EEN veelzeggend Zuiderzeevisschers Hulp aan adres Steun aan den middenstand De positie der gemeenten Keel Verzachtend MINISTERIEELS NOTA AAN DE TWEEDE KAMER TOENADERING DER GEESTEN GEEN SPELLETJES! I WOENSDAG 7 DECEMBER 1938 RIJKS VELDWACHTER OVERZICHT TWEEDE KAMER OVERZICHT EERSTE KAMER Nog steeds obstructie De Wieringermeer 4 GekMüjite «mr VICKS HOESTBONBONS JHTLER-SNORREN" VERBODEN Wending in de handels politiek Passieve lucht bescherming Verpachting van een honderdtal bedrijfje* ligt in het voornemen Een „intelligent” spelletje van de N.S.B. «enerskrachtig door de "Eg? Vkk» VapoRub ingrediënten voor- (Van onzen parlementairen redacteur) (Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 6 December 1938. Den Haas, 6 December 193» sem. a len. In het verdwenen terwijl nieuw 66 filialen 96 filialen •9 I? die Om voor een geldelijke tegemoetkoming in ■3 A t- rt A u, U in van het R. K. met instem- Een belangrijk punt betreft voorts gelijk stelling van weduwen van belanghebbenden met belanghebbenden. SL et ttt I» werden gesticht 214 filialen 282 filialen 248 filialen 290 filialen 228 filialen 284 filialen Ingevolge zón toezegging heeft van Waterstaat aan de Tweede nota inzake de Zuiderzeesteunwet men. waarin o.m. wordt gezegd: de minister Kamer een doen toeko- a. Hem moeten voldoende middelen tot le vensonderhoud gaan ontbreken als gevolg van de afsluiting van de Zuiderzee. b. Hó moet door aanwending van eigen ar beidskracht niet in het onderhoud kunnen voor zien van zich en de zónen. ke Ud de oe r- n- ch Jk ed m e rt h f B langhebbende voldoen aan de volgende waarden: de beer de Marchant et d'Aneembourg (NdS-B.) zich aantrekken. Maak geen politiek spelletje van een zóó ernstige zaak als de bestrijding der openbare onzedelókheldOm in het feit, dat men van Katholieke zóde de staatkundige mid delen, waarover men beschikt, te baat neemt om prostitutie, excessen van het strand- en bad leven. pornographic en M dat fraais méér, om in dót feit „politiek Katholicisme" te onderken nen en uit te króschen, daarvoor moet men toch werkelók én als Katholiek, wat de heer de Marchant et d'Ansembourg nog steeds zegt te zón, én als politicus in een héél kleine waan wereld van fanatisme zón aangeland! Inplaats van in den strijd tegen deze dingen mede standers te zoeken, waar ze te vinden zijn, daar van een politiek strijdpunt te maken dat is een spelletje spelen met dfagen, te erastig om- zich ddértoe te leenen. 75 filialen 109 filialen 50 filialen 104 filialen 136 filialen 125 filialen Aangeteekend worde nog. dat reeds vroeger is bepaald, dat weduwen van belanghebbenden die in 1927 60 jaar of ouder waren en dus op een doorloopende uitkeering aanspraak konden maken, met belanghebbenden zouden worden gelókgesteld. Voor tot deze groep behoorends personen blóft gelijkstelling mogelók. In de Kamervergadering en bó de bespre kingen met belanghebbenden is ook ter sprake gekomen de tegemoetkoming wegens waarde vermindering. De opmerking werd gemaakt, dat het onbillók was dat de tegemoetkoming v^fcens waardevermindering minder is dan het volle vastgestelde bedrag der waardeverminde ring. De minister meent echter, dat hierbij uit het oog verloren wordt, dat de wetgever niet bedoelt een Integrale vergoeding der waar devermindering, maar een jaarlóksche tege moetkoming wegens die waardevermindering. Na deze enkele nakomers in de Mgemeene beschouwingen over de begroeting van Binnen- landsche Zaken heeft minister van Boejjen zón antwoord-rede uitgesproken, aan het einde waarvan hó gerulmen tód stilstond bó de finan cieels positie der gemeenten, een onderwerp, waaraan vele afgevaardigden begrópelljkerwijze er zitten hier héél wat burgemeesters, wet- hodHers en raadsleden uit het land groote aandacht hadden geschonken. heer Colón bó de algemeene beschouwingen ingenomen: ik ben vrijhandelaar en ik bMJf het in principe, maar er is in de wereld om ons heen iets veranderd. De heer Schilthuis verklaarde zich ten volle bewust, dat de struc tuur der goederen-productle en van het ver keer der goederen in de wereld zóódanige ver anderingen heeft ondergaan, dat Ijèt stród- tooneel zoodanig is veranderd, dat men anders middelen in het veld moet voeren. Van 'katho lieke zóde werd de minister bógevallen door den heer van der Putt, die van het veroveren van nieuwe markten weinig heil verwachtte en maar het liefst die tariefsverhooglng zag komen. Zoo gauw mogelók! De tegemoetkoming op grond van dit artikel draagt een aanvullend karakter. Het bedrag der geldelóke tegemoetkoming mag niet te boven gaan het bedrag, dat aan den belanghebbende als gevolg van de afslui ting wordt onttrokken. Het bepaalde in het tweede, lid van artikel 13 beperkt den tód gedurende welken een geldelóke tegemoetkoming kan worden genoten voor de belanghebbenden, die op 16 December 1927 jonger dan 25 jaar varen tot 3. en voor hen, die toen 25 jaar of ouder, doch jonger dan 35 jaar waren, tot 5 jaar. Ud 3 van artikel 13 bepaalt, dat de tegemoet koming aan belanghebbenden, die bó de in werkingtreding van deze wet 60 jaar of ouder zón, in den regel zal worden verleend voer den duur van hun leven. De toepassing van deze bepaling heeft nimmer tot bezwaren aanleiding gegeven. De minister stelt zich voor, dat de hierbe- doelde personen In leeftódsgroepen moeten worden verdeeld en dat de omstandigheden van elks groep worden nagegaan. in 1932 in 1933 in 1934 in 1935 In 1936 in 1937 in 1938 (1ste helft) der centrale voogdó van de Regeerlng geen sprake kunnen wezen. Die centrale voogdó heeft niet zonder onvolkomenheden gewerkt, heeft vele aanknoopingspunten geboden voor rechtvaardige critiek, doch ware dit niet zoo, dan zou er geen enkele reden bestaan om tot de gemeentelyke zelfstandigheid terug te kee- ren. De centrale voogdó was alleen voor abnor male omstandigheden bedoeld en terwól reeds dit jaar de teugels meer werden gevierd, dan verleden jaar, vindt de Regeerlng In de dalen de tendenz van de tekorten-eófers aanleiding om zich te zetten aan het ontwerpen van een regeling, die den gemeenten het bedrag van 35 millioen, dat zó in 1939 waarschónltyk te kort zullen komen, naar objectieve normen tpe- voert. Daarmee zal niet opeens de hééle autonomie terugkeeren een kleine reserve voor gemeenten, die in nood blijven verkeeren zal nog niet kunnen worden gemist doch binnen enkele jaren meet het tnageWk zón dit einddoel te bereiken De Amsterdamsche Politie Vakschool te Am sterdam verzoekt ons mede te deelen, dat zó op verzoek gratis het sollidtatiereglement Róks- veldwacht, vastgesteld bij minlsterieele beschik king van 27 Januari 1938 5e afdeellng No. 1177, toezendt. Dan wat de lucbtbeaeheBming betreft, de Regeerlng kan het standpunt niet verlaten, dat te dien aanzien ieder burger particulier een plicht heeft. Ieder man heeft den plicht alles te doen, wat in zón vermogen ligt om zón vrouw en zón kinderen te beschermen tegen gevaren. Dien plicht kan hó niet op de Staats- overheid afwentelen. De Staatsoverheid moet alles doen, wat in haar vermogen ligt om hem te helpen, hem vóór te lichten, de organisatie te scheppen, waarvan hó deel kan uitmaken, doch primair Is de bueger aetf veranéwoorde- lók. Intusschen: de Septemberdagen hebben dul- delók aangetoond, dat óók aan datgene, wat Staat en gemeente te dien aanzien op zich namen, nog veel ontbreekt. Er waren gemeen ten, die de organisatie van de luchtbescher ming nog moesten oprichten. De minister zit daar nu achterheen. Vóór 1 Januari moeten alle gemeenten een organisatie-ptan bó het Depar tement hebben ingeleverd, opdat begin 1999 ten minste de organisatie gereed is. Dan zal er persoonlijk contact worden gezocht. De cursus sen voor de hoofden van diensten gaan voort. De minister heeft de overtuiging, dat op den- ingeelagen weg en met de uHgeteetotaM be- ÖOO®UCH, (Ontario), 6 Dec. Koet «9- 7^* b» den provincialen raad te Goderich *“temmig een besluit aangenomen, waarbó öet’ op straffe van opsluiting, verboden is zich ^tr>at vert°onen met een snor, welke met <üe wn BgHtKs Met enkele afwijkingen naar beneden en naar boven mag worden aangenomen, dat de nog uit te geven boerderijen overigens een opper vlakte liggende tusschen 20 en 50 ha. zullen beslaan. De werkzaamheden, voortvloeiende uit drai neer Ing van de daarvoor nog in aanmerking komende gronden worden. Inbegrepen het daar voor noodlge uitdiepen van slooten, bestemd voor de geregeld bó de Cultuurmaatschappij tewerkgestelde landarbeiders in de minder drukke perioden. Sedert 1936 worden dan ook geen dra Ineerlngs werken meer in werkver schaffing uitgevoerd. Voor uitvoering in werk verschaffing komt verder vrówel uitsluitend In aanmerking het dlepspitten van zandgronden, waar de klei kort onder de oppervlakte zit. Het ligt niet in de bedoeling de in werkver schaffing in de Wieringermeer werkzame ar beiders te doen overgaan naar de Cultuurmaat- schappó. waar het aantal tewerkgestelden af nemende is. noch te bevorderen, dat zó wor den geplaatst in het particuliere bedrijf, waar in de eerste plaats werk gezocht zal woeden voor de arbeiders, die bó de CuttMeMaatseriap- Pó button dienst komen. hier op excessen? Zón de gebruikte oneerlóke concurrentiemiddelen en selfs de steeds toe nemende expansie geen uitwassen, die een ingrópen rechtvaardigen? De heer Schilthuis drong aan op een tódelóke stopzetting van de verdere uitbreiding dezer grootbedrijven. Zoo was het al met al wel een „heerlók avondje” voor den middenstand. Hoorden wó verleden jaar, aldus de minis ter, vrówel uitsluitend critiek op de vergaande bemoeiing der Centrale Overheid met ds fi nanciën der gemeenten, dit Jaar spreken wó reeds over een toekomstig herstel der gemeen te lók e zelfstandigheid. Dat werd mogelók door dat de Centrale Overheid tot dusverre zoo sterk ingreep en aandrong op bezuiniging. Daardoor immers werd verkregen, dat het totaal reëel tekort der gemeentelóke financiën in Neder land zich in voortdurend dalende Ujn beweegt. In 1936 stand dit tekort nog op 40 millioen. in 1937 daalde het tot 39 millioen en. wanneer de teekenen niet bedriegen, aal het in 1939 niet meer dan 36 millioen bedragen. Ware die Wel ligt het in de bedoeling in de Eerst komende twee jaren een honderdtal bedrijfjes van ongeveer 10 ha. te verpachten, waarvan vóftig zullen kunnen worden bestemd’ voor uit gifte aan arbeiders, die aan het in cultuur brengen van de Wieringermeer hebben medege werkt. en door arbeidzaamheid en spaarzaam heid zich een bedrófje hebben waardig ge toond. Deze bedrijfjes zullen worden bestemd voor het gemengde akkerbouw- en veeteelt bedrijf. Voorts wordt de mogelókheid over wogen de resteerende vóftlg bedrijfjes voor het gemengde akkerbouw- en tuinbouwbedrijf te bestemmen voor daarvoor in aanmerking komende bekwame tuinders uit de noodlijden de tuinbouwgebieden in de omgeving RFW denken. :n leveren de rechtzoekenden niet zelden het beeld op van menschen, voor wie zelfzucht, ver blindheid en de moeilijkheid om ongeluk te bekennen, daarin soms nog door echtgenoot of familie gestijfd, in den weg staan om te komen tot een oplos sing, die beantwoordt aan de eischen van eerlijkheid, onzelfzuchtigheid en liefde. Het is niet voldoende, al ware dit mo gelók, alle geschillen volkomen juist te beslechten. Geen vonnis neemt de mo- reele oorzaken bij de partijen zelf weg. De verbittering jegens de wederpartij blijft, bó den ovenwinnaar zoowel als bó den overwonnene. Alleen een omme keer in de harten der menschen kan de grondslag zón voor een werkelijke op lossing van allen nood. En dit geldt niet alleen voor hen, die procedeeren. De rechtzaal toont «geen op zichzelf staand beeld, maar slechts den neerslag van de moreele opvattingen in ons geheele volk. Het is dan ook mede op grond van hunne ambtelijke ervaring, dat de on dergeteekenden zich in dezen achter Uwe Majesteit scharen in de diepe overtui ging, dat moreele en geestelijke herbe wapening voor ons volk een dringende noodzakelókheid is.” Stemmen is een kwestie van oefening, vond Baron de Vo2r~van~fl5enwók. Als het maar dlkwóls moet gebeuren gaat het hoe langer hoe vlugger. Op het laatst krógt men er 'den smaak van beet. De N. 8. B. volhardde in haar politiek van obstructie. De man, waarvan velen bulten de N. S. B. nog gerulmen tód aanna men, dat hó op een overtuigende en verstan dige wóze weet op te treden, de heer van Ves- glng met zón flauwe, niet eens door hem zelf uitgevonden spelletje voort met een pret als waarmee gisteren-avond onze kinderen de soms héél wat intelligenter spelletjes beoefen den, die zó van Sinterklaas kregen. Bó alles: stemming. Al vóórdat de heer van Vessem het vroeg had de Voorzitter een nummertje uit de tus gehaald en alle leden stonden om het spreekgestoelte heen om onder het ratelend snel af lezen van de namen alsmaar: vóór, vóór te roepen. In een wip verliepen de stemmingen. Bó het laatste ontwerpje ,.het laatste!” riep de voorzitter met een zucht van opluchting, legde de heer van Vessem een verklaring af. die een onverholen hoon Inhield voor zón medele den: aangezien de heeren graag naar huls willen, zullen wó hierover géén stemming vra gen. Dét lieten de senatoren niet op zich zit ten. Van alle kanten werd geroepen: stemming! En nu las de voorzitter wéér de namen: maar ditmaal tergend langzaam. Die namen zón tóch zoo lang in de eerste kamer: Janssen de Lim- pens, van Voorst tot Voorst, van Basse van IJs- selt enzoovoort enzoovoort. Geen duimbreed geeft de kranige president aan het kwajongens- werk van deze schimpers op het parlementaire stelsel toe. Tusschendoor kwamen een paar kleinigheden aan de orde. Een naturalisatiekwestie: iemand, die krachtens wetsuitleg na indiening van zón naturallsatleverzoek bleek reeds Nederlander te zón, vroeg zón 200 gulden terug. Hó zal ze niet hebbenNederlanderschap krachtens na turalisatie is van hooger otde dan krachtens een wetsuitleg, die bovendien zón kinderen niet tot Nederlanders maakt. De heer Blomjous vond, dat de Staat een stuk grond In Tienge- meten te goedkoop had verkocht. Minister de Wilde vond van niet en daar bleef het bó. En tenslotte wilde de heer van Vessem graag bui ten de schriftelóke gedachtenwisseling om „Ik zal graag aan uw verzoek voldoen, món- heer van Vessem," zei de Voorzitter. „Ik had niet anders verwacht", zei de heer van Vessem weten waarom in de kazernes geen holle steenen en balken worden gebruikt. Omdat die duurder zón, dan gewapend beton, antwoordde de minister, stemming o De sluizen der parlementaire welsprekend heid staan open. Een vijftigtal afgevaardigden zullen bó „Economische Zaken" en deszeUs onderdeelen het woord voeren. En het eerste tien- of twaalftal heeft in deze avondvergade ring zón beurt reeds gehad. Daarbó bleek één ding heel duidelók: op enkele puhten, die vroeger hevig werden om streden, komen de dogmatische* meenings-ver- schillen niet meer in die mate als vroeger tot uiting. Vróheld en overheidsbemoeiing, daar over mocht in vroeger jaren een principieele tegenstelling leven, in de omstandigheden van thans vraagt vrówel ieder afgevaardigde vooi één of ander onderdeel van het bedrijfsleven een beetje overheidsbemoeiing, een beetje steun van vadertje Staat. Waarbó uiteraard niet allen zoover gaan als de heer Weitkamp, die een heele her-onënteering van de vaderland- sche bodemproductle vorderde en met een zeker geweld de loonen en salarissen, de so ciale voorzieningen en de vaste lasten naar beneden wenschte te drukken om weer terug te keeren tot het peil van voor den oorlog, die een loongelókheid wilde forceeren tusschen de stedelingen en de plattelanders! Maar eenigen steun vroegen zó toch bóna allen. Voor de havens, de boeren, de middenstanders, de industrie vestiging en zoo al meer. De geesten naderen elkaar onder den druk van de feiten. Ook op het terrein van de handelspolitiek. Men maakte zich wel hier en daar een weinig bezorgd voor het lot van onzen export: als wó invoerrechten gaan heffen, zal dat onze export positie dan niet verzwakken, vroeg de heer v. d. Heuvel (AR.) die ook meende, dat onze pro ductiekosten nog te hoog zón in vergelóking met België bóvoosbeeld. En de heer Schilthuis (VD.) vreesde ook. dat de bescherming van de Industrie op de binnenlandsche markt gemak- kelók in tegenstelling zou komen met de be vordering van den uitvoer. Maar men erkende toch algemeen een groote redelókheid in de houding van de Regeerlng. Ook hierin ging de heer Weitkamp (CR.) 'het verat, door met een soort leedvermaak te constateeren, dat Hol land, het bolwerk van den vrijhandel, w*as ge vallen en dat men hier weer op de oude be proefde wóze maling toonde te hebben aan de theorie, zoodra eenmaal de harde werkelókheld ertoe dwong andere wegen te bewandelen om het vaderlandsche welzón te behartigen. De tóch al kolossale boezem van dezen ouden agrariër zwol, bó de gedachte dat de bescher mende politiek nu toch de veste was binnenge haald. Maar ook de heer Bakker (CR.) stelde zich onverholen op het standpunt, door den ne ondergeteekenden, allen leden der RMhterlóke Macht, gevoelen zich ge drongen, zich eerbiedig tot Uwe Majes teit te wenden om te getuigen van de dien gevoelde dankbaarheid en volkomen instemming, waarmede zij kennis hebben genomen van Uwer Majesteits oproep tot moreele en geestelijke herbewapening. Van de noodzaak, dat eerlijkheid, vertrouwen en liefde richtsnoer worden nn ons aller denken en handelen,'zijn lij met Uwe Majesteit ten volle over tuigd. Het wil hun voorlromen. dat dit even- jeer geldt vopr de’ nooden binnen den kring van tlgen volk als voor die daar buiten, in de verhoudingen tusschen de volkeren onderling. Hetgeen de ondergeteekenden in hun unbt dagelijks waarnemen, heeft hen doen zien, dat bepaaldelijk ook voor den nood binnen eigen kring moreele herbe wapening de eenige uitweg is. Misdrijven vinden hun oorsprong In het tekort schieten van opbouwende moreele eigenschappen bij den dader, meermalen in zelfzucht bij anderen te vens. Niet het snelverkeer elscht dagelijks menschenoffers, maar het egoïsme en gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel bij de weggebruikers. Scheidingen, in steeds groeiend aantal, Ójn vrijwel steeds de oogst van gebrek aan ware, opofferende liefde en zelfver loochening. Nog veel meer huwelijken mislukken door dezelfde oorzaken zonder dat wetteHjke scheiding volgt. Het schel- dingsproces is veelal een tooneel van feilen haat en grove zelfzucht, een oorlog in het klein, waarin de kinderen mede betrokken worden. Deernis en bezorgdheid vervullen den- gene, die zich den verderen levensweg van zulke kinderen trad' Doch ook in het alge: Daar de Zuiderzeesteunwet primair beoogt het bieden van hulp aan de Zuiderzeevisscherabevol- king bó het zich verwerven van een werkkring en eerst secundair het verleenen van geldelóke tegemoetkoming, indien voldoende middelen tot levensonderhoud aan belanghebbenden gaan ontbreken, zal eerst een overzicht gegeven war den omtrent de maatregelen op primair terrein <a) om dan daarna op de materie van gelde lóke tegemoetkoming (b) eenigszlns uitvoerig in te gaan. De maatregelen betreffende hulp bó het zich xerwerven van een werkkring. Hiertoe behooren: 1. Hulp bó opleiding. 2. Hulp bó het zich verschaffen van een werkkring in den meest ruimen sin. 3. Het verleenen van cxedlet voor de verplaatsing of vervorming van bedrijf, dan wel de oprichting van een nieuw bedróf. 4. Het verleenen van voorkeur tot hek kosteloos verkrógen van een vergunning tot uit oefening van de visscheró op de afgesloten Zui derzee. Hulp bó opleiding Art. 5 der wet spreekt In de eerste plaats van uóverheidsonderwós, terwól voorts de mogelók heid is geopend voor hulp aan belanghebbenden en hunne kinderen. Indien zó zich wenschen te te kwamen voor eenig handwerk, ambacht, be drijf of eenigen anderen werkkring, waarin het nóverheldsonderwós niet kan voorzien. a In den loop der jaren is hiervan een ruim gebruik gemaakt. De minister Is van oordeel, dat in de tot nog toe gevolgde toepassing van dit steunmlddel geen wóziging behoeft te worden gebracht. Hulp ter verkróglng van werk in den meest ruimen zin. Op de keuze van den vorm. Waarin tegemoet kom lix ter verkróglng van werk wordt verleehd is van groeten invloed, of de belanghebbende verlangt werk in eigen bedrijf dan wel In loon dienst van derden. Betreft de aanvrage hulp ter verkrijging van werk in eigen bedróf. dan wordt in de eerste plaats de mogelókheid van de verplaatsing oi de vervorming van 't bedróf, dan wel oprichting van een nieuw bedróf onderzocht. Heeft dit onderzoek een gunstig resultaat, dan kan aan den belanghebbende een toeslag wor den verleend op zón bedrófsinkomsten, welks toeslag een afloopend karakter heeft. In vele gevallen werd dit steunmiddel toege past. Tot de belangrijkste groepen van personen, waaraan een toeslag op het bedrófsinkomen wordt verleend, behooren: a. zó, die uitsluitend de IJsselmeervisscherij uitoefenen; b. zó. die de IJsselmeervlsscheró tegelók met een ander be drijf uitoefenen: c. vischventere; d. vlschhande- laren en vlschbewerkers De eerste groep is de talrókste. Toen de af sluiting van de Zuiderzee was voltooid, had men er rekening mee houden, dat de voornaam ste vlschsoorten, waarop voorheen gevischt werd, in de toekomst niet meer in de afgesloten Zui derzee zouden voorkomen, t.w. haring, ansjovis, 'oot en garnalen. Anderzijds stond vast, dat de afgesloten Zuiderzee, wanneer zó eenmaal- zoet water meer zou zón geworden, voor de visscheró nog van beteekenis zou kunnen zón. Daarom was het streven een zoo groot mogelók aantal belanghebbenden en zoons van belanghebbenden een volledig bestaan te verschaffen In de IJssel- neer-visscheró, De middelen, om het hierboven aangegeven doei te bereiken zón: Ie. opvoering van de productiviteit van het IJsselmeer door het binnenlaten van glasaal maatverhooging van visch en bescherming van zcetwatervlsch Se. de bevordering van afzetmogelókheden (organisatie van afzet, wegruimen van handels- belemmeringen) Se bevordering van een doelmatige uitoefening van het visscherijbedróf (credleten voor sche pen, voor vischtuig, voorlichting, juiste beman ning, tegengaan van ondoelmatige kapltaalsln- vesteerlngen). Opgemerkt werd reeds, dat de steun een tóde- lók karakter draagt. Hó dient overbodig te wor den door verbetering van de resultaten der vis scheró. waartoe de hiervoor genoemde maatre gelen strekken. De medewerking van het depar tement van Economische Zaken (visscheróen) is daarbó onontbeerlók. BetrefVde gevraagde hulp niet werk in eigen bedróf. doch werk in loondienst, dan wordt deze hulp verleend door werk op te sporen en de plaatsing zooveel mogelók te bevorderen. Hier omtrent wordt voortdurend voeling gehouden met de overheidsorganen, die hun bemiddeling verleenen bó de plaatsing van personeel. Ten einde plaatsing van belanghebbenden of hun zoons te bevorderen, is bóv. de maatregel ge troffen, dat in de bestekken voor de Zuiderzee werken bepalingen worden opgenomen, welke aan de aannemers voorschrijven, behoudens bó- zondere omstandigheden, een vastgesteld per centage der te werk gestelden uit belangheb benden of zoons van belanghebbenden te doen bestaan. Voor zoover zulks noodlg is om een nieuwen werkkring te kunnen aanvaarden, worden in bepaalde gevallen verhuis- en andere kosten vergoed. Art. 6 voorzfët ook in de mogelókheid, dat aan belanghebbende een toelage wordt verleend fn den vorm van een bedrag ineens. Dit steun middel, dat reeds meermalen toepassing vond, kan in bepaalde gevallen aanwezig zón, indien 'n.l. daardoor de mogelókheid ontstaat, dat een belanghebbende elders een bedróf kan vormen of zón bedróf kan vervormen. Credleten voor de verplaatsing of vervorming van bedrijf, dan wel oprichting van een nieuw bedróf. Nadat van nagenoeg alle belanghebbenden, die te kennen hebben gegeven fn eigen bedrijf werkzaam te willen zón, de mogelókheid van verplaatsing of vervorming van bedrijf, dan wel oprichting van een nieuw bedrijf is onder zocht, is gebleken, dat voor velen een vervor ming van bedróf dan wel de oprichting van een nieuw bedrijf een gunstig resultaat kan opleveren. Voorkeur tot het kosteloos verkrógen van een vergunning tot uitoefening van de visscheró op de afgesloten Zuiderzee. Het bepaalde in art. 12 van de Zuiderzee- steunwet, volgens hetwelk aan belanghebbenden in den zin dfer wet voorkeur kan worden ver leend tot het kosteloos verkrógen van een ver gunning tot uitoefening van de visscheró op de afgesloten Zuiderzee, heeft ertoe geleid, dat deze door het domeinbestuur, waaronder de af gesloten Zuiderzee thans als binnenwater res sorteert. vrówel uitsluitend voor de belangheb benden in den zin van de Zuiderzeesteunwet is voorbehouden en dat aan die belanghebbenden, die een vergunning voor de uitoefening van deae. visscheró kunnen krijgen, deze vergunningen) »kos«eloo6 ter beschikking worden gesteld. Aan de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot vaststelling van de begroeting van inkomsten en uitgaven van de róksaideeling van het openbaar lichaam „de Wieringermeer" voor het dienstjaar 1939 is het volgende ontleend: Met voldoening heeft de minister van Water staat kennis genomen van de door vele leden uitgesproken waardeertng voor den door bet bestuur van „de Wieringermeer” verrichten arbeid. Ten aanzien van de samenstelling van de bestuurscommissie, worde er aan herinnerd, dat bó het vaststellen van de wet op het open baar lichaam het nieuwe gebied werd beschouwd als nog niet róp voor vorming van een nor male gemeente. De minister kan niet toegeven, dat de be stuurscommissie „te conservatief” is samen gesteld. Bó deze benoeming is zooveel mogelók re kening gehouden met de politieke inzichten van de bewoners van „de Wieringermeer". Zoo is, In tegenstelling met hetgeen in het voor- loopig verslag werd verzekerd, een der leden den sociaal-democratischen beginselen stellig toegedaan. De wet laat uitbreiding van het aantal leden niet toe en hiertoe bestaat alleen reeds wegens den beperkten duur van den arbeid der be stuurscommissie geen genoegzame reden. De eischen, waaraan gegadigden njoeten vol doen om voor het pachten van een boerderó in aanmerking te komen, worden jaarióks bekend gemaakt in den vorm van een prospectus, dat op aanvraag aanween ieder, die voor het pach ten van een bedróf in de Wieringermeer be langstelling toont, gratis wordt toegezonden. Hoe de verdeellng van deze gronden In boer derijen zón zal, kan thans nog niet nauwkeurig worden aangegeven. Nóch tegen dit gevaar, nóch tegen het gevaar van de andere grootbedróven, dat eveneens groeit de héér Van» der Putt wees er op, dat de Unilever in één jaar 85 millioen be steedde aan het „verwerven van nieuwe kapi- taalwaarden", dat beteekent practlsch aan het opkoopen van kleinere bedrijven wordt de middenstand beschermd door de bestaande be palingen. Daarom drongen niet alleen de hee ren Bachg en Van der Putt, gesteund door den heer Stumpel die hét nog tegen het ca deaustelsel opnam maar ook de heer Schilt huis (V.D.) aan op bescherming van den mid denstand tegen de voortwoekerende concen tratie. In het buitenland zien wó een ware phalanx van maatregelen in dezen geest, zei de heer Bachg. Tsjecho-Slowakije, Frankrók, België. Denemarken, de Vereenigde Staten en zelfs Zwitserland hebben een wetgeving in dien geest tot stand gebracht. Wachten wó dan (Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 6 December 1938. Maak er geen spelletje van. Excellentie, zei de heer VAN DER PUTT (RE.), toen hó het over de bescherming van de burgerbevolking tegen gevaren uit de lucht had. Laat het Rók, indien het de organisatie van deae bescherming aan de lagere organen wil overlaten, niet maan den en maanden met zón beslissing en met de goedkeuring van begroetingen trainee ren, niet zóó weinig toeschietelókheld aan den dag leg gen, dat de maatregelen, die tenslotte getroffen kunnen worden, practisch weinig of geen effect sorteeren. Laat dan degenen, die hun krachten aan de luchtbescherming willen geven, niet sigaren hoeven te verkoopen, om met zulk een leurderó aan het benoodigde geld te komen! Laat het dan niet voorkomen mevrouw Mac kay (CR.) wees verleden week ook al in die richting dat de gemeentebesturen geen leidraad kunnen vinden of krógen, omdat die in een der laden van het departement ligt. Maak er geen spelletje van, Excellentie, be toogde ook de heer IJSSELMUIDEN, die de burgerwachten in hun tegenwoordigen vorm wel wat al te veel op soldaatje-spelen vond lóken. Die organisatie werd in 1918 opgericht als een spontane groepeering van de gezagsgetrouwe burgerij tegen een golf van opstandigheid. Thans staat vrijwel de heele bevolking achter de regeerlng en vormen de onbetrouwbaren een klein groepje, dat men te veel eer bewóst door dkArvoor alléén de burgerwachten in leven te houden. Het is in strijd met de zuinigheid deze organisaties te laten voortgaan met hun sol daatje-spelen. Voor hen moet een nieuwe taak worden gezocht in de verzorging van de hvcht- beschenning. e oproep van H. M. de Koningin tot f^moreele en geestelijke herbewape- l^nlng waarbó Zó Haar hooge In- rtemming betuigde met het desbetref fende manifest van vele prominente figuren uit ons land, is ook aan de Rech terlijke Macht niet onopgemerkt voorbó- .egaan. Zooals wó onlangs hebben be richt, hebben een aantal prominente persoonlókheden „uit de kringen van JgUe en tribunaal een adres aan H. Majesteit gericht, waarin- zó den ko- ninktijken oproep tot moreele en geeste lijke herbewapening met hun in de dagelijksche rechtspractók opgedane ervaring op treffende en overtuigende Wjjze onderstrepen. In zón geheel luidde dit adres als volgt t op initiatief Werkliedenverbond ming van het Hoogwaardig Epis copaat een modem georganiseerde actie voor het verwezenlóken van een nieuwe gemeenschap op de beginselen van „Quadragesimo Anno” is ingezet, heeft dit adres van leden der Rechterlóke Macht een bózondere en actueele betee kenis, want hier zón mannen aan het woord, die door hun functie dagelóks in nauw contact komen met wat wó tonden kunnen noemen de kwalen van onzen tijd. Ondanks hun zeer uiteenloo- pende denkrichting en levensopvatting hjn zó tot het gemeenschappelók inzicht gekomen, dat moreele en geestelóke herbewapening voor ons volk een drin gende noodzakelókheid is en dat deze noodzakelijkheid tot moreele en gees telijke herbewapening evenzeer voor de nooden binnen den kring van eigen volk tls voor die daarbuiten, in de verhou dingen tusschen de volkeren onderling, geldt. Hier vindt het R. K. Werklieden- verbemd een groep van voor het meeren- deel niet-katholieke medestanders, die krachtens hun hoogstverantwoordelóke en op het volksleven grooten invloed nitoefenende functie waardevollen en effectieven steun kunnen verleenen bó innerlóken en uiterlóken opbouw nieuwe gemeenschap in den eerlókheid, goede trouw. I en liefde. En zooals den van een geest van fechtvaardigheid deze leden van de Rechterlóke Macht oordeelen, zoo oordeelen er velen van de hesten in den lande. De tód is róp voor e*n algeheel geestelók en moreel herstel. niemand zich afzódig houden van et aangevangen werk, opdat hó zich *t lal hebben te verwóten de van Ood gegeven genadenrijke kans onbenut voorbij te hebben laten gaan. Toenadering der standpunten! Over één kwestie werd vooral lang en breed gesproken: de bescherming van den midden stand. Het is voor den middenstand nog lang geen rozengeur en maneschón. Er kwamen in het verleden wel enkele belangrijke maatregelen tot stand, de- vestigingswet bóvoorbeeld, maar eer die wetten hun effect sorteeren, gaat zoo .niet een heele. dan toch een halve generatie heen. En in dien tód staat het verarmingspro ces niet stil. Werd in 1935 van den zelfstan digen middenstand getuigd, dat hó zoowel in de stad als op het platteland geheel noodló- dend is. werd in '36 gezegd, dat Iedere vesti ging van een nieuw filiaal den economischen ondergang van enkele middenstanders onaf wendbaar meebrengt, sindsdien veranderde in óen toestand niets wezenlóks. De heer Bachg (RE.) produceerde eenige hoogst belangwek kende cófers over den toenemenden omgang der gevaren, die den middenstand bedreigen door den gestadlgen groei van het aantal filia- wlnkelbedróf, zei hó:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 5