van van De avonturen van een verkeersagentje alleabonné’S F750.- F750.- zzzr-z: F250- Dreigende ontbossching Nederland KUNSTENAAR EN POLITICUS 1 De man van Iracema Problemen van econ. en cultureelen aard Rheumatiek bestrijden terwijl U slaapt! HOM IG's KEUKENSTROOP:<ó&yz<W.ij/ Pauselijke woorden ut Ml win we mb mm ■m we» et ew MS. Een tragische tijger jacht ‘I DOOR otfrid von hanstein AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Uit: Rerum Noüarum WOENSDAG 7 DECEMBER 1938 en maharadja IO- moest de het zware over M. k I k k van Heeft die soms een gelegall- t Ier k k 4 I I BK m- hk i f k 1 Senjor bad hL aan zün „Incognito”. Op een gezelllgen feest ad ■us- 420 don .220 erf op M- «P etr- laatste de houtrüke 1 «te dragers mag bescho ran !te- te- ida un tie. tag ren ras en- I» -50 kg. X ral- oo. en. 1.75 pet. I.T -M0 <w »r 1.04 «er- van van 1W- rroc mol 000 300 ut ote 920 rich en- dlo 1.00. eenzaam en prooi vielen aan de bezitters en aan de De korting bracht hen naar den stal, waar de maanpaardjes goed waren verzorgd. Ze: leefden in een modelstad en hadden voer in overvloed. Toen de paardjes Keesie en den matroos zagen, hinnikten zij van blijdschap, want zij hadden him oude vrienden dadelijk herkend. Keesie streelde de dieren over hun snuit. De paardje® waren heelemaal niet bevreesd. moest David veredelen, maar zich toch er voor wachten, ze onkenbaar te maken. David hield zich trouw aan het recept van den goeden Oratorianer broeder en zijn werk ver meerderde zfjn roem. Een paar jaar later brak dan de Fransche revolutie uit. het tekort aan natuurrulmte voor de stijgende bevolking, vooral die van de steden; ten tweede, benadeeling van de economische belangen van die groote groepen der bevolking, die zijdelings bij het boschbehoud betrokken zijn, zooals de bedrijven, die men samen kan vatten onder den naam „vreemdelingenindus trie", waaronder vallen de hotels, pensions, restaurants, café's, lunchrooms, winkels van ververschlngen, autobusdiensten, autoverhuur- inrichtingen enz. Voorts ook van de belangen der wooncentra, met eenigszins luxe-karakter, die zich, gevormd hebben in streken rijk aan bosch; ten derde, niet in de laatste plaats, de ver storing van de houtvoorziening. Minder duide lijk in normale rustige tijden, wanneer de hout- import uit het buitenland, die voor ons land de hoofdschotel is, ongestoord is. Maar de jongste Septemberdagen van dreigende oorlogs spanning riepen de jaren van den wereldoorlog weer in herinnering. Toendertijd bracht de harde werkelijkheid het besef, dat een zekere reserve aan staand hout ook voor een land als het onze een onmisbaar element is voor de economische verdediging van het land. Toen worden. zooveel waardlghe ven, ofschoon des had gehad. Had humor beschreven: platte neus, geweldige neusvleugels en kleine oogjes? Deze trekken Weer vijf dagen later nu in de villa van r Flguelra. Jenkins stond voor hem. Deze itTWf öptzijn kantoor een einde gemaakt VIJFDE HOOFDSTUK Iracema had zich nadat zij naar boven gevlucht was in haar kamer opgesloten. Ze was geheel verbijsterd en moest eerst probeeren weer meester over zichzelf te worden en trachten te begrijpen. Ze beefde van woede. Wat Joe Jen kins had durven doen, wat Alfonse Flguelra in zijn huis geduld had, was toch wel het toppunt van onbeschaamdheid. Ze stond aan het raam en keek naar buiten op straat. De receptie was ten einde, de gas ten reden met hun auto's weer naar huis. Ze hoorde gedempt praten en de gebruikelijke af scheidswoorden. Het was blijkbaar Flguelra gelukt den ergsten argwaan bij zijn gasten weg te nemen onge twijfeld ten koste van haar. Iracema had haar selfbeheerachlng terug ge vonden. Ze moest opheldering van alles hebben nog vanavond. Ze belde en een dienstmeisje kwam. „Wil je even aan de heeren Flguelra en Jen kins zeggen, dat ik ze spreken moet?" „Ik zal het direct doen.” Een eigenaardig lachje speelde om den mond van het meisje. Ze had natuurlijk ook al een en ander gehoord en verheugde zich blijkbaar op een schandaal. „Senjor Figueira laat donja Iracema versoe- ken in zijn werkkamer te komen. Do heeren zijn daar reeds,” De koning der kabouters, die nog altijd zijn kroon op het hoofd droeg, toonde zich zeer verheugd, toen hij Keesie en zijn vriend, den matroos, weer zag Lachend ging hij hen tege moet, schudde ze allervriendelijkst de hand. -.Hoe gaat het, slre, majesteit,” vroeg Keesie belangstellend. Toen deelde hij den koning de reden van hun komst mede. Ze moesten de maanpaardjes hebben, die zij hier hadden achtergelaten. uit het buitenland gelukkig maar kort. Door een seer ingrijpende wet, de .Noodboechwet", die eenvoudig beslag legde op het particulier bosch- bezlt, heeft men dezen moeilijken tijd, toen de hulsbrandvoorziening en de fabrieken voor een deel op hout uit onze bosschen waren aange wezen, weten door té komen. Hums, bij een weel grootere houtbehoefte onzer kolenmijnen en een geringeren voorraad staand velbaar hout, zou de toestand veel ernstiger zijn en iedere week, dat wjj het op eigen kracht langer kun nen uithouden, kan dan van het allergrootste belang zijn. met z'n dun bamboe-rietje lichaam streek, stond hij op. Diep onder den indruk van bet tragische voor val, vingen wij den terugtocht aan. Op de prach tig uitgedoste jachtolifanten’ lagen de licha men van twee levenloose mannen en vijf doode tijgers. De eene man had den anderen beleedlgd en deze had zich op zün, manier gewroken, waarbij hij z'n leven had ingezet. De twee jagers moes ten deze beleediglng bloedig wreken, maar ze konden den kolonel in *t paleis van den ma- rwhadja niet van t leven berooven. Ze kenden echter de kunst, hun olifanten bliksemsnel tot neervallen te dwingen en ze wisten vooruit dat een hunner mede gedood zou worden. Dat hing alleen af van den olifant, die door kolonel Selby, als gast van den marahadja, zou worden uit gekozen, om bereden te worden. X Was daarom, dat Dandoe zoo bleek was ge worden, toen de kolonel den olifant van Dara- Moerl besteeg. De oudere broer en betere olifan tenjager moest de wraak met z'n leven betalen, tot diep leedwezen van Dandoe, die liever in zijn plaats den dood was ingegaan. (Nadruk verboden) Zü zal dan hier aan wal gaan, en Robert Se vering vaart alleen naar Madeira verder. „Om daar aangekomen het bedrog te ont dekken!" „Dat is nog de vraag! In elk geval moet nu direct het telegram weg." .David, die zich altüd graag met de politiek had bemoeid en van overtuiging even gemak- kelOk wisselde als van dienstbetrekking, was intusschen overgeloopen naar de radicaalste der radicale omwentellngsmannen, de Jakobü- nen, was lid van de Conventie en bekleedde daar een invloedrijke positie. Den geestelOken en broeders ging het in het toenmalige FrankrOk zeer slecht. Zün helper bü ..Socrates", broeder Andry, leed eveneens veel onder de vervolgingen en stond op het punt van honger om te ko men. Op dit moment daeht de arme Oratoriaan aan den beroemden schilder, aan het machtige lid van het convent. Hij wilde hem om hulp smeeken. De deur bleef echter gesloten. David liet zelfs zeggen, dat hij dien burger niet kende. De schilder David, het sieraad der Fransche kunst in die dagen, had echter in de verste verte niet zooveel karakter ên ziel als schfl- pünlüke jpisp^e Het te tfeuwfens dié na de révo- lilder van Napo- op den kolossus toetrad, hem iets toeriep en hem Jent. Nog een andere schaduwen over hem: -eertige om dezen man, lutMfnèn de bevoorrechte sch leon werd en diens slaafsche verheerlüker. De dochter van den schilder Joseph Vernet was als beschermelinge van den Koning in het Louvre opgevoéd. Als meisje van zestien jaar was zü getrouwd- met den architect Chalgrin, een knap artiest, die in Parijs een paar ker ken en de torens van Saint-Sulplce heeft ge bouwd. ZO was een mooie, maar deugdzame vrouw, die veel succes had in de .society” van het toenmalige FrankrOk. Minder geluk had zli echter in haar huwelijk. Zü keerde in 1782 'weer naar haar vader terug, die nog in het Louvre woonde, en bleef ook na den dood van haar vader met haar broeder, die de vader was van den beroemden schilder Horace Vernet, daar wonen. Tijdens het schrikbewind moest zy vluchten, vond toevlucht bü een vriendin en moest leven van het weinige, dat de revo lutie haar had overgelaten. Tenslotte werd zü in 1794 gearresteerd, omdat zü in het bezit bevonden werd van.... twintig pond kaarsen. Haar broeder zette alles in het werk, om haar voor het ontzettende lot, dat haar wachtte, te bewaren. Hij vroeg ook de hulp van David, die toen intiem bevriend was met den almachtl- gen Robespierre. Maar de schilder antwoordde koud: „Het gerechtshof te rechtvaardig. Je zus ter is een aristocrate en ik zal niets voor haar doen.” De oorzaak van deze onverblddelüke houding moet waarschijnlijk daarin te zoeken zün, dat David eens bü de mooie vrouw een ongenadig blauwtje had geloopen. Dit had hü haar nooit vergeven. Zij moest het schavot be stijgen. Tot haar laatste oogenblik was zü er van overtuigd, dat zü haar zinloozen dood had te danken aan de wraakzucht van David. In het Louvre bevindt zich nog een onvoltooid portret van de schoone madame Chalgrin door David. Haar hoofd verheft zich van een roo- den achtergrond, en deze roode, aan bloed herinnerende achtergrond evenals de onvol tooidheid van het portret zelf krijgen in de omlüstlng der geschiedenis een büna gruwelüke, symbolleke beteekenls. avond, die Figueira het geheele personeel had aangeboden, had hü meegedeeld, dat de heer Joe Jenkins dezen naam als pseudoniem had moeten voeren om beter met Engelschen en Noord-Amerikanen tüdens en direct na den oorlog zaken te kunnen doen, dat hü nu zün waren naam weer had aangenomen om als neef den hoofdeigenaar der firma, als jonge compagnon te kunnen optreden en later den familienaam voor de firma te bewaren. Figueira en Jenkins sloten het privé-kantoor af. „Alweer een Jobstüding! Iracema en Seve ring zün in Londen getrouwd! „Wat- nu?" Jenkins dacht even na, toen keek hü verlicht op. „Dat te het beste wat die twee Duitsche lie den voor ons doen konden en het maakt het geval belangrijk eenvoudiger.” ,4e lükt wel heelemaal gek te zün geworden." „Heelemaal niet, mün waarde vriend, je hebt er toch niets op tegen, dat ik een flink bedrag uit de kas neem?” Jacques Louis David, wiens hevig realisti sche dood van Marat nog kort geleden op de Fransche kunsttentoonstelling in het Stedelük Museum te Amsterdam was te bewonderen, is grooter kunstenaar dan politicus geweest. Hü was 30 Augustus 1748 te Parijs geboren en stierf 29 December 1825 in de verbanning hü had als lid van de Conventie voor de ter- doodveroordeeling van Lodewük XVI gestemd te Brussel. Onlangs hebben notities van een broeder Oratoriaan, die in Parijs werden ge publiceerd, de aandacht weer op dezen mensch van een vehementen overgangstüd gevestigd. David was de man. die een einde maakte aan de schilderkunst van den rococo-tüd, - aan de kunst van het gracieuze, lichte, lichtzinnige. HU schilderde ernstiger, maar ook droger. Hü verheerlükt het antiek-heroleke, dat overeen kwam met den smaak van zün tüd. De oude Romeinen en Grieken waren zün ideaal. En dat van zün tüd, welke dit ideaal tot uitdruk king bracht in de ulterlükheid der kleeding. David vereeuwigde dit Ideaal in Madame Re- camler, uitgestrekt op de sofa van büzonderen vorm, die naderhand haar naam sou dragen. Als historie-schilder wordt hü heden niet zoo hoog meer aangeslagen. Hooger wordt hü ge acht als portretschilder. Onbestreden te echter zün beteekenls op een keerpunt van de beel dende kunst, voor en na 1800. Oorspronkelijk was hü hofschilder van Lodewük XVI. Hü schilderde in dien tüd beelden uit het Romein- sche en Grieksche tüdvak en uit de sagen van belde landen. Een der beroemdste doeken te de .Dood van Socrates". Een parleióentslid had het besteld en betaalde er voor die dagen de enorme som van 8000 livres voor. David wilde het doek zooveel mogelük in overeen stemming brengen met de historische waarheid en overleving. Hü had echter geringe histori sche ontwikkeling en wist weinig van Socrates. Hü besloot daarom zün kennis te verrüken. HU ging naar de Oratorianen en vroeg om een geleerden pater als leeraar. Men bracht hem bü broeder Andry, die, streng naar den regel der Congregatie levende, zich' geheel aan de wetenschap wüdde. Broeder Andry wist veel van de klassieke geschiedenis en David vond in hem den man, dien hü zocht. Hü werd zeer vrlendelük ontvangen en kreeg zéér gedetail leerde notities, die hem bü de vervaardiging van zün Socrates-stuk van dienst konden zün. Deze notities nu zün teruggevonden, en daarin staat te lezen, dat Plato in de groep der leer lingen van Socrates aanwezig4 behoort te zün. „Want heeft deze phllosoof niet de laatste woorden van Socrates opgeteekend en aan ons overgeleverd?” Ook, zoo schreef de broeder, moest David bü de teekening der koppen ge bruik maken van de afbeeldingen, die uit den antieken tüd stammen. De afbeeldingen van belde phllosofen zün namelük zóó bekend, dat de een met den andere niet verwisseld kan David den kop van Socrates.. als maar mogelük was ge- ^n soort dronkemanshoofd nlel ae lérates zich zelf niet vol platte 1 as Wanneer U lijdt aan Rheumatiek. Rugpijn. Ge wrichtspijn, *s Nachts te moeten ópstaan. Irrit«eren de zuurafschelding. Zenuwachtigheid, Duizeligheid. Kringen onder de oogen. Branden op de maag. Gezwollen enkels en U zich uitgeput voelt, dan moet U eens CYSTEX gebruiken. CYST EX. het nieuwe middel van een beroemden dokter, begint direct te werken, bestijdt deze kwalen en is xeker de medicijn, die U hebben moet of U krtjgt gegarandeerd Uw geld terug. Wacht niet, koop vandaag nog CYSTEX bü Uw apotheker of drogist. De garantie beschermt Iedereen is er van overtuigd, er moet geholpen worden, meer nog, er moet spoedig en af doende geholpen worden, wijl, tengevolge der wanver houdingen, ontelbare menschen een ellendig en qnwaardig bestaan leiden. In de omwenteling der vorige eeuw werden de bestaande gilden der arbei dende klassen vernietigd, geen nieuwe vereenigtngen traden er voor in de plaats, de maatschappij en de wetge ving ontdeden zich hoe langer hoe meer van den voorvaderlijken gods dienst, en zoo gebeurde het, dat hand werk en arbeid allengs, onbeschermd, ten gevoelloosheid der teugellooze hebzucht der concurrentie. Daarbij kwam de alles verslindende woeker het kwaad verergeren. En lieeft de Kerk herhaaldelijk haar ver- oordeeling óver dit euvel uitgesproken, een onverzadelijk en itinziek kapita lisme gaat nochtans in onze dagen voort het oude spel zij het ook onder een anderen vorm dan voor heen, te drijven. Zoo zijn produc tie en handel schier het monopolie geworden van eenige weinigen, en zoo konden enkele bezitters van onmete lijke schatten den massa’s van het proletariaat een juk opleggen, dat slechts weinig van dat der slaven ver schilt. Dit te geen nieuwe uitspraak van Leo XIII. Toch te het velen misschien onbekend, dat de studie van het Sociale Vraagstuk reeds lang zijn geest heeft bezig gehouden. Toen hij bisschop van Perugia was, vaardigde hij herderlijke brieven uit, korter en bondiger, over het lijden der arbei ders en de ongevoeligheid der werk gevers. Wat hij toen schreef in een Herderlijken brief aan zijn Umbrteche kudde, verkondigt hü thans, door een gelukkige beschikking der Goddelijke Voorzienigheid, met Apostolisch gezag over de geheele wereld. Kard. Manning in zijn commentaar. g (1191) „Die ligt op sterven. Zie mag hem niet zien.” „En Robert wil je misschien een overval, of een moord in elkaar zetten?” „Komt niet in mün hoofd op!” „Hoe wil je dien man dan laten verdwünen?" .Neem mü niet kwalük als ik dat nu voor- loopig nog even voor mü houd. Het is het beste, dat buiten mü, niemand daar vazi af weet. Ik heb een heel eenvoudig middeltje. Zonder moord of doodslag. Je hoeft er heelemaal niets van te weten ik rüd direct met den auto naar Vlgo in Spanje. Dat zün nog geen zes honderd kilometer. Het is nu al laat op den namiddag, maar in elk geval ben Ik morgen ochtend In Vlgo. Je zorgt er voor, dat ik binnen het uur vüfhonderd pond in mün portefeuille heb. Te Vlgo neem ik een vliegtuig naar Madeira en JÜ vertelt aan iedereen, dat ik al vüf dagen geleden naar Engeland vertrokken ben.” „En als het misloopt?” „Word je tüdig gewaarschuwd en maak jü Je uit de voeten.” „Wat moet ik het meisje zeggen?” „Dat haar vader snel betert en spoedig naar Lissabon komt. Dat nu ja telkens krüg je tüdig van mü de noodlge aanwüzlngen. Ik ben in elk geval eerder op Madeira dan Iracema, te Lissabon. Nog iets de telegrammen, die Ik je sturen zal, onderteeken ik doodleuk ..Emme rich Severing”, die komen dus van den ouden baas." „Maar dan weet Ik niet of ze van hem of van jou komen!" „Goed dan onderteeken ik „Emmerich P. z'n slurf naar voren en zag Ik dat hü daar iets glinsterends in hield. Het dier had om lekkers gebedeld en daarbü het armbandhorloge loage- rukt; het slot was tenminste gebroken. Door deze mln of meer grappige oplossing scheen dit ‘TSSLrssrk en onbesuisd was, schaamde zich echter over z’n voorbarigheid en zei schertsend tegen de '^arsss^. trucjes af?" De tolk vertaalde dit weer en toen tikte onze c- chef de belde inlanders met z’n handschoenen, die hü in de hand hield, vriendschappelük op den schouder. Nu wilde het ongelukkig toeval. dat de beide inlanders Mahomedanen waren en geen Hin does, zooals ik dacht. De handschoenen waren van varkensleer en we beseften niet welk een doodelüke beleediglng kolonel Selby hun had aangedaan, niet alleen door z'n verdenking van diefstal, maar vooral door de aanraking met de varkenshuid. Het varken is een onrein dier voor eiken aanhanger van den Profeet. Den dag na het voorval ging men op jacht. De maharadja was onkundig gehouden van het gebeurde. De beide prachtige jachtollfanten wa ren bestemd voor den Indischen vorst en z’n gast, den Britechen kolonel. De eene olifant werd geleld door Dara-Moeri en de andere door Dandoe. Hoffelük vervocht de maharadja Selby te kiezen en deze besteeg den olifant van Dara- Moeri ik zag, zelfs onder z’n gele huid, dat Dan doe daarop doodsbleek werd. Inmiddels hadden de drüvers reeds verschei dene tügers jn een bepaalde plaats In de wil dernis door honden, lawaai en vuur te samen gedreven. Ik moet bekennen, dat deze jacht, hoog en veilig op uitstekend afgerichte oli fanten gezeten, mü nooit heldhaftig was voor gekomen. *tWas niets anders dan een soort slachting, die we met onze vuurwapens onder de tügers aanrichtten. De olifanten van den maharadja en van den kolonel waren het eerst op de verzamelplaats aangekomen en we wisten dat de vorst de eer van het eerste schot aan z’n gast zou geven. Het duurde niet lang, of twee prachtige tü gers sprongen uit het kreupelhout op den weg. We ■agen hoe de ma haradja een ult- noodigende be weging met de hand naar onzen kolonel maakte, hetgeen moest beteekenen: „Aan u mün gast, het eerste schot” Echter, nog vóór dat Selby had aangelegd, zakte z’n olifant eensklaps snel en onverklaar baar In elkaar. HU viel niet, maar liet zich par does vrüwillig op den grond vallen. De kolonel en Dara-Moeri werden tegelükertüd op den grond geslingerd en vielen vlak voor twee tü gers, die zich direct op ben wierpen. Een paar minuten later waren beiden luracihsnrd en on herkenbaar verminkt, ofschoon de maharadja en wü een waar snelvuur op de tügers hadden ingezet, die dan ook weldra doorschoten neer lagen. Nog drie tügers spi n*10—1 1,11 het kreupel hout. Maar ook deze werden neergelegd. We wachtten niet tot onze olifanten neerge knield waren, maar sprongen direct op den grond. Kolonel Selby en Dara-Moeri lagen daar levenloos. De olifant, die hen op den grond had ge worpen, lag nog steeds op dezelfde plaats. Men kon z’n vrees en z'n afschuw voor de doode tij gers, die In z’n nabüheid lagen, duideUjk op merken. ZTn koloMp]^ JMiaMjalddeMlft maar het scheen of een' occulte maeht hem op den grond vaat scheen te houden. Eerst toen Dandoe Paul en al onderteekent hü nooit zoo, zün doch ter zal het niet opvallen.” „Ik voel me toch erg onprettig. Ik geloof, dat wü het spel verloren hebben!" „Dat hangt heelemaal van ons zelf af. Of wü ons hoofd bü elkaar weten te houden en van hoe lang de oude nog leven sal.” ,4e bent me de baas." „Natuurlük. Jü kan alleen In het klein knoeien, maar voor een groot opgezet plan deug je niet." .JBlüft verder alles bü het oude?" „Vanzelfsprekend ik twee derden en Iracema en jü de rest. Over en weer hebben wü eikaars lot in de Hand." „Vooruit dan maar!" Jenkins wachtte een uurtje. Toen bracht Flguelra hem het geld. Jenkins reed eerst naar Belem, vandaar met een anderen auto naar de badplaats Celras, huurde er daar een voor een paar* dagen en reed in den nacht gedeeltelük binnendoor over erbarmelük slechte landwegen, gedeeltelük over de hoofdwegen naar Forto in het Noorden aan de grens en zoo naar Vlgo. Op denzelfden dag dat Iracema te Lissabon aankwam kreeg Figueira een telegram van Madeira: „Voel mü veel beter Iracema moet op mü wachten hoop binnen acht dagen zelf in Lissabon te zün Emmerich P. Severing”. Figueira glimlachte gerustgesteld, ging ech ter door alle uitstaande vorderingen en deposi to's op te vragen en in de brandkast van aün eigen villa te bergen. Men moest op elke moge- jtajere metftülle heeft haar keerzüde. Zoo -1 de omzetting van boschgrond in bouwgrond Lderdaad een aanmerkelüke vermindering der LrUoosheid met zich kunnen brengen, maar, tevens ontstaan hier moeilükheden door de dientengevolge ontstane ontbossching van Ne- nd. in Nederlandse!) Fabrikaat” wüst Dr. Spran- pts óp de gevaren hieraan verbonden: get is niet meer dan een dlchterlüke vrüheid, nnneer men, over natuurschoon in het alge meen of over bosschen sprekend, daaraan het „oord .ongerept'' verbindt. In ons land is, Im- BOI, nauwelijks een plek aan te wüzen. hoe rt-in ook, waar de hand van den mensch 0{ de invloed van de menschehjke cultuur het ungezicht van het landschap- niet op eenigerlei mjse heeft vervormd en gewüzlgd. Natuurlüke teechbedekking kennen wü in ons overgeculti veerde en bevolkte Nederland zoo goed als niet Beer, misschien dan liaan weer met voorbu iten 'van wat opkomend moerasstrulkbosch op ongewassen gronden. Al zün er mogelük nog enkele {dekken, waar de oorspronkelüke bosch- bedekking nooit geheel is verdwenen, zoo is deze toch ook daar door 's menschen invloed en van diens huisdieren veranderd. Het Neder- bmdsche bosch moet dan ook geheel onder de ■xultuurbosscihen” worden gerangschikt. Cul- tuurboech is nog niet hetzelfde als „prodBCtie- bosch”: immers kunnen bosschen die kunst matig aangelegd of hervormd zün, van de pro ductie geheel of grootendeels zün uitgescha keld. Nederland bezit thans volgens de offfcleele statistische gegevens 255800 H_A. bosch. 7.77 pCt. van de totale oppervlakte van ons land. Met dit geringe percentage is het naar de opper vlakte en nog meer als men per hoofd der be volking rekent, een der meest boscharme lan den van Europa. Afgezien nog van de belangen, die Mi de houtproductie en bü de werkgelegen heid in den winter betrokken zün. moet het, loowel wegens het behoud van het natuurschoon en van recreatieterrein voor de nog steeds groeiende bevolking, véorts om de toeristische belangen met inbegrip van die van het betel en pensionwezen en de overige vreemdellngen- S|ndustrie”, van het grootste belang worden geacht, dat althans het geringe bestaande boschpercentage wordt behouden. Daarvoor is het noodig dat op woeste gronden voortdurend nieuw bosch wordt aangelegd, want het be staande verliest door allerlei oorzaken steeds terrein. Van dit standpunt uitgaand, heeft de regeering des lands sinds jaren een politiek gevolgd, die bevorderend werkt zoowel op het behoud van het bestaande particuliere bosch- bedt, dat vier vüfden van het totaal omvat, als op dat van de overheid en verder legde zü zich toe op de bebossching van voor bosch ge- schikten woesten grond. Het streven naar boschbehoud is vooral belichaamd in de Boech- wet 1922 en in de Natuuraehoonwet 1928, welke -- strekking heeft de eljjen'arer^ van landfWderen, die rifën als voornaam- ■land aanzien van deze goederen behulpzaam te zün hun bezit in stand te houden. Een Boschraad, niet-ambtelük college, adviseert de Regeering over bogchbouwaangelegenheden. Verder zorgt de Staat door middel van een rijksdlenst, het Staatsboschbeheer, behalve voor het beheer der domeinbosschen, voor het aanleggen van nieuwe bosschen op zün eigen, daartoe aangekochte gronden en bovendien steunt het rük de ge meenten en vereenigingen en stichtingen van algemeen nut voor dit doel geldelük niet ren- telooee voorschotten en met technische hulp. Er zün nog meer middelen, waardoor de Staat het bewaren van houtopstanden bevordert, zoo als bv. de bestrüding van boschbranden en van ziekten, maar het is alleen de bedoeling hier de groote lün aan te geven. Het kost echter veel moeite om het totale boschareaal ongeveer in stand te houden en aldus verderen achteruitgang van het natuur schoon zooveel mogelük te beperken. Zelfs In weerwil van het ten behoeve van de werkver schaffing tegenwoordig sterk versnelde bebos- Khingstempo door de overheid, kan het geheele boschoppervlak des lands maar net op het te genwoordig peil worden gehouden; was het in 1931 volgens de statistiek 254400 H.A., In 1935 het nog altüd maar 255800 H.A. Velerlei en machtig zün de invloeden die aan het boschoppervlak knagen: hervorming van bosch in bouw- en weiland en tuingrond, bestemming tot bouw-, villa- en industrleter- leta, wegen- en kanaalaanleg, bestemming -als militair oefenlngsterrein, enz.; ook worden ge velde bosschen soms niet meer herplant en gallen tot woesten grond. Het omzettings- Pwe* van bosch tot bouw- en weiland is in het verleden altüd van groote beteekenls ge- e beste olifantenjager in de heele provtn- J cle Lahore waa Dara-Moeri; z’n faam was ver over de grenzen der provincie bekend. Hü en B*n jongere broer Dandoe waren belast met de verzorging van den olifantenstal van den marahadja Van Benares. Ze waren officieel belast me% het toezicht over de rü- en jacht- olifanten van den Indischen potentaat. De maharadja organiseerde elk jaar een groote tügerjacht. In dien tüd war ik officier van het Engelsche garnizoen in Benares en be hoorde steeds met onzen kolonel Belby tot de genoodigden van den marahadja, om aan die jacht deel te nemen. Onze kolonel, overigens een uitstekend officier, was kort aangebonden en daar hü vrü laat in Indlé gedetacheerd was, slecht op de hoogte van de zeden en gewoon ten van dit land. Op den bepaalden dag werden we zeer har- telük aan X hof van den marahadja ontvangen. Hü Het ons z'n olifantenstal zien, waarbü we achter kolonel Selby liepen, die echter geen bü- zondere belangstelling voor de olifanten aan den <|ag legde. Dara-Moeri wees ons juist een züner mooiste dieren aan en somde de kwaliteiten er van op, toen de-kolonel als verveeld geeuwde en op z'n armbandbocloge wilde küken. Het horloge was verdwenen. Rood van woede, riep onze chef, dat men z’n armbandhorloge gestolen had. Dara-Moeri en z'n broer Dandoe, die zagen dat er iets onge woons aan de hand was, vroegen aan den tolk naar de oorzaak van de opwinding. „M’n horloge is zooeven. gestolen!" bulderde kolonel Selby, „en ik verlang dat alle hoeken en gaten hier direct worden doorzocht." Opnieuw sprak de tolk tegen de belde inlan ders en ik zag hoe verwondering en onwil zich op hun gelaat alteekenden. Gaarne zou ik met den kolonel gesproken hebben en hem hebben gekalmeerd, maar de krijgstucht eischte, dat ik m’n mond hield. *t Was voor den maharadja een zware beleediglng, om in z'n huis van diefstal te spreken. Bovendien scheen mü die diefstal vrü onwaarschünlük toe. Wellicht had de kolo nel z'n horloge, zonder dat hü *t gemerkt had, verloren. Maar ook was het een groote belee- diging voor Dara-Moeri en Dandoe, Ja zelfs voor de overige inlandsche bedienden. Heel kort nadat de kolonel z'n beschuldiging van diefstal geuit had, schoof de olifant met weest, in de jaren vlak voor en direct na den wereldoorlog omvatte het zelfs 1200 tot 1800 H.A. ’s jaars. Daarna is het steeds minder ge worden, hetgeen zün natuurlüke oorzaak vond la het geleidelük verminderen van het opper vlak bosch, dat nog voorkomt op grond, die ook voor den" landbouw geschikt is. Terreinen, die economisch niet voor den landbouw geschikt te maken waren, kunnen thans echter door middel van den rükssteun in de loonen bü werkverschaffing, toch worden ontgonnen en inmiddels wordt ten krachtigste propaganda gemaakt voor de ontginning, omdat deze een der meest gewilde vormen is van werkverschaffing. Om aan te toonen, hoezeer de ontginning een middel kan zün tot werk verruiming, heeft men in den laatsten tüd vaak ramingen gemaakt van de uitgestrekt heden, die in ons land voor dit doel in aan merking komen. Deze ramingen kunnen bü gebreke aan statistische gegevens, niet anders zün dan ruwe schattingen, ook, wanneer ze van overigens gezaghebbende züde afkomstig zün; niet zelden komt men daarbü tot zéér over dreven vn—telingen. Zoo heeft men in den laatsten tüd bü her haling kunnen lezen, in voordrachten en ar tikelen over werkverruiming en landbouwves-' tiging, dat alsnog 75000 H A. bosch in ons land kan worden bestemd voor den landbouw. Wanneer men dan echter bedenkt, dat dit büna 1.'3 van onze totale boschoppervlakte zou zün, dan mag men zich wel afvragen, welke consequenties het voldoen aan dezen vérgaan- den eisch zou medebrengen, vooral ook in ver band met het landschapsschoon. Men komt dan tot de conclusie, dat het er niet meer alleen om gaat of er nóg wat minder bosch zal zün ofschoon dit op zichzelf bü het geringe boschpercentage voor ons land ook al zeer be- denkelük zou zün maar dat men er boven dien in moet zien een bedreiging van die bos schen, die wü het minst van alle kunnen mis sen. Er zün meerdere streken aan te wüzen, waar op enkele vierkante kilometers tientaUen kaal geslagen vlakten zün aan te wüzen. waarvan er nauwelüks een enkele opnieuw bosch zal dragen. In de omzetting van bosch Bi land bouwgrond op deze wüze kan niet meer worden gezien het natuurlüke proces, dat in zün ge- zamenlüken omvang in ons land reeds tot zeer bescheiden afmetingen was ingekrompen en dat trouwens bü lage landbouwconjunctuur ook soms in omgekeerde richting verliep. Ineens is daarvoor in de plaats getreden een kunst matig te voorschün geroepen en door geldelüken steun bevorderde omzetting, die Juist daardoor een onrustbarenden omvang heeft aangenomen. Het ligt voor de hand, dat thans ook gronden voor den landbouw worden bestemd, die daar voor elgenlük niet geschikt zün en die in de toekomst ook alleen door blüvenden overheids steun als zoodanig in exploitatie kunnen wor den gehouden. Bosch slachten gaat snel genoeg, maar het duurt lang eer misrekeningen in dit opzicht hersteld zün Indien de ontbossching in het zelfde tempo als tegenwoordig nog enkele Jaren zou voortduren, dan is het gevolg: ten eerste, een ernstige en niet meer te herstellen bena deeling van vele algemeene landsbelangen. Ook verlies aan natuurschoon, al wordt geen werk- versdhaffingssubsidle verleend, wanneer het landschapsschoon op evidente wüze zou worden - I 13 1 Jou?" J*, natuurlük!” ben je toch wel erg in de war; hü ver- ™«t zün zaak aan zün neef Severing." t^^ar In zün oogen ben ik dat op heden ”¥^ar in werkelükheld ben je het niet!” »°at komt er niet op aan. Ik kan bezweren u ?°k dat hü alleen mü bedoeld kan heb- "w. Laat iemand het eens bewüzen dat ik het niet ben!” ’•De echte.” ook niet! Heeft die soms een gelegali- ■fraen vingerafdruk in zün pas? Waarschün- oiet Dat is toch niet gebrulkelük.” 'ZS. u gevaI m°eten wü tüd winnen. Weet “«het adres van Iracema in Londen?” westmlnsterhotel sturen WÜ haar direct een telegram r*™1 wü haar melden, dat het met haar va- heter gaat, dat zü eerst een paar da- r” Lissabon zal moeten blüven, totdat alles 47 - n neef 1d “«Ie is gemaakt. Het telegram •“oraen wü van t adres in Madeira met daar- toegevoegd „via Lissabon”, dan zal het opvallen, dat het niet uit Madeira komt. „Wou je er tusschenuit knüpen?” „Ik denk er niet over! Maar ik moet een vliegtuig hebbetf voor de privérels.” „Dus er toch tusschenuit knüpen?” „Integendeel, wanneer komt de boot te Lissa bon aan?” „Dat heeft nog een paar dagen den tüd!" „Goed, ik neem een vliegtuig, en vlieg van daag nog naar Madeira.” „Waarom niet met de boot?” „Dat zal je dadelük hooren. Ik wacht te Madeira den echten Robert Severing op. Merk natuurlijk, of de oude al of niet lont ruikt. Doet hü het, en merk ik, dat onze zaak verloren is, dan telegrafeer ik, JU neemt het geld en schrijft al de bankdepositos telegrafisch op Santa Cruz van Tenerifa over. Dan treffen wü elkaar daar, en stellen ons daarmee tevreden. Gaat alles echter goed, dan kom ik na dien bedrieger onschadelük gemaakt te hebben hier terug, maar niet uit Madeira, doch uit Engeland. Ik heb mü opzettelük al niet in vüf dagen op de zaak laten zien. De lui daar, zul len dus kunnen aannemen, dat ik al voor vüf dagen per vliegtuig naar Londen vertrok.” „Wat moet dat allemaal?” „Heel eenvoudig! Iracema heeft toch in Lon den Robert Severing getrouwd, niet?” „Zeer zeker.” „Goed, en ik ben Robert Severing, dus zü trouwde mü!” ,4e bent niet wüs!” „Laat het nou maar aan mü over, om dat met het meisje in orde maken."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 11