vto&aaL uanden dag De waarheid over Compiègne De avonturen van een verkeersagentje door fritz metzner ...thans krijgt óók 108*^ alleabonné’S f 750- F750-ZZr^: F 250- pinpa's! De vorst maar SKIPPY j smaakt duurder! I I DONDERDAG 17 NOVEMBER 1938 Patrick’s reist incognito F .uwi PER PAK a« wenae wa een i** MB SOM M MB ee» Hier is de cigaret waar U op gewacht hebt: Skippy, de altijd versche! Skippy is inder daad een wonder van een cigaretpittig van smaak en aroma en toch... o zoo zacht- Skippy is namelijk niet alleen op bijzonder vakkundige wijze samengesteld, maar ook in extra sterk staniol verpakt en zoodanig behandeld, dat ze versch is en versch blijft. Maakt U maar eens een pakje open: Het heerlijke aroma van kersversche Ameri- kaansche cigaretten komt U tegemoet! Hoe wij daarin slagen? - Dat kunnen wij niet SLECHTS 5ct L- I ontvettingskuur I AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL verklappenMaar het feit, dat U thans altijd versche cigaretten kunt rooken, zal wel voldoende zijn, om U toekomstig dubbel te laten genieten. 20 voor 15 cent. o f fV Bh g a':-?. in ballingschap naar ons land te begeven. Het tournooi was geëindigd en men keerde terug, terwyi het borstbeeld door Keeete weer naar zyn voetstuk werd gebracht. Michel Was het. Op verzoek van de andere beelden zouden bet verkwireagent.jp en het matroosje in ds laan op een voetstuk gaan staan. Slaven, aoo zwart als ebbenhout, brachten de groote voetstuk ken aan. waarop Keesje en zijn makker plaats zouden nemen. ,4k kom by jou in de buurt," zei bet verkeersagentje tegen het borstbeeld, „dan kan ik weer helpen als je de sportfeesten wilt bywonen." man bora met kluif. m’n groot zal ik toch maar in het wat u beweert te Begin maar. Wie is het, dien ik ge arresteerd heb?” Als i En u u toch iets moet verliezer i hebt t voor t kiezen moet ik weg. Mijn vrouw zal uw dochter wat helpen met haar bagage, dan kan die tegelijk mee." Vader Disselhoff wreef zich in de handen en iel tegen zyn vrouw: „Zie je wel, dat geld kan Ik behouden. Nu komt alles met Sigmar wel in orde. En dat Ik aoo verschrikkelijk tegen Maria ben uitgevaren, neemt zy my niet kwalijk. Maar het was ook voor haar bestwil, dat ik het deed.” Onaangediend betrad de detective van vorstin von Cherbourg het kantoortje van den. veld- wachter. „Bent u daar alweer? Wat wilt u eigenlijk? Hier heb Ik te beslissen, beste vriend.” „Tk wilde u alleen maar vertellen, wien u gis teren hebt gearresteerd, veldwachter. Zoo mak kelijk laat zich een echte misdadiger toch niet pakken. U hebt den verkeerde beet, ik kan dat getuigen.” „Werkelijk? Dan proces-verbaal opnemen, weten, r Toen de Dultsche Keizer op 9 November 191S voor het laatst zijn hoftrein besteeg, om zich in ballingschap naar ons land te begeven, wa ren juist de wapenstilstandsvoorwaarden bekend geworden, die de geallieerde en geassocieerde mogendheden aan den generalissimus Poch ter hand hadden gesteld. Zich begevend naar den restauratiewagen, om te ontbijten, merkte de Keizer op, dat de voorwaarden onaannemelijk waren. Het is mogelijk dat het opperbestuur van het leger, dat hjj zoo juist had verlaten, er eveneens zoo over dacht, maar dit moest rekening houden met de werkelijkheid en droeg de verantwoording. Het accepteerde de enorm zware voorwaarden. En op een wijze, die de wapenstilstandscommissie, welke onder leiding vfcn Eïzberger den zworen gang naar het bosch van Compiègne had moeten maken, op buiten gewone wijze handlcapte. Het telegram, van Spa uit verzonden, was namelijk open en behelsde de woorden, dat de commissie verlichtingen der voorwaarden moest trachten te verkrijgen, maar dat, zoo dit niet was te bereiken, „trotz- denv abeuschliessen wire”. Er zijn over die wapenstllstandshistorie le genden in omloop. Schrijver dezee heeft in -Dat heb ik altijd gezegd," viel smid Dissel hoff in. „Wat mij betreft, laat de menschen maar praten, zy kletsen al jaren, omdat ik veel in „Het Witte Hert” kom. Maar het laat mij «oud. Maar weet u, mevrouw, dit keer was toch de maat vol I Met den naam Warmsteen klopt het ook niet, zeggen zy, en dan nog die portefeuille en zoo....” „Dat zyn geschenken van een famlllelied. Dat is allemaal in orde. En nu geeft u ons Maria “ch mee, nietwaar? Ik zal er wel voorzorgen, dat u in haar plaats een goede vrouw krygt om het huishouden te doen. Is dat goed?” „Voor hoe lang, mevrouw?” „O, niet heel lang. Sigmar krygt wel gauw *®«r een goede betrekking, daar zullen wy voor *>rgen. Daarom is het ook beter, dat Maria zich vertrouwd maakt met de gewoonten en gebrui ken in aristocratische huizen.” ..En mynheer heeft my, door tusschenkomst vzn Sigmar, die vijfduizend mark geleend? Daar ben ik zoo dankbaar voor. Ik was eerst bevreesd, dat dat geld niet eerlyk. «O, o, waar u al met aan twijfelt! Doch nu „Den bent u dus de persoen, die vorst Sigmar von Wemsteln bespionneert, is 1 niet? Ik zou maar oppassen, dat zyne hoogheid u niet be trapt." „Dienst is dienst, mynheer. En mijn opdracht geefster. „Wie Is uw opdrachtgeefster?" viel de graaf hem driftig in de rede. „Vorstin van Cherbourg." .Haha! Bent u by die brandstichting mis schien ook betrokken?” .Maar, mynheer! Ik ben hier juist bezig om zyne hoogheid vry te pleiten. Ik weet toch wie de brandstichter is." „Zóó!” Daarna gaf graaf Hughen alle noodlge inlich tingen en geleidde de veldwachter hem door de dorpsstraat, waar het zwart zag van de men schen, naar het brandspulthuisje. Dé detective gaf den veldwachter een wenk, waarop deze Michel by zich riep. „Kom eens mee, Michel!" Werkelijk bevend van zenuwachtigheid ont sloot de veldwachter het tydeiyk arrestanten- verbiyf. „Wanneer de liefde het wil „Staan de sterren stil..” Uit het huisje klonk Sigmar’s vrooiyke stem. Sprakeloos keek de een den ander aan. Graaf Hughen bekwam het eerst van zyn ver gassing. „Onoverwinnelijk Sigmar!” riep hy. ,Jia, Bervard, goeden morgen! Ben Je ver baasd? Ik heb my voor mijn studie hier in deze cel teruggetrokken.' de Jaren, dat hy te Beriyn verbleef, herhaal- deiyk met Erzberger over de dagen van Com piègne gesproken, toen deze nog minister was en na zyn gedwongen aftreden tijdens het pro ces met Helfferlch. Ook Maximilian Harden en Re them u hebben deselfde zienswijze gehad op grond van hun gesprekken met Erzberger. Bel de genoemde mannen hadden, na de kabtnets- zittlng, waarin was besloten, dat Erzberger de delegatie .naar. Foch zou leiden, een conferen tie met hem in een restaurant aan den Kur- fürstendamm. Erzberger kwam laat. De zitting had lang geduurd. Hy vertoonde niet de minste opwinding en liet zich het’ heele diner, dat Harden en Rathenau reeds hadden aangespro ken, „nachservleren” en at met den grootsten appetlt. Toch was hy inneriyk ten zeerste ont roerd. De hem gegeven opdracht was voor hem een geweldige verrassing. Met hand en tand had hy zich tegen die opdracht geweerd, maar elndeiyk op het eenstemmige aandringen van het kabinet had hy haar aangenomen, in het belang van het ineenstortende ryk. Harden en Rathenau hebben getracht hem te overtui gen, dat de verslagen militairen en de Hohen- zollem (ze waren toen nog niet afgetreden) zelf, den wapenstilstand moesten sluiten, omdat anders het odium, daarvan en later van den vrede op de jonge democratie zou komen te rusten. Dit was juist gezien. Maar de teerling was reeds geworpen. Erzberger vertrokf'naar Spa zyn reis daar heen viel hem even zwaar, zoo niet zwaarder, als de reis, die hy kort tevoren gemaakt had naar Karlsruhe, naar het sterfbed van zyn eenlgen soon, die vaandrig was en vond daar een groote verwarring. Het legerbestuur had een honderd officieren aangewezen, om Erz berger te vergezellen. Deze zag direct het zotte van diéh maatregel in. Hy wist heel goed, dat er niet zou onderhandeld worden, dat er alleen dictaten te accepteeren waren. Hy koos twee hem bekende generaal;, Von Winterfeld en Von Gumpel, en stuurde de rest weg. In drie auto's ging het naar het front. Onderweg reden nog twee auto's in elkaar. Erzberger ontsnapte ternauwernood aan een wissen dood. By de laatste Dultsche loopgraaf werd een witte vlag op den eersten auto gezet en 'n trompetter nam op de treeplank plaats. Een Beiersche soldaat riep vol verbazing: „Waar gaan Jullie naar toe?" Erzberger riep hem toe: Vrede maken!”, waarop de Beier repliceerde: ,,So siehst du aus!" Tengevolge van de autopanne kwam men te laat aan. Een Fransche officier ontving de Dultsche heeren koel, maar correct, zy kregen cognac en een eenvoudig soldatenmaal. Een Franach generaal maakte de zure opmerking, dat in het Fransche leger hoog en laag het zelfde aten (by de Duitschers kregen de offi cieren veel beter eten dan de soldaten). Don werden zy naar een trein geleid, die hen uren lang door de omstreken vervoerde, kris en kras, om tenslotte aan té landen in het bosch van Compiègne (de, Duitschers konden aan eenige hun bekende streken vaststellen, dat zy daar waren). Zondagmorgen wenschte Erzber ger de H. Mis te hooren. Hem werd gezegd, dat dit niet ging. Foch had al MIs gehoord en er werd geen tweede opgedragen. By de ontvangst In den salonwagen van Foch, die thans in het Hotel des Invalides te Parus staat, stelde men zich over en weer voor. Foch had slechts een Engelschen en een Amerikaanschen hoofdof ficier by zich (de Belgen waren niet vertegen woordigd), Erzberger zyn twee generaals. Poch vroeg: „Wat voert de heeren hierheen?" Erz berger antwoordde: „wy komen wapenstilstand sluiten te land, op het water en in de lucht” en vroeg om voorstellen te doen. „Ik heb geen voorstellen te doen!” antwoordde Foch. Hy nam een blad papier, waarop de voorwaarden stonden. De Duitschers konden ze in 73 uur aannemen of verwerpen. De oorlog ging onder- tusschen door. De voorwaarden, die op de Dult sche delegatie 'n verpletterenden indruk maak ten, werden naar Spa en Beriyn overgeaelnd. Ondertusschen kwam het toch nog tot bespre kingen. Erzberger wist nog verschillende ver zachtingen te bewerken, vooral in de ontrul- mlngstermynen. Over de andere voorwaarden werd nog gesproken, toen het bovenvermelde open telegram uit Spa arriveerde. Van onder- handellngen was toen geen sprake meer. Er moest onderteekend worden. De Duitschers deden het weenend. By stukjes en brokjes hoor den ze toen, dat de Keizer gevlucht was, dat revolutie was uitgebroken en <jat Friedrich Ebert kanselier was geworden. Vertraagd kre gen ze ook een telegram van de nieuwe regee- rlng, waarin zy volmacht kregen, de wapen stilstandsvoorwaarden te onderteekenen. Dit telegram had als onderteekening„Relchskanzler Schluss". Fransche officieren 'vroegen, wie deze heer Schluss was. zy hadden nooit van hem gehoerd, zy wisten nameiyk niet, dat de Duit schers „Schluss” Inplaats van „stop” gebruiken. Toen Erzberger In Spa terugkwam, dankte Hindenburg hem uitdrukkeiyk voor wat hy nog had weten te bereiken en vooral voor 't groote offer, dat hy voor het vaderland had gebracht. Erzberger vertrok daarop naar Beriyn, om rapport uit te brengen. Wilde dit althans. Maar heel het verkeer was verstopt door het terug trekkende leger. Na veel moeiten vond hy een locomotief, waarvan de machinist bereid was, hem naar Beriyn te brengen. Op deze locomo tief vertrok hy dan tenslotte. In Beriyn aan gekomen, organiseerde hy met Norke den tegen stand tegen de bolsjewisten. Maanden en maan-, den heeft Erzberger toen op geregelde tyden nog met Foch moeten onderhandelen over de doorvoering van den wapenstilstand Dit ge beurde in het door de Franschen bezette Trier. Erzberger werd by die gelegenheden opgesloten in het hotel „Porta Nigra" en onder gewapend geleide naar den befaamden salonwagen van Foch gebracht. Dit was, om hem te doen beseffen, dat Duitschland volkomen verslagen was en vernederd moest worden. De eischen van Foch werden hoe langer hoe erger. Het dictaat van Versailles was er de bekroning van. Laat ik hier meedeelen, dat we het plan voor Patrick’s ontvettingskuur volledig hebben uit gewerkt. 's Morgens vóór ’t ontbyt gaf ik hem vermageringspillen, t Overige van den dag: groenten, fruit, salade en mager vleesch. Als drank water. Alcohol absoluut niet. Ook moest hy llchameiyk veel beweging nemen en aan sport doen. Hy kreeg een abonnement voor 1 zwembad; drie maal in de week zou hy gaan zwemmen. Irl plaats van te trammen, moest hy loopen. Tot onze onuitsprekeiyke vreugde schikte Patrick zich gelaten in onze wenschen. Hy liep veel, hy zwom en hing zelf z’n kletsnat badpak keurig te drogen op t balcon. Klcgen deed hy niet. „Die kuur maakt je sterk en jeugdig, beste Jongen,” zei m’n moeder. De „beste jongen* zei hierop alleen maar: ja. We waren echter zeer getroffen door z’n moed en kochten hem tot beloonlng en aanmoediging e^n prachtigen, duren vulpen houder. We kwamen nu langzamerhand tot de bevin ding, dat Patrick’s ontvettingskuur een ware hartstocht, een soort manie voor hem werd. In plaats van driemaal in de week, wilde hy nu met alle geweld eiken dag gaan zwemmen. Hy verdubbelde z’n wandeluren van twee tot vier en maakte bovendien 's avonds nog een groote wandeling. „Je man meent het goed, maar overdryft,” die zich hier sinds dagen, nee, elgeniyk al sinds weken, oningeschreven ophoudt." „Die landlooper is vorst Sigmar von Wern- stein." „Wat? Wie? Vorst? Zyn ze dan allemaal gek geworden in Altroda?" „Het heeft er veel van weg. En de schuur Is aangestoken door dien roodharlgen Jongen man, dien ik gisteren al heb gezien. Michel heet hy. Roep hem maar eens.” „Hoe kunt u dat weten?” „Hoe? Heel eenvoudig, ik zag hem zelf weg sluipen. Ondervraagt U hem maar en laat den vorst vry.” De veldwachter was geheel in de war geraakt en begon bang te worden. En tot overmaat van ramp kwam zyn vrouw nu ook nog aankondigen „Bulten staat een zekere graaf Hughen, die Je wil spreken.” „De wrekende gerechtigheid, veldwachter. Ik ga.’ „Och, biyf toch, waarde collega. Het wordteen heksenketel voor my. Doch wacht maar. Richter zal ik krygen, want die heeft my mis leid!” Na deze woorden snelde de veldwachter de deur uit. „Mynheer, tot uw dienst! Wat wenscht U?" Toen de graaf het ambtslokaal binnenkwam, trad de detective met een gewichtig gezicht op hem toe. „Permitteert u, mijnheer, dat ik my aan u voorstel. Ik ben de detective van het Parkhotel, waarin mynheer thans logeert.” Graaf Hughen knikte; bQ begreep. Beken nu jongen, was jy het?" Michel keek de mannen tegenover hem èèn voor èèn aan. Zyn gezicht drukte de grootst mo- geiyke verbazing uit en het duurde lang, eer het zyn gewone brutale uitdrukking weer terug had. Toen wees hy op Sigmar en vroeg nieuwsgierig: „Waarom buigen jullie allemaal voor dien daar?” „Omdat ik zoo goed ryden kan, en ook omdat ik de schuur in brand heb bestoken, Mlchel.' „Zoo. anders nergens om? Ik heb de schuur aangestoken, doch alleen maar omdat Frida Richter het wilde. Dat mag ik echter niet zeg gen.” .Mocht je dat niet zeggen, jongen? Maar je hebt het nu toch gezegd," stelde de veldwachter vast en hy gaf den detective opdracht, aétmid- deliyk den heer Richter en zyn dochter te balen. Toen dezen verschenen, had graaf Hughen den veldwachter aan zyn beloften herinnerd, niet over- „den vorst” te spreken, waarom de veldwachter Sigmar weer gewoon met Warm steen aansprak. Hy had al en toe echter wel moeite met dien vreemden naam. die in Altroda zoo’n slechten klank had gekregen. .Mynheer Richter.” zoo wendde de veldwach ter zich tot den landeigenaar, 4k moet u mee deelen. dat de kwestie van de brandstichting zich heel anders heeft ontwikkeld, dan u wel zoudt denken. Niemand anders heeft de schuur in brand gestoken dan Mlchel, en.... het ge beurde op bevel van uw dochter.” Een oogenblk keek de landeigenaar als ver suft rond, terwijl zyn dochter in snikken uit berstte. (Wordt vervolgd.) K yn man, die landbouwer is in een dorp ft/1 in het zuiden van Ierland, had In den IvX stillen tijd een maand vacantle genomen en zou die grootendeëls by m’n moeder in Du blin doorbrengeh. Na de eerste begroeting zei m’n moeder: „Z’n kop Is mooi." .Neen.” zei m’n man. „Juist z’n kop deugt niét.” jjy dacht dat z'n schoonmoeder t over den bond Castor had. „Ik bedoel jou, Patrick,” verduideiykte myn moeder, ,Je kop is goed, maar de rest.... en fin, Ik bedoel, dat Je te dik geworden bent. *t Wordt hoog tyd, dat je er iets voor gaat doen’; Vanaf dit oogenblik vereenlfjden m’n goede moeder en Ik al onze krachten, om Patrick tot een ontvettingskuur te bewegen. Maar Patrick die op zyn manier een slimmelln^ Is, zei, dat het by hem geên vet was, maar alleen vreeseiyk sterke botten. En of we ook al, stryk en zet, be weerden, dat z’n buik precies op een rond ton netje leek, hy beweerde hardnekkig telkens, dat hy slechts buitengewoon zware beenderen had. wy vrouwen-overdreven altyd, daar waren we vrouwen voor, grinnikte hy sarcastisch; hy had geen bulk, maar een borstkas. .Patrick!" smeekte myn moeder, „bezondig je niet!" Daarop lazen.we hem uit een prospectus een ontvettingskuur voor en wat de gevolgen van vetzucht zyn: eksteroogen, zwakzinnigheid, nier steen, vroege dood en honderd andere ver- schrlkkeiyke dingen. Hy moest een kuur on dergaan. wy besloten om te beginnen, dat hy zich zou laten wegen. Dat was in geen jaren gebeurd; maar m’n man beweerde, dat er geen weegschaal was die deugde. Met allerlei lok- en listmidde- len loodsten we hem een droglstery binnen en kregen hem zóó ver, dat hy z'n schoenen en z’n jas uittrok. Nadat m’n goede moeder hem een flesch echte Black dc White Wiskey beloofd had, en ik een kistje fyne sigaren,-overhandig», de hy me plechtig z’n armband-horloge en be steeg ernstig en vastberaden het schavot, par don, de weegschaal. Z’n zwaarte overtrof al onze verwachtingen. Patrick zei, dat hy wel geweten had, dat er geen weegschaal is die deugt en dat hy ook nog wat klein geld in z’n zak had. In den loop van den avond ging mn moeder een paar boodschappen doen en bracht een keurig In blauw linnen gebonden boekje mee, waarop In gouden drukletters stond: het ge wicht van Patrick je. „Dat is voor Jou, Patrick," zei ze, mei een be- mlnneiyk lachje, ,Jn dit boekje wordt nu elke week je gewichtsvermiaderlng genoteerd." Ik constateerde tot m’n spyt, dat m’n num m’n moeder met geen woord voor dat onwaar deerbaar geschenk bedankte. Offert liever dan een uur Dan uw verd ren levensduur 1 meende m’n verstandige moeder op den tienden dag der kuur. „Loop hem na, Lizzy, en zeg dat hy thuis moet biyven.” Ik rende de deur uit, m’n man achterna. .Patrick!" riep ik, maar hy boorde me niet Me.t z’n badpak onder den arm liep hy tot aan een standplaats voor taxi's. Hy stapte in een dier vervoermiddelen en reed weg. De taxi chauffeurs kenden hem biykbaar allen. „Bedoelt u dien dikken heer?” vroegen ze men; „die rydt eiken dag naar café-restaurant De image. Ik nam een taxi en liet me er ook heenrijden, Patrick zat er al. Maar hy zag me niet, omdat hy met twee andere heeren ging zitten bridgen Alle drie hadden ze groote glazen bier voor zich staan. Ik ging zóó zitten, dat Ik alles kon zien, ronder self gezien te worden. Een minuut of vyt later bracht de kellner ook een erwtensoep worst, en nam z’n badpak in ontvangst en bracht het tien minuten later doornat terug. De hoorde Patrick tot den kellner zeggen: „Als Ik langer biy f, dan maak- Je ’t voor jk weg ga, nog eens goed nat.” De kellner bracht drie nieuwe groote glazen bier en tevens drie reusachtige porties zuurkool met spek. Toen ze dit naar binnen gespeeld hadden, wilden de twee andere heeren naar huls. Ze zelden dat ze bang waren voor hun vrouwen. M’n man lachte hen harteiyk uit. Hy beweerde fier, dat hy baas in huis was. Toen keken de andere heeren m’n man jaloersch en met ontzag aan en bleven. Ze gingen door met bridgen en bier drinken. Patrick presenteerde den kellner een glas bier, klopte hem joviaal op den schouder en zei: „Onze beste James.” Ik betaalde zachtjes m’n koffie en verliet on gemerkt het café-restaurant. Juist toen de drie heeren een afspraak voor den avond maakten. „Hé,” zei m’n man met een zucht van ver lichting, toen hy thuis kwam, „vandaag heb ik een geweldig eind geloopen en vanavond ga ik weer een flinken tippel maken. Als ik deze week niet geducht afgevallen ben, dan weet ik niet wat afvallen is.” Maar nu ontraadden mn moeder en ik hem sterk de kuur verder voort te zetten. Waarop Patrick woedend werd. De kuur voldeed uit stekend, betoogde hy. Moeder en ik hielden echter voet by stuk. We zeiden dat hy nu genoeg ontvet was, en niet te veel van zich zelf mocht vergen. M’n man stoof driftig op en maakte ons uit voor onlogische wezens, die zelf niet wisten wat ze wilden. Nog weken daarna toen we al lang weer thuis waren begon hy telkens weer over die ontvettingskuur, die hy met alle geweld wilde voortzetten. Ik behoef u niet te zeggen, dat daar natuur- iyk niets van kwam. De vrienden schudden elkaar harteiyk de haiid. De eerste vraag van den vorst was: „Waar is Maria? Hoe maakt zy het?” „Alles in orde. Haar vader heeft haar de deur willen uitzetten, doch nu is Edlar by haar. Goed?” „En nu. mynheer de veldwachter?" vroeg Sig mar lachend. De veldwachter sloeg de hakken tegen elkaar, doch toen hy wilde antwoorden, ontdekte Sig mar ook den detective. „Kyk nu toch, daar is myn schaduw zoowaar ook! Zeg my sens, hebt u vannacht misschien ook hier geslapen?" Voor deze iets kon zeggen, begon de veldwachi ter weer te spreken. „Ik vraag uwe hoogheid beleefd excuus,” stot terde de veldwachter. „Een onaangename per soonsverwisseling. maar het was myn plicht." „En ik heb geholpen om alles op te helderen, hoogheid,” haastte zich de detective van vorstin von Cherbourg te zeggen. „Uwe hoogheid is vry!” verkondigde de veld wachter met een stralend gezicht. Doch Sigmar was daarmee niet geheel tevreden. „Ik heb u er gisteren al op attent gemaakt, dat de flesch. die onder het ledikant stond, waarin ik heb geslapen, daar door Mlchel was neergezet. Waarom hebt u toch dat spoor niet gevolgd?” .Maar ik moest toch...." antwoordde de veldwachter verlegen. .JFm. Ik begrijp het al En hebt u nu den waren misdadiger?" „Hoogheid hier staat hy. ,Jk ben de detective van het Parkhotel te Harsburg. Als het u belieft, hier is myn in signe. Ik heb de. speciale opdracht, zyne hoogheid, vorst Sigmar von Wernstein, te bewaken. Myn opdrachtgeefster la de vorstin von Cherbourg. Informeert u maar in het Parkhotel.” ,4a. maar wat heeft de brandstichten nu met een vorst te maken? Hy is toch de landlooper. !i’ JÏ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 35