar gekochte dingen passen nooit. Maar ik dank je toch hartelyk.” .Klets te danken!” klonk het zacht uit Ire ne's mond en zy schaamde zich. Het volgende jaar kreeg John niets van Irene, die intusschen mevrouw Manfleld geworden was In plaats van kleine, met moeite gespaarde ee- deautjes, kon mevrouw Irene Mansfield met kwistige hand de mooiste Kerstgeschenken uit deden. Doch natuuriyk niet voor John Bro«n. Met haar man maakte zy de lyst voor d« cadeaux op. Voor moeder. Voor vrienden sn kennissen. Voor.het personeel. En twee dagen vóór Kerstmis echoot bet haar ploteellt* te binnen „Lieve help, ik moet myn man toch ook iets geven!” Neen, het had geen sin om veel geld uit te geven. Het was toch eigeniyk zyn geld. En mr Manfleld kocht hetgeen hy wenschte of vsr- langde zelf. Zooals hy zyn huis gekocht had. least zyn knappe, elegante vrouw...-. -- die op i klein tafeltje i S3 De detective week niet van zyn plaats. Hy verheugde zich, als naïeve beginneling in het vak, op de eerste kennismaking met zyn be schermeling O, hy zou het vorstin von Cher bourg wel eens toonen, dat hy wist, hoe hy zich tegenover een echten vorst moest gedragen. De nieuwsgierige menigte drong nog steeds meer naar voren. ,Xet nu op! Nu komt het! Vast, hy heeft de hand al aan zyn pistool! De handboeien beeft hy natuuriyk «1 klaar!" ,M*ba, nu is het uit, landlooper!" schreeuwde Michal, en allen stemden daarmee in. Ontsteld keek do detective om, doch aan ontwijken viel niet meer te denken. Daarom stapte hy op den vont toe, die hem nu her- twintig kamermuziekavonden. Het honderd man sterke orkest brengt leder Jaar in het Augusteo de schoonste ^mphonische meester werken uit het klassieke en het moderne re pertoire ten gehoore. Het koor bestaat uit drie honderd zangers. Het is dus niet te verwonde ren, dat de Accademia dl Santa Cecilia zich aan de grootste en moeiiykste koor- en orkest werken kan wagen en dat leder jaar de be roemdste dirigenten en kunstenaars met dit orkest gasteeren. De groote ruimte van het Augusteo. die 3000 toehoorders kan bevatten, Is by elk concert zoo goed als- uitverkocht. De pryzen zyn zoo gehouden dat een bpzoek voor ieder mogeiyk is. Daardoor beeft het Augusteo Zich onschatbare verdiensten verworven voor de muziekcultuur. Ook laat de Accademia dl Santa Cecilia in de zaal van het Augusteo dik wijls orkesten en koren uit andere steden van Italië en uit het buitenland optreden. Zoo had den de Inwoners van Rome gelegenheid, het orkest te hooren dat Toecanlnl in Amerika diri geerde, verder het Phiyiarmonisch Orkest van New York onder Tospanlnl, het 'orkest Walter Damroach, eveneens uit New York en de Berliner Phllharmónlker onder Wilhelm Furt- wüngler. Groot succes hadden ook het Tsjechisch orkest onder Vaclav Talich, het koor der Heilige Synode uit Peters burg en het Russische staatskoor uit Lenin grad, de Orfeo Ca talk uit Barcelona en de Budai Dalarda uit Budapest. Ook de SocietA Corale Vareslna vierde in het Augusteo ware triomfen. Een der laatste instellingen van de Acca demia dl Santa Cecilia zyn de zomerconcerten, die het orkest van het Augusteo in de Maxen- tlusbasiliek by de Via dell’ Impero geeft. Deze concerten, Waarby de beroemdste Itallaansche dirigenten medewerken, bieden een kunstgenot van den eersten rang. Ook de ligging van de Basilica, de stille avondstond, de stemmings volle omiysting van de cypressen van den Pa- latyn, het Colosseum en de oude kerk van Santa Francesca *Bomana in het maanlicht werken tot het slagen mee. Ook de SocletA Pollfonlca Romana heeft on der leiding van Mgr. Raffaele Caslmlri heer- lyke uitvoeringen gegeven van kerkmuziek, en wat deze laatste betreft, over welk een prach tig stemmenmateriaal beschikken de beroemde koren van de Slstina, de Sessorlana, dé Pao- lina en de Llberiana! Deze koren bestaan slechts uit mannen en knapenstemmen van den dlepsten bas tot; de hoogste sopraan („vod bianche”). Giovanni Pierluigi de Palestrina is de genius van deze muziek. Het Gregoriaansch echter hoort men het schoonst by de monni ken van Sant’ Anselmo en In het Fransche Se minarie by Santa Chlara. Orgelconcerten organiseert 'de Pontificia Scuola Superiore dl Muslca Sacra. Bulten Rome bestaan zeer goede symphonle- orkesten te Milaan (Ente Concert! orchestral! dl Milano, die na het operaselzoen en daarvoor het Scala-orkest symphonie-ultvoeringen doet geven) en te Florence (Stabile Orchestrate Fio rentina) en verder te Palermo, Bologna, Vene tië, Turyn en Napels. De beperkte plaatsruimte verbiedt ons te spreken over de kamermuziek, de harmonlemuziek en de opleiding van musid; de lezer zal echter buiten deze wel reeds den Indruk hebben gekregen dat het muziekleven in Italië nog geheel op de hoogte staat van zyn roemvolle oude traditie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 30