Galadiner ter eere van Een hartelijk welkom HM DE KONINGIN SPREEKT TOT HAAR HOOGEN GAST Koning Leopold U krijgt VERSCHE BROODJES I Taptoe in den regentriesten avond II llllllllllll Koning Leopold antwoordt I DINSDAG 22 NOVEMBER 1938 i - tv. Een vrouw wilde gratie vragen Prins Bernhard wachtte te Rotterdam Op het balcon van het paleis slaat Koning Leopold aan de zijde van H. M. de Koningin de menigte op den Dam gade, die in geestdriftige toejuichingen losbarst. „Kleine volkeren voelen nood wendigheid van toenadering en Wederzijdsch hulp betoon” Minister Colyn toegejuicht Met Koninklijken gast naar Amsterdam meegereisd Zjj trachtte een brief in den konink lijken auto te werpen fakkels. Avondstemming in de stad In de groote Burgerzaal van het koninklijk paleis op den Dam heeft H. M. de Koningin Maandagavond een gala-diner aangeboden aan Haar Koninklijken gast. Talrijke genoodigden bewogen zich door de gangen en galerij en er waren het geschitter van uniformen en de kleurigheid van fraaie avondtoiletten, die een feestelijke sfeer schiepen. De kristallen kroonluchters verspreidden uit electri sche gloeilampen een zacht licht, dat duizendvoudig weerkaatste in het zilver en kristal op de met fijn damast bedekte tafels. Aan het hoofd van de tafel nam H. M. de Koningin plaats en aan Haar rechterhand zetelde Z. M. Leopold der Belgen. H. M. de Konin gin sprak tijdens den maaltijd een redevoering uit, welke Koning Leopold met een lange rede beantwoordde. -.■.Mi I3' 1 ViKVOLC or PAGINA 5m -1 linn Hl den a. t- st [n Mevrouw, te A i‘*M te ik I. d te el FS Sl kl Ie te I- te it n. M ie et ■«S Uwe groote de be- i goede vang op evenmin den vieren. I B F I bard, trlx, ut u et p- Terwijl Ik mijn beker bef, wenech Ik Uwe Majesteit, en Prinses Juliana, en Prins Ben en Mijn geliefd petekind Prinses Bea- uit ganscber harte, geluk en goede ge zondheid toe. De taptoe is de Z. M. Koning Leopold beantwoordde de rede van H. M. de Koningin als volgt: In de eerste plaats betuig Ik Uwe Majesteit Mjjn Innigsten dank voor de zoo vleiende woor den die ZIJ tot MjJ heeft gericht Bet onthaal dat Ik van de Nederlandsche be- Nedérland gehecht aan die, tezamen met zin bestuur. Aan grootsche ondernemingen heeft rich Je Nederlandsche techniek beproefd. Daarvan getuigen de volmaaktheid van Uwe wegen en waterstraten, de toerusting van Uwe scheep vaart en de vermetelheid van dat ontzaglijke werk aan de Zuiderzee, waar Uw volk zege vierend een nieuw grondgebied aan den Oceaan betwist. ■_„j vensters de groote kronen In hun heUen lichtschijn schllde- wandverslerselen alsmede de flonke- schlttering van uniformen, «-,«—- Ik drink öp den roem van het Huls van Oranje, op de welvaart en voorspoed van het Nederlandsche volk en op den luister van zijn Overzeesche rijksgebieden. van ont wikkelen, en toenemen in hechtheid en in kracht.' Zoo kon het niet anders of tusschen Neder land en België moest, ofschoon elk zjjn eigen leven wil leiden, een gezindheid ontstaan var werkelijke toenadering. En mogen al tusscber hen belangenverschlllen bestaan bjj nabu ren kan waarlijk niet anders worden ver wacht Ik ken er geene die niet door verge lijk of langs andere wegen des vredes tot op lossing kunnen worden gebracht. Te eerdat moet dat mogelijk zijn, daar er, niet het minst cp het gebied van handel en verkeer, zoovele gemeenschappelijke belangen bestaan, ook te genover een mededingende buitenwereld. Ik hef mijn glas op, Uwer Majesteit ter eere, en wensch tevens dezen dronk te wijden aa..' Haar huls, zoomede aan den voorspoed van een gelukkig België. Koning Leopold begaf zich met den Prins in het rijtuig naar voren, waarvan de deuren wer den gesloten, waarop de trein alweer reed. Het begroeUngsgejulch van het publiek werd haas* zonder overgang een afscheidsgroet. Nog geen twee minuten heeft de trein zich onder de statlonskap bevonden, of hij ver dween weer, verder in de richting Amsterdam nog kon men- niets bespeuren van den ko- ninklijken trein. Dit was voor twee-derde van de nieuwsgierige toeschouwers een groote te leurstelling, want op- dat oogenblik, juist en- kele seconden voordat de salonrljtuigen bin nenreden, schoof er een electrische trein voor, waardoor zij die op het tweede perron ston den, niets meer konden zien Tegen twee uur reed de trein het perron langs en stopte precies vdor de eerste klasse wachtkamer. De Prins was inmiddels naar bulten gekomen en stond gereed om den Ko ning te begroeten. Enkele meters achter hem stond Kapitein de Roo van Alderwerelt. Nauwelijks had de trein stilgehouden ot de treeplank wordt neergelaten en Prins Bernhard stapt in. In het achterste gedeel te van het koninklijke rijtuig bevindt zich een ruim balcon, waar Koning Leopold, vergezeld van zjjn gevolg en den Belgi schen gezant, den Prins opwachtte. Van hét perron uit zagen wij handen schudden en hartelijke begroetingen. Het was niet alles goed te volgen, aangezien de lichten In het rijtuig niet waren ont stoken en er onder de overkapping van het station In den wagen bet gewone half duister heerschte. Om acht uur vond het gala-diner ten hove plaats, doch reeds lang te voren hadden zich enkele honderden menschen aan de achterzijde van het paleis verzameld om getuige te kun nen zjjn van de aankomst der hooge gasten. De Amsterdammers houden van mooie unifor men en zjj kunnen met weldadig aandoend enthousiasme een onbekende begroeten, mits hij maar een steek met pluimen draagt. Er viel hier voor hen dus iets te genieten en daar om wachtten zjj geduldig In den regen, die traag neer sijpelde en hoeden en Jassen doorweezte. Het schouwspel verloor natuurlijk door d? slech te weersomstandigheden lets van zjjn fleurig heid. Maar het bleek toch aantrekkelijk ge noeg om zelfs het hemelwater er voor te trot- r Meren. binnen de afzettingen te houden en zoo waa dat ook het geval aan de achterzijde, waar de auto's der gasten af en aan reden. Voortdurend waren daar de gekolbakte ruiters noodig oen het publiek van den rijweg af te schuiven en slechts enkele malen kregen deze ruiters een kleine adempauze. Dat was als er weer een muziekcorps oprukte, om aan de taptoe te gaan deelnemen. Dan ging de geheele menig te op den loop, om het pe sue eren van de mu zikanten gade te slaan. Zoo was de hoofdstad des rijks op den avond van het bezoek van Koning Leopold. Tegen half acht reden de eerste auto's voor. Militaire autoriteiten stapten uit en begaven zich onmlddellljk naar binnen. De auto's reden tot vlak voor den ingang, zoo- dat men eigenlijk slechts een glimp van de prachtige uniformen te zien kreeg en ook velnig gelegenheid had om hooge personages te herkennen. Dit laatste gebeurde alleen bü zeer populaire figuren als minister- President Coljjn en minister Slotemaker de Bruine. Als altl/d brak ook nu weer een spontaan gejuich los bij het verschijnen van den bejaarden minister-president en 't leek kfcof het publiek deze gelegenheid spontaan wUde benutten om uiting te geven van zjjn diep respect voor den staatsman. Hare Majesteit sprak tijdens den maaltijd de volgende welkomstwoorden tot Koning Leopold: volking mocht ontvangen, is Mij naar bet hart gegaan. Ik aal het met ontroerende erkente lijkheid gedenken, want uitermate dierbaar is Mij de vriendschap van het Nederlandsche volk. Het verheugt Mij, dat Mijn bezoek zoo kort na de jubileumfeesten kon geschieden, die te het aanschijn van de wereld Nederlands ver knochtheid aan zijn vereerde Koningin heb ben bevestigd. Op indrukwekkende wijze is het liefdevol vertrouwen van Uwe onderdanen In het Vor stenhuis gebleken. Hierdoor werd plechtig het helder Inzicht van Uw verheven zending er kend, en met hoop en trots mocht Nederland de geboorte van Prinses Beatrix begroeten. Ik heb meermaals Uw land bezocht. Ik had het voorrecht vele Uwer medeburgers te ont moeten. Bij talrijke gelegenheden heb Ik de geestelijke en moreele deugden van het Neder- landsche volk ondervonden en op prijs gesteld: de vastheid van zijn oordeelkundige nuchter heid, door een zoo liefderijken eerbied voor de natuur gemilderd. Het openbaar leven is m zijn heelen omvang doordrongen van deze persoonlijkheid. Mijn mooiste reizen waren In Nederlandsch- Tndië. Ik heb Uw koloniaal rijk met buitenge wone belangstelling doorkruist. Ik heb Uwe onderlegde beheerders aan het werk gezien en de wetenschappelijke voorlichting bewonderd die hun arbeid bevrucht. Vaak denk Ik aan Mijne beide Indische tochten terug en herzie Ik in gedachten die heerlijke gewesten met de wonderen der schepping bedeeld. Alleen een volk met een hoogstaand kultuur- leven kan een sulkdanig gebied behoorlijk ^beheeren. De Nederlandsche universitelten. met hun onfeilbare wetenschappelijke tradltlën. zjjn een geestelijk sieraad van de beschaafde wereld. Negen Nobelprijzen werden door Hol- landsche geleerden onder de regeering van Uwe Majesteit behaald en hebben Nederlands gezag ver over zijn grenzen uitgebeeld. Uwe schrijven en dichters, zoo nauw met de onze verwant, stonden meermaals aan de spite var. de Europeesche letteren, terwijl Uwe schilden een eereplaats in al de musea hebben ver overd. Maandag. 21 November. Het was half twee op het perron van het Deutsche Poort-statlon. Voor de eerste klas- se-wachtkamer lag een mat uitgespreid, de stationschef en veel spoorwegpersoneel ston den in de buurt. Dit was al genoeg om het publiek nieuwsgierig te doen toestroomen, vooral toen bekend werd, dat de trein waar in Koning Leopold de reis naar Amsterdam maakt, hier moest passeeren. Op het eerste en tweede perron was al spoedig veel publiek, dat echter op een eerbiedigen af stand werd gehouden door Inspecteurs van poli tie en een groot aantal agenten en rechercheurs De hoofdcommissaris van politie, mr. Einthoven» was aanWeaig, evenals de Inspecteur der Neder landsche Spoorwegen In Rotterdam, de heer Hal berstadt. Óm kwart voor twaalf was Prins Bernhard per auto uit Baam vertrok ken, vergezeld van zijn adjudant. Kapitein de Roo van Alderwerelt. Om tien minuten over half twee arriveer de de Prins voor het Delftsche Poort- station, om den koninklijken trein hier af te wachten en met Koning Leopold de reis naar Amsterdam verder te maken. De Prins droeg de uniform van kapitein der grenadiers en had over zijn uniform het lint van het grootkruis der kroonorde van België. De hofauto, waarin Zijne Koninklijke Hoog heid de reis van Soestdjjk naar Rotterdam had gemaakt, reed het perron op en stopte precies voor de eerste klasse-wachtkamer. Hier werd de Prins begroet door den sta tionschef, den heer 8. Lusink. Kh eenlgez oogenblikken nam de Prins in de wachtkamer plaats Het duurde voor het publiek nog vrij lang eer de trein uit het Zuiden aankwam. a Het was reeds vijf minuten voor twee en c Oolljn was de eerste minister, die na de n°oge militaire autoriteiten van land- en zee- ®acht arriveerde. De minister was alleen en U wuifde vriéndelijk naar de menschen, die ..em 200 >Pontaan verwekomden. Na dr. Co- ^?,?Wamen nünlster Van en minister De ^deWpr^c2’n^XlaV“, ^r.^. °n verschijnen, minister Romrne h,.rp'e “it en de ministers Ooseling en Steen- tx Mul kwamcn tezamen in één auto. En het 2*™” wachtte maar en verbaasde zich steeds °Pnleuw over de uniformen met gouden S52?’ de zwierige capes en de beplulmde ste- r- En warmeer er iemand arriveerde, dien men 5 aan rijn uniform niet kon herkennen, dan de écht-Amsterdamsche humor los. Dan - a~* men zelf een naam en een rang voor ^kJ*url»en onbekende. Zoo zag men *n auto- in rood uniform, een autoriteit van be- «Mjke afmetingen, en nauwelijks het t pu- hem ontdekt of de mare ging door de rijen, Ti “Va<lertje Langbeen in zijn Zondagsche jas” was. De marine-commandant kreeg een klaterend PPiaus, omdat men hem „zoo keurig in de vond en ook andere hooce sasten *»den met vrooliJke uitroepen ontvangen. tim tien minuten voor aeht reed de laatste I AUe g“*«h waren present en de “aajtUd ging beginnen. Toen was natuurlijk de digheld er af en langham verwijderden de 2",_ers °m elders iets te zoeken, dat hun beUn8stelHng kim wekken. Sire, Het is Mij een groote vreugde. Uwe Majes teit te dezer plaatse welkom te mogen heeten. Deze woorden sprekend, weet Ik, dat zij de gevoelens vertolken waarmede geheel Neder land, en wel niet alleen In Europa, maar bij zonderlijk ook onder de keerkringen, zich ver heugt over het bezoek _dat Uwe Majesteit Mij beeft willen brengen. Mijn volk acht zich met Ui) gelukkig, zich door Hare komst In staat te zien gesteld, uiting te geven aan zjjn warme waardeering voor de zoo talrijke persoonlijke bewijzen van vriendschap, aan Nederland door Majesteit betoond, alsmede voor de zoo belangstelling In Nederlandsch-Indië. waarvan Zij bij herhaling blijk gaf. In «ie galerijen, die van dfe groote Burgerzaal uit rondom de binnen plaatsen loopen, was het een druk beweeg van gasten in gala-uniformen en feestelijke avondtoiletten. De leden van den ministerraad, van het corps diplomatique en het corps consulaire, de Commissaris der Koningin in Noordholland, de bur gemeester .van Amsterdam, hoog- leeraren en officieren van land- en zeemacht, bevonden zich onder de ruim honderd en twintig genoodig- den. Een militaire kapel bracht muziek ten gehoore. F ramie bloemen prijkten in de vazen van het schit terend tableau francais, dat als tafel- decoratie werd gebruikt. Op den Dam, aan de zijde van den Nleuwen- dijk te Amsterdam heeft zich, toen de Koningin voorbij reed om Koning Leopold te verw«tfk«wnen een klein Incident voorgedaan. Een vrouw uit het publiek drong naar voren op den rijweg en liep, zwaaiende met een brief, dien zjj aan H. M. de Koningin wilde ter hand «teilen, In de richting van den Koninklijken auto. Onmld- delljjk snelden militairen en polltie-agenten toe, die de vrouw vastgrepen. Zjj wierp den brief in de richting van den auto van H. M. de Koningin. Een der agenten van de motor brigade heeft het epistel opgevangen. De vrouw, die in overspannen toestand ver keerde, werd naar den politiepost in het Ko ninklijk Paleis gebracht, waar zU aan een ver hoor werd onderworpen, zij verklaarde, dat zij aan H. M. de Koningin een brief wilde over handigen met een verzoek om gratie voor haar moeder, die In de gevangenis zit. De Koninklijke stoet vervolgde zonder ver traging den tocht naar het Centraal Station. Om tien uur zette de muziek de Braban?onne in. Op dit oogenblik was de Koninklijke Familie met Haar Hoogen Gast voor een der balkonvensters verschenen, terwijl het gezelschap, dat dezen avond in het paleis aanwezig was, voor de aangrenzende deuren en vensters had plaats genomen. Na een korten roffel zette het „Wilt heden nu treden” in, gevolgd o.m. door het „Merck toch hoe sterek”. welke Valeriusliederen in den herfstigen avond bü het licht der flambouwen en in het front van het eeuwenoud paleis met bijzondere plechtigheid .„verkjopken van deze historische plaats. Helmen en koper blonken, de pluimen der schelleboomen wuifden in den nauw merkbaren wind en de regennatte Dam kaatste alle zijden het onrustig licht de en België zjjn gelijkelijk de burgerlijke vrijheden voor orde en goed bestuur, den onvervreemd- baren grondslag vormen van hun staatkundig leven. Voor beide mocht de prijs van moeite en worsteling zjjn een regeeringsvorm die, reke ning houdend met het karakter hun ner samenstellende elementen, ruim te laat voor door eigen kracht ver standig geleiden groei en ontwik keling. De positie, die elk onzer lan den in West-Europa door' natuur lijke ligging en eigen staatkundig in zicht heden ten dage inneemt, ver toont overwegende overeenstemming met die van het andere. Niemands volgeling en niemands belager, zijn beide evenzeer gehecht aan i vordering, waar mogelijk, van internationale verhoudingen. De plechtige Valeriusmuziek werd afgewis seld «foor pittige manchtempi, nu eens schalde luid en vol het gezamenlijk koper met roffels en bekkenslag, dan weer orgelden Ijl de pijpers der marine, roerden de tamboers hun trommen. Tot slot weerklonken de Brabanconne en het Wilhelmus. De deelnemende militaire muziekkorpsen, de Koninklijke Marinekapel, de Koninklijke Mili taire Kapel, alsmede de muziekkorpsen van het vijfde en zesde Regiment Infanterie, de tam boers, pijpers, klaroen-, hoorn- en trompetbla zers, stonden onder leiding van den kapitein dr. C. L Walther Boer. Na de taptoe trokken de vorstelijke personen en de andere hooge gasten, die in het paleis logeeren, zich in hun appartementen terug. De leden van het diplomatieke corps ver trokken deels per auto, deels per trein naar Den Haag. In hotel de l’Europe vereenlgden zich de Ne derlandsche journalisten met hun Belgische collega's aan een diner, gepresideerd door den heer D. Kouwenaar, voorzitter van de Amster- damsche Pers. Aan dit diner zijn over en weer hartelijke toespraken gewisseld. Het kan niet ontkend, dat de onophoudelijk neervallende drensregen het avondlijke feest dat de Hoofdstad ter eere van Z. M. Koning Leopold zou vieren, danig in de war heeft ge stuurd. Maar anderzijds mag evenmin ont kend, dat zij. die zich niet door den regen lieten verhinderen het feest te vieren, aan kwaliteit goedmaakten, wat aan de kwantiteit ontbrak. Zcxxloende liet de feeststemming niets te wenschen over, terwijl de versiering en ver lichting weer veel te bewonderen boden. Wat de versiering betreft, mogen we allereerst een woord wijden aan de cen trale Damversiering, zooals die in het Damplantsoen iz opgesteld en de verbon denheid van het Belgische en Nederland sche volk symboliseert. Dit centrale stuk, een ontwerp van den architect C. Felt- kamp, bestaat uit een groot aantal Bel gische vlaggen, tegen een fond van blau we vlaggen met gouden sterren, de. kleu ren van den Congo en dit geheel is weer aangebracht tegen een achtergrond van Bordeauxrood met gouden zoom, de Bel- gische Koninklijke kleuren. Daarboven stralen vijf lichtbundels omhoog naar den donkeren hemel. Op de hoeken van het plantsoen wapperen bundels Nederland sche vlaggen zooals het geheele mid denstuk badend in floodlight en guir landes van levend groen verbinden* de Nederlandsche met de gecombineerde Bel gische, Congoleesche en konlnflljke kleu ren. In het kunstlicht, tegen den donke ren achtergrond, is het ongetwijfeld een gericht, dat de feestgangers zonder uit zondering weet te boeien. De Amsterdam- sche bevolking, spotziek als immer, vond echter, met het oog op de vele, langzaam afdalende, groene guirlandes, reeds een passenden naam: „het loofhuttenfeest'. Ongeacht den regen was de drukte in het Stadscentrum nog alleszins feestelijk en eigenlijk was de invloed van den regen slechts merkbaar op de opmarschwegen naar en van de woonwij ken, alsmede in de parallelstraten in t centrum, die anders als noodhulp dienen. Op den Dam, waar de groote taptoe zou worden geblazen, was het zoo'n drukte, dat de politie de handen vol had om 't verkeer in goede banen te lelden, terwijl later op den avond de tramlijnen door de Vij zelstraat op de Munt afdraalden en door de Re- gullersdwarsstraat terugreden. Vanzelfsprekend ondergingen de straten bjj den Dam van deze taptoe-drukte den invloed, doch ook op de winkelstraten, die verder van dit punt verwijderd waren, was de feestsfeer nog alles overheerschend. En wat aan het straatbeeld tekort kwam, viel ten deel aan de eafé’s en de bioscopen, die op dezen avond on gekende zaken maakten. De Amsterdammers hadden nu eenmaal voorgenomen feest te vieren en nu de regen de straten onher bergzaam maakte, zochten ze het elders. En natuurlijk hadden de muziekcorpsen die op de diverse pleinen speelden een aanzienlijk gehoor. Weliswaar was dit gehoor kleiner dan het anders geweest zou zijn, maar daarom was het ook zooveel te rustiger, zoodat de ware liefhebber des te meer genoot. Zooals gezegd concentreerde de voor naamste drukte zich op den Dam, waar zich al vroeg in den avond een massa menschen verzamelde. Politie en marechaussee kwamen er laan te pas, om deze menschenmenigte netjes Met den dag voelen de kleine volkeren de noodwendigheid van toenadering en wederzij dech hulpbe toon, willen zij niet in conflicten worden betrokken, waar hun eigen belangen niet mede zijn gemoeid. De angstige dagen die Onze beide volkeren onlangs moesten beleven, hebben de doelmatigheid doen blijken van een politiek, die tegelijk vrede en onafhankelijkheid nastreeft. Nederland, zei Uwe Majesteit, wil zichzelf blijven. Heerlijke en fiere leus, die Neder land allang heeft toegepast en die toeliet dat het ongedeerd de tra gische krisissen kon ontwijken, die zijne naburen geteisterd hebben. De toenadering van kleine staten ver ruimt de sfeer van hun actie en van hun gezag. Een solidaire houding kan den oorlog buiten Onze grenzen weren. Maar, en Uwe Majesteit heeft het op een verheven plan toe gelicht: de vrede om duurzaam te zijn, moet op den grondslag van moreele en geestelijke bewapening worden opgebouwd. In dienst van dit edel ideaal hoop Ik dat de toe nadering en de samenwerking Onze beide natiën zich zullen In den druilerigen Novemberavond groote militaire taptoe op den Dam Maandag een waardig slot geworden van de feestelijke Inkomst van Z.M. Koning Leopold In de hoofd stad des Rijks. Reeds gerulmen tUd voor het uur van aan- stelden de deelnemende militairen zich tp het Dammedaillon op binnen een carré, ge vormd door honderd flambouwdragers. Rond om, achter de afzetting, die reeds vroeg werd geformeerd, verzamelde zich ondanks het on gunstige weer 'n groote mealgte belangstellen den. die genieten wilden van het altoos aan- trekkelUk en feestelUk evenement, dat een taptoe vormt. In afwachting van het oogenblik. dat trom mels en trompetten zich zouden doen hooren, behoefden de duizenden op den Dam zich geen oogenblik te vervelen. Uit tal van vensters straalde het als herboren paleis en tot van ver had men een Inkljk in de zalen, zag men door de glas-ln-lood branden en L. r^)en en ring en schittering van uniformen, overdekt met eereteekenen en uitgelezen avondtollettten. TerzUde van het paleis lichtte het jublleum- raam met zUn teer glanzende kleuren In het avondduister op. --'’.’Si

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 17