vanden day BARI ZCetv&Aaal ik' AaBe De avonturen van een ,verkeersagentje Ws OLIËN IM De man van Iracema j POOR QTFRID VON HANSTEIN IBM ALLEABONNÉ’S F 750.- F750.-l=Z^Z F 250.- a Belangrijke Italiaansche haven k. ïders r n r- VOOR Voedt Uw huid nachts met Purol Declamatie van „A Christmas Carol” I f DINSDAG 6 DECEMBER 1938 r eld - r W: bezoek Dr. J. B. van Amerongen geeft zijn honderdsten avond I i Het vreemde ÏW Hl l AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 1 v ,-Een Dickens wakker De basiliek van den H. Nicolaas te Bari Landshuis te Hulst AkV 7/a /I l (Nadruk verboden) ■e spreken had den zieke zichtbaar (Wordt vervolgd) 4 En dadelijk gingen «ij langs den hun bekenden weg door een hollen boom naar het paleis van den konlng der kabouters De weg behoefde hen niet te worden gewezen. Achter hen ging de kabouter, die onudchtig den ingang naar het paleis weer sloot. Weer moesten zü langs een smalle trap naar beneden, maar dit was voor belden geen beswaar. 2®9 2t0 150 240 28* 10* lOi „Mag ik u nog Mezen brief geven Ik geloof, dat die een einde aan uw twijfel zal maken.” De consul las: ,ungomare della Flera del Levante Iromenade van de Levant-Jaarbeurs. Op 17 December sal het de honderdste keer sün, dat Dr. J. B. van Amerongen Dicken’s „A Christmas Carol’', met 4A voordracht waar van hij in de afgeloopen jaren in vele plaatsen zooveel succes mocht oogstten, in eigen ver taling ten gehoore sal brengen. Gedachtig aan wat Werumeus Buning oa. van Dr. van Amerongen's optreden te Amster dam in 1837 schreef. nJ.: .3 HU hU )ec. ik. bede» irt* 13.70 4.84* 30 97* 4171* e boeren «6 Blo 22m 162 151 106* 87* 58 55 3 89 111 122* 118 107 109 192 1«3 81 want sU wordt er zoo zacht en mooi, zuiver en gezond door. Doe dit 1 of 2 x per week. Ook vetwormpjes, vlekjes, pukkels en uitslag verdwijnen er door. Tube 45. Doos 80-30 ct 38 45 44.37* h *32S 1.84 9.70 632* M» 1* 1* 13’ eesd- s Noor:- ude kip- wn 30— er stuk. -330 per kalkoe- Het was tien dagen later, denselfden dag, waarop Iracema en Robert in Londen aankwa men. Alfonso Figuelra zat te Lissabon op zijn privé kantoor op de eerste verdieping van het aan de Pracs Dom Pedro gelegen kantoorgebouw van de firma Severing te Figuelra, I iesshnn- Rto de Janeizo. op-« >n He»w oerd.ffl uks m it f M- e koeten ilkkoeien 5 stieren 76—140 —48 per nuchtere f 11-U -57 per per stak, g; ten f3- een der beide passen, want de pas op naam van Jenkins had zijn bezoeker hem nu ook wet- handlgd. „Neem mU niet kwalUk. Maar ook op de foto in den tweeden pas lük je «1 heel weinig. Al Is het ongetwUfeld wat meer dan op die in den eersten." „Maar oom, dat ben ik ook niet al heeft tot op heden dat nog niemand bemerkt en op de andere was ik nog maar een kind, nog niet door de Brazlllaansche zon gebrand en in mün Jongelingsjaren was mijn haar veel lichter. Senjor Figuelra weet dat allemaal. Overigens neem ik u uw tw0fel volstrekt niet kwalUk. Wanneer u dat sou willen, rtfd ik direct naar Funchal om de politie te verzoeken mijn vinger afdruk te oontroleeren." Severing dacht gerulmen tüd na. „Ik geloof het dan maar. Ik moet je wel ge- looven. Ik heb ook nog den brief van Figuelra. Maar alles is zoo ongewoon en zoo verrassend. Je moet mü wat tüd laten.” Het vele Ingespannen. „Mag ik u nu wat alleen laten, beste oom, dat u wat rusten kan?” Ja, daar waren ze weder op de plek in het bosch. staar zü vroeger ook waren geweest En het duurde niet lang of de kabouters, die het geronk van de machine hadden gehoord, kwamen van alle kanten aanloopen. Uit holle boeman, achter rotsen verschenen de kabouters, biU, dat zü hun vrienden weer zagen. Sint rtitt den wg. dan nd, een wen tnst uu- ka- uck ’-zen lige, i en tan De eeld ezen merken, dat ik aan de Dultsche familie denk en het is heel goed mogelük. dat zU neef Robert met heel andere oogen zal aanzien dan den Engelschman Jenkins. „Beste oom, ik voeg mü natuurlijk heele- maal naar uw plannen. U weet, hoe ik van Iraoema houd, en dat mijn eenigste streven sal zün, de firma verder uit te bouwen laat mij hopen, nog heel lang onder uw toezicht! -2 en tot nog grooteren bloei te brengen. Daarvan kunt U zich overtuigd houden." Toen vroeg de oude heer: „Heb je geen foto van je moeder?’’ „Ja sekerl” Hjj overhandigde hem haar fotografie. Seve ring zag, dat'ze in Rome gemaakt was. „Je lijkt op haar, als twee druppels water Ik heb mijn Italiaansche schoonzuster nooit gezien.” Juffrouw Turner, de eigenares van het pen sion. kwam binnen. .Hoe maakt U het, meneer Severing?” „Goed, heel goed. Mag ik U mijn neef, en toe- komstlgen compagnon, den heer Robert Severing voorstellen? Hl) zal mi] een paar dagen gezel schap houden.” Mr. Reyding. de officier van justitie, klapte met een zucht het dossier dicht en leunde, zicht baar vermoeid, achterover in zijn stoel. Hü keek op de klok. Half twee al. Dat was nachtwerk geworden, dit keer, maar hij had de acten van daag nog moeten doorzien en kon het werk niet uitstellen tot morgen. Enfin, het was gelukkig klaar. Hij zou zich ter ruste begeven. Morgen wachtte weer een drukke dag. Het was heel stil in huis De andere bewoners waren allang naar bed en van buiten drongen slechts enkele geluiden door van de op eenige kilometers afstand liggende stad. Mr. Reyding was juist van plan op te staan, toen een geluld, dat uit de richting van de ven sters kwam, zijn aandacht trok. Een oogenblik later weken de portlères vaneen en een slanke, gemaskerde man van middelbare grootte, die een kleine revolver op mr. Reyding gericht hield, kwam te voorschijn. Deze schrok, maar hij wist zich te bedwingen en zijn tegenwoordigheid van geest te behouden. Hij zag onmiddellijk in. dat hij in de gegeven omstandigheden weinig zou kunnen doen en dus wachtte hjj af. „Wel, mijnheer Reyding.’ zei de man. die nog steeds bij de gordijnen stond, „t sal u ongetwij feld verrassen, op dezen ongewonen tijd nog be zoek te ontvangen, en dan nog wel door het raam. Mag ik u verzoeken met uw stoel iets achteruit te gaan? Dat geeft een rustiger idee.” De stem was spottend en koud, maar niet on beschaafd. Mr. Reyding deed wat de man hem beval. Dese kwam nu langzaam naderbij en ging tegenover hem aan de andere zijde van het bureau zitten. „Zoo.” zei hij, „Ik zal de revolver nier voor mü neerliggen, maar ik geef u in overweging geen onbezonnen beweging te maken, want dat zou u slecht bekomen.” „Mijnheer,” begon mr. Reyding ..Een oogenblik.” onderbrak de man hem. „voordat u iets zeggen gaat, voel ik mij beleefd heidshalve verplicht u het doel van mijn komst kenbaar te maken.” Mr. Reyding bromde iets en zweeg toen maar, wat hij raadzamer achtte. jqjk eens, geachte heer Reyding.” vervolgde de man, ,Jk zal het kort maken om u niet on- noodig lang in nieuwsgierigheid te laten zitten Mijn aanwezigheid beteekent voor U het einde van uw leven.” De man wachtte even om het effect van zijn woorden te kunnen waarnemen. Een lichte schok ging door mr. Reyding HU werd lets Meeker, maar wist zich weer te beheerschen. „Dat is geen prettig gehoor, dat begrijp ik. maan er bestaat voor mij ook geen reden om u aangenaam te zijn. Integendeel, waarde heer, de gevoelens die ik ten opzichte van u koester zUn allerminst van vrlendelüken aard, dat zult u langzamerhand wel hebben begrepen Een sarcastisch lachje begeleidde de laatste woorden „Ik ben.” zei de man, „degene, die door uw toedoen Indertijd tot acht jaren gevangenisstraf werd veroordeeld wegens een juweelendlefstal dien ik sou hebben gepleegd. Alhoewel ik mijn onschuld volhield, heeft u den elsch toch door gezet en ik heb die acht jaren moeten op knappen." Achter het masker waren een paar fel schit terende oogen op den officier van justitie ge richt. Deze werd nu onrustiger, maar hU zag kans het te verbergen. Het geval herinnerde hit zich. Het ging toen om den diefstal van een partij reer waerdev'-.lle diamanten. HU had, over tuigd van de schuld van den veroordeelde, een groot bewijsmateriaal tegen hem verzameld en hoewel deze tot het einde toe hartstochten) k was blijven ontkennen, had hjj de veroordeeling weten door te drijven. .JJirect na de uitspraak van het vonnis.' ging de man verder, „nam Ik het besluit mU te wre ken. Die gedachte was mU al de jaren tot troost en 1 was alsof dat den afschuwelUken gevan genistijd minder erg deed schünen. Ik ben drie dagen geleden ontslagen en het uur van mijn wraakneming is gekomen. U zult mUn veroor- „Mijn beste vriend. Joo Jenkins is Inderdaad Je neef Robert Seve ring. Ik zelf gaf hem indertijd den raad zijn naam te veranderen. In de hoop spoedig Je volkomen genezing te vernemen: Je toegenegen Alfonso Figuelra. ttar la, N. 'oer tett Schapen M. pru- ge week, ®a. fes Ogenhe;- 1.7» pr 4 15-3 msg 1 «8-77 STOO u leowroot 4 rtujge vaat n Pnai. aachpeer per IN -LM,"? loemkool .0, One- el 3.40— tetuun» IA Vee- lo. San- 8. klebe „Vreemd, vreemd. Ik begrijp in .het bijzonder niet, waarom je drie Jaar geleden, toen je naar Lissabon kwam, mU niets gezegd hebt!” „Ook dat is heel begrijpelijk. Ik wist toen van Figuelra, dat u reeds voor den oorlog met uw Dultsche relaties had gebroken. In het bijzon der met mijn vader, die kort na mijn moeder stierf. Ik geloof niet, dat u toen een plotseling opduikenden Dultschen neef met open armen zou hebben ontvangen. Ook Figuefra raadde mU aan voorloopig mijn incognito te bewaren. Nadat u mU eenmaal als Jenkins had leeren kennen, leek het al heel ongeschikt zonder eenige aanleiding met de bekentenis aan te komen. Ik wil ook gaarne toegeven dat ik in den loop der Jaren veel meer Braziliaan dan Engelschman geworden ben en het waarschUn- lük mijn heele leven, niettegenstaande mijn Engelschen naam gebleven zou zUn. Maar als uw eigen neef kon ik niet onder een valschen naam uw compagnon worden. Ik moest u dit alles be kennen, zelfs op het gevaar af van uw vertrou wen te verliezen Da comul keek tekrens veer beurtelings in VOO», t„ JU-. Het kasteel geeft uitzicht op de strandpro menade, de Lungomare Trieste geheeten, van welke de aftakt, de Met de Lungomare Crlstoforo Colombo samen vormen deze prachtige promenaden, die nu zeven kilometer lang zUn en een der prach tigste strandwandelingen van heel Italië vor men, een schitterende omlUsting van de haven, die gebouwd werd onder de Bourbons, maar in de laatste jaren op bevel van Mussolini aan zienlijk werd vergroot. Het is een schitterend gezicht, wanneer op den feestdag van Sint Ni colaas het volk zich vrooljjk verdringt langs de kaden, en heel de haven en de zee krioelt van de versierde booten en bootjes, die zich scharen om de groote boot met de beeltenis van den heilige, die dan in statigen stoet trekt langs de oevers van Bart, de stad van .Sinterklaas. üaansche stammen en die volkeren, die aan den anderen kant van de Adrlatische Zee woonden. De sporen van dit contact kan men nagaan tot in de zevende eeuw voor Christus en het prachtig gevormde aardewerk, dat men kan bewonderen in de musea van Bari, Ta ranto en Lecce, wijst duidelijk op een Corinthl- schen invloed. De banden met Groot-Grieken land boden de stad de mogelijkheid tot ont wikkeling van haar cultuur- en haar han- delsleven. Reeds in den tUd van Horatlus was Barl een voqgnaam centrum, omdat de consul- wegen, die naar Brindisi voerden, de stad door kruisten. Na den val van het Romeinsche keizerrijk kwam Barl onder de heerschappU van Byzan tium en werd het geregeerd door een hertog, door den Exarch van* Ravenna benoemd. In het jaar 730 echter trachtten de burgers het Byzantjjnsche Juk 4f te werpen; zU kozen een eigen hertog en riepen de Hulp in van de Longobarden, maar deze opzet mislukte. Ook begonnen de Saracenen rooftochten te houden en invallen te doen, waartegen de inwoners zich weliswaar met alle macht verdedigden, maar waarvan zij zich niet bevrijdden, voordat de Doge van Venetië,- Orseolo de Tweede, met zijn machtige vloot te hulp kwam en de stad bevrijdde. Ter herinnering aan deze roemvolle gebeurtenis zendt nu nog de burgemeester van Barl leder jaar met Hemelvaartsdag een adres van dankbaarheid aan dien van Venetië. In het jaar 1085 predikte de monnik Peter van Amiens den eersten kruistocht om Jeru zalem en het Heilig Graf van de Muzelmannen te bevrijden en de eerste kruisvaarders scheep ten zich te Barl, Barletta en Monopoll in. In ’"’ae crypte van de basiliek te Barl riep Paus Urbanus in het jaar 1088 een concilie bijeen, dat het schisma van de Grleksche Kerk ver oordeelde. De stad viel in handen der Noor mannen, werd door Bohemund veroverd, door Willem den Boozen verwoest en later kwam zi) onder heerschappij van Frederik n, die op de ruïnes van den ouden burcht van de Noor mannen een geweldig slot liet bouwen. Ge restaureerd en vergroot, is het nu nog een bouwwerk van strenge architectonische schoon heid. Na elkaar waren vervolgens de Anjou’s, de Sforza’s uit Milaan, die Barl tot hertogdom verhieven, en de Spanjaarden er de baas. La ter wisselden de Franschen, de Dultschers en wederom de Spanjaarden elkaar af. tot tenslot te, met de verovering van het KoninkrUk Na pels. de stad onder bevel van Joachim Murat, den generaal van Napoleon, kwam. Aan dezen man wijdt Bart een steeds dank bare herinnering. Veel heeft hU voor de stad gedaan. Aan zijn vooruitzienden blik zijn de aanleg en de opzet van heel de nieuwe stad te danken, die in minder dan honderd jaar tot een buitengewone economische, sociale en cultu rele ontwikkeling is gekomen. De eerste steen hebben eenige vrienden van en belangstellenden in het werk van Dr. Van Amerongen gemeend dese gebeurtenis niet ongemerkt voorbij te moeten laten gaan, een gebeurtenis, die boven dien vrijwel samenvalt met het feit, dat deze 12S Jaar geleden een aanvang maakte met zün zoo alom gewaardeerde voordrachten en lezin gen. waarbij naast ander werk uit onze eigen en buitenlandsche letterkunde vooral aan de figuur en het werk van Dickens meer algemeene bekendheid werd gegeven. In dit verband sU herinnerd aan zUn optreden met de Carol, zoowel voor A.V.R.O.- als K.R.O.-microfoon, en aan de radlo-voordracht: „100 Jaar Pickwick”. ZU hebben dientengevolge het plan opgevat, hun waardeerlng voor het werk van dezen voor drachtkunstenaar op de een of andere wijze tot uiting te brengen. Dit zal dan geschieden bij zUn optreden op 17 December in het Mu- zieklyceum te Amsterdam, een optreden waar van de netto-opbrengs't op zjjn hadrukkelljk verlangen gedeeltelijk ten bate zal komen van het door het „Nederlandsch Genootschap tot ZedelUke verbetering der Gevangenen" en ver dere Jeugd-Reclasseerlng op te richten straf- rechtelUk werkkamp en gedeeltelUk van het Joodsche Vluchtelingen Comité. Het Aerden- houtsche Vrouwenkoor onder leiding van Felix de Nobel zal belangeloos zijn medewerking ver- leenen. mlsch gebied de stad geniet. De in het hart van de oude stad gelegen wUk Ban Pietro wordt bewoond door vlsschers en kan beschouwd worden als het centrum van het antieke Bart, waarvan men het ontstaan veilig op 1500 voor Christus mag schatten. Se dert dien tijd reeds vormde Bart, zooals. geheel Apullë. immer een soort brug tusschen de Ita- van de nieuwe stad werd gelegd in het jaar 1813; Joachim Murat woonde de plechtigheid persoonlijk bij en gaf uitdrukking aan zijn bij zondere voorkeur voor de stad, terwijl hU haar een glorievolle en zekere toekomst voorspelde. HU heeft gelUk gehad: toentertUde was het Inwonertal 17.000, thans loopt het tegen de 200.000, een getal, dat duidelijk de vruchtbaar heid en levensvatbaarheid van deze schoone streek bewijst, welke in een éeuw tijds haar bevolking zag vertienvoudigd en haar handel uitgebreid over heel de aarde. Hier werd een oase van welstand geschapen, die van betee- kenis is voor heel Italië. Mussolini had inderdaad gelijk, toen hü bU een rede in het Theatro San Carlo te Napels het probleem aanroerde van de nieuwe machts positie van Barl, en hU deze stad te zamen met Napels en Palermo als een der hoofdpunten aanduidde, waarop het leven van Italië zich moet concentreeren. De stichting van een unl- versitelt, die den naam draagt van den Duce, van eea groote nieuwe haven, het vaststellen van een plan van uitbreiding en het organi- seeren van de nu reeds beroemde Levant- Jaarbeurs dragen alle tot de vervulling van deze gedachte bij. De geographlsche ligging van Barl, in het centrum van een zich steeds nog uitbreidend spoorwegennet en op het kruispunt van de groote routes, gaf de stad een voor sprong, waarvan zU een nuttig gebruik heeft weten te maken; het vruchtbare achterland is rUk aan bodemproducten als olie, wijn en amandelen, die van haar haven uit geëxpor teerd worden. Door hun buitengewone kwali teit heeft het verzenden van groenten, fruit groote vlucht genomen en zich een wereldreputatle veroverd. De industrie van de stad legt zich voornamelijk toe op de vervaardiging van lucifers, kaarsen, speelkaar ten, katoenspinnen, enz. GelUk reeds gezegd, is Barl verdeeld in twee- scherp van elkander gescheiden stacthelften, een oude en een nieuwe stad, waarvan zoowel de eene als de andere merkwaardig is om haar gebouwen. Midden in de oude stad vinden we de basiliek van den heiligen Nicolaas, een mees terwerk van Romaansch-Apullsche kunst ZU werd niet lang geleden geheel gerestaureerd en bevrUd van de afschuwelUke veranderingen, die men in het jaar 1700 had aangebracht. De basiliek heeft een eenvoudlgen, strengen gevel en ook het Inwendige maakt door zijn kolossale pijlers en bogen een grootschen indruk. Een bijzonder schoon monument is de bisschops zetel van abt Ellas, welke stamt uit de twaalfde eeuw en zeer goed bewaard is gebleven. HU is versierd met prachtig beeldhouwwerk, en ver der kan men in heel de basiliek interessante studies doen op architectonisch gebied, bU voorbeeld van de prachtige kapiteelen van het ciborlum. Ook vinden we in Bari nog een kleinere kerk, dié van den heiligen Gregorius, en de kathe draal, een specimen van Romaanschen bouw trant. die eerst in ByzantUnschen stUl was ontworpen, maar na de verwoesting van Bari ..Een ziertje Kerstfeest meer kan de wereld wel verdragen en wU «ouden deaen getrouwen verteller van de Christmas Carol, als hü ze in een komend Jaar de honderdste maal vertelt, eigenlük wel eens terdege in den hulst mogeH^cetten. doet een goed werk op goede wijze: houdt de goede geesten van Kerstmis en TMsvirAMw wolrlrnr M ooor Willem den Boosen in 1170 in Romaanschen stül herbouwd werd. Niet ver van de kathe draal ligt het oude kasteel, dat den strüd van Noormannen, Zwaben en Anjou's heeft mee gemaakt. een vesting, die eenmaal vorstelüke residentie was. Hier vestigden Frederik II en Koningin Bona Sforza hun hof. De burcht werd gebouwd door Roger den Noorman, om de stad in bedwang te houden, maar de bur gerij verwoestte de vesting tot tweemaal toe, zoodat Roger haar telkens weer op moest bou wen. Frederik n verbouwde haar aanzienlijk, in 1233 werd zü vergroot en door Karei van Anjou in 1277 nogmaals versterkt. Lodovico 11 Moro, hertog van Milaan, die in 1488 de stad overmeesterde, liet er nog een toren bUbou- wen, den zoogenaamden Torre Vlscontina. De laatste verbouwingen werden voltrokken onder koningin Bona. In de Steenstraat te Hulst, te midden van de oude patriciërshuizen, bevindt zich het eer biedwaardige in 1665 gebouwde Landshuis. Het huis behoort tot de fraaiste monumenten niet alleen van het stadje Hulst, maar van het ge- heele Zeeuwsch-Vlaamsche gewest. Het gebouw bezit een zaal, die sedert geruimen tijd niet de aandacht had .welke zij verdient. Onlangs ech ter heeft de Rüksgebouwendienst zich over haar ontfermd. E*j deze herstelwerken is een antieke schoorsteen te voorschijn gekomen, die onder meer dan één opcicht als waarde vol mag wor den aangemerkt. Deze schoorsteen Is thans ge restaureerd, waardoor het Landshuis een betee- kentsvolle verrijking heeft ondergaan. Tot het gerestaureerde behoort mede een uit de Jaren omstreeks 1650 dateerend tegel-geheel, zooals die ook in andere Zeeuwsch-Vlaamsche stadjes nog wel in hulaen-interleurs worden aangetroffen. onherroepelijk schieten, dat was zeker. Als hü wel begon, kon hij intusschen nog altüd pro- beeren op zün gemoed te werken. Al die gedach ten vlogen in razende vaart door zün hoofd. Hü keek naar het gezicht tegenover hem. hü zag de koude spottende oogen achter het masker en rilde ervan. HU nam de eerste kaart van het stapeltje af. Zün hand trilde licht. Hü had het aan zün enorme wilskracht te danken, dat hü onder deae omstandigheden nog zoo een betrekkelüke kalmte kon vertomen. „Maar man. wees nu toch verstandig.” begon hü weer, „begrijp toch.,..” „Ik moet u verzoeken verder te gaan." onder, brak de vreemde, „en u moet ook niet spreken. U moet alleen maar de kaarten een voor een neerleggen." Toen steeg de angst op in mr. Reyding. Lang zaam voelde hü hem over zich komen Hü trilde heviger en begon zacht te klappertanden. Groote hemel, als de man werkelük schoot, dat zou afschuwelük zün. En hü was volkomen machteloos. Hü dacht aan zün vrouw en aan zün kinderen. De ellendeling tegenover hem zat met, de revolver te spelen. „Ga verder." klonk het. Met een beweging van af grijzen draaide mr. Reyding de tweede kaart om en een derde. HU hfjgde en zün oogen waren groot van angst, het koude zweet stond op zün voorhoofd, de gedach ten woelden door elkaar. De spanning steeg. „Verder." zei de man scherp 4Maar kerel,” barstte mr. Reyding los, ..heb je dan geen gevoel in je, heb Je dan geen hart om iemand zoo maar als een hond neer te schie ten. weet Je wel wat je doet?" „Ga verder." klonk het meedoogenloos. Mr Reyding's angst werd heviger. Zün hart bonsde in zUn keel. Hü zag alles in een waaa Met bovenmenschelüke inspanning wist hü «ich nog te bedwingen. HU draalde de kaarten oot Nog veertig, nog dertig, nog twintig. De kamer tolde, de vloer golfde, hü dacht dat hü gek werd. De spanning was ontzettend. .Heb in Godsnaam medelijden," riep hü, tril lend van angst. „Wees menschelük. ik smeek Je erom.” „Gaat u verder," was het antwoord. „U hem nog twintig kaarten." Toen begon de man aan den anderen kant van het bureau met den moed der wanhoop in een krankzinnig tempo, In een soort stuiptrekking de kaarten om te gooien Nog tien, nog vijf, nog twee. Hü meende een schot te hooren. Allee werd rood voor zün oogen Dan voelde hU zich bewusteloos worden.... Een kwartier later kwam hü bü- Hü keek ver wezen de kamer rond, kreeg langzaam zün her inneringsvermogen terug. Hü testte om zich heen, keek naar den overkant. De man was ver dwenen. de kaarten ook. Afgemat zonk hü ach terover in zün stoel. Op een süweg, een flink eind van het huis af, stond de nachtelüke bezoeker. Zün masker had hü afgezet en hü keek tevreden naar een gou den presse-papier en een blükens de dikte goed gevulde portefeuille die hü in de handen hield. „Ha. ha." grinnikte hü „wat heeft die oude gek zich laten beduvelen. Maar ik heb hier ver moedelijk meer, dan hü mü had willen bieden. Met brutaliteit bereik je veel. HU moest weten, dat de revolver niet eens geladen waa” Jenkins kwam binnen, nog met zün koffertje in de hand. ,Hn?" .De zaak is voor elkaar! De pas, uw brief en vooral de vingerafdruk hebben hun uitwerking niet gemist. Hü is overtuigd. Iracema heeft reeds vanuit Amerika getelegrafeerd, niet al leen dat ae komt, masur wonderlük genoeg dat ze ook met ons huwelük acooord gastt” Óp Flgueira hadden dese, op triomfeerenden toon gesproken woorden niet de verwachte uit werking. ,Dat is heelemaal niet wonderlük." „Nadat zü mü aoo’n blauwtje heeft latten loe pen f" „Ik heb een heel onaardige verrassing voor je. De een of anderen duivel, heeft haar te New York den echten Robert Severing doen ontmoeten. Dese brave duivel, die, wat mü aangaat naar zün grootje kan loepen, heeft er voor gezorgd, dat zü elkaar al vroeger kenden, en verliefd op elkaar werden. Z4Ü »ün alle twee op weg naar Madeira." „Hoe weet U dat alles?" „Ik heb Iraoema natuurlijk door het detee v tlven-bureau Pinkerton laten schaduwen.” Jenkins zweeg even. J3at is niet zoo erg, de ouwe is zwaar ziek en heeft toch door notaris Thomson, dien u naar hem toegectuurd heeft, per testament, mü zün dochter en de firma toegezegd." Reeds vele eeuwen geleden had de stad Barl, evenals de groote zeesteden Venetië, Plsa, Lcsiii en Genua, markten veroverd in Klein- jmé. Syrië en Palestina. De menschen van Bert tnuners waren niet alleen goede zeelui, ziaar ook bekwame handelslleden. Op een van hun tochten, het was in het jaar 1087, wisten jenige matrozen in de stad Mira, welke in han den van de Saracenen was, het gebeente te veroveren van den Heiligen blsschop Nicolaas. BU brachten deze kostbare rellquieën over naar hun vaderstad, waar, naar de plannen van den Benedictijner abt Ellas, die later blsschop van Barl worden sou, een prachtige basiliek gebouwd wetd ter eere van den grooten wonderdoener. *1 die eeuwen sindsdien rust daar het lichaam van den heiligen blsschop en met volle recht kan Barl zich de stad van Sinterklaas noemen. Na Napels is Barl ongetwUfeld de voomaam- ite stad van Zuid-Itallë; zü ligt midden in Apullë. aan de Adrlatische Zee, waar zü haar rijkdom aan te danken heeft. Barl wordt om geven door een prachtige landstreek, welke den levendlgen handel begunstigt. Het karakterls- - tieke stadsdeel der oïide stad, de citta vecchia, mar men nog duldelüke sporen vindt van een antieken oorsprong, en mede de pracht van modem aangelegde stadswüken en groote ge bouwen geven het duidelük bewijs welk een gezond? ontwikkeling op cultureel en econo- Het was eenige uren later. De consul had rustig over alles nagedacht en was nu over tuigd. De passen de vingerafdruk de brief van zün ouden vriend, het moest kloppen. Gedurende zün leven in het buitenland was hü gewoon geworden internationaal te denken. Hü was sedert lang Engelsch staatsonderdaan, had ook den oorlog meer als bgeiMbman dan als Jtomeu. Het zte haar” zeker gelukkig makan to en conserven een Duitscher aangevoeld en was In het geheel niet sentimenteel. HU kon volkomen begrüpen, dat een jonge man terwille van zün toekomst van naam en nationaliteit veranderde. De man. die nu sün neef zün moest, was een flink koopman. Misschien soms wat al te vrü in zün opvattingen aangaande zakenmoraal. Maar in elk geval iemand, die zich niet de kaas van sün brood Itet eten. Weer zaten de beide hoeren ditmaal in een gemoedelük hoekje van het pension bü elkaar. Severing stak zün vermeenden neef de hand toe. „Ik geloof je. Ik heb geen reden om aan Je te twüfelen. Ik zeg zelfs, dat ik gelukkig ben. MUn leven lang heb ik mü niet erg om mün vader land bekommerd mün vrouw wel. Die is tijdens den oorlog eigenlijk van heimwee ge storven. Nu in mün ziekte ben ik ook tot andere gedachten gekomen Daarom laat ik graag mün Iracema aan een landgenoot na. Ik zal Iracema schrijven, dat ze bü mü moet komen." „Ze mag mü niet.” „Vrouwen zün onberekenbaar. Ik geloof zelfs, dat haar moeder eens over Je gesproken heeft. Zeker heeft ze dlkwüls aan de Dultsche familie gedacht. Ik aal Iracema schrijven, dat ik mün neef Robert tot mün compagnon wil maken en dat het mü een pleizler zou doen als zü en hü een paar zouden worden. Voorloopig hoeft zü niet te weten, dat JU en deze Robert een en dezelfde persoon zün. Maar ze moet direct deeling met uw leven moeten boeten, münheer Reyding." De officier had al dien tüd onbeweeglijk in zün stoel gezeten. Hü richtte zich iets op en zei. terwül hü den man strak aankeek, schünbaar volmaakt kalm: „Maar man, wat verbeeld je je! Ik heb inder tijd mün plicht gedaan. Je schuld stond voor mü vast en daarom ben je veroordeeld. Het Is makkeluk genoeg om nu te beweren onschuldig veroordeeld te sün en dat idee van die wraak neming is absurd, dat zul je moeten toegeven.” „Het ergert mü eigenlük, dat u mü met „Je" aanspreekt." hernam de bezoeker, „maar ik sta u dit toe. als laatste gunst van een ter dood veroordeelde." Hü haaide Iets uit zün zak. .Jk heb hier, zooals u ziet, een spel kaarten?' zei hü. „en heb voor u het volgende uitgedacht. Ik heb een bepaalde kaart In mün gedachten. U moet de kaarten een voor een neerleggen en zoodra het de kaart la, die ik in mün gedachten heb, schiet ik. De methode is wreed, dat geef ik toe. maar niet wreeder dan de veroordeeling van een onschuldige." Mr. Reyding kon nu zün zenuwachtigheid niet langer bedwingen. Het idee was afschuwelük Hü moest het met een zoet lüntje probeeren. „Laten wü eens praten,” zei hü. nerveus lachend. „Ik ben bereid je een behoorUjk bedrag te geven, als Je nu wilt verdwünen, Ut wil...." „U hebt niets te willen,” klonk het hard, ,Jk wil met uw geld, ik wil uw leven en u hoeft niet te probeeren mü van mün plan af te brengen, want dat sal u niet lukken. Ik heb weinig tüd. Wilt u maar beginnen?" Hü legde het spel kaarten voor mr. Reyding neer en nam de revolver in zün hand. Een vreeselükc onrust maakte zich van mr. Rey ding meester. Hü zag in, dat de man tot alles in staat was. Zün hersens werkten bliksemsnel en hü realiseerde den toestand zoo goed mogelük. Wat stond hem te doen? Ais hü niet begon met de kaarten, zou de man Natuurlük wilde ik niets liever dan mü 0 «poedlg mogelük naar Duitschland be- om mü ter beschikking van mün moerland te stellen. Sinjor Flgueira maakte “Ml echter duidelük, dat dit onmogelü* Y*». en dat vüandelüke schepen mü «eker zou- opvangen. Hü overreedde mü om in Rio te en stelde mü daar hü zelf naar Lls- terug wilde tot zün procuratiehouder 1,18,1 toen echter nog niet wist, hoe ”7™*" öch ten opzichte van den oorlog zou P~Men, veranderde ik van naam en Figuelra r*orgd* n>ü dezen pas afkomstig van een even Ik ln Rlt>’ Bestorven Engelschman. Dien heb "**°yt Bebruikt na de mogelijkheid te hebben T^®»»ouden altüd weer müzelf te worden - lk reeds zeide. U weet dat tüdens den •““doorlog vele Dultschers van deze middelen yru*” hebben moeten maken om uit de han- den vüand te blüven of hun zaken te "yyn blüven doen." twüfelde nog steeds. tn J« gezicht is niets Dultsch!” omdat mün moeder een Italiaan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 7