van
van
De avonturen van een verkeersagentje
alleabonné’S F750.- F750.- zzzr-z: F250-
Dreigende ontbossching
Nederland
KUNSTENAAR
EN POLITICUS
1
De man van Iracema
Problemen van econ.
en cultureelen aard
Rheumatiek bestrijden
terwijl U slaapt!
HOM IG's KEUKENSTROOP:<ó&yz<W.ij/
Pauselijke woorden
ut
Ml win we mb mm
■m we» et ew MS.
Een tragische
tijger jacht
‘I
DOOR otfrid von hanstein
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Uit: Rerum Noüarum
WOENSDAG 7 DECEMBER 1938
en
maharadja
IO-
moest
de
het zware
over
M.
k I
k
k
van
Heeft die soms een gelegall-
t
Ier
k
k
4
I
I
BK
m-
hk
i
f
k
1
Senjor
bad hL
aan zün „Incognito”. Op een gezelllgen feest
ad
■us-
420
don
.220
erf
op
M-
«P
etr-
laatste de
houtrüke 1
«te dragers
mag bescho
ran
!te-
te-
ida
un
tie.
tag
ren
ras
en-
I»
-50
kg.
X
ral-
oo.
en.
1.75
pet.
I.T
-M0
<w
»r
1.04
«er-
van
van
1W-
rroc
mol
000
300
ut
ote
920
rich
en-
dlo
1.00.
eenzaam en
prooi vielen aan de
bezitters en aan de
De korting bracht hen naar den stal, waar de maanpaardjes
goed waren verzorgd. Ze: leefden in een modelstad en hadden
voer in overvloed. Toen de paardjes Keesie en den matroos
zagen, hinnikten zij van blijdschap, want zij hadden him oude
vrienden dadelijk herkend. Keesie streelde de dieren over hun
snuit. De paardje® waren heelemaal niet bevreesd.
moest David veredelen, maar zich toch er voor
wachten, ze onkenbaar te maken.
David hield zich trouw aan het recept van den
goeden Oratorianer broeder en zijn werk ver
meerderde zfjn roem. Een paar jaar later
brak dan de Fransche revolutie uit.
het tekort aan natuurrulmte voor de stijgende
bevolking, vooral die van de steden;
ten tweede, benadeeling van de economische
belangen van die groote groepen der bevolking,
die zijdelings bij het boschbehoud betrokken
zijn, zooals de bedrijven, die men samen kan
vatten onder den naam „vreemdelingenindus
trie", waaronder vallen de hotels, pensions,
restaurants, café's, lunchrooms, winkels van
ververschlngen, autobusdiensten, autoverhuur-
inrichtingen enz. Voorts ook van de belangen
der wooncentra, met eenigszins luxe-karakter,
die zich, gevormd hebben in streken rijk aan
bosch;
ten derde, niet in de laatste plaats, de ver
storing van de houtvoorziening. Minder duide
lijk in normale rustige tijden, wanneer de hout-
import uit het buitenland, die voor ons land
de hoofdschotel is, ongestoord is. Maar de
jongste Septemberdagen van dreigende oorlogs
spanning riepen de jaren van den wereldoorlog
weer in herinnering. Toendertijd bracht de
harde werkelijkheid het besef, dat een zekere
reserve aan staand hout ook voor een land als
het onze een onmisbaar element is voor de
economische verdediging van het land. Toen
worden.
zooveel waardlghe
ven, ofschoon des
had gehad. Had
humor beschreven: platte neus, geweldige
neusvleugels en kleine oogjes? Deze trekken
Weer vijf dagen later nu in de villa van
r Flguelra. Jenkins stond voor hem. Deze
itTWf öptzijn kantoor een einde gemaakt
VIJFDE HOOFDSTUK
Iracema had zich nadat zij naar boven
gevlucht was in haar kamer opgesloten. Ze
was geheel verbijsterd en moest eerst probeeren
weer meester over zichzelf te worden en trachten
te begrijpen. Ze beefde van woede. Wat Joe Jen
kins had durven doen, wat Alfonse Flguelra in
zijn huis geduld had, was toch wel het toppunt
van onbeschaamdheid.
Ze stond aan het raam en keek naar buiten
op straat. De receptie was ten einde, de gas
ten reden met hun auto's weer naar huis. Ze
hoorde gedempt praten en de gebruikelijke af
scheidswoorden.
Het was blijkbaar Flguelra gelukt den ergsten
argwaan bij zijn gasten weg te nemen onge
twijfeld ten koste van haar.
Iracema had haar selfbeheerachlng terug ge
vonden. Ze moest opheldering van alles hebben
nog vanavond.
Ze belde en een dienstmeisje kwam.
„Wil je even aan de heeren Flguelra en Jen
kins zeggen, dat ik ze spreken moet?"
„Ik zal het direct doen.”
Een eigenaardig lachje speelde om den mond
van het meisje. Ze had natuurlijk ook al een
en ander gehoord en verheugde zich blijkbaar
op een schandaal.
„Senjor Figueira laat donja Iracema versoe-
ken in zijn werkkamer te komen. Do heeren zijn
daar reeds,”
De koning der kabouters, die nog altijd zijn kroon op het
hoofd droeg, toonde zich zeer verheugd, toen hij Keesie en
zijn vriend, den matroos, weer zag Lachend ging hij hen tege
moet, schudde ze allervriendelijkst de hand. -.Hoe gaat het,
slre, majesteit,” vroeg Keesie belangstellend. Toen deelde hij
den koning de reden van hun komst mede. Ze moesten de
maanpaardjes hebben, die zij hier hadden achtergelaten.
uit het buitenland gelukkig maar kort. Door een
seer ingrijpende wet, de .Noodboechwet", die
eenvoudig beslag legde op het particulier bosch-
bezlt, heeft men dezen moeilijken tijd, toen de
hulsbrandvoorziening en de fabrieken voor een
deel op hout uit onze bosschen waren aange
wezen, weten door té komen. Hums, bij een
weel grootere houtbehoefte onzer kolenmijnen
en een geringeren voorraad staand velbaar hout,
zou de toestand veel ernstiger zijn en iedere
week, dat wjj het op eigen kracht langer kun
nen uithouden, kan dan van het allergrootste
belang zijn.
met z'n dun bamboe-rietje
lichaam streek, stond hij op.
Diep onder den indruk van bet tragische voor
val, vingen wij den terugtocht aan. Op de prach
tig uitgedoste jachtolifanten’ lagen de licha
men van twee levenloose mannen en vijf doode
tijgers.
De eene man had den anderen beleedlgd en
deze had zich op zün, manier gewroken, waarbij
hij z'n leven had ingezet. De twee jagers moes
ten deze beleediglng bloedig wreken, maar ze
konden den kolonel in *t paleis van den ma-
rwhadja niet van t leven berooven. Ze kenden
echter de kunst, hun olifanten bliksemsnel tot
neervallen te dwingen en ze wisten vooruit dat
een hunner mede gedood zou worden. Dat hing
alleen af van den olifant, die door kolonel Selby,
als gast van den marahadja, zou worden uit
gekozen, om bereden te worden.
X Was daarom, dat Dandoe zoo bleek was ge
worden, toen de kolonel den olifant van Dara-
Moerl besteeg. De oudere broer en betere olifan
tenjager moest de wraak met z'n leven betalen,
tot diep leedwezen van Dandoe, die liever in zijn
plaats den dood was ingegaan.
(Nadruk verboden)
Zü zal dan hier aan wal gaan, en Robert Se
vering vaart alleen naar Madeira verder.
„Om daar aangekomen het bedrog te ont
dekken!"
„Dat is nog de vraag! In elk geval moet nu
direct het telegram weg."
.David, die zich altüd graag met de politiek
had bemoeid en van overtuiging even gemak-
kelOk wisselde als van dienstbetrekking, was
intusschen overgeloopen naar de radicaalste
der radicale omwentellngsmannen, de Jakobü-
nen, was lid van de Conventie en bekleedde
daar een invloedrijke positie. Den geestelOken en
broeders ging het in het toenmalige FrankrOk
zeer slecht. Zün helper bü ..Socrates", broeder
Andry, leed eveneens veel onder de vervolgingen
en stond op het punt van honger om te ko
men. Op dit moment daeht de arme Oratoriaan
aan den beroemden schilder, aan het machtige
lid van het convent. Hij wilde hem om hulp
smeeken. De deur bleef echter gesloten. David
liet zelfs zeggen, dat hij dien burger niet kende.
De schilder David, het sieraad der Fransche
kunst in die dagen, had echter in de verste
verte niet zooveel karakter ên ziel als schfl-
pünlüke jpisp^e
Het te tfeuwfens
dié na de révo-
lilder van Napo- op den kolossus toetrad, hem iets toeriep en hem
Jent. Nog een andere
schaduwen over hem:
-eertige om dezen man,
lutMfnèn de bevoorrechte sch
leon werd en diens slaafsche verheerlüker. De
dochter van den schilder Joseph Vernet was
als beschermelinge van den Koning in het
Louvre opgevoéd. Als meisje van zestien jaar
was zü getrouwd- met den architect Chalgrin,
een knap artiest, die in Parijs een paar ker
ken en de torens van Saint-Sulplce heeft ge
bouwd. ZO was een mooie, maar deugdzame
vrouw, die veel succes had in de .society” van
het toenmalige FrankrOk. Minder geluk had
zli echter in haar huwelijk. Zü keerde in 1782
'weer naar haar vader terug, die nog in het
Louvre woonde, en bleef ook na den dood van
haar vader met haar broeder, die de vader was
van den beroemden schilder Horace Vernet,
daar wonen. Tijdens het schrikbewind moest
zy vluchten, vond toevlucht bü een vriendin
en moest leven van het weinige, dat de revo
lutie haar had overgelaten. Tenslotte werd zü
in 1794 gearresteerd, omdat zü in het bezit
bevonden werd van.... twintig pond kaarsen.
Haar broeder zette alles in het werk, om haar
voor het ontzettende lot, dat haar wachtte, te
bewaren. Hij vroeg ook de hulp van David, die
toen intiem bevriend was met den almachtl-
gen Robespierre. Maar de schilder antwoordde
koud: „Het gerechtshof te rechtvaardig. Je zus
ter is een aristocrate en ik zal niets voor haar
doen.” De oorzaak van deze onverblddelüke
houding moet waarschijnlijk daarin te zoeken
zün, dat David eens bü de mooie vrouw een
ongenadig blauwtje had geloopen. Dit had hü
haar nooit vergeven. Zij moest het schavot be
stijgen. Tot haar laatste oogenblik was zü er
van overtuigd, dat zü haar zinloozen dood had
te danken aan de wraakzucht van David. In
het Louvre bevindt zich nog een onvoltooid
portret van de schoone madame Chalgrin door
David. Haar hoofd verheft zich van een roo-
den achtergrond, en deze roode, aan bloed
herinnerende achtergrond evenals de onvol
tooidheid van het portret zelf krijgen in de
omlüstlng der geschiedenis een büna gruwelüke,
symbolleke beteekenls.
avond, die Figueira het geheele personeel had
aangeboden, had hü meegedeeld, dat de heer
Joe Jenkins dezen naam als pseudoniem had
moeten voeren om beter met Engelschen en
Noord-Amerikanen tüdens en direct na den
oorlog zaken te kunnen doen, dat hü nu zün
waren naam weer had aangenomen om als neef
den hoofdeigenaar der firma, als jonge
compagnon te kunnen optreden en later den
familienaam voor de firma te bewaren.
Figueira en Jenkins sloten het privé-kantoor
af.
„Alweer een Jobstüding! Iracema en Seve
ring zün in Londen getrouwd!
„Wat- nu?"
Jenkins dacht even na, toen keek hü verlicht
op.
„Dat te het beste wat die twee Duitsche lie
den voor ons doen konden en het maakt het
geval belangrijk eenvoudiger.”
,4e lükt wel heelemaal gek te zün geworden."
„Heelemaal niet, mün waarde vriend, je hebt
er toch niets op tegen, dat ik een flink bedrag
uit de kas neem?”
Jacques Louis David, wiens hevig realisti
sche dood van Marat nog kort geleden op de
Fransche kunsttentoonstelling in het Stedelük
Museum te Amsterdam was te bewonderen, is
grooter kunstenaar dan politicus geweest. Hü
was 30 Augustus 1748 te Parijs geboren en
stierf 29 December 1825 in de verbanning
hü had als lid van de Conventie voor de ter-
doodveroordeeling van Lodewük XVI gestemd
te Brussel. Onlangs hebben notities van een
broeder Oratoriaan, die in Parijs werden ge
publiceerd, de aandacht weer op dezen mensch
van een vehementen overgangstüd gevestigd.
David was de man. die een einde maakte aan
de schilderkunst van den rococo-tüd, - aan de
kunst van het gracieuze, lichte, lichtzinnige.
HU schilderde ernstiger, maar ook droger. Hü
verheerlükt het antiek-heroleke, dat overeen
kwam met den smaak van zün tüd. De oude
Romeinen en Grieken waren zün ideaal. En
dat van zün tüd, welke dit ideaal tot uitdruk
king bracht in de ulterlükheid der kleeding.
David vereeuwigde dit Ideaal in Madame Re-
camler, uitgestrekt op de sofa van büzonderen
vorm, die naderhand haar naam sou dragen.
Als historie-schilder wordt hü heden niet zoo
hoog meer aangeslagen. Hooger wordt hü ge
acht als portretschilder. Onbestreden te echter
zün beteekenls op een keerpunt van de beel
dende kunst, voor en na 1800. Oorspronkelijk
was hü hofschilder van Lodewük XVI. Hü
schilderde in dien tüd beelden uit het Romein-
sche en Grieksche tüdvak en uit de sagen van
belde landen. Een der beroemdste doeken te
de .Dood van Socrates". Een parleióentslid
had het besteld en betaalde er voor die dagen
de enorme som van 8000 livres voor. David
wilde het doek zooveel mogelük in overeen
stemming brengen met de historische waarheid
en overleving. Hü had echter geringe histori
sche ontwikkeling en wist weinig van Socrates.
Hü besloot daarom zün kennis te verrüken.
HU ging naar de Oratorianen en vroeg om een
geleerden pater als leeraar. Men bracht hem
bü broeder Andry, die, streng naar den regel
der Congregatie levende, zich' geheel aan de
wetenschap wüdde. Broeder Andry wist veel
van de klassieke geschiedenis en David vond
in hem den man, dien hü zocht. Hü werd zeer
vrlendelük ontvangen en kreeg zéér gedetail
leerde notities, die hem bü de vervaardiging
van zün Socrates-stuk van dienst konden zün.
Deze notities nu zün teruggevonden, en daarin
staat te lezen, dat Plato in de groep der leer
lingen van Socrates aanwezig4 behoort te zün.
„Want heeft deze phllosoof niet de laatste
woorden van Socrates opgeteekend en aan ons
overgeleverd?” Ook, zoo schreef de broeder,
moest David bü de teekening der koppen ge
bruik maken van de afbeeldingen, die uit den
antieken tüd stammen. De afbeeldingen van
belde phllosofen zün namelük zóó bekend, dat
de een met den andere niet verwisseld kan
David den kop van Socrates..
als maar mogelük was ge-
^n soort dronkemanshoofd nlel ae
lérates zich zelf niet vol
platte
1 as
Wanneer U lijdt aan Rheumatiek. Rugpijn. Ge
wrichtspijn, *s Nachts te moeten ópstaan. Irrit«eren
de zuurafschelding. Zenuwachtigheid, Duizeligheid.
Kringen onder de oogen. Branden op de maag.
Gezwollen enkels en U zich uitgeput voelt, dan
moet U eens CYSTEX gebruiken. CYST EX. het
nieuwe middel van een beroemden dokter, begint
direct te werken, bestijdt deze kwalen en is xeker de
medicijn, die U hebben moet of U krtjgt gegarandeerd
Uw geld terug. Wacht niet, koop vandaag nog
CYSTEX bü Uw apotheker of drogist. De garantie
beschermt
Iedereen is er van overtuigd, er
moet geholpen worden, meer nog,
er moet spoedig en af doende geholpen
worden, wijl, tengevolge der wanver
houdingen, ontelbare menschen een
ellendig en qnwaardig bestaan leiden.
In de omwenteling der vorige eeuw
werden de bestaande gilden der arbei
dende klassen vernietigd, geen nieuwe
vereenigtngen traden er voor in de
plaats, de maatschappij en de wetge
ving ontdeden zich hoe langer hoe
meer van den voorvaderlijken gods
dienst, en zoo gebeurde het, dat hand
werk en arbeid allengs,
onbeschermd, ten
gevoelloosheid der
teugellooze hebzucht der concurrentie.
Daarbij kwam de alles verslindende
woeker het kwaad verergeren. En
lieeft de Kerk herhaaldelijk haar ver-
oordeeling óver dit euvel uitgesproken,
een onverzadelijk en itinziek kapita
lisme gaat nochtans in onze dagen
voort het oude spel zij het ook
onder een anderen vorm dan voor
heen, te drijven. Zoo zijn produc
tie en handel schier het monopolie
geworden van eenige weinigen, en zoo
konden enkele bezitters van onmete
lijke schatten den massa’s van het
proletariaat een juk opleggen, dat
slechts weinig van dat der slaven ver
schilt.
Dit te geen nieuwe uitspraak van
Leo XIII. Toch te het velen misschien
onbekend, dat de studie van het
Sociale Vraagstuk reeds lang zijn
geest heeft bezig gehouden. Toen hij
bisschop van Perugia was, vaardigde
hij herderlijke brieven uit, korter en
bondiger, over het lijden der arbei
ders en de ongevoeligheid der werk
gevers. Wat hij toen schreef in een
Herderlijken brief aan zijn Umbrteche
kudde, verkondigt hü thans, door een
gelukkige beschikking der Goddelijke
Voorzienigheid, met Apostolisch gezag
over de geheele wereld.
Kard. Manning in zijn commentaar.
g (1191)
„Die ligt op sterven. Zie mag hem niet zien.”
„En Robert wil je misschien een overval,
of een moord in elkaar zetten?”
„Komt niet in mün hoofd op!”
„Hoe wil je dien man dan laten verdwünen?"
.Neem mü niet kwalük als ik dat nu voor-
loopig nog even voor mü houd. Het is het
beste, dat buiten mü, niemand daar vazi af weet.
Ik heb een heel eenvoudig middeltje. Zonder
moord of doodslag. Je hoeft er heelemaal niets
van te weten ik rüd direct met den auto
naar Vlgo in Spanje. Dat zün nog geen zes
honderd kilometer. Het is nu al laat op den
namiddag, maar in elk geval ben Ik morgen
ochtend In Vlgo. Je zorgt er voor, dat ik binnen
het uur vüfhonderd pond in mün portefeuille heb.
Te Vlgo neem ik een vliegtuig naar Madeira en
JÜ vertelt aan iedereen, dat ik al vüf dagen
geleden naar Engeland vertrokken ben.”
„En als het misloopt?”
„Word je tüdig gewaarschuwd en maak jü
Je uit de voeten.”
„Wat moet ik het meisje zeggen?”
„Dat haar vader snel betert en spoedig naar
Lissabon komt. Dat nu ja telkens krüg
je tüdig van mü de noodlge aanwüzlngen. Ik
ben in elk geval eerder op Madeira dan Iracema,
te Lissabon. Nog iets de telegrammen, die Ik
je sturen zal, onderteeken ik doodleuk ..Emme
rich Severing”, die komen dus van den ouden
baas."
„Maar dan weet Ik niet of ze van hem of van
jou komen!"
„Goed dan onderteeken ik „Emmerich P.
z'n slurf naar voren en zag Ik dat hü daar iets
glinsterends in hield. Het dier had om lekkers
gebedeld en daarbü het armbandhorloge loage-
rukt; het slot was tenminste gebroken. Door
deze mln of meer grappige oplossing scheen dit
‘TSSLrssrk
en onbesuisd was, schaamde zich echter over
z’n voorbarigheid en zei schertsend tegen de
'^arsss^.
trucjes af?"
De tolk vertaalde dit weer en toen tikte onze c-
chef de belde inlanders met z’n handschoenen,
die hü in de hand hield, vriendschappelük op
den schouder.
Nu wilde het ongelukkig toeval. dat de beide
inlanders Mahomedanen waren en geen Hin
does, zooals ik dacht. De handschoenen waren
van varkensleer en we beseften niet welk een
doodelüke beleediglng kolonel Selby hun had
aangedaan, niet alleen door z'n verdenking van
diefstal, maar vooral door de aanraking met
de varkenshuid. Het varken is een onrein dier
voor eiken aanhanger van den Profeet.
Den dag na het voorval ging men op jacht.
De maharadja was onkundig gehouden van het
gebeurde. De beide prachtige jachtollfanten wa
ren bestemd voor den Indischen vorst en z’n
gast, den Britechen kolonel. De eene olifant
werd geleld door Dara-Moeri en de andere door
Dandoe. Hoffelük vervocht de maharadja Selby
te kiezen en deze besteeg den olifant van Dara-
Moeri ik zag, zelfs onder z’n gele huid, dat Dan
doe daarop doodsbleek werd.
Inmiddels hadden de drüvers reeds verschei
dene tügers jn een bepaalde plaats In de wil
dernis door honden, lawaai en vuur te samen
gedreven. Ik moet bekennen, dat deze jacht,
hoog en veilig op uitstekend afgerichte oli
fanten gezeten, mü nooit heldhaftig was voor
gekomen. *tWas niets anders dan een soort
slachting, die we met onze vuurwapens onder
de tügers aanrichtten.
De olifanten van den maharadja en van den
kolonel waren het eerst op de verzamelplaats
aangekomen en we wisten dat de vorst de eer
van het eerste schot aan z’n gast zou geven.
Het duurde niet lang, of twee prachtige tü
gers sprongen uit
het kreupelhout
op den weg. We
■agen hoe de ma
haradja een ult-
noodigende be
weging met de
hand naar onzen
kolonel maakte, hetgeen moest beteekenen:
„Aan u mün gast, het eerste schot”
Echter, nog vóór dat Selby had aangelegd,
zakte z’n olifant eensklaps snel en onverklaar
baar In elkaar. HU viel niet, maar liet zich par
does vrüwillig op den grond vallen. De kolonel
en Dara-Moeri werden tegelükertüd op den
grond geslingerd en vielen vlak voor twee tü
gers, die zich direct op ben wierpen. Een paar
minuten later waren beiden luracihsnrd en on
herkenbaar verminkt, ofschoon de maharadja
en wü een waar snelvuur op de tügers hadden
ingezet, die dan ook weldra doorschoten neer
lagen. Nog drie tügers spi n*10—1 1,11 het kreupel
hout. Maar ook deze werden neergelegd.
We wachtten niet tot onze olifanten neerge
knield waren, maar sprongen direct op den
grond. Kolonel Selby en Dara-Moeri lagen daar
levenloos.
De olifant, die hen op den grond had ge
worpen, lag nog steeds op dezelfde plaats. Men
kon z’n vrees en z'n afschuw voor de doode tij
gers, die In z’n nabüheid lagen, duideUjk op
merken. ZTn koloMp]^ JMiaMjalddeMlft maar
het scheen of een' occulte maeht hem op den
grond vaat scheen te houden. Eerst toen Dandoe
Paul en al onderteekent hü nooit zoo, zün doch
ter zal het niet opvallen.”
„Ik voel me toch erg onprettig. Ik geloof, dat
wü het spel verloren hebben!"
„Dat hangt heelemaal van ons zelf af. Of
wü ons hoofd bü elkaar weten te houden en
van hoe lang de oude nog leven sal.”
,4e bent me de baas."
„Natuurlük. Jü kan alleen In het klein
knoeien, maar voor een groot opgezet plan deug
je niet."
.JBlüft verder alles bü het oude?"
„Vanzelfsprekend ik twee derden en
Iracema en jü de rest. Over en weer hebben wü
eikaars lot in de Hand."
„Vooruit dan maar!"
Jenkins wachtte een uurtje. Toen bracht
Flguelra hem het geld. Jenkins reed eerst naar
Belem, vandaar met een anderen auto naar de
badplaats Celras, huurde er daar een voor een
paar* dagen en reed in den nacht gedeeltelük
binnendoor over erbarmelük slechte landwegen,
gedeeltelük over de hoofdwegen naar Forto
in het Noorden aan de grens en zoo naar Vlgo.
Op denzelfden dag dat Iracema te Lissabon
aankwam kreeg Figueira een telegram van
Madeira:
„Voel mü veel beter Iracema moet op mü
wachten hoop binnen acht dagen zelf in
Lissabon te zün Emmerich P. Severing”.
Figueira glimlachte gerustgesteld, ging ech
ter door alle uitstaande vorderingen en deposi
to's op te vragen en in de brandkast van aün
eigen villa te bergen. Men moest op elke moge-
jtajere metftülle heeft haar keerzüde. Zoo
-1 de omzetting van boschgrond in bouwgrond
Lderdaad een aanmerkelüke vermindering der
LrUoosheid met zich kunnen brengen, maar,
tevens ontstaan hier moeilükheden door de
dientengevolge ontstane ontbossching van Ne-
nd.
in Nederlandse!) Fabrikaat” wüst Dr. Spran-
pts óp de gevaren hieraan verbonden:
get is niet meer dan een dlchterlüke vrüheid,
nnneer men, over natuurschoon in het alge
meen of over bosschen sprekend, daaraan het
„oord .ongerept'' verbindt. In ons land is, Im-
BOI, nauwelijks een plek aan te wüzen. hoe
rt-in ook, waar de hand van den mensch
0{ de invloed van de menschehjke cultuur het
ungezicht van het landschap- niet op eenigerlei
mjse heeft vervormd en gewüzlgd. Natuurlüke
teechbedekking kennen wü in ons overgeculti
veerde en bevolkte Nederland zoo goed als niet
Beer, misschien dan liaan weer met voorbu
iten 'van wat opkomend moerasstrulkbosch op
ongewassen gronden. Al zün er mogelük nog
enkele {dekken, waar de oorspronkelüke bosch-
bedekking nooit geheel is verdwenen, zoo is
deze toch ook daar door 's menschen invloed
en van diens huisdieren veranderd. Het Neder-
bmdsche bosch moet dan ook geheel onder de
■xultuurbosscihen” worden gerangschikt. Cul-
tuurboech is nog niet hetzelfde als „prodBCtie-
bosch”: immers kunnen bosschen die kunst
matig aangelegd of hervormd zün, van de pro
ductie geheel of grootendeels zün uitgescha
keld.
Nederland bezit thans volgens de offfcleele
statistische gegevens 255800 H_A. bosch. 7.77
pCt. van de totale oppervlakte van ons land.
Met dit geringe percentage is het naar de opper
vlakte en nog meer als men per hoofd der be
volking rekent, een der meest boscharme lan
den van Europa. Afgezien nog van de belangen,
die Mi de houtproductie en bü de werkgelegen
heid in den winter betrokken zün. moet het,
loowel wegens het behoud van het natuurschoon
en van recreatieterrein voor de nog steeds
groeiende bevolking, véorts om de toeristische
belangen met inbegrip van die van het betel
en pensionwezen en de overige vreemdellngen-
S|ndustrie”, van het grootste belang worden
geacht, dat althans het geringe bestaande
boschpercentage wordt behouden. Daarvoor is
het noodig dat op woeste gronden voortdurend
nieuw bosch wordt aangelegd, want het be
staande verliest door allerlei oorzaken steeds
terrein. Van dit standpunt uitgaand, heeft de
regeering des lands sinds jaren een politiek
gevolgd, die bevorderend werkt zoowel op het
behoud van het bestaande particuliere bosch-
bedt, dat vier vüfden van het totaal omvat,
als op dat van de overheid en verder legde zü
zich toe op de bebossching van voor bosch ge-
schikten woesten grond. Het streven naar
boschbehoud is vooral belichaamd in de Boech-
wet 1922 en in de Natuuraehoonwet 1928, welke
-- strekking heeft de eljjen'arer^ van
landfWderen, die rifën als voornaam-
■land
aanzien van deze goederen behulpzaam te zün
hun bezit in stand te houden. Een Boschraad,
niet-ambtelük college, adviseert de Regeering
over bogchbouwaangelegenheden. Verder zorgt
de Staat door middel van een rijksdlenst, het
Staatsboschbeheer, behalve voor het beheer der
domeinbosschen, voor het aanleggen van nieuwe
bosschen op zün eigen, daartoe aangekochte
gronden en bovendien steunt het rük de ge
meenten en vereenigingen en stichtingen van
algemeen nut voor dit doel geldelük niet ren-
telooee voorschotten en met technische hulp.
Er zün nog meer middelen, waardoor de Staat
het bewaren van houtopstanden bevordert, zoo
als bv. de bestrüding van boschbranden en
van ziekten, maar het is alleen de bedoeling
hier de groote lün aan te geven.
Het kost echter veel moeite om het totale
boschareaal ongeveer in stand te houden en
aldus verderen achteruitgang van het natuur
schoon zooveel mogelük te beperken. Zelfs In
weerwil van het ten behoeve van de werkver
schaffing tegenwoordig sterk versnelde bebos-
Khingstempo door de overheid, kan het geheele
boschoppervlak des lands maar net op het te
genwoordig peil worden gehouden; was het in
1931 volgens de statistiek 254400 H.A., In 1935
het nog altüd maar 255800 H.A.
Velerlei en machtig zün de invloeden die
aan het boschoppervlak knagen: hervorming
van bosch in bouw- en weiland en tuingrond,
bestemming tot bouw-, villa- en industrleter-
leta, wegen- en kanaalaanleg, bestemming -als
militair oefenlngsterrein, enz.; ook worden ge
velde bosschen soms niet meer herplant en
gallen tot woesten grond. Het omzettings-
Pwe* van bosch tot bouw- en weiland is in
het verleden altüd van groote beteekenls ge-
e beste olifantenjager in de heele provtn-
J cle Lahore waa Dara-Moeri; z’n faam was
ver over de grenzen der provincie bekend.
Hü en B*n jongere broer Dandoe waren belast
met de verzorging van den olifantenstal van
den marahadja Van Benares. Ze waren officieel
belast me% het toezicht over de rü- en jacht-
olifanten van den Indischen potentaat.
De maharadja organiseerde elk jaar een
groote tügerjacht. In dien tüd war ik officier
van het Engelsche garnizoen in Benares en be
hoorde steeds met onzen kolonel Belby tot de
genoodigden van den marahadja, om aan die
jacht deel te nemen. Onze kolonel, overigens
een uitstekend officier, was kort aangebonden
en daar hü vrü laat in Indlé gedetacheerd was,
slecht op de hoogte van de zeden en gewoon
ten van dit land.
Op den bepaalden dag werden we zeer har-
telük aan X hof van den marahadja ontvangen.
Hü Het ons z'n olifantenstal zien, waarbü we
achter kolonel Selby liepen, die echter geen bü-
zondere belangstelling voor de olifanten aan den
<|ag legde. Dara-Moeri wees ons juist een züner
mooiste dieren aan en somde de kwaliteiten er
van op, toen de-kolonel als verveeld geeuwde
en op z'n armbandbocloge wilde küken. Het
horloge was verdwenen.
Rood van woede, riep onze chef, dat men z’n
armbandhorloge gestolen had. Dara-Moeri en
z'n broer Dandoe, die zagen dat er iets onge
woons aan de hand was, vroegen aan den tolk
naar de oorzaak van de opwinding.
„M’n horloge is zooeven. gestolen!" bulderde
kolonel Selby, „en ik verlang dat alle hoeken en
gaten hier direct worden doorzocht."
Opnieuw sprak de tolk tegen de belde inlan
ders en ik zag hoe verwondering en onwil zich
op hun gelaat alteekenden. Gaarne zou ik met
den kolonel gesproken hebben en hem hebben
gekalmeerd, maar de krijgstucht eischte, dat ik
m’n mond hield. *t Was voor den maharadja een
zware beleediglng, om in z'n huis van diefstal
te spreken. Bovendien scheen mü die diefstal
vrü onwaarschünlük toe. Wellicht had de kolo
nel z'n horloge, zonder dat hü *t gemerkt had,
verloren. Maar ook was het een groote belee-
diging voor Dara-Moeri en Dandoe, Ja zelfs voor
de overige inlandsche bedienden.
Heel kort nadat de kolonel z'n beschuldiging
van diefstal geuit had, schoof de olifant met
weest, in de jaren vlak voor en direct na den
wereldoorlog omvatte het zelfs 1200 tot 1800
H.A. ’s jaars. Daarna is het steeds minder ge
worden, hetgeen zün natuurlüke oorzaak vond
la het geleidelük verminderen van het opper
vlak bosch, dat nog voorkomt op grond, die ook
voor den" landbouw geschikt is.
Terreinen, die economisch niet voor den
landbouw geschikt te maken waren, kunnen
thans echter door middel van den rükssteun
in de loonen bü werkverschaffing, toch worden
ontgonnen en inmiddels wordt ten krachtigste
propaganda gemaakt voor de ontginning, omdat
deze een der meest gewilde vormen is van
werkverschaffing. Om aan te toonen, hoezeer
de ontginning een middel kan zün tot werk
verruiming, heeft men in den laatsten tüd
vaak ramingen gemaakt van de uitgestrekt
heden, die in ons land voor dit doel in aan
merking komen. Deze ramingen kunnen bü
gebreke aan statistische gegevens, niet anders
zün dan ruwe schattingen, ook, wanneer ze van
overigens gezaghebbende züde afkomstig zün;
niet zelden komt men daarbü tot zéér over
dreven vn—telingen.
Zoo heeft men in den laatsten tüd bü her
haling kunnen lezen, in voordrachten en ar
tikelen over werkverruiming en landbouwves-'
tiging, dat alsnog 75000 H A. bosch in ons land
kan worden bestemd voor den landbouw.
Wanneer men dan echter bedenkt, dat dit
büna 1.'3 van onze totale boschoppervlakte zou
zün, dan mag men zich wel afvragen, welke
consequenties het voldoen aan dezen vérgaan-
den eisch zou medebrengen, vooral ook in ver
band met het landschapsschoon. Men komt dan
tot de conclusie, dat het er niet meer alleen
om gaat of er nóg wat minder bosch zal zün
ofschoon dit op zichzelf bü het geringe
boschpercentage voor ons land ook al zeer be-
denkelük zou zün maar dat men er boven
dien in moet zien een bedreiging van die bos
schen, die wü het minst van alle kunnen mis
sen.
Er zün meerdere streken aan te wüzen, waar
op enkele vierkante kilometers tientaUen kaal
geslagen vlakten zün aan te wüzen. waarvan
er nauwelüks een enkele opnieuw bosch zal
dragen. In de omzetting van bosch Bi land
bouwgrond op deze wüze kan niet meer worden
gezien het natuurlüke proces, dat in zün ge-
zamenlüken omvang in ons land reeds tot zeer
bescheiden afmetingen was ingekrompen en
dat trouwens bü lage landbouwconjunctuur ook
soms in omgekeerde richting verliep. Ineens
is daarvoor in de plaats getreden een kunst
matig te voorschün geroepen en door geldelüken
steun bevorderde omzetting, die Juist daardoor
een onrustbarenden omvang heeft aangenomen.
Het ligt voor de hand, dat thans ook gronden
voor den landbouw worden bestemd, die daar
voor elgenlük niet geschikt zün en die in de
toekomst ook alleen door blüvenden overheids
steun als zoodanig in exploitatie kunnen wor
den gehouden.
Bosch slachten gaat snel genoeg, maar het
duurt lang eer misrekeningen in dit opzicht
hersteld zün Indien de ontbossching in het
zelfde tempo als tegenwoordig nog enkele Jaren
zou voortduren, dan is het gevolg: ten eerste,
een ernstige en niet meer te herstellen bena
deeling van vele algemeene landsbelangen. Ook
verlies aan natuurschoon, al wordt geen werk-
versdhaffingssubsidle verleend, wanneer het
landschapsschoon op evidente wüze zou worden
- I
13
1 Jou?"
J*, natuurlük!”
ben je toch wel erg in de war; hü ver-
™«t zün zaak aan zün neef Severing."
t^^ar In zün oogen ben ik dat op heden
”¥^ar in werkelükheld ben je het niet!”
»°at komt er niet op aan. Ik kan bezweren
u ?°k dat hü alleen mü bedoeld kan heb-
"w. Laat iemand het eens bewüzen dat ik het
niet ben!”
’•De echte.”
ook niet! Heeft die soms een gelegali-
■fraen vingerafdruk in zün pas? Waarschün-
oiet Dat is toch niet gebrulkelük.”
'ZS. u gevaI m°eten wü tüd winnen. Weet
“«het adres van Iracema in Londen?”
westmlnsterhotel
sturen WÜ haar direct een telegram
r*™1 wü haar melden, dat het met haar va-
heter gaat, dat zü eerst een paar da-
r” Lissabon zal moeten blüven, totdat alles
47 - n neef 1d “«Ie is gemaakt. Het telegram
•“oraen wü van t adres in Madeira met daar-
toegevoegd „via Lissabon”, dan zal het
opvallen, dat het niet uit Madeira komt.
„Wou je er tusschenuit knüpen?”
„Ik denk er niet over! Maar ik moet een
vliegtuig hebbetf voor de privérels.”
„Dus er toch tusschenuit knüpen?”
„Integendeel, wanneer komt de boot te Lissa
bon aan?”
„Dat heeft nog een paar dagen den tüd!"
„Goed, ik neem een vliegtuig, en vlieg van
daag nog naar Madeira.”
„Waarom niet met de boot?”
„Dat zal je dadelük hooren. Ik wacht te
Madeira den echten Robert Severing op. Merk
natuurlijk, of de oude al of niet lont ruikt.
Doet hü het, en merk ik, dat onze zaak verloren
is, dan telegrafeer ik, JU neemt het geld en
schrijft al de bankdepositos telegrafisch op
Santa Cruz van Tenerifa over. Dan treffen wü
elkaar daar, en stellen ons daarmee tevreden.
Gaat alles echter goed, dan kom ik na dien
bedrieger onschadelük gemaakt te hebben
hier terug, maar niet uit Madeira, doch uit
Engeland. Ik heb mü opzettelük al niet in vüf
dagen op de zaak laten zien. De lui daar, zul
len dus kunnen aannemen, dat ik al voor vüf
dagen per vliegtuig naar Londen vertrok.”
„Wat moet dat allemaal?”
„Heel eenvoudig! Iracema heeft toch in Lon
den Robert Severing getrouwd, niet?”
„Zeer zeker.”
„Goed, en ik ben Robert Severing, dus zü
trouwde mü!”
,4e bent niet wüs!”
„Laat het nou maar aan mü over, om dat
met het meisje in orde maken."