Het Volkenbondsprobleem I Kerkelijk jaar MECHANISATIE IN DE SIGARENINDUSTRIE ANTWOORD AAN DE N.S.B. HET TERUGSTUREN VAN VLUCHTELINGEN Dr. J. B. Meenk’s Pellets TEGEN HOEST EN KKItrUN feta anders hebt O niet noedlg. SS et. per doosje (pl.m. MO tabl.) VERKRIJGBAAR BIJ APOTH EN DROGISTEN DE] DOUWE EGBERTS „Naar een nieuwe gemeenschap Oub-ftoOyptatiak J ZATERDAG 26 NOVEMBER 1938 VAN WEEK TOT WEEK Rede A. C. .de Bruyn OVERZICHT TWEEDE KAMER p EXAMEN RADIO-AMATEUR UIT DE STAATSCOURANT Wijzigingen in het morseschrift -.la Cacao I Onderhandelingen over de Joden Tweede Kamer oefent critiek op inhoud en toepatting der wet KATHOLIEKE ECONOMISCHE HOOCESCHOOL Amendement-Moiler ca. intake tubtidieering VLAAMSCHE REPORTER OVER AMSTERDAM Ondertcheidmg Poeterüen „Den geett van het geheele Neder landsche volk moeten we be reid maken, om tot wn nieuwe ordening te komen" Minitter Goteling verttrekt inlich tingen over voorhallen aan de grent Onthuling gedenksteen te Scheveningen '•y K 50 (Van onsen parlementairen redacteur) de 2 het waarom Minister Patijn van en tn. willen het de van mishandeling ver' scheidene Jonge meisjes Benoemd ia tot ridder in de orde van Oranje- Nassau, J. W. K. Ebbinge, voorzitter van da commissie van toezicht op de rijkstulnbouw- school te Boskoop. Op deze vragen heeft de minister van Ju stitie het volgende geantwoord: Met ingang van 1 December 1938 Is aan den referendaris der P.T.T., T. Panman, aangewe zen als directeur van het poet- en telegraaf kantoor te Wageningen, op zijn verzoek eervol ontslag verleend. VQsïslSj»; SCHOUT 15ct COOPVAERT 1Oct. PERViONS Wanneer we In onze actie van het standpunt uitgaan: „Alles voor het volk, het volk voor Christus", dan hebben we ons best gedaan en gelooven, dat Onze Lieve Heer ons werk zege nen zal. MaS? plaats Ja de zélf veel Onder de katholieke bevolking moet komen een geest van vertrouwen, zooals „Quadrage- simo Anno" zegt, er zal klaarheid komen ten aanzien van de vragen, wat In sociaal opzicht niet en wel mag gebeuren. Genezing is alleen te vinden In de Christelijke leer en den terug keer tot het Evangelie. Den geest van het ge heele Nederlandsche volk moeten we bereid ma ken om tot een nieuwe ordening te komen, toe gankelijk maken voor het goede; dit is de hoofdreden dat we gekomen zün tot deze actie. In het tweede gedeelte van zijn betoog be handelde spr. het concrete plan. De tijdsduur- van 3 Jaar Is gesteld, omdat de actie uitmondt In 1941 in Rome. Vertrouwd wordt, dat we dan den Paus goede resultaten kunnen mededeelen. Gerekend wordt, dat ongeveer 4000 arbeiders medegaan. Tot het welslagen van de actie is een speciaal propagandabureau Ingesteld. 'De pun ten van actie, die vastgelegd zijn, behandelde spr. uitvoerig. Woensdag 30 Novenil>er, den herdenkingsdag van de landing van den Prins van Oranje te -- 2811 de Stichting Scheveningen Hedenavond om 18.45 uur zal de K. R. O. in plaats van de aangekondlgde gramofoonmuziek, een reportage over Amsterdam uiteenden, zoo als deae voor den Belgischen omroep ia gege ven door een Vlaamschen reporter en welke door den K. R. O. op platen ia vastgelegd. De volle medewerking van het Doorluchtig Episcopaat is toegesegd. We vertrouwen op de instemming en activiteit van ons geheele Ka tholieke volk en in het bijzonder van onae RK. georganiseerde arbeiders. Het staat volgens spr. vast, dat. indien onze 200.000 georganlseerden achter ons staan, de leuze „Naar de nieuwe gemeenschap" in vervul ling gaat. Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer op het wetsontwerp tot verlen ging van den werkingsduur van de wet van 5 November 1936 houdende lijdelijke maatrege len betreffende de mechanisa.le in de sigaren - industrie. In verband hiermede heeft het Verbond besloten het 3-Jaren-pIan te organiseeren. Onze actie bedoelt niet een ledenwerving op de eerste plaats, maar versterking van de geestelijke kracht. Zoo krijgen w|j goede leden, met wie iets te beginnen is. Men schen, die op ideëele gronden toetreden, werklust en werkkracht kunnen demon- streeren. die geloof hebben en vertrouwen op eigen beginselen. Het Tweede Kamerlid Donker heeft aan den minister van Justitie gevraagd, of bet waar is, dat er op 23 November JX een groot* groep Joodsche vluchtelingen, onder wie een aantal, dat er in geslaagd was uit een concentratiekamp te ontsnappen en waarvan verscheidenen sporen irtoonden, benevens ver les en bejaarde lieden, aan het station te Zevenaar is aangekomen, en dat deze menschen per keerenden trein weer naar Dultschland zijn teruggezonden, nadat zich op het station hartroerende tafereelen hadden af gespeeld. Is de minister, ingeval voorgaande vraag be vestigend wordt beantwoord, bereid mede te deelen: a. om welke redenen, nadat de regeering toe gezegd heeft Joodsche vluchtelingen in zekere mate hier te lande toe te laten, aan bovenge noemde vluchtelingen de toegang is geweigerd? b. waarom in dit geval zelfs geen rekening is gehouden met het feit, dat een aantal dezer vluchtelingen levensgevaar althans lijfsgevaar dreigt, terwül vóór 10 November JX deze om standigheid voor de beoordeeling der toelating wei gewicht tn de schaal legde? De heer Moller ca (waarbij naast 10 Katholieken ook de Anti-Revolutlonnaire Tweede Kamerleden Zijlstra, Roosjen en Algera) heeft een amendement ingediend om den post in zake de subsldlën aan han- delshoogescholen te vermeerderen met 1 gulden. De bedoeling hiervan is, een principieels uitspraak te verkrijgen over het subsldlee- ren van de Katholieke economisch* hooge- school te Tilburg. Verscheidene leden meenden, dat het aan de naleving der wet ten goede zou komen, als de beslissingen van den minister betreffende de toelating van machines aan de vakbonden der arbeiders in het bedrijf werden medege deeld. Met ingang van 1 Januari 1939 wordt het afzonderlijke morse-teeken voor de ,xh” voer Nederland bulten gebruik gesteld. Dit teeken wordt dan als twee afzonderlijke letters „c” en „h” geseind, de punt wordt vervangen door *t teeken „punt streep punt streep, punt streep**, de komma door .streep streep punt punt streep streep.” Bij de overseinlng van groepen, bestaande uit cijfers en letters, moet tusschen de cijfers en de letters het teeken „punt streep punt punt streep” worden geseind. BIJ het eerstvolgend examen voor radio amateur behoort met deae wijzigingen rekening en de Regeering op welke wljae dan ook een te worden gehouden. deden onze voorouders, oor spronkelijk „tot vordering* der gesontheit." Maar ze wisten hun tabak zoo smakelijk te mengen en zoo goed te kerven, dat ze al gauw 't genot van hun pijp vóbr geen geld wilden missen. Een minister van Buitenlandsche Zaken, die alles zegt wat hjj weet, weet spoedig niets meer. De Kamer moest daar begrip voor aan den dag leggen maar in de heele Kamer zit géén oud-mlnlster van Buitenlandsche Zaken, zooals dat in het Engelsche parlement het geval pleegt te zijn. En de debatten dragen daarvan duidelijk de sporen. Men doet alsof deze bewindsman nonderduit kan praten omtrent wat binnens kamers met andere mogendheden werd bespro ken, vertrouwelijk of niet, en als de Minister geen antwoord geeft omdat hij het niet kén geven, taquineert men hem op alle mogelijke manieren. Zoo bijvoorbeeld in de Jodenkwestie. Moeten wli de grenzen verder open zetten voor de uit wijkende Duitsche Joden? Daar heeft de minis ter van Buitenlandsche. Zaken niets mee te maken. Wat hij daarover in antwoord aan ver schillende leden zei was wél zeer raak: de hee- ren weten nu toch hoe moeilijk het is voor de Nederlandsche Regeering, die hier in het land met 300.000 werkloozen zit en met een steeds groeiende bevolking, waarom maken de heeren het dan deze Regeering zoo lastig. Doch dat war hoogstens een persoonlijke opvatting. Die zaak gaat buiten hem om. Niet buiten hem om gaan de internationale besprekingen omtrent de toelating der uitwij kelingen. Daarin heeft de Nederlandsche mi nister van Buitenlandsche Zaken initiatief ge nomen. Eerst door langs dlplomatieken weg de vertrouwelijke vraag te doen stellen: wat den ken de andere Regeeringen te doen? Het ant woord daarop kan en mag de minister niet open baar maken. Toen heeft hjj opnieuw inlichtin gen gevraagd, te voren verklarend, dat hij deze Inlichtingen wenschte te publiceeren. Daarop zijn enkele antwoorden binnengekomen, maar, voor zoover den Minister bekend te, nog niet van Engeland. Mogelijk ligt het antwoord op zijn departement, doch hjj heeft een heelen stapel stukken moeten laten liggen door de besognes van het Belgische bezoek en van de behandeling zijner begrooting in de Tweede Kamer, zoodat het kén zijn, dat het Engelsche antwoord gisteren of eergisteren is binnengeko men. In dat geval zal alles gepubliceerd worden. Dét bracht linksch in opspraak! Waarom? „Wat heb ik met die praatjes te maken,” drukte de minister zich aan het eind van zijn repliek eenigszins ondiplomatiek uit maar gelijk had hljl Van praatjes geftroken: Dr. Kortenhorst, die behalve dat, breedvoerig de kwestie van het internationale luchtrecht ter tafel had ge bracht, rekende vlak nadat de heer de Mar chant et d’Ansembourg onder hoongelach van de Kamer zijn visie op het Jodenvraagstuk nog eens ten beste had gegeven, vlak nadat deze afgevaardigde als altijd fier als een haantje, ingenomen met zijn optreden, naar zijn plaats was teruggekeerd, in naam van de Katholieke fractie af met de Nationaal-Sociallsten in de Kamer en daarbuiten, die de Staatspartij hin derlijk volgen met hun bewering, dat deze hitst tegen Duitschland. Hij verklaarde letterlijk het volgende: „De gelegenheid tot repliek moge ik benutten om bij wijze van hooge uitzondering in te gaan op een zinsnede uit de rede van den afgevaar digde van den heer Mussert, gistermiddag in de Kamer gehouden. De NSB. schijnt in den laatsten tljd bljson- dere belangstelling te koesteren voor de R. K. Staatspartij, welke hü direct of langs een om weg verantwoordelijk stelt voor alel natuur- en andere rampen, welke ons land in het verleden, heden en toekomst hebben geteisterd, teisteren, zullen teisteren en wellicht nog zouden kunnen teisteren. Dit volgen van de hielen van onzen voet zou als hinderlijk aangemerkt kunnen worden wan neer wjj, katholieken, in Nederland niet geleerd hadden liever van die zijde gevreesd, dan be klaagd te worden en bovendien de aard van de tot ons gerichte beschuldigingen en verwijten als zoo paskwllllg, zoo fantastisch, zoo kinderlijk en zoo gespeend van eenige realiteit moest wor den aangemerkt, dat ik onverdiende eer aan dit soort politiek in colportage-roman-stljl zou be wijzen door er den cijns van mijn ernst aan te betalen. De reden, waarom ik op de geïncrimineerde passage wil ingaan is het 'feit, dat de kwistig gehouden redevoeringen van de Mussert-sekte in een deel van het buitenland meer aandacht trekken, dan in ons eigen land, wat op zichzelf niet zoo heel veel wil zeggen. In troebele tijden, als wü thans zonder onze schuld beleven, zou ik toch niet gaarne willen, dat onweersproken bleef de door niets gestaafde beschuldiging als zouden de R.KJ3.P Volgens een onmlddellljk ingezonden amb- telljk rapport is in den avond van 33 Novem ber 1938 op het station te Zevenaar het na volgende voorgevallen. Op 23 dezer met den trein van 11.13 aan komst te Zevenaar arriveerden 5 Joodsche Duitschers (dames en heeren), die voorgaven over België naar een Amerikaanschen staat te emigreeren. Zij werden afgehaald door 3 personen uit Amsterdam, de papieren enz. waren in orde, behoudens dat het doorreis- visum voor België ontbrak. Door den contro- leerenden ambtenaar werd uit dien hoofda doorgang geweigerd. Bjj de betrokkenen ver oorzaakte dit aanvankelijk groote opwinding. Speciaal een der dames (een meisje van circa 20 jaar) wond zich hevig op. terwijl een der Duitschers zich op de knieën liet vallen. Na dat de chef van den doorlaatpost de zaak rus tig uiteen had gezet, keerde spoedig de kalm te terug. In hun paspoorten werd de aantee- kenlng gesteld, dat zjj naar Düsseldorf werden teruggezonden, uitsluitend om aldaar het Bel gische translt-vteum te erlangen. Door een ter plaatse aanwezigen vertegenwoordiger van het Joodsche vluchtellngen-comité werd voor het gezelschap telefonisch logies besproken in Em merich. .-■.T r niet volledig vervullen. Moeder zijn, beteekent mild zijn, hoe zwaar en hoe bitter het leven ook valt. Wijs en mild is daarom de heilige Katholieke Kerk, de moederlijke, die haar moederlijkheid niet alleen openbaart in haar bereidheid cm al haar kinderen ten uiterste te beminnen en om voor allen altijd opnieuw genade te verwerven maar die ook de wijsheid van haar mildheid toont door de rijke hoeveelheid van gedenk dagen en Innige feesten, waarvan zij elk Jaar tot een cyclus maakt. Deze moederlijke Jaarkring staat opnieuw aan zijn begin, nu de Advent is aangebroken met zijn blijde verzekering, dat de Verlossing nabij is. Is dit niet gelijk aan den Nieuwjaarsdag in een goed gezin, waar alle kinderen gereed staan om haar, die het middelpunt van de saamhoorigheid is, hun beste wenschen hartelijk te bieden? Het nieuwe jaar zal weer alle fees ten opnieuw brengen: al de verjaardagen, al de gedenkdagen, nieuwe feesten misschien: het communiefeest van een der kinderenwie weet, een bruiloft? De kinderen hopen met de moeder, dat het voor allen een gelukkig jaar zal zijn. En zjj weten, dat het een gélukkig jaar zal wtorden door de moeder. Zoo is dit Kerkelijk Nieuwjaar in een leven, waarin alles herhaling schijnt en hervatting van de dagelijksche taak, toch een dag van vernieuwing, omdat de oude liefde nieuw straalt utt de gezichten van de kinderen en de oude, nimmer teleurgestelde verwachting, weer nieuw wordt in de harten. Want Hij, Wien al onze feestdagen gelden, is Degene, Die spreekt: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw”. Het leven van den geloovlge is een gedurig herhaald begin. Het mag geen stilstand ken nen, want stilstand is achteruitgang. Onbeoe fende liefde verflauwt en sterft af. Het leven van de genade, dat bij het Doopsel een aan vang nam, vraagt altijd door om groei, en wil met zorg onderhouden worden, als het leven van ons lichaam. Zonder adem, zonder licht, aonder voedsel, kan het niet voortbestaan. En aooals een huisvrouw eiken morgen opnieuw begint met dezelfde werkzaamheden, die tot de Instandhouding van haar gezin noodzakelijk zijn, slechte de zorg vermeerderend, naarmate het gezin zich uitbeeldt en de gezinsleden groeien, zoo moet de chrlstenmensch dagelijks opnieuw als van voren af aan bezig zijn met de zorg voor zijn ziel. Er is iets treffends in den arbeid van de huismoeder, wanneer wij dezen met het werk van den man vergelijken. Immers die arbeid herhaalt zich dagelijks, be staat uit tallooze verscheiden onderdeelen en schijnt geen voortgang te kennen, terwijl daar entegen het werk van den man een begin en een einde heeft, groote eenheid vertoont en altijd vooruitgaat. De man ziet de resultaten van zijn werk in de toekomst. De arbeid der vrouw* schijnt geen toekomst te kennen. Een halven middag besteedt zü aan de bereiding van spijzen, die in weinige oogenbllkken ver orberd zullen zijn. Haar blijven de ledige scho tels, die zü zal schoonmaken, in de zekerheid, dat ze den volgenden dag weer gebruikt en weer gëwasscben moeten worden. Zij maakt bedden op, die telkens weer beslapen, telkens weer op gemaakt willen zijn, en er komt voor het eerst een groote weemoed in haar moederleven, wan neer zij één van de bedden niet meer behoeft op te maken, één van de borden niet meer be hoeft om te wasschen, één van de stoelen niet meer behoeft bij te schuiven, voordat het gezin aan tafel gaat. Honderden dingen doet de vrouw, en geen dier dingen beklijft Ze stopt de gaten in kousen, die opnieuw kapot zullen gaan. Zij herstelt kleederen, die toch zullen slijten. In iedere vrouw leeft Penelope, de ge trouwe, wier weefsel, overdag gesponnen, over nacht uiteengerafeld werd, zoodat het niet vol tooi werd, voordat zij weder met haar bruide gom Odysseus werd vereenlgd. Maar is dit beeld van den onvoltooibaren arbeid det vrouw niet tevens een beeld van het christelijk leven, dat een gedurige zorg veron derstelt voor de ziel? Er is weinig verschil in de dagen van een kloosterling. De bonte en grillige afwisseling, die het wereldsche vermaak biedt, wordt door de kloosterlijke dag-indeeling geens- rins nagejaagd. Integendeel schijnt alles er zoo veel mogelijk op gericht om den nieuwen dag aan den vorigen gelijk te maken. Precies als bij de vrouw, die geen van haar werkzaamhe den verwaarloozen mag en daarom haar vaste volgorde heeft van opstaan, kinderen helpen, koffiezetten, ontbijt klaar maken,' schooltasschen nazien, katners doen, bÖód«happen loopen, opwasschen, middagmaal voorbereiden, en zoo tot den avond, Wanneer zü nagaat, of de deu ren goed gesloten zijn, de kinderen warm on dergestopt, alvorens zelf ter ruste te gaan, is ook het leven onderverdeeld van hen, die aan de sorg voor de ziel hun eenige aandacht wijnen. Er wordt op tijd opgestaan, gemediteerd, ge dongen. misgehoord, te communie gegaan, hand werk verricht, gebeden, tot het uur van het gewetensonderzoek, dat voorafgaat aan de nachtrust. Eiken dag begint dit alles opnieuw, en zooals de huismoeder geen ander resultaat ziet dan dat alles goed en geregeld gaat in haar opgroeiend gezin, zoo ziet de christen, die zün ziel verzorgt, geen andere winst dan dat het geestelijke leven zijn gewonen voortgang neemt, spüte moeilijkheden en vermoeienissen. Men kan van een huisvrouw niet zeggen, dat er een dag zou zijn, waarop zü haar werk zaamheden geheel vernieuwt, want deze werk zaamheden verdragen geen vernieuwing. Ze blijven eender, van het huwelijk tot den dood Ze «lorden alleen zwaarder met het klimmen tan de Jaren en het toenemen der verantwoor delijkheid. Ook de christen kent geen eigenlüke vernieu wing van zün plichten. Tot zijn dood toe zaï hij weten, wat hjj te doen heeft en wat hü te vermijden heeft om zün ziel te voeren tot de bekronende vereenlging met haren Bruidegom die haar eeuwig geluk zal zün. Maar toch kent het gezin zün feestdagen, die door hun innigheid den band der onderlinge genegenheid versterken en onderhouden, en van deze feestdagen, waarop alle arbeid in vreug de gedaan wordt, gaat voor alle gezinsleden *en kracht uit, die zich zal laten gelden, als *r ooit een moeilüke tüd komt, en de hulselüke “amhoorigheid door kleine oneenigheden ver- stoord dreigt te worden, of de hulselüke vreug de door groot verdriet wordt aangetast. Het blijft voor lederen man in zün leven een kracht, “eh te herinneren, hoe prettig het thuis was op «n moeders verjaardag. Waarheen hü ook ge zworven mocht zün, en hoezeer door menig •oteeval van de zünen vervreemd, nooit zal hü »oo eenzelvig worden of de hulselüke feestdagen «üner Jeugd hebbën mede zün karakter ge- vovmd. en Jndien het waarlük feesten voor bem «teen, zal hun vorming hem wapenen te8*|i de wanhoop en hem behoeden voor den dlëpsten ondergang. Zoo heeft de Kerk haar feesjen, waarop de *“18 voor de ziel, dat wil zeggen, de zorg voor herdenken van de glorierijke gebeurtenissen uit Uefde, inniger wordt en hartelüker door het “t leven onzer voorbeelden, Jezus Zeil en de «oede heiligen. Een ziel, die de heerlükheld van “ze feesten der Kerk heeft beleefd, kan ver tan huls verdwalen, maar indien bet voor haar WtarlÜk feesten geweest zün, zal zü op haar ooitocht door de ellenden eener zondige we- het heimwee medevoeren, dat haar tot op “et uiterste oogenblik kan redden .voor de Uefde. 08 woeder, die met hoe eenvoudige ddelen ook haren kinderen mooie gbzins- eezten weet te schenken, waarnaar zü verlan- kend uitzien en waaraan zü met opgetogen- eid terugdenken. Een moeder mag een vrome *n arbeidzame vrouw zün, hard voor zichzelf, en «edurig bezig, maar wanneer zü niet in het ««naleven den glimlach van het feestelijke De betrokken vreemdelingen vertoonden geen van allen sporen van mishandeling. Niemand van hen heeft zich op de knieën geworpen. Geen meisje is buiten bewustzijn geraakt Niemand heeft het voornemen om zelfmoord te plegen geopperd. Kr bestond dan ook voor de ambtenaren, volgens hun eigen verklaring, geen aanleiding om tot tranen geroerd'te zijn. Van „terug drij ven” is geen sprake geweest Hieraan wordt om. het volgende ontleend: De instemming met dit voorstel tot verlen ging van den werkingsduur dezer wet belette evenwel niet, dat op den inhoud en de toe passing van de wet critiek werd uitgeoefend. Zoo betreurden eenige leden, dat de regee ring In 1936 niet krachtiger heeft Ingegrepen. De aanzienlüke voorsprong van de groote be drijven bleef en blüft bestendigd. Verscheidene leden voerden nogmaals een pleidooi voor het verbod van het machinaal vervaardigen van sigaren boven een bepaal den kostprijs. Sommige leden hadden vernomen, dat Minister van Economische Zaken bü de toe passing van deze wet In het algemeen geen ontheffing verleent. Indien een fabriek reeds voor een zeker gedeelte gemechaniseerd is. Het gevolg daarvan zou zün, dat sommige firma’s de ontvangen orders niet behoorlük en op tüd kunnen afleveren, ook al zouden zü de be schikbare sigarenmakers volgens de vroegere werkmethode te werk stellen. 'Er Is Immers In sommige plaatsen een tekort aan geschoold personeel en daarin kan niet zoo vlug worden voorzien. Deze toepassing van de wet strookt, naar het oordeel dezer leden, niet met de be doeling van den wetgever. Andere leden maanden in dit opzicht tot voorzichtigheid aan. Uitbreiding van mecha nisatie om wille van büzondere orders houdt, naar de meenlng van deze leden, g Sommige leden zouden de wet al< wüzlgen, dat de bedrüfvraad als adviesorgaan in concrete gevallen wordt uitgeschakeld en al leen wordt gehoord voor de vaststelling van algemeene rlchtlünen. Vele andere leden verzetten zich tegen het denkbeeld om den bedrüfsraad uit te schake len. Het in de eerste vraag gestelde klaarblükelük ontleend aan een bericht, dat dezer dagen in meerdere bladen vrij wel gelükluidend is opgenomen en dat, evenals vele andere berichten over vluch telingengevallen van den laatsten tüd, een tendentieus karakter draagt. De werkelükheid la anders. Voorts heeft de heer Moller CJ. (7 Katho lieken, 2 Antl-Revolutionnairen en 3 Christ.- Historischen) een amendement ingediend om het begrootlngsartlkel 66 te verminderen met 1 gulden. De bedoeling van dit amendement is tot uiting te brengen, dat het niet verantwoord is, gelden op de begrooting toe te staan vooropen bare rüksschoien of afdeelingen daarvan, die geheel overbodig sün, zooals de afd. A v»n de Rüks HBS. te Leeuwarden naast de ge- meentelüke H BS. A in dezelfde gemeente. buitenlandsche mogendheid als het ware „pro- voceeren de Nederlandsche neutraliteit te schen den". Met meer recht zou ik deze beschuldiging als een ophitsing van een naburig Rük tegen ons eigen land kunnen brandmerken. Gesteld voor de keuze van Dr. van Rappard, die openlük partü kiest voor annexatie van ons land door Duitschland en deze meer omslachtige en be dekte politiek der N SB., die de onderlinge bin- nenlandsche geschillen hooger stelt, dan de nationale solidariteit tegenover het buitenland, aarzel ik niet Dr. van Rappard in geringer mate gebrek aan vaderlandsliefde te verwüten, dan waarvan de woordvoerder der Mussert-groep in deze Kamer blük heeft gegeven. Wanneer hü het zou wagen in het door hem aanbeden vreemde land dergelüke landsgevaar- lüke gedachten te uiten, dan zou hem niet al leen het woord niet worden gegund, maar hü zou groote kans loopen. dat hem zelfs den adem sou worden benomen. Geen verstandig mensch ft> ons land hecht ook maar een grein waarde aan de door den heer Rost openlük beleden nachtmerries. Dat te constateeren was mün eenig doel.” Aan teekenen van instemming met deze krachtige verklaring ontbrak het in de Kamer niet. Rustig en zonder verder protest is het ge zelschap daarna teruggereisd. Ook de perso nen uit Amsterdam toonden zich van juiste der gevolgde handelwüze overtuigd. DEN HAAG, 25 November. Nooit heeft Nederland een andere, dan een zelfstand^heidspolitlek gevoerd. Het standpunt van de neutraliteit, van onder alle omstandig heden buiten leder conflict blüven, hebben wü ook voor 1914 niet ingenomen. Wanneer wü ons thans in de internationale samenleving voorbe houden naar gelang van de omstandigheden onze houding naar eigen Inzicht te bepalen, dan handelen wü niet anders, dan wü in vroeger tüden hebben gehandeld. Aldus minister Patün in zün antwoord op de beschouwingen in eersten termün aan zün be grooting gewüd. Onze zelfstandigheidspolitiek is niet nieuw, zü werd niet ingegeven door lou ter opportunisme noch door een behoefte om den Volkenbond dwars te zitten en zü streed óók geenszins met de belangen vyi ons land. Artikel 16 van het Pact werd van den beginne af aan omstreden. Herhaaldelük poogde men den tekst te veranderen, met niet meer succes, dan dat de voorgestelde wüzigingen als evenzoovele interpretaties werden aanvaard. Toen kwam het moment, waarop de sancties voor het eerst zou den worden toegepast in het conflict van Italië tegen Abessynië. Nederland heeft zich toen niet aan de toepassing onttrokken, doch ten koste van aanzienlüke offers loyaal aan het welslagen van de sancties meegewerkt. Van het oogenblik af echter, waarop bleek, dat deze toepassing mislukte, stond het voor ons en voor de andere Oslo-Staten vast, dat aan Art. 16 geenerle! bin dende kracht meer kan worden toegekend. Meermalen werd dat onzerzüds verklaard en de rede, die minister Patün in September JX in bet belang van onze- nationale veiligheid te Genève hield, vormde slechts een uitvoeriger weergave van dit reeds geruimen tüd openlük ingenomen standpunt. De Minister ziet ook niet in, opportunistisch is te zeggen, dat zoolang Volkenbond niet aan zün doel be antwoordt, niet aan dat doel kén beantwoor den omdat niet alle groote Sta ten meer lid zün en omdat hoe langer hoe meer blokvor ming binnen den Bond heeft. Bond op een blok in Europa gaat lüken, dat zóó lang ieder lid van dien Bond de bevoegdheid neemt in leder geval zélf uit te maken of hü Art. 16 al dan niet toepasselük zal achten. Ongetwijfeld: deze toestand is verre van ideaal. Ook de Minister zou graag een sterkeren Bond wenschen, doch het heeft alleen academi sche waarde daarover te dlscussieeren. Alleen zooals de heer Rutgers van Rozenburg het pro bleem gisteren stelde: over een Volkenbond zonder sancties, een Volkenbond met advisee- rende functie, een soort ronde-tafel-conferentie, heeft het in de gegeven omstandigheden eenig practlsch nut te praten. Op die wüze zou momenteel een zekere universaliteit kunnen worden herwonnen. Doch dit vormt geenszins een einddoel. Een herleefde Volkenbond, die althans in West-Europa de waarborgen zou schenken, die de Volkenbond van vroeger aan de heele wereld beloofde, zou een aanzienlüke stap verder beteekenen. Maar wat geeft het daarover onschuldige gedachtenwisselingen op te setten. Wü hebben voorloopig de realiteit te aanvaarden, dat de Volkenbond niet aan zün doel heeft beantwoord. Daar hebben wü ons bü neer te leggen. Scheveningen, zal de Stichting Scheveningen tot viering van nationale en Oranjegedenkda- gen een krans leggen aan den voet van den naald, het gedenkteeken, dat aan den Zeeweg, tusschen den vuurtoren en hotel Zeerust, als herinnering aan dit historisch feit is verrezen De voorzitter der Stichting, de heer M. den Heyer, zal daarbü een korte toespraak houden. Na afloop van deze plechtigheid omstreeks kwart over twee zal een gedenksteen worden onthuld in perceel Keizerstraat 58. Dit gebouw is de voormalige pastorie van ds. Petrus Faas- sen de Heer, waar de Prins van Oranje na zün aankomst eenige oogenbllkken heeft vertoefd, om na de koude zeereis eenige ververschingen te gebruiken. Hü werd daar ontvangen door de beide dóchters van den predikant (deze «Tus zelf afwezig, naar men zegt, gevlucht wegens ver denking van overtreding van het continentaal stelsel) en toegesproken door den oudsten be woner van Scheveningen, Berkenbosch Blok. Ter herinnering aan dit bezoek is in den gevel van het gebouw een gedenksteen aange bracht. De burgemeester van 's-Gravenhage, mr. 8. J. R. de Monchy, zal de onthulling verrichten. Een getrouwe historische voorstelling van de gebeurtenissen te Scheveningen op 17 en 30 November 1813 zal zün Woensdag 14 December. Dan is de haringvisscherü geëindigd en kan de geheele Óranjellevende bevolking van Scheve ningen aan de feesten deelnemen. Van het voorgevallene waren circa een tiental op het perron aanwezigen getuige. Te 18.42 arriveerden per trein een aantal van 25 Duitsch-Joodsche vluchtelingen, en te 19.42 een aantal van 11, allen uit Weenen. Onder deze 36 vluchtelingen bevonden zich drie vrouwelüke, de andere waren mannen van leeftüden, varieerenöe tusschen 20 en 30 jaar, behalve een tweetal, die reep. 50 en 54 jaar oud waren. Zü waren allen in het bezit van paspoorten. Als doel van binnenkomst gaven zü op voornemen* te zün om verder te emi greeren, zonder dat ook maar één hunner in het bezit was van de daarvoor verelschte do cumenten. Volgens een ontvangen bericht ston den er in Emmerich op het station nog een 200-tal gereed. Bü aankomst van belde treinen waren op het perron geen personen uit Zevenaar aan wezig. Slecht* waren uit Arnhem een tweetal auto's gekomen met menschen om hen af te halen, alzoo, naar is aan te nemen, ten hoogste bevattende een 8-tal personen. Donderdagavond hield de afdeellng Utrecht van den R.K. Metaalbewerkersbond een buiten gewone ledenvergadering in het gebouw van K. en W waar het onderwerp „Naar een nieu we gemeenschapwerd Ingeleid door den voor zitter van het R.K. Werkliedenverbond, den heer A. C. de Bruyn. De voorzitter zette uiteen, boe het plan bü het afdelingsbestuur gerüpt ia om te komen tot het initiatief voor dezen avond en spreekt daarna een kort „in memoriam” naar aanlei ding van het overlijden van den heer J. Hen driks, in leven eersten voorzitter van de afdee llng. Hierop verkrügt de heer A. C. de Bruyn bet woord. De vraag, aldus spr., kan gesteld worden, of het nu wel de tüd is een actie in te zetten en te organiseeren voor een nieuwe gemeen schap. gezien de groote internationale crisis, met zün oorlogsdreiging, Jodenvervolging en geestelüke verdwazing, met zün economische storingen en ais gevolg daarvan aanhoudende werkloosheid. Het antwoord op die vraag is, dat door dit alles de mótlveering voor onze actie sterker is. Juist die geestelük* verwarring dat zoeken naar iets betera, legt ons Katholieken arbeiders, die vast overtuigd zün de naarheid te bezitten, den plicht op, anderen den weg te wüsen naar de gemeenschap van broeder schap en sociale rechtvaardigheid. We zouden schromelük verzaken, indien we in dezen tüd van geestelüke eHende met de handen over el kaar zouden blüven staan. De leegheid van den geest bevredigt niet. Is het niet verklaarbaar, dat zü. die den grond onder hun voeten zien wegzinken, ae oogen opheffen naar den stedehouder van Christus? Spr. zet uiteen de veranderde mentaliteit van veel andersdenkenden, waaruit een kentering ten goede spreekt. Hieruit kunnen we zien, dat wü den plicht hebben een apostolaat te ver vullen en een maatschappü te bouwen, die be- 'woonbaar is voor onze Christelük* menschen '''^3

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 19