vanden day
BARI
ZCetv&Aaal
ik'
AaBe
De avonturen van een ,verkeersagentje
Ws
OLIËN
IM
De man van Iracema j
POOR QTFRID VON HANSTEIN
IBM
ALLEABONNÉ’S F 750.- F750.-l=Z^Z F 250.-
a
Belangrijke Italiaansche
haven
k.
ïders
r
n
r-
VOOR
Voedt Uw huid nachts met Purol
Declamatie van „A Christmas
Carol”
I
f
DINSDAG 6 DECEMBER 1938
r
eld
-
r
W:
bezoek
Dr. J. B. van Amerongen geeft zijn
honderdsten avond
I
i Het vreemde
ÏW Hl l
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
1
v
,-Een
Dickens wakker
De basiliek van den H. Nicolaas te Bari
Landshuis te Hulst
AkV
7/a
/I
l
(Nadruk verboden)
■e
spreken had den zieke zichtbaar
(Wordt vervolgd)
4
En dadelijk gingen «ij langs den hun bekenden weg door
een hollen boom naar het paleis van den konlng der kabouters
De weg behoefde hen niet te worden gewezen. Achter hen ging
de kabouter, die onudchtig den ingang naar het paleis weer sloot.
Weer moesten zü langs een smalle trap naar beneden, maar
dit was voor belden geen beswaar.
2®9
2t0
150
240
28*
10*
lOi
„Mag ik u nog Mezen brief geven Ik geloof,
dat die een einde aan uw twijfel zal maken.”
De consul las:
,ungomare della Flera del Levante
Iromenade van de Levant-Jaarbeurs.
Op 17 December sal het de honderdste keer
sün, dat Dr. J. B. van Amerongen Dicken’s
„A Christmas Carol’', met 4A voordracht waar
van hij in de afgeloopen jaren in vele plaatsen
zooveel succes mocht oogstten, in eigen ver
taling ten gehoore sal brengen.
Gedachtig aan wat Werumeus Buning oa.
van Dr. van Amerongen's optreden te Amster
dam in 1837 schreef. nJ.:
.3
HU
hU
)ec.
ik. bede»
irt*
13.70
4.84*
30 97*
4171*
e boeren
«6 Blo
22m
162
151
106*
87*
58
55
3
89
111
122*
118
107
109
192
1«3
81
want sU wordt er zoo zacht en mooi, zuiver en gezond door. Doe dit 1 of 2 x per week.
Ook vetwormpjes, vlekjes, pukkels en uitslag verdwijnen er door. Tube 45. Doos 80-30 ct
38 45
44.37*
h *32S
1.84
9.70
632*
M»
1*
1*
13’
eesd-
s Noor:-
ude kip-
wn 30—
er stuk.
-330 per
kalkoe-
Het was tien dagen later, denselfden dag,
waarop Iracema en Robert in Londen aankwa
men.
Alfonso Figuelra zat te Lissabon op zijn privé
kantoor op de eerste verdieping van het aan
de Pracs Dom Pedro gelegen kantoorgebouw
van de firma Severing te Figuelra, I iesshnn-
Rto de Janeizo.
op-«
>n He»w
oerd.ffl
uks m
it f M-
e koeten
ilkkoeien
5 stieren
76—140
—48 per
nuchtere
f 11-U
-57 per
per stak,
g;
ten f3-
een der beide passen, want de pas op naam van
Jenkins had zijn bezoeker hem nu ook wet-
handlgd.
„Neem mU niet kwalUk. Maar ook op de foto
in den tweeden pas lük je «1 heel weinig. Al Is
het ongetwUfeld wat meer dan op die in den
eersten."
„Maar oom, dat ben ik ook niet al heeft
tot op heden dat nog niemand bemerkt en op
de andere was ik nog maar een kind, nog niet
door de Brazlllaansche zon gebrand en in mün
Jongelingsjaren was mijn haar veel lichter.
Senjor Figuelra weet dat allemaal. Overigens
neem ik u uw tw0fel volstrekt niet kwalUk.
Wanneer u dat sou willen, rtfd ik direct naar
Funchal om de politie te verzoeken mijn vinger
afdruk te oontroleeren."
Severing dacht gerulmen tüd na.
„Ik geloof het dan maar. Ik moet je wel ge-
looven. Ik heb ook nog den brief van Figuelra.
Maar alles is zoo ongewoon en zoo verrassend.
Je moet mü wat tüd laten.”
Het vele
Ingespannen.
„Mag ik u nu wat alleen laten, beste oom,
dat u wat rusten kan?”
Ja, daar waren ze weder op de plek in het bosch. staar zü
vroeger ook waren geweest En het duurde niet lang of de
kabouters, die het geronk van de machine hadden gehoord,
kwamen van alle kanten aanloopen. Uit holle boeman, achter
rotsen verschenen de kabouters, biU, dat zü hun vrienden
weer zagen.
Sint
rtitt
den
wg.
dan
nd,
een
wen
tnst
uu-
ka-
uck
’-zen
lige,
i en
tan
De
eeld
ezen
merken, dat ik aan de Dultsche familie denk en
het is heel goed mogelük. dat zU neef Robert
met heel andere oogen zal aanzien dan den
Engelschman Jenkins.
„Beste oom, ik voeg mü natuurlijk heele-
maal naar uw plannen. U weet, hoe ik van
Iraoema houd, en dat mijn eenigste streven sal
zün, de firma verder uit te bouwen laat mij
hopen, nog heel lang onder uw toezicht! -2 en
tot nog grooteren bloei te brengen. Daarvan
kunt U zich overtuigd houden."
Toen vroeg de oude heer:
„Heb je geen foto van je moeder?’’
„Ja sekerl”
Hjj overhandigde hem haar fotografie. Seve
ring zag, dat'ze in Rome gemaakt was.
„Je lijkt op haar, als twee druppels water
Ik heb mijn Italiaansche schoonzuster nooit
gezien.”
Juffrouw Turner, de eigenares van het pen
sion. kwam binnen.
.Hoe maakt U het, meneer Severing?”
„Goed, heel goed. Mag ik U mijn neef, en toe-
komstlgen compagnon, den heer Robert Severing
voorstellen? Hl) zal mi] een paar dagen gezel
schap houden.”
Mr. Reyding. de officier van justitie, klapte
met een zucht het dossier dicht en leunde, zicht
baar vermoeid, achterover in zijn stoel. Hü keek
op de klok. Half twee al. Dat was nachtwerk
geworden, dit keer, maar hij had de acten van
daag nog moeten doorzien en kon het werk niet
uitstellen tot morgen. Enfin, het was gelukkig
klaar. Hij zou zich ter ruste begeven. Morgen
wachtte weer een drukke dag.
Het was heel stil in huis De andere bewoners
waren allang naar bed en van buiten drongen
slechts enkele geluiden door van de op eenige
kilometers afstand liggende stad.
Mr. Reyding was juist van plan op te staan,
toen een geluld, dat uit de richting van de ven
sters kwam, zijn aandacht trok. Een oogenblik
later weken de portlères vaneen en een slanke,
gemaskerde man van middelbare grootte, die
een kleine revolver op mr. Reyding gericht hield,
kwam te voorschijn. Deze schrok, maar hij wist
zich te bedwingen en zijn tegenwoordigheid van
geest te behouden. Hij zag onmiddellijk in. dat
hij in de gegeven omstandigheden weinig zou
kunnen doen en dus wachtte hjj af.
„Wel, mijnheer Reyding.’ zei de man. die nog
steeds bij de gordijnen stond, „t sal u ongetwij
feld verrassen, op dezen ongewonen tijd nog be
zoek te ontvangen, en dan nog wel door het
raam. Mag ik u verzoeken met uw stoel iets
achteruit te gaan? Dat geeft een rustiger idee.”
De stem was spottend en koud, maar niet on
beschaafd. Mr. Reyding deed wat de man hem
beval. Dese kwam nu langzaam naderbij en ging
tegenover hem aan de andere zijde van het
bureau zitten.
„Zoo.” zei hij, „Ik zal de revolver nier voor
mü neerliggen, maar ik geef u in overweging
geen onbezonnen beweging te maken, want dat
zou u slecht bekomen.”
„Mijnheer,” begon mr. Reyding
..Een oogenblik.” onderbrak de man hem.
„voordat u iets zeggen gaat, voel ik mij beleefd
heidshalve verplicht u het doel van mijn komst
kenbaar te maken.”
Mr. Reyding bromde iets en zweeg toen maar,
wat hij raadzamer achtte.
jqjk eens, geachte heer Reyding.” vervolgde
de man, ,Jk zal het kort maken om u niet on-
noodig lang in nieuwsgierigheid te laten zitten
Mijn aanwezigheid beteekent voor U het einde
van uw leven.”
De man wachtte even om het effect van zijn
woorden te kunnen waarnemen. Een lichte schok
ging door mr. Reyding HU werd lets Meeker,
maar wist zich weer te beheerschen.
„Dat is geen prettig gehoor, dat begrijp ik.
maan er bestaat voor mij ook geen reden om u
aangenaam te zijn. Integendeel, waarde heer,
de gevoelens die ik ten opzichte van u koester
zUn allerminst van vrlendelüken aard, dat zult
u langzamerhand wel hebben begrepen Een
sarcastisch lachje begeleidde de laatste woorden
„Ik ben.” zei de man, „degene, die door uw
toedoen Indertijd tot acht jaren gevangenisstraf
werd veroordeeld wegens een juweelendlefstal
dien ik sou hebben gepleegd. Alhoewel ik mijn
onschuld volhield, heeft u den elsch toch door
gezet en ik heb die acht jaren moeten op
knappen."
Achter het masker waren een paar fel schit
terende oogen op den officier van justitie ge
richt. Deze werd nu onrustiger, maar hU zag
kans het te verbergen. Het geval herinnerde hit
zich. Het ging toen om den diefstal van een
partij reer waerdev'-.lle diamanten. HU had, over
tuigd van de schuld van den veroordeelde, een
groot bewijsmateriaal tegen hem verzameld en
hoewel deze tot het einde toe hartstochten) k
was blijven ontkennen, had hjj de veroordeeling
weten door te drijven.
.JJirect na de uitspraak van het vonnis.' ging
de man verder, „nam Ik het besluit mU te wre
ken. Die gedachte was mU al de jaren tot troost
en 1 was alsof dat den afschuwelUken gevan
genistijd minder erg deed schünen. Ik ben drie
dagen geleden ontslagen en het uur van mijn
wraakneming is gekomen. U zult mUn veroor-
„Mijn beste vriend.
Joo Jenkins is Inderdaad Je neef Robert Seve
ring. Ik zelf gaf hem indertijd den raad zijn
naam te veranderen. In de hoop spoedig Je
volkomen genezing te vernemen:
Je toegenegen Alfonso Figuelra.
ttar la,
N.
'oer tett
Schapen
M. pru-
ge week,
®a. fes
Ogenhe;-
1.7» pr
4 15-3
msg
1 «8-77
STOO u
leowroot
4 rtujge
vaat
n Pnai.
aachpeer
per IN
-LM,"?
loemkool
.0, One-
el 3.40—
tetuun»
IA Vee-
lo. San-
8. klebe
„Vreemd, vreemd. Ik begrijp in .het bijzonder
niet, waarom je drie Jaar geleden, toen je naar
Lissabon kwam, mU niets gezegd hebt!”
„Ook dat is heel begrijpelijk. Ik wist toen van
Figuelra, dat u reeds voor den oorlog met uw
Dultsche relaties had gebroken. In het bijzon
der met mijn vader, die kort na mijn moeder
stierf. Ik geloof niet, dat u toen een plotseling
opduikenden Dultschen neef met open armen
zou hebben ontvangen. Ook Figuefra raadde mU
aan voorloopig mijn incognito te bewaren.
Nadat u mU eenmaal als Jenkins had leeren
kennen, leek het al heel ongeschikt zonder
eenige aanleiding met de bekentenis aan te
komen. Ik wil ook gaarne toegeven dat ik in
den loop der Jaren veel meer Braziliaan dan
Engelschman geworden ben en het waarschUn-
lük mijn heele leven, niettegenstaande mijn
Engelschen naam gebleven zou zUn. Maar als uw
eigen neef kon ik niet onder een valschen naam
uw compagnon worden. Ik moest u dit alles be
kennen, zelfs op het gevaar af van uw vertrou
wen te verliezen
Da comul keek tekrens veer beurtelings in
VOO»,
t„ JU-.
Het kasteel geeft uitzicht op de strandpro
menade, de Lungomare Trieste geheeten, van
welke de
aftakt, de
Met de Lungomare Crlstoforo Colombo samen
vormen deze prachtige promenaden, die nu
zeven kilometer lang zUn en een der prach
tigste strandwandelingen van heel Italië vor
men, een schitterende omlUsting van de haven,
die gebouwd werd onder de Bourbons, maar in
de laatste jaren op bevel van Mussolini aan
zienlijk werd vergroot. Het is een schitterend
gezicht, wanneer op den feestdag van Sint Ni
colaas het volk zich vrooljjk verdringt langs de
kaden, en heel de haven en de zee krioelt van
de versierde booten en bootjes, die zich scharen
om de groote boot met de beeltenis van den
heilige, die dan in statigen stoet trekt langs de
oevers van Bart, de stad van .Sinterklaas.
üaansche stammen en die volkeren, die aan
den anderen kant van de Adrlatische Zee
woonden. De sporen van dit contact kan men
nagaan tot in de zevende eeuw voor Christus
en het prachtig gevormde aardewerk, dat men
kan bewonderen in de musea van Bari, Ta
ranto en Lecce, wijst duidelijk op een Corinthl-
schen invloed. De banden met Groot-Grieken
land boden de stad de mogelijkheid tot ont
wikkeling van haar cultuur- en haar han-
delsleven. Reeds in den tUd van Horatlus was
Barl een voqgnaam centrum, omdat de consul-
wegen, die naar Brindisi voerden, de stad door
kruisten.
Na den val van het Romeinsche keizerrijk
kwam Barl onder de heerschappU van Byzan
tium en werd het geregeerd door een hertog,
door den Exarch van* Ravenna benoemd. In
het jaar 730 echter trachtten de burgers het
Byzantjjnsche Juk 4f te werpen; zU kozen een
eigen hertog en riepen de Hulp in van de
Longobarden, maar deze opzet mislukte. Ook
begonnen de Saracenen rooftochten te houden
en invallen te doen, waartegen de inwoners
zich weliswaar met alle macht verdedigden,
maar waarvan zij zich niet bevrijdden, voordat
de Doge van Venetië,- Orseolo de Tweede, met
zijn machtige vloot te hulp kwam en de stad
bevrijdde. Ter herinnering aan deze roemvolle
gebeurtenis zendt nu nog de burgemeester van
Barl leder jaar met Hemelvaartsdag een adres
van dankbaarheid aan dien van Venetië.
In het jaar 1085 predikte de monnik Peter
van Amiens den eersten kruistocht om Jeru
zalem en het Heilig Graf van de Muzelmannen
te bevrijden en de eerste kruisvaarders scheep
ten zich te Barl, Barletta en Monopoll in. In
’"’ae crypte van de basiliek te Barl riep Paus
Urbanus in het jaar 1088 een concilie bijeen,
dat het schisma van de Grleksche Kerk ver
oordeelde. De stad viel in handen der Noor
mannen, werd door Bohemund veroverd, door
Willem den Boozen verwoest en later kwam zi)
onder heerschappij van Frederik n, die op de
ruïnes van den ouden burcht van de Noor
mannen een geweldig slot liet bouwen. Ge
restaureerd en vergroot, is het nu nog een
bouwwerk van strenge architectonische schoon
heid. Na elkaar waren vervolgens de Anjou’s,
de Sforza’s uit Milaan, die Barl tot hertogdom
verhieven, en de Spanjaarden er de baas. La
ter wisselden de Franschen, de Dultschers en
wederom de Spanjaarden elkaar af. tot tenslot
te, met de verovering van het KoninkrUk Na
pels. de stad onder bevel van Joachim Murat,
den generaal van Napoleon, kwam.
Aan dezen man wijdt Bart een steeds dank
bare herinnering. Veel heeft hU voor de stad
gedaan. Aan zijn vooruitzienden blik zijn de
aanleg en de opzet van heel de nieuwe stad te
danken, die in minder dan honderd jaar tot een
buitengewone economische, sociale en cultu
rele ontwikkeling is gekomen. De eerste steen
hebben eenige vrienden van en belangstellenden
in het werk van Dr. Van Amerongen gemeend
dese gebeurtenis niet ongemerkt voorbij te
moeten laten gaan, een gebeurtenis, die boven
dien vrijwel samenvalt met het feit, dat deze
12S Jaar geleden een aanvang maakte met zün
zoo alom gewaardeerde voordrachten en lezin
gen. waarbij naast ander werk uit onze eigen
en buitenlandsche letterkunde vooral aan de
figuur en het werk van Dickens meer algemeene
bekendheid werd gegeven. In dit verband sU
herinnerd aan zUn optreden met de Carol,
zoowel voor A.V.R.O.- als K.R.O.-microfoon, en
aan de radlo-voordracht: „100 Jaar Pickwick”.
ZU hebben dientengevolge het plan opgevat,
hun waardeerlng voor het werk van dezen voor
drachtkunstenaar op de een of andere wijze
tot uiting te brengen. Dit zal dan geschieden
bij zUn optreden op 17 December in het Mu-
zieklyceum te Amsterdam, een optreden waar
van de netto-opbrengs't op zjjn hadrukkelljk
verlangen gedeeltelijk ten bate zal komen van
het door het „Nederlandsch Genootschap tot
ZedelUke verbetering der Gevangenen" en ver
dere Jeugd-Reclasseerlng op te richten straf-
rechtelUk werkkamp en gedeeltelUk van het
Joodsche Vluchtelingen Comité. Het Aerden-
houtsche Vrouwenkoor onder leiding van Felix
de Nobel zal belangeloos zijn medewerking ver-
leenen.
mlsch gebied de stad geniet.
De in het hart van de oude stad gelegen wUk
Ban Pietro wordt bewoond door vlsschers en
kan beschouwd worden als het centrum van
het antieke Bart, waarvan men het ontstaan
veilig op 1500 voor Christus mag schatten. Se
dert dien tijd reeds vormde Bart, zooals. geheel
Apullë. immer een soort brug tusschen de Ita-
van de nieuwe stad werd gelegd in het jaar
1813; Joachim Murat woonde de plechtigheid
persoonlijk bij en gaf uitdrukking aan zijn bij
zondere voorkeur voor de stad, terwijl hU haar
een glorievolle en zekere toekomst voorspelde.
HU heeft gelUk gehad: toentertUde was het
Inwonertal 17.000, thans loopt het tegen de
200.000, een getal, dat duidelijk de vruchtbaar
heid en levensvatbaarheid van deze schoone
streek bewijst, welke in een éeuw tijds haar
bevolking zag vertienvoudigd en haar handel
uitgebreid over heel de aarde. Hier werd een
oase van welstand geschapen, die van betee-
kenis is voor heel Italië.
Mussolini had inderdaad gelijk, toen hü bU
een rede in het Theatro San Carlo te Napels
het probleem aanroerde van de nieuwe machts
positie van Barl, en hU deze stad te zamen met
Napels en Palermo als een der hoofdpunten
aanduidde, waarop het leven van Italië zich
moet concentreeren. De stichting van een unl-
versitelt, die den naam draagt van den Duce,
van eea groote nieuwe haven, het vaststellen
van een plan van uitbreiding en het organi-
seeren van de nu reeds beroemde Levant-
Jaarbeurs dragen alle tot de vervulling van
deze gedachte bij. De geographlsche ligging van
Barl, in het centrum van een zich steeds nog
uitbreidend spoorwegennet en op het kruispunt
van de groote routes, gaf de stad een voor
sprong, waarvan zU een nuttig gebruik heeft
weten te maken; het vruchtbare achterland is
rUk aan bodemproducten als olie, wijn en
amandelen, die van haar haven uit geëxpor
teerd worden. Door hun buitengewone kwali
teit heeft het verzenden van groenten, fruit
groote vlucht genomen en
zich een wereldreputatle veroverd. De industrie
van de stad legt zich voornamelijk toe op de
vervaardiging van lucifers, kaarsen, speelkaar
ten, katoenspinnen, enz.
GelUk reeds gezegd, is Barl verdeeld in twee-
scherp van elkander gescheiden stacthelften,
een oude en een nieuwe stad, waarvan zoowel
de eene als de andere merkwaardig is om haar
gebouwen. Midden in de oude stad vinden we
de basiliek van den heiligen Nicolaas, een mees
terwerk van Romaansch-Apullsche kunst ZU
werd niet lang geleden geheel gerestaureerd
en bevrUd van de afschuwelUke veranderingen,
die men in het jaar 1700 had aangebracht. De
basiliek heeft een eenvoudlgen, strengen gevel
en ook het Inwendige maakt door zijn kolossale
pijlers en bogen een grootschen indruk. Een
bijzonder schoon monument is de bisschops
zetel van abt Ellas, welke stamt uit de twaalfde
eeuw en zeer goed bewaard is gebleven. HU is
versierd met prachtig beeldhouwwerk, en ver
der kan men in heel de basiliek interessante
studies doen op architectonisch gebied, bU
voorbeeld van de prachtige kapiteelen van het
ciborlum.
Ook vinden we in Bari nog een kleinere kerk,
dié van den heiligen Gregorius, en de kathe
draal, een specimen van Romaanschen bouw
trant. die eerst in ByzantUnschen stUl was
ontworpen, maar na de verwoesting van Bari
..Een ziertje Kerstfeest meer kan de
wereld wel verdragen en wU «ouden deaen
getrouwen verteller van de Christmas
Carol, als hü ze in een komend Jaar de
honderdste maal vertelt, eigenlük wel eens
terdege in den hulst mogeH^cetten.
doet een goed werk op goede wijze:
houdt de goede geesten van Kerstmis en
TMsvirAMw wolrlrnr M
ooor Willem den Boosen in 1170 in Romaanschen
stül herbouwd werd. Niet ver van de kathe
draal ligt het oude kasteel, dat den strüd van
Noormannen, Zwaben en Anjou's heeft mee
gemaakt. een vesting, die eenmaal vorstelüke
residentie was. Hier vestigden Frederik II en
Koningin Bona Sforza hun hof. De burcht
werd gebouwd door Roger den Noorman, om
de stad in bedwang te houden, maar de bur
gerij verwoestte de vesting tot tweemaal toe,
zoodat Roger haar telkens weer op moest bou
wen. Frederik n verbouwde haar aanzienlijk,
in 1233 werd zü vergroot en door Karei van
Anjou in 1277 nogmaals versterkt. Lodovico 11
Moro, hertog van Milaan, die in 1488 de stad
overmeesterde, liet er nog een toren bUbou-
wen, den zoogenaamden Torre Vlscontina. De
laatste verbouwingen werden voltrokken onder
koningin Bona.
In de Steenstraat te Hulst, te midden van de
oude patriciërshuizen, bevindt zich het eer
biedwaardige in 1665 gebouwde Landshuis. Het
huis behoort tot de fraaiste monumenten niet
alleen van het stadje Hulst, maar van het ge-
heele Zeeuwsch-Vlaamsche gewest. Het gebouw
bezit een zaal, die sedert geruimen tijd niet de
aandacht had .welke zij verdient. Onlangs ech
ter heeft de Rüksgebouwendienst zich over haar
ontfermd. E*j deze herstelwerken is een antieke
schoorsteen te voorschijn gekomen, die onder
meer dan één opcicht als waarde vol mag wor
den aangemerkt. Deze schoorsteen Is thans ge
restaureerd, waardoor het Landshuis een betee-
kentsvolle verrijking heeft ondergaan.
Tot het gerestaureerde behoort mede een uit
de Jaren omstreeks 1650 dateerend tegel-geheel,
zooals die ook in andere Zeeuwsch-Vlaamsche
stadjes nog wel in hulaen-interleurs worden
aangetroffen.
onherroepelijk schieten, dat was zeker. Als hü
wel begon, kon hij intusschen nog altüd pro-
beeren op zün gemoed te werken. Al die gedach
ten vlogen in razende vaart door zün hoofd. Hü
keek naar het gezicht tegenover hem. hü zag
de koude spottende oogen achter het masker
en rilde ervan.
HU nam de eerste kaart van het stapeltje af.
Zün hand trilde licht. Hü had het aan zün
enorme wilskracht te danken, dat hü onder deae
omstandigheden nog zoo een betrekkelüke
kalmte kon vertomen.
„Maar man. wees nu toch verstandig.” begon
hü weer, „begrijp toch.,..”
„Ik moet u verzoeken verder te gaan." onder,
brak de vreemde, „en u moet ook niet spreken.
U moet alleen maar de kaarten een voor een
neerleggen."
Toen steeg de angst op in mr. Reyding. Lang
zaam voelde hü hem over zich komen Hü trilde
heviger en begon zacht te klappertanden.
Groote hemel, als de man werkelük schoot,
dat zou afschuwelük zün. En hü was volkomen
machteloos. Hü dacht aan zün vrouw en aan
zün kinderen. De ellendeling tegenover hem zat
met, de revolver te spelen.
„Ga verder." klonk het.
Met een beweging van af grijzen draaide mr.
Reyding de tweede kaart om en een derde. HU
hfjgde en zün oogen waren groot van angst, het
koude zweet stond op zün voorhoofd, de gedach
ten woelden door elkaar. De spanning steeg.
„Verder." zei de man scherp
4Maar kerel,” barstte mr. Reyding los, ..heb
je dan geen gevoel in je, heb Je dan geen hart
om iemand zoo maar als een hond neer te schie
ten. weet Je wel wat je doet?"
„Ga verder." klonk het meedoogenloos.
Mr Reyding's angst werd heviger. Zün hart
bonsde in zUn keel. Hü zag alles in een waaa
Met bovenmenschelüke inspanning wist hü «ich
nog te bedwingen. HU draalde de kaarten oot
Nog veertig, nog dertig, nog twintig.
De kamer tolde, de vloer golfde, hü dacht
dat hü gek werd.
De spanning was ontzettend.
.Heb in Godsnaam medelijden," riep hü, tril
lend van angst. „Wees menschelük. ik smeek
Je erom.”
„Gaat u verder," was het antwoord. „U hem
nog twintig kaarten."
Toen begon de man aan den anderen kant van
het bureau met den moed der wanhoop in een
krankzinnig tempo, In een soort stuiptrekking
de kaarten om te gooien Nog tien, nog vijf,
nog twee. Hü meende een schot te hooren. Allee
werd rood voor zün oogen Dan voelde hU zich
bewusteloos worden....
Een kwartier later kwam hü bü- Hü keek ver
wezen de kamer rond, kreeg langzaam zün her
inneringsvermogen terug. Hü testte om zich
heen, keek naar den overkant. De man was ver
dwenen. de kaarten ook. Afgemat zonk hü ach
terover in zün stoel.
Op een süweg, een flink eind van het huis af,
stond de nachtelüke bezoeker. Zün masker had
hü afgezet en hü keek tevreden naar een gou
den presse-papier en een blükens de dikte goed
gevulde portefeuille die hü in de handen hield.
„Ha. ha." grinnikte hü „wat heeft die oude
gek zich laten beduvelen. Maar ik heb hier ver
moedelijk meer, dan hü mü had willen bieden.
Met brutaliteit bereik je veel. HU moest weten,
dat de revolver niet eens geladen waa”
Jenkins kwam binnen, nog met zün koffertje
in de hand.
,Hn?"
.De zaak is voor elkaar! De pas, uw brief en
vooral de vingerafdruk hebben hun uitwerking
niet gemist. Hü is overtuigd. Iracema heeft
reeds vanuit Amerika getelegrafeerd, niet al
leen dat ae komt, masur wonderlük genoeg
dat ze ook met ons huwelük acooord gastt”
Óp Flgueira hadden dese, op triomfeerenden
toon gesproken woorden niet de verwachte uit
werking.
,Dat is heelemaal niet wonderlük."
„Nadat zü mü aoo’n blauwtje heeft latten loe
pen f"
„Ik heb een heel onaardige verrassing voor
je. De een of anderen duivel, heeft haar te
New York den echten Robert Severing doen
ontmoeten. Dese brave duivel, die, wat mü
aangaat naar zün grootje kan loepen, heeft er
voor gezorgd, dat zü elkaar al vroeger kenden,
en verliefd op elkaar werden. Z4Ü »ün alle twee
op weg naar Madeira."
„Hoe weet U dat alles?"
„Ik heb Iraoema natuurlijk door het detee v
tlven-bureau Pinkerton laten schaduwen.”
Jenkins zweeg even.
J3at is niet zoo erg, de ouwe is zwaar ziek
en heeft toch door notaris Thomson, dien u
naar hem toegectuurd heeft, per testament,
mü zün dochter en de firma toegezegd."
Reeds vele eeuwen geleden had de stad Barl,
evenals de groote zeesteden Venetië, Plsa,
Lcsiii en Genua, markten veroverd in Klein-
jmé. Syrië en Palestina. De menschen van
Bert tnuners waren niet alleen goede zeelui,
ziaar ook bekwame handelslleden. Op een van
hun tochten, het was in het jaar 1087, wisten
jenige matrozen in de stad Mira, welke in han
den van de Saracenen was, het gebeente te
veroveren van den Heiligen blsschop Nicolaas.
BU brachten deze kostbare rellquieën over naar
hun vaderstad, waar, naar de plannen van den
Benedictijner abt Ellas, die later blsschop van
Barl worden sou, een prachtige basiliek gebouwd
wetd ter eere van den grooten wonderdoener.
*1 die eeuwen sindsdien rust daar het lichaam
van den heiligen blsschop en met volle recht
kan Barl zich de stad van Sinterklaas noemen.
Na Napels is Barl ongetwUfeld de voomaam-
ite stad van Zuid-Itallë; zü ligt midden in
Apullë. aan de Adrlatische Zee, waar zü haar
rijkdom aan te danken heeft. Barl wordt om
geven door een prachtige landstreek, welke den
levendlgen handel begunstigt. Het karakterls-
- tieke stadsdeel der oïide stad, de citta vecchia,
mar men nog duldelüke sporen vindt van een
antieken oorsprong, en mede de pracht van
modem aangelegde stadswüken en groote ge
bouwen geven het duidelük bewijs welk een
gezond? ontwikkeling op cultureel en econo-
Het was eenige uren later. De consul had
rustig over alles nagedacht en was nu over
tuigd. De passen de vingerafdruk de brief
van zün ouden vriend, het moest kloppen.
Gedurende zün leven in het buitenland was hü
gewoon geworden internationaal te denken. Hü
was sedert lang Engelsch staatsonderdaan, had
ook den oorlog meer als bgeiMbman dan als Jtomeu. Het zte haar” zeker gelukkig makan to
en conserven een
Duitscher aangevoeld en was In het geheel niet
sentimenteel. HU kon volkomen begrüpen, dat
een jonge man terwille van zün toekomst van
naam en nationaliteit veranderde.
De man. die nu sün neef zün moest, was een
flink koopman. Misschien soms wat al te vrü in
zün opvattingen aangaande zakenmoraal. Maar
in elk geval iemand, die zich niet de kaas van
sün brood Itet eten.
Weer zaten de beide hoeren ditmaal in
een gemoedelük hoekje van het pension bü
elkaar.
Severing stak zün vermeenden neef de hand
toe.
„Ik geloof je. Ik heb geen reden om aan Je te
twüfelen. Ik zeg zelfs, dat ik gelukkig ben. MUn
leven lang heb ik mü niet erg om mün vader
land bekommerd mün vrouw wel. Die is
tijdens den oorlog eigenlijk van heimwee ge
storven. Nu in mün ziekte ben ik ook tot
andere gedachten gekomen Daarom laat ik
graag mün Iracema aan een landgenoot na. Ik
zal Iracema schrijven, dat ze bü mü moet
komen."
„Ze mag mü niet.”
„Vrouwen zün onberekenbaar. Ik geloof zelfs,
dat haar moeder eens over Je gesproken heeft.
Zeker heeft ze dlkwüls aan de Dultsche familie
gedacht. Ik aal Iracema schrijven, dat ik mün
neef Robert tot mün compagnon wil maken en
dat het mü een pleizler zou doen als zü en hü
een paar zouden worden. Voorloopig hoeft zü
niet te weten, dat JU en deze Robert een en
dezelfde persoon zün. Maar ze moet direct
deeling met uw leven moeten boeten, münheer
Reyding."
De officier had al dien tüd onbeweeglijk in
zün stoel gezeten. Hü richtte zich iets op en zei.
terwül hü den man strak aankeek, schünbaar
volmaakt kalm:
„Maar man, wat verbeeld je je! Ik heb inder
tijd mün plicht gedaan. Je schuld stond voor
mü vast en daarom ben je veroordeeld. Het Is
makkeluk genoeg om nu te beweren onschuldig
veroordeeld te sün en dat idee van die wraak
neming is absurd, dat zul je moeten toegeven.”
„Het ergert mü eigenlük, dat u mü met „Je"
aanspreekt." hernam de bezoeker, „maar ik sta
u dit toe. als laatste gunst van een ter dood
veroordeelde."
Hü haaide Iets uit zün zak.
.Jk heb hier, zooals u ziet, een spel kaarten?'
zei hü. „en heb voor u het volgende uitgedacht.
Ik heb een bepaalde kaart In mün gedachten.
U moet de kaarten een voor een neerleggen en
zoodra het de kaart la, die ik in mün gedachten
heb, schiet ik. De methode is wreed, dat geef
ik toe. maar niet wreeder dan de veroordeeling
van een onschuldige."
Mr. Reyding kon nu zün zenuwachtigheid niet
langer bedwingen. Het idee was afschuwelük Hü
moest het met een zoet lüntje probeeren.
„Laten wü eens praten,” zei hü. nerveus
lachend. „Ik ben bereid je een behoorUjk bedrag
te geven, als Je nu wilt verdwünen, Ut wil...."
„U hebt niets te willen,” klonk het hard, ,Jk
wil met uw geld, ik wil uw leven en u hoeft niet
te probeeren mü van mün plan af te brengen,
want dat sal u niet lukken. Ik heb weinig tüd.
Wilt u maar beginnen?"
Hü legde het spel kaarten voor mr. Reyding
neer en nam de revolver in zün hand.
Een vreeselükc
onrust maakte
zich van mr. Rey
ding meester. Hü
zag in, dat de
man tot alles in
staat was. Zün
hersens werkten
bliksemsnel en hü realiseerde den toestand zoo
goed mogelük. Wat stond hem te doen?
Ais hü niet begon met de kaarten, zou de man
Natuurlük wilde ik niets liever dan mü
0 «poedlg mogelük naar Duitschland be-
om mü ter beschikking van mün
moerland te stellen. Sinjor Flgueira maakte
“Ml echter duidelük, dat dit onmogelü*
Y*». en dat vüandelüke schepen mü «eker zou-
opvangen. Hü overreedde mü om in Rio te
en stelde mü daar hü zelf naar Lls-
terug wilde tot zün procuratiehouder
1,18,1 toen echter nog niet wist, hoe
”7™*" öch ten opzichte van den oorlog zou
P~Men, veranderde ik van naam en Figuelra
r*orgd* n>ü dezen pas afkomstig van een even
Ik ln Rlt>’ Bestorven Engelschman. Dien heb
"**°yt Bebruikt na de mogelijkheid te hebben
T^®»»ouden altüd weer müzelf te worden -
lk reeds zeide. U weet dat tüdens den
•““doorlog vele Dultschers van deze middelen
yru*” hebben moeten maken om uit de han-
den vüand te blüven of hun zaken te
"yyn blüven doen."
twüfelde nog steeds.
tn J« gezicht is niets Dultsch!”
omdat mün moeder een Italiaan-