van De avonturen van een verkeersagentje Dreigende ontbossching Nederland jCdv&faal van den daq KUNSTENAAR EN POLITICUS F 250. F 750. De man van Iracema ALLE ABONNÉ’S F 750- Rheumatiek bestrijden terwijl U slaapt! Problemen van econ. en cultureelen aard w •-fl g WOENSDAG 7 DECEMBER 1938 i Pauselijke woorden s HONIG's KEUKENSTROOPq.t^w-/1-'/ r K Een tragische tijger jacht 31 KT# l»t DOOR otfrid von hanstein AANGIFTE MO ET, OP STRAFFE, VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Uit: Rerum Novarum kt die in de k er- VIJFDE HOOFDSTUK en Heeft die soms een gelegall- 1/ weet ik niet of ze van hem of van daar reeds.’’ (Wordt vervolgd) md W Jt le aan cswemd mm doodeUJtosn afloop dan onderteeken ik „Emmerich F Zjjn tweede voorn aam is immer* M to ne er- de de al reeds verachet- sats in de wil- leer nh het «n. nen een ra de den vu on ben nu ter ir. ten «et ruineer meen u duurde de periode van onvoldoenden aanvoer uit het buitenland gelukkig niaar kort. Door een neer ingrijpende wet. de „Noodboechwet”, die eenvoudig beslag legde op het particulier bosch- bezit, heeft men dezen moeilijken tijd, toen de huisbrandvoorzienlng en de fabrieken voor een deel op hout uit onze bosschen waren aange- een lijnen ibaar hout, wezen, weten door te komen. Thans, bi veel grootere houtbehoefte onzer kolgnd en een gerlngeren voorraad staand zou de toestand veel ernstiger zyn en iedere week, dat wjj het op eigen kracht langer kun nen uithouden, kan dan van het allergrootste belang zijn. ham op den toen Dandoe ®- IJI M ul- in- nt- stlg n- J» a a roe jou komen! „Goed Severing." iets wo- «ur ting jen. Jes- wd. nn errt Ud. aan David, die zich altijd graag met de politiek had bemoeid en van overtuiging even gemak kelijk wisselde als van dienstbetrekking, was Intusschen overgeloopen naar de radicaalste der radicale omwentellngsmannen, de Jakoby- nen, was lid van de Conventie en bekleedde daar een Invloedrijke positie. Den geestelijken en broeders ging het in het toenmalige Frankrijk zeer slecht. Zijn helper by „Socrates", broeder Andry, leed eveneens veel onder de vervolgingen en stond op het punt van honger om te ko men. Op dit moment daeht de arme Oratorlaan aan den beroemden schilder, aan het machtige lid van het convent. Hij wilde hem om hulp smeeken. De deur bleef echter gesloten. David liet zelfs zeggen, dat hl) dien burger niet kende. De schilder David, het sieraad der Fransche kunst in die dagen, had echter in de verste verte niet zooveel karakter en ziel als schil derstalent, werpt schadi niet Iracema had zich nadat zij naar boven gevlucht was in haar kamer opgesloten. Ze was geheel verbijsterd en moest eerst probeeren weer meester over zichzelf te worden en trachten te begrijpen. Ze beefde van woede. Wat Joe Jen kins had durven doen, wat Alfonse Flgueira in zijn huis geduld had, was toch wel het toppunt van onbeschaamdheid. Ze stond aan het raam en keek naar buiten op straat. De receptie was ten einde, de gas ten reden met hun auto's weer naar huis. Ze hoorde gedempt praten en de gebruikelijke af scheidswoorden. Het was blijkbaar Flgueira gelukt den ergsten argwaan bij zijn gasten weg te nemen onge twijfeld ten koste van haar. Iracema had haar zelfbeheerschlng terug ge vonden. Ze moest opheldering van alles hebben nog vanavond. Ze belde en een dienstmeisje kwam. „Wil je even aan de heeren Flgueira en Jen kins zeggen, dat ik ze spreken moet?" ..Ik'zal het direct doen." Een eigenaardig lachje speelde om den mond van het meisje. Ze had natuurlijk ook al een en ander gehoord en verheugde zich blijkbaar op een schandaal. „Senjor Flgueira laat danja Tmeama veraoe- gerustgesteld, ging ech- ken In zijn werkkamer te komen. De heeren stjn Wanneer U lijdt aan Rheumattok. Rusptjn. Ge wrichtspijn. Nachts te moeten opstaan. Irr it ©eren de zuurafacheidlng. Zenuwachtigheid. Duizeligheid. Kringen onder de oogen. Branden op de maag. Gezwollen enkels en U zich uitgeput voélt, dan moet U eens CYSTEX gebruiken. CYSTEX. bet nieuwe middel van een beroemden dokter, begint direct te werken, bestijdt deze kwalen en is zeker de medicijn, die U hebben moet of U krijgt gegarandeerd Uw geld terug. Wacht niet, koop vandaag nog CYSTEX bij Uw apotheker of drogist. De garantie beschermt Zij zal dan hier aan wal gaan, en Robert Se vering vaart alleen naar Madeira verder. „Om d««r aangekomen het bedrog te ont dekken!” .Dat Is nog de vraag! In elk geval moet nu direct, het telegram weg.” Weer vijf dagen later nu in de villa van Senjor Flgueira. Jenkins stond voor hem. Deze had nu ook op zijn kantoor een einde gemaakt aan zijn „incognito". Op een gezelligen feest- geschaad en in ieder geval een vergrooting van het tekort aan natuurrulmte voor de stijgende bevolking, vooral die van de steden; ten tweede, benadeeling van de economische belangen van die groote groepen der bevolking, die zijdelings bij het boschbehoud betrokken sijn, zooals de bedrijven, die men samen kan vatten onder den naam „vreemdelingenindus trie”, waaronder vallen de hotels, pensions, restaurants, café’*, lunchrooms, winkels van ververschlngen, autobusdiensten, autoverhuur- inrichtingen - enz. Voorts ook van de belangen der wooncentra, met eenigszins luxe-karakter, die zich gevormd hebben in streken rijk aan bosch; ten derde, niet in de laatste plaats, de ver storing van de houtvoorzienlng. Minder duide lijk in normale rustige tijden, wanneer de liout- import uit het buitenland, die voor ons land de hoofdschotel Is, ongestoord la. Maar de jongste Septemberdagen van dreigende oorlogs spanning riepen de Jaren van den wereldoorlog weer In herinnering. Toendertjjd bracht de harde werkelijkheid het besef, dat een zekere reserve aan staand hout ook voor een land als het onze een onmisbaar element is voor de economische verdediging van het land. Toen s’n slurf naar voren en zag ik dat hij daar Iets glinsterends in hield. Het dier had om lekkers gebedeld en daarbij het armbandhorloge loege- rukt; het slot was tenminste gebroken. Door deze mln of meer grappige oplossing scheen dit incident afgedaan. Kolonel Selby, die even goedhartig als driftig en onbesuisd was. schaamde zich echter over z’n voorbarigheid en zei schertsend tegen de beldeolifanten jagers: „Wel, wel, richten jullie de olifanten tot zulke trucjes af?" De tolk vertaalde dit weer en toen tikte onze chef de belde inlanders met z’n handschoenen, die hU in de hand hield, vriendschappelijk op den schouder. Nu wilde het ongelukkig toeval, dat de beide inlanders Mahomedanen waren en geen Hin does, zooals ik dacht. De handschoenen waren van varkensleer en we beseften niet welk een doodelijke beleedlging kolonel Selby hun had aangedaan, niet alleen door z’n verdenking van diefstal, maar vooral door de aanraking met de varkenshuid. Het varken is een onrein dier voor eiken aanhanger van den Profeet. Den dag na het voorval ging men op jacht. De maharadja was onkundig gehouden van het gebeurde. De beide prachtige Jachtoüfanten wa ren bestemd voor den Indischen vorst en z’n gast, den Brltschen kolonel. De eene olifant werd geleid door Dara-Moerl en de andere door Dandoe. Hoffelijk verzocht maharadja Selby den olifant van Dara- wja beeft vervormd en gewijzigd. Natuurlijke tozchbedekking kennen wy in ons overgeculti veerde en bevolkte Nederland zoo goed als niet meer, misschien dan alleen weer met voorbij- den 'van wat opkomend moerasstruikbosch op ongewassen gronden. Al zijn er mogeljjk nog enkele plekken, waar de oorspronkelijke bosch- bedekking nooit geheel is verdwenen, zoo is dem toch ook daar door 's menschen invloed en van diens huisdieren veranderd.' Het Neder- Izndsche bosch moet dan ook, geheel onder de „cultuurboasdhen” worden gerangschikt. Cul- tuurbosch is nog niet hetzelfde als „productie- boech”: immers kunnen bosschen die kunst matig aangelegd of hervormd zijn, van de pro ductie geheel of grootendeels zijn uitgescha keld. Nederland bezit thans volgens de officleele jtitiltische gegevens 255800 HA bosch. 7.77 pCt van de totale oppervlakte van ons land Met dit geringe percentage is het naar de opper vlakte en nog meer als men per hoofd der be volking rekent, een der meest boscharme lan den van Europa. Afgezien nog van de belangen, die 1>U de houtpéoductle en bij de werkgelegen heid in den winter betrokken zijn, moet het, soowel wegens het behoud van het natuurschoon en van recreatieterrein voor de nog steeds groeiende bevolking, voorts om de toeristische belangen met Inbegrip van die van het hotel- en pension wezen en de overige vreemdelingen- ^industrie”, van het grootste belang worden geacht, dat althans het geringe bestaande boecbpercentage wordt behouden. Daarvoor is bet noodig dat op woeste gronden voortdurend nieuw bosch wordt aangelegd, wamt het be staande verliest door allerlei oorzaken steeds terrein. Van dit standpunt uitgaand, heeft de regeering des lands sinds jaren een politiek gevolgd. die bevorderend werkt zoowel op het behoud van het bestaande particuliere bosch- bezit, dat vier vijfden van het totaal omvat, ali op dat van de overheid en verder legde zij zich toe op de bebossching van voor bosch Be schikten «roesten grond. Het streven naar boschbehoud is vooral belichaamd in de Bosch- wet 1922 en in de Natuurschoon wet 1928, welke laatste de strekking heeft de eigenaren van houtrijke ifWéftfèri.' ifie men als voorfMtrt-”' ste dragers van het natuurschoon in Nederland mag beschouwen, door fiscale verzachtingen ten aanaien van deze goederen behulpzaam te zyn bun bezit in stand te houden. Een Boechraad, nlet-ambteiyk college, adviseert de Regeering over boschbouwaangelegenheden. Verder zorgt de Staat door middel van een rjjksdlenst, het Staatsboschbeheer, behalve voor het beheer der domeinbosschen, voor het aanleggen van nieuwe bosschen op zyn eigen, daartoe aangekochte gronden en bovendien steunt het rijk de ge meenten en vereenigingen en stichtingen van algemeen nut voor dit doel geldelijk met ren teloose voorschotten en met technische hulp. Kr zijn nog meer middelen, waardoor de Staat het bewaren van houtopstanden bevordert, zoo- sls b.v. de bestrijding van boschbranden en van ziekten, maar het is alleen de bedoeling hier de groote Hjn Mn te geven. Het kost echter veel moeite om het totale boschareaal ongeveer in stand te houden en aldus verderen achteruitgang van het natuur schoon zooveel mogelijk te beperken. Zelfs in weerwil van het ten behoeve van de werkver schaffing tegenwoordig sterk versnelde bebos- •chingstempo door de overheid, kan het geheele hoschoppervlak des lands maar net op het te genwoordig peil worden gehouden; was het in Ml volgens de statistiek 254400 HA., in 1935 het nog altijd maar 255800 HA Velerlei en machtig zijn de Invloeden die ••n het boschoppervlak knagen: hervorming bosch in bouw- en weiland en tuingrond, bestemming tot bouw-, villa- en industrieter rein, wegen- en kanaalaanleg, bestemming als militair oefenlngsterrein, enz.; ook worden ge selde bosschen soms niet meer herplant en rwvaiien tot woesten grond. Het omzettlngs- Pvces van bosch tot bouw- en welland is in h*t verleden altijd van groote beteekenls ge- ,Die ligt op sterven. 2te mag hem niet zien.” ;,En Robert wil je misschien een overval, of een moord in elkaar zetten?” .Komt niet in mijn hoofd op!” „Hoe wil je dien man dan laten verdwijnen?” „Neem mjj niet kwalijk als ik dat nu voor- loopig nog even voor mij houd. Het is het beste, dat buiten my. niemand daar van af weet. Ik heb een heel eenvoudig middeltje. Zonder moord of doodslag. Je hoeft er heelemaal niets van te weten ik rijd direct met den auto naar Vlgo in Spanje. Dat zijn nog geen zes honderd kilometer. Het is nu al laat op den namiddag, maar in elk geval ben ik morgen ochtend in Vlgo. Je zorgt er voor, dat ik binnen het uur vijfhonderd pond In mijn portefeuille heb. Te Vlgo neem ik een vliegtuig naar Madeira en jij vertelt aan iedereen, dat ik sd vijf dagen geleden naar Engeland vertrokken ben.” ,En als het misloopt?” „Word je tijdig gewaarschuwd en maak JU je uit de voeten.” „Wat moet ik het meisje zeggen?" „Dat haar vader snel betert en spoedig naar Lissabon komt Dat nu ja telkens krijg Je tijdig van mij de noodlge aanwijzingen. Ik ben in elk geval eerder op Madeira dan Iracema, te Lissabon. Nog iets de telegrammen, die ik Je sturen zal. onderteeken ik doodleuk ..Emme rich Severing”, die kómen dus van den ouden baas." - -- voor den landbouw geschikt te maken waren, kunnen thans echter door middel van den rljkssteun in de loonen bij werkverschaffing, toch worden ontgonnen en inmiddels wordt ten krachtigste propaganda gemaakt voor de ontginning, omdat deze een der meest gewilde vormen is van werkverschaffing. Om aan te toonen, hoezeer de ontginning een middel kan zijn tot werk verruiming, heeft men in den laatsten tijd vaak ramingen gemaakt van de uitgestrekt heden, die in ons land voor dit doel in Mn- merklng komen. Deze ramingen kunnen bjj gebreke Mn statistische gegevens, niet anders zijn dan ruwe schattingen, ook, wanneer ze van overleens gezaghebbende zijde afkomstig zijn; niet Zelden komt men daarbij tot zéér over dreven voorstellingen. Zoo heeft men in den laatsten tijd bij her haling kunnen lezen, in voordrachten en ar tikelen over werkverruiming en luidbouwves- tiging, dat alsnog 75000 HA bosch in ons land kan worden bestemd voor den landbouw. Wanneer men dan echter bedenkt, dat dit bijna 1 ƒ8 van onze totale boschoppervlakte' zou zijn, dan mag men zich wel afvragen, welke consequenties het voldoen aan dezen vérgaan- den elsch zou medebrengen, vooral ook in ver band met het landschapsschoon. M^n komt dan tot de conclusie, dat het er niet meer alleen O"! gaat of er nóg wat minder boach zal zijn ofschoon dit op zichzelf bij het geringe boschpercentage voor ons land ook al zeer be denkelijk zou zijn maar dat men er boven dien in moet zien een bedreiging van die bos schen, die wjj het minst van alle kunnen mis sen. Er zjjn meerdere streken aan te wijzen, waar op enkele vierkante kilometers tientallen kaal geslagen vlakten zjjn aan te wijzen, WMrvan er nauwelijks een enkele opnieuw bosch zal dragen. In de omzetting van bosch in land bouwgrond op deze wijze kan niet meer worden gezien het natuurlijke proces, dat in zijn ge- zamenlljken omvang in ons land reeds tot zeer bescheiden afmetingen was ingekrompen en dat trouwens bjj lage landbouwconjunctuur ook soms in omgekeerde richting verliep. Ineens is daarvoor in de plaats getreden een kunst matig te voorschijn geroepen en door geldeljjken steun bevorderde omzetting, die juist daardoor een onrustbarender! omvang heeft aangenomen. Het Mgt voor de hand, dat thans ook gronden voor den landbouw worden bestemd, die daar voor eigenlijk niet geschikt zijn en die in de toekomst ook alleen door blljvenden overheids steun als zoodanig in exploitatie kunnen wor den gehouden. Bosch slachten gaat snel genoeg, maar het duurt lang eer misrekeningen in dit opzicht hersteld zjjn Indien de ontbossching in het zelfde tempo als tegenwoordig nog enkele Jaren sou voortduren, dan is het gevolg: ten eerste, een ernstige en niet meer te herstellen bena deeling van vele algemeene landsbelangen. Ook verlies aan natuurschoon, al wordt geen werk- versohaffingssubsidle verleend, wanneer het landschapsschoon op evidente wijze zou worden Paul en al onderteekent hij nooit zoo, zijn doch ter zal het niet opvallen.” „Ik voel me toch erg onprettig. Ik geloof, dat wjj het spel verloren hebben!” „Dat hangt heelemaal van ons zelf af. Of wjj ons hoofd bfj elkaar weten te houden en van hoe lang de oude nog leven zal." ,4e bent me de baas." „Natuurlijk. Jij kon alleen in het klein knoeien, maar voor een groot opgezet plan deug je niet.” Blijft verder alles bjj het oude?" „Vanzelfsprekend ik twee derden en Iracema en JU de rest. Over en weer hebben w{j eikaars lot in de hand.” „Vooruit dan maar!" Jenkins wachtte een uurtje. Toen bracht Flgueira hem het geld. Jenkins reed eerst naar Belem, vandaar met een anderen auto naar de badplaats Ceiras, huurde er daar een voor een paar dagen en reed in den nacht gedeeltelijk binnendoor over erbarmelljk slechte landwegen, gedeeltelijk over de hoofdwegen naar Forto in het Noorden Mn de grens en zoo nMr Vlgo. Op denzelfden dag dat Iracema te Lissabon aankwam kreeg Flgueira een telegram van Madeira: „Voel mU veel beter Iracema moet op mij wachten hoop binnen acht dagen zelf in Lissabon te zijn Emmerich P. Severing”. Flgueira glimlachte - ter door alle uitstaande vorderingen en deposl-' to s op te vragen en in de brandkast van zijn eigen villa te bergen. Men moest op elk* moge lijkheid voorbereid sün. Nog een andere pijnlijke episode werpt schaduwen oner hem. Het is trouwens niet de eenfge om dezéti man, die na de revo- lutiedkMT de bevoorrechtnUhllder van Napo leon werd en diens slaafsche verheerlijken De dochter van den schilder Joseph Vernet was als beschermelinge van den Koning in het Louvre opgevoed. Als meisje van zestien jaar was zij getrouwd met den architect Chalgrin, een knap artiest, die in PqrlJs een paar ker ken en de torens van Salnt-Sulplce heeft ge bouwd. Zij was een mooie, maar deugdzame vrouw, die veel succes had in de „society" van het toenmalige Frankrijk. Minder geluk had zij echter in haar huwelijk, zy keerde in 1782 weer naar haar vader terug, die nog in het Louvre woonde, en bleef ook na den dood van haar vader met haar broeder, die de vader was van den beroemden schilder Horace Vernet, daar wonen. Tijdens het schrikbewind moest zij vluchten, vond toevlucht by een vriendin en moest leven van het weinige, dat de revo lutie haar had overgelaten. Tenslotte werd sy in 1794 gearresteerd, omdat zU in het bezit bevonden werd van.twinttg pond kaarsen. Haar broeder zette alles in het werk, om haar voor het ontzettende lot, dat haar wachtte, te bewaren. Hy vroeg ook de hulp van David, die toen intiem bevriend was met den almachti- gen Robespierre. Maar de schilder antwoordde koud: „Het gerechtshof is rechtvaardig. Je zus ter is een aristocrate en ik zal niets voor haar doen.” De oorzaak van deze onverblddeiyke houding moet waarschyniyk daarin te zoeken zyn, dat David eens by de mooie vrouw een ongenadig blauwtje had geloopen. Dit had hy haar nooit vergeven, zy moest het schavot be- stygen. Tot haar laatste oogenblik was zy er van overtuigd, dat zy haar zinloozen dood had te danken aan de wraakzucht van David. In het Louvre bevindt zich nog een onvoltooid portret van de schoone madame Chalgrin door David. Hsar hoofd verheft zich van een ruo- den achtergrond, en deze roode, Mn bloed herinnerende achtergrond evenals de onvol tooidheid van het portret zelf krygen in de omiysting der geschiedenis een bijna gruweiyke, symbolleke beteekenls. moest David veredelen, maar zich toch er voor wachten, ze onkenbaar te maken. David hield zich trouw Mn het recept van den goeden Oratorianer broeder en zyn werk ver meerderde zyn roem. Een pmt jaar later brak dan de Fransche revolutie uit. avond, die Flgueira het geheele personeel had Mngeboden, had hy meegedeeld, dat de heer Joe Jenkins dezen naam ais pseudoniem had moeten voeren om beter met Engelschen Noord-Amerlkanen tydens en direct na den oorlog zaken te kunnen doen, dat hy nu zyn waren naam weer had aangenomen om als neef van den hoofdeigenaar der firma, als jonge compagnon te kunnen optreden en later den familienaam voor de firma te bewaren. Flgueira en Jenkins sloten het prlvé-kantoor af. .Alweer een Jobstyding! Iracema en Seve ring zyn in Londen getrouwd! „Wat nu?" Jenkins dacht even na, toen keek hy verlicht op. „Dat is het beste wat die twee Dultsche He den voor ons doen konden en het maakt het geval belangrijk eenvoudiger.” ,Je Hjkt wel heelemaal gek te zyn geworden." „Heelemaal niet, myn waarde vriend. Je hebt er toch niets op tegen, dat ik een flink bedrag Uit de kas neem?” „Wou Je er tusschenuit knypen?” ,Jk denk er niet over! Maar ik moet een vliegtuig hebben voor de prlvéreis.” „Dus er toch tusschenuit knypen?” „Integendeel, wanneer komt de boot te Lissa bon aan?” ,Dat heeft nog een paar dagen den tyd!” „Goed, ik neem een vliegtuig, en vlieg van daag nog naar Madeira.” „Waarom niet met de boot?” „Dat zal je dadeiyk hooren. Be wacht te Madeira den echten Robert Severing op. Merk natuuriyk, Of de oude al of niet lont ruikt. Doet hy het, en merk ik, dat onze zaak verloren is, dan telegrafeer ik, jy neemt het geld en schryft al de bankdepositos telegrafisch op Santa Cruz van Tenerlfa over. Dan treffen wij elkaar daar, en stellen ons dMrmee tevreden. Gaat alles echter goed, dan kom ik na dien bedrieger onschadeiyk gemaakt te hebben hier terug, maar niet uit Madeira, doch uit Engeland. Ik heb my opzetteiyk al niet in vyf dagen op de zaak laten zien. De lui daar, zul len dus kunnen aannemen, dat ik al voor vyf dagen per vliegtuig nMr Londen vertrok.” „Wat moet dat allemMl?” „Heel eenvoudig! Iracema heeft toch in Lon den Robert Severing getrouwd, niet?” .Zeer zeker.” „Goed, en ik ben Robert Severing, dus zy trouwde my!i’ ,Je bent njet wys!” ,LMt het nou mMr aan my over, om dat met het meisje in orde maken.” Ja de vader?" U Jou?” Ja, natuuriyk!” **n Je toch wel erg in de war; hy ver- ™“t zyn zaak aan zyn neef Severing." to^:^ar 111 zün oogen ben ik dat op heden Jjav in werkeiykheid ben je het niet!” "U«t komt er niet op Mn. Ik kan bezweren r u dat hy alleen my bedoeld kan heb- "m. Laat iemand het eens bewyzen dat ik het “et ben!” »De echte.” -We ook niet! Heeft die soms een gelegall- aen vingerafdruk in zyn pas? Waarschyn- niet Dat Is toch niet gebruikeiyk.” B geval moeten wy tyd winnen. Weet w het adres van Iracema in Londen?" "'»estmlnsterhotel ■•Jjan sturen wy haar direct een telegram r*™ wy haar melden, dat het met haar va- •m. I6*. ■beter gaat' d!rt zü “rst een paar da- Z™ Lissabon zal moeten biy ven, totdat alles ”n neef in orde is gemaakt. Het telegram wy van t adres in Madeira met daar- «*gevoegd „via Lissabon”, dan zal het opvallen, dat het niet uit Madeira komt. Jacques Louis David, wiens hevig realisti sche dood van Marat nog kort geleden op de Fransche kunsttentoonstelling in het Stedeiyk Museum te Amsterdam was te bewonderen, is grooter kunstenaar dan politicus geweest. Hy was 30 Augustus 1748 te Parijs geboren en stierf 29 December 1825 In de verbanning hy had als lid van de Conventie voor de ter- doodveroordeellng van Lodewyk XVI gestemd te Brussel. Onlangs hebben notities van een broeder Oratorlaan. die in Parys werden ge publiceerd, de Mndacht weer op dezen rnensch van een vehementen overgangstyd gevestigd. David was de num, die een einde maakt* aan de schilderkunst van den rococo-tyd. aan de kunst van het gracieuze, lichte, lichtsintiige. Hy schilderde ernstiger, mMr ook droger. Hy verheeriykt het antlek-heroïeke, dat overeen kwam met den smaak van zyn tyd. De oude Romeinen en Grieken waren zyn Ideaal. En dat van zyn tyd, welke dit Ideaal tot uitdruk king bracht in de uiteriykheid der Weeding. David vereeuwigde dit ideaal in Madame Re- carnler, uitgestrekt op de sofa van byzonderen vorm, die naderhand haar naam zou dragen. Als historie-schllder wordt hy heden niet zoo hoog meer aangeslagen. Hooger wordt hy ge acht als portretschilder. Onbestreden is echter zyn beteekenls op een keerpunt van de beel dende kunst, voor en na 1800. Oorspronkelijk was hy hofschilder van Lodewyk XVI. Hy schilderden dien tyd beelden uit het Romeln- sche en Grieksche tydvak en uit de sagen van beide landen. Een der beroemdste doeken is de .Dood van Socrates”. Een parlementslid had het besteld en betMlde er vc*r die dagen de enorme som van 6000 livres voor. David wilde het doek zooveel mogeiyk In overeen stemming brengen met‘de historische waarheid en «overleving. Hy had echter geringe histori sche ontwikkeling en wist weinig van Socrates. Hy besloot daarom zyn kennis te verryken. Hy ging nMr de Oratorlanen en vroeg om een geleerden pater als leeraar. Men bracht hem by broeder Andry, die, streng naar den regel der Congregatie levende, zich geheel Mn de wetenschap wydde. Broeder Andry wist veel van de klassieke geschiedenis en David vond in hem den man, 'dien hy zocht Hy werd zeer vriendeiyk ontvangen en kreeg zéér gedetail leerde notities, die hem by de vervaardiging van zyn Socrates-stuk van dienst konden zyn. Deze notities nu zyn teruggevonden, en daarin staat te lezen, dat Plato in de groep der leer lingen van Socrates aanwezig behoort te zyn. „Want heeft deze phlloeoof niet de iMtste woorden van Socrates opgeteekend en Mn ons overgeleverd?” Ook, zoo schreef de broeder, moest David by de teekening der koppen ge bruik maken van de afbeeldingen, die uit den antieken tyd stammen. De afbeeldingen van beide philosofen zyn nameiyk zóó bekend, dat de een met den andere niet verwisseld kan rwwrden. David moest, -4ea. kop van Socrates tl zooveel waardigheid als maar mogelijk was ge- 4fen, ofschoon dejp g*n soprt dronkemanshoofd n<fl gehad. Haa"*S6crates zich zelf niet vol humor beschreven: platte neus, geweldige neusvleugels en kleine oogjes? Deze trekken Mere medaille heeft haar keerzyde. Zoo -I de omzetting van boschgrond in bouwgrond toderdsad een aanmerkeiyke vermindering der werkloosheid met zich kunnen brengen, maar teren» ontstaan hier moeiiykheden door de dientengevolge ontstane ontbossching van Ne- ^{^Nederlandsch FabrikMt” «rijst Dr. Spran- pn op de gevaren hieraan verbonden: Het Is niet meer dan een dlchteriyke vryheld, wanneer men, over natuurschoon in het alge- of Over bosschen sprekend, dMraan het troord „ongerept" verbindt. In ons land is, im mers, nauwelijks een plek aan te wyzen, hoe j|em ook, wMr de hand vap den rnensch of de Invloed van de menscheiyke cultuur het aangezicht van het landschap niet op eenlgerlei e beste olifantenjager in de heele provln- J de Lahore was Dara-Moerl; z’n fMm was ver over de grenzen der provincie bekend. Hy en z’n jongere broer Dandoe waren belast met de verzorging van den ollfantenstal van den marahadja van Benares. Ze waren officieel belast met het toezicht over de ry- en jacht- olifanten van d*n Indischen potentaat. De maharadja organiseerde elk jMr een groote tygerjacht. In dien tyd was ik officier van het Engelsche garnizoen In Benares en be hoorde steeds met onzen kolonel Selby tot de genoodigden van den marahadja, om aan die Jacht deel te nemen. Onze kolonel, overigens een uitstekend officier, wm kort Mngebonden en dMr hy vry laat in Indié gedetacheerd was, slecht op de hoogte van de zeden en gewoon ten van dit land. Op den bepaalden dag werden we zeer har- teiyk aan *t hof van den marahadja ontvangen. Hy liet ons z’n ollfantenstal zien, wirarby we achter kolonel Selby liepen, die echter geen by- zondere belangstelling voor de olifanten aan den dag legde. Dara-Moerl wees ons juist een zyner mooiste dieren Mn en somde de kwaliteiten er van op, toen de kolonel als verveeld geeuwde en op z’n armbandhorloge wilde kyken. Het horloge was verdwenen. Rood van woede, riep onze chef, dat men z’n armbandhorloge gestolen had. Dara-Moerl en z’n broer Dandoe, die zagen dat er iets onge woons aan de hand was, vroegen aan den tolk naar de oorzaak van de opwinding. ,M’n horloge is zooeven gestolen!" bulderde kolonel Selby, „en ik verlang dat alle hoeken en gaten hier direct worden doorzocht.” Opnieuw sprak de tolk tegen de beide inlan ders en Ik zag hoe verwondering en onwil zich op hun gelaat afteekenden. Gaarne zou ik met den kolonel gesproken hebben en hem hebben gekalmeerd, maar de krygstucht elschte, dat Ik m'n mond hield. *t Was voor den maharadja een zware beleedlging, om In z’n huls van diefstal te spreken. Bovendien scheen my die diefstal vry onwMrschyniyk toe. Wellicht had de kolo nel s’n horloge, zonder dat hy *t gemerkt had, verloren. Maar ook was het een groote belee dlging voor Dara-Moerl en Dandoe, ja zelfs voor de overige inlandsche bedienden. Heel kort nadat de kolonel s’n beschuldiging van diefstal geuit h*d, schoof de olifant met te kiezen en deze besteeg Moer! Ik zag, zelfs onder s’n gele huid, dat Dan doe daarop doodsbleek werd. Inmiddels hadden de dryvt dene tygers in een bepaalde dernls door honden, lawMl en vuur te samen gedreven. Ik moet bekennen, dat deze jacht, hoog en veilig op uitstekend afgerichte oli fanten gezeten, my nooit heldhaftig was voor gekomen. *tWas niets anders dan een soort slachting, die we met onze vuurwapens onder de tygers aanrichtten. De olifanten van den maharadja en van den kolonel waren het eerst op de verzamelplMta Mngekomen en we wisten dat de vorst de eer van het eerste schot aan z’n gast sou geven. Het duurde niet lang, of twee prachtige ty gers sprongen uit het kreupelhout op den weg. We tagen hoe de ma haradja een ult- noodigende be weging met de hand naar onzen kolonel maakte, hetgeen moest beteekenen: .Aan u, myn gast, het eerste schot." Echter, nog vóór dat Selby had **ng*1zg<1, zakte z’n olifant eensklaps snel en onverklaar baar In elkMr. HU viel niet, maar liet zich par does vrijwillig op den grond vallen. De kolonel en Dara-Moerl werden tegeiykertyd op den grond geslingerd en vielen vlak voor twee ty gers, die zich direct op hen wierpen. Een paar minuten later waren beiden verscheurd en on herkenbaar verminkt, ofschoon de maharadja en wy een waar snelvuur op de tygers hadden ingezet, die dan ook weldra doorschoten neer lagen. Nog drie tygers sprongen uit het kreupel hout. Maar ook deze werden neergelegd. We wachtten niet tot onze oUfknten neerge knield waren, maar sprongen direct op den grond. Kolonel Belby en Dara-Moerl lagen daar levenloos. De olifant, die hen op den grond had ge worpen, lag nog steeds op dezelfde ptaats. Men kon z’n vrees en z’n afschuw voor de doode ty gers, die In z’n nabyheid lagen, duidelijk op merken. Z’n kolossaal llchMm sidderde, maar het scheen of een occulte n grond vast scheen te houden. op den kolossus toetrad, hem let* toeliep en hem met z’n dun bamboe-rletje «ver het zware lichaam streek, stond hy op. Diep onder den indruk van het tragische voor val, vingen wy den terugtocht aan. Op de prach tig uitgedoste jachtolifanten lagen de licha men van twee levenlooze mannen en vyf doode tygers. De eene man had den anderen beleedlgd en deze had zich op zyn manier gewroken, waarby hy z’n leven had ingezet. De twee jagers moes ten deze beleedlging bloedig wreken, mMr ze konden den kolonel in t paleis van den nuv- rahadja niet van t leven berooven. Ze kenden echter de kunst, hun olifanten bliksemsnel tot neervallen te dwingen en ze wisten vooruit dat een hunner mede gedood zou worden. Dat hing alleen af van den olifant, die door kolonel Selby, al* gast van den marahadja, zou worden uit gekozen, om bereden te worden. ’tWas daarom, dat Dandoe zoo bleek was ge worden, toen de kolonel den olifant van Dara- Moerl besteeg. De oudere broer en betere olifan tenjager moest de wraak met z’n leven betalen, tot diep leedwezen van Dandoe, die liever in zyn plMts den dood was ingegMn. (Nadruk verboden) Iedereen is er van overtuigd, er moet geholpen worden, meer nog, er moet spoedig en afdoende geholpen worden, wijl, tengevolge der wanver houdingen, ontelbare menschen een ellendig en onwaardig bestaan leiden. In de omwenteling der vorige eeuw werden de bestaande gilden der arbei dende klassen vernietigd, geen nieuwe vereenigingen—traden er voor in de plaats, de maatschappij en de wetge ving ontdeden zich hoe langer hoe meer van den voorvaderlijken gods dienst, en zoo gebeurde het, dat hand werk en arbeid allengs, eenzaam en onbeschermd, ten prooi vielen aan de gevoelloosheid der bezitters en aan de teugellooze hebzucht der concurrentie. Daarbij kwam de alles verslindende woeker het kwaad verergeren- En heeft de Kerk herhaaldelijk haar ver- oordeeling over dit euvel uitgesproken, een onverzadelijk en winziek kapita lisme gaat nochtans in onze dagen voort het oude spel zij het ook onder een anderen vorm dan voor heen, te drijven. Zoo zijn produc tie en handel schier het, monopolie geworden van eenige weinigen, en zoo konden enkele bezitters van onmete- lijke schatten den massa’s van het proletariaat een juk opleggen, dat slechts weinig van dat der slaven ver schilt. Dit is geen nieuwe uitspraak van Leo XIII. Toch is het velen misschien onbekend, dat de studie van het Sociale Vraagstuk reeds lang zijn geest heeft bezig gehouden. Toen hij blsschop van Perugia was, vaardigde hij herderlijke brieven uit, korter en bondiger, over het lijden der arbei ders en de ongevoeligheid der werk gevers. Wat hij toen schreef in een Herderlljkèn brief aan zijn Umbrische kudde, verkondigt hij thans, door een gelukkige beschikking dar Goddelijke Voorzienigheid, met Apostolisch gezag over de geheele wereld. Hard. Manning in zjjn commehtaar. 1 ■■■■- 'W weesJ’ to d* Jaren rl<k voor en direct na den wereldoorlog omvatte het zelfs 1200 tot 1800 H Jaars. Daarna-1* het steeds minder gé wordén. hetgeen «yn natuuriyke oorzaak vond in het geleldeiyk verminderen vanSüt opper vlak bosch, dat nog voorkomt op grond, die ook voor den landbouw geschikt is. i Terreinen, die economisch niet De koning bracht ben naar den stal, waar de mMnpqsrdjes goed waren verzorgd. Ze leefden in een modelstal en hadden voer in overvloed. Toen de paardjes Keesie en den matroos zagen, hinnikten zy van biydschap, want zy hadden hun oude vrienden dadelijk herkend. Keesie streelde de dieren over hun snuit. De pMrdjes waren heelemaal niet bevreesd. De koning der kabouters, die nog altijd zyn kroon op het hoofd droeg, toonde zich zeer verheugd, toen hy Keesie en zijn vriend, den matroos, weer zag Lachend ging hy hen tege moet, schudde ze aUervriendeiykst de hand. „Hoe gMt het. sire, majesteit," vroeg Keesie belangstellend. Toen deelde hy den koning de reden van hun komst medé. Ze moesten de maanpMrdjes hebben, die zy hier hadden achtergelaten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 3