van
De avonturen van een verkeersagentje
Dreigende ontbossching
Nederland
jCdv&faal van den daq
KUNSTENAAR
EN POLITICUS
F 250.
F 750.
De man van Iracema
ALLE ABONNÉ’S F 750-
Rheumatiek bestrijden
terwijl U slaapt!
Problemen van econ.
en cultureelen aard
w
•-fl
g
WOENSDAG 7 DECEMBER 1938
i
Pauselijke woorden
s
HONIG's KEUKENSTROOPq.t^w-/1-'/
r
K
Een tragische
tijger jacht
31
KT#
l»t
DOOR otfrid von hanstein
AANGIFTE MO ET, OP STRAFFE, VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Uit: Rerum Novarum
kt
die in de
k
er-
VIJFDE HOOFDSTUK
en
Heeft die soms een gelegall-
1/
weet ik niet of ze van hem of van
daar reeds.’’
(Wordt vervolgd)
md
W
Jt
le
aan cswemd mm
doodeUJtosn afloop
dan onderteeken ik „Emmerich F
Zjjn tweede voorn aam is immer*
M
to
ne
er-
de
de
al
reeds verachet-
sats in de wil-
leer
nh
het
«n.
nen
een
ra
de
den
vu
on
ben
nu
ter
ir.
ten
«et
ruineer
meen u
duurde de periode van onvoldoenden aanvoer
uit het buitenland gelukkig niaar kort. Door een
neer ingrijpende wet. de „Noodboechwet”, die
eenvoudig beslag legde op het particulier bosch-
bezit, heeft men dezen moeilijken tijd, toen de
huisbrandvoorzienlng en de fabrieken voor een
deel op hout uit onze bosschen waren aange-
een
lijnen
ibaar hout,
wezen, weten door te komen. Thans, bi
veel grootere houtbehoefte onzer kolgnd
en een gerlngeren voorraad staand
zou de toestand veel ernstiger zyn en iedere
week, dat wjj het op eigen kracht langer kun
nen uithouden, kan dan van het allergrootste
belang zijn.
ham op den
toen Dandoe
®-
IJI
M
ul-
in-
nt-
stlg
n-
J»
a
a
roe
jou komen!
„Goed
Severing."
iets
wo-
«ur
ting
jen.
Jes-
wd.
nn
errt
Ud.
aan
David, die zich altijd graag met de politiek
had bemoeid en van overtuiging even gemak
kelijk wisselde als van dienstbetrekking, was
Intusschen overgeloopen naar de radicaalste
der radicale omwentellngsmannen, de Jakoby-
nen, was lid van de Conventie en bekleedde
daar een Invloedrijke positie. Den geestelijken en
broeders ging het in het toenmalige Frankrijk
zeer slecht. Zijn helper by „Socrates", broeder
Andry, leed eveneens veel onder de vervolgingen
en stond op het punt van honger om te ko
men. Op dit moment daeht de arme Oratorlaan
aan den beroemden schilder, aan het machtige
lid van het convent. Hij wilde hem om hulp
smeeken. De deur bleef echter gesloten. David
liet zelfs zeggen, dat hl) dien burger niet kende.
De schilder David, het sieraad der Fransche
kunst in die dagen, had echter in de verste
verte niet zooveel karakter en ziel als schil
derstalent,
werpt schadi
niet
Iracema had zich nadat zij naar boven
gevlucht was in haar kamer opgesloten. Ze
was geheel verbijsterd en moest eerst probeeren
weer meester over zichzelf te worden en trachten
te begrijpen. Ze beefde van woede. Wat Joe Jen
kins had durven doen, wat Alfonse Flgueira in
zijn huis geduld had, was toch wel het toppunt
van onbeschaamdheid.
Ze stond aan het raam en keek naar buiten
op straat. De receptie was ten einde, de gas
ten reden met hun auto's weer naar huis. Ze
hoorde gedempt praten en de gebruikelijke af
scheidswoorden.
Het was blijkbaar Flgueira gelukt den ergsten
argwaan bij zijn gasten weg te nemen onge
twijfeld ten koste van haar.
Iracema had haar zelfbeheerschlng terug ge
vonden. Ze moest opheldering van alles hebben
nog vanavond.
Ze belde en een dienstmeisje kwam.
„Wil je even aan de heeren Flgueira en Jen
kins zeggen, dat ik ze spreken moet?"
..Ik'zal het direct doen."
Een eigenaardig lachje speelde om den mond
van het meisje. Ze had natuurlijk ook al een
en ander gehoord en verheugde zich blijkbaar
op een schandaal.
„Senjor Flgueira laat danja Tmeama veraoe-
gerustgesteld, ging ech- ken In zijn werkkamer te komen. De heeren stjn
Wanneer U lijdt aan Rheumattok. Rusptjn. Ge
wrichtspijn. Nachts te moeten opstaan. Irr it ©eren
de zuurafacheidlng. Zenuwachtigheid. Duizeligheid.
Kringen onder de oogen. Branden op de maag.
Gezwollen enkels en U zich uitgeput voélt, dan
moet U eens CYSTEX gebruiken. CYSTEX. bet
nieuwe middel van een beroemden dokter, begint
direct te werken, bestijdt deze kwalen en is zeker de
medicijn, die U hebben moet of U krijgt gegarandeerd
Uw geld terug. Wacht niet, koop vandaag nog
CYSTEX bij Uw apotheker of drogist. De garantie
beschermt
Zij zal dan hier aan wal gaan, en Robert Se
vering vaart alleen naar Madeira verder.
„Om d««r aangekomen het bedrog te ont
dekken!”
.Dat Is nog de vraag! In elk geval moet nu
direct, het telegram weg.”
Weer vijf dagen later nu in de villa van
Senjor Flgueira. Jenkins stond voor hem. Deze
had nu ook op zijn kantoor een einde gemaakt
aan zijn „incognito". Op een gezelligen feest-
geschaad en in ieder geval een vergrooting van
het tekort aan natuurrulmte voor de stijgende
bevolking, vooral die van de steden;
ten tweede, benadeeling van de economische
belangen van die groote groepen der bevolking,
die zijdelings bij het boschbehoud betrokken
sijn, zooals de bedrijven, die men samen kan
vatten onder den naam „vreemdelingenindus
trie”, waaronder vallen de hotels, pensions,
restaurants, café’*, lunchrooms, winkels van
ververschlngen, autobusdiensten, autoverhuur-
inrichtingen - enz. Voorts ook van de belangen
der wooncentra, met eenigszins luxe-karakter,
die zich gevormd hebben in streken rijk aan
bosch;
ten derde, niet in de laatste plaats, de ver
storing van de houtvoorzienlng. Minder duide
lijk in normale rustige tijden, wanneer de liout-
import uit het buitenland, die voor ons land
de hoofdschotel Is, ongestoord la. Maar de
jongste Septemberdagen van dreigende oorlogs
spanning riepen de Jaren van den wereldoorlog
weer In herinnering. Toendertjjd bracht de
harde werkelijkheid het besef, dat een zekere
reserve aan staand hout ook voor een land als
het onze een onmisbaar element is voor de
economische verdediging van het land. Toen
s’n slurf naar voren en zag ik dat hij daar Iets
glinsterends in hield. Het dier had om lekkers
gebedeld en daarbij het armbandhorloge loege-
rukt; het slot was tenminste gebroken. Door
deze mln of meer grappige oplossing scheen dit
incident afgedaan.
Kolonel Selby, die even goedhartig als driftig
en onbesuisd was. schaamde zich echter over
z’n voorbarigheid en zei schertsend tegen de
beldeolifanten jagers:
„Wel, wel, richten jullie de olifanten tot zulke
trucjes af?"
De tolk vertaalde dit weer en toen tikte onze
chef de belde inlanders met z’n handschoenen,
die hU in de hand hield, vriendschappelijk op
den schouder.
Nu wilde het ongelukkig toeval, dat de beide
inlanders Mahomedanen waren en geen Hin
does, zooals ik dacht. De handschoenen waren
van varkensleer en we beseften niet welk een
doodelijke beleedlging kolonel Selby hun had
aangedaan, niet alleen door z’n verdenking van
diefstal, maar vooral door de aanraking met
de varkenshuid. Het varken is een onrein dier
voor eiken aanhanger van den Profeet.
Den dag na het voorval ging men op jacht.
De maharadja was onkundig gehouden van het
gebeurde. De beide prachtige Jachtoüfanten wa
ren bestemd voor den Indischen vorst en z’n
gast, den Brltschen kolonel. De eene olifant
werd geleid door Dara-Moerl en de andere door
Dandoe. Hoffelijk verzocht maharadja Selby
den olifant van Dara-
wja beeft vervormd en gewijzigd. Natuurlijke
tozchbedekking kennen wy in ons overgeculti
veerde en bevolkte Nederland zoo goed als niet
meer, misschien dan alleen weer met voorbij-
den 'van wat opkomend moerasstruikbosch op
ongewassen gronden. Al zijn er mogeljjk nog
enkele plekken, waar de oorspronkelijke bosch-
bedekking nooit geheel is verdwenen, zoo is
dem toch ook daar door 's menschen invloed
en van diens huisdieren veranderd.' Het Neder-
Izndsche bosch moet dan ook, geheel onder de
„cultuurboasdhen” worden gerangschikt. Cul-
tuurbosch is nog niet hetzelfde als „productie-
boech”: immers kunnen bosschen die kunst
matig aangelegd of hervormd zijn, van de pro
ductie geheel of grootendeels zijn uitgescha
keld.
Nederland bezit thans volgens de officleele
jtitiltische gegevens 255800 HA bosch. 7.77
pCt van de totale oppervlakte van ons land
Met dit geringe percentage is het naar de opper
vlakte en nog meer als men per hoofd der be
volking rekent, een der meest boscharme lan
den van Europa. Afgezien nog van de belangen,
die 1>U de houtpéoductle en bij de werkgelegen
heid in den winter betrokken zijn, moet het,
soowel wegens het behoud van het natuurschoon
en van recreatieterrein voor de nog steeds
groeiende bevolking, voorts om de toeristische
belangen met Inbegrip van die van het hotel-
en pension wezen en de overige vreemdelingen-
^industrie”, van het grootste belang worden
geacht, dat althans het geringe bestaande
boecbpercentage wordt behouden. Daarvoor is
bet noodig dat op woeste gronden voortdurend
nieuw bosch wordt aangelegd, wamt het be
staande verliest door allerlei oorzaken steeds
terrein. Van dit standpunt uitgaand, heeft de
regeering des lands sinds jaren een politiek
gevolgd. die bevorderend werkt zoowel op het
behoud van het bestaande particuliere bosch-
bezit, dat vier vijfden van het totaal omvat,
ali op dat van de overheid en verder legde zij
zich toe op de bebossching van voor bosch Be
schikten «roesten grond. Het streven naar
boschbehoud is vooral belichaamd in de Bosch-
wet 1922 en in de Natuurschoon wet 1928, welke
laatste de strekking heeft de eigenaren van
houtrijke ifWéftfèri.' ifie men als voorfMtrt-”'
ste dragers van het natuurschoon in Nederland
mag beschouwen, door fiscale verzachtingen ten
aanaien van deze goederen behulpzaam te zyn
bun bezit in stand te houden. Een Boechraad,
nlet-ambteiyk college, adviseert de Regeering
over boschbouwaangelegenheden. Verder zorgt
de Staat door middel van een rjjksdlenst, het
Staatsboschbeheer, behalve voor het beheer der
domeinbosschen, voor het aanleggen van nieuwe
bosschen op zyn eigen, daartoe aangekochte
gronden en bovendien steunt het rijk de ge
meenten en vereenigingen en stichtingen van
algemeen nut voor dit doel geldelijk met ren
teloose voorschotten en met technische hulp.
Kr zijn nog meer middelen, waardoor de Staat
het bewaren van houtopstanden bevordert, zoo-
sls b.v. de bestrijding van boschbranden en
van ziekten, maar het is alleen de bedoeling
hier de groote Hjn Mn te geven.
Het kost echter veel moeite om het totale
boschareaal ongeveer in stand te houden en
aldus verderen achteruitgang van het natuur
schoon zooveel mogelijk te beperken. Zelfs in
weerwil van het ten behoeve van de werkver
schaffing tegenwoordig sterk versnelde bebos-
•chingstempo door de overheid, kan het geheele
hoschoppervlak des lands maar net op het te
genwoordig peil worden gehouden; was het in
Ml volgens de statistiek 254400 HA., in 1935
het nog altijd maar 255800 HA
Velerlei en machtig zijn de Invloeden die
••n het boschoppervlak knagen: hervorming
bosch in bouw- en weiland en tuingrond,
bestemming tot bouw-, villa- en industrieter
rein, wegen- en kanaalaanleg, bestemming als
militair oefenlngsterrein, enz.; ook worden ge
selde bosschen soms niet meer herplant en
rwvaiien tot woesten grond. Het omzettlngs-
Pvces van bosch tot bouw- en welland is in
h*t verleden altijd van groote beteekenls ge-
,Die ligt op sterven. 2te mag hem niet zien.”
;,En Robert wil je misschien een overval,
of een moord in elkaar zetten?”
.Komt niet in mijn hoofd op!”
„Hoe wil je dien man dan laten verdwijnen?”
„Neem mjj niet kwalijk als ik dat nu voor-
loopig nog even voor mij houd. Het is het
beste, dat buiten my. niemand daar van af weet.
Ik heb een heel eenvoudig middeltje. Zonder
moord of doodslag. Je hoeft er heelemaal niets
van te weten ik rijd direct met den auto
naar Vlgo in Spanje. Dat zijn nog geen zes
honderd kilometer. Het is nu al laat op den
namiddag, maar in elk geval ben ik morgen
ochtend in Vlgo. Je zorgt er voor, dat ik binnen
het uur vijfhonderd pond In mijn portefeuille heb.
Te Vlgo neem ik een vliegtuig naar Madeira en
jij vertelt aan iedereen, dat ik sd vijf dagen
geleden naar Engeland vertrokken ben.”
,En als het misloopt?”
„Word je tijdig gewaarschuwd en maak JU
je uit de voeten.”
„Wat moet ik het meisje zeggen?"
„Dat haar vader snel betert en spoedig naar
Lissabon komt Dat nu ja telkens krijg
Je tijdig van mij de noodlge aanwijzingen. Ik
ben in elk geval eerder op Madeira dan Iracema,
te Lissabon. Nog iets de telegrammen, die ik
Je sturen zal. onderteeken ik doodleuk ..Emme
rich Severing”, die kómen dus van den ouden
baas."
- -- voor den
landbouw geschikt te maken waren, kunnen
thans echter door middel van den rljkssteun
in de loonen bij werkverschaffing, toch worden
ontgonnen en inmiddels wordt ten krachtigste
propaganda gemaakt voor de ontginning, omdat
deze een der meest gewilde vormen is van
werkverschaffing. Om aan te toonen, hoezeer
de ontginning een middel kan zijn tot werk
verruiming, heeft men in den laatsten tijd
vaak ramingen gemaakt van de uitgestrekt
heden, die in ons land voor dit doel in Mn-
merklng komen. Deze ramingen kunnen bjj
gebreke Mn statistische gegevens, niet anders
zijn dan ruwe schattingen, ook, wanneer ze van
overleens gezaghebbende zijde afkomstig zijn;
niet Zelden komt men daarbij tot zéér over
dreven voorstellingen.
Zoo heeft men in den laatsten tijd bij her
haling kunnen lezen, in voordrachten en ar
tikelen over werkverruiming en luidbouwves-
tiging, dat alsnog 75000 HA bosch in ons land
kan worden bestemd voor den landbouw.
Wanneer men dan echter bedenkt, dat dit
bijna 1 ƒ8 van onze totale boschoppervlakte' zou
zijn, dan mag men zich wel afvragen, welke
consequenties het voldoen aan dezen vérgaan-
den elsch zou medebrengen, vooral ook in ver
band met het landschapsschoon. M^n komt dan
tot de conclusie, dat het er niet meer alleen
O"! gaat of er nóg wat minder boach zal zijn
ofschoon dit op zichzelf bij het geringe
boschpercentage voor ons land ook al zeer be
denkelijk zou zijn maar dat men er boven
dien in moet zien een bedreiging van die bos
schen, die wjj het minst van alle kunnen mis
sen.
Er zjjn meerdere streken aan te wijzen, waar
op enkele vierkante kilometers tientallen kaal
geslagen vlakten zjjn aan te wijzen, WMrvan
er nauwelijks een enkele opnieuw bosch zal
dragen. In de omzetting van bosch in land
bouwgrond op deze wijze kan niet meer worden
gezien het natuurlijke proces, dat in zijn ge-
zamenlljken omvang in ons land reeds tot zeer
bescheiden afmetingen was ingekrompen en
dat trouwens bjj lage landbouwconjunctuur ook
soms in omgekeerde richting verliep. Ineens
is daarvoor in de plaats getreden een kunst
matig te voorschijn geroepen en door geldeljjken
steun bevorderde omzetting, die juist daardoor
een onrustbarender! omvang heeft aangenomen.
Het Mgt voor de hand, dat thans ook gronden
voor den landbouw worden bestemd, die daar
voor eigenlijk niet geschikt zijn en die in de
toekomst ook alleen door blljvenden overheids
steun als zoodanig in exploitatie kunnen wor
den gehouden.
Bosch slachten gaat snel genoeg, maar het
duurt lang eer misrekeningen in dit opzicht
hersteld zjjn Indien de ontbossching in het
zelfde tempo als tegenwoordig nog enkele Jaren
sou voortduren, dan is het gevolg: ten eerste,
een ernstige en niet meer te herstellen bena
deeling van vele algemeene landsbelangen. Ook
verlies aan natuurschoon, al wordt geen werk-
versohaffingssubsidle verleend, wanneer het
landschapsschoon op evidente wijze zou worden
Paul en al onderteekent hij nooit zoo, zijn doch
ter zal het niet opvallen.”
„Ik voel me toch erg onprettig. Ik geloof, dat
wjj het spel verloren hebben!”
„Dat hangt heelemaal van ons zelf af. Of
wjj ons hoofd bfj elkaar weten te houden en
van hoe lang de oude nog leven zal."
,4e bent me de baas."
„Natuurlijk. Jij kon alleen in het klein
knoeien, maar voor een groot opgezet plan deug
je niet.”
Blijft verder alles bjj het oude?"
„Vanzelfsprekend ik twee derden en
Iracema en JU de rest. Over en weer hebben w{j
eikaars lot in de hand.”
„Vooruit dan maar!"
Jenkins wachtte een uurtje. Toen bracht
Flgueira hem het geld. Jenkins reed eerst naar
Belem, vandaar met een anderen auto naar de
badplaats Ceiras, huurde er daar een voor een
paar dagen en reed in den nacht gedeeltelijk
binnendoor over erbarmelljk slechte landwegen,
gedeeltelijk over de hoofdwegen naar Forto
in het Noorden Mn de grens en zoo nMr Vlgo.
Op denzelfden dag dat Iracema te Lissabon
aankwam kreeg Flgueira een telegram van
Madeira:
„Voel mU veel beter Iracema moet op mij
wachten hoop binnen acht dagen zelf in
Lissabon te zijn Emmerich P. Severing”.
Flgueira glimlachte -
ter door alle uitstaande vorderingen en deposl-'
to s op te vragen en in de brandkast van zijn
eigen villa te bergen. Men moest op elk* moge
lijkheid voorbereid sün.
Nog een andere pijnlijke episode
werpt schaduwen oner hem. Het is trouwens
niet de eenfge om dezéti man, die na de revo-
lutiedkMT de bevoorrechtnUhllder van Napo
leon werd en diens slaafsche verheerlijken De
dochter van den schilder Joseph Vernet was
als beschermelinge van den Koning in het
Louvre opgevoed. Als meisje van zestien jaar
was zij getrouwd met den architect Chalgrin,
een knap artiest, die in PqrlJs een paar ker
ken en de torens van Salnt-Sulplce heeft ge
bouwd. Zij was een mooie, maar deugdzame
vrouw, die veel succes had in de „society" van
het toenmalige Frankrijk. Minder geluk had
zij echter in haar huwelijk, zy keerde in 1782
weer naar haar vader terug, die nog in het
Louvre woonde, en bleef ook na den dood van
haar vader met haar broeder, die de vader was
van den beroemden schilder Horace Vernet,
daar wonen. Tijdens het schrikbewind moest
zij vluchten, vond toevlucht by een vriendin
en moest leven van het weinige, dat de revo
lutie haar had overgelaten. Tenslotte werd sy
in 1794 gearresteerd, omdat zU in het bezit
bevonden werd van.twinttg pond kaarsen.
Haar broeder zette alles in het werk, om haar
voor het ontzettende lot, dat haar wachtte, te
bewaren. Hy vroeg ook de hulp van David, die
toen intiem bevriend was met den almachti-
gen Robespierre. Maar de schilder antwoordde
koud: „Het gerechtshof is rechtvaardig. Je zus
ter is een aristocrate en ik zal niets voor haar
doen.” De oorzaak van deze onverblddeiyke
houding moet waarschyniyk daarin te zoeken
zyn, dat David eens by de mooie vrouw een
ongenadig blauwtje had geloopen. Dit had hy
haar nooit vergeven, zy moest het schavot be-
stygen. Tot haar laatste oogenblik was zy er
van overtuigd, dat zy haar zinloozen dood had
te danken aan de wraakzucht van David. In
het Louvre bevindt zich nog een onvoltooid
portret van de schoone madame Chalgrin door
David. Hsar hoofd verheft zich van een ruo-
den achtergrond, en deze roode, Mn bloed
herinnerende achtergrond evenals de onvol
tooidheid van het portret zelf krygen in de
omiysting der geschiedenis een bijna gruweiyke,
symbolleke beteekenls.
moest David veredelen, maar zich toch er voor
wachten, ze onkenbaar te maken.
David hield zich trouw Mn het recept van den
goeden Oratorianer broeder en zyn werk ver
meerderde zyn roem. Een pmt jaar later
brak dan de Fransche revolutie uit.
avond, die Flgueira het geheele personeel had
Mngeboden, had hy meegedeeld, dat de heer
Joe Jenkins dezen naam ais pseudoniem had
moeten voeren om beter met Engelschen
Noord-Amerlkanen tydens en direct na den
oorlog zaken te kunnen doen, dat hy nu zyn
waren naam weer had aangenomen om als neef
van den hoofdeigenaar der firma, als jonge
compagnon te kunnen optreden en later den
familienaam voor de firma te bewaren.
Flgueira en Jenkins sloten het prlvé-kantoor
af.
.Alweer een Jobstyding! Iracema en Seve
ring zyn in Londen getrouwd!
„Wat nu?"
Jenkins dacht even na, toen keek hy verlicht
op.
„Dat is het beste wat die twee Dultsche He
den voor ons doen konden en het maakt het
geval belangrijk eenvoudiger.”
,Je Hjkt wel heelemaal gek te zyn geworden."
„Heelemaal niet, myn waarde vriend. Je hebt
er toch niets op tegen, dat ik een flink bedrag
Uit de kas neem?”
„Wou Je er tusschenuit knypen?”
,Jk denk er niet over! Maar ik moet een
vliegtuig hebben voor de prlvéreis.”
„Dus er toch tusschenuit knypen?”
„Integendeel, wanneer komt de boot te Lissa
bon aan?”
,Dat heeft nog een paar dagen den tyd!”
„Goed, ik neem een vliegtuig, en vlieg van
daag nog naar Madeira.”
„Waarom niet met de boot?”
„Dat zal je dadeiyk hooren. Be wacht te
Madeira den echten Robert Severing op. Merk
natuuriyk, Of de oude al of niet lont ruikt.
Doet hy het, en merk ik, dat onze zaak verloren
is, dan telegrafeer ik, jy neemt het geld en
schryft al de bankdepositos telegrafisch op
Santa Cruz van Tenerlfa over. Dan treffen wij
elkaar daar, en stellen ons dMrmee tevreden.
Gaat alles echter goed, dan kom ik na dien
bedrieger onschadeiyk gemaakt te hebben
hier terug, maar niet uit Madeira, doch uit
Engeland. Ik heb my opzetteiyk al niet in vyf
dagen op de zaak laten zien. De lui daar, zul
len dus kunnen aannemen, dat ik al voor vyf
dagen per vliegtuig nMr Londen vertrok.”
„Wat moet dat allemMl?”
„Heel eenvoudig! Iracema heeft toch in Lon
den Robert Severing getrouwd, niet?”
.Zeer zeker.”
„Goed, en ik ben Robert Severing, dus zy
trouwde my!i’
,Je bent njet wys!”
,LMt het nou mMr aan my over, om dat
met het meisje in orde maken.”
Ja de vader?"
U
Jou?”
Ja, natuuriyk!”
**n Je toch wel erg in de war; hy ver-
™“t zyn zaak aan zyn neef Severing."
to^:^ar 111 zün oogen ben ik dat op heden
Jjav in werkeiykheid ben je het niet!”
"U«t komt er niet op Mn. Ik kan bezweren
r u dat hy alleen my bedoeld kan heb-
"m. Laat iemand het eens bewyzen dat ik het
“et ben!”
»De echte.”
-We ook niet! Heeft die soms een gelegall-
aen vingerafdruk in zyn pas? Waarschyn-
niet Dat Is toch niet gebruikeiyk.”
B geval moeten wy tyd winnen. Weet
w het adres van Iracema in Londen?"
"'»estmlnsterhotel
■•Jjan sturen wy haar direct een telegram
r*™ wy haar melden, dat het met haar va-
•m. I6*. ■beter gaat' d!rt zü “rst een paar da-
Z™ Lissabon zal moeten biy ven, totdat alles
”n neef in orde is gemaakt. Het telegram
wy van t adres in Madeira met daar-
«*gevoegd „via Lissabon”, dan zal het
opvallen, dat het niet uit Madeira komt.
Jacques Louis David, wiens hevig realisti
sche dood van Marat nog kort geleden op de
Fransche kunsttentoonstelling in het Stedeiyk
Museum te Amsterdam was te bewonderen, is
grooter kunstenaar dan politicus geweest. Hy
was 30 Augustus 1748 te Parijs geboren en
stierf 29 December 1825 In de verbanning
hy had als lid van de Conventie voor de ter-
doodveroordeellng van Lodewyk XVI gestemd
te Brussel. Onlangs hebben notities van een
broeder Oratorlaan. die in Parys werden ge
publiceerd, de Mndacht weer op dezen rnensch
van een vehementen overgangstyd gevestigd.
David was de num, die een einde maakt* aan
de schilderkunst van den rococo-tyd. aan de
kunst van het gracieuze, lichte, lichtsintiige.
Hy schilderde ernstiger, mMr ook droger. Hy
verheeriykt het antlek-heroïeke, dat overeen
kwam met den smaak van zyn tyd. De oude
Romeinen en Grieken waren zyn Ideaal. En
dat van zyn tyd, welke dit Ideaal tot uitdruk
king bracht in de uiteriykheid der Weeding.
David vereeuwigde dit ideaal in Madame Re-
carnler, uitgestrekt op de sofa van byzonderen
vorm, die naderhand haar naam zou dragen.
Als historie-schllder wordt hy heden niet zoo
hoog meer aangeslagen. Hooger wordt hy ge
acht als portretschilder. Onbestreden is echter
zyn beteekenls op een keerpunt van de beel
dende kunst, voor en na 1800. Oorspronkelijk
was hy hofschilder van Lodewyk XVI. Hy
schilderden dien tyd beelden uit het Romeln-
sche en Grieksche tydvak en uit de sagen van
beide landen. Een der beroemdste doeken is
de .Dood van Socrates”. Een parlementslid
had het besteld en betMlde er vc*r die dagen
de enorme som van 6000 livres voor. David
wilde het doek zooveel mogeiyk In overeen
stemming brengen met‘de historische waarheid
en «overleving. Hy had echter geringe histori
sche ontwikkeling en wist weinig van Socrates.
Hy besloot daarom zyn kennis te verryken.
Hy ging nMr de Oratorlanen en vroeg om een
geleerden pater als leeraar. Men bracht hem
by broeder Andry, die, streng naar den regel
der Congregatie levende, zich geheel Mn de
wetenschap wydde. Broeder Andry wist veel
van de klassieke geschiedenis en David vond
in hem den man, 'dien hy zocht Hy werd zeer
vriendeiyk ontvangen en kreeg zéér gedetail
leerde notities, die hem by de vervaardiging
van zyn Socrates-stuk van dienst konden zyn.
Deze notities nu zyn teruggevonden, en daarin
staat te lezen, dat Plato in de groep der leer
lingen van Socrates aanwezig behoort te zyn.
„Want heeft deze phlloeoof niet de iMtste
woorden van Socrates opgeteekend en Mn ons
overgeleverd?” Ook, zoo schreef de broeder,
moest David by de teekening der koppen ge
bruik maken van de afbeeldingen, die uit den
antieken tyd stammen. De afbeeldingen van
beide philosofen zyn nameiyk zóó bekend, dat
de een met den andere niet verwisseld kan
rwwrden. David moest, -4ea. kop van Socrates
tl zooveel waardigheid als maar mogelijk was ge-
4fen, ofschoon dejp g*n soprt dronkemanshoofd
n<fl gehad. Haa"*S6crates zich zelf niet vol
humor beschreven: platte neus, geweldige
neusvleugels en kleine oogjes? Deze trekken
Mere medaille heeft haar keerzyde. Zoo
-I de omzetting van boschgrond in bouwgrond
toderdsad een aanmerkeiyke vermindering der
werkloosheid met zich kunnen brengen, maar
teren» ontstaan hier moeiiykheden door de
dientengevolge ontstane ontbossching van Ne-
^{^Nederlandsch FabrikMt” «rijst Dr. Spran-
pn op de gevaren hieraan verbonden:
Het Is niet meer dan een dlchteriyke vryheld,
wanneer men, over natuurschoon in het alge-
of Over bosschen sprekend, dMraan het
troord „ongerept" verbindt. In ons land is, im
mers, nauwelijks een plek aan te wyzen, hoe
j|em ook, wMr de hand vap den rnensch
of de Invloed van de menscheiyke cultuur het
aangezicht van het landschap niet op eenlgerlei
e beste olifantenjager in de heele provln-
J de Lahore was Dara-Moerl; z’n fMm was
ver over de grenzen der provincie bekend.
Hy en z’n jongere broer Dandoe waren belast
met de verzorging van den ollfantenstal van
den marahadja van Benares. Ze waren officieel
belast met het toezicht over de ry- en jacht-
olifanten van d*n Indischen potentaat.
De maharadja organiseerde elk jMr een
groote tygerjacht. In dien tyd was ik officier
van het Engelsche garnizoen In Benares en be
hoorde steeds met onzen kolonel Selby tot de
genoodigden van den marahadja, om aan die
Jacht deel te nemen. Onze kolonel, overigens
een uitstekend officier, wm kort Mngebonden
en dMr hy vry laat in Indié gedetacheerd was,
slecht op de hoogte van de zeden en gewoon
ten van dit land.
Op den bepaalden dag werden we zeer har-
teiyk aan *t hof van den marahadja ontvangen.
Hy liet ons z’n ollfantenstal zien, wirarby we
achter kolonel Selby liepen, die echter geen by-
zondere belangstelling voor de olifanten aan den
dag legde. Dara-Moerl wees ons juist een zyner
mooiste dieren Mn en somde de kwaliteiten er
van op, toen de kolonel als verveeld geeuwde
en op z’n armbandhorloge wilde kyken. Het
horloge was verdwenen.
Rood van woede, riep onze chef, dat men z’n
armbandhorloge gestolen had. Dara-Moerl en
z’n broer Dandoe, die zagen dat er iets onge
woons aan de hand was, vroegen aan den tolk
naar de oorzaak van de opwinding.
,M’n horloge is zooeven gestolen!" bulderde
kolonel Selby, „en ik verlang dat alle hoeken en
gaten hier direct worden doorzocht.”
Opnieuw sprak de tolk tegen de beide inlan
ders en Ik zag hoe verwondering en onwil zich
op hun gelaat afteekenden. Gaarne zou ik met
den kolonel gesproken hebben en hem hebben
gekalmeerd, maar de krygstucht elschte, dat Ik
m'n mond hield. *t Was voor den maharadja een
zware beleedlging, om In z’n huls van diefstal
te spreken. Bovendien scheen my die diefstal
vry onwMrschyniyk toe. Wellicht had de kolo
nel s’n horloge, zonder dat hy *t gemerkt had,
verloren. Maar ook was het een groote belee
dlging voor Dara-Moerl en Dandoe, ja zelfs voor
de overige inlandsche bedienden.
Heel kort nadat de kolonel s’n beschuldiging
van diefstal geuit h*d, schoof de olifant met
te kiezen en deze besteeg
Moer! Ik zag, zelfs onder s’n gele huid, dat Dan
doe daarop doodsbleek werd.
Inmiddels hadden de dryvt
dene tygers in een bepaalde
dernls door honden, lawMl en vuur te samen
gedreven. Ik moet bekennen, dat deze jacht,
hoog en veilig op uitstekend afgerichte oli
fanten gezeten, my nooit heldhaftig was voor
gekomen. *tWas niets anders dan een soort
slachting, die we met onze vuurwapens onder
de tygers aanrichtten.
De olifanten van den maharadja en van den
kolonel waren het eerst op de verzamelplMta
Mngekomen en we wisten dat de vorst de eer
van het eerste schot aan z’n gast sou geven.
Het duurde niet lang, of twee prachtige ty
gers sprongen uit
het kreupelhout
op den weg. We
tagen hoe de ma
haradja een ult-
noodigende be
weging met de
hand naar onzen
kolonel maakte, hetgeen moest beteekenen:
.Aan u, myn gast, het eerste schot."
Echter, nog vóór dat Selby had **ng*1zg<1,
zakte z’n olifant eensklaps snel en onverklaar
baar In elkMr. HU viel niet, maar liet zich par
does vrijwillig op den grond vallen. De kolonel
en Dara-Moerl werden tegeiykertyd op den
grond geslingerd en vielen vlak voor twee ty
gers, die zich direct op hen wierpen. Een paar
minuten later waren beiden verscheurd en on
herkenbaar verminkt, ofschoon de maharadja
en wy een waar snelvuur op de tygers hadden
ingezet, die dan ook weldra doorschoten neer
lagen. Nog drie tygers sprongen uit het kreupel
hout. Maar ook deze werden neergelegd.
We wachtten niet tot onze oUfknten neerge
knield waren, maar sprongen direct op den
grond. Kolonel Belby en Dara-Moerl lagen daar
levenloos.
De olifant, die hen op den grond had ge
worpen, lag nog steeds op dezelfde ptaats. Men
kon z’n vrees en z’n afschuw voor de doode ty
gers, die In z’n nabyheid lagen, duidelijk op
merken. Z’n kolossaal llchMm sidderde, maar
het scheen of een occulte n
grond vast scheen te houden.
op den kolossus toetrad, hem let* toeliep en hem
met z’n dun bamboe-rletje «ver het zware
lichaam streek, stond hy op.
Diep onder den indruk van het tragische voor
val, vingen wy den terugtocht aan. Op de prach
tig uitgedoste jachtolifanten lagen de licha
men van twee levenlooze mannen en vyf doode
tygers.
De eene man had den anderen beleedlgd en
deze had zich op zyn manier gewroken, waarby
hy z’n leven had ingezet. De twee jagers moes
ten deze beleedlging bloedig wreken, mMr ze
konden den kolonel in t paleis van den nuv-
rahadja niet van t leven berooven. Ze kenden
echter de kunst, hun olifanten bliksemsnel tot
neervallen te dwingen en ze wisten vooruit dat
een hunner mede gedood zou worden. Dat hing
alleen af van den olifant, die door kolonel Selby,
al* gast van den marahadja, zou worden uit
gekozen, om bereden te worden.
’tWas daarom, dat Dandoe zoo bleek was ge
worden, toen de kolonel den olifant van Dara-
Moerl besteeg. De oudere broer en betere olifan
tenjager moest de wraak met z’n leven betalen,
tot diep leedwezen van Dandoe, die liever in zyn
plMts den dood was ingegMn.
(Nadruk verboden)
Iedereen is er van overtuigd, er
moet geholpen worden, meer nog,
er moet spoedig en afdoende geholpen
worden, wijl, tengevolge der wanver
houdingen, ontelbare menschen een
ellendig en onwaardig bestaan leiden.
In de omwenteling der vorige eeuw
werden de bestaande gilden der arbei
dende klassen vernietigd, geen nieuwe
vereenigingen—traden er voor in de
plaats, de maatschappij en de wetge
ving ontdeden zich hoe langer hoe
meer van den voorvaderlijken gods
dienst, en zoo gebeurde het, dat hand
werk en arbeid allengs, eenzaam en
onbeschermd, ten prooi vielen aan de
gevoelloosheid der bezitters en aan de
teugellooze hebzucht der concurrentie.
Daarbij kwam de alles verslindende
woeker het kwaad verergeren- En
heeft de Kerk herhaaldelijk haar ver-
oordeeling over dit euvel uitgesproken,
een onverzadelijk en winziek kapita
lisme gaat nochtans in onze dagen
voort het oude spel zij het ook
onder een anderen vorm dan voor
heen, te drijven. Zoo zijn produc
tie en handel schier het, monopolie
geworden van eenige weinigen, en zoo
konden enkele bezitters van onmete-
lijke schatten den massa’s van het
proletariaat een juk opleggen, dat
slechts weinig van dat der slaven ver
schilt.
Dit is geen nieuwe uitspraak van
Leo XIII. Toch is het velen misschien
onbekend, dat de studie van het
Sociale Vraagstuk reeds lang zijn
geest heeft bezig gehouden. Toen hij
blsschop van Perugia was, vaardigde
hij herderlijke brieven uit, korter en
bondiger, over het lijden der arbei
ders en de ongevoeligheid der werk
gevers. Wat hij toen schreef in een
Herderlljkèn brief aan zijn Umbrische
kudde, verkondigt hij thans, door een
gelukkige beschikking dar Goddelijke
Voorzienigheid, met Apostolisch gezag
over de geheele wereld.
Hard. Manning in zjjn commehtaar.
1 ■■■■- 'W
weesJ’ to d* Jaren rl<k voor en direct na den
wereldoorlog omvatte het zelfs 1200 tot 1800
H Jaars. Daarna-1* het steeds minder gé
wordén. hetgeen «yn natuuriyke oorzaak vond
in het geleldeiyk verminderen vanSüt opper
vlak bosch, dat nog voorkomt op grond, die ook
voor den landbouw geschikt is. i
Terreinen, die economisch niet
De koning bracht ben naar den stal, waar de mMnpqsrdjes
goed waren verzorgd. Ze leefden in een modelstal en hadden
voer in overvloed. Toen de paardjes Keesie en den matroos
zagen, hinnikten zy van biydschap, want zy hadden hun oude
vrienden dadelijk herkend. Keesie streelde de dieren over hun
snuit. De pMrdjes waren heelemaal niet bevreesd.
De koning der kabouters, die nog altijd zyn kroon op het
hoofd droeg, toonde zich zeer verheugd, toen hy Keesie en
zijn vriend, den matroos, weer zag Lachend ging hy hen tege
moet, schudde ze aUervriendeiykst de hand. „Hoe gMt het.
sire, majesteit," vroeg Keesie belangstellend. Toen deelde hy
den koning de reden van hun komst medé. Ze moesten de
maanpMrdjes hebben, die zy hier hadden achtergelaten.