en
9
alsche schaamte
Verkenning
in
ANNECY
Lange lijdensweg
moest afgelegd
Het Engelsche wereldrijk
Italië
Corporatieve Portugal
Frankrijk
HET ZWANEN-MEER
Rome en Berlijn nog
lang niet tevreden
u
De leerlingenschaal
1
baas
ilaar
miel
ider
hl
wei
i-2
k-1
JOS. DETONY
ta®chen op. Ongestoord, ondergronds,
k-S
BB
baar
IK.
Dr. FELIX ROTTEN.
TO
rë
I
dtt
lMk
i»Je.
nam
met
U te
*rt.
1-2
onderteekend. Zelfs r"
dit niet licht verdragen hebben.
echter
na
•Me.
acht
lig?’
J...
n in
Ier».
laar
«M
arte
lond
Net
i te
Hoe
teressante
tijd,tiia-A
ring,
3 en
trok
niet
Poen
lond
een
het.
d'r
en
cht,
late,
hij
lijou
luit
ze
dat
■- al
wel,
telt te Coimbra tot minister van financiën.
Zoo deed prof. dr. Antonio de Oliveira Sala
zar, een van de minst opvallende en meest in-
.tslieden van den tegenwoordigen
de in het groote gebouw aan de
do Paso.
Het kasteel te Pelez in Transsylvanie is beroemd om zijn rijke meubileering. Een
kijkje in een der prachtige zalen
zwenken in het druk seizoen, dat het een
en
Het kasteel Chillon aan het Meer van
Genève
-.De. P^ieke moeilijkheden stapelden zich in-
7 »-■ vuuet vxiua. Wroet-
J®de geheime machten voort en bereidden.de
natuurlijk niet ten goede komt. Ja, het kan
zelfs gebeuren, dat het kind dit den onderwijzer
kwalijk neemt en nooit zal vergeven, hetgeen
een verwijdering tusschen belden met zich
medebrengt,, die de onderwijzer niet kan ver
klaren, noch oplossen. Kinderen zijn zoo ge
voelig en denken er niet aan, dat de onderwij
zer anders zou gehandeld hebben als hl) anders
gewéten had.
halve ten aanzien r
president en de wetgevende bevoegdheid
de Cortes.
De militaire dictatuur, eerst onder leiding
--van ge-
van Gomes da Costa, weldra onder die r-~
neraal Carmona, den tegenwoordigen president
van Portugal, herstelde in de eerste plaats de
inwendige rust en orde. Veel verder kwamen
deze officieren niet. Ze waren bezield met de
beste bedoelingen, maar wisten alleen niet goed
welke.
De toestand kon niet zoo blijven. Er moest
iets gedaan worden, in de eerste plaats voor de
staatskas, die er met den dag wanhopiger voor
stond. De generaal, aan wien het Ministerie
van Financiën was ten deel gevallen, had bij
de aanvaarding van zijn functie zijn medewer
kers en ambtenaren begroet met de woorden:
„Ik weet niets van financiën af: het eenjge wat
ik weet, is dat de mijne In volkomen wanorde
zijn." Al spoedig besloot Gomes da Costa het
met een vakgeleerde te beproeven en benoemde
Dultschland beantwoordde dit terstond met een
er gevoch-
Er komen zoo in het dagelijksche schoolleven
van dé zijde der ouders heel wat mededeelingen
binnen, die op de keper beschouwd dikwijls ver
bezijdefl de waarheid zijn, en.... moeilijkheden
scheppen tusschen leerling en leerkracht. Het
zijn de uit valsche schaamte ontstane ..smoes
jes'I
Jan komt te laat, want ..hij Is naar den dokter
geweest". In werkelijkheid heeft het huisgezin
zich verslapen en deerlijk ookl Plet heeft zijn
huiswerkschrift „verloren". In werkelijkheid is
gisteravond de koffiepot over de tafel gevallen
en is het hulswerkschrift ontoonbaar geworden!
Rika heeft maar steeds haar schoolgeld „ver
geten". in werkelijkheid kwam het erg onge
legen! Een ander heeft verzuimd „wegens ziek
te", doch in werkelijkheid moesten zijn schoenen
gemaakt worden! Etc. etc.
Het ligt toch voor de hand, dat al zulke
„draaierijen”, dikwijls om de meest onbenullige
dingen, waarvqpr niet één onderwijzer de des
betreffende ouders er „op AAn zal zien", tame-
lijk snel aan het licht komen, hun bedoelde
effect dus niét sorteeren, maar wel tengevolge
hebben, dat de kinderen, die deze „leugens op
commando" hebben uit te voeren, door de
ouders zelve grondig onderwezen worden In het
„liegen" en er al heel gauw toe komen, eigen
moeilijkheden op soortgelijke wijze af te doen.
Dikwijls zóó geroutineerd, dat zjj het verschil
tusschen waarheid en onwaarheid niet eens
meer onderscheiden. De ouders worden met hun
eigen methode „bedrogen” en op school vormen
die leerlingen de categorie, die de onderwijzer
moeilijk vertrouwen kan, hetgeen bjj eventueele
conflicten met andere leerlingen en als het op
bestraffen van een en ander aankomt de
meest ingewikkelde situaties schept. De onder
wijzer wordt door de onbetrouwbaarheid van
deze „gewoonteleugenaars" dikwijls in een moei
lijk parket gebracht, immers door hunne onbe
trouwbaarheid kan het gebeuren, dat zij wel
eens onverdiend straf oploopen, hetgeen weer
aanleiding geeft tot niet uit te maken meenings-
verschlllen tusschen school en huis.
De kinderen, die de door thuis gedicteerde
leugens niet dan met tegenzin overbrengen, ver-
keeren al in een zéér lastige positie. Zij worden
door de ouders feitelijk tusschen hen en den
onderwijzer geplaatst. Eenerzjjds toch willen zij
vader en moeder niet afvallen en hen te schande
maken, en anderzijds willen zij ook den onder
wijzer niet bedriegen. Voorzoover het dan ook
bij de „boodschap in kwestie" alléén blijft, sla
ken zij een zucht van verlichting, maar voelen
zich toch een tikje ongemakkelijk ten aanzien
van hun geweten. Erger wordt deze ongerust
heid wanneer de onderwijzer naar een en ander
verder navraag doet b.v. tegen Piet: „WAAr heb
je je schrift dan verloren?” Het antwoord op
deze onverwachte vragen hebben zij niet
kant en klaar van huls meegekregen. Het wqrdt
dus nu aan hun eigen Initiatief overgelaten
boord. Een fantastische wand, die er het stra
lend iandschap afsluit. Links loopt de laan van
de groene platanen: de weg naar Veyrier, die
ook de weg naar de Plage is. Bij den groenen
wal van die laan sterft het zilveren watervlak
op het vlakke, wiJdgestrekte strand. Maar naar
rechts verliest zich de glanzende, zilveren wa-
tervlakte in het perspectief van het Iandschap,
als een gerekt akkoord, dat eindeloos voort-
i zingt onder het orgelpunt van den blauwen he
melkoepel.
Geen schepen, geen buurvaart of zeiltjes op
1 dit oogenbllk. Niet eens de blanke hiëroglief
van een kleine, dartele kano, die er voorbjj-
schiet langs strakke lijn. Maar wel een vlucht
van zwanen.
Ik tel de handvol stippen, zooals ze er op
het rimpelend water liggen uitgestrooid. Lou
ter zwanen in den stillen morgen op het rim
pelend zilver. Sierlijke, slanke halzen. DAAr
half geheven vleugels, zoodat de prachtige vo
gel, „dat vrolijke waterdier", zooals Vondel zei-
de, er ligt te drijven als een kleine, witte boot.
DAAr de roeiende beweging van het schuim-
wltte zwanenlijf; ginds liggen er roerloos, als
alles vergetend, op het water gespreid als
vlokken van wit schuim in kroezels.
Drijven zij er als symbolen? Liggen zij er
om een legende, of een naam, de sprakeloozen,
die toch altijd aan muziek doen denken?
Deze zwanen hebben het meer van Annecy
voor mijn gevoel den onvergetelijken toets ge
geven. Het zilveren meer; het zwanen-meer.
En wanneer Ik nu terugloop naar mijn punt
van uitgang in het stadje, (grooter dan Ik ver
moed heb», niet langs dezelfde Hjn. maar
langs een andere straat, door het oude stads
hart heen, ben ik plots verzoend met alles
wat ik tegenkom. De oude stad, met kronkel-
straten en arkadenbogenBinnen den stads
muur ligt op een heuveltje een oud kasteel,
dat nu kazerne is. Hoe past het bij het land
schep en het schoone water. En dan straten
met .Xauben”, als te Brixen en te Boozen,
arkadengangen. waar venters en verkoopstal-
letjes hun waren uitkramen, bloeiend fruit,
linten en lappen, en allerhand bonte kramerijen.
Een Alpenstad als zoo menig dierbare be
kende. maar dan nü op Franschen boden)
En bedrijvige marktdrukte op kleine pleintjes
Een kanaal baant zich een weg door deze oude
stadswijk, met haar scheefstaande, zwaar ge
schoorde huizenblokken. Baliekluivers hangen
^emoedeiyk over de leuning van de kanaal-
bruggen. Spreek die menschen aan op straat,
een en al vriendelijkheid. Een glimlach straalt
aanstonds naar je toe. Daarbij het zangerig
gedein van de bekoorlijke taal. Hoe werkt dit
alles verblijdend en behaaglijk.
Om al die grauwe hulzen, «raar ze den be
zem met rust laten in zijn hoek, die grijze ge
vaarten met hun steunmuren en hun donkere
doorgangen van de eene straat naar de andere
om al die rijen van ogieven en boffen, van
Het Katholieke Schoolblad, orgaan van het
Katholiek) Otnderwüzero» Vierbond', schrijft
een artikel „Na den slag”:
Voor d# tweede maal te de actie tot ver
betering van de leerUngenschaal mislukt.
Het K.O.V. heeft gedaan, wat bet kon.
Geen der actiemiddelen te verwaarloosd.
En succes te er in zooverre, dat b.v. onze
geheele fractie overtuigd te van de noodzake
lijkheid tot verbetering der leerUngenschaal.
Men onderschatte zulks niet.
Ook te er de overtuiging, dat het werk
loosheidsprobleem schreeuwt om oplossing.
De katholieke pers en ons volk hebben
goeddeels dezelfde opvattingen.
Onze katholieke bladen hebben op aller
lei wijzen onze actie gesteund.
Er te geen geld, heeft de Minister gezegd.
Dus komt er niets van.
De slag te nu verloren.
Voor de zooveelste maal.
Dat beteekent ook. dat voor de zooveelste
maal weer opnieuw begonnen wordt.
Blijft evenwel de vraag, of de strijd op
dezelfde wijze gevoerd moet worden.
Uit wat de Minister-President gezegd
heeft naar aanleiding van de schaalverbe-
terlng te te begrijpen, dat er geen geld is
voor een terugkeer naar 1920. d w.z. dat de
Regeering de benoodlgde millioenen niet be
schikbaar stelt.
Er te evenwel niet gebleken, dat er geen
geld te voor verbeteringen van minder om
vang. Integendeel, er zijn voldoende aanwij
zingen, dat er wel geld te voor zeer beschei
den schaal-correctie.
Het zal dus logisch zijn, ate men iets wil
bereiken, na te gaan welke stappen nu
gezet moeten worden.
Daarbij zal vastgehouden moeten worden
aan een schaalregeling ex art. 28 en bij
groote uitzondering ex art. 56. 2e lid.
De schaal zal moeten zijn van een zekere
soepelheid, die aanpassing toelaat bij de
flnancieele mogelijkheden. Ze zal de fouten
in de bestaande en bestaafttaebbende scha
len moeten vermijden. Ze xë^bovendlen van
zoodanige structuur moeten zijn, dat se aan
vaardbaarheid voor openbaar en bijzonder
onderwijs insluit
Een nieuwe actie gaat beginnen.
Het K.O.V. zal opnieuw, na het oversten
van het slagveld, de wapenen aangorden.
Want er moet verbetering komen.
En wij betwijfelen, of onze Minister een
tweede mated zal prijsstelten op een figuur
als thans door zijn houding ontstaan is.
eerst, waar een prachtige laan van eeuwenoude
platanen haar portieken opent: de weg naar
Veyrier, naar ik weet niet waarnaar toe: de
weg naar het strandbad.
Maar koppig keer ik terug. Ligt Annecy nou
aan het meer, of niet, en waar is hét dan? Het
meer van Annecy, dat een gedicht moet zijn.
Het maagdelijke meer, desnoods met visschers
en schuiten,maar nu ’s niet met tennisbanen,
parasols en badgasten. Het meer.
„O zoo? Nu, dat ligt achter het stadspark.”
Het stadspark sluit het groote plein af. waar
Ik sta. Het te hier vlak voor me. In zekeren
zin draagt Annecy zjjn stadspark als een tuil
bloemen aan zijn boezem. Het gaat er achter
schuil als achter een scherm van groen. Coquet-
terle? Wil het verborgen blijven? Durft het niet
in den spiegel van het water zien? Het park
breekt het verband, dat er tusschen stad en
water kon zijn.
En ik denk aan Como. Dit Italiaansche stadje
strekt zijn beide armen naar het water uit, en
omvangt het geheel in durende omhelzing. Het
hangt aan den watertand, als een net aan een
draad. Het heeft de ronding van zijn meer in
zich opgenomen, en buigt er den ring van zijn
strandboulevard omheen. Schommelende schuit
jes en bezeilde schepen, jachten en stoomboo-
ten, op bet water drijvend, werden zoo, evenals
de boomen langs het water, mede sieraad van
de stad en haar kaai.
Maar Annecy, de stad, weet niets van een
meer. Zij legde er geen promenade langs; zu
heeft het water niet omzoomd met aanleg-
plaatsjes en havenkommen, waarboven want
en takel dobbert, zonder boulevard vol ban
den, waar mast en zeiltjes verstoppertje spe
ten met de groene boomen. Annecy Is zijn meer
niet genaderd, te het niet tegemoet getreden in
teedere vertrouwelijkheid. Het bleef er vér van
als gaf het er heeiemaal niet om. Het schoot
er den open waaier van zijn pluimend park voor.
s om het niet te zien.
Doch kom nu met me mee het park in. We
treden door zijn groenen schemer, onder net
uonker geboomte, waar standbeelden de wacht
houden, alsof ze er stom over de stilte waken.
We gaan tusschen perken en heesters door, on
der de zware loovertrossen van de oude takken.
En dan op eenmaal te het er, het meer
Welk een pracht. Een feest van zilver en van
.peelsche reflexen is die wijde watervlakte,
waar de zon op schittert. In den achtergrond
teekent zich rustig, ernstig en grootsch, de
scherpgetande zig-zag van de bergen af, die
het water vasthouden binnen zijn parelen
Er is niets van een geluksvoorspelllng iif het
Iandschap, zooals de reiziger dat ziet, die van
Aix-les-Bains naar Annecy af daalt. De weg
daarheen houdt geen UefeliJke belofte in, zelfs
riet tegen het einde van den rit, wanneer het
doel bereikt wordt. Ook dan is er nog niets
dat hooge verwachtingen wekt. Deze vreemde
lingenstad die haar goede faam wellicht op
haar mooien naam grifte, komt in genen deele
den bezoeker aanstonds verlokkend tegemoet,
zooals Avignon.
Zet voet aan wal in de breede straat, die als
een pijl voor u uit schiet. Maar eer ik u
zeg, hoe banaal dit alles te, moet ik u verzoe
ken dit opstel tot het einde toe te willen lezen,
omdat ik niet bij dezen eersten ontnuchteren
den indruk gebleven ben, en per slot van An
necy ben heengegaan met een verliefd hart en
uitermate voldaan.
Maar de inzet, weet u! Die „Auftakt” te geen
blijde vondst, geen stralend motief voor feeste
lijke bazuinen Ben ik te verlangend om het
gedroomde land te zien? Waar is de flonkeren
de natuur? vraag ik geërgerd, wanneer ik hier
«vergeefs uitzie naar bergen.
Ik wil naar het meer, het meer van Annecy,
_>m mezelf nu maar dadelijk met geweld over
dezen tegenvaller heen te helpen. Ik loop de
pijlrechte winkelstraat langs. straat zonder
een boom. en kom dan tot een groote open
heid: een plein een deftige ruimte, met boo-
mengroepen her en der. met hulzen en hotels,
die er de stad begrenzen. Een politieagent op
post, midden op de ruimte, waar auto's rollen
ust te: want Aix-les-Balns te in de buurt,
Chamonix plus Genève niet ver.,..
Maar nog altijd geen meer.
Parbleu, ie Lac!? Waar te het water?
„Mon bon monsieur, la Plage
Wat, bon monsieur, dat Is toch, hoop
etselfde niet!
Och. lieve deugd ze spreken hier dus van
een Plage, een badstrand, een strandbad. NU
goed, la Plage dan maar, dam zal het water
wel van zelf komen.
En Ik loop nog weer verder, in de lijn van
Italië schijnt het bezit van Tunesië te willen
doordrijven. Alle methoden, die het aanwendt
wijzen er op; zij zijif niet nieuw, maar nisi
beproefd voorbeeld gevormd. Het Derde Rijk
heeft zulke methoden In Europa Ingeburgerd
die vroeger alleen de koloniale mogendheden
buiten Europa gebruikten. Het verwekken
van grensincidenten, het sensationeel wakker
roepen van historische gebeurtenissen, het slui
ten van vriendschappen met mogendneoen, die
men om de een of andere reden diensten had
bewezen, dit alles te In Europa <^het oogen
blik waar te nemen. Wij hebben het „afpellen”
van Tsjecho-Slowakije, naar alle regelen der
politiek-diplomatieke kunst, aanschouwd Even
als Oostenrijk werd het Sudetenland door aller
lei beproefde kunstmiddelen annexatle-rijp ge
maakt. Bloed behoeft niet meer te vloeien, de
angst der anderen, om bloed te vergieten, wordt
dienstbaar gemaakt aan het voeren van on
bloedige veroveringsoorlogen. De agitatie om
Tunesië te een getrouwe copie van wat gebeurde
met Oostenrijk. Tsjecho-Slowakije en Abessinlë.
De brandende kwestie te nu maar, of de Itali
aansche agitatie succes zal hebben zonder weer
acuut gevaar op te leveren.voor den wereld
vrede. De Italianen, die Dultschland den enor-
men dienst bewezen hebben, voor een tweede
maal den „Anschluss” niet te verhinderen en
bij het Tsjecho-Slowaaksche débAcle neutraal
te blijven, krijgen reeds hulp van het Derde
Rijk bij hun propaganda voor de verovering
van Tunesië. Geheele scheepsladingen Kraft
durch Freude”-menschen demonstreeren geza
menlijk met de Italianen voor de verovering
van Tunesië, welk land, zooals het neet, door
de Italiaansche kolonisten in cultuur te ge
bracht en door funeste vergissingen en Intriges
in het bezit van Frankrijk kwam. Men herin
nert zich nog wel de sensationeele openhartig
heid in de boeken van de maarschalken De
Bono en Graziani aangaande het verwekken
van grensincidenten in Abessinlë Men weet
dan tevens, waarheen nu de reis gaat.
Het komt ons voor, dat men de thans aan
de orde gestelde Tunesische kwestie zonder
sentimentaliteit moet behandelen. Natuurlijk
zou men het liefste naar de normen der sede-
Ujke orde oordeelen en zijn standpunt bepalen..
Maar heel de geschiedenis van de koloniale
politiek, tot op onze dagen toe is daartoe wei
nig geëigend. Het gaat om naakt realisme.
Italië te indertijd na den wereldoorlog te Parijs
onrechtmatig behandeld. De Dultsche bult wer-i
verdeeld en Italië kon toekijken. Dit heeft veel
kwaad bloed gezet in het ontwaakte Italië, van
Mussolini. En men werd begrijpelijk doof voor
de Engelsche en Fransche .gerechtigdheid."
Italië had expansie noodlg en wilde deze zoeker
in Abessinlë, welk land aan zijn weinig vrucht-
leyf 9en Januari 193»
rfi naar het Foreign
Engelsche, regeering
lerljjk accoord te slul-
monlsche ontwikkeling
en ^Engelsche belangen in
:hte de kwestie aan
idelen. Loncen ant-
geen directe
eenigen tijd
of zij alsnog er een „draal” aan zullen geven, of
dat zjj vader en moeder nu maar zullen af
vallen. In het eerste geval worden zij nóg on
rustiger en voelen hun geweten nog méér be
swaard, en In het tweede geval kan het ge
beuren, dat zij angst hebben voor thuis, terwijl
zij daarnaast ook nog de idee zijn toegedaan,
dat de onderwijzer nu wel alle vertrouwen in
hen heeft verloren. Ten onrechte natuurlijk,
Vvant de onderwijzer begrijpt volkomen, dat hij
die kinderen moeilijk verantwoordelijk kan stel
len voor de smoesjes der ouders. Maar niette
min, de kinderen hébben dit idee, dikwijls zóó
sterk, dat zü nog lang na het voorgevallene hun
onderwijzer niet in de oogen durven zien. Een
ondefinieerbaar en dikwijls heel moeilijk uit te
roeien angstcomplex staat dan tusschen leerling
en leerkracht, hetgeen natuurlijk het zoo nood
zakelijke contact tusschen belden deerlijk in den
weg staat. Deze leerlingen ontwijken den blik
van den onderwijzer en wanneer toevallig de
onderwijzer zijn oogen op hen laat rusten,
worden zfj zóó „unheimisch", dat zij de aan
dacht voor de les er totaal bij verliezen.
Ouders, waarom uw kinderen gekweld met uw
valsche-schaamtegevoelens? Zij stichten zooveel
onheil bij de opvoeding van uw kinderen.
Bovendien, waar school en huis samen moeten
werken, is het toch Juist van het grootste be
lang. dat de school, voorzoover noodlg, ook weet
door welke oorzaken en omstandigheden een
en ander anders is geloopen dan verondersteld
kon worden! Het is toch om nog maar eens
ergens op te wijzen voor het desbetreffende
kind verbazend onprettig, wanneer het dag in,
dag uit om het schoolgeld gevraagd wordt, en
het telkens moet antwoorden: „Vergeten”, en
dat terwijl het weet, dat moeder niet hééft. Zoo n
kind voelt zich mede „benauwend” tegenover de
mede-scholieren, die zoo denkt het óf er
al lang uit begrepen hebben, dat zij „arm” te,
óf er haar op aan kijken, dat zj) zoo „vergeet
achtig" is. Het eerste is weliswaar geen schan
de, maar moeder schijnt het toch wél als zoo
danig aan te voelen, en het kind dós ook, en
het tweede te „pijnlijk” voor het kind, daar het
toch in feite niét vergeetachtlg te. Met een enkel
kort woordje op papier, dat moeder den vol
genden keer zal „inhalen", had dit allemaal
voorkomen kunnen worden. De onderwijzer had
er tenminste het kind niet langer om lastig
behoeven te vallen.
Ook door uit valsche schaamte nlét-meedeelen
van mede voor de school belangrijke gegevens
kunnen de desbetreffende kinderen gedupeerd
worden. Wanneer zich b.v. in een of ander
huisgezin een onregelmatigheid heeft voorge
daan, die de kinderen vreeselijk heeft aange-
8 repen en die zij toch niet kunnen of willen
teggen aan den klasse-onderwijzer, b.v. een
(amilie-twtet, te het van het grootste belang, dat
de onderwijzer althans zóóveel krijgt medege
deeld. dat hij bij zijn les-geven die kinderen kan
ontzien tot zij weer wat rustiger gestemd zijn.
Een kind, dat thuis een scène heeft meege
maakt, door het voorgevallene mln of meer
tenuwachtig geworden en niet met volle aan
dacht zooals anders bjj de les te, kan men
toch moeilijk gaan „beknorren”’ of een „spe-
:iale beurt" geven. In het geval nu, dat de on
derwijzer van niets weet, zou hij dit zich van
niets bewust zijnde tóch kunnen doen en het
kind daarmede op een zeer onheusche wijze be
handelen, hetgeen Oe gesteldheid van het kind
gewelfde „Lauben”, waarbij de straat zelf een
voorportaal van de winkelhuizen wordt, en die
met hun' warme omsluiting de warme gezellig
heid van zoo'n oud bergstadje zoo Innig be
vorderen, om al dat knusse en verkneukelde
van zoo'n Alpenstadje met zijn Intiem karak
ter, ben ik hier niet alleen met alles verzoend,
maar houd Ik nu al lang van dit grijs bestoven
Annecy, dat me aanvankelijk zoo weinig scheen
te beloven.
Ik voel me als thuis. Hier te niets van een
nieuwe vreemdheid. Ik hervind hier met vreugd
de cultuur van de Alpenlanden. Ik koop een
zwaren druiventros en loop ervan te peuzelen
op straat. Ik groet zoo maar menschen die voor
bijgaan, en ze groeten vriendelijk terug. Alles
staat me aan. Ik loop, er als een bekende. Ver
trouwde namen klinken hier In mijn oor. Daar
straks heb ik het groote standbeeld gegroet
van Sint Franciskus van Sales, den patroon van
het schrijversgilde. Hier te de kerk waar zijn
moeder bad en smeekte, dat haar toch een kind
mocht gegeven worden: en zjj kreeg een zoon
die een heilige werd. Bewogen spel ik de woor
den, die op zijn standbeeld gebeiteld werden:
„Gloire de la Savoie et des lettres francaises”.
Dan. in een klein groen tuintje achter het
stadhuis, tusschen de oude wijken Ingeschoven,
lees Ik bij een fonteintje, onder een gemetsel-
den boog die met klimop omrankt is: „Au ma
tin de PAques fleuries 1728 J. J. Rousseau ren
contra lel Mme. WarenaEn we zien het too-
neeltje. Er schijnt sindsdien zelfs niets veran
derd aan het decor.
Hoe gauw zou ik hier ingeburgerd zijn, wan
neer ik er lang kon blijven toeven. Maar ik ben
een zwerver, die nergens rust vindt en ik moet
altijd weer verder, zelfs wanneer ik het niet
zou willen: want dan roept weer telkens een
taak naar een ander onderdak.
Zoo moet ik ook nu den rugzak weer samen
snoeren. maar niet zonder dat ik met Annecy
de stille afspraak maak: we zien elkander
weder!
En nu het tot een schelden komt, word ik
heel ernstig en begin Ik zoowaar wjjsgeerlg te
peinzen. Ja, mijn Annecytje, zoo is het met
Jou gesteld,’ in tegenstelling tot zoo menigeen,
waarmee we in het leven kennis maken: de
meeste menschen beloven alles bij de eerste
ontmoeting; zij laten zich van de aangenaam
ste zjjde zien en geven de mooiste dingen te
verwachten; maar we kijken tegen een mooie
facade op, en achter dezen gevel gaapt leegte;
achter den schijn ligt een glanslooae werkelijk
heid, een wereld in duigen: teleurgesteld kee-
ren wij ons af en gaan.... Maar JU. Annecytje,
beloofde weinig of niets, om daarna geleide
lijk heel veel te geven. Ik draag de herinnering
aan je schoonheid, als een dierbaar geschenk
voor het leven, in mjjn dankbaar hart mee
naar huls.
bare koloniën grensde. Op
zond de Duce Signor Gra
Office te Londen, om „jjl
te inviteeren, een af:
ten ten gunste der
van de Italiaansche
Abessinlë. Mussolini
de ronde tafel te
woordde ontwil Irend-
waarschuwingen. Toen het
bleek, dat Londen de verovering van abessinlë
wilde verhinderen door gebruik te maken van
zijn gewelddadig overwicht in den Volkenbond
nam Mussolini den handschoen op. Toen Eden.
Laval en Alotel in Parijs cmderhandeldcn klom
hij op een kanon en riep zijn zwarthemden toe,
dat hl] den Volkenbond zou verlaten en dat
hij „met Genève, zonder Genève en tegen
oorlogsverklaring en sindsdien werd
ten in Oost-Afrika en ook door een klein expe-
dltle-leger in Vlaanderen.
Het TOlk ontbrak ^hter alle geestdrift
rrlOg &!n felle reactl' “«en
POllt,ek 8n het verwoede
m to de blnnenlandsche. bracht
mil’ll aan het »*wlnd, die in Mei
1918 bij plebisciet met overweldigende meerder
heid werd verkozen HIJ begon met het terug-
?eje\Van de gestolen kerk goederen, knoopte
onderhandellngen aan met het Vatlcaan, en
zorgde voor een behoorlijke administratie. Pais
was de eerste moderne West-Europeesche dic
tator, en merkwaardig te, dat hij al een plan
opgezet had om van Portugal een corporafleven
maken Niets werd hiervan verwezen
lijkt, want In December 1918 viel Sidonlo Pais
door moordenaarshanden Daarna begonnen de
revoluties en de f'isillsdes weer.
Tusschen 1920 en 1925 telde men alleen te
Lissabon reeds 325 bomaanslagen. In October
1921 brak een ware anarchistische terreur los
Verscheidene geheime genootschappen beoor
loogden elkaar en in één nacht sleepte men tal
van vooraanstaande persoonlijkheden uit hun
hulzen om hen op strgit dood te schieten.
De redding was echter nabij. Op 27 Mei 1926
verscheen op de muren van Braga, gamlzoen-
stad in het hooge Noorden van Portugal, voor de
proclamatie van slechts twaalf regels: „Portu-
geezen, voor mannen mÜ een gevoel van eigen-
waarde en eer te de politieke toestand van ons
land ondraaglijk. Te, wapen, Portugal, voor de
vrijheid en de eer van onze natie!" Het garni
zoen van Lissabon liep terstond over, de regee
ring stortte ineen als een stuk verrot hout en
zonder eenlg verzet werd de dictatuur gepro
clameerd. De grondwet bleef gehandhaafd, be-
- ---i van de verkiezing van den
I van
Genévè” zUn weg aou gaan. Qb toenmalig»
Engelsche minister van Bultenlandsche Zaken,
Sir Samuel Hoare. antwoordde in de V alken-
bondsstad, dat Engeland opkwam voo.' de col
lectieve veiligheid en een collectieven tegen
stand zou organiseeren tegen niet-geprovoceex-
de aanvallen. Mussolini ging door met zijn oor
log in Abessinlë en sprak in een interview met
de Morning Poet de volgende woorden: „Kijk
naar Portugal, Nederland en België ze heb
ben allemaal vruchtbare koloniën. Italië heeft
ook het recht, zulke koloniën te hebben. Zoo
spoedig wij ze hebben, zal ook Italië, aooals
alle koloniale mogendheden, conservatief wor
den.”
En tegenover de New York Sun stade hl):
„Waarom worden wjj veroordeeld om iets wat
u self zoudt doeh? U bent nooit voor een oor
log op zij gegaan, als uw belangen op bet
spel stonden. Denkt aan Mexico. Cuba en uw
burgeroorlog tusschen Noord en Zuid!"
En zoo bepaalde Mussolini ook zijn houding
tegenover Ekigeland en Frankrijk.
Nog eens, wanneer men afziet van het in ge
ding brengen der zedelijke orde helpen do»t
deze orde In de koloniale politiek helaas toch
niets, waar het gaat om het naakte egoïsme
der machthebbers had Mussolini geen ongehjk
zich te verzetten, vooral tegen het Engelsche
imperialisme, dat hem schoone vermaningen
deed toekomen. Albion beheerscht een vierde
deel der wereld, heerscht over 450 millioen men
schen (waarvan 384 millioen kleurlingen zijn).
En deze mogendheid wilde hem Abesslrië niet
gunnen! Het was nutteloos, den Duce voor te
houden, dat bet Britsche Rijk vóór den wereld
oorlog was opgebouwd en dat het Volkenbonds-
pact aan den roof van nieuwe gebieden een
ander karakter gat. Het was er dan ook een
argument naar! Engeland had begin deaer eeuw
oorlog tegen de Boeren gevoerd. Engeland on
derdrukte Jarenlang 320 millioen menschen in
Tndlë. Engeland had Japans optreden in Mand-
sjoerjje niet verhinderd. Mussolini had geen on
geluk door dit te constateeren. Er was nog vMl
meer. Van 1788 tot 1925 voerde Engeland onge
veer twintig oorlogen, om den weg naar Indië
open te houden. Het streed tegen Napoleon aan
den NUL bU Trafalgar, bij Aboeklr en indirect
voor Kopenhagen, dat bet moedwillig ootnbar-
deerde. Het intrigeerde in Egypte, annexeerde
Aden, viel Abessinlë binnen, marcheerde door
Perzië en verbond zich in den Krimoorlog met
de Turken tegen de Russen. Het veroverde Cy
prus. vermeerderde zUn macht in Egypte drong
in Soedan binnen en streed in den wereldoor
log, om den Duitschen drang naar he< Oosten
te vernietigen.
Het is te begrijpen, dat de ..Habenlchts" eoo-
als Dultschland en Italië zich zelf sarcastisch
noemden, hun verlangen naar koloniën kenbaar
maken en steeds nadrukkelijker kenbaar maken.
Men maakte een Hjst op van de „onafhanke
lijke gebieden”, welke Engeland sedert 18^0 heeft
geannexeerd. Het is een leerzame HJst:
Belutchistan; Birma: Cyprus: Wel-hai-weO»;
Hongkong; Koweid; Sinal; Noord-Gumea: de
Salomons-eilanden; de Tonga-eilandenSoe
dan; Oeganda; Brltach-Oost-Afrika: Britach
Somaliland: Zanzibar; Transvaal: Orante-Vrij
staat; Rhodesië; Brltsch-Centraal-Afrika; Ni
geria.
En na den wereldoorlog de mandaatsgebie-
den: Palestina; Trans-Jordanlë: TWrvanfkaSVOo
Togo: Kameroen: Zuid-West-Afrika. 5
Zelfs den Enrelschen ging nu en dan een1'
licht op. dat dit wel wat al te veel was. En
de Italianen toonden begrfo voor de schuchter»
woorden van Sir Samuel Hoare, die bil sprak
in den Volkenbondsrasd op 11 September 1935
en waarmede hij verklaarde, dat „de so’onlale
rrondsteffen Inderdaad een beetle on-eHjk wa
ren verdeeld."
De Duce heeft met Albion zUn accoord ge
sloten Nauwelijks is de inkt droog, of de agi
tatie om Trtnia begint. Tunis nu is Fransch.
niet Envelsch Daar zit voorloopig de kern der
zaak. ET zouden in dit verband vele vragen
ziin te stellen. Het »1 het beste zijn, even af
te wachten Zeker is. dat er iets „en msiche" is.
Jammer, dat de Latilnsche zusters er rr«de ge
moeid zi’n. Of zou de onderteekenine van de
rmitsch-Fransche verklaring In Partis wellicht
de situatie redden? WIJ hopen het. Maar dan
moet de Dultsche pers een andere houding aan
nemen en moet „Kraft durch Freude” haar
energie op andere plaatsen ontladen
voor Antonio de Oliveira Salazar in Portugal
I «e Corporatieve Orde kon vestigen, moest dit
I and een langen lijdensweg gaan. In Studiën
I «eft mr. Brongersma een schets hiervan, waar-
nn wij een en ander ontleenen.
I Na de revolutie van 1820 kreeg Portugal een
I liberaal bewind. Het werd door eenige idealls-
ten voorzien van een parlementaire staatsin-
Achting waarom het volk niet gevraagd had
I ,n die het ook niet begreep. Het kiesrecht.
I overigens op vr« bescheiden schaal toegekend.
I verwezenlijkte er niet een democratie, maar
I sert integendeel een anti-democratisch machts-
I middel in de handen van de plaatselijke over-
I heden en de groot-grondbezltters. Deze plaatse-
I lijke overheden, de „caciques", werden benoemd
I door de partij, die de macht veroverd had,
I meestal na een staatsgreep. Door anonieme
I brieven, beloften en bedreigingen, gwweldple-
I png en omkoopen. verduistering van stembil-
I jetten en het plaatsen van fictieve namen op de
I kiezerslijsten wisten de „caciques” het ge-
I vernachte resultaat bjj de verkiezingen te waar-
I borgen. Langs dezen weg verkreeg de heer-
I«bende partij een bijna dictatoriale macht en
I ns een omverwerping daarvan vrijwel alleen
I door revolutie te bereiken.
In de voortdurende onrust, die door dezen
I «and van zaken gehandhaafd werd, verwaar-
I loosden de elkaar snel opvolgende ministeries de
I «dale en economische belangen.
Zoo voorbereid kwam het rampjaar 1891. Een
I crisis in Brazilië, de vroegere kolonie waarmee
I Portugal nog steeds economisch hechte ban-
I den bezat, gevolgd door het faillissement van
I ëjn offlcieele bankiers te Londen brachten het
I land aan den rand van den afgrond. Maar het I
I loslaten van den gouden standaard, het staats-
I bankroet, de tierceering van de buitenlandsche
I schuld en de daaruit voortvloeiende internatio-
I nale moeilijkheden, dit alles vormde nog slechts
I een onderdeel van de ellende, die in dit Jaar
over Portugal kwam Tegelijk met de economl-
I Kbe accentueerde zich ook een politieke crisis.
Van oudsher speelde de Vrijmetselarij op
staatkundig terrein een belangrijke rol. In den
dynasüeken strijd, die Portugal in de eerste
helft van de negentiende eeuw verdeeld hield,
bad zij oorspronkelijk partij gekozen vóór de li
berale en tegen de conservatieve monarchie.
Later werd echter een stelselmatige propagan
da gevoerd tegen het koningschap, dat men
schuldig verklaarde aan alle rampen, die het
and troffen.
In 1906 was de toestand hopeloos geworden
en de ministers wisten geen raad meer. Toen
bood Jëao Franco den konlng zijn hulp aan.
In Mei 1906 werd hjj minister-president, een
Jaar later werd hij dictator. HU begon op de in
Portugal gebruikelijke wijze de verkiezingen te
beïnvloeden om een Cortes bijeen te brengen
waarmede te regeeren viel. Maar tot zijn onge
luk was het aantal van zijn persoonlijke aan
hangers gering. Franco zag zich hierdoor ge
dwongen ook aan de minder gunstige elemen
ten onder hen ambten, soms zelfs hooge amb-
tm. toe te vertrouwen en tenslotte ook leden
nn andere partijen aan te stellen. Dit ver-'
zwakte zijn greep op de Cortes en in 1907 zond
bij deze eindelijk voor onbepaalden tjjd naar
huis.
Men was in Portugal langzamerhand aan veel
gewend geraakt, maar deze dictatuur drukte
wel ongewoon zwaar. De bedoelingen van
franco waren ongetwijfeld boven elke verden
king verheven, doch men kan moeilijk aan den
indruk ontkomen, dat hfj een krachtfiguur was
bunder veel tact. Terwijl de economische toe
stand steeds zorgelijker werd en de kleine man
steeds meer ten slachtoffer viel aan uitzuigerij
en corruptie, werd de schuld van de Kroon aan
de schatkist weggewerkt door zonderlinge fl
nancieele manipulaties en tot slot de civiele
W verhoogd met ongeveer f400.000, bij de
fect, alleen door Franco en den konlng zelf,
onderteekend. Zelfs van een populair vorst zou
iwda Jaren tevoren aangekondigde omwenteling
Op 3 October 1910 brak de revolutie uit
y_e<D Panf oorlogsschepen; den volgenden dag
bombardeerden scheepskanonnen het koninklijk
Pai'h en vluchtte de jonge konlng; weer een
dag later was alle tegenstand gebroken en Por-
“tal een republiek.
Aan het hoofd van de nieuwe regeering kwam
Wilo Braga, een bekend geleerde en vooraan-
«aand vrijmetselaar.
Het nieuwe regiem zette in met het gevangen
nemen,
martelen en vermoorden van priesters
“kloosterlingen. Nonnen werden mishandeld,
r***0 seplunderd, kloosters door de artillerie
gebombardeerd. Het slot was opheffing van de
ibtaelljke orden, lalceerlng van het onderwijs
scheiding van Kerk en Staat. De wet, waar-
8eschle<3de, overtrof In hatelijkheid en
*~“ur alles, wat men op dit gebied ooit ge-
*~n,had was er volgens den ontwerper op
““^end. in twee generaties het Katholicisme
‘Portugal te doen verdwijnen.
werd de nieuwe grondwet afgekon-
^■’^hlina 15 Jaar haar gelding zou behou-
Toen in 1912 de Thomasson zijn gerucht-
kend artikel schreef ovei „Les deux anar-
~*b ouropéennes: l'ottomane et la ixirtugaise"
"bod men dus nog aan het begin. Misschien is
balans van die jaren het beste op te maken
takele nuchtere cijfers: 8 staatspresidenten:
^tataisteries; meer dan 20 revoluties; 158
J™0** stakingen; rente van staatsschulden 13
7*- in particuliere contracten 15. 20. tot 25 pet.;
«aarde van het geld gedaald tot 1/33ste van
’’••Wonkelijke. In tien jaar tyds was het
•I schatkistbiljetten verveertlgvoudlgd. ter-
de uitgaven met 326 pet. vermeerderden
^aangenomen wetten werden veelal in het ge-
niet uitgevoerd, de salarissen der ambte-
niet betaald; belastinggelden verdwenen
dg takken dei politici; beroepsmisdadigers
in net parlement en gebruikten hun
on> tegenstanders uit den weg te ruimen;
“*'°iutlonnalr’' was een beroep geworden, dat
*7° °P rijn visitekaartje vermeldde. Daarbij
7VUWle cumulatie van ambten, vriendjespoli-
S~' btügende sociale ellende, toenemende
"^oosheid. Vanaf 1919 was er practise!) geen
meer, de tekorten kregen ontstellen-
^Jimetlngen. de schuldenlast was onoverzlen-
1Jh? de Jaren nam de onrust toe. Evenals in
gaf het probleem van al- of niet deel-
aan den Wereldoorlog aanleiding tot
strijd Uit angst voor verlies van het
‘oniaai bezit en onder zware pressie van En
y*°a ‘egde de Portugeesche regeering ten-
T®"* In 1916 beslag op de Dultsche schejien.
een toevlucht hadden gezocht op de Taag.