M STOFZUIGERS 1 I I 1 ET MYSTERIE VAN EEN HEILIGEN NACHT -<EKr- U BELT - WIJ BEZORGEN II af 1.95 en IIIaf2.10perH.L SCHOUTENSTR. 30 ZES OUDE KERSTLIEDJES 1939 JANUARI WEEKBLAD VOOR DE AANSTAANDE FEESTDAGEN KERSTKRANSEN EN EEN FIJNE SORTEERING KOEKJES F VERLOVINGSRINGEN PONTIAC VLUG DOELMATIG AFDOEND en GOEDKOOPER Herders, Hij is geboren [ëgno//24.75| JAN BRAUNECK ZOONS U inderdaad goede kolen T BANKETBAKKERIJ GROEN RUIME KEUZE KERST- GESCHENKEN 1 «a ?*-. »-Aj 4 - Waarom de vrome Willem zijn leven lang Vrijgezel is gebleven ZATERDAG 17 DECEMBER 1938 Ghtr UW KINDEREN IBINK Mei spoedige opgave zult U ons verplichten GESCHENKEN Uitsluitend 14 kt. massieve ringen Mooi Kerstgeschenk bij aankoop van twee ringen DE ADMINISTRATIE NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD Ook onze agenten en bezorgers nemen gaarne Uw te plaatsen Nieuwjaarswenschen aan U is dan niet alleen van het tijdroovend kaartjes- Schrijven af, doch hebt bovendien niet de kans van vergeten. KENNEMERSTRAATWEG 7 TELEFOON 31 OS HUN EIGEN stofdichi. Roestvrij r bovendien venekerd t Hee en breuk voor den ROOMSE JEUGD UUsL gebruik van roomboter onder rtfRscontrole SPECIAAL GESORTEERD IN KERST-ARTIKELEN \tten? kaklok, t hem KLEUTERBLAADJE in Goud. Zilver, Optiek en Uurwerken, w.o. het wereld beroemde merk-horloge E. C« BIIrARS (Fa. C. PLAS) LANGESTRAAT 40 ALKMAAR 4 FACTOREN VAN BETEEKENIS BU HET AAN VRIENDEN, BEKENDEN, ZAKEN-RELATIES, ENZ. DOEN TOEKOMEN VAN UW NIEUWJAARS WENSCHEN. Uw eigen dagblad, hetwelk iederen dag opnieuw mei de regelmaat van een klok bij al de abonné’s wordt thuisbezorgd, ia, tegen 'n kleine vergoeding, gaarne de overbrenger van Uw beate wenachen. Het prima en meest modern merkhorloge. Waarom is het Pontiac-horloge in k o r i e n tijd zoo populair geworden? Omdat hei is: „Onbreekbaar, Anti-magnetisch, Zijn de tijden slecht, De kosten, bedragen slechtst 10.50 per annonce van ten hoogste 5 regels» iedere regel méér fO.lO. Alleenverkoop van de beroemde EL-FORT STOFZUIGERS met 10 jaar gratis onderh. garantie Wij leveren U elk gewenscht model RITSEMA op f 4.— per maand R E PARATI E -1 N R I C HTI N C SOLIEO £N ZEER BILLIJK AORES ZILVER FRANCO THUIS BEZORGD i mattd ader rechter. voor- idorp. ■^wa. Vmr Mn. 10 usn om. de ultNe- HBUui- .k*. i sar ta. en van Je hem Nader en dat tas te ko- vertel. •arep- raech- et ya rn oud n rijn Brem, Ier de naakte itala- SÈ tataraa ta M raarSar lawi Yorkach ton niet ie city. ?e luxe, edactle- ich met trokken, nd voor waarin dichten, e iedere irikaan- den. buiten lui met e in do i. Maar oetkan- i halen, uit die -rij" ad, dat en dat ie> ala dmpele i hekje shack ervan tiaar- kwam Brom i gtan- leiyk- n nog klein, enden relop- ikmee «pier, kreet werd, .Kom octal* ïheld bos- iterig slee, st de tater iy» 1)18- geur rtrek mei: i wfl chte af. bevende t een runen laar*. Li 1 voor k aan spoor, lucht, ■effen, op de iscben ogtnis. ibelde rmers UDCh- t sOe poet- *- sa nwas. DMlnama-fannaUaren vaar prgarntac gratia by aas verkry<baar WU OIVSK OOK MTOXA-BONNBN x ««as «w dyL^MwUi I ib La ÜZ M.V. D OS BFAJ ■aarteaa. „Een moord in den heiligen qacht?" Een meisje riep die woorden als een aanklacht door de plotselinge stilte Frieda I O, ata zij eens wist, als zij eens wist!.... Zij, die het al lerminst scheen te denken aan de verdenking, dat haar eigen vader.... Een koude huivering ging me door de leden. Kon, mocht ik nu nog zwijgen? Ik Ik aU'-en kende den moorde naar! De houtvester was zwaar gewond, maar geluk kig niet levensgevaarlijk. Medische kennis en zijn gezonde natuur hebben hem gered. Maar toen, in dat uur van onzekerheid, streed ik een zwaren strijd tegen mijn gewetensplicht en voor de gewetensrust van Frieda, misschien ook voor mijn geheime, niet eens aan Frieda ge openbaarde liefde. En ik zweeg! Ik zweeg ook, toen ik den volgenden dag. naar de plaats ge voerd werd, waar ik tegenover den strooper bad gestaan. De politiemannen vroegen mjj in hun koude gestrengheid den naam. Ik zweeg. ZU wilden mijn zwijgen verbreken. Toen loog ik, voor den eersten keer in mijn leven. Het was een vreem de geweest, zei ik, een onbekende. Dat geloof den zij niet. Het was ook al te dwaas. De leugen stond vuurrood op mijn voorhoofd geschreven. Bovendien kende ik, dat wisten de politieman nen heel goed in den urenverren omtrek der dorpen zoo ongeveer alle menschen. Ik kon echter niet vluchten, de politie had mij in haar macht. En toen ik ook op het politiebureau weigerde, den dader te verraden, werd ik om mijn zwij gen aangeklaagd. ■saHet dreigende vooruitzicht, misschien in de gevnigenls te komen, maakte me zwak. Ik was een Jonge mensch, met de natuur vergroeid, ik dacht aan mijn schapen, aan mijn honden - neen, ik mocht mij niet van hen laten schelden! En ik bekende, stokkend en beschaamd, dat ik in den dader een naasten bloedverwant van een meisje had herkend, dat ik in stilte liefhad en dat ik dit meisje, dat onschuldig was en niets vermoedde, schaamte en schande wilde bespa ren, Deze „bekentenis” maakte Indruk op den drong er niet verder op aan, den naam van den dader te noemen. Ik kwam er dan bedenke men wel. dat nog geen enkel bgdrtjf hier la ‘t land of waar ter wereld ook. ooit rtjkar la geworden door op »tjn ed- verteeren te bezuinigen I IntegendeelSoo late, dan l« couranten reclame In Staat, oen bedi-yr groet te maken en groot te houden. Vraagt Inlichtingen, voorbeelden •tc. van courantenreclame by de erkende advertentiebureaus of het „Cebuco", Dam 3a. Amsterdam wy kinderen wisten eigenlijk niet, vat we _-t jen ouden Willem Vroom moesten begtn- ZL De menschen noemden hem meestal den vromen Willem”. Wl) waren eraan gewend, in Cm een eerbiedwaardig persoon te zien, zijn uiterlljk °°k geheel daarmee in overeen- wwnmlng. want met zijn mannelijk fiere, door (jen ouderdom nauwelijks gebogen gestalte, met ejjn tangen, zllverwitten baard, den grooten zwar ten stappen hoed en de ouderwetsche wijde jm, leek hij wel een figuur uit den aposteltjjd Van rijn vroege jeugd af was Willem Vroom j^rdei geweest, een herder, wiens gedachten meer gericht waren op de sterren dan op de dingen des levens. Slechts ééns, in lang ver leden jeugd, moet hij zoo vertellen oude menschen van hem een tijd lang aan de ster ren ontrukt geweest zijn en geluisterd hebben nllr de stem der aardsche liefde. Dat was rond dm Kersttijd van 1858. Maar Willem was vrlj- gezel gebleven en de verhalen van de menschen, die er zoogenaamd alles van wisten, waren vol tegenspraak. Een of ander geheim scheen al tgm dingen te omgeven. De oude Willem had echter waarheidsge- trouw enkele feiten opgeteekend, welke den sluier wegnamen van het geheim van een ttat- ygm Kerstnacht/velks geschiedenis we fier laten volgen te leek me, of hij schuw luisterde, of er niemand achter hem aankwam. „Het schot was mis biet was een bok.” „Zoo,” zei ik, ..een bok? In den heiligen nacht?” •Ja, natuurlijk, in den heiligen nacht!” HU lachte boosaardig en keek weer angstig naar het kreupelhout. „Kom, laat me los. dat ze me niet te pakken krijgen in den heiligen nacht!” In mijn binnenste streden plicht en mede lijden. Niet met den man maar met haar, met Frieda het was haar vadert Zij dus de dochter van een strooper? Van een misdadiger selfs? Ik greep de honden by den halsband „Maak dat je wegkomt!" zei ik en toen slingerde ik bet geweer in het kreupelhout. De man rende weg over de sneeuw. Bij mijn hut gekomen, hoorde Ik den landheer opgewonden met de knechten spreken een strooper, zoo vertelde de jachtasslstent, had den houtvester aangeschoten en zwaar gewond. De dader was ontkomen onbekend I' schrik zijn geweer liet vallen. Met woedend ge blaf sprongen mijn honden op hem toe. Ik riep as terug. Met tegenzin gehoorzamend, gingen ze op het geweer liggen en lieten toornig de tan den zien. De man was mijn gevangene. Toen ik hem aankeek, schrok ik. Ik kende en herkende hem! De maan stond bleek en koud aan den hemel, alsof zij dese pijnlijke oogen- blikken wilde belichten. „Heb JU geschoten?" vroeg ik den strooper. .Waar is het wild?” Hl) haalde hulpeloos de schouders op; bet leen skend - eken en dop».... het hem *r voel, alsof hy Ik, Willem Vroom, herder op bet landgoed Vrijenbroek. dreef in den winter van 1858 mijn kudde over het magere, late gras van de weiden naar den stal. Het was lang warm en groen ge bleven dat jaar, pas in den nacht voor Kerstmis vielen de eerste sneeuwvlokken. Voor my en mijn schapen, die nog goedtien uren van het beschuttende onderdak verwijderd waren, kwam dit plotselinge begin van den winter niet ge legen. Hongerig draafden de dieren over de wintersche velden. Toen de heilige avond over de besneeuwde aarde daalde, jubelden de klokken van de dorps kerk mij met hun plechtig, bronzen geluid, tege moet. Opgewekter stapte ik nu door de sneeuw, die al een voet boog lag. Zooals leder Jaar, zou ook nu, zoo peinsde Ik, in het verwarmde kamertje van mijn berders- bulsje een denneboompje op mij wachten en ik verheugde my al op het feestuur, waarop ik mijn boompje rou sieren en ye kaarsen ont steken. m toen liep bet soo heel anders.... Ik moet nog vermelden, dat de echtgenoote van mijn landsheer, een goedhartige en recht- scbapen vrouw, een van de dienstmaagden al tijd opdracht gaf, mijn kamertje feestelijk te tooien en van een denneboompje te voorzien. De beide laatste keeren had Frieda Merker, Mn van de meisjes van de huishouding, mij dstou liefdedienst bewezen, en jong en krach tig als ik toen was koesterde ik in mijn hart de stille hoop, Frieda eenmaal als mijn huis houdster aan eigen haard te zien. Mijn hart werd warm bij de gedachte, dat Frieda's handen nu in mijn kamertje zouden t werken. De dorpsklokken klonken en zongen: Vrede op aarde aan de menschen. Toen knalde uit het hout, dat tot ons land goed behoorde en waarlangs de weg naar den stal M de hnt Uep, opeens een schot. Hard en kort. Ik hield mijn adem in en luisterde. De takken kraakten en hijgend sprong een man, die my op dit uur niet hier verwacht had, dicht voor mij heen op den weg, de handen krampachtig om het geweer geklemd. Mijn aan- bbk verwarde hem soo, dat hij in plotselingen tegen diefstal, ver- i tyd van twee jaar. met een kleine geldboete af. Ik herademde, de eer van Frieda was gered. Toen ontbood de rechter mjj In sjjn kamer. HU klopte mij op de schouders en zei meer malen: .Hrave. jonge vriend! Ik moet u ifto heel bitters zeggen, vriend. O hebt de gevolAn van uw bekentenis niet ten volle overzien. 4k zelf en dan denk je, dat je oud bent en vgjs er. veel ervaring en menschenkennls bezit ik zelf dacht natuurlek, dat u een goeden vriend of kennis om een andere reden niet aan de rechtbank wilde overleveren. Met een andere mogeUjkheld heb ik met mUn grUzen kop helaas geen rekening gehouden en zeker niet met boo'd ultaonderiyke als uit uw bekentenis biykt. An ders had ik u die bekentenis gespaard, dat kan ik u eerlijk verzekeren. Maar nu moet u één ding goed begrepen: He justitie is een wreede machine! Ms~n nu straks de liefde van uw hart volgt en het meisje trouwt, dan verraadt u tevens den dader aan de Justitie!” Ik schrok. Zoover had ik natuurlek niet ge dacht! Nu zou ik dus niet met Frieda mogen trouwen! Ik moest van haar afzien, sta ik baar vader niet aan de rechtbank wilde overleveren! Het geheim van den heiligen naeht mocht niet worden onthuld. Toen de oude, goede rechter zyn hand op mijn schouder legde, glimlachte ik hulpeloos. „Het is maar goed, edelachtbare," aei ik, en de tranen schoten me waarachtig in de oogen, „dat het meisje niets van mijn liefde weet!” Zoo bleef ik dus, door noodlottige omstandig heden daartoe gedwongen, ongehuwd, vrijge zel, tegen wil en dank. Zelfs als ik een ander meisje had willen trouwen, had ik niet gekund, want door myn verklaring voor de rechtbank, die als een loo pend vuurtje door heel de omgeving ging, had ik mezelf belast. Niemand had mU eigenlek ooit met een‘meisje gezien, doch nu brachten vele tongen velen in verdenking. Uit de gele deren der minnaars was ik uitgeschakeld, ik hid immers in het geheim een meisje, wier vader van moord verdacht werd! En in haar onschuld vermoedde sy niet in de verste verte, dat zij dit meisje en de'dochter van dezen va der was! Ze huwde later een braven man en werd een gelukkige vrouw, een schoone, goede moeder voor haar zeven kinderen. Nu is zU al lang dood. Maar haar kinderen leven nog en zijn flinke menschen geworden. En opdat ook zy nu. nu ik het geheim van dien heiligen nacht heb ont huld, niet onder de schande van hun grootvader 'gehoeven te lijden, merk ik er nog bij op. dat Trieda Merker eigenlijk heel anders heette. Doch lit geheim neem ik mee in het graf! Hoe noemden de menschen den ouden herder? Den „vromen" Willem! En de hemel weet, dat h}j dezen eeretitel heeft verdiend! Zijn aan denken zij in eerel De berdekens lagen by nacbte Stille nacht, heilige nacht Aangenaam en lieflijk duister O Jezus Vleeschgeworden woord O, welk 'n schittering, welk geflonker en De Spiegel van Gods Majesteit In één bundel verkrijgbaar bij T KASTEEL VAN AEMSTEL NZ. VOORBURGWAL «5—78 AMSTERDAM Met zangnoten 10 et. per exemplaar„ per 30 tot 100 stuks et„ meerdere exemplaren 6 ct. Afzonderlijke tekst 4 et. p. exemplaar van 10 tot 500 stuks 2H cent, meerdere exemplaren 1 cent. Aan bestellingen, waar de benoodtgde gelden niet zijn bjjgevoegc wordt geen gevolg gegeven. POSTGIRO No. 32884 Ll.,T-:la T-‘P I ilt‘:I' I.-‘I T I‘-Ii7I‘-F-l--I‘-I~I-‘I"Ii r 'I I' Iil lI-TF-M--I^lT:I--I-71--I--l«.t--I-^I-I-lT-L-rIj- Op, Herder^, Hi) it geboren In dezen Hbuden naeht. Dien reeds zoo lang te voren, De waereld had verwacht. „Vrolijk, o Herdersvolk” Klonk ’t uit Hemelwolk, Klonk daar met Bnglenstem, Maast u naar Bethlehem!" WU arme boerenknapen, Gelijk de herders zijn, WU wekken wie nog slapen In heldren maneschijn. Loopen met blij geschal Naar dezen schaam’len stal. Trouw aan der Englenstem „Haast u naar Bethlehem!" Wat hebben w’er gevonden? Een Kindtf op Moeders schoot, In doekjes wel gewonden, Der menschen leedgenoot. D’oogjens van eerst af aan Zag men vol tranen staan, Ween^nd van bitt’re rouw In deze felle kou. En tot een offer namen W’een lam nog jóng en teèr. Dat leidden wij tesamen, Voor 't zoete Kindtje neer. Slaap Kindt je bij ons lied Sus, sus, ei schrei toch niet, Sluit maar uw oogjens toe, Ach. al van 't weenen mot. En 't Kindtje ging or slapen, De Moeder sprak ons aan: „Wel, lieve Herdersknapen, Wil zoetjens buiten gaan. Uwer zij rust en vreê Dat brengt u ’t Kindtjen mee, Want HU is God en Heer Komt vrU al morgen weix.” J. A. ALBERDINGK TH1JM (Oude en nieuwe Kerstliederen). „O land var» mest en mist, van vullen konden regen! „Doorsjjpperd stukske grond, val killen daww en damp, „O schoenlapper, a, kwam ik jon eens tegen. „Want mijn arme, natte voet vergast van kon en kramp.” Dit zucht de man, die BRAUNECK nog niet kent. HU stamt nog uit den tijd van Pa de Genestet. HU is met BRAUNECK’s atelier nog niet bekend. Waar ieder thans zUn schoen en laars - te repareeren zet. Uw schoen defect? De Ridderstraat! Daar staat direct de man paraat, Die voor héél weinig geld Uw schoenen vlug herstelt. (Ben) voetbal (schoenen) voor Uw spruit, U hoeft daarvoor de stad niet uit! Ook zolen, hakken, rubber, leer En fournituren, ja veel meer. Dat vindt U in«fe Ridderstraat Waar BRAUNECK klaar voor leder staat HEERENZOLEN EN -HAKKEN l.U DAMESZOLEN EN -HAKKEN 81 ct. Vraagt en draagt ons onverwoestbaar RUBBER LEDER. HEERENZOLEN EN -HAKKEN 1.— DAMESZOLEN EN -HAKKEN M ot In voorraad zwaar leder voor werkschoenen. Het ADRES voor H.H. Zelf reparateurs! Wij ponsen op maat uit prima kemleer. EN NU EEN VERRASSING: WE KOCHTEN EEN GROOTE PARTIJ PRIMA. VOETBALSCHOENEN Praeht-K'erstgeschenk - Nergens beter - Overal duurder U weet mijn adres: GROOT MECHANISCH SCHOENREPARATIEBEDRIJ F RIDDERSTRAAT (naast V. D. Warenpaleis) TEL. nn Hooren en bezorgen zonder prijsverhooglng weg naar de Nachtmis Kerstmis

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 31