vto&aaL uanden dag
De waarheid
over
Compiègne
De avonturen van een verkeersagentje
door fritz metzner
...thans krijgt
óók
108*^
alleabonné’S f 750- F750-ZZr^: F 250-
pinpa's!
De vorst
maar SKIPPY j
smaakt duurder! I
I
DONDERDAG 17 NOVEMBER 1938
Patrick’s
reist incognito
F
.uwi
PER PAK
a« wenae wa een i**
MB SOM M MB ee»
Hier is de cigaret waar U op gewacht hebt:
Skippy, de altijd versche! Skippy is inder
daad een wonder van een cigaretpittig
van smaak en aroma en toch... o zoo zacht-
Skippy is namelijk niet alleen op bijzonder
vakkundige wijze samengesteld, maar ook
in extra sterk staniol verpakt en zoodanig
behandeld, dat ze versch is en versch blijft.
Maakt U maar eens een pakje open:
Het heerlijke aroma van kersversche Ameri-
kaansche cigaretten komt U tegemoet! Hoe
wij daarin slagen? - Dat kunnen wij niet
SLECHTS 5ct
L-
I ontvettingskuur I
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
verklappenMaar het feit, dat U thans altijd
versche cigaretten kunt rooken, zal wel
voldoende zijn, om U toekomstig dubbel
te laten genieten. 20 voor 15 cent.
o f
fV
Bh g
a':-?.
in ballingschap naar ons land te begeven.
Het tournooi was geëindigd en men keerde terug, terwyi het
borstbeeld door Keeete weer naar zyn voetstuk werd gebracht.
Michel Was het.
Op verzoek van de andere beelden zouden bet verkwireagent.jp
en het matroosje in ds laan op een voetstuk gaan staan.
Slaven, aoo zwart als ebbenhout, brachten de groote voetstuk
ken aan. waarop Keesje en zijn makker plaats zouden nemen. ,4k
kom by jou in de buurt," zei bet verkeersagentje tegen het
borstbeeld, „dan kan ik weer helpen als je de sportfeesten
wilt bywonen."
man
bora
met
kluif.
m’n
groot
zal ik toch maar in het
wat u beweert te
Begin maar. Wie is het, dien ik ge
arresteerd heb?”
Als i
En u
u toch iets moet verliezer
i hebt t voor t kiezen
moet ik weg. Mijn vrouw zal uw dochter wat
helpen met haar bagage, dan kan die tegelijk
mee."
Vader Disselhoff wreef zich in de handen en
iel tegen zyn vrouw: „Zie je wel, dat geld kan
Ik behouden. Nu komt alles met Sigmar wel
in orde. En dat Ik aoo verschrikkelijk tegen
Maria ben uitgevaren, neemt zy my niet kwalijk.
Maar het was ook voor haar bestwil, dat ik
het deed.”
Onaangediend betrad de detective van vorstin
von Cherbourg het kantoortje van den. veld-
wachter.
„Bent u daar alweer? Wat wilt u eigenlijk?
Hier heb Ik te beslissen, beste vriend.”
„Tk wilde u alleen maar vertellen, wien u gis
teren hebt gearresteerd, veldwachter. Zoo mak
kelijk laat zich een echte misdadiger toch niet
pakken. U hebt den verkeerde beet, ik kan dat
getuigen.”
„Werkelijk? Dan
proces-verbaal opnemen,
weten, r
Toen de Dultsche Keizer op 9 November 191S
voor het laatst zijn hoftrein besteeg, om zich
in ballingschap naar ons land te begeven, wa
ren juist de wapenstilstandsvoorwaarden bekend
geworden, die de geallieerde en geassocieerde
mogendheden aan den generalissimus Poch ter
hand hadden gesteld. Zich begevend naar den
restauratiewagen, om te ontbijten, merkte de
Keizer op, dat de voorwaarden onaannemelijk
waren. Het is mogelijk dat het opperbestuur
van het leger, dat hjj zoo juist had verlaten,
er eveneens zoo over dacht, maar dit moest
rekening houden met de werkelijkheid en droeg
de verantwoording. Het accepteerde de enorm
zware voorwaarden. En op een wijze, die de
wapenstilstandscommissie, welke onder leiding
vfcn Eïzberger den zworen gang naar het bosch
van Compiègne had moeten maken, op buiten
gewone wijze handlcapte. Het telegram, van Spa
uit verzonden, was namelijk open en behelsde
de woorden, dat de commissie verlichtingen
der voorwaarden moest trachten te verkrijgen,
maar dat, zoo dit niet was te bereiken, „trotz-
denv abeuschliessen wire”.
Er zijn over die wapenstllstandshistorie le
genden in omloop. Schrijver dezee heeft in
-Dat heb ik altijd gezegd," viel smid Dissel
hoff in. „Wat mij betreft, laat de menschen
maar praten, zy kletsen al jaren, omdat ik veel
in „Het Witte Hert” kom. Maar het laat mij
«oud. Maar weet u, mevrouw, dit keer was toch
de maat vol I Met den naam Warmsteen klopt het
ook niet, zeggen zy, en dan nog die portefeuille
en zoo....”
„Dat zyn geschenken van een famlllelied. Dat
is allemaal in orde. En nu geeft u ons Maria
“ch mee, nietwaar? Ik zal er wel voorzorgen,
dat u in haar plaats een goede vrouw krygt om
het huishouden te doen. Is dat goed?”
„Voor hoe lang, mevrouw?”
„O, niet heel lang. Sigmar krygt wel gauw
*®«r een goede betrekking, daar zullen wy voor
*>rgen. Daarom is het ook beter, dat Maria zich
vertrouwd maakt met de gewoonten en gebrui
ken in aristocratische huizen.”
..En mynheer heeft my, door tusschenkomst
vzn Sigmar, die vijfduizend mark geleend? Daar
ben ik zoo dankbaar voor. Ik was eerst bevreesd,
dat dat geld niet eerlyk.
«O, o, waar u al met aan twijfelt! Doch nu
„Den bent u dus de persoen, die vorst Sigmar
von Wemsteln bespionneert, is 1 niet? Ik zou
maar oppassen, dat zyne hoogheid u niet be
trapt."
„Dienst is dienst, mynheer. En mijn opdracht
geefster.
„Wie Is uw opdrachtgeefster?" viel de graaf
hem driftig in de rede.
„Vorstin van Cherbourg."
.Haha! Bent u by die brandstichting mis
schien ook betrokken?”
.Maar, mynheer! Ik ben hier juist bezig om
zyne hoogheid vry te pleiten. Ik weet toch wie
de brandstichter is."
„Zóó!”
Daarna gaf graaf Hughen alle noodlge inlich
tingen en geleidde de veldwachter hem door de
dorpsstraat, waar het zwart zag van de men
schen, naar het brandspulthuisje. Dé detective
gaf den veldwachter een wenk, waarop deze
Michel by zich riep.
„Kom eens mee, Michel!"
Werkelijk bevend van zenuwachtigheid ont
sloot de veldwachter het tydeiyk arrestanten-
verbiyf.
„Wanneer de liefde het wil
„Staan de sterren stil..”
Uit het huisje klonk Sigmar’s vrooiyke stem.
Sprakeloos keek de een den ander aan.
Graaf Hughen bekwam het eerst van zyn ver
gassing.
„Onoverwinnelijk Sigmar!” riep hy.
,Jia, Bervard, goeden morgen! Ben Je ver
baasd? Ik heb my voor mijn studie hier in deze
cel teruggetrokken.'
de Jaren, dat hy te Beriyn verbleef, herhaal-
deiyk met Erzberger over de dagen van Com
piègne gesproken, toen deze nog minister was
en na zyn gedwongen aftreden tijdens het pro
ces met Helfferlch. Ook Maximilian Harden en
Re them u hebben deselfde zienswijze gehad op
grond van hun gesprekken met Erzberger. Bel
de genoemde mannen hadden, na de kabtnets-
zittlng, waarin was besloten, dat Erzberger de
delegatie .naar. Foch zou leiden, een conferen
tie met hem in een restaurant aan den Kur-
fürstendamm. Erzberger kwam laat. De zitting
had lang geduurd. Hy vertoonde niet de minste
opwinding en liet zich het’ heele diner, dat
Harden en Rathenau reeds hadden aangespro
ken, „nachservleren” en at met den grootsten
appetlt. Toch was hy inneriyk ten zeerste ont
roerd. De hem gegeven opdracht was voor hem
een geweldige verrassing. Met hand en tand
had hy zich tegen die opdracht geweerd, maar
elndeiyk op het eenstemmige aandringen van
het kabinet had hy haar aangenomen, in het
belang van het ineenstortende ryk. Harden
en Rathenau hebben getracht hem te overtui
gen, dat de verslagen militairen en de Hohen-
zollem (ze waren toen nog niet afgetreden)
zelf, den wapenstilstand moesten sluiten, omdat
anders het odium, daarvan en later van den
vrede op de jonge democratie zou komen te
rusten. Dit was juist gezien. Maar de teerling
was reeds geworpen.
Erzberger vertrokf'naar Spa zyn reis daar
heen viel hem even zwaar, zoo niet zwaarder,
als de reis, die hy kort tevoren gemaakt had
naar Karlsruhe, naar het sterfbed van zyn
eenlgen soon, die vaandrig was en vond daar
een groote verwarring. Het legerbestuur had
een honderd officieren aangewezen, om Erz
berger te vergezellen. Deze zag direct het zotte
van diéh maatregel in. Hy wist heel goed, dat
er niet zou onderhandeld worden, dat er alleen
dictaten te accepteeren waren. Hy koos twee
hem bekende generaal;, Von Winterfeld en
Von Gumpel, en stuurde de rest weg. In drie
auto's ging het naar het front. Onderweg reden
nog twee auto's in elkaar. Erzberger ontsnapte
ternauwernood aan een wissen dood. By de
laatste Dultsche loopgraaf werd een witte vlag
op den eersten auto gezet en 'n trompetter nam
op de treeplank plaats. Een Beiersche soldaat
riep vol verbazing: „Waar gaan Jullie naar
toe?" Erzberger riep hem toe: Vrede maken!”,
waarop de Beier repliceerde: ,,So siehst du aus!"
Tengevolge van de autopanne kwam men te
laat aan. Een Fransche officier ontving de
Dultsche heeren koel, maar correct, zy kregen
cognac en een eenvoudig soldatenmaal. Een
Franach generaal maakte de zure opmerking,
dat in het Fransche leger hoog en laag het
zelfde aten (by de Duitschers kregen de offi
cieren veel beter eten dan de soldaten). Don
werden zy naar een trein geleid, die hen uren
lang door de omstreken vervoerde, kris en
kras, om tenslotte aan té landen in het bosch
van Compiègne (de, Duitschers konden aan
eenige hun bekende streken vaststellen, dat zy
daar waren). Zondagmorgen wenschte Erzber
ger de H. Mis te hooren. Hem werd gezegd, dat
dit niet ging. Foch had al MIs gehoord en er
werd geen tweede opgedragen. By de ontvangst
In den salonwagen van Foch, die thans in het
Hotel des Invalides te Parus staat, stelde men
zich over en weer voor. Foch had slechts een
Engelschen en een Amerikaanschen hoofdof
ficier by zich (de Belgen waren niet vertegen
woordigd), Erzberger zyn twee generaals. Poch
vroeg: „Wat voert de heeren hierheen?" Erz
berger antwoordde: „wy komen wapenstilstand
sluiten te land, op het water en in de lucht”
en vroeg om voorstellen te doen. „Ik heb geen
voorstellen te doen!” antwoordde Foch. Hy
nam een blad papier, waarop de voorwaarden
stonden. De Duitschers konden ze in 73 uur
aannemen of verwerpen. De oorlog ging onder-
tusschen door. De voorwaarden, die op de Dult
sche delegatie 'n verpletterenden indruk maak
ten, werden naar Spa en Beriyn overgeaelnd.
Ondertusschen kwam het toch nog tot bespre
kingen. Erzberger wist nog verschillende ver
zachtingen te bewerken, vooral in de ontrul-
mlngstermynen. Over de andere voorwaarden
werd nog gesproken, toen het bovenvermelde
open telegram uit Spa arriveerde. Van onder-
handellngen was toen geen sprake meer. Er
moest onderteekend worden. De Duitschers
deden het weenend. By stukjes en brokjes hoor
den ze toen, dat de Keizer gevlucht was, dat
revolutie was uitgebroken en <jat Friedrich
Ebert kanselier was geworden. Vertraagd kre
gen ze ook een telegram van de nieuwe regee-
rlng, waarin zy volmacht kregen, de wapen
stilstandsvoorwaarden te onderteekenen. Dit
telegram had als onderteekening„Relchskanzler
Schluss". Fransche officieren 'vroegen, wie deze
heer Schluss was. zy hadden nooit van hem
gehoerd, zy wisten nameiyk niet, dat de Duit
schers „Schluss” Inplaats van „stop” gebruiken.
Toen Erzberger In Spa terugkwam, dankte
Hindenburg hem uitdrukkeiyk voor wat hy nog
had weten te bereiken en vooral voor 't groote
offer, dat hy voor het vaderland had gebracht.
Erzberger vertrok daarop naar Beriyn, om
rapport uit te brengen. Wilde dit althans. Maar
heel het verkeer was verstopt door het terug
trekkende leger. Na veel moeiten vond hy een
locomotief, waarvan de machinist bereid was,
hem naar Beriyn te brengen. Op deze locomo
tief vertrok hy dan tenslotte. In Beriyn aan
gekomen, organiseerde hy met Norke den tegen
stand tegen de bolsjewisten. Maanden en maan-,
den heeft Erzberger toen op geregelde tyden
nog met Foch moeten onderhandelen over de
doorvoering van den wapenstilstand Dit ge
beurde in het door de Franschen bezette Trier.
Erzberger werd by die gelegenheden opgesloten
in het hotel „Porta Nigra" en onder gewapend
geleide naar den befaamden salonwagen van Foch
gebracht. Dit was, om hem te doen beseffen,
dat Duitschland volkomen verslagen was en
vernederd moest worden. De eischen van Foch
werden hoe langer hoe erger. Het dictaat van
Versailles was er de bekroning van.
Laat ik hier meedeelen, dat we het plan voor
Patrick’s ontvettingskuur volledig hebben uit
gewerkt. 's Morgens vóór ’t ontbyt gaf ik hem
vermageringspillen, t Overige van den dag:
groenten, fruit, salade en mager vleesch. Als
drank water. Alcohol absoluut niet. Ook moest
hy llchameiyk veel beweging nemen en aan
sport doen. Hy kreeg een abonnement voor 1
zwembad; drie maal in de week zou hy gaan
zwemmen. Irl plaats van te trammen, moest
hy loopen.
Tot onze onuitsprekeiyke vreugde schikte
Patrick zich gelaten in onze wenschen. Hy liep
veel, hy zwom en hing zelf z’n kletsnat badpak
keurig te drogen op t balcon. Klcgen deed
hy niet.
„Die kuur maakt je sterk en jeugdig, beste
Jongen,” zei m’n moeder.
De „beste jongen* zei hierop alleen maar: ja.
We waren echter zeer getroffen door z’n moed
en kochten hem tot beloonlng en aanmoediging
e^n prachtigen, duren vulpen houder.
We kwamen nu langzamerhand tot de bevin
ding, dat Patrick’s ontvettingskuur een ware
hartstocht, een soort manie voor hem werd. In
plaats van driemaal in de week, wilde hy nu
met alle geweld eiken dag gaan zwemmen. Hy
verdubbelde z’n wandeluren van twee tot vier
en maakte bovendien 's avonds nog een groote
wandeling.
„Je man meent het goed, maar overdryft,”
die zich hier sinds dagen, nee, elgeniyk al
sinds weken, oningeschreven ophoudt."
„Die landlooper is vorst Sigmar von Wern-
stein."
„Wat? Wie? Vorst? Zyn ze dan allemaal
gek geworden in Altroda?"
„Het heeft er veel van weg. En de schuur Is
aangestoken door dien roodharlgen Jongen man,
dien ik gisteren al heb gezien. Michel heet hy.
Roep hem maar eens.”
„Hoe kunt u dat weten?”
„Hoe? Heel eenvoudig, ik zag hem zelf weg
sluipen. Ondervraagt U hem maar en laat den
vorst vry.”
De veldwachter was geheel in de war geraakt
en begon bang te worden. En tot overmaat van
ramp kwam zyn vrouw nu ook nog aankondigen
„Bulten staat een zekere graaf Hughen, die Je
wil spreken.”
„De wrekende gerechtigheid, veldwachter. Ik
ga.’
„Och, biyf toch, waarde collega. Het wordteen
heksenketel voor my. Doch wacht maar.
Richter zal ik krygen, want die heeft my mis
leid!”
Na deze woorden snelde de veldwachter de
deur uit.
„Mynheer, tot uw dienst! Wat wenscht U?"
Toen de graaf het ambtslokaal binnenkwam,
trad de detective met een gewichtig gezicht op
hem toe.
„Permitteert u, mijnheer, dat ik my aan u
voorstel. Ik ben de detective van het Parkhotel,
waarin mynheer thans logeert.”
Graaf Hughen knikte; bQ begreep.
Beken nu jongen, was jy het?"
Michel keek de mannen tegenover hem èèn
voor èèn aan. Zyn gezicht drukte de grootst mo-
geiyke verbazing uit en het duurde lang, eer het
zyn gewone brutale uitdrukking weer terug had.
Toen wees hy op Sigmar en vroeg nieuwsgierig:
„Waarom buigen jullie allemaal voor dien
daar?”
„Omdat ik zoo goed ryden kan, en ook omdat
ik de schuur in brand heb bestoken, Mlchel.'
„Zoo. anders nergens om? Ik heb de schuur
aangestoken, doch alleen maar omdat Frida
Richter het wilde. Dat mag ik echter niet zeg
gen.”
.Mocht je dat niet zeggen, jongen? Maar je
hebt het nu toch gezegd," stelde de veldwachter
vast en hy gaf den detective opdracht, aétmid-
deliyk den heer Richter en zyn dochter te balen.
Toen dezen verschenen, had graaf Hughen
den veldwachter aan zyn beloften herinnerd,
niet over- „den vorst” te spreken, waarom de
veldwachter Sigmar weer gewoon met Warm
steen aansprak. Hy had al en toe echter wel
moeite met dien vreemden naam. die in Altroda
zoo’n slechten klank had gekregen.
.Mynheer Richter.” zoo wendde de veldwach
ter zich tot den landeigenaar, 4k moet u mee
deelen. dat de kwestie van de brandstichting
zich heel anders heeft ontwikkeld, dan u wel
zoudt denken. Niemand anders heeft de schuur
in brand gestoken dan Mlchel, en.... het ge
beurde op bevel van uw dochter.”
Een oogenblk keek de landeigenaar als ver
suft rond, terwijl zyn dochter in snikken uit
berstte. (Wordt vervolgd.)
K yn man, die landbouwer is in een dorp
ft/1 in het zuiden van Ierland, had In den
IvX stillen tijd een maand vacantle genomen
en zou die grootendeëls by m’n moeder in Du
blin doorbrengeh. Na de eerste begroeting zei
m’n moeder:
„Z’n kop Is mooi."
.Neen.” zei m’n man. „Juist z’n kop deugt
niét.”
jjy dacht dat z'n schoonmoeder t over den
bond Castor had.
„Ik bedoel jou, Patrick,” verduideiykte myn
moeder, ,Je kop is goed, maar de rest.... en
fin, Ik bedoel, dat Je te dik geworden bent.
*t Wordt hoog tyd, dat je er iets voor gaat
doen’;
Vanaf dit oogenblik vereenlfjden m’n goede
moeder en Ik al onze krachten, om Patrick tot
een ontvettingskuur te bewegen. Maar Patrick
die op zyn manier een slimmelln^ Is, zei, dat
het by hem geên vet was, maar alleen vreeseiyk
sterke botten. En of we ook al, stryk en zet, be
weerden, dat z’n buik precies op een rond ton
netje leek, hy beweerde hardnekkig telkens, dat
hy slechts buitengewoon zware beenderen had.
wy vrouwen-overdreven altyd, daar waren we
vrouwen voor, grinnikte hy sarcastisch; hy had
geen bulk, maar een borstkas.
.Patrick!" smeekte myn moeder, „bezondig
je niet!"
Daarop lazen.we hem uit een prospectus een
ontvettingskuur voor en wat de gevolgen van
vetzucht zyn: eksteroogen, zwakzinnigheid, nier
steen, vroege dood en honderd andere ver-
schrlkkeiyke dingen. Hy moest een kuur on
dergaan.
wy besloten om te beginnen, dat hy zich zou
laten wegen. Dat was in geen jaren gebeurd;
maar m’n man beweerde, dat er geen weegschaal
was die deugde. Met allerlei lok- en listmidde-
len loodsten we hem een droglstery binnen en
kregen hem zóó ver, dat hy z'n schoenen en
z’n jas uittrok. Nadat m’n goede moeder hem
een flesch echte Black dc White Wiskey beloofd
had, en ik een kistje fyne sigaren,-overhandig»,
de hy me plechtig z’n armband-horloge en be
steeg ernstig en vastberaden het schavot, par
don, de weegschaal. Z’n zwaarte overtrof al
onze verwachtingen. Patrick zei, dat hy wel
geweten had, dat er geen weegschaal is die deugt
en dat hy ook nog wat klein geld in z’n zak had.
In den loop van den avond ging mn moeder
een paar boodschappen doen en bracht een
keurig In blauw linnen gebonden boekje mee,
waarop In gouden drukletters stond: het ge
wicht van Patrick je.
„Dat is voor Jou, Patrick," zei ze, mei een be-
mlnneiyk lachje, ,Jn dit boekje wordt nu elke
week je gewichtsvermiaderlng genoteerd."
Ik constateerde tot m’n spyt, dat m’n num
m’n moeder met geen woord voor dat onwaar
deerbaar geschenk bedankte.
Offert liever dan een uur
Dan uw verd ren levensduur 1
meende m’n verstandige moeder op den tienden
dag der kuur. „Loop hem na, Lizzy, en zeg dat
hy thuis moet biyven.”
Ik rende de deur uit, m’n man achterna.
.Patrick!" riep ik, maar hy boorde me niet
Me.t z’n badpak onder den arm liep hy tot aan
een standplaats voor taxi's. Hy stapte in een
dier vervoermiddelen en reed weg. De taxi
chauffeurs kenden hem biykbaar allen.
„Bedoelt u dien dikken heer?” vroegen ze
men; „die rydt eiken dag naar café-restaurant
De image.
Ik nam een taxi en liet me er ook heenrijden,
Patrick zat er al. Maar hy zag me niet, omdat
hy met twee andere heeren ging zitten bridgen
Alle drie hadden ze groote glazen bier voor
zich staan. Ik ging zóó zitten, dat Ik alles kon
zien, ronder self gezien te worden. Een minuut
of vyt later
bracht de kellner
ook
een
erwtensoep
worst, en
nam z’n badpak
in ontvangst en
bracht het tien minuten later doornat terug.
De hoorde Patrick tot den kellner zeggen:
„Als Ik langer biy f, dan maak- Je ’t voor jk weg
ga, nog eens goed nat.”
De kellner bracht drie nieuwe groote glazen
bier en tevens drie reusachtige porties zuurkool
met spek. Toen ze dit naar binnen gespeeld
hadden, wilden de twee andere heeren naar
huls. Ze zelden dat ze bang waren voor hun
vrouwen. M’n man lachte hen harteiyk uit. Hy
beweerde fier, dat hy baas in huis was. Toen
keken de andere heeren m’n man jaloersch en
met ontzag aan en bleven. Ze gingen door met
bridgen en bier drinken. Patrick presenteerde
den kellner een glas bier, klopte hem joviaal op
den schouder en zei: „Onze beste James.”
Ik betaalde zachtjes m’n koffie en verliet on
gemerkt het café-restaurant. Juist toen de drie
heeren een afspraak voor den avond maakten.
„Hé,” zei m’n man met een zucht van ver
lichting, toen hy thuis kwam, „vandaag heb ik
een geweldig eind geloopen en vanavond ga ik
weer een flinken tippel maken. Als ik deze week
niet geducht afgevallen ben, dan weet ik niet
wat afvallen is.”
Maar nu ontraadden mn moeder en ik hem
sterk de kuur verder voort te zetten. Waarop
Patrick woedend werd. De kuur voldeed uit
stekend, betoogde hy.
Moeder en ik hielden echter voet by stuk. We
zeiden dat hy nu genoeg ontvet was, en niet
te veel van zich zelf mocht vergen.
M’n man stoof driftig op en maakte ons uit
voor onlogische wezens, die zelf niet wisten wat
ze wilden.
Nog weken daarna toen we al lang weer
thuis waren begon hy telkens weer over die
ontvettingskuur, die hy met alle geweld wilde
voortzetten.
Ik behoef u niet te zeggen, dat daar natuur-
iyk niets van kwam.
De vrienden schudden elkaar harteiyk de haiid.
De eerste vraag van den vorst was:
„Waar is Maria? Hoe maakt zy het?”
„Alles in orde. Haar vader heeft haar de deur
willen uitzetten, doch nu is Edlar by haar.
Goed?”
„En nu. mynheer de veldwachter?" vroeg Sig
mar lachend.
De veldwachter sloeg de hakken tegen elkaar,
doch toen hy wilde antwoorden, ontdekte Sig
mar ook den detective.
„Kyk nu toch, daar is myn schaduw zoowaar
ook! Zeg my sens, hebt u vannacht misschien
ook hier geslapen?"
Voor deze iets kon zeggen, begon de veldwachi
ter weer te spreken.
„Ik vraag uwe hoogheid beleefd excuus,” stot
terde de veldwachter. „Een onaangename per
soonsverwisseling. maar het was myn plicht."
„En ik heb geholpen om alles op te helderen,
hoogheid,” haastte zich de detective van vorstin
von Cherbourg te zeggen.
„Uwe hoogheid is vry!” verkondigde de veld
wachter met een stralend gezicht.
Doch Sigmar was daarmee niet geheel tevreden.
„Ik heb u er gisteren al op attent gemaakt,
dat de flesch. die onder het ledikant stond,
waarin ik heb geslapen, daar door Mlchel was
neergezet. Waarom hebt u toch dat spoor niet
gevolgd?”
.Maar ik moest toch...." antwoordde de
veldwachter verlegen.
.JFm. Ik begrijp het al En hebt u nu den
waren misdadiger?"
„Hoogheid hier staat hy.
,Jk ben de detective van het Parkhotel te
Harsburg. Als het u belieft, hier is myn in
signe. Ik heb de. speciale opdracht, zyne
hoogheid, vorst Sigmar von Wernstein, te
bewaken. Myn opdrachtgeefster la de vorstin
von Cherbourg. Informeert u maar in het
Parkhotel.”
,4a. maar wat heeft de brandstichten nu met
een vorst te maken? Hy is toch de landlooper.
!i’
JÏ