Het Volkenbondsprobleem
I
Kerkelijk jaar
MECHANISATIE IN DE
SIGARENINDUSTRIE
ANTWOORD AAN DE
N.S.B.
HET TERUGSTUREN VAN
VLUCHTELINGEN
Dr. J. B. Meenk’s Pellets
TEGEN HOEST EN KKItrUN
feta anders hebt O niet noedlg.
SS et. per doosje (pl.m. MO tabl.)
VERKRIJGBAAR BIJ APOTH EN DROGISTEN
DE] DOUWE EGBERTS
„Naar een nieuwe
gemeenschap
Oub-ftoOyptatiak
J
ZATERDAG 26 NOVEMBER 1938
VAN WEEK TOT WEEK
Rede A. C. .de Bruyn
OVERZICHT TWEEDE KAMER
p
EXAMEN RADIO-AMATEUR
UIT DE STAATSCOURANT
Wijzigingen in het morseschrift
-.la
Cacao
I
Onderhandelingen over
de Joden
Tweede Kamer oefent critiek op
inhoud en toepatting der wet
KATHOLIEKE ECONOMISCHE
HOOCESCHOOL
Amendement-Moiler ca. intake
tubtidieering
VLAAMSCHE REPORTER
OVER AMSTERDAM
Ondertcheidmg
Poeterüen
„Den geett van het geheele Neder
landsche volk moeten we be
reid maken, om tot wn
nieuwe ordening
te komen"
Minitter Goteling verttrekt inlich
tingen over voorhallen aan
de grent
Onthuling gedenksteen
te Scheveningen
'•y
K 50
(Van onsen parlementairen redacteur)
de
2
het
waarom
Minister Patijn
van
en tn.
willen
het
de
van mishandeling ver'
scheidene Jonge meisjes
Benoemd ia tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau, J. W. K. Ebbinge, voorzitter van da
commissie van toezicht op de rijkstulnbouw-
school te Boskoop.
Op deze vragen heeft de minister van Ju
stitie het volgende geantwoord:
Met ingang van 1 December 1938 Is aan den
referendaris der P.T.T., T. Panman, aangewe
zen als directeur van het poet- en telegraaf
kantoor te Wageningen, op zijn verzoek eervol
ontslag verleend.
VQsïslSj»;
SCHOUT 15ct COOPVAERT 1Oct. PERViONS
Wanneer we In onze actie van het standpunt
uitgaan: „Alles voor het volk, het volk voor
Christus", dan hebben we ons best gedaan en
gelooven, dat Onze Lieve Heer ons werk zege
nen zal.
MaS?
plaats
Ja de
zélf veel
Onder de katholieke bevolking moet komen
een geest van vertrouwen, zooals „Quadrage-
simo Anno" zegt, er zal klaarheid komen ten
aanzien van de vragen, wat In sociaal opzicht
niet en wel mag gebeuren. Genezing is alleen
te vinden In de Christelijke leer en den terug
keer tot het Evangelie. Den geest van het ge
heele Nederlandsche volk moeten we bereid ma
ken om tot een nieuwe ordening te komen, toe
gankelijk maken voor het goede; dit is de
hoofdreden dat we gekomen zün tot deze actie.
In het tweede gedeelte van zijn betoog be
handelde spr. het concrete plan. De tijdsduur-
van 3 Jaar Is gesteld, omdat de actie uitmondt
In 1941 in Rome. Vertrouwd wordt, dat we dan
den Paus goede resultaten kunnen mededeelen.
Gerekend wordt, dat ongeveer 4000 arbeiders
medegaan. Tot het welslagen van de actie is een
speciaal propagandabureau Ingesteld. 'De pun
ten van actie, die vastgelegd zijn, behandelde
spr. uitvoerig.
Woensdag 30 Novenil>er, den herdenkingsdag
van de landing van den Prins van Oranje te
-- 2811 de Stichting Scheveningen
Hedenavond om 18.45 uur zal de K. R. O. in
plaats van de aangekondlgde gramofoonmuziek,
een reportage over Amsterdam uiteenden, zoo
als deae voor den Belgischen omroep ia gege
ven door een Vlaamschen reporter en welke
door den K. R. O. op platen ia vastgelegd.
De volle medewerking van het Doorluchtig
Episcopaat is toegesegd. We vertrouwen op de
instemming en activiteit van ons geheele Ka
tholieke volk en in het bijzonder van onae RK.
georganiseerde arbeiders.
Het staat volgens spr. vast, dat. indien onze
200.000 georganlseerden achter ons staan, de
leuze „Naar de nieuwe gemeenschap" in vervul
ling gaat.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer op het wetsontwerp tot verlen
ging van den werkingsduur van de wet van 5
November 1936 houdende lijdelijke maatrege
len betreffende de mechanisa.le in de sigaren -
industrie.
In verband hiermede heeft het Verbond
besloten het 3-Jaren-pIan te organiseeren.
Onze actie bedoelt niet een ledenwerving
op de eerste plaats, maar versterking van
de geestelijke kracht. Zoo krijgen w|j goede
leden, met wie iets te beginnen is. Men
schen, die op ideëele gronden toetreden,
werklust en werkkracht kunnen demon-
streeren. die geloof hebben en vertrouwen
op eigen beginselen.
Het Tweede Kamerlid Donker heeft aan den
minister van Justitie gevraagd, of bet waar is,
dat er op 23 November JX een groot* groep
Joodsche vluchtelingen, onder wie een aantal,
dat er in geslaagd was uit een concentratiekamp
te ontsnappen en waarvan verscheidenen sporen
irtoonden, benevens ver
les en bejaarde lieden, aan
het station te Zevenaar is aangekomen, en dat
deze menschen per keerenden trein weer naar
Dultschland zijn teruggezonden, nadat zich op
het station hartroerende tafereelen hadden af
gespeeld.
Is de minister, ingeval voorgaande vraag be
vestigend wordt beantwoord, bereid mede te
deelen:
a. om welke redenen, nadat de regeering toe
gezegd heeft Joodsche vluchtelingen in zekere
mate hier te lande toe te laten, aan bovenge
noemde vluchtelingen de toegang is geweigerd?
b. waarom in dit geval zelfs geen rekening is
gehouden met het feit, dat een aantal dezer
vluchtelingen levensgevaar althans lijfsgevaar
dreigt, terwül vóór 10 November JX deze om
standigheid voor de beoordeeling der toelating
wei gewicht tn de schaal legde?
De heer Moller ca (waarbij naast 10
Katholieken ook de Anti-Revolutlonnaire
Tweede Kamerleden Zijlstra, Roosjen en
Algera) heeft een amendement ingediend
om den post in zake de subsldlën aan han-
delshoogescholen te vermeerderen met 1
gulden.
De bedoeling hiervan is, een principieels
uitspraak te verkrijgen over het subsldlee-
ren van de Katholieke economisch* hooge-
school te Tilburg.
Verscheidene leden meenden, dat het aan
de naleving der wet ten goede zou komen, als
de beslissingen van den minister betreffende
de toelating van machines aan de vakbonden
der arbeiders in het bedrijf werden medege
deeld.
Met ingang van 1 Januari 1939 wordt het
afzonderlijke morse-teeken voor de ,xh” voer
Nederland bulten gebruik gesteld. Dit teeken
wordt dan als twee afzonderlijke letters „c” en
„h” geseind, de punt wordt vervangen door *t
teeken „punt streep punt streep, punt streep**,
de komma door .streep streep punt punt streep
streep.”
Bij de overseinlng van groepen, bestaande uit
cijfers en letters, moet tusschen de cijfers en
de letters het teeken „punt streep punt punt
streep” worden geseind.
BIJ het eerstvolgend examen voor radio
amateur behoort met deae wijzigingen rekening
en de Regeering op welke wljae dan ook een te worden gehouden.
deden onze voorouders, oor
spronkelijk „tot vordering* der
gesontheit."
Maar ze wisten hun tabak zoo
smakelijk te mengen en zoo goed
te kerven, dat ze al gauw 't genot
van hun pijp vóbr geen geld
wilden missen.
Een minister van Buitenlandsche Zaken, die
alles zegt wat hjj weet, weet spoedig niets meer.
De Kamer moest daar begrip voor aan den
dag leggen maar in de heele Kamer zit géén
oud-mlnlster van Buitenlandsche Zaken, zooals
dat in het Engelsche parlement het geval pleegt
te zijn. En de debatten dragen daarvan duidelijk
de sporen. Men doet alsof deze bewindsman
nonderduit kan praten omtrent wat binnens
kamers met andere mogendheden werd bespro
ken, vertrouwelijk of niet, en als de Minister
geen antwoord geeft omdat hij het niet kén
geven, taquineert men hem op alle mogelijke
manieren.
Zoo bijvoorbeeld in de Jodenkwestie. Moeten
wli de grenzen verder open zetten voor de uit
wijkende Duitsche Joden? Daar heeft de minis
ter van Buitenlandsche. Zaken niets mee te
maken. Wat hij daarover in antwoord aan ver
schillende leden zei was wél zeer raak: de hee-
ren weten nu toch hoe moeilijk het is voor de
Nederlandsche Regeering, die hier in het land
met 300.000 werkloozen zit en met een steeds
groeiende bevolking, waarom maken de heeren
het dan deze Regeering zoo lastig. Doch dat war
hoogstens een persoonlijke opvatting. Die zaak
gaat buiten hem om.
Niet buiten hem om gaan de internationale
besprekingen omtrent de toelating der uitwij
kelingen. Daarin heeft de Nederlandsche mi
nister van Buitenlandsche Zaken initiatief ge
nomen. Eerst door langs dlplomatieken weg de
vertrouwelijke vraag te doen stellen: wat den
ken de andere Regeeringen te doen? Het ant
woord daarop kan en mag de minister niet open
baar maken. Toen heeft hjj opnieuw inlichtin
gen gevraagd, te voren verklarend, dat hij deze
Inlichtingen wenschte te publiceeren. Daarop
zijn enkele antwoorden binnengekomen, maar,
voor zoover den Minister bekend te, nog niet
van Engeland. Mogelijk ligt het antwoord op
zijn departement, doch hjj heeft een heelen
stapel stukken moeten laten liggen door de
besognes van het Belgische bezoek en van de
behandeling zijner begrooting in de Tweede
Kamer, zoodat het kén zijn, dat het Engelsche
antwoord gisteren of eergisteren is binnengeko
men. In dat geval zal alles gepubliceerd worden.
Dét bracht linksch in opspraak! Waarom? „Wat
heb ik met die praatjes te maken,” drukte de
minister zich aan het eind van zijn repliek
eenigszins ondiplomatiek uit maar gelijk had
hljl
Van praatjes geftroken: Dr. Kortenhorst,
die behalve dat, breedvoerig de kwestie van het
internationale luchtrecht ter tafel had ge
bracht, rekende vlak nadat de heer de Mar
chant et d’Ansembourg onder hoongelach van
de Kamer zijn visie op het Jodenvraagstuk nog
eens ten beste had gegeven, vlak nadat deze
afgevaardigde als altijd fier als een haantje,
ingenomen met zijn optreden, naar zijn plaats
was teruggekeerd, in naam van de Katholieke
fractie af met de Nationaal-Sociallsten in de
Kamer en daarbuiten, die de Staatspartij hin
derlijk volgen met hun bewering, dat deze hitst
tegen Duitschland.
Hij verklaarde letterlijk het volgende:
„De gelegenheid tot repliek moge ik benutten
om bij wijze van hooge uitzondering in te gaan
op een zinsnede uit de rede van den afgevaar
digde van den heer Mussert, gistermiddag in
de Kamer gehouden.
De NSB. schijnt in den laatsten tljd bljson-
dere belangstelling te koesteren voor de R. K.
Staatspartij, welke hü direct of langs een om
weg verantwoordelijk stelt voor alel natuur- en
andere rampen, welke ons land in het verleden,
heden en toekomst hebben geteisterd, teisteren,
zullen teisteren en wellicht nog zouden kunnen
teisteren.
Dit volgen van de hielen van onzen voet zou
als hinderlijk aangemerkt kunnen worden wan
neer wjj, katholieken, in Nederland niet geleerd
hadden liever van die zijde gevreesd, dan be
klaagd te worden en bovendien de aard van de
tot ons gerichte beschuldigingen en verwijten
als zoo paskwllllg, zoo fantastisch, zoo kinderlijk
en zoo gespeend van eenige realiteit moest wor
den aangemerkt, dat ik onverdiende eer aan dit
soort politiek in colportage-roman-stljl zou be
wijzen door er den cijns van mijn ernst aan te
betalen.
De reden, waarom ik op de geïncrimineerde
passage wil ingaan is het 'feit, dat de kwistig
gehouden redevoeringen van de Mussert-sekte
in een deel van het buitenland meer aandacht
trekken, dan in ons eigen land, wat op zichzelf
niet zoo heel veel wil zeggen.
In troebele tijden, als wü thans zonder
onze schuld beleven, zou ik toch niet gaarne
willen, dat onweersproken bleef de door niets
gestaafde beschuldiging als zouden de R.KJ3.P
Volgens een onmlddellljk ingezonden amb-
telljk rapport is in den avond van 33 Novem
ber 1938 op het station te Zevenaar het na
volgende voorgevallen.
Op 23 dezer met den trein van 11.13 aan
komst te Zevenaar arriveerden 5 Joodsche
Duitschers (dames en heeren), die voorgaven
over België naar een Amerikaanschen staat
te emigreeren. Zij werden afgehaald door 3
personen uit Amsterdam, de papieren enz.
waren in orde, behoudens dat het doorreis-
visum voor België ontbrak. Door den contro-
leerenden ambtenaar werd uit dien hoofda
doorgang geweigerd. Bjj de betrokkenen ver
oorzaakte dit aanvankelijk groote opwinding.
Speciaal een der dames (een meisje van circa
20 jaar) wond zich hevig op. terwijl een der
Duitschers zich op de knieën liet vallen. Na
dat de chef van den doorlaatpost de zaak rus
tig uiteen had gezet, keerde spoedig de kalm
te terug. In hun paspoorten werd de aantee-
kenlng gesteld, dat zjj naar Düsseldorf werden
teruggezonden, uitsluitend om aldaar het Bel
gische translt-vteum te erlangen. Door een ter
plaatse aanwezigen vertegenwoordiger van het
Joodsche vluchtellngen-comité werd voor het
gezelschap telefonisch logies besproken in Em
merich.
.-■.T r
niet volledig vervullen. Moeder zijn, beteekent
mild zijn, hoe zwaar en hoe bitter het leven
ook valt.
Wijs en mild is daarom de heilige Katholieke
Kerk, de moederlijke, die haar moederlijkheid
niet alleen openbaart in haar bereidheid cm al
haar kinderen ten uiterste te beminnen en om
voor allen altijd opnieuw genade te verwerven
maar die ook de wijsheid van haar mildheid
toont door de rijke hoeveelheid van gedenk
dagen en Innige feesten, waarvan zij elk Jaar
tot een cyclus maakt.
Deze moederlijke Jaarkring staat opnieuw
aan zijn begin, nu de Advent is aangebroken
met zijn blijde verzekering, dat de Verlossing
nabij is. Is dit niet gelijk aan den Nieuwjaarsdag
in een goed gezin, waar alle kinderen gereed
staan om haar, die het middelpunt van de
saamhoorigheid is, hun beste wenschen hartelijk
te bieden? Het nieuwe jaar zal weer alle fees
ten opnieuw brengen: al de verjaardagen, al de
gedenkdagen, nieuwe feesten misschien: het
communiefeest van een der kinderenwie
weet, een bruiloft? De kinderen hopen met de
moeder, dat het voor allen een gelukkig jaar
zal zijn. En zjj weten, dat het een gélukkig jaar
zal wtorden door de moeder.
Zoo is dit Kerkelijk Nieuwjaar in een leven,
waarin alles herhaling schijnt en hervatting
van de dagelijksche taak, toch een dag van
vernieuwing, omdat de oude liefde nieuw straalt
utt de gezichten van de kinderen en de oude,
nimmer teleurgestelde verwachting, weer nieuw
wordt in de harten. Want Hij, Wien al onze
feestdagen gelden, is Degene, Die spreekt: „Zie,
Ik maak alle dingen nieuw”.
Het leven van den geloovlge is een gedurig
herhaald begin. Het mag geen stilstand ken
nen, want stilstand is achteruitgang. Onbeoe
fende liefde verflauwt en sterft af. Het leven
van de genade, dat bij het Doopsel een aan
vang nam, vraagt altijd door om groei, en wil
met zorg onderhouden worden, als het leven
van ons lichaam. Zonder adem, zonder licht,
aonder voedsel, kan het niet voortbestaan. En
aooals een huisvrouw eiken morgen opnieuw
begint met dezelfde werkzaamheden, die tot
de Instandhouding van haar gezin noodzakelijk
zijn, slechte de zorg vermeerderend, naarmate
het gezin zich uitbeeldt en de gezinsleden
groeien, zoo moet de chrlstenmensch dagelijks
opnieuw als van voren af aan bezig zijn
met de zorg voor zijn ziel. Er is iets treffends
in den arbeid van de huismoeder, wanneer wij
dezen met het werk van den man vergelijken.
Immers die arbeid herhaalt zich dagelijks, be
staat uit tallooze verscheiden onderdeelen en
schijnt geen voortgang te kennen, terwijl daar
entegen het werk van den man een begin en
een einde heeft, groote eenheid vertoont en
altijd vooruitgaat. De man ziet de resultaten
van zijn werk in de toekomst. De arbeid der
vrouw* schijnt geen toekomst te kennen. Een
halven middag besteedt zü aan de bereiding
van spijzen, die in weinige oogenbllkken ver
orberd zullen zijn. Haar blijven de ledige scho
tels, die zü zal schoonmaken, in de zekerheid,
dat ze den volgenden dag weer gebruikt en weer
gëwasscben moeten worden. Zij maakt bedden
op, die telkens weer beslapen, telkens weer op
gemaakt willen zijn, en er komt voor het eerst
een groote weemoed in haar moederleven, wan
neer zij één van de bedden niet meer behoeft
op te maken, één van de borden niet meer be
hoeft om te wasschen, één van de stoelen niet
meer behoeft bij te schuiven, voordat het gezin
aan tafel gaat. Honderden dingen doet de
vrouw, en geen dier dingen beklijft Ze stopt
de gaten in kousen, die opnieuw kapot zullen
gaan. Zij herstelt kleederen, die toch zullen
slijten. In iedere vrouw leeft Penelope, de ge
trouwe, wier weefsel, overdag gesponnen, over
nacht uiteengerafeld werd, zoodat het niet vol
tooi werd, voordat zij weder met haar bruide
gom Odysseus werd vereenlgd.
Maar is dit beeld van den onvoltooibaren
arbeid det vrouw niet tevens een beeld van het
christelijk leven, dat een gedurige zorg veron
derstelt voor de ziel? Er is weinig verschil in de
dagen van een kloosterling. De bonte en grillige
afwisseling, die het wereldsche vermaak biedt,
wordt door de kloosterlijke dag-indeeling geens-
rins nagejaagd. Integendeel schijnt alles er zoo
veel mogelijk op gericht om den nieuwen dag
aan den vorigen gelijk te maken. Precies als
bij de vrouw, die geen van haar werkzaamhe
den verwaarloozen mag en daarom haar vaste
volgorde heeft van opstaan, kinderen helpen,
koffiezetten, ontbijt klaar maken,' schooltasschen
nazien, katners doen, bÖód«happen loopen,
opwasschen, middagmaal voorbereiden, en zoo
tot den avond, Wanneer zü nagaat, of de deu
ren goed gesloten zijn, de kinderen warm on
dergestopt, alvorens zelf ter ruste te gaan, is ook
het leven onderverdeeld van hen, die aan de
sorg voor de ziel hun eenige aandacht wijnen.
Er wordt op tijd opgestaan, gemediteerd, ge
dongen. misgehoord, te communie gegaan, hand
werk verricht, gebeden, tot het uur van het
gewetensonderzoek, dat voorafgaat aan de
nachtrust. Eiken dag begint dit alles opnieuw,
en zooals de huismoeder geen ander resultaat
ziet dan dat alles goed en geregeld gaat in
haar opgroeiend gezin, zoo ziet de christen, die
zün ziel verzorgt, geen andere winst dan dat
het geestelijke leven zijn gewonen voortgang
neemt, spüte moeilijkheden en vermoeienissen.
Men kan van een huisvrouw niet zeggen,
dat er een dag zou zijn, waarop zü haar werk
zaamheden geheel vernieuwt, want deze werk
zaamheden verdragen geen vernieuwing. Ze
blijven eender, van het huwelijk tot den dood
Ze «lorden alleen zwaarder met het klimmen
tan de Jaren en het toenemen der verantwoor
delijkheid.
Ook de christen kent geen eigenlüke vernieu
wing van zün plichten. Tot zijn dood toe zaï
hij weten, wat hjj te doen heeft en wat hü te
vermijden heeft om zün ziel te voeren tot de
bekronende vereenlging met haren Bruidegom
die haar eeuwig geluk zal zün.
Maar toch kent het gezin zün feestdagen, die
door hun innigheid den band der onderlinge
genegenheid versterken en onderhouden, en van
deze feestdagen, waarop alle arbeid in vreug
de gedaan wordt, gaat voor alle gezinsleden
*en kracht uit, die zich zal laten gelden, als
*r ooit een moeilüke tüd komt, en de hulselüke
“amhoorigheid door kleine oneenigheden ver-
stoord dreigt te worden, of de hulselüke vreug
de door groot verdriet wordt aangetast. Het
blijft voor lederen man in zün leven een kracht,
“eh te herinneren, hoe prettig het thuis was op
«n moeders verjaardag. Waarheen hü ook ge
zworven mocht zün, en hoezeer door menig
•oteeval van de zünen vervreemd, nooit zal hü
»oo eenzelvig worden of de hulselüke feestdagen
«üner Jeugd hebbën mede zün karakter ge-
vovmd. en Jndien het waarlük feesten voor
bem «teen, zal hun vorming hem wapenen
te8*|i de wanhoop en hem behoeden voor den
dlëpsten ondergang.
Zoo heeft de Kerk haar feesjen, waarop de
*“18 voor de ziel, dat wil zeggen, de zorg voor
herdenken van de glorierijke gebeurtenissen uit
Uefde, inniger wordt en hartelüker door het
“t leven onzer voorbeelden, Jezus Zeil en de
«oede heiligen. Een ziel, die de heerlükheld van
“ze feesten der Kerk heeft beleefd, kan ver
tan huls verdwalen, maar indien bet voor haar
WtarlÜk feesten geweest zün, zal zü op haar
ooitocht door de ellenden eener zondige we-
het heimwee medevoeren, dat haar tot op
“et uiterste oogenblik kan redden .voor de
Uefde.
08 woeder, die met hoe eenvoudige
ddelen ook haren kinderen mooie gbzins-
eezten weet te schenken, waarnaar zü verlan-
kend uitzien en waaraan zü met opgetogen-
eid terugdenken. Een moeder mag een vrome
*n arbeidzame vrouw zün, hard voor zichzelf, en
«edurig bezig, maar wanneer zü niet in het
««naleven den glimlach van het feestelijke
De betrokken vreemdelingen vertoonden
geen van allen sporen van mishandeling.
Niemand van hen heeft zich op de knieën
geworpen. Geen meisje is buiten bewustzijn
geraakt Niemand heeft het voornemen om
zelfmoord te plegen geopperd. Kr bestond
dan ook voor de ambtenaren, volgens
hun eigen verklaring, geen aanleiding om
tot tranen geroerd'te zijn. Van „terug drij
ven” is geen sprake geweest
Hieraan wordt om. het volgende ontleend:
De instemming met dit voorstel tot verlen
ging van den werkingsduur dezer wet belette
evenwel niet, dat op den inhoud en de toe
passing van de wet critiek werd uitgeoefend.
Zoo betreurden eenige leden, dat de regee
ring In 1936 niet krachtiger heeft Ingegrepen.
De aanzienlüke voorsprong van de groote be
drijven bleef en blüft bestendigd.
Verscheidene leden voerden nogmaals een
pleidooi voor het verbod van het machinaal
vervaardigen van sigaren boven een bepaal
den kostprijs.
Sommige leden hadden vernomen, dat
Minister van Economische Zaken bü de toe
passing van deze wet In het algemeen geen
ontheffing verleent. Indien een fabriek reeds
voor een zeker gedeelte gemechaniseerd is. Het
gevolg daarvan zou zün, dat sommige firma’s
de ontvangen orders niet behoorlük en op tüd
kunnen afleveren, ook al zouden zü de be
schikbare sigarenmakers volgens de vroegere
werkmethode te werk stellen. 'Er Is Immers In
sommige plaatsen een tekort aan geschoold
personeel en daarin kan niet zoo vlug worden
voorzien. Deze toepassing van de wet strookt,
naar het oordeel dezer leden, niet met de be
doeling van den wetgever.
Andere leden maanden in dit opzicht tot
voorzichtigheid aan. Uitbreiding van mecha
nisatie om wille van büzondere orders houdt,
naar de meenlng van deze leden, g
Sommige leden zouden de wet al<
wüzlgen, dat de bedrüfvraad als adviesorgaan
in concrete gevallen wordt uitgeschakeld en al
leen wordt gehoord voor de vaststelling van
algemeene rlchtlünen.
Vele andere leden verzetten zich tegen het
denkbeeld om den bedrüfsraad uit te schake
len.
Het in de eerste vraag gestelde
klaarblükelük ontleend aan een bericht,
dat dezer dagen in meerdere bladen vrij
wel gelükluidend is opgenomen en dat,
evenals vele andere berichten over vluch
telingengevallen van den laatsten tüd, een
tendentieus karakter draagt.
De werkelükheid la anders.
Voorts heeft de heer Moller CJ. (7 Katho
lieken, 2 Antl-Revolutionnairen en 3 Christ.-
Historischen) een amendement ingediend om
het begrootlngsartlkel 66 te verminderen met
1 gulden.
De bedoeling van dit amendement is tot
uiting te brengen, dat het niet verantwoord is,
gelden op de begrooting toe te staan vooropen
bare rüksschoien of afdeelingen daarvan, die
geheel overbodig sün, zooals de afd. A v»n de
Rüks HBS. te Leeuwarden naast de ge-
meentelüke H BS. A in dezelfde gemeente.
buitenlandsche mogendheid als het ware „pro-
voceeren de Nederlandsche neutraliteit te schen
den".
Met meer recht zou ik deze beschuldiging als
een ophitsing van een naburig Rük tegen ons
eigen land kunnen brandmerken. Gesteld voor
de keuze van Dr. van Rappard, die openlük
partü kiest voor annexatie van ons land door
Duitschland en deze meer omslachtige en be
dekte politiek der N SB., die de onderlinge bin-
nenlandsche geschillen hooger stelt, dan de
nationale solidariteit tegenover het buitenland,
aarzel ik niet Dr. van Rappard in geringer mate
gebrek aan vaderlandsliefde te verwüten, dan
waarvan de woordvoerder der Mussert-groep in
deze Kamer blük heeft gegeven.
Wanneer hü het zou wagen in het door hem
aanbeden vreemde land dergelüke landsgevaar-
lüke gedachten te uiten, dan zou hem niet al
leen het woord niet worden gegund, maar hü
zou groote kans loopen. dat hem zelfs den adem
sou worden benomen.
Geen verstandig mensch ft> ons land hecht
ook maar een grein waarde aan de door den
heer Rost openlük beleden nachtmerries.
Dat te constateeren was mün eenig doel.”
Aan teekenen van instemming met deze
krachtige verklaring ontbrak het in de Kamer
niet.
Rustig en zonder verder protest is het ge
zelschap daarna teruggereisd. Ook de perso
nen uit Amsterdam toonden zich van
juiste der gevolgde handelwüze overtuigd.
DEN HAAG, 25 November.
Nooit heeft Nederland een andere, dan een
zelfstand^heidspolitlek gevoerd. Het standpunt
van de neutraliteit, van onder alle omstandig
heden buiten leder conflict blüven, hebben wü
ook voor 1914 niet ingenomen. Wanneer wü ons
thans in de internationale samenleving voorbe
houden naar gelang van de omstandigheden
onze houding naar eigen Inzicht te bepalen, dan
handelen wü niet anders, dan wü in vroeger
tüden hebben gehandeld.
Aldus minister Patün in zün antwoord op de
beschouwingen in eersten termün aan zün be
grooting gewüd. Onze zelfstandigheidspolitiek
is niet nieuw, zü werd niet ingegeven door lou
ter opportunisme noch door een behoefte om
den Volkenbond dwars te zitten en zü streed
óók geenszins met de belangen vyi ons land.
Artikel 16 van het Pact werd van den beginne
af aan omstreden. Herhaaldelük poogde men den
tekst te veranderen, met niet meer succes, dan
dat de voorgestelde wüzigingen als evenzoovele
interpretaties werden aanvaard. Toen kwam het
moment, waarop de sancties voor het eerst zou
den worden toegepast in het conflict van Italië
tegen Abessynië. Nederland heeft zich toen niet
aan de toepassing onttrokken, doch ten koste
van aanzienlüke offers loyaal aan het welslagen
van de sancties meegewerkt. Van het oogenblik
af echter, waarop bleek, dat deze toepassing
mislukte, stond het voor ons en voor de andere
Oslo-Staten vast, dat aan Art. 16 geenerle! bin
dende kracht meer kan worden toegekend.
Meermalen werd dat onzerzüds verklaard en de
rede, die minister Patün in September JX in
bet belang van onze- nationale veiligheid te
Genève hield, vormde slechts een uitvoeriger
weergave van dit reeds geruimen tüd openlük
ingenomen standpunt.
De Minister ziet ook niet in,
opportunistisch is te zeggen, dat zoolang
Volkenbond niet
aan zün doel be
antwoordt, niet
aan dat doel
kén beantwoor
den omdat niet
alle groote Sta
ten meer lid
zün en omdat
hoe langer hoe
meer blokvor
ming binnen den
Bond
heeft.
Bond
op een blok in
Europa gaat
lüken, dat zóó
lang ieder lid
van dien Bond de bevoegdheid neemt in leder
geval zélf uit te maken of hü Art. 16 al dan
niet toepasselük zal achten.
Ongetwijfeld: deze toestand is verre van
ideaal. Ook de Minister zou graag een sterkeren
Bond wenschen, doch het heeft alleen academi
sche waarde daarover te dlscussieeren. Alleen
zooals de heer Rutgers van Rozenburg het pro
bleem gisteren stelde: over een Volkenbond
zonder sancties, een Volkenbond met advisee-
rende functie, een soort ronde-tafel-conferentie,
heeft het in de gegeven omstandigheden eenig
practlsch nut te praten. Op die wüze zou
momenteel een zekere universaliteit kunnen
worden herwonnen. Doch dit vormt geenszins
een einddoel. Een herleefde Volkenbond, die
althans in West-Europa de waarborgen zou
schenken, die de Volkenbond van vroeger aan
de heele wereld beloofde, zou een aanzienlüke
stap verder beteekenen. Maar wat geeft het
daarover onschuldige gedachtenwisselingen op
te setten. Wü hebben voorloopig de realiteit te
aanvaarden, dat de Volkenbond niet aan zün
doel heeft beantwoord. Daar hebben wü ons bü
neer te leggen.
Scheveningen, zal de Stichting Scheveningen
tot viering van nationale en Oranjegedenkda-
gen een krans leggen aan den voet van den
naald, het gedenkteeken, dat aan den Zeeweg,
tusschen den vuurtoren en hotel Zeerust, als
herinnering aan dit historisch feit is verrezen
De voorzitter der Stichting, de heer M. den
Heyer, zal daarbü een korte toespraak houden.
Na afloop van deze plechtigheid omstreeks
kwart over twee zal een gedenksteen worden
onthuld in perceel Keizerstraat 58. Dit gebouw
is de voormalige pastorie van ds. Petrus Faas-
sen de Heer, waar de Prins van Oranje na zün
aankomst eenige oogenbllkken heeft vertoefd,
om na de koude zeereis eenige ververschingen
te gebruiken. Hü werd daar ontvangen door de
beide dóchters van den predikant (deze «Tus zelf
afwezig, naar men zegt, gevlucht wegens ver
denking van overtreding van het continentaal
stelsel) en toegesproken door den oudsten be
woner van Scheveningen, Berkenbosch Blok.
Ter herinnering aan dit bezoek is in den
gevel van het gebouw een gedenksteen aange
bracht.
De burgemeester van 's-Gravenhage, mr. 8.
J. R. de Monchy, zal de onthulling verrichten.
Een getrouwe historische voorstelling van de
gebeurtenissen te Scheveningen op 17 en 30
November 1813 zal zün Woensdag 14 December.
Dan is de haringvisscherü geëindigd en kan de
geheele Óranjellevende bevolking van Scheve
ningen aan de feesten deelnemen.
Van het voorgevallene waren circa een
tiental op het perron aanwezigen getuige.
Te 18.42 arriveerden per trein een aantal van
25 Duitsch-Joodsche vluchtelingen, en te 19.42
een aantal van 11, allen uit Weenen. Onder
deze 36 vluchtelingen bevonden zich drie
vrouwelüke, de andere waren mannen van
leeftüden, varieerenöe tusschen 20 en 30 jaar,
behalve een tweetal, die reep. 50 en 54 jaar
oud waren. Zü waren allen in het bezit van
paspoorten. Als doel van binnenkomst gaven
zü op voornemen* te zün om verder te emi
greeren, zonder dat ook maar één hunner in
het bezit was van de daarvoor verelschte do
cumenten. Volgens een ontvangen bericht ston
den er in Emmerich op het station nog een
200-tal gereed.
Bü aankomst van belde treinen waren op
het perron geen personen uit Zevenaar aan
wezig. Slecht* waren uit Arnhem een tweetal
auto's gekomen met menschen om hen af te
halen, alzoo, naar is aan te nemen, ten hoogste
bevattende een 8-tal personen.
Donderdagavond hield de afdeellng Utrecht
van den R.K. Metaalbewerkersbond een buiten
gewone ledenvergadering in het gebouw van
K. en W waar het onderwerp „Naar een nieu
we gemeenschapwerd Ingeleid door den voor
zitter van het R.K. Werkliedenverbond, den
heer A. C. de Bruyn.
De voorzitter zette uiteen, boe het plan bü
het afdelingsbestuur gerüpt ia om te komen
tot het initiatief voor dezen avond en spreekt
daarna een kort „in memoriam” naar aanlei
ding van het overlijden van den heer J. Hen
driks, in leven eersten voorzitter van de afdee
llng.
Hierop verkrügt de heer A. C. de Bruyn bet
woord.
De vraag, aldus spr., kan gesteld worden, of
het nu wel de tüd is een actie in te zetten
en te organiseeren voor een nieuwe gemeen
schap. gezien de groote internationale crisis,
met zün oorlogsdreiging, Jodenvervolging en
geestelüke verdwazing, met zün economische
storingen en ais gevolg daarvan aanhoudende
werkloosheid. Het antwoord op die vraag is, dat
door dit alles de mótlveering voor onze actie
sterker is. Juist die geestelük* verwarring dat
zoeken naar iets betera, legt ons Katholieken
arbeiders, die vast overtuigd zün de naarheid
te bezitten, den plicht op, anderen den weg
te wüsen naar de gemeenschap van broeder
schap en sociale rechtvaardigheid. We zouden
schromelük verzaken, indien we in dezen tüd
van geestelüke eHende met de handen over el
kaar zouden blüven staan.
De leegheid van den geest bevredigt niet. Is
het niet verklaarbaar, dat zü. die den grond
onder hun voeten zien wegzinken, ae oogen
opheffen naar den stedehouder van Christus?
Spr. zet uiteen de veranderde mentaliteit van
veel andersdenkenden, waaruit een kentering
ten goede spreekt. Hieruit kunnen we zien, dat
wü den plicht hebben een apostolaat te ver
vullen en een maatschappü te bouwen, die be-
'woonbaar is voor onze Christelük* menschen
'''^3