Koning Leopold
eere van
Een hartelijk
welkom
hm de koningin spreekt
TOT HAAR HOOGEN GAST
1
II krijg!
VERSCHE BROODJES
■M
f
I
t
I
Taptoe in den regentriesten
avond
DINSDAG 22 NOVEMBER 1938
min
Koning Leopold antwoordt
Prins Bernhard wachtte
te Rotterdam
Een vrouw wilde gratie
vragen
r
„Kleine volkeren Doelen nood
wendigheid Dan toenadering
en iVederzijdsch hulp
betoon’
Zy trachtte een brief in den konink
lijken auto te werpen
Minuter Coljjn toegejuicht
Op het balcon Dan het paleis slaat Koning Leopold aan de zijde üan
H. M. de Koningin de menigte op den Dam gade, die in geestdriftige
toejuichingen losbarst.
Met Koninklijken gast naar
Amsterdam meegereisd
k<>"
ninklijken trein. Dit was voor twee-derde van
de nieuwsgierige toeschouwers een groote te
leurstelling, want op dat oogenblik. Juist en
kele seconden - voordat de salonrjjtuigen bin
nenreden, schoof er een electrlsche trein voor,
waardoor zij die op het tweede perron ston
den, niets meer konden zien.
Avondstemming in de stad
In de groote Burgerzaal van het koninklijk palei» op den Dam heeft
H. M. de Koningin Maandagavond een gala-diner aangeboden
aan Haar Koninklijken gast. Talrijke genoodigden bewogen zich
door de gangen en galerij en er waren het geschitter van uniformen
en de kleurigheid van fraaie avondtoiletten, die een feestelijke
sfeer schiepen. De kristallen kroonluchters verspreidden uit electri-
sche gloeilampen een zacht licht, dat duizendvoudig weerkaatste in
het zilver en kristal op de met fijn damast bedekte tafels. Aan het
hoofd van de tafel nam H. M. de Koningin plaats en aan Haar
rechterhand zetelde Z. M. Leopold der Belgen. H. M. de Konin
gin sprak tijdens den maaltijd een redevoering uit, welke Koning
Leopold met een lange rede beantwoordde.
De taptoe
VIRVOLG OP PAGINA 5BBR
III
in
ten
van
mg
n.
i*t
■ra.
u
op.
da
een
Hare
de
hard,
trlx,
met
der
evenmin
den
vieren.
Ie
1*
»r
ten
den
de
ilet
der
no-
let-
mg
o
le
is
»r
>n-
ren
>n-
ot-
bet
es
m
in
x>r,
!tig
sat
?rs,
tfn,
rdt
en.
•n-
ets
x>k
liet
dit
ter,
dat
het
tjr-
ike
eel
;tal
tal
de
te
ei-
te
er-
Nauweiyks had de trein stilgehouden of
de treeplank wordt neergelaten en Prins
Bernhard stapt in. In het achterste gedeel
te van het koninklijke rijtuig bevindt zich
een ruim balcon, waar Koning Leopold, r
vergezeld van zijn gevolg en den Belgi
schen gezant, den Prins opwachtte.
Van het perron uit sagen wij handen
schudden en hartelijke begroetingen. Het
was niet alles goed te volgen, aangezien
de lichten in het rijtuig niet waren ont
stoken en er onder de overkapping van
het station in den wagen bet gewone half
duister heerschte.
Aan grootacbe ondernemingen heeft rich Je
Nederlandsche techniek beproefd. Daarvan
getuige» de volmaaktheid van Uwe wegen en
waterstraten, de toerusting van Uwe scheep
vaart en de vermetelheid van dat ontzaglijze
werk aan de Zuiderzee, waar Uw volk zege
vierend een nieuw grondgebied aan den Oceaan
betwist.
Z. M. Koning Leopold beantwoordde de rede
van H. M. de Koningin als volgt:
Mevrouw,
In de eerste plaats betuig. Ik Uwe Majesteit
Mijn innigsten dank voor de zoo vleiende woor
den die Zij tot Mij heeft gericht
Het onthaal dat Ik van de Nederlandsche be-
Zoo kon het niet anders of tusschen Neder
land en België moest, ofschoon elk zijn eigen
leven wil leiden, een gezindheid ontstaan van
werkelijke toenadering. En mogen al tusschen
hen belangen verschillen bestaan bij nabu
ren kan waarlijk niet anders worden ver
wacht Ik ken er geene die niet door verge
lijk of langs andere wegen des vredes tot op
lossing kunnen worden gebracht. Te eerdsi
moet dat mogelijk zijn, daar er, niet het minst
op het gebied van handel en verkeer, zoovele
gemeenschappelijke belangen bestaan, ook te
genover een mededingende .buitenwereld.
Ik Ijef mijn glas op, Uwer Majesteit ter eere,
en wensch tevens dezen dronk te wijden aa^
Haar huis, zoomede aan den voorspoed van
ren gelukkig België.
Ik drink op den roem van het Huis van
Oranje, op de welvaart en voorspoed van het
Nederlandsche volk en op den luister van zijn
Overzeesche rijksgebieden.
Tegen half acht reden de eerste auto’s
•oor. Militaire autoriteiten stapten uit en
begaven zich onmiddellijk naar binnen. De
auto’s reden tot vlak voor den ingang, roo
dst men eigenlijk slechts een glimp van de
prachtige uniformen te zien kreeg en ook
•etnig gelegenheid had om hooge personages
*e herkennen. Dit laatste gebeurde alleen
b|j zeer populaire figuren als minister
president Colijn en minister Slotemaker de
Bruine. Als altijd brak ook nu weer een
spontaan gejuich los bij het verschijnen van
den bejaarden minister-president en ’t leek
alsof het publiek deze gelegenheid spontaan
’Hde benutten om uiting te geven van zijn
diep respect voor den staatsman.
Colijn
Op den Dam, aan de zijde van den Nieuwen-
djjk te Amsterdam heeft zich, toen de Koningin
voorbij reed om Koning Leopold te verwelkomen
een klein incident voorgedaan. Ben vrouw uit
het publiek drong naar voren op den rijweg
en liep, zwaaiende met een brief, dien zij aan
H. M. de Koningin wilde ter hand stellen, in»
de richting van den Koninklijken auto. Onmld-
dellijk snelden militairen en polltie-agenten
toe, die de vrouw vastgrepen. Zij wierp den
brief in de richting van den auto van H. M.
de Koningin. Een der agenten van de motor
brigade heeft het epistel opgevangen.
De vrouw, die in overspannen toestand ver
keerde. werd naar den politiepost in het Ko
ninklijk Paleis gebracht, waar zjj aan een ver
hoor werd onderworpen. Zij verklaarde, dat zij
aan H. M. de Koningin een brief wilde over
handigen met een verzoek om gratie voor haar
moeder, die in de gevangenis zit
De Koninklijke stoet vervolgde zonder ver
traging den tocht naar het Centraal Station.
Koning Leopold begaf zich met den Prins in
het rijtuig naar voren, waarvan de deuren wer
den gesloten, waarop de trein alweer reed. Het
begroetingsgejuich van het publiek werd haast
zonder overgang een afscheidsgroet.
Nog geen twee minuten heeft de trein zich
onder de stationskap bevonden, of hij ver
dween weer, verder in de richting Amsterdam.
Om acht uur vond het gala-diner ten hove
plaats, doch reeds lang te voren hadden zich
enkele honderden menschen aan de achterzijde
van het paleis verzameld om getuige te kun
nen zjjn van de aankomst der hooge gasten.
De Amsterdammers houden van mooie unifor
men en zij kunnen met weldadig aandoend
enthousiasme een onbekende begroeten, mits
bil maar een steek met pluimen draagt. Er
viel hier voor hen dus Iets te genieten en daar
om wachtten zij geduldig in den regan, die traag
neer sijpelde en hoeden en jassen doorweezte.
Het schouwspel verloor natuurlijk door d’ slech
te weersomstandigheden iets van zijn fleurig
heid. Maar het bleek toch aantrekkelijk ge-
boeg om zelfs het hemelwater er voor te trot
seren.
Maandag. 21 November.
Het was half twee op het perron van het
Deutsche Poort-statlon. Voor de eerste klas-
se-wachtkamer lag een mat uitgespreid, de
stationschef en veel spoorwegpersoneel stol
den in de buurt. Dit was al genoeg om hél
publiek nieuwsgierig te doen toestroosnerif-
vooral toen bekend werd, dat de trein waar
in Koning Leopold de reis naar Amsterdam
maakt, hier moest passeeren.
Op het eerste en tweede perron was al spoedig
veel publiek, dat echter op een eerbiedigen af
stand werd gehouden door Inspecteurs van poli
tie en een groot aantal agenten en rechercheurs.
De hoofdcommissaris van politie, mr. Elnthoven,
was wan weeïg evenals de inspecteur der Neder
landsche Spoorwegen in Rotterdam, de heer Hal
berstadt.
Tégen twee uur reed de trein het perron
langs en stopte precies voor de eerste klasse
wachtkamer. De Prins was inmiddels naar
buiten gekomen en stond gereed om den Ko
ning te begroeten.
Enkele meters achter tfem stond Kapitein
de Roo van Alderwere't
Sire,
Het is Mij een groote vreugde. Uwe Majes
teit te dezer plaatse welkom te mogen heeten.
Deze woorden spreken^, weet Ik, dat zjj de
gevoelens vertolken waarmede geheel Neder
land, en wel niet alleen in Europa, maar bij
zonderlijk ook eadér de keerkringen, zich ver
heugt over het bezoek dat Uwe Majesteit Ml)
heeft willen brengen. Mijn volk ackt zich met
MU gelukkig, zich door Hare komst in staat te
zien gesteld, uiting te geven aan zijn wafme
waardeering voor de zoo talrijke persoonlijke
bewijzen van vriendschap, aan Nederland door
Uwe Majesteit betoond, alsmede voor de zoo
groote belangstelling in Nederlandsch-Indië.
waarvan Zij bjj herhaling blijk gaf.
Majesteit sprak tijdens den maaltijd
volgende welkomstwoorden tot Koning
Leopold:
binnen de afzettingen te houden en zoo was
dat ook het geval aan de achterzijde, waar de
auto’s der gasten af en aan reden. Voortdurend
waren daar de gekolbakte ruiters noodig cm
het publiek van den rijweg af te schuiven en
slechts enkele malen kregen deze ruiters een
kleine adempauze. Dat was als er weer een
muziekcorps oprukte, om aan de taptoe te
gaan deelnemen. Dan ging de geheele menig
te op den loop, om het passeeren van de mu
zikanten gade te slaan.
Zoo was de hoofdstad des rijks op den avond
van het bezoek van Koning Leopold.
Met den dag voelen de kleine
volkeren de noodwendigheid van
toenadering en wederzij dach hulpbe
toon. willen zjj niet in conflicten
worden betrokken, waar hun eigen
belangen niet mede zijn gemoeid.
De angstige dagen die Onze beide
volkeren onlangs moesten beleven,
hebben de doelmatigheid doen
blijken van een politiek, die tegelijk
vrede en onafhankelijkheid nastreeft.
Nederland, zei Uwe Majesteit, wil
zichzelf blijven.
Heerlijke en fiere leus, die Neder
land allang heeft toegepast en die
toeliet dat het ongedeerd de tra
gische krisissen kon ontwijken, die
zijne naburen geteisterd hebben. De
toenadering van kleine staten ver
ruimt de sfeer van hun actie en van
hun gezag. Een solidaire houding kan
den oorlog buiten Onze grenzen
weren. Maar, en Uwe Majesteit
heeft het op een verheven plan toe
gelicht: de vrede om duurzaam te
zjjn, moet op den grondslag van
moreele en geestelijke bewapening
worden opgebouwd. In dienst van
dit edel ideaal hoop Ik dat de toe
nadering en de samenwerking van
Onze beide natiën zich zullen ont
wikkelen, en toenemen in hechtheid
en in kracht.
vol king mocht ontvangen, is Mij naar bet hart
gegaan. Ik zal het met ontroerende erkente
lijkheid gedenken, want uitermate dierbaar is
MIJ de vriendschap van het Nederlandsche
volk.
Het verheugt Mij, dat Mijn bezoek zoo kort
na de jubileumfeesten kon geschieden, die ta
het aanschijn van de wereld Nederlands ver
knochtheid aan zijn vereerde Koningin heb
ben bevestigd.
Op indrukwekkende wijze is het Uefdevoi
vertrouwen van Uwe onderdanen in het Vor
stenhuis gebleken. Hierdoor werd plechtig het
helder inzicht van Uw verheven zending er
kend, en met hoop en trots mocht Nederland
de geboorte van Prinses Beatrix begroeten.
Ik heb meermaals Uw land bezocht. Ik had
bet voorrecht vele Uwer medeburgers te ont
moeten. Bij talrijke gelegenheden heb Ik de
geestelijke en moreele deugden van het Neder
landsche volk ondervonden en op prijs gesteld:
de vastheid van zijn oordeelkundige nuchter
heid. door een zoo liefderijken eerbied voor
de natuur gemilderd. Het openbaar leven is
in zijn heelen omvang doordrongen van deze
persoonlijkheid.
Mijn mooiste reizen waren in Nederlandsch-
Indië. Ik heb UW koloniaal rijk met buitenge
wone belangstelling doorkruist. Ik heb Uwe
onderlegde beheerders aan het werk gezien en
de wetenschappelijke voorlichting bewonderd
die hun arbeid bevrucht. Vaak denk Ik aan
Mijne beide Indische tochten terug en herzie
De in gedachten die heerlijke gewesten met de
wonderen der schepping bedeeld.
Alleen een volk met- een hopgstaand kyltuur-
leven kan een zulkdanig gebied behoorlijk
beheeren. De Nederlandsche universiteiten.
met hun onfeilbare wetenschappelijke traditiën.
zijn een geestelijk sieraad van de beschaafde
wereld. Negen Nobelprijzen werden door Hol-
iandsche geleerden onder de regeerlng van
Uwe Majesteit behaald en hebben Nederlands
gezag ver over zijn grenzen uitgebreid. Uwe
schrijven en dichten, zoo nauw met de onze
verwant, stonden meermaals aan de spits van
de Europeesche letteren, terwijl Uwe schilders
een eereplaats in al de musea hebben ver
overd.
Om kwart voor twaalf was Prins
Bernhard per auto uit Baarn vertrok-
aken, vergezeld va» zijn adjudant,
^Kapitein de Roo van Alderwerdt. Om
%en minuten over half twee arriveer
de de Prins voor het Delftache Poort-
station, om den koninklijken trein
hier af te wachten en met Koning
Leopold de reis naar Amsterdam
verder te maken.
De Prins droeg de uniform van kapitein der
grenadiers en had over zijn uniform het lint
van het grootkruis der kroonorde van Felgië.
De hofauto, waarin Zijne Koninklijke Hoog
heid de reis van Soestdljk naar Rotterdam had
gemaakt, reed het perron op en stopte precies
voor de eerste klasse-wachtkamer.
Hier werd de Prins begroet door den sta
tionschef, den heer S. Lusink. Na eenige
oogenblikken nam de Prins m de wachtkamer
plaat#
Het duurde voor het publiek nog vrij lang
eer de trein uit bet Zuiden aankwam.
Het was reeds vijf minuten voor twee
nog kon men niets bespeuren van' den
Colijn was de eerste minister, die na de
nooge militaire autoriteiten van land- en zee-
krrlveerde. De minister was alleen ,en
“11 wuifde vriendelijk naar de menschen, die
I.*®. spontaan verwekomden. Na dr. Co-
an'en minister Van Dijk en minister De
Men zag den commissaris van de Ko-
10 provincie Noordholland, mr. A.
RöeU. verschijnen, minister Romme
nit en de ministers Geseling en Steen-
dumi t kwamen tezamen in één auto. En het
Lj tek wachtte maar en verbaasde zich steeds
opnieuw over de uniformen met gouden
de zwierige capes en de beplulmde ste-
wanneer er iemand arriveerde, dien men
s aan zijn uniform niet kon herkennen, dan
echt"Amsterdanlsche humor los. Dan
“eoscht men zelf een naam en een rang voor
kleurlgen onbekende. Zoo zag men "n auto-
han»-«k r°°d üüHonn- een autoriteit van be-
‘‘OOhUke afmetingen, en nauwelijks het t pu-
““ez hem ontdekt of de mare ging door de rtfen,
„Vadertje Langbeen in zijn Zondagsche Jas”
•eernveerd was.
De marine-commandant kreeg een klaterend
men hem ,^00 keurig in de
Z~"en" VO*»<1 en ook andere hooge gasten
den met vroolijke uitroepen ontvangen.
«en minuten voor acht reed de laatste
’wi «an. Alle gasten waren present en de
Ud «iüs beginnen. Toen was natuurlijk de
JZj~*held af en langzaam verwijderden de
Mch om elders iets te zoeken, dat hun
Om’tien uur zette de muziek de
Braban^onne in. Óp dit oogenblik
was de Koninklijke Familie
Haar Hoogen Gast voor een
balkonvensters verschenen, terwijl
het gezelschap, dat dezen avond in
het paleis aanwezig was, voor de
aangrenzende deuren en vensters
had plaats genomen. Na een korten
roffel zette het „Wilt heden nu
treden” in, gevolgd o.m. door het
Merck toch hoe sterek welke
Valeriusliederen in den herfstigen
avond bij het licht der flambouwen
en in het front van het eeuwenoud
paleis met bijzondere plechtigheid
verklonken van deze historische
plaats. Helmen en koper blonken, de
pluimen der schelleboomen wuifden
in den nauw merkbaren wind en de
regennatte Dam kaatste van alle
zijden het onrustig licht van de
In de galerijen, die van de groote
Burgerzaal uit rondom de binnen
plaatsen loopen, was het een druk
beweeg van gasten in gala-uniformen
en feestelijke avondtoiletten. De
leden van den ministerraad, van het
corps diplomatique en het corps
consulaire, de Commissaris der
Koningin in Noordholland, de bur
gemeester van Amsterdam, hoog-
leeraren en officieren van land- en
Zeemacht, bevonden zich onder de
ruim honderd en twintig genoodig-
den. Een militaire kapel bracht
muziek ten gehoore' Fraaie bloemen
prijkten in de vazen van het schit
terend tableau francais, dat ala tafel-
decoratie werd gebruikt.
Nederland en België zjjn gelijkelijk
gehecht aan de burgerlijke vrijheden
die, tezamen met zin voor orde en
goed bestuur, den 'on vervreemd
baren grondslag vormen van hun
staatkundig leven. Voor-beide mocht
de prijs van moeite en worsteling
zijn een regeeringsvorm die, reke
ning houdend met het karakter hun
ner samenstellende elementen, ruim
te laat voor door eigen kracht ver
standig geleiden groéi en ontwik
keling. De positie, die elk onzer lan
den in West-Europa door natuur
lijke ligging en eigen staatkundig in
zicht heden ten dage inneemt, ver
toont overwegende overeenstemming
met die van het andere. Niemands
volgeling en niemands belager, zij»
beide evenzeer gehecht aan de be
vordering, waar mogeljjk, van goede
internationale verhoudingen.
Terwijl Ik mijn beker hef, wensch Ik Uwe
Majesteit, en Prinses Juliana, en Prins Berg
en Mijn geliefd petekind Prinses Bea-
uit ganscher hsrte, geluk en goede ge-
zondheiu toe.
De plechtige Valerlusmuziek werd afgewls-
seld door pittige marschtempi, nu eens schalde
luid en vol het gezamenlijk koper met roffels
en bekkenslag, dan weer orgelden ijl de pijpers
der marine, roerden de tamboers hun trommen.
Tot slot weerklonken de Brabanconne en het
Wilhelmus.
De deelnemende militaire muziekkorpsen, de
Koninklijke Marinekapel, de Koninklijke Mili
taire Kai>el, alsmede de muziekkorpsen van het
vjjfde en zesde Regiment Infanterie, de tam
boers, pijpers, klaroen-, hoorn- en trompetbla
zers, stonden onder leiding van den kapitein
dr. C. L. Walther Boer.
Na de taptoe trokken de vorstelijke personen
en de andere hooge gasten, die in het paleis
logeeren, zich in hun appartementen terug.
De leden van het diplomatieke corps ver
trokken deels per auto, deels per trein naar
Den Haag.
In hotel de ITEurope vereenigden zich de Ne
derlandsche Journalisten met hun Belgische
collega's aan een diner,gepresideerd door den
heer D. Kouwenaar, voorzitter van de Amster-
damsche Pers. Aan dit diner zijn over en weer
hartelijke toespraken gewisseld.
Het kan niet ontkend, dat de onophoudelijk
neervallende drensregen het avondlijke feest
dat de Hoofdstad ter eere van Z. M. Koning
Leopold zou vieren, danig in de war heeft ge
stuurd. Maar anderzijds mag evenmin ont
kend. dat zU, die zich niet door den regen
Heten verhinderen het feest te vieren, aan
kwaliteit goedmaakten, wat aan de kwantiteit
ontbrak. Zoodoende Het de feeststemming niets
te wenschen over, terwijl de versiering en ver
lichting weer veel te bewonderen boden.
Wat de versiering betreft, mogen we
allereerst een woord wijden aan de cen
trale Damversiering, zooals die in het
Damplantsoen is opgesteld en de verbon
denheid van het Belgische en Nederland
sche volk symboliseert Dit centrale stuk,
een ontwerp van den architect C. Felt-
kamp, bestaat uit een groot aantal Bel
gische vlaggen, tegen een fond van blau
we vlaggen met gouden sterren, de kleu
ren van den Congo en dit .geheel is weer
aangebracht tegen een achtergrond van
Bordeauxrood met gouden zoom, de Bel
gische Koninklijke kleuren. Daarboven
stralen vijf Uchtbundels omhoog naar den
donkeren hemel. Op de hoeken van het
plantsoen wapperen bundels Nederland
sche vlaggen zooals het geheele mid
denstuk badend in floodlight en guir
landes van levend groen verbinden de
Nederlandsche met de gecombineerde Bel
gische. Congoleesche en koninklijke kleu
ren. In het kunstlicht, tegen den donke
ren achtergrond, is het ongetwijfeld een
gezicht, dat de feestgangers zonder uit
zondering weet te boelen. De Amsterdam-
sche bevolking, spotziek als immer, vond
echter, met het oog op de vele, langzaam
afdalende, groene guirlandes, reeds een
passenden naam: „het, loofhuttenfeest”.
Ongeacht den regen was de drukte in het
stadscentrum nog alleszins feestelijk en eigenlijk
was de invloed van den regen slechts merkbaar
op de opmarschwegen naar en van de woonwij
ken, alsmede in de parallelstraten in t centrum,
die anders als noodhulp dienen. Op den Dam,
waar de groote taptoe zou worden geblazen, was
het zoo’n drukte, dat de politie de handen vol
had om ’t verkeer in goede banen te leiden, terwijl
later op den avond de tramlijnen door de Vij
zelstraat op de Munt afdraaiden en door de Re-
guliersdwarsstraat terugreden.
Vanzelfsprekend ondergingen de straten bjj
den Dam van deze taptoe-drukte den invloed,
doch ook op de winkelstraten, die verder van
dit punt verwijderd waren, was de feestsfeer
nog alles overheerschend. En wat aan het
straatbeeld tekort kwam, viel ten deel aan de
café’s en de bioscopen, die op dezen avond on
gekende zaken maakten. De Amsterdammers
hadden zich nu eenmaal voorgenomen feest
te vieren en nu de regen de straten onher
bergzaam maakte, zochten ze het elders. En
natuurlijk hadden de muziekcorpsen die op
de diverse pleinen speelden een aanzienlijk
gehoor. Weliswaar was dit gehoor kleiner dan
het anders geweest zou zijn, maar daarom waa
het ook zooveel te rustiger, zoodat de ware
liefhebber dea te meer genoot.
Zooals gezegd concentreerde de voor
naamste drukte zich op den Dam, waar zich
al vroeg in den avond een massa mensdhen
verzamelde. Politie en marechaussee kwamen er
aan te pas. om deze menachenmenlgte netjes
In den druUerigen Novemberavond is de
groote militaire taptoe op den Dam Maandag
een waardig slot geworden van de feestelijke
inkomst van ZM. Koning Leopold in de hoofd
stad des Rijks.
Reeds geruimen tijd voor het uur van aan
vang stelden de deelnemende militairen zich
op het Dammedalllon op binnen een carré, ge
vormd door honderd flambouwdragers. Rond
om, achter de afzetting, die reeds vroeg werd
geformeerd, verzamelde zich ondanks het on
gunstige weer ’n groote menigte belangstellen
den, die genieten wilden van 'het altoos aan
trekkelijk en feestelijk evenement, dat een
taptoe vormt.
In afwachting van het oogenblik, dat trom
mels en trompetten zich zouden doen hooren,
behoefden de duizenden op den Dam zich geen
oogenbUk te vervelen. Uit tal van vensters
straalde het als herboren paleis en tot van ver
had men een inkijk in de zalen, zag men door
de glas-in-lood vensters de groote kronen
branden en in hun heUen lichtschijn schilde
rijen en wandverslerselen alsmede de nonk'"
ring en schittering van uniformen, overdekt
met eereteekenen en uitgelezen avondtoilettten.
Terzijde van het paleis Uchtte het Jublleum-
raam met zijn teer glanzende kleuren in het
avondduister op.