EEN veelzeggend
Zuiderzeevisschers
Hulp
aan
adres
Steun aan den middenstand
De positie der gemeenten
Keel Verzachtend
MINISTERIEELS NOTA
AAN DE TWEEDE KAMER
TOENADERING DER
GEESTEN
GEEN SPELLETJES!
I
WOENSDAG 7 DECEMBER 1938
RIJKS VELDWACHTER
OVERZICHT TWEEDE KAMER
OVERZICHT EERSTE KAMER
Nog steeds obstructie
De Wieringermeer
4
GekMüjite
«mr
VICKS HOESTBONBONS
JHTLER-SNORREN"
VERBODEN
Wending in de handels
politiek
Passieve lucht
bescherming
Verpachting van een honderdtal
bedrijfje* ligt in het voornemen
Een „intelligent” spelletje
van de N.S.B.
«enerskrachtig door de "Eg?
Vkk» VapoRub ingrediënten
voor-
(Van onzen parlementairen redacteur)
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 6 December 1938.
Den Haas, 6 December 193»
sem.
a
len. In het
verdwenen
terwijl nieuw
66 filialen
96 filialen
•9
I?
die
Om voor een geldelijke tegemoetkoming in
■3
A
t-
rt
A
u,
U
in
van het R. K.
met instem-
Een belangrijk punt betreft voorts gelijk
stelling van weduwen van belanghebbenden met
belanghebbenden.
SL
et
ttt
I»
werden gesticht
214 filialen
282 filialen
248 filialen
290 filialen
228 filialen
284 filialen
Ingevolge zón toezegging heeft
van Waterstaat aan de Tweede
nota inzake de Zuiderzeesteunwet
men. waarin o.m. wordt gezegd:
de minister
Kamer een
doen toeko-
a. Hem moeten voldoende middelen tot le
vensonderhoud gaan ontbreken als gevolg van
de afsluiting van de Zuiderzee.
b. Hó moet door aanwending van eigen ar
beidskracht niet in het onderhoud kunnen voor
zien van zich en de zónen.
ke
Ud
de
oe
r-
n-
ch
Jk
ed
m
e
rt
h
f
B
langhebbende voldoen aan de volgende
waarden:
de beer de Marchant et d'Aneembourg (NdS-B.)
zich aantrekken. Maak geen politiek spelletje
van een zóó ernstige zaak als de bestrijding der
openbare onzedelókheldOm in het feit, dat
men van Katholieke zóde de staatkundige mid
delen, waarover men beschikt, te baat neemt om
prostitutie, excessen van het strand- en bad
leven. pornographic en M dat fraais méér, om
in dót feit „politiek Katholicisme" te onderken
nen en uit te króschen, daarvoor moet men toch
werkelók én als Katholiek, wat de heer de
Marchant et d'Ansembourg nog steeds zegt te
zón, én als politicus in een héél kleine waan
wereld van fanatisme zón aangeland! Inplaats
van in den strijd tegen deze dingen mede
standers te zoeken, waar ze te vinden zijn, daar
van een politiek strijdpunt te maken dat is
een spelletje spelen met dfagen, te erastig om-
zich ddértoe te leenen.
75 filialen
109 filialen
50 filialen
104 filialen
136 filialen
125 filialen
Aangeteekend worde nog. dat reeds vroeger
is bepaald, dat weduwen van belanghebbenden
die in 1927 60 jaar of ouder waren en dus op
een doorloopende uitkeering aanspraak konden
maken, met belanghebbenden zouden worden
gelókgesteld. Voor tot deze groep behoorends
personen blóft gelijkstelling mogelók.
In de Kamervergadering en bó de bespre
kingen met belanghebbenden is ook ter sprake
gekomen de tegemoetkoming wegens waarde
vermindering. De opmerking werd gemaakt, dat
het onbillók was dat de tegemoetkoming
v^fcens waardevermindering minder is dan het
volle vastgestelde bedrag der waardeverminde
ring. De minister meent echter, dat hierbij
uit het oog verloren wordt, dat de wetgever
niet bedoelt een Integrale vergoeding der waar
devermindering, maar een jaarlóksche tege
moetkoming wegens die waardevermindering.
Na deze enkele nakomers in de Mgemeene
beschouwingen over de begroeting van Binnen-
landsche Zaken heeft minister van Boejjen zón
antwoord-rede uitgesproken, aan het einde
waarvan hó gerulmen tód stilstond bó de finan
cieels positie der gemeenten, een onderwerp,
waaraan vele afgevaardigden begrópelljkerwijze
er zitten hier héél wat burgemeesters, wet-
hodHers en raadsleden uit het land groote
aandacht hadden geschonken.
heer Colón bó de algemeene beschouwingen
ingenomen: ik ben vrijhandelaar en ik bMJf
het in principe, maar er is in de wereld om
ons heen iets veranderd. De heer Schilthuis
verklaarde zich ten volle bewust, dat de struc
tuur der goederen-productle en van het ver
keer der goederen in de wereld zóódanige ver
anderingen heeft ondergaan, dat Ijèt stród-
tooneel zoodanig is veranderd, dat men anders
middelen in het veld moet voeren. Van 'katho
lieke zóde werd de minister bógevallen door
den heer van der Putt, die van het veroveren
van nieuwe markten weinig heil verwachtte en
maar het liefst die tariefsverhooglng zag komen.
Zoo gauw mogelók!
De tegemoetkoming op grond van dit artikel
draagt een aanvullend karakter.
Het bedrag der geldelóke tegemoetkoming
mag niet te boven gaan het bedrag, dat aan
den belanghebbende als gevolg van de afslui
ting wordt onttrokken.
Het bepaalde in het tweede, lid van artikel
13 beperkt den tód gedurende welken een
geldelóke tegemoetkoming kan worden genoten
voor de belanghebbenden, die op 16 December
1927 jonger dan 25 jaar varen tot 3. en voor
hen, die toen 25 jaar of ouder, doch jonger dan
35 jaar waren, tot 5 jaar.
Ud 3 van artikel 13 bepaalt, dat de tegemoet
koming aan belanghebbenden, die bó de in
werkingtreding van deze wet 60 jaar of ouder
zón, in den regel zal worden verleend voer den
duur van hun leven. De toepassing van deze
bepaling heeft nimmer tot bezwaren aanleiding
gegeven.
De minister stelt zich voor, dat de hierbe-
doelde personen In leeftódsgroepen moeten
worden verdeeld en dat de omstandigheden van
elks groep worden nagegaan.
in 1932
in 1933
in 1934
in 1935
In 1936
in 1937
in 1938
(1ste helft)
der centrale voogdó van de Regeerlng geen
sprake kunnen wezen. Die centrale voogdó
heeft niet zonder onvolkomenheden gewerkt,
heeft vele aanknoopingspunten geboden voor
rechtvaardige critiek, doch ware dit niet zoo,
dan zou er geen enkele reden bestaan om tot
de gemeentelyke zelfstandigheid terug te kee-
ren. De centrale voogdó was alleen voor abnor
male omstandigheden bedoeld en terwól reeds
dit jaar de teugels meer werden gevierd, dan
verleden jaar, vindt de Regeerlng In de dalen
de tendenz van de tekorten-eófers aanleiding
om zich te zetten aan het ontwerpen van een
regeling, die den gemeenten het bedrag van 35
millioen, dat zó in 1939 waarschónltyk te kort
zullen komen, naar objectieve normen tpe-
voert. Daarmee zal niet opeens de hééle
autonomie terugkeeren een kleine reserve
voor gemeenten, die in nood blijven verkeeren
zal nog niet kunnen worden gemist doch
binnen enkele jaren meet het tnageWk zón dit
einddoel te bereiken
De Amsterdamsche Politie Vakschool te Am
sterdam verzoekt ons mede te deelen, dat zó op
verzoek gratis het sollidtatiereglement Róks-
veldwacht, vastgesteld bij minlsterieele beschik
king van 27 Januari 1938 5e afdeellng No. 1177,
toezendt.
Dan wat de lucbtbeaeheBming betreft, de
Regeerlng kan het standpunt niet verlaten,
dat te dien aanzien ieder burger particulier een
plicht heeft. Ieder man heeft den plicht alles
te doen, wat in zón vermogen ligt om zón
vrouw en zón kinderen te beschermen tegen
gevaren. Dien plicht kan hó niet op de Staats-
overheid afwentelen. De Staatsoverheid moet
alles doen, wat in haar vermogen ligt om hem
te helpen, hem vóór te lichten, de organisatie
te scheppen, waarvan hó deel kan uitmaken,
doch primair Is de bueger aetf veranéwoorde-
lók.
Intusschen: de Septemberdagen hebben dul-
delók aangetoond, dat óók aan datgene, wat
Staat en gemeente te dien aanzien op zich
namen, nog veel ontbreekt. Er waren gemeen
ten, die de organisatie van de luchtbescher
ming nog moesten oprichten. De minister zit
daar nu achterheen. Vóór 1 Januari moeten alle
gemeenten een organisatie-ptan bó het Depar
tement hebben ingeleverd, opdat begin 1999 ten
minste de organisatie gereed is. Dan zal er
persoonlijk contact worden gezocht. De cursus
sen voor de hoofden van diensten gaan voort.
De minister heeft de overtuiging, dat op den-
ingeelagen weg en met de uHgeteetotaM be-
ÖOO®UCH, (Ontario), 6 Dec. Koet «9-
7^* b» den provincialen raad te Goderich
*“temmig een besluit aangenomen, waarbó
öet’ op straffe van opsluiting, verboden is zich
^tr>at vert°onen met een snor, welke
met <üe wn BgHtKs
Met enkele afwijkingen naar beneden en naar
boven mag worden aangenomen, dat de nog
uit te geven boerderijen overigens een opper
vlakte liggende tusschen 20 en 50 ha. zullen
beslaan.
De werkzaamheden, voortvloeiende uit drai
neer Ing van de daarvoor nog in aanmerking
komende gronden worden. Inbegrepen het daar
voor noodlge uitdiepen van slooten, bestemd
voor de geregeld bó de Cultuurmaatschappij
tewerkgestelde landarbeiders in de minder
drukke perioden. Sedert 1936 worden dan ook
geen dra Ineerlngs werken meer in werkver
schaffing uitgevoerd. Voor uitvoering in werk
verschaffing komt verder vrówel uitsluitend In
aanmerking het dlepspitten van zandgronden,
waar de klei kort onder de oppervlakte zit.
Het ligt niet in de bedoeling de in werkver
schaffing in de Wieringermeer werkzame ar
beiders te doen overgaan naar de Cultuurmaat-
schappó. waar het aantal tewerkgestelden af
nemende is. noch te bevorderen, dat zó wor
den geplaatst in het particuliere bedrijf, waar
in de eerste plaats werk gezocht zal woeden
voor de arbeiders, die bó de CuttMeMaatseriap-
Pó button dienst komen.
hier op excessen? Zón de gebruikte oneerlóke
concurrentiemiddelen en selfs de steeds toe
nemende expansie geen uitwassen, die een
ingrópen rechtvaardigen? De heer Schilthuis
drong aan op een tódelóke stopzetting van de
verdere uitbreiding dezer grootbedrijven.
Zoo was het al met al wel een „heerlók
avondje” voor den middenstand.
Hoorden wó verleden jaar, aldus de minis
ter, vrówel uitsluitend critiek op de vergaande
bemoeiing der Centrale Overheid met ds fi
nanciën der gemeenten, dit Jaar spreken wó
reeds over een toekomstig herstel der gemeen
te lók e zelfstandigheid. Dat werd mogelók door
dat de Centrale Overheid tot dusverre zoo sterk
ingreep en aandrong op bezuiniging. Daardoor
immers werd verkregen, dat het totaal reëel
tekort der gemeentelóke financiën in Neder
land zich in voortdurend dalende Ujn beweegt.
In 1936 stand dit tekort nog op 40 millioen.
in 1937 daalde het tot 39 millioen en. wanneer
de teekenen niet bedriegen, aal het in 1939 niet
meer dan 36 millioen bedragen. Ware die
Wel ligt het in de bedoeling in de Eerst
komende twee jaren een honderdtal bedrijfjes
van ongeveer 10 ha. te verpachten, waarvan
vóftig zullen kunnen worden bestemd’ voor uit
gifte aan arbeiders, die aan het in cultuur
brengen van de Wieringermeer hebben medege
werkt. en door arbeidzaamheid en spaarzaam
heid zich een bedrófje hebben waardig ge
toond. Deze bedrijfjes zullen worden bestemd
voor het gemengde akkerbouw- en veeteelt
bedrijf. Voorts wordt de mogelókheid over
wogen de resteerende vóftlg bedrijfjes voor
het gemengde akkerbouw- en tuinbouwbedrijf
te bestemmen voor daarvoor in aanmerking
komende bekwame tuinders uit de noodlijden
de tuinbouwgebieden in de omgeving
RFW denken.
:n leveren de
rechtzoekenden niet zelden het beeld op
van menschen, voor wie zelfzucht, ver
blindheid en de moeilijkheid om ongeluk
te bekennen, daarin soms nog door
echtgenoot of familie gestijfd, in den
weg staan om te komen tot een oplos
sing, die beantwoordt aan de eischen van
eerlijkheid, onzelfzuchtigheid en liefde.
Het is niet voldoende, al ware dit mo
gelók, alle geschillen volkomen juist te
beslechten. Geen vonnis neemt de mo-
reele oorzaken bij de partijen zelf weg.
De verbittering jegens de wederpartij
blijft, bó den ovenwinnaar zoowel als
bó den overwonnene. Alleen een omme
keer in de harten der menschen kan de
grondslag zón voor een werkelijke op
lossing van allen nood. En dit geldt niet
alleen voor hen, die procedeeren. De
rechtzaal toont «geen op zichzelf staand
beeld, maar slechts den neerslag van de
moreele opvattingen in ons geheele volk.
Het is dan ook mede op grond van
hunne ambtelijke ervaring, dat de on
dergeteekenden zich in dezen achter Uwe
Majesteit scharen in de diepe overtui
ging, dat moreele en geestelijke herbe
wapening voor ons volk een dringende
noodzakelókheid is.”
Stemmen is een kwestie van oefening, vond
Baron de Vo2r~van~fl5enwók. Als het maar
dlkwóls moet gebeuren gaat het hoe langer hoe
vlugger. Op het laatst krógt men er 'den smaak
van beet. De N. 8. B. volhardde in haar
politiek van obstructie. De man, waarvan velen
bulten de N. S. B. nog gerulmen tód aanna
men, dat hó op een overtuigende en verstan
dige wóze weet op te treden, de heer van Ves-
glng met zón flauwe, niet eens door hem
zelf uitgevonden spelletje voort met een pret
als waarmee gisteren-avond onze kinderen de
soms héél wat intelligenter spelletjes beoefen
den, die zó van Sinterklaas kregen. Bó alles:
stemming. Al vóórdat de heer van Vessem het
vroeg had de Voorzitter een nummertje uit de
tus gehaald en alle leden stonden om het
spreekgestoelte heen om onder het ratelend
snel af lezen van de namen alsmaar: vóór, vóór
te roepen. In een wip verliepen de stemmingen.
Bó het laatste ontwerpje ,.het laatste!” riep
de voorzitter met een zucht van opluchting,
legde de heer van Vessem een verklaring af. die
een onverholen hoon Inhield voor zón medele
den: aangezien de heeren graag naar huls
willen, zullen wó hierover géén stemming vra
gen. Dét lieten de senatoren niet op zich zit
ten. Van alle kanten werd geroepen: stemming!
En nu las de voorzitter wéér de namen: maar
ditmaal tergend langzaam. Die namen zón tóch
zoo lang in de eerste kamer: Janssen de Lim-
pens, van Voorst tot Voorst, van Basse van IJs-
selt enzoovoort enzoovoort. Geen duimbreed
geeft de kranige president aan het kwajongens-
werk van deze schimpers op het parlementaire
stelsel toe.
Tusschendoor kwamen een paar kleinigheden
aan de orde. Een naturalisatiekwestie: iemand,
die krachtens wetsuitleg na indiening van zón
naturallsatleverzoek bleek reeds Nederlander te
zón, vroeg zón 200 gulden terug. Hó zal ze
niet hebbenNederlanderschap krachtens na
turalisatie is van hooger otde dan krachtens
een wetsuitleg, die bovendien zón kinderen niet
tot Nederlanders maakt. De heer Blomjous
vond, dat de Staat een stuk grond In Tienge-
meten te goedkoop had verkocht. Minister de
Wilde vond van niet en daar bleef het bó. En
tenslotte wilde de heer van Vessem graag bui
ten de schriftelóke gedachtenwisseling om
„Ik zal graag aan uw verzoek voldoen, món-
heer van Vessem," zei de Voorzitter. „Ik had
niet anders verwacht", zei de heer van Vessem
weten waarom in de kazernes geen holle
steenen en balken worden gebruikt. Omdat die
duurder zón, dan gewapend beton, antwoordde
de minister, stemming
o
De sluizen der parlementaire welsprekend
heid staan open. Een vijftigtal afgevaardigden
zullen bó „Economische Zaken" en deszeUs
onderdeelen het woord voeren. En het eerste
tien- of twaalftal heeft in deze avondvergade
ring zón beurt reeds gehad.
Daarbó bleek één ding heel duidelók: op
enkele puhten, die vroeger hevig werden om
streden, komen de dogmatische* meenings-ver-
schillen niet meer in die mate als vroeger tot
uiting. Vróheld en overheidsbemoeiing, daar
over mocht in vroeger jaren een principieele
tegenstelling leven, in de omstandigheden van
thans vraagt vrówel ieder afgevaardigde vooi
één of ander onderdeel van het bedrijfsleven
een beetje overheidsbemoeiing, een beetje steun
van vadertje Staat. Waarbó uiteraard niet
allen zoover gaan als de heer Weitkamp, die
een heele her-onënteering van de vaderland-
sche bodemproductle vorderde en met een
zeker geweld de loonen en salarissen, de so
ciale voorzieningen en de vaste lasten naar
beneden wenschte te drukken om weer terug
te keeren tot het peil van voor den oorlog, die
een loongelókheid wilde forceeren tusschen de
stedelingen en de plattelanders! Maar eenigen
steun vroegen zó toch bóna allen. Voor de havens,
de boeren, de middenstanders, de industrie
vestiging en zoo al meer.
De geesten naderen elkaar onder den druk
van de feiten.
Ook op het terrein van de handelspolitiek.
Men maakte zich wel hier en daar een weinig
bezorgd voor het lot van onzen export: als wó
invoerrechten gaan heffen, zal dat onze export
positie dan niet verzwakken, vroeg de heer v. d.
Heuvel (AR.) die ook meende, dat onze pro
ductiekosten nog te hoog zón in vergelóking
met België bóvoosbeeld. En de heer Schilthuis
(VD.) vreesde ook. dat de bescherming van de
Industrie op de binnenlandsche markt gemak-
kelók in tegenstelling zou komen met de be
vordering van den uitvoer. Maar men erkende
toch algemeen een groote redelókheid in de
houding van de Regeerlng. Ook hierin ging de
heer Weitkamp (CR.) 'het verat, door met een
soort leedvermaak te constateeren, dat Hol
land, het bolwerk van den vrijhandel, w*as ge
vallen en dat men hier weer op de oude be
proefde wóze maling toonde te hebben aan de
theorie, zoodra eenmaal de harde werkelókheld
ertoe dwong andere wegen te bewandelen om
het vaderlandsche welzón te behartigen. De
tóch al kolossale boezem van dezen ouden
agrariër zwol, bó de gedachte dat de bescher
mende politiek nu toch de veste was binnenge
haald. Maar ook de heer Bakker (CR.) stelde
zich onverholen op het standpunt, door den
ne ondergeteekenden, allen leden der
RMhterlóke Macht, gevoelen zich ge
drongen, zich eerbiedig tot Uwe Majes
teit te wenden om te getuigen van de
dien gevoelde dankbaarheid en volkomen
instemming, waarmede zij kennis hebben
genomen van Uwer Majesteits oproep tot
moreele en geestelijke herbewapening.
Van de noodzaak, dat eerlijkheid,
vertrouwen en liefde richtsnoer worden
nn ons aller denken en handelen,'zijn
lij met Uwe Majesteit ten volle over
tuigd.
Het wil hun voorlromen. dat dit even-
jeer geldt vopr de’ nooden binnen den
kring van tlgen volk als voor die daar
buiten, in de verhoudingen tusschen de
volkeren onderling.
Hetgeen de ondergeteekenden in hun
unbt dagelijks waarnemen, heeft hen
doen zien, dat bepaaldelijk ook voor den
nood binnen eigen kring moreele herbe
wapening de eenige uitweg is.
Misdrijven vinden hun oorsprong In
het tekort schieten van opbouwende
moreele eigenschappen bij den dader,
meermalen in zelfzucht bij anderen te
vens.
Niet het snelverkeer elscht dagelijks
menschenoffers, maar het egoïsme en
gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel
bij de weggebruikers.
Scheidingen, in steeds groeiend aantal,
Ójn vrijwel steeds de oogst van gebrek
aan ware, opofferende liefde en zelfver
loochening. Nog veel meer huwelijken
mislukken door dezelfde oorzaken zonder
dat wetteHjke scheiding volgt. Het schel-
dingsproces is veelal een tooneel van
feilen haat en grove zelfzucht, een oorlog
in het klein, waarin de kinderen mede
betrokken worden.
Deernis en bezorgdheid vervullen den-
gene, die zich den verderen levensweg
van zulke kinderen trad'
Doch ook in het alge:
Daar de Zuiderzeesteunwet primair beoogt het
bieden van hulp aan de Zuiderzeevisscherabevol-
king bó het zich verwerven van een werkkring
en eerst secundair het verleenen van geldelóke
tegemoetkoming, indien voldoende middelen tot
levensonderhoud aan belanghebbenden gaan
ontbreken, zal eerst een overzicht gegeven war
den omtrent de maatregelen op primair terrein
<a) om dan daarna op de materie van gelde
lóke tegemoetkoming (b) eenigszlns uitvoerig
in te gaan.
De maatregelen betreffende hulp bó het zich
xerwerven van een werkkring.
Hiertoe behooren: 1. Hulp bó opleiding. 2.
Hulp bó het zich verschaffen van een werkkring
in den meest ruimen sin. 3. Het verleenen van
cxedlet voor de verplaatsing of vervorming van
bedrijf, dan wel de oprichting van een nieuw
bedróf. 4. Het verleenen van voorkeur tot hek
kosteloos verkrógen van een vergunning tot uit
oefening van de visscheró op de afgesloten Zui
derzee.
Hulp bó opleiding
Art. 5 der wet spreekt In de eerste plaats van
uóverheidsonderwós, terwól voorts de mogelók
heid is geopend voor hulp aan belanghebbenden
en hunne kinderen. Indien zó zich wenschen te
te kwamen voor eenig handwerk, ambacht, be
drijf of eenigen anderen werkkring, waarin het
nóverheldsonderwós niet kan voorzien. a
In den loop der jaren is hiervan een ruim
gebruik gemaakt.
De minister Is van oordeel, dat in de tot nog
toe gevolgde toepassing van dit steunmlddel
geen wóziging behoeft te worden gebracht.
Hulp ter verkróglng van werk in den meest
ruimen zin.
Op de keuze van den vorm. Waarin tegemoet
kom lix ter verkróglng van werk wordt verleehd
is van groeten invloed, of de belanghebbende
verlangt werk in eigen bedrijf dan wel In loon
dienst van derden.
Betreft de aanvrage hulp ter verkrijging van
werk in eigen bedróf. dan wordt in de eerste
plaats de mogelókheid van de verplaatsing oi
de vervorming van 't bedróf, dan wel oprichting
van een nieuw bedróf onderzocht.
Heeft dit onderzoek een gunstig resultaat, dan
kan aan den belanghebbende een toeslag wor
den verleend op zón bedrófsinkomsten, welks
toeslag een afloopend karakter heeft.
In vele gevallen werd dit steunmiddel toege
past.
Tot de belangrijkste groepen van personen,
waaraan een toeslag op het bedrófsinkomen
wordt verleend, behooren: a. zó, die uitsluitend
de IJsselmeervisscherij uitoefenen; b. zó. die de
IJsselmeervlsscheró tegelók met een ander be
drijf uitoefenen: c. vischventere; d. vlschhande-
laren en vlschbewerkers
De eerste groep is de talrókste. Toen de af
sluiting van de Zuiderzee was voltooid, had men
er rekening mee houden, dat de voornaam
ste vlschsoorten, waarop voorheen gevischt werd,
in de toekomst niet meer in de afgesloten Zui
derzee zouden voorkomen, t.w. haring, ansjovis,
'oot en garnalen. Anderzijds stond vast, dat de
afgesloten Zuiderzee, wanneer zó eenmaal- zoet
water meer zou zón geworden, voor de visscheró
nog van beteekenis zou kunnen zón. Daarom
was het streven een zoo groot mogelók aantal
belanghebbenden en zoons van belanghebbenden
een volledig bestaan te verschaffen In de IJssel-
neer-visscheró,
De middelen, om het hierboven aangegeven
doei te bereiken zón:
Ie. opvoering van de productiviteit van het
IJsselmeer door het binnenlaten van glasaal
maatverhooging van visch en bescherming van
zcetwatervlsch
Se. de bevordering van afzetmogelókheden
(organisatie van afzet, wegruimen van handels-
belemmeringen)
Se bevordering van een doelmatige uitoefening
van het visscherijbedróf (credleten voor sche
pen, voor vischtuig, voorlichting, juiste beman
ning, tegengaan van ondoelmatige kapltaalsln-
vesteerlngen).
Opgemerkt werd reeds, dat de steun een tóde-
lók karakter draagt. Hó dient overbodig te wor
den door verbetering van de resultaten der vis
scheró. waartoe de hiervoor genoemde maatre
gelen strekken. De medewerking van het depar
tement van Economische Zaken (visscheróen)
is daarbó onontbeerlók.
BetrefVde gevraagde hulp niet werk in eigen
bedróf. doch werk in loondienst, dan wordt deze
hulp verleend door werk op te sporen en de
plaatsing zooveel mogelók te bevorderen. Hier
omtrent wordt voortdurend voeling gehouden
met de overheidsorganen, die hun bemiddeling
verleenen bó de plaatsing van personeel. Ten
einde plaatsing van belanghebbenden of hun
zoons te bevorderen, is bóv. de maatregel ge
troffen, dat in de bestekken voor de Zuiderzee
werken bepalingen worden opgenomen, welke
aan de aannemers voorschrijven, behoudens bó-
zondere omstandigheden, een vastgesteld per
centage der te werk gestelden uit belangheb
benden of zoons van belanghebbenden te doen
bestaan.
Voor zoover zulks noodlg is om een nieuwen
werkkring te kunnen aanvaarden, worden in
bepaalde gevallen verhuis- en andere kosten
vergoed.
Art. 6 voorzfët ook in de mogelókheid, dat
aan belanghebbende een toelage wordt verleend
fn den vorm van een bedrag ineens. Dit steun
middel, dat reeds meermalen toepassing vond,
kan in bepaalde gevallen aanwezig zón, indien
'n.l. daardoor de mogelókheid ontstaat, dat een
belanghebbende elders een bedróf kan vormen
of zón bedróf kan vervormen.
Credleten voor de verplaatsing of vervorming
van bedrijf, dan wel oprichting van een nieuw
bedróf.
Nadat van nagenoeg alle belanghebbenden,
die te kennen hebben gegeven fn eigen bedrijf
werkzaam te willen zón, de mogelókheid van
verplaatsing of vervorming van bedrijf, dan
wel oprichting van een nieuw bedrijf is onder
zocht, is gebleken, dat voor velen een vervor
ming van bedróf dan wel de oprichting van
een nieuw bedrijf een gunstig resultaat kan
opleveren.
Voorkeur tot het kosteloos verkrógen van
een vergunning tot uitoefening van de visscheró
op de afgesloten Zuiderzee.
Het bepaalde in art. 12 van de Zuiderzee-
steunwet, volgens hetwelk aan belanghebbenden
in den zin dfer wet voorkeur kan worden ver
leend tot het kosteloos verkrógen van een ver
gunning tot uitoefening van de visscheró op
de afgesloten Zuiderzee, heeft ertoe geleid, dat
deze door het domeinbestuur, waaronder de af
gesloten Zuiderzee thans als binnenwater res
sorteert. vrówel uitsluitend voor de belangheb
benden in den zin van de Zuiderzeesteunwet is
voorbehouden en dat aan die belanghebbenden,
die een vergunning voor de uitoefening van deae.
visscheró kunnen krijgen, deze vergunningen)
»kos«eloo6 ter beschikking worden gesteld.
Aan de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot
vaststelling van de begroeting van inkomsten
en uitgaven van de róksaideeling van het
openbaar lichaam „de Wieringermeer" voor
het dienstjaar 1939 is het volgende ontleend:
Met voldoening heeft de minister van Water
staat kennis genomen van de door vele leden
uitgesproken waardeertng voor den door bet
bestuur van „de Wieringermeer” verrichten
arbeid.
Ten aanzien van de samenstelling van de
bestuurscommissie, worde er aan herinnerd,
dat bó het vaststellen van de wet op het open
baar lichaam het nieuwe gebied werd beschouwd
als nog niet róp voor vorming van een nor
male gemeente.
De minister kan niet toegeven, dat de be
stuurscommissie „te conservatief” is samen
gesteld.
Bó deze benoeming is zooveel mogelók re
kening gehouden met de politieke inzichten
van de bewoners van „de Wieringermeer". Zoo
is, In tegenstelling met hetgeen in het voor-
loopig verslag werd verzekerd, een der leden
den sociaal-democratischen beginselen stellig
toegedaan.
De wet laat uitbreiding van het aantal leden
niet toe en hiertoe bestaat alleen reeds wegens
den beperkten duur van den arbeid der be
stuurscommissie geen genoegzame reden.
De eischen, waaraan gegadigden njoeten vol
doen om voor het pachten van een boerderó in
aanmerking te komen, worden jaarióks bekend
gemaakt in den vorm van een prospectus, dat
op aanvraag aanween ieder, die voor het pach
ten van een bedróf in de Wieringermeer be
langstelling toont, gratis wordt toegezonden.
Hoe de verdeellng van deze gronden In boer
derijen zón zal, kan thans nog niet nauwkeurig
worden aangegeven.
Nóch tegen dit gevaar, nóch tegen het gevaar
van de andere grootbedróven, dat eveneens
groeit de héér Van» der Putt wees er op,
dat de Unilever in één jaar 85 millioen be
steedde aan het „verwerven van nieuwe kapi-
taalwaarden", dat beteekent practlsch aan het
opkoopen van kleinere bedrijven wordt de
middenstand beschermd door de bestaande be
palingen. Daarom drongen niet alleen de hee
ren Bachg en Van der Putt, gesteund door den
heer Stumpel die hét nog tegen het ca
deaustelsel opnam maar ook de heer Schilt
huis (V.D.) aan op bescherming van den mid
denstand tegen de voortwoekerende concen
tratie. In het buitenland zien wó een ware
phalanx van maatregelen in dezen geest, zei
de heer Bachg. Tsjecho-Slowakije, Frankrók,
België. Denemarken, de Vereenigde Staten en
zelfs Zwitserland hebben een wetgeving in
dien geest tot stand gebracht. Wachten wó dan
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 6 December 1938.
Maak er geen spelletje van. Excellentie, zei
de heer VAN DER PUTT (RE.), toen hó het
over de bescherming van de burgerbevolking
tegen gevaren uit de lucht had. Laat het Rók,
indien het de organisatie van deae bescherming
aan de lagere organen wil overlaten, niet maan
den en maanden met zón beslissing en met de
goedkeuring van begroetingen trainee ren, niet
zóó weinig toeschietelókheld aan den dag leg
gen, dat de maatregelen, die tenslotte getroffen
kunnen worden, practisch weinig of geen effect
sorteeren. Laat dan degenen, die hun krachten
aan de luchtbescherming willen geven, niet
sigaren hoeven te verkoopen, om met zulk een
leurderó aan het benoodigde geld te komen!
Laat het dan niet voorkomen mevrouw Mac
kay (CR.) wees verleden week ook al in die
richting dat de gemeentebesturen geen
leidraad kunnen vinden of krógen, omdat die
in een der laden van het departement ligt.
Maak er geen spelletje van, Excellentie, be
toogde ook de heer IJSSELMUIDEN, die de
burgerwachten in hun tegenwoordigen vorm wel
wat al te veel op soldaatje-spelen vond lóken.
Die organisatie werd in 1918 opgericht als een
spontane groepeering van de gezagsgetrouwe
burgerij tegen een golf van opstandigheid.
Thans staat vrijwel de heele bevolking achter
de regeerlng en vormen de onbetrouwbaren een
klein groepje, dat men te veel eer bewóst door
dkArvoor alléén de burgerwachten in leven te
houden. Het is in strijd met de zuinigheid deze
organisaties te laten voortgaan met hun sol
daatje-spelen. Voor hen moet een nieuwe taak
worden gezocht in de verzorging van de hvcht-
beschenning.
e oproep van H. M. de Koningin tot
f^moreele en geestelijke herbewape-
l^nlng waarbó Zó Haar hooge In-
rtemming betuigde met het desbetref
fende manifest van vele prominente
figuren uit ons land, is ook aan de Rech
terlijke Macht niet onopgemerkt voorbó-
.egaan. Zooals wó onlangs hebben be
richt, hebben een aantal prominente
persoonlókheden „uit de kringen van
JgUe en tribunaal een adres aan H.
Majesteit gericht, waarin- zó den ko-
ninktijken oproep tot moreele en geeste
lijke herbewapening met hun in de
dagelijksche rechtspractók opgedane
ervaring op treffende en overtuigende
Wjjze onderstrepen. In zón geheel luidde
dit adres als volgt
t op initiatief
Werkliedenverbond
ming van het Hoogwaardig Epis
copaat een modem georganiseerde actie
voor het verwezenlóken van een nieuwe
gemeenschap op de beginselen van
„Quadragesimo Anno” is ingezet, heeft
dit adres van leden der Rechterlóke
Macht een bózondere en actueele betee
kenis, want hier zón mannen aan het
woord, die door hun functie dagelóks
in nauw contact komen met wat wó
tonden kunnen noemen de kwalen van
onzen tijd. Ondanks hun zeer uiteenloo-
pende denkrichting en levensopvatting
hjn zó tot het gemeenschappelók inzicht
gekomen, dat moreele en geestelóke
herbewapening voor ons volk een drin
gende noodzakelókheid is en dat deze
noodzakelijkheid tot moreele en gees
telijke herbewapening evenzeer voor de
nooden binnen den kring van eigen volk
tls voor die daarbuiten, in de verhou
dingen tusschen de volkeren onderling,
geldt. Hier vindt het R. K. Werklieden-
verbemd een groep van voor het meeren-
deel niet-katholieke medestanders, die
krachtens hun hoogstverantwoordelóke
en op het volksleven grooten invloed
nitoefenende functie waardevollen en
effectieven steun kunnen verleenen bó
innerlóken en uiterlóken opbouw
nieuwe gemeenschap in den
eerlókheid, goede trouw.
I en liefde. En zooals
den
van een
geest van
fechtvaardigheid
deze leden van de Rechterlóke Macht
oordeelen, zoo oordeelen er velen van de
hesten in den lande. De tód is róp voor
e*n algeheel geestelók en moreel herstel.
niemand zich afzódig houden van
et aangevangen werk, opdat hó zich
*t lal hebben te verwóten de van Ood
gegeven genadenrijke kans onbenut
voorbij te hebben laten gaan.
Toenadering der standpunten!
Over één kwestie werd vooral lang en breed
gesproken: de bescherming van den midden
stand.
Het is voor den middenstand nog lang geen
rozengeur en maneschón. Er kwamen in het
verleden wel enkele belangrijke maatregelen
tot stand, de- vestigingswet bóvoorbeeld, maar
eer die wetten hun effect sorteeren, gaat zoo
.niet een heele. dan toch een halve generatie
heen. En in dien tód staat het verarmingspro
ces niet stil. Werd in 1935 van den zelfstan
digen middenstand getuigd, dat hó zoowel in
de stad als op het platteland geheel noodló-
dend is. werd in '36 gezegd, dat Iedere vesti
ging van een nieuw filiaal den economischen
ondergang van enkele middenstanders onaf
wendbaar meebrengt, sindsdien veranderde in
óen toestand niets wezenlóks. De heer Bachg
(RE.) produceerde eenige hoogst belangwek
kende cófers over den toenemenden omgang
der gevaren, die den middenstand bedreigen
door den gestadlgen groei van het aantal filia-
wlnkelbedróf, zei hó: