VOOR ONZE JONGENS EN MEISJES
J
E
DE BETOOVERDE PRINS
S3;
r. -
ta
I
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
•I
4L
Plaats dan een „Omroeper”
0 gezinnen
c
2T
Kerstlantaèrntj’es die we
zelf maken
te---
49
37
HOI
♦—12 ->
d
a
Verl
h
f
1
I I
I I
Si^r op ware grootte V
De traditioneele St Lucio-markt te Beek genoot ook dezen keer weer veel be-
langstelling. Een overzicht van de drukte
LA i B
U-12—12
D
—12
Een Noorsch sprookje
door Jan van Lovestejjn
Branden in Frankrijk
DONDERDAG 15 DECEMBER 1938
MHIKD
U<l I i n I
p
i
^5 J
-
-Wi
C.’W.
4
25
4
c
o
sb
8
tenor
*«ku
beetje handig bent Aan den
A
ret
lekt
mal
‘flet,
k»
de i
Scht
He
fchri
blijk
.Zen
der i
Ie 7
Vnlvt
Dit
verte
die e
«luide
omtre
Terne
bat t
teW
litters
Vdkei
I I
I
I
1
I
8
C
■t
e
o
o
v
d
B
fa
U
tl
K
01
di
ft
di
lo
bc
cc
te
•n
Pi
%l
de
ni
w
be
ïOI
vo
mt
pu
bic
bei
#A
fiii
dal
bot
ia
VM
op
too
dul
Ka
tag
TOO
teil
gen
ma
zen
tho
TOO
ove:
dit
wer
ter
indi
ken
het
lani
wen
Vad
fror
i
1
- I
I
Dr. O. J. Wijn hausen bezichtigt de
postzegeltentoonstelling, welke in het
Stedelijk Museum te Amsterdam ge-
houden wordt en georganiseerd is door
de Amsterdamsche Postzegelsociëteft
gezicht Een ridder op een zwart paard reed
voorop. Daarna een ridder op een'bruin ros
en eindelijk.het witte ros met Olav. Wat
zag hij er schitterend uit!!
~„Hij wint het vanallen,” hoorde Ingrid
uit wel honderd kelen juichen, terwijl ze
de elfen naar Olav zag kijken....
Nu was het moment voor Ingrid gekomen.
Ze vloog naar voren en trok O|£V van het
paard..Maar op hetzelfde jxsgenblik had ze
niet Olav, maar een vreeselijke slang ir
haar hand. Eerst wilde ze die van schrik
loslaten, maar juist op tijd dacht ze aan
hetgeen Olav haar gezegd had, en ze hield
de slang krampachtig vast, ofschoon het
beest probeerde haar in de wang te bijten.
Daarna veranderde plotseling de slang in
een rookende flambouw, welke vervolgens
w^fd *bmgetooverd in een rood gloeiende
staaf ijzer. Het kostte Ingrid veel moeite
en pijn de ijzeren staaf vast te houden,
maar ze hield vol. De staaf veranderde in
i
Ze staan altijd leuk, die lantaarntje®, in
den Kerstboom en ook hier en daar in de
gang en de kamers. Als je ze koopen moet,
zijn ze nogal duur en dus maken we ze zelf
het is heelemaal* niet moeilijk.
Je hebt ervoor noodig: een stuk fotokar
ton, hardrood of zachtgroen b.v., wat ste
viger karton voor den bodem, een stukje
Ijzerdraad, een schijfje kurk en wat cello-
De
BH»
«eelüii
Toorko
klauwi
komt,
bn, Je
Wo-gaan nu als volgt te werk. Je meet
op het fotokarton een stuk af mét de, op
werkteekening 1, aangegeven maten. Dit
stuk knip je dan netjes uit. Dan meet je op
dit stuk volgens werkteekening 2 en gaande
van links naar rechts achtereenvolgens af*
1 cM. en viermaal 12 cM. Nu meet je af
van boven naar beneden gaand bij de eer
ste drie vakken: 1 cM., 12 cM, 1 cK., en
bij het vierde vak: 1 cM., 12 cM Vervol
gens breng je met potlood de lijnen aan,
die op werkteekening 2 als stippellijnen
zijn aangegeven. Langs deze lijnen rits je
't karton aan den goeden kant in, d.wx met
een scherp puntig mesje maak je volgens
die lijnen een snee in het karton, die niet
door en door gaat en hierdoor kun je het
dan makkelijker vouwen. In de randen
maak je dan volgens de werkteekening
kleine insnijdingen. In vak E (het deksel»
snij Je precies in het midden een vierkant
uit met zijden van 6 cM. Nu teeken je op
de vakken A, B, C en D de afgebeelde ster
die je dan uitsnijdt of uitknipt. Inplaats
van sterren kun Je ook eens een halve maan
of een kerstboompje uitknippen als Je een
een paling, die zich om haar hand krulde
en'allerlei pogingen in het werk stelde los
te komen. Maar Ingrid hield stevig vast.
Nog veranderde de jfaling in een witte duif,
en het had maar heel weinig gescheeld, of
de duif was uit haar handen ontglipt.
De muziek had opgehouden. De lucht
was nu gevuld met vreeselijke kreten. Hon
derden Handen strekten zich naar Ingrid uit
om te trachten den schat aan haar te ont
rukken en toen dacht Ingrid plotseling aan
den groenen mantel. Vlug sloeg ze dien om
de duif.... en een oogenblik later stond
Olav in levenden lijve weer voor haar.
Plotseling hield het geschreeuw op, de
handen verdwenen en het werd even stil
als het anders des nachts op die plaats was.
Maar Ingrid en Olav haastten zich van
.die verschrikkelijke plek weg te kranen, blij
als ze waren, erin geslaagd te zijn Olav
weer tot de levende menschen terug te kun
nen brengen.
phaan, wit of rood. Dit zit dikwijls om
bonbondoozen e.d., maar Je kunt het ook
per vel koopen. De vier, kanten en het deksel
worden uit één stuk geknipt, zooals Je op
werkteekening 1 kunt zien, de bodem be
staat uit een stukje steviger karton van 12
bij 12 cM. (hiervoof kim je den achterkant
van een oude bloc-note heel goed gebrui
ken).
In Noorwegen leefde vele jaren geleden
een konlng, die twee kinderen had, een
Jongen en een meisje. Altijd waren die
twee bij elkaar. Als men de prinses, Ingrid
heette ze, zag, dan kon men er verzekerd
van zijn vlak in haar nabijheid ook den
prins Olav aan 1» treffen.
Het is dus te begrijpen, hoe bedroefd
Ingrid was, toen op zekeren dag bleek, dat
Olav was verdwenen. Het geheele land
werd doorzocht, maar de prins werd niet
gevonden.
En ten slotte kwam een oude vrouw op
?het kasteel en vertelde, dat zij et zeker
van was, dat‘Olav door de elfen was mede»
genomen en nu in elfenland vertoefde.
„En dan is er ook slechts een heel ge
ringe kans," voegde de oude vrouw eraan
toe, „dat hij terugkeert. Want het elfen
volk houdt degenen, die ze betooverd heb
ben, vast, en bewerken hen, zoodat ze hun
heele vroegere leven vergeten, en niet meer
terug willen.”
Van den morgen tot den avond liep Ingrid
stopr den tuin van het paleis om te zien,
ofze Olav toch maar niet kon vinden.
Op zekeren avond in dén herfst liep ze
op het pad, dat langs den dikken toren van
het paleis van haar vader voerde. De duis
ternis begon te vallen, het werd donker en
mistig ovfr het land en ze besloot eindelijk
maar weer na een vruchteloozen tocht naar
het kasteel terug te keeren, toen ze zich
plotseling bij haar naam hoorde roepen.
Ze keerde-zich om en zag de gestalte van
een ridder, geileed in grijs fluweel, die op
het pad stond. Toen Ingrid de gestalte zag.
gaf ze een schreeuw van vreugde, en vloog
naar den ridder toe, in wien ze Olav had
herkend.
„Waar ben je zoolang gebleven, Olav,"
riep ze uit, maar plotseling stond ze stil,
want de verschijning daar voor naar was
zoo vreemd, zoo wazig.
,Kwn niet bij me, Ingrid." sprak Olav.
wiens stem een buitengewoon helderen
I
mantel over me werpen, en dan is alle too-
vermacht over mij verdwenen.”
En daarna, even onnaspeurlijk als hij
gekomen was, verdween Olav weer uit In
grid’s gezicht.
Dien avond wachtte Ingrid gespannen
•tot het nacht begon te worden, de vreugde-
nacht van de' elfen. Ingrid kéhde geen
vrees.'Alleen voelde ze zich wat koud en
daarom sloeg ze een mantel om. Haastig
begaf ze zich op weg naar de Tweelingrots
De weg was donker en eenzaam. Groote
wolken vlogen langs den hemel en verbor
gen de maan voor de oogen van Ingrid.
Eindelijk had ze de Tweelingrots bereikt
en ging onder een grooten struik zitten
wachten
Het duurde nog een tijdje en toen hoorde
ze ia de verte lichte muziek. Dat was het
teeken, dat de stoet in aantocht was. Haar
hart sprong op van vreugde, dat ze Olav
nu spoedig zou kunnen bevrijden.
Nader en nader kwam het geluid van de
elfen-fluiten en belletjes.
Ja, daar kwamen ze aan.
Elfen met ridders, allen in prachtige klee-
ren met de elfen-koningin in hun midden.
Hun paarden stapten gelijkmatig op de
muziek en hun pad wak verlichjt door een
wonderlijke schittering, dlecafstraalde van
hun glinsterend goud-blonde haar.
ifen tweede afdeeling, veel gelijkend op
de Rrste, ging voorbij, maar Ingrid, indach
tig aan hetgeen Olav haar had gezegd,
wachtte rustig af....
Eindelijk kwam de derde afdeeling in het
ben een gevangene van de elfen. Toen ik
op een dag door het bostel reed, voelde ik
plotseling een vreemden 'Wind. Ik werd
'duizelig en Viel van mijn paard op den
grond, waar ik direct insliep. En toen ik
ontwaakte, beyond ik mij in elfen-land en
in de onmiddellijke nabijheid van de elfen
koningin, die ik moet dienen. Maar dat is
geen groot offer, want de elfen-koningin
is zoo mooi, dat het een vreugde is haar
te mogen dienen. En het elfen-land is het
mooiste dat ik ooit heb gezien. Altijd klinkt
er heerlijke muziek en worden er prach
tige dansen uitgevoerd. En ik zou ook nooit
wenschett'terug té keeren, als ikhiet bang
was geworden. Om de drie maanden moet
er een van de gevangen menschenkinderen
als slachtoffer worden omgebracht om den
kwaden geesten uit de onderwereld té vol
doen. En morgen is die tijd weer verloopen
en ik ben zoo bang, dat ik het dan zal zijn.”
Ingrid had met stijgende verbazing en
schrik naar Olav geluisterd en bij diens
laatste woorden wrong ze in wanhoop haar
handen.
„Maar kan ik je dan niet helpen, Olav?”
vroeg ze smeekend.
„Luister, Ingrid,” antwoordde hïj. „Er is
Inderdaad één mogelijkheid mij weer terug
te krijgen'. Morgennacht is het de vreugde-
nacht. Dan rijden alle elfen en menschelijke
gevangenen uit en daar zal ik bij zijn. Als
Je me dan wilt bevrijden, dan moet je zor
gen om precies twaalf uur des nachts op
die eenzame plek, Je weet wel de Tweeling
rots, te zijn. Als dan de elfenstoet voorbij
komt, kun Je me zien.”
„Ja, maar hoe zal ik je tusschen al die
anderen kunnen herkennen," vroeg Ingrid.
„Laat het eerste gedeelte voorbijgaan,”
antwoordde Olav, „en ook het tweede. In
het derde gedeelte zal ik mij bevinden.
Eerst zal van dit derde gedeelte een zwart
paard voorbij vliegen, dan een bruin en ten
slotte een wit En daar zal ik op zitten.
Aan mijn rechterhand zal ik een hand
schoen dragen, aan de linker niets. Wan
neer je me nu ziet, Ingrid, dan moet je snel
op me toeloopen en me van het paard af
trekken. Daarna moet je me stevig vast
houden. Wat er <ok gebeurt!! Let daar
klank had als van honderden belletjes. ,Jk vooral op! Ten slotte moet je je groenen
van het'karton plak Je nu achter die uit-
geknipte figuren een stukje cellophaaa
Vouw nu het kanton eerst om volgens d*
verticale lijnen en daarna vouw je de smalle
randen naar binnen toe om. Randje e bestrijk
Je aan .den binnenkant met lijm en plak
het dan stevig vast op vakje D. De randje*
a, b, c en d bestrijk Je eveneens aan den
binnenkant met lijm en hierop plak je den
bodem. De randjes f, g en h worden aan
den buitenkant met lijm bestreken en
daarop plak je het deksel vast. Vlug plakken
anders droogt de lijm en flink stevig aan
drukken, hoor! Op den bodem plak ie een
-uitgehold schijfje kurk, waar je een kaarsje
in zet en tot slot haal je door twee tegen
over elkaar liggende hoeken een stukje dun
ijzerdraad, waaraan Je hét lantaarntje
kunt ophangen.
Zelfs wanneer men een halve eeuw
gaat, vindt men in Frankrijk slechts
branden, die zoon catastrophalen
hadden, als de groote brand van MarsMua
Op 25 Mei 1887 brandde in Parijs de -OP*"
Comlque” af. Het vuur brak ttfdens de
stelling van Mignon uit, er ontstond een
schrikkelijke paniek, waarbij 29 dooden te
treuren vielen en honderden gewonnen.
Op 4 Mel 1897 eischte een tweede
phe in Parijs hetzelfde aantal slachtoher»
thans de brand van Marseille. Dese
brak tijdens een weMadigheldsvoorstellin»
middags om 5 uur uit. Het gebouw, waar^^^
de saai bevond, ging niet in vlammen *”*7
het was de paniek, die zestig dooden v»®"
laakte.
De laatste groote brand in
Marseille vond op 23 November 193# m
plaats, waar een geheele stadswijk afbran»-
Met derv aanleg van het kanaal, dat
de industriestad Eindhoven met het
Wilhelminakanaal zal verbinden, is men
thans voor een groot deel gereed. De
baggermolen afn den arbeid
FOTOREPORTAGE
llltiuimilllllllllllllllllll!ll!!llllllllllllllllll!llllll!!llll
V
A z‘
.te-"'
i
De Zuid Afrikaansche gezant, dr. H. D. van Broekhuizen, opent Vrijdag in het A.M.V.J.-gebouw te
Amsterdamsen tentoonstelling van den Grooten Trek. De heeren F. Schoof (links) en Fred. Oudschans
Dentz tijdens het inrichten der expositie
*-9. x-
Het stoffelijk overschot der heeren A. vaq der Sijde en A. Becking, slachtoffers van de ramp van de
.Ekster', Is Woensdag op .Zorgvlied' te Amsterdam ter aarde besteld.
o
A