en 9 alsche schaamte Verkenning in ANNECY Lange lijdensweg moest afgelegd Het Engelsche wereldrijk Italië Corporatieve Portugal Frankrijk HET ZWANEN-MEER Rome en Berlijn nog lang niet tevreden u De leerlingenschaal 1 baas ilaar miel ider hl wei i-2 k-1 JOS. DETONY ta®chen op. Ongestoord, ondergronds, k-S BB baar IK. Dr. FELIX ROTTEN. TO rë I dtt lMk i»Je. nam met U te *rt. 1-2 onderteekend. Zelfs r" dit niet licht verdragen hebben. echter na •Me. acht lig?’ J... n in Ier». laar «M arte lond Net i te Hoe teressante tijd,tiia-A ring, 3 en trok niet Poen lond een het. d'r en cht, late, hij lijou luit ze dat ■- al wel, telt te Coimbra tot minister van financiën. Zoo deed prof. dr. Antonio de Oliveira Sala zar, een van de minst opvallende en meest in- .tslieden van den tegenwoordigen de in het groote gebouw aan de do Paso. Het kasteel te Pelez in Transsylvanie is beroemd om zijn rijke meubileering. Een kijkje in een der prachtige zalen zwenken in het druk seizoen, dat het een en Het kasteel Chillon aan het Meer van Genève -.De. P^ieke moeilijkheden stapelden zich in- 7 »-■ vuuet vxiua. Wroet- J®de geheime machten voort en bereidden.de natuurlijk niet ten goede komt. Ja, het kan zelfs gebeuren, dat het kind dit den onderwijzer kwalijk neemt en nooit zal vergeven, hetgeen een verwijdering tusschen belden met zich medebrengt,, die de onderwijzer niet kan ver klaren, noch oplossen. Kinderen zijn zoo ge voelig en denken er niet aan, dat de onderwij zer anders zou gehandeld hebben als hl) anders gewéten had. halve ten aanzien r president en de wetgevende bevoegdheid de Cortes. De militaire dictatuur, eerst onder leiding --van ge- van Gomes da Costa, weldra onder die r-~ neraal Carmona, den tegenwoordigen president van Portugal, herstelde in de eerste plaats de inwendige rust en orde. Veel verder kwamen deze officieren niet. Ze waren bezield met de beste bedoelingen, maar wisten alleen niet goed welke. De toestand kon niet zoo blijven. Er moest iets gedaan worden, in de eerste plaats voor de staatskas, die er met den dag wanhopiger voor stond. De generaal, aan wien het Ministerie van Financiën was ten deel gevallen, had bij de aanvaarding van zijn functie zijn medewer kers en ambtenaren begroet met de woorden: „Ik weet niets van financiën af: het eenjge wat ik weet, is dat de mijne In volkomen wanorde zijn." Al spoedig besloot Gomes da Costa het met een vakgeleerde te beproeven en benoemde Dultschland beantwoordde dit terstond met een er gevoch- Er komen zoo in het dagelijksche schoolleven van dé zijde der ouders heel wat mededeelingen binnen, die op de keper beschouwd dikwijls ver bezijdefl de waarheid zijn, en.... moeilijkheden scheppen tusschen leerling en leerkracht. Het zijn de uit valsche schaamte ontstane ..smoes jes'I Jan komt te laat, want ..hij Is naar den dokter geweest". In werkelijkheid heeft het huisgezin zich verslapen en deerlijk ookl Plet heeft zijn huiswerkschrift „verloren". In werkelijkheid is gisteravond de koffiepot over de tafel gevallen en is het hulswerkschrift ontoonbaar geworden! Rika heeft maar steeds haar schoolgeld „ver geten". in werkelijkheid kwam het erg onge legen! Een ander heeft verzuimd „wegens ziek te", doch in werkelijkheid moesten zijn schoenen gemaakt worden! Etc. etc. Het ligt toch voor de hand, dat al zulke „draaierijen”, dikwijls om de meest onbenullige dingen, waarvqpr niet één onderwijzer de des betreffende ouders er „op AAn zal zien", tame- lijk snel aan het licht komen, hun bedoelde effect dus niét sorteeren, maar wel tengevolge hebben, dat de kinderen, die deze „leugens op commando" hebben uit te voeren, door de ouders zelve grondig onderwezen worden In het „liegen" en er al heel gauw toe komen, eigen moeilijkheden op soortgelijke wijze af te doen. Dikwijls zóó geroutineerd, dat zjj het verschil tusschen waarheid en onwaarheid niet eens meer onderscheiden. De ouders worden met hun eigen methode „bedrogen” en op school vormen die leerlingen de categorie, die de onderwijzer moeilijk vertrouwen kan, hetgeen bjj eventueele conflicten met andere leerlingen en als het op bestraffen van een en ander aankomt de meest ingewikkelde situaties schept. De onder wijzer wordt door de onbetrouwbaarheid van deze „gewoonteleugenaars" dikwijls in een moei lijk parket gebracht, immers door hunne onbe trouwbaarheid kan het gebeuren, dat zij wel eens onverdiend straf oploopen, hetgeen weer aanleiding geeft tot niet uit te maken meenings- verschlllen tusschen school en huis. De kinderen, die de door thuis gedicteerde leugens niet dan met tegenzin overbrengen, ver- keeren al in een zéér lastige positie. Zij worden door de ouders feitelijk tusschen hen en den onderwijzer geplaatst. Eenerzjjds toch willen zij vader en moeder niet afvallen en hen te schande maken, en anderzijds willen zij ook den onder wijzer niet bedriegen. Voorzoover het dan ook bij de „boodschap in kwestie" alléén blijft, sla ken zij een zucht van verlichting, maar voelen zich toch een tikje ongemakkelijk ten aanzien van hun geweten. Erger wordt deze ongerust heid wanneer de onderwijzer naar een en ander verder navraag doet b.v. tegen Piet: „WAAr heb je je schrift dan verloren?” Het antwoord op deze onverwachte vragen hebben zij niet kant en klaar van huls meegekregen. Het wqrdt dus nu aan hun eigen Initiatief overgelaten boord. Een fantastische wand, die er het stra lend iandschap afsluit. Links loopt de laan van de groene platanen: de weg naar Veyrier, die ook de weg naar de Plage is. Bij den groenen wal van die laan sterft het zilveren watervlak op het vlakke, wiJdgestrekte strand. Maar naar rechts verliest zich de glanzende, zilveren wa- tervlakte in het perspectief van het Iandschap, als een gerekt akkoord, dat eindeloos voort- i zingt onder het orgelpunt van den blauwen he melkoepel. Geen schepen, geen buurvaart of zeiltjes op 1 dit oogenbllk. Niet eens de blanke hiëroglief van een kleine, dartele kano, die er voorbjj- schiet langs strakke lijn. Maar wel een vlucht van zwanen. Ik tel de handvol stippen, zooals ze er op het rimpelend water liggen uitgestrooid. Lou ter zwanen in den stillen morgen op het rim pelend zilver. Sierlijke, slanke halzen. DAAr half geheven vleugels, zoodat de prachtige vo gel, „dat vrolijke waterdier", zooals Vondel zei- de, er ligt te drijven als een kleine, witte boot. DAAr de roeiende beweging van het schuim- wltte zwanenlijf; ginds liggen er roerloos, als alles vergetend, op het water gespreid als vlokken van wit schuim in kroezels. Drijven zij er als symbolen? Liggen zij er om een legende, of een naam, de sprakeloozen, die toch altijd aan muziek doen denken? Deze zwanen hebben het meer van Annecy voor mijn gevoel den onvergetelijken toets ge geven. Het zilveren meer; het zwanen-meer. En wanneer Ik nu terugloop naar mijn punt van uitgang in het stadje, (grooter dan Ik ver moed heb», niet langs dezelfde Hjn. maar langs een andere straat, door het oude stads hart heen, ben ik plots verzoend met alles wat ik tegenkom. De oude stad, met kronkel- straten en arkadenbogenBinnen den stads muur ligt op een heuveltje een oud kasteel, dat nu kazerne is. Hoe past het bij het land schep en het schoone water. En dan straten met .Xauben”, als te Brixen en te Boozen, arkadengangen. waar venters en verkoopstal- letjes hun waren uitkramen, bloeiend fruit, linten en lappen, en allerhand bonte kramerijen. Een Alpenstad als zoo menig dierbare be kende. maar dan nü op Franschen boden) En bedrijvige marktdrukte op kleine pleintjes Een kanaal baant zich een weg door deze oude stadswijk, met haar scheefstaande, zwaar ge schoorde huizenblokken. Baliekluivers hangen ^emoedeiyk over de leuning van de kanaal- bruggen. Spreek die menschen aan op straat, een en al vriendelijkheid. Een glimlach straalt aanstonds naar je toe. Daarbij het zangerig gedein van de bekoorlijke taal. Hoe werkt dit alles verblijdend en behaaglijk. Om al die grauwe hulzen, «raar ze den be zem met rust laten in zijn hoek, die grijze ge vaarten met hun steunmuren en hun donkere doorgangen van de eene straat naar de andere om al die rijen van ogieven en boffen, van Het Katholieke Schoolblad, orgaan van het Katholiek) Otnderwüzero» Vierbond', schrijft een artikel „Na den slag”: Voor d# tweede maal te de actie tot ver betering van de leerUngenschaal mislukt. Het K.O.V. heeft gedaan, wat bet kon. Geen der actiemiddelen te verwaarloosd. En succes te er in zooverre, dat b.v. onze geheele fractie overtuigd te van de noodzake lijkheid tot verbetering der leerUngenschaal. Men onderschatte zulks niet. Ook te er de overtuiging, dat het werk loosheidsprobleem schreeuwt om oplossing. De katholieke pers en ons volk hebben goeddeels dezelfde opvattingen. Onze katholieke bladen hebben op aller lei wijzen onze actie gesteund. Er te geen geld, heeft de Minister gezegd. Dus komt er niets van. De slag te nu verloren. Voor de zooveelste maal. Dat beteekent ook. dat voor de zooveelste maal weer opnieuw begonnen wordt. Blijft evenwel de vraag, of de strijd op dezelfde wijze gevoerd moet worden. Uit wat de Minister-President gezegd heeft naar aanleiding van de schaalverbe- terlng te te begrijpen, dat er geen geld is voor een terugkeer naar 1920. d w.z. dat de Regeering de benoodlgde millioenen niet be schikbaar stelt. Er te evenwel niet gebleken, dat er geen geld te voor verbeteringen van minder om vang. Integendeel, er zijn voldoende aanwij zingen, dat er wel geld te voor zeer beschei den schaal-correctie. Het zal dus logisch zijn, ate men iets wil bereiken, na te gaan welke stappen nu gezet moeten worden. Daarbij zal vastgehouden moeten worden aan een schaalregeling ex art. 28 en bij groote uitzondering ex art. 56. 2e lid. De schaal zal moeten zijn van een zekere soepelheid, die aanpassing toelaat bij de flnancieele mogelijkheden. Ze zal de fouten in de bestaande en bestaafttaebbende scha len moeten vermijden. Ze xë^bovendlen van zoodanige structuur moeten zijn, dat se aan vaardbaarheid voor openbaar en bijzonder onderwijs insluit Een nieuwe actie gaat beginnen. Het K.O.V. zal opnieuw, na het oversten van het slagveld, de wapenen aangorden. Want er moet verbetering komen. En wij betwijfelen, of onze Minister een tweede mated zal prijsstelten op een figuur als thans door zijn houding ontstaan is. eerst, waar een prachtige laan van eeuwenoude platanen haar portieken opent: de weg naar Veyrier, naar ik weet niet waarnaar toe: de weg naar het strandbad. Maar koppig keer ik terug. Ligt Annecy nou aan het meer, of niet, en waar is hét dan? Het meer van Annecy, dat een gedicht moet zijn. Het maagdelijke meer, desnoods met visschers en schuiten,maar nu ’s niet met tennisbanen, parasols en badgasten. Het meer. „O zoo? Nu, dat ligt achter het stadspark.” Het stadspark sluit het groote plein af. waar Ik sta. Het te hier vlak voor me. In zekeren zin draagt Annecy zjjn stadspark als een tuil bloemen aan zijn boezem. Het gaat er achter schuil als achter een scherm van groen. Coquet- terle? Wil het verborgen blijven? Durft het niet in den spiegel van het water zien? Het park breekt het verband, dat er tusschen stad en water kon zijn. En ik denk aan Como. Dit Italiaansche stadje strekt zijn beide armen naar het water uit, en omvangt het geheel in durende omhelzing. Het hangt aan den watertand, als een net aan een draad. Het heeft de ronding van zijn meer in zich opgenomen, en buigt er den ring van zijn strandboulevard omheen. Schommelende schuit jes en bezeilde schepen, jachten en stoomboo- ten, op bet water drijvend, werden zoo, evenals de boomen langs het water, mede sieraad van de stad en haar kaai. Maar Annecy, de stad, weet niets van een meer. Zij legde er geen promenade langs; zu heeft het water niet omzoomd met aanleg- plaatsjes en havenkommen, waarboven want en takel dobbert, zonder boulevard vol ban den, waar mast en zeiltjes verstoppertje spe ten met de groene boomen. Annecy Is zijn meer niet genaderd, te het niet tegemoet getreden in teedere vertrouwelijkheid. Het bleef er vér van als gaf het er heeiemaal niet om. Het schoot er den open waaier van zijn pluimend park voor. s om het niet te zien. Doch kom nu met me mee het park in. We treden door zijn groenen schemer, onder net uonker geboomte, waar standbeelden de wacht houden, alsof ze er stom over de stilte waken. We gaan tusschen perken en heesters door, on der de zware loovertrossen van de oude takken. En dan op eenmaal te het er, het meer Welk een pracht. Een feest van zilver en van .peelsche reflexen is die wijde watervlakte, waar de zon op schittert. In den achtergrond teekent zich rustig, ernstig en grootsch, de scherpgetande zig-zag van de bergen af, die het water vasthouden binnen zijn parelen Er is niets van een geluksvoorspelllng iif het Iandschap, zooals de reiziger dat ziet, die van Aix-les-Bains naar Annecy af daalt. De weg daarheen houdt geen UefeliJke belofte in, zelfs riet tegen het einde van den rit, wanneer het doel bereikt wordt. Ook dan is er nog niets dat hooge verwachtingen wekt. Deze vreemde lingenstad die haar goede faam wellicht op haar mooien naam grifte, komt in genen deele den bezoeker aanstonds verlokkend tegemoet, zooals Avignon. Zet voet aan wal in de breede straat, die als een pijl voor u uit schiet. Maar eer ik u zeg, hoe banaal dit alles te, moet ik u verzoe ken dit opstel tot het einde toe te willen lezen, omdat ik niet bij dezen eersten ontnuchteren den indruk gebleven ben, en per slot van An necy ben heengegaan met een verliefd hart en uitermate voldaan. Maar de inzet, weet u! Die „Auftakt” te geen blijde vondst, geen stralend motief voor feeste lijke bazuinen Ben ik te verlangend om het gedroomde land te zien? Waar is de flonkeren de natuur? vraag ik geërgerd, wanneer ik hier «vergeefs uitzie naar bergen. Ik wil naar het meer, het meer van Annecy, _>m mezelf nu maar dadelijk met geweld over dezen tegenvaller heen te helpen. Ik loop de pijlrechte winkelstraat langs. straat zonder een boom. en kom dan tot een groote open heid: een plein een deftige ruimte, met boo- mengroepen her en der. met hulzen en hotels, die er de stad begrenzen. Een politieagent op post, midden op de ruimte, waar auto's rollen ust te: want Aix-les-Balns te in de buurt, Chamonix plus Genève niet ver.,.. Maar nog altijd geen meer. Parbleu, ie Lac!? Waar te het water? „Mon bon monsieur, la Plage Wat, bon monsieur, dat Is toch, hoop etselfde niet! Och. lieve deugd ze spreken hier dus van een Plage, een badstrand, een strandbad. NU goed, la Plage dan maar, dam zal het water wel van zelf komen. En Ik loop nog weer verder, in de lijn van Italië schijnt het bezit van Tunesië te willen doordrijven. Alle methoden, die het aanwendt wijzen er op; zij zijif niet nieuw, maar nisi beproefd voorbeeld gevormd. Het Derde Rijk heeft zulke methoden In Europa Ingeburgerd die vroeger alleen de koloniale mogendheden buiten Europa gebruikten. Het verwekken van grensincidenten, het sensationeel wakker roepen van historische gebeurtenissen, het slui ten van vriendschappen met mogendneoen, die men om de een of andere reden diensten had bewezen, dit alles te In Europa <^het oogen blik waar te nemen. Wij hebben het „afpellen” van Tsjecho-Slowakije, naar alle regelen der politiek-diplomatieke kunst, aanschouwd Even als Oostenrijk werd het Sudetenland door aller lei beproefde kunstmiddelen annexatle-rijp ge maakt. Bloed behoeft niet meer te vloeien, de angst der anderen, om bloed te vergieten, wordt dienstbaar gemaakt aan het voeren van on bloedige veroveringsoorlogen. De agitatie om Tunesië te een getrouwe copie van wat gebeurde met Oostenrijk. Tsjecho-Slowakije en Abessinlë. De brandende kwestie te nu maar, of de Itali aansche agitatie succes zal hebben zonder weer acuut gevaar op te leveren.voor den wereld vrede. De Italianen, die Dultschland den enor- men dienst bewezen hebben, voor een tweede maal den „Anschluss” niet te verhinderen en bij het Tsjecho-Slowaaksche débAcle neutraal te blijven, krijgen reeds hulp van het Derde Rijk bij hun propaganda voor de verovering van Tunesië. Geheele scheepsladingen Kraft durch Freude”-menschen demonstreeren geza menlijk met de Italianen voor de verovering van Tunesië, welk land, zooals het neet, door de Italiaansche kolonisten in cultuur te ge bracht en door funeste vergissingen en Intriges in het bezit van Frankrijk kwam. Men herin nert zich nog wel de sensationeele openhartig heid in de boeken van de maarschalken De Bono en Graziani aangaande het verwekken van grensincidenten in Abessinlë Men weet dan tevens, waarheen nu de reis gaat. Het komt ons voor, dat men de thans aan de orde gestelde Tunesische kwestie zonder sentimentaliteit moet behandelen. Natuurlijk zou men het liefste naar de normen der sede- Ujke orde oordeelen en zijn standpunt bepalen.. Maar heel de geschiedenis van de koloniale politiek, tot op onze dagen toe is daartoe wei nig geëigend. Het gaat om naakt realisme. Italië te indertijd na den wereldoorlog te Parijs onrechtmatig behandeld. De Dultsche bult wer-i verdeeld en Italië kon toekijken. Dit heeft veel kwaad bloed gezet in het ontwaakte Italië, van Mussolini. En men werd begrijpelijk doof voor de Engelsche en Fransche .gerechtigdheid." Italië had expansie noodlg en wilde deze zoeker in Abessinlë, welk land aan zijn weinig vrucht- leyf 9en Januari 193» rfi naar het Foreign Engelsche, regeering lerljjk accoord te slul- monlsche ontwikkeling en ^Engelsche belangen in :hte de kwestie aan idelen. Loncen ant- geen directe eenigen tijd of zij alsnog er een „draal” aan zullen geven, of dat zjj vader en moeder nu maar zullen af vallen. In het eerste geval worden zij nóg on rustiger en voelen hun geweten nog méér be swaard, en In het tweede geval kan het ge beuren, dat zij angst hebben voor thuis, terwijl zij daarnaast ook nog de idee zijn toegedaan, dat de onderwijzer nu wel alle vertrouwen in hen heeft verloren. Ten onrechte natuurlijk, Vvant de onderwijzer begrijpt volkomen, dat hij die kinderen moeilijk verantwoordelijk kan stel len voor de smoesjes der ouders. Maar niette min, de kinderen hébben dit idee, dikwijls zóó sterk, dat zü nog lang na het voorgevallene hun onderwijzer niet in de oogen durven zien. Een ondefinieerbaar en dikwijls heel moeilijk uit te roeien angstcomplex staat dan tusschen leerling en leerkracht, hetgeen natuurlijk het zoo nood zakelijke contact tusschen belden deerlijk in den weg staat. Deze leerlingen ontwijken den blik van den onderwijzer en wanneer toevallig de onderwijzer zijn oogen op hen laat rusten, worden zfj zóó „unheimisch", dat zij de aan dacht voor de les er totaal bij verliezen. Ouders, waarom uw kinderen gekweld met uw valsche-schaamtegevoelens? Zij stichten zooveel onheil bij de opvoeding van uw kinderen. Bovendien, waar school en huis samen moeten werken, is het toch Juist van het grootste be lang. dat de school, voorzoover noodlg, ook weet door welke oorzaken en omstandigheden een en ander anders is geloopen dan verondersteld kon worden! Het is toch om nog maar eens ergens op te wijzen voor het desbetreffende kind verbazend onprettig, wanneer het dag in, dag uit om het schoolgeld gevraagd wordt, en het telkens moet antwoorden: „Vergeten”, en dat terwijl het weet, dat moeder niet hééft. Zoo n kind voelt zich mede „benauwend” tegenover de mede-scholieren, die zoo denkt het óf er al lang uit begrepen hebben, dat zij „arm” te, óf er haar op aan kijken, dat zj) zoo „vergeet achtig" is. Het eerste is weliswaar geen schan de, maar moeder schijnt het toch wél als zoo danig aan te voelen, en het kind dós ook, en het tweede te „pijnlijk” voor het kind, daar het toch in feite niét vergeetachtlg te. Met een enkel kort woordje op papier, dat moeder den vol genden keer zal „inhalen", had dit allemaal voorkomen kunnen worden. De onderwijzer had er tenminste het kind niet langer om lastig behoeven te vallen. Ook door uit valsche schaamte nlét-meedeelen van mede voor de school belangrijke gegevens kunnen de desbetreffende kinderen gedupeerd worden. Wanneer zich b.v. in een of ander huisgezin een onregelmatigheid heeft voorge daan, die de kinderen vreeselijk heeft aange- 8 repen en die zij toch niet kunnen of willen teggen aan den klasse-onderwijzer, b.v. een (amilie-twtet, te het van het grootste belang, dat de onderwijzer althans zóóveel krijgt medege deeld. dat hij bij zijn les-geven die kinderen kan ontzien tot zij weer wat rustiger gestemd zijn. Een kind, dat thuis een scène heeft meege maakt, door het voorgevallene mln of meer tenuwachtig geworden en niet met volle aan dacht zooals anders bjj de les te, kan men toch moeilijk gaan „beknorren”’ of een „spe- :iale beurt" geven. In het geval nu, dat de on derwijzer van niets weet, zou hij dit zich van niets bewust zijnde tóch kunnen doen en het kind daarmede op een zeer onheusche wijze be handelen, hetgeen Oe gesteldheid van het kind gewelfde „Lauben”, waarbij de straat zelf een voorportaal van de winkelhuizen wordt, en die met hun' warme omsluiting de warme gezellig heid van zoo'n oud bergstadje zoo Innig be vorderen, om al dat knusse en verkneukelde van zoo'n Alpenstadje met zijn Intiem karak ter, ben ik hier niet alleen met alles verzoend, maar houd Ik nu al lang van dit grijs bestoven Annecy, dat me aanvankelijk zoo weinig scheen te beloven. Ik voel me als thuis. Hier te niets van een nieuwe vreemdheid. Ik hervind hier met vreugd de cultuur van de Alpenlanden. Ik koop een zwaren druiventros en loop ervan te peuzelen op straat. Ik groet zoo maar menschen die voor bijgaan, en ze groeten vriendelijk terug. Alles staat me aan. Ik loop, er als een bekende. Ver trouwde namen klinken hier In mijn oor. Daar straks heb ik het groote standbeeld gegroet van Sint Franciskus van Sales, den patroon van het schrijversgilde. Hier te de kerk waar zijn moeder bad en smeekte, dat haar toch een kind mocht gegeven worden: en zjj kreeg een zoon die een heilige werd. Bewogen spel ik de woor den, die op zijn standbeeld gebeiteld werden: „Gloire de la Savoie et des lettres francaises”. Dan. in een klein groen tuintje achter het stadhuis, tusschen de oude wijken Ingeschoven, lees Ik bij een fonteintje, onder een gemetsel- den boog die met klimop omrankt is: „Au ma tin de PAques fleuries 1728 J. J. Rousseau ren contra lel Mme. WarenaEn we zien het too- neeltje. Er schijnt sindsdien zelfs niets veran derd aan het decor. Hoe gauw zou ik hier ingeburgerd zijn, wan neer ik er lang kon blijven toeven. Maar ik ben een zwerver, die nergens rust vindt en ik moet altijd weer verder, zelfs wanneer ik het niet zou willen: want dan roept weer telkens een taak naar een ander onderdak. Zoo moet ik ook nu den rugzak weer samen snoeren. maar niet zonder dat ik met Annecy de stille afspraak maak: we zien elkander weder! En nu het tot een schelden komt, word ik heel ernstig en begin Ik zoowaar wjjsgeerlg te peinzen. Ja, mijn Annecytje, zoo is het met Jou gesteld,’ in tegenstelling tot zoo menigeen, waarmee we in het leven kennis maken: de meeste menschen beloven alles bij de eerste ontmoeting; zij laten zich van de aangenaam ste zjjde zien en geven de mooiste dingen te verwachten; maar we kijken tegen een mooie facade op, en achter dezen gevel gaapt leegte; achter den schijn ligt een glanslooae werkelijk heid, een wereld in duigen: teleurgesteld kee- ren wij ons af en gaan.... Maar JU. Annecytje, beloofde weinig of niets, om daarna geleide lijk heel veel te geven. Ik draag de herinnering aan je schoonheid, als een dierbaar geschenk voor het leven, in mjjn dankbaar hart mee naar huls. bare koloniën grensde. Op zond de Duce Signor Gra Office te Londen, om „jjl te inviteeren, een af: ten ten gunste der van de Italiaansche Abessinlë. Mussolini de ronde tafel te woordde ontwil Irend- waarschuwingen. Toen het bleek, dat Londen de verovering van abessinlë wilde verhinderen door gebruik te maken van zijn gewelddadig overwicht in den Volkenbond nam Mussolini den handschoen op. Toen Eden. Laval en Alotel in Parijs cmderhandeldcn klom hij op een kanon en riep zijn zwarthemden toe, dat hl] den Volkenbond zou verlaten en dat hij „met Genève, zonder Genève en tegen oorlogsverklaring en sindsdien werd ten in Oost-Afrika en ook door een klein expe- dltle-leger in Vlaanderen. Het TOlk ontbrak ^hter alle geestdrift rrlOg &!n felle reactl' “«en POllt,ek 8n het verwoede m to de blnnenlandsche. bracht mil’ll aan het »*wlnd, die in Mei 1918 bij plebisciet met overweldigende meerder heid werd verkozen HIJ begon met het terug- ?eje\Van de gestolen kerk goederen, knoopte onderhandellngen aan met het Vatlcaan, en zorgde voor een behoorlijke administratie. Pais was de eerste moderne West-Europeesche dic tator, en merkwaardig te, dat hij al een plan opgezet had om van Portugal een corporafleven maken Niets werd hiervan verwezen lijkt, want In December 1918 viel Sidonlo Pais door moordenaarshanden Daarna begonnen de revoluties en de f'isillsdes weer. Tusschen 1920 en 1925 telde men alleen te Lissabon reeds 325 bomaanslagen. In October 1921 brak een ware anarchistische terreur los Verscheidene geheime genootschappen beoor loogden elkaar en in één nacht sleepte men tal van vooraanstaande persoonlijkheden uit hun hulzen om hen op strgit dood te schieten. De redding was echter nabij. Op 27 Mei 1926 verscheen op de muren van Braga, gamlzoen- stad in het hooge Noorden van Portugal, voor de proclamatie van slechts twaalf regels: „Portu- geezen, voor mannen mÜ een gevoel van eigen- waarde en eer te de politieke toestand van ons land ondraaglijk. Te, wapen, Portugal, voor de vrijheid en de eer van onze natie!" Het garni zoen van Lissabon liep terstond over, de regee ring stortte ineen als een stuk verrot hout en zonder eenlg verzet werd de dictatuur gepro clameerd. De grondwet bleef gehandhaafd, be- - ---i van de verkiezing van den I van Genévè” zUn weg aou gaan. Qb toenmalig» Engelsche minister van Bultenlandsche Zaken, Sir Samuel Hoare. antwoordde in de V alken- bondsstad, dat Engeland opkwam voo.' de col lectieve veiligheid en een collectieven tegen stand zou organiseeren tegen niet-geprovoceex- de aanvallen. Mussolini ging door met zijn oor log in Abessinlë en sprak in een interview met de Morning Poet de volgende woorden: „Kijk naar Portugal, Nederland en België ze heb ben allemaal vruchtbare koloniën. Italië heeft ook het recht, zulke koloniën te hebben. Zoo spoedig wij ze hebben, zal ook Italië, aooals alle koloniale mogendheden, conservatief wor den.” En tegenover de New York Sun stade hl): „Waarom worden wjj veroordeeld om iets wat u self zoudt doeh? U bent nooit voor een oor log op zij gegaan, als uw belangen op bet spel stonden. Denkt aan Mexico. Cuba en uw burgeroorlog tusschen Noord en Zuid!" En zoo bepaalde Mussolini ook zijn houding tegenover Ekigeland en Frankrijk. Nog eens, wanneer men afziet van het in ge ding brengen der zedelijke orde helpen do»t deze orde In de koloniale politiek helaas toch niets, waar het gaat om het naakte egoïsme der machthebbers had Mussolini geen ongehjk zich te verzetten, vooral tegen het Engelsche imperialisme, dat hem schoone vermaningen deed toekomen. Albion beheerscht een vierde deel der wereld, heerscht over 450 millioen men schen (waarvan 384 millioen kleurlingen zijn). En deze mogendheid wilde hem Abesslrië niet gunnen! Het was nutteloos, den Duce voor te houden, dat bet Britsche Rijk vóór den wereld oorlog was opgebouwd en dat het Volkenbonds- pact aan den roof van nieuwe gebieden een ander karakter gat. Het was er dan ook een argument naar! Engeland had begin deaer eeuw oorlog tegen de Boeren gevoerd. Engeland on derdrukte Jarenlang 320 millioen menschen in Tndlë. Engeland had Japans optreden in Mand- sjoerjje niet verhinderd. Mussolini had geen on geluk door dit te constateeren. Er was nog vMl meer. Van 1788 tot 1925 voerde Engeland onge veer twintig oorlogen, om den weg naar Indië open te houden. Het streed tegen Napoleon aan den NUL bU Trafalgar, bij Aboeklr en indirect voor Kopenhagen, dat bet moedwillig ootnbar- deerde. Het intrigeerde in Egypte, annexeerde Aden, viel Abessinlë binnen, marcheerde door Perzië en verbond zich in den Krimoorlog met de Turken tegen de Russen. Het veroverde Cy prus. vermeerderde zUn macht in Egypte drong in Soedan binnen en streed in den wereldoor log, om den Duitschen drang naar he< Oosten te vernietigen. Het is te begrijpen, dat de ..Habenlchts" eoo- als Dultschland en Italië zich zelf sarcastisch noemden, hun verlangen naar koloniën kenbaar maken en steeds nadrukkelijker kenbaar maken. Men maakte een Hjst op van de „onafhanke lijke gebieden”, welke Engeland sedert 18^0 heeft geannexeerd. Het is een leerzame HJst: Belutchistan; Birma: Cyprus: Wel-hai-weO»; Hongkong; Koweid; Sinal; Noord-Gumea: de Salomons-eilanden; de Tonga-eilandenSoe dan; Oeganda; Brltach-Oost-Afrika: Britach Somaliland: Zanzibar; Transvaal: Orante-Vrij staat; Rhodesië; Brltsch-Centraal-Afrika; Ni geria. En na den wereldoorlog de mandaatsgebie- den: Palestina; Trans-Jordanlë: TWrvanfkaSVOo Togo: Kameroen: Zuid-West-Afrika. 5 Zelfs den Enrelschen ging nu en dan een1' licht op. dat dit wel wat al te veel was. En de Italianen toonden begrfo voor de schuchter» woorden van Sir Samuel Hoare, die bil sprak in den Volkenbondsrasd op 11 September 1935 en waarmede hij verklaarde, dat „de so’onlale rrondsteffen Inderdaad een beetle on-eHjk wa ren verdeeld." De Duce heeft met Albion zUn accoord ge sloten Nauwelijks is de inkt droog, of de agi tatie om Trtnia begint. Tunis nu is Fransch. niet Envelsch Daar zit voorloopig de kern der zaak. ET zouden in dit verband vele vragen ziin te stellen. Het »1 het beste zijn, even af te wachten Zeker is. dat er iets „en msiche" is. Jammer, dat de Latilnsche zusters er rr«de ge moeid zi’n. Of zou de onderteekenine van de rmitsch-Fransche verklaring In Partis wellicht de situatie redden? WIJ hopen het. Maar dan moet de Dultsche pers een andere houding aan nemen en moet „Kraft durch Freude” haar energie op andere plaatsen ontladen voor Antonio de Oliveira Salazar in Portugal I «e Corporatieve Orde kon vestigen, moest dit I and een langen lijdensweg gaan. In Studiën I «eft mr. Brongersma een schets hiervan, waar- nn wij een en ander ontleenen. I Na de revolutie van 1820 kreeg Portugal een I liberaal bewind. Het werd door eenige idealls- ten voorzien van een parlementaire staatsin- Achting waarom het volk niet gevraagd had I ,n die het ook niet begreep. Het kiesrecht. I overigens op vr« bescheiden schaal toegekend. I verwezenlijkte er niet een democratie, maar I sert integendeel een anti-democratisch machts- I middel in de handen van de plaatselijke over- I heden en de groot-grondbezltters. Deze plaatse- I lijke overheden, de „caciques", werden benoemd I door de partij, die de macht veroverd had, I meestal na een staatsgreep. Door anonieme I brieven, beloften en bedreigingen, gwweldple- I png en omkoopen. verduistering van stembil- I jetten en het plaatsen van fictieve namen op de I kiezerslijsten wisten de „caciques” het ge- I vernachte resultaat bjj de verkiezingen te waar- I borgen. Langs dezen weg verkreeg de heer- I«bende partij een bijna dictatoriale macht en I ns een omverwerping daarvan vrijwel alleen I door revolutie te bereiken. In de voortdurende onrust, die door dezen I «and van zaken gehandhaafd werd, verwaar- I loosden de elkaar snel opvolgende ministeries de I «dale en economische belangen. Zoo voorbereid kwam het rampjaar 1891. Een I crisis in Brazilië, de vroegere kolonie waarmee I Portugal nog steeds economisch hechte ban- I den bezat, gevolgd door het faillissement van I ëjn offlcieele bankiers te Londen brachten het I land aan den rand van den afgrond. Maar het I I loslaten van den gouden standaard, het staats- I bankroet, de tierceering van de buitenlandsche I schuld en de daaruit voortvloeiende internatio- I nale moeilijkheden, dit alles vormde nog slechts I een onderdeel van de ellende, die in dit Jaar over Portugal kwam Tegelijk met de economl- I Kbe accentueerde zich ook een politieke crisis. Van oudsher speelde de Vrijmetselarij op staatkundig terrein een belangrijke rol. In den dynasüeken strijd, die Portugal in de eerste helft van de negentiende eeuw verdeeld hield, bad zij oorspronkelijk partij gekozen vóór de li berale en tegen de conservatieve monarchie. Later werd echter een stelselmatige propagan da gevoerd tegen het koningschap, dat men schuldig verklaarde aan alle rampen, die het and troffen. In 1906 was de toestand hopeloos geworden en de ministers wisten geen raad meer. Toen bood Jëao Franco den konlng zijn hulp aan. In Mei 1906 werd hjj minister-president, een Jaar later werd hij dictator. HU begon op de in Portugal gebruikelijke wijze de verkiezingen te beïnvloeden om een Cortes bijeen te brengen waarmede te regeeren viel. Maar tot zijn onge luk was het aantal van zijn persoonlijke aan hangers gering. Franco zag zich hierdoor ge dwongen ook aan de minder gunstige elemen ten onder hen ambten, soms zelfs hooge amb- tm. toe te vertrouwen en tenslotte ook leden nn andere partijen aan te stellen. Dit ver-' zwakte zijn greep op de Cortes en in 1907 zond bij deze eindelijk voor onbepaalden tjjd naar huis. Men was in Portugal langzamerhand aan veel gewend geraakt, maar deze dictatuur drukte wel ongewoon zwaar. De bedoelingen van franco waren ongetwijfeld boven elke verden king verheven, doch men kan moeilijk aan den indruk ontkomen, dat hfj een krachtfiguur was bunder veel tact. Terwijl de economische toe stand steeds zorgelijker werd en de kleine man steeds meer ten slachtoffer viel aan uitzuigerij en corruptie, werd de schuld van de Kroon aan de schatkist weggewerkt door zonderlinge fl nancieele manipulaties en tot slot de civiele W verhoogd met ongeveer f400.000, bij de fect, alleen door Franco en den konlng zelf, onderteekend. Zelfs van een populair vorst zou iwda Jaren tevoren aangekondigde omwenteling Op 3 October 1910 brak de revolutie uit y_e<D Panf oorlogsschepen; den volgenden dag bombardeerden scheepskanonnen het koninklijk Pai'h en vluchtte de jonge konlng; weer een dag later was alle tegenstand gebroken en Por- “tal een republiek. Aan het hoofd van de nieuwe regeering kwam Wilo Braga, een bekend geleerde en vooraan- «aand vrijmetselaar. Het nieuwe regiem zette in met het gevangen nemen, martelen en vermoorden van priesters “kloosterlingen. Nonnen werden mishandeld, r***0 seplunderd, kloosters door de artillerie gebombardeerd. Het slot was opheffing van de ibtaelljke orden, lalceerlng van het onderwijs scheiding van Kerk en Staat. De wet, waar- 8eschle<3de, overtrof In hatelijkheid en *~“ur alles, wat men op dit gebied ooit ge- *~n,had was er volgens den ontwerper op ““^end. in twee generaties het Katholicisme ‘Portugal te doen verdwijnen. werd de nieuwe grondwet afgekon- ^■’^hlina 15 Jaar haar gelding zou behou- Toen in 1912 de Thomasson zijn gerucht- kend artikel schreef ovei „Les deux anar- ~*b ouropéennes: l'ottomane et la ixirtugaise" "bod men dus nog aan het begin. Misschien is balans van die jaren het beste op te maken takele nuchtere cijfers: 8 staatspresidenten: ^tataisteries; meer dan 20 revoluties; 158 J™0** stakingen; rente van staatsschulden 13 7*- in particuliere contracten 15. 20. tot 25 pet.; «aarde van het geld gedaald tot 1/33ste van ’’••Wonkelijke. In tien jaar tyds was het •I schatkistbiljetten verveertlgvoudlgd. ter- de uitgaven met 326 pet. vermeerderden ^aangenomen wetten werden veelal in het ge- niet uitgevoerd, de salarissen der ambte- niet betaald; belastinggelden verdwenen dg takken dei politici; beroepsmisdadigers in net parlement en gebruikten hun on> tegenstanders uit den weg te ruimen; “*'°iutlonnalr’' was een beroep geworden, dat *7° °P rijn visitekaartje vermeldde. Daarbij 7VUWle cumulatie van ambten, vriendjespoli- S~' btügende sociale ellende, toenemende "^oosheid. Vanaf 1919 was er practise!) geen meer, de tekorten kregen ontstellen- ^Jimetlngen. de schuldenlast was onoverzlen- 1Jh? de Jaren nam de onrust toe. Evenals in gaf het probleem van al- of niet deel- aan den Wereldoorlog aanleiding tot strijd Uit angst voor verlies van het ‘oniaai bezit en onder zware pressie van En y*°a ‘egde de Portugeesche regeering ten- T®"* In 1916 beslag op de Dultsche schejien. een toevlucht hadden gezocht op de Taag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 11