D
D
i: w
WILLEM FREDERIK
By deGratieGod’s Prince van Orange en Nassau,
&c. dcc. Ac.
1 A
42.5 JAAR
DANKBARE HERDENKING
H
Proclamatie aan het Nederlandsche Volk
hiHiSsi
dragen niet van Wil-
No-
TER HERDENKING VAN
HET HERSTEL DER
NEDERLANDSCHE
ONAFHANKELIJKHEID
IN DE
NOVEMBERDAGEN
VAN HET JAAR 1813
Honderd v\jf en twintig jaar
1813—1938
Lierzan
van
niet meer dan een bescheiden
bijdrage geven tot de verwerke
lijking van deze idealen in de
wereld.
EXTRA FEESTNUMMER
van de
Vereenigde Katholieke Pers
te Amsterdam
op J7 November 1938
Hierboven: De feestelijke intocht van den zoon van Willem VZijne
Koninklijke Hoogheid Prins Willem Frederik van Oranje-N assau,
op 2 December 1813 te Amsterdam. De stoet op deze prent le zien
op 'het Koningsplein begeeft zich naar het Raadhuis, om daar als
Willem l, Souverein Vorst der Nederlanden, te worden gehuldigd.
na zijn aankomst
blikken koker aan-
Onze gedachten gaan aller
eerst naar de verre Oost en
West, waar Nederland een ko
loniale roeping heeft als geen
ander van de kleinere volken.
Die roeping steeds ijveriger en
steeds consciëntieuzer te ver-
vullen, is een plicht van dank
baarheid voor onze onafhanke
lijkheid en een taak, waardoor
wij haar voor het oordeel der
historie en der Voorzienigheid
waardig zijn.
Dr. L. G. J. Verbeme:
Hoe Gijsbert Karei
Deze taken opnieuw te besef
fen en met vernieuwden wil te
aanvaarden, is de beste vrucht,
dié de blijde herdenking onzer
onafhankelijkheid kan dragen. 1 schap onder
Dat Nederland in de gemeen
schap der volken staat voor
recht en vrede, wordt door nie
mand betwijfeld, maar het kan leiders in den lande waren van oordeel, dat de Prins den titel
Daarnaast staat, in de huidige
volkencrisis, de taak om het
eigene van ons land en ons volk
in eere te houden; dat is op de
eerste plaats: de geestelijke en
zedelijke eigenschappen van
ons volk, zijn aodsdienstzin, zijn
rechtsgevoel, zijn menschlie-
vendheid, zijn trouwhartigheid,
te onderhouden en te cultivee-
ren; op de tweede plaats:
aan al onze landgenooten een
bestaan te verzekeren, dat
aan een Nederlandsch begrip
van menschwaardigheid beant
woordt; en ten derde: ook de
uiterlijke vormen vtnronze na
tionale eigenheid, onze taal,
onze volksgebruiken, ons land-
schap, goed en gaaf te houden.
Nederlanders zoozeer
met ons nationaal gevoel ver
vlochten, dat wij er ons nauwe
lijks rekenschap van geven, dat
het anders zou kunnen zijn. En
wij dateeren die onafhankelijk
heid in ons bewustzijn, door
gaans niet van een-en-een-
kwart, maar van ruim drie
eeuwen hér, alsof haar onder
gang in den Franschen tijd
slechts een korte en onbetee-
kenende onderbreking geweest
is in een ncrtüurlijk bestel.
De tijd, waarin thans de hon-
derdvijfentwintig-jarige herden
king onzer onafhankelijkheid
valt, is echter wèl geschikt om
ons haar waarde duidelijk te
doen beseffen. Vijfentwintig jaar
geleden, toen zij een eeuw
oud was, kon men meenen, dat
onafhankelijkheid, althans in
Europa, een vast goed gewor
den was, een onvervreemdbare
gave van de natuur. Maar nadat
de wereldoorlog een groot aan
tal volken hun onafhankelijkheid
had laten winnen of hèrwinnen
in een jubel van bevrijding, heb
ben wij in de laatste vijf jaren
ook eenige onafhankelijkheden
zien verdwijnen en andere zien|*
krimpen, en wij beseffen nu,
dat onafhankelijkheid geen ge
schenk van de natuur, maar van
de geschiedenis is, een ge
schenk, dat niet onverdiend
wordt gegeven, maar misschien
wel eens onverdiend verloren.
K. Derks S. J.f
De zelfstandigheid der Ne
derlanden Geschiedenis
onzer nationale vrijheid sinds
de zestiende eeuw.
Dankbare herdenking Be
zit en Taak.
n-afhankelijkheid, het
VI Jzf b09rip Is onze zoo-
wel als in andere
talen negatief bepaald, en toch
spreekt het nog levendiger en
sterker dan vrijheid of zelfstan
digheid.
Dat komt ten eerste, omdat de
herinnering aan de afhankelijk
heid vernederende toestand
voor een volwassen volk in
het woord zelf is vervat. Het
o
komt ook van de betrekking tot
de buurvolken, die in het woord
ligt aangeduid, waartusschen
het eigene zijn vrije plaats ixf-
neemt. Maar het is vooral, om
dat dit woord en begrip een
Dr. Anton v. Duinkerken:
gangers op de Verlossing
1813 Hoe de kunst
geknecht werd door de Fran-
sche censuur Vreugde over
haar bevrijding.
moest krijgen van Koning en den naam zou
lem VI maar van Willem 1. Willem aanvaardde den titel van Sou-
vereinen Vorst, regeerend bij de rechten van een Grondwet).
Prof. Mr. A. L. de Block:
De Grondwet van 1814
Een werk van Nederland-
schen oorsprong.
De Plechtige Proclamatie, die de Prins van Oranje
uit Engeland ter bekendmaking aan het volk in een
bood aan Gijsbert Karei Van Hogendorp.
De Prins wil het volk „herstellen in zijn Vorige onafhankelijkheid”
en brengt daartoe de belofte mee van den steun van Engeland. De bal
lingschap der Oranjes wil hij „vergeeven en vergeten”Van nu af aan
zal de koophandel, door Napoleon beknot, herleven en „alle partjj-
ons üoor altoos gebannen zijn”.
e stand van Nederland
tüsschen de naties is
door het getij van een
eeuw heen vrijwel zichzelf ge
lijk gebleven, nadat het konink
rijk kort na zijn ontstaan het
Zuidelijk deel «van zijn gebied
en volk had zien afscheuren. De
wonde is heden gesloten en de
afscheiding kan voor ons natio
naal gevóel, dat niet nationalis
tisch is, op den duur alrf een
vreedzame en misschien vrucht
bare deeling gelden.
Daarna werd in onze buiten-
landsche politiek de onafhan
kelijkheid eerder doel dan mid
del, terwijl toch op enkele mo
menten wij denken aan Zuid
Afrika de fierheid der natie
het licht niet schuwde. Toen na
den grooten oorlog de wereld
politiek vormen scheen te zoe
ken, wgarin het internationaal
rechtsbesef, dat een Neder
landsch goed mag hêeten, zich
zou verwerkelijkerf, heeft ons
land van harte' deelgenomen
aan dat streven, om echter later,
toen die wea tot_ verlies aan
zelfstandigheid zonder winst aan
rechtszekerheid dreigde te voe
ren, in noodzakelijk voorbehoud
eigen veiligheid op den voor
grond te plaatsen.
Beelden uit de November
dagen van 1813.
Dr. G. Gorris S.
De toestand van de Katholie
ken in 1813 Verdrukking
en schijnbare vrijheid De
houding van Willem I.
De souvereine. Vorst,
Prins Willem Frederik van
Oranje Eerste koning van
het vrije Nederland.
es te meer concen-
treèrt zich zijn roeping
op de taak, binnen de
eigen grenzen de talenten, de
eigenschappen en de idealen
van onze natie te verwerkelijken
en vruchtbaar te maken.
Dat daaraan niets meer valt
te doen, zal niemand willen
zeggen.
Hoe Gijsbert Karei van Ho-,
gendorp Nederland bevrijdde
De gebeurtenissen in f’_
vember 18"13.
zelfgeregelde en zelfverant-
woorde bestaan in de maat
schappij beteekent. Zoo staat
ook een onafhankelijk volk met
zijn talenten, zijn werkkracht en
zijn idealen vrij en frank te
midden der anderen, om naar
eigen beginsel en karakter zijn
weg te kiezen en zijn zelfge
kozen taak te vervullen.
Het is een geluk, welks kost
baarheid wij heden meer dan
ooit begrijpen, en voor welks be
houd geen offer te zwaar is.
Zulke offers worden heden dan
ook terecht gevorderd; en zij lig
gen niet alléén óp het terrein der
defensie.
Maar aan elk recht beant
woordt een plicht, aan elk bezit
een bestemming. Ook onze onaf
hankelijkheid is een goed, dat
een taak en een verantwoorde
lijkheid in izich besloten draagt;
zij is niet alleen een bereikt doel,
dat wij tot eiken prijs moeten be
houden, maar zij is zelf ook weer
een middel, dat tot de verwezen
lijking van een hooger doel is
bestemd.
Dat doel is niet anders dan:
de geestelijke, zedelijke en stof
felijke gaven van ons volk, zijn
eigenschappen en idealen te be
waren en te ontwikkelen en
aldus aan onze natie, zoowel op
haar plaats tüsschen de groote
en kleine volken als in het veel
vormige leven binnen haar
grenzen, die gestalte en dien
wandel te geven, waarin het
beste van haar wezen tot zijn
recht komt.
'W1?'
,'.9
et besef der onafhan-
r,
ii.
weerklank hebben in het ge
wone leven van iedereen,
waarin de dag der onafhan
kelijkheid het begin van het
I
NEIIHRIAMO’S! OMABHAMK1EUJIKH1EIO
U.
a
(Bladzijde 2)
(Bladzijde 3)
(Bladzijde "D
■IT
rr iuc/h i,
Souwrein yoat van bet bewjjde Redacted
n
i»
r
jk
le
d.
tn
ie
r
U
Br
a
r-
>t
n
ir
ir
(Bladzijde 1).
a
(Bladsüda
(Naar een prent van T. Koning)
Allen den geenen diedeeze zullen zien ofte hoorenteezen-, Salut: Doen te wee feu:
WAARDE LANDGENOOTEN!!
NA eene scheiding van negentien jaaren, en naa zoo veele rampen, heb Ik
het onuitapreeklyk genoegen dat Ik door Uzelve eenstemmig in Uw midden
worde teruggeroepen. Ziet my hier aangekomen en gereed om, onder den
Goddelyken By stand, U in het genot van Uwe voonge Onaf-hanglykheid
en Welvaart te helpen herstellen. Dit ismyn eenig Doelwit en hel oprech^
en vuurig verlangen van myn hart. Ik kan U de stellige verzeekeering
geeven dat het insgelyks het oogmerk is van de Bondgenooten. Het is in
het byzonder dè Wenscb van Zyne Koninglyke Hoogheid den Prins Regent
van het vereenigd Koningryk van Groot Brittannien en Ierland. Hiervan
zult Gylieden overtuigd worden door de grootmoedige bystand van dat
machtig Ryk, die UL. onmiddelyk staat gegeven te worden, en die de
grondslag zal leggen van de hernieuwing dier oude en naauwe betrekkingen
van Vriendschap en Alliantie die zoo lang het geluk gemaakt hebben van
beiden Staaten Ik ben bereid en heb vastelyk beslooten al het voorledene
te vergeeven en te vergeetèn. Ons gemeen en eenig doeleinde moet zyn
de wonden van ons dierbaar Vaderland te heelcn en hetzelve in zyn voorig
luister en aanzien onder de Volkeren te herstellen. De herleefde Koop
handel zal, zoo ik vertrouwe, een der eerste en onmiddelykste Gevolgen
zyn van myne aankomst. Alle Partyschap moet voor altoos van onderÓn*
gebannen zyn. Geene poogingen zullen van myn kapt, en van die van de
myne, onbeproefd gelaaten worden om Urne Onaf hanglykheid, Uw geluk
en Voorspoed te vèfzeekereu en te bevestigen. Myn Oudste Zoon, die,
onderden onsterflyken Lord Wellington, zich de roem Zyner Voorou
ders niet onwaardig getoond heeft, staat my binnen kort te volgen.
Vereenigd Üdan, Waarde Landgenooten met hart en ziel met My, en
Ons gemeene Vaderland is geredDe oude tyden zullen weldra» herlee-
ven; en Wy zullen aan Onze Kinderen de dierbaare Panden kunnen
overmaaken die Wy van Onze Voorouders ontfangen hebben.
Alitu Gti—* i* NcrtAt’ 1813. n nlgtfmr* tnJtr Mpi iaajtteiniitf t* bygeirvlt Ztgtl.
Wat Get: W. F. Pr. v. ORANGE,
Lagerstond,
Tfr Orimmtit va* Zyt H—fbtid,
Wat Gei: H. FAGEL
(Bladzijde 2)
(Bladzijde 4)
■O
(Bladzijde 4)
U C-
VEREENIGDE KATHOL IEKE PERS
Ü‘.a.
S Ui
J.HUHia Uil
DONDERDAG 17 NOVEMBER 1938
m
^5'
tl
z