<Kdu&Aaal can den dag
film
WELKE KANSEN?
H
De avonturen van een verkeersagent je
AaBe
Het recht van de Nederlandsche
Vorsten en Volken
De man van Iracema
door otfrid von hanstein
LUX TOILET ZEEP
100%2uii/ovWo(!
WDUfNrV
Permanente productie
mogelijk
VRIJDAG 25 NOVEMBER 1938
Adri’s keus
Pauselyke woorden
Uit de missie terug
MUbiiUs KhUKtHbTRQÖP^^z^lty/
NKR
'M
Uit: Divini Redemptoris
I
▼wn
esr-
Gtotr HAI
Wl
Sfe.
1
fier en recht. Haar oogen
want
die
liet
sandwiches daar waren, weinig gelegenheid
I
I
FABRIEK TE LIERLN
Koning Leopold sprak dezelfde gedachten
en wenachen nog breeder uit in zijn ant
woord, waarin de huidige overeenstemming
van Belglë’s Internationale houding met die
van Nederland duidelijk was aangegeven.
Emaille op z'n best
Modern, zeer solide,
giftvrij en vuurvast
Adrl zuchtte. Ben was heel aardig voor haar
en dat was t hetn juist. Soms wilde ze dat hij
onvriendelijk en norseh tegen haar was. Dan
had ze tenminste een reden om 't af te maken
O. ze had 't eerst zoo leuk gevohden. zoo alle
machtig leuk. Ze stelde zoon belang in de hoef
smederij, waar ae 's avonds zoo dikwijls kwam
en Ben dan over z’n werk sprak. Ze kende de
theorie van het hoefbeslag op haar duimpje.
„Wel.” vroeg ze dan aan Ben, als hU haar
’savonds op het binnenpad tegen kwam. „wel.
Pater F. Vogels, missionaris in Afrika (Witte
Paters van Kardinaal Lavigerie) is «rerepatri-
eerd en bij zijn familie te Nuenen (Nbr.) terug
gekeerd voor het doorbrengen van ’n vacanlie
erg zou zijn daar was ae wel te veel optimlste
voor. Ze dacht aanI
Weer lachte ze hardop.
Wat zou dat een verrassing voor papa zijn,
wanneer zij hem zou zeggen, dat ze Robert
heel goed kende en heel veel van hem hield!
„De vastheid van zijn overleveringen
zijn zin voor orde en evenwicht, en zijn
oordeelkundige nuchterheid, door een zoo
liefderijken eerbied voor de natuur ge
milderd”
„De positie zoo sprak Koningin Wil
helmina gisteren die elk onzer landen
in West-Europa door natuurlijke ligging
en eigen staatkundig inzicht heden ten
dage inneemt, vertoont overwegende over-
Dankbaar voor deze koninklijke waardee-
ring, zal het Nederlandsche volk in zijn
verhouding tot het Belgische nabuurvolk
gaarne nog een andere deugd op den voor
grond plaatsen en beoefenen: de harte
lijkheid en de eerlijkheid van zijn vriend
schap.
over zichzelf en het weerzien met Iracema na
te denken, hoewel niemand hem het leven al
te moeilijk maakte.
zag. had hij er al weer genoeg van en begon zijn vlucht op
nieuw, vooral toen hij den verkeersagent,
niet met rich spotten, dreigend op hem zag afkomen
die was het tegen wien hij wus opgeloopen, hief dreigend zijn
stok op en zeide: „Ik zal jou.”
met je te bespreken. Je moet niet schrikken,
maar ik heb ook een bijzonder plan. Bij mijn
leven mocht ik nog de zaken mijner firma zoo
regelen, dat ze niet in vreemde handen kan
komen na mijn dood. De firma, die ik met hard
werken gemaakt heb tot wat ae nu is. Ik heb
er over gedacht je neef Robert Severing, die je
weliswaar nog maar oppervlakkig kent, 'js mijn
zaak op te nemen. Hij is een flinke, bekwame,
fatsoenlijke kerel, en misschien vallen jullie wel
in eikaars smiak Ik wil je natuurlijk tot niets
dwingen, maar Ik heb hem gevraagd ook op
Madeira te komen, zoodat jullie elkaar beter
kunnen leeren kennen. Telegrafeer alsjeblieft of
je met het door mij opgegeven schip komt, dan
kan ik er op rekenen welken dag Ik je in mijn
armen zal sluiten.'’
Iracema Het den brief uit haar handen val
len Ze kon dit alles maar zoo opeens niet ver
werken. maar In hscar jubelde het. Ze lachte
hardop.
Als papa eens wist, dat ze Robert zoo veel
beter kende dan hij dacht. Dat ze van hem
hield. Maar plotseling werd ae ernstig.
Zou vader zoo ziek zijn?
Robert had toch uitdrukkelijk gezegd, dat hij
papa niet had gesproken en nooit had papa ovey
Robert met haar gesproken of geschreven
Robert zou zeker ook nog wel van niets weten.
Weer lachte ze.
Papa was heel verstandig en had zeker in
het geheim naar hem laten Informeeren.
Natuurlijk was Robert flink.
Ze lachte weer hardop bij de gedachte hoe
Robert juichen
Om te voorkomen, dat de studio’s elkaar
gaan onderbieden, zouden de huren ge
fixeerd moeten worden, waardoor weer be
reikt wordt, dat men zich niet in avon
tuurlijken concurrentiestrijd gaat begeven,
die doorgaans eindigt met een slechte
film. Is eenmaal vastgesteld, dat de co-
pieën van Nederlandsch fabrikaat moeten
zijn en dat de studlohuur zoo en zooveel
mag bedragen, dan liggen die mogelijkhe
den open. Dan sal het iedere studio gegeven
zijn twee A drie films per jaar te vervaar
digen, het aantal dat (wij schreven het
reeds gerulmen tijd geleden) volgens de
geleerden precies voldoet aan de vraag en
dat zonder kunst- en vliegwerk door den
handel kan geabsorbeerd worden.
Al zal deze zienswijze in de practjjk nog
wel moeilijkheden ontmoeten, die men op
papier niet tegenkomt, het lijkt ons toch
allerminst fantastisch aan de hand van
dese betrekkelijk sobere maatregelen een
Nederlandsche filmproductie te en tames-
ren, welke voor alle betrokken Instanties
bevredigend kan genoemd worden, terwijl
er in dezen tijd van werkloosheid eveneens
plaats is voor de overweging, dat een rege
ling, als hierboven geschetst, groote» kansen
biedt op zeer gewenschte werkverschaf
fingen.
Er blijft nog een kapitale vraag ter be-
Nlet God is er om ons te dienen,
neen: wij zijn op aarde om God te
dienen. Laten wij van deze waarheid
goed doordrongen zijn. Van God, on
zen Schepper, dus onzen Heer en
Meester zijn wij volkomen afhan
kelijk. Laten wij dit bedenken, als het
leven ons moeilijk valt: wij leven voor
God en God zal ons later voor ons
dienen beloonen. Dit besef dat alles
in ons leven op slot van zaken als
laatste doel: God heeft, moet heel
ons leven doordringen. Daardoor sul
len wy ons onderscheiden van ande
ren, communisten b.v., die dit besef
niet hebben en wier gezichtskring tot
de aarde beperkt is en wier leven
daardoor doelloos, In den meest ei
genlijken zin des woords moet ge
noemd worden.
et bezoek van Koning Leopold III
aan ons land Is in dezen tijd van ge
druktheid, wantrouwen en bevreesd
heid in de internationale verhoudingen een
kostbaar teeken van bemoedigend vertrou
wen en krachtgevende vriendschap. Zoo
heeft ook ons volk het begrepen, en aan de
gevoelens van hartelijke vereering, die uit
gaan naar den edelen mannelijken eenvoud
van den persoon des jongen Konings, beant
woordt ook een helder besef van de groote
waarde, die zijn vriendschap en de vriend
schap van zijn volk in de huidige onzekere
wereld voor ons beteekenen.
Het is voor beide nabuurvolken een waar
geluk, dat zij in een verscheurd werelddeel
elkander kunnen vinden, op elkander kun
nen vertrouwen, van elkander kunnen lee
ren en elkander kunnen sterken.
Burengeschillen, die In vreedzame tijden
heel wat scherpte kunnen krijgen en heel
wat bitterheid veroorzaken, verdwijnen in
den gemeenschappellj ken nood als blaren
voor den wind, terwijl de factoren van een
dracht, de verwantschappen, de overeen
komstigheden en de gemeenzame Idealen,
juist In den nood tot bakens In den storm
worden.
Het was diep in den nacht toen Iracema
Hosband thuis kwam.
„Gauw naar bed, kindje het heeft je meer
aangepakt dan je weten wilt,” vermaande
mevrouw.
Ira was gelukkig eindelijk alleen te zijn. Hoe
bil) was ze met haar record geweest. En toch
had zl) den geheelen avond daar geen pleizier
meer van gehad. Waarom was Robert zoo snel
weer vertrokken? ZU had het licht aangeknipt
en begon zich te ontkleeden. Nog net zag ze een
brief op tafel liggen. Onwillekeurig zei ze hard
op: „Van papa!” Ze ging zitten, sneed den brief
open en las:
„Lieveling ik wil je niet angstig maken
maar ik geloof, dat ik veel zieker ben dan wij
beiden denken. Den vijftienden vertrekt een
mailstoomer van New-York naar Londen, die
goede aansluiting geeft op een maiboot naar
Madeira. Ik vraag je daarmee te komen. Ik
zou je erg graag bU mij hebben en heb heel wat
eenstemmlng met die van het andere.
Niemands volgeling en nlemands belager
zijn belden evenzeer gehecht aan de be
vordering, waar mogelijk, van goede in
ternationale verhoudingen."
Boven elke andere realiteit staat 't
verheven, eenig hoogste Wezen, God.
de almachtige Schepper van alle din- x
gen. de alwijze en rechtvaardige
Rechter van alle menschen. Deze
hoogste werkelijkheid, Ood, is de
meest absolute veroordeeling van de
onbeschaamde leugens van het Com
munisme. Immers, niet omdat de
menschen gelooven, bestaat God,
maar omdat Hij is, daarom gelooft tn
Hem en bidt tot Hem ieder, die niet
vrijwillig de oogen sluit voor de waar
heid
VOORKOMEN RHEUMATlfK
.is t goed gelukt met die bruine merrie
Mlldway?’
„t Kon niet beter,” lachte hij dan. jur loopt
als een kievit.”
Dan kuste bij haar en Adri hai rich dan ge-
I lukkig gevoeld.
Echter, na een maand of acht begon ze ge
noeg te krijgen van altijd die zelfde gesprekken
over het beslaan van paarden, over het hoef
beslag Haar vader was gestorven en d’r moeder
was een winkel begonnen en praatte maar steeds
over kousen en sokken, en Ben had het altijd
over hoeven en hoefijzers. HIJ scheen nergens
anders over te kunnen praten.
ZU had zich intusschen ontwikkeld. Ze had
veel gelezen en veel naar d<- radio geluisterd.
En nu sou ze trouwen, trouwen met Ben Oliver
met z’n vervelende hoefsmederij. Bij die ge
dachte sloeg Adrl met haar vuist jes op de tafel
zoodat de kopjes rinkelden.
„Ik doet 1 niet.” t H
riep ze: „ik houd
1 niet langer
uit
Op dit oogen-
blik werd ze door
haar moeder ge
roepen. Ze droog
de haar tranen en ging naar den winkel. Haar
moeder liep langs haar heen, de kamer lr.
In den winkel stond een knappe jonge man
van ongeveer zee en twintig.
.JU hier!” riep Adrl.
„Zooals je ziet," antwoordde het jongemenach.
„ik ben t- Jack Weldon. Je oude vriend; we
hebben elkaar in geen tien jaar gesten."
„Hoe kom je hier zoo opeens?” vroeg Adrl
met heeeche stem.
„Ik kom voor jou.” luidde het prompte ant
woord.
..Wil je niet binnen komen?"
HU zei niet ja of neen, maar ging op den sloe
zitten, die "dwars naast de toonbank, stand.
„Ik ben....” begon het meisje.
„Dat weet ik." viel hij haar in de rede, „k
bent verloofd. Dat doet er niet toe Je gaat mri
mU trouwen. Adrl. Dat heb ik altijd geweten
We hooren ben elkaar Niemand heeft het rech'
zich tusschen ons in te dringen. Tien jaar ge
leden heb ik je gezegd, dat ik terug zou komei
om je af te halen, en hier ben ik. Wanneer gaan
we aanteekenen?”
Ze stond daar
schitterden.
„Vandaag nog. als je wilt!" riep ae.
.Dan ga ik even met je moeder praten. Ik ben
natuurlijk niet rijk, maar ik kan je evengoed
onderhouden als die knaap, waar je mee ge
gaan hebt. Wie te bjj eigenlijk?”
„Ben Oliver."
„Wat! Ben Oliver, de hoefsmid!" riep Jack
Weldon; „neen, maar die te goed. Ik ben ook
hoefsmid!”
Adrl deed twee pas achteruit.
„Wat.wat.ben JU?" vroeg ae stotterend
„Hoefsmid.” aei Jack vrooUjk
Adri deed aan sport. Ze maakte deel uit van
de hockey-club in 't dorp en in den hoek van
den winkel stonden een paar slaghouten. Ze
koos den stevigsten stok uit en kwam daarmee
op Jack af.
„Zoo,” aei ze. „zoo. te *t heusch?”
Een oogenbllk later zag de overmoedige vrijer
tal van sterren voor z’n oogen en wist niet be
ter te doer dan met een geweldige vaart de
buitendeur uit te vliegen.
Adri had op een origlneele manier haar keus
tusschen de twee hoefsmeden gedaan. Zea we
ken later trad ae in t huwettjk met Ben Oliver
antwoording over: welke macht zal deze
regeling kracht bijzetten? Twee Instanties
komen daarvoor in aanmerking en wel de
Nederl. Bioscoopbond en de regeering.
Het ligt vrijwel voor de hand, dat de
Bond deze zaken in studie zal nemen en
men moet zich zelfs verbazen, dat hij het
nog niet deed. Hier is immers een ordenen
de taak te verrichten, waarmede de Bond
nu eens overduidelijk zijn bestaansrecht
kan bewijzen, maar juist omdat hij een zoo
voor de hand liggende taak niet waar
neemt, moet men vreezen, dat voor deze
non-actlviteit een bepaalde reden bestaat,
die men wel gissen kan. Daarom lijkt het
ons verstandig, dat de belanghebbenden
hun hoop zullen stellen op de regeering,
die reeds aandacht heeft voor deze aange
legenheid en te zijner tijd zeker niet ver
zuimen zal een goede en groote zaak met
kracht te steunen.
De Nederlandsch-Belgische vriendschap
en hun „solidaire houding” tegenover de
nooden en gevaren van den tijd, In deze
koninklijke woorden geschetst, vormen een
geheel program van samenwerking tusschen
de staten, maar ook van vriendschappelijke
verstandhouding tusschen de volken, waar
toe eenieder het zijne bijdragen kan.
Met groote vriendelijkheid en merkwaar
dig klare karakteristiek heeft Koning Leo
pold de „geestelijke en moreele deugden”
van het Nederlandsche volk willen prijzen:
1
Ze trok een peinzend, bijna bedroefd gezicht,
maar voordat mevrouw Hosband haar wat vra-
l*n kon, trad haar echtgenoot binnen. Een
“anke. veerkrachtige figuur, ook mager, op en
*°P het type van den Amerikaanschen handels-
magnaat.
.’De auto staat t* wachten; wjj moeten ons
“«asten. Lieve hemel! Kindje, je hebt Je nog
“et eens verkleed."
-Binnen een minuut ben ik klaar.”
Ze was blij. dat ze tante niet had behoe-
u antwoorden, verdween en reed een
kwartier later met het echtpaar Hosband, ge-
<m«d ta een elegant avondtoilet, naar het feest-
“ner in Astoria
,**et was in den laten avond, dat de JLÜt-
nadat men de trossen van de sleepbooten
losgegooid. langzaam de haven uit stoomde.
Schitterend was het laatste gezicht op de
reuzenstad met haar verlichte wolkenkrabbers
«1 uit de omhoog geheven hand van het vrij-
ne*nsheeld straalde het licht over de haven
Bnhert Severing stond aan de railing HU
®neg nu het witte dlenstbulsje, was met zUn
r« klaar en staarde in gedachten naar de
W -J T eet je wat die kerel me dorst te zeggen?”
X/V vroeg Ben Olivier aan zn verloofde. .JiU
beweerde, dat de weinige paarden, die
er over tien jaar nog waren, electrisch zouden
bwlajtn worden.
„Zoo. zei hu dat?” antwoordde Adri met een
afwezigen Wik.
„KUk eens naar de klok!'’ riep Ben eensklaps.
„Ik moet op een drafje weg. over tien minuten
komt Race om z’n paard te laten beslaan."
HU gat Adrl gauw een kus. riep nog: ..Dag
hoor, tot ziens!" en maakte dat hU weg kwam
Het jonge meisje huiverde even. Ze had hem
op een lustelooze manier goeden dag gezegd
Toen Ben weg was. bleef zU aar de deur staan
cn keek den anderen kant uit. Na eenige mi
nuten balde sU de kleine, maar stevige vuisten.
„Ik doe het niet, ik vertik het." mompeld? zU
vastberaden. „Ik kan 1 niet doen. AltUd 't zelf
de. Als ik met Ben trouw, wordt ik nog gek.”
Tranen welden op in d’r oogen Ze ging naar
binnen, liep haar moeder voorbü en ging in 't
achterkamertje zitten, om na te denken.
Adri’s vader had vroeger een kleine boerderij
gehad Ze kwamen behoorlUk rond Adrl had
nooit zwaar werk behoeven te doen; een paar
koeien melken, wat boterhammen snijden op
den moestuin letten, de kippen en eenden voe
ren. soms even helpen met de aardappels of
met het hooi, meer had de vader piet van z’n
dochter verlangd.
Nu was Adrl een flinke, gezonde meid voort
varend en met veel werklust, aan wie gedwon
gen ledigheid volstrekt niet beviel. In haar
vrUen tijd dwaalde ze veel in en om het dorp,
en zoo bleef ze ook meermalen met belangstel
ling staan kijken naar den hoefsmid. Daar in
de smidse zag ze kracht; daar hoorde ae de
forsche slagen van den hamer op t aambeeld.
Daar zag ze opgewekt naar de groote gedul
dige paarden; selfs de prikkelende lucht der bU
't beslaan geschroeide hoeven was poëzie en
romantiek voor haar
Nog herinnerde zU zich den avond, dat ze
hard naar huis was geloopen, toen de scheme
ring reeds was ingevallen
„Vader," had ze gezegd, „Ik wil hoefsmid wor
den."
Haar vader keek haar met verwonderde oogen
over z’n bril aan.
„Wat zeg je daar, kind?"
„Ik meen t. Ik wil hoefsmid worden. De rij
den zijn aan ’t veranderen Vrouwen doen te
genwoordig veel wat vroeger mannen deden. Ik
wil vrU *Un. vader, err niet m'n leven lang op
een boerderij doorbrengen en een sleurleven
leiden. Ik wil hoefsmid worden.”
De vader van het jonge meisje spuwde op den
grond, dacht even na en aei toen:
.Neen, kind. Je hebt veel te fUne handjes voor
het smidswerk. Je kAn geen hoefsmid worden.
Dat is afgedaan. Begin er dus nooit meer over.'
Toen schoot het Adrl te binnen, dat, als ze
dan geen hoefsmid kon worden, ze toch met een
hoefsmid kon trouwen. En nu was het bijna zoo
ver. Ze herinnerde zich nog zoo goed, alsof t
gisteren gebeurd was. dat Ben OUMtf haar ge
vraagd had. En ze had: ja gezegd
,Met den dag getuigde Zijne Ma
jesteit voelen de kleine volkeren de
noodwendigheid van toenadering en we
derztjdsch hulpbetoon, willen zij niet in
conflicten worden betrokken, waar hun
eigen belangen niet mede zijn gemoeid.
De angstige dagen die Onze beide vol
keren onlangs moesten beleven, hebben
de doelmatigheid doen blijken van een
politiek, die tegelijk vrede en onafhanke
lijkheid nastreeft.
Nederland, zei Uwe Majesteit, wil zich
zelf blijven.
Heerlijke en fiere leus, die Nederland
allang heeft toegepast en die toeliet dat
het ongedwerd de tragische krisissen kon
ontwijken, die zijne naburen geteisterd
hebben. De toenadering van kleine sta
ten verruimt de sfeer van hun actie en
van hun gezag. Een solidaire houding
kan den oorlog buiten Onze grenzen
weren.”
„Onzin, niet denken, ik had heelemaal niet
moeten gaan.”
Maar zUn gedachten dwaalden telkens weer
naar Iracema terug. HU dacht er aan hoe hU
als krijgsgevangene te Londen In het ziekenhuis
had gelegen. HU zag zUn nicht, wier vader al
sedert Jaren Engelsch onderdaan was, als ver
pleegster naast zUn bed staan. Geërgerd schudde
hU het hoofd.
De tanden op elkaar klemmen; mijmeren
over het verleden heeft geen zin. HU ging
naar beneden en lag in zUn kooi nog lang
wakker.
Meer dan eens hebben wij beschouwin
gen ten beste gegeven over de mogelijk
heden van een permanente filmindustrie
in Nederland en het merkwaardige ver
schijnsel doet zich voor, dat sommigen hun
aceptlschen kijk op deze zaken heftiger
gaan voeden, naarmate de Nederlandsche
film grootere successen boekt, terwijl men
destUds, toen tonnen gouds aan slechte
films werden verdaan, met alle geweld een
productie in stand trachtte te houden,
welke geen bestaan verdiende.
Op dit oogenbllk loopt de film „Vadertje
Langbeen” in niet minder dan twaalf co-
pieën voortdurend In de Nederlandsche
bioscopen en men moet dus aannemen,
dat althans het Nederlandsche publiek
dat bU tienduizenden de film gaat zien
een eigen filmproductie zeer sympathiek
gezind is en dat een* bepaalde productie
maatschappij, Neerlandla namelijk, niet
zonder optimisme initiatieven neemt, welke
succes oogsten. Wanneer men bovendien de
plannen overweegt, eveneens door Neer-
landia voor de naaste toekomst onderno
men, dan ziet men reeds enkele van de
condities voor een permanente productie
vervuld. Over een paar weken Immers be
gint men In Cinetone de opnamen van
een nieuwe Nederlandsche film, naar den
roman „Morgen 1st alles besser”, van Anne-
marie Selinko en deze film zal reeds weer
de publieke aandacht vragen als Vadertje
Langbeen nog rustig voortgaat de provin
cie te veroveren.
Deze levendige gang van zaken weerlegt
alle pessimisme inzake de mogelijkheid van
een regelmatige filmproductie. Nu is het
waar, dat we hier nog alleen te doen heb
ben met één productiemaatschappij en één
studlo-ondememing en dat deze laatste
zeker niet bestaan kan van één of zelfs
twee willekeurige productieondememingen,
doch, waar enkele zeer belangrijke condi
ties reeds vervuld zijn, loont het de moeite
na te gaan, wat er gedaan kan worden om
de middelen te vinden, die tot het ge
wenschte doel kunnen lelden.
In verband hiermede hebben wij de mee
rlingen gevraagd van verschillende promi
nenten in de Nederlandsche filmwereld,
die geacht mogen worden deze moeilijke
materie te kennen en tijdens de pourpar
lers kwamen telkens weer dezelfde deside
rata naar boven, zoodat men n^ag gelooven,
dat er vrij eensgezinde opvattingen ten
deze bestaan.
Om een bijjvenden aanmaak van film te I
kunnen garandeeren zal men allereerst de
plaatsen, waar zij gemaakt worden, veilig
moeten stellen. Deze plaatsen zUn de film
studio's, annex copieerlnrichtingen, drie
in getal, welke zoodanig van opdrachten
zouden moeten vooralen worden, dat zij
ongestoord continu kunnen doorwerken.
Dit zou mogelijk worden van het oogen-
blik, dat men de filmimporteurs kon ver
plichten de Nederlandsche copieën der bui-
tenlandsche films in de bestaande copieer-
inrlchtingen te doen vervaardigen, hetgeen
tot dusver niet, of nauwelijks geschiedde^
Het gevolg van dezen maatregel zou zUn,
dat ten eerste de studio’s hun noodzake
lijke n vasten technlschen staf doorloopend
zouden kunnen handhaven om ten allen
tijde pkraat te zijn bij de vervulling der
opdrachten; ten tweede, dat de studlohuur
aanzienlijk zou kunnen verlaagd worden,
waardoor de producenten gemakkeliJRer
aan hun geld kunnen komen.
Een aantal dagen later. De .Xüteow” was in
Southampton aan den steiger gemeerd, en sou
een paar uren blijven liggen. Ook Robert had
van den pantry-steward permissie gekregen een
uurtje den wal op te gaan, om eens rond te
kjjken.
„Hallo, daar heb je den geluksvogel
HU keek op. Voor hem stond Dick ThcsMiML
.Zoo kerel JU hier?”
„Doet me pleister dat Je mU nog herkent.
Dat is toch alweer een paar jaar geleden, dat
we samen gewond in het siekenhute lagen
.Het pleizier lUkt me aan mUn kant te sgn.
want het schijnt je goed te gaam.”
.•Dat gaat wel. Ik ben de vertegenwoordiger
van een der bekendste notariskantoren van
Londen."
„Van harte gefeliciteerd! MU gaat het niet
zoo bijzonder. Ik ben werkend passagier op de''
.Xütaow” en als ik straks in Bremen asm wal
stap niets dan een werklocne, wien het tn
Amerika niet meegeloopen is."
.Man. weet je nog heelemaal niets of WM Je
er nog niet over praten?"
„Wat moet ik weten?'
.Dat je niet alleen een van de rijkste kerels
bent, maar ook nog de bruidegom van een der
allerliefste meisjes."
..Hé. gekookte aardappelenmeier.”
Robert keek verbaasd op en begreep er niets
van.
.Allemachtig! Kerel! Severing! JU hier! Aan
boord heeft iedereen een bUnaam de man, die
de aardappelslaatjes maakt, heet de gekookte
aardappelenmeier, de man, die de glazen spoelt,
de glazenmeier, die de kopjes spoelt, de kopjes-
meler. die de aardappelen schilt de koude aard
appelenmeier. „Vlug schiet op, waarde vriend!”
Wenzel Martens. vroeger beeldhouwer, sedert
jaren zeevarend om zijn longen, die niet deug
den maar in den zeewind geheel genezen waren,
was pantry-steward hofmeester van de pro
visiekamer of „kaite Mamsell" op de mail
boot, waarop de Lloyd Robert Severing gele
genheid had gegeven o<n als werkend passagier
naar Dultschland terug te keeren. HU was niet
weinig verbaasd Severing dien hU van vroeger
kende. als assistent aan zich te zien toege
voegd.
Robert haastte zich om ,4e blauwe koe”
de melk te halen en daarna „de sleepsabel”
een lang gebak in sneedjes te snüden.
Zoo gingen de dagen voorbU en de .ge
kookte aardappelmeier" had van den vroegen
morgen wanneer hU zUn stuk van de gangen
noest schoonmakentot des aeoodz de laatste
kreeg. Ze had heel duidelük gevoelddat hu
slechts daarom zoo snel verdwenen was, omdat
hU zUn groote liefde zoo moeilUk kon verber
gen.
Ze liep naar de slaapkamer van het echtpaar
Hosband en klopte aan.
„Wat is er aan de hand?”
,Jk ben het, oom. Bent u beiden nog op?”
.JU kan zeker door den overwinningsroes niet
slapen!"
,JBr is een brief van papk uit Madeira!”
„Belangrijk nieuws?"
.Ja büzonder!"
Mijnheer Hosband deed in zUn pyamac de deur
open.
.Fapa is erg ziek en ik moet direct naar
hem toekomen. Morgen moét ik al vertrek
ken!”
Ze las den brief gedeeltelik voor mijn
heer Hosband kende te weinig Duitach om hem
zelf te kunnen lezen. Ze dacht snel na. Van de
plannen aangaande Robert zei ze niets. Mis
schien had haar neef met zUn armoedig voor
komen en zUn schuchter optreden op het echt
paar wel geen prettigen indruk gemaakt.
.Dan moeten wU direct telephoneeren. Dat
is de ..Susquehanna", die morgen vertrekt. Het
passagebureau is ook ’s nachts open. Stakkerd,
nu moet je koffers preken, in plaats van op je
lauweren te gaan rusten Maar ik geloof nooit,
dat het met papa zoo erg is!"
Ze ging naar haar kamer terug en begon te
oakken Het was maar goed, dat tante al sliep
Ze kon zich niet weerhouden zachtjes te zingen.
zou, wanneer hU de rijdtagjook rij geloofde niet, dat het met vader zoo.
TABLETTEN
SLECHTS
50.TS
Voor ieder, die U een prettige verres-
»<ng iH bereiden! Een uHerzt fijn ertpe
georgette zakdoekje, uitgevoerd in de
fraaiste, tere pasteltinten, tezamen mot
4 flinke tabletten Lus Toilet Zeep en
A dan nog een smaakvol uitgevoerdo
L\ kalender voor hot jaar 19391
y Wie van Uw kennissen zou auNt
prettige verrassing niet woor-
deren! Een drievoudige
k verrassing, die U
toch slechts 50