BIJ DE LAATSTE RONDE
De avonturen van een verkeersagentje
uan den daq
Cavour en Napels
De man van Iracema
ALLEABONNÉ’S F 750.- F 750.-F 250,
Parlementaire
werklijst
Kv*
4
X
ZATERDAG 24 DECEMBER 1938
Li
DOOR OTFRID VON HANSTEIN
s
te
te
z
zer
7 u
uur
uur
uur
na
Wit
sen
chi<
r
Ko
de
z
ple<
f*
In
de
nix
We
pl«
M
hoo
V«s
r
optimtet te ssn beter hervormer
den de pêarimigt
AANGIFTE MO ET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Het Kerst-
mannetje
t
meene stemmen werd aangenomen.
noodzakelljke
rA
14
21
12
13
17
11
Totaal 249
hebt u ook geld ontvan-
L
de
■aal
p
0
8
1
H
I
na 1 December te de
ibeschelden van aller-
149
12
Y
4
Ze
H
heid
en
Z<
Ooor
en 1
lx
Blot
ria
de 1
med
Moe
Deu
uur
led.
V
Ko
led
I
mu
eel
5
(Ei
tot
JM
M
te
vc
Ut
V
01
V
den
takt
D
ran
a
Oni
»TO
Z
7 IT
B
mol
■an
Ii
Out
dat, hadde hij zich met de^ zaak niet be
moeid, de onderneming van Garibaldi en Maz
zini zeer verderfelijk voor de toekomst zou zijn
geworden. Cavour was ei
Italië slechte vrij kon w<
The
7 m
Guu
dsct
en J
930
Zuid
M
Mar
teko
Hen
Dl
Lod.
trul<
nenl
w
Dor!
de K
«nn<
D<
Prie
uur
held
per-
VI
7.45
voor
ZJ
van
Muil
Poel
Z<
8J0
voor
K:
scha
tran
chisi
uur
legei
volg
M
HH
eere
gebe
niet
Dl
vrcw
W
rneii
D<
gem
lede
eere
Vi
den
m
K
ro
ds
K
voerde armée c__ ...a~ r*-
zijn dictatuur in naam van Victor Emmanuel.
bracht ......'7
Regeeringsbescheiden, w.o. nog moet
worden beslist of zij een bepaald
onderzoek vorderen
V
Br waa geen rijd te verlieaen. De sultan nam rijn bos sleutels
en liep zoo hard, ondanks zijn dikte en hikken, dat de groot-
vizfer hem niet kon bijhouden. De sultan was woest. Hij dreigde
iedereen het hoofd te laten afslaan, door zijn beul, als de
prinses weg was. „Of ik rijg iedereen aan mijn dolk." schreeuwde
hij, al hikkend en hard loopeode.
Ik moet toegeven, dat dit respectabele
omzet-cUfers zijn.
stroom van Regeer
lel aard, welke In eealgerlel opzicht tot de
- werkzaamheden der Kamers behooren, ge
stadig doorgevloeid.
liaax zóó snel en zoo overdadig kunnen
de ambtelijke bureaux de grondstof voor de
parlementaire machinerie niét producee-
nripK de Tweede Kamer heeft vóór het
iCrstreces alle Regeeringsbescheiden, hetzij
niet gevonden is, zal Juffrouw Iracema Seve
ring in de dubbele kwaliteit van erfgenaam
haar* vaders en vertegenwoordiger van haar oom
de firma in rechten vertegenwoordigen.
WHj willen haar in overweging geven zich
door haar advocaat de noodige volmachten
hiertoe te doen verschaffen.”
Hierop verliet de president de groene tafel
en kwam op Iracema toe.
„Mevrouw, ik verheug mij er ten zeerste over,
een rijk nagelaten, dat in al rijn voegen kraak- had gewezen, kan als een zwakke verontechul-
te. De bureaucratie was absoluut niet meer J'’
voor haar taak berekend. En op het leger was
geen vertrouwen meer te stellen. Frans II was
een jongeman, opgevoed in een sfeer, die van
geen aanpassing aan de nieuwe tijden wist De
eenlge man, wiens intelligentie en ongeschokte
loyaliteit het zinkende schip hadden kunnen
redden, was Filangieri, die in 1848 voor zjjn
souverein Sicilië had heroverd. Hij had steeds
op den voorgrond gesteld, dat
hervormingen moesten worden ingevoerd, dat
mén aansluiting moest zoeken bij de Weste
lijke mogendheden en als loon kreeg, dat men
aan het hof niets dan argwaan voor hem over
had. Op 4 April 1860 brak de zooveelste re
volutie uit. NU in Palermo. Op 11 Mei ont
scheepte zich Garibaldi met zjjn beroemde
De sultan zat Juist aan den maaltijd, toen de grootvizier
kwam binnenstuiven. „Wat te er gebeurd,” riep de sultan, die
begon te hikken van schrik. „Verheven tand van Mohammed,"
riep de grootvizier, ,At> prinses te gevlucht of staat op het punt
te ontvluchten.* „Dit.,.. zeg.... je.... me nou," hikte de
sultan. .Jk wist het ook niet eerder," riep de grootvizier.
en alleen maar zwart voor zich uitgestaard. Bij
de toehoorders had hij elke sympathie ver
speeld.
Iracema ging naar Eliza toe.
„Ik ben u zoo dankbaar."
Zg was niet in staat om meer te zeggen. Ben
oogenbllk lag haar hoofdje in een nieuwen aan
val van zwakte op Eltza's schouder.
„U behoeft mij niet dankbaar te zijn. Ik heb,
helaas veel te laat ingezien, wat ik reeds
dadelijk had moeten doen."
Het riks voor allen wel een heel ongewoon
schouwspel, toen Iracema door de hoofdge
tuige naar ham auto geleld werd, waarmee
zij naar het hotel terugreed.
Bij den auto was Eliza plotseling verdwenen.
Toen ze enkele uren later aan boord van haar
schip ging, waarvan de aanloopdatum toevallig
met den dag van het proces was samengevallen
was de faam haar reeds vooruit gesneld, en de
gevolgen, die haar getuigenis gehad had, waren
ook reeds bekend.
Maar zij ontweek elk gesprek en sloot zich
in haar hut op totdat de boot de haven uit was.
Toen ze weer te voorschijn kwam keek se meer
tevreden en voldaan dan ze ooit gedaan hsxL
Het hof was in de zaal terug. Met zijn bel
schiep de president weer stilte. Hij had den pas
in zijn hand en wendde zich het eerst tot Eliza
Merrem.
„Getuige gaat u voorloopig eens zitten.
Getuige John, komt u eens hier.
De oude man stond moeizaam op. Hij maakte
nu een geheel anderen Indruk dan voorheen, en
scheen geschokt.
„Meneer John. Ik heb daarnet even gewacht
met u op den ernst van den eed te wijzen. Ik
wilde eerst de andere getuigen hooren.
John, u is een oud man, bijna zeventig. Wilt
u uw geweten nog ontlasten? II kent toch de ge
volgen welke een valsche verklaring onder
eede voor u hebben kan. Hebt u, aan uw ge
tuigenis van zoo straks misschien nog iets toe
te voegen?"
'Meneer de president, ik ben een oud man ik
ben bijna blind...."
„U neemt dus uw verklaring terug?"
.Mijnheer de president, die meneer daar
heeft het mij toch zoo voorgepraat, ik wist het
niet precies. Ik heb met zooveel menschen te
doen."
De president werd buitengewoon ernstig.
„Dus heeft ,u misschien van den getuige
Jenkins, zich noemend Robert Severing. Van
dien mijnheer daar, dien u daarnet herkend
hebt, ook geld voor het afleggen van die ver
klaring ontvangen?"
„Honderd pond voor vergoeding van reis
kosten en tijdverzuim. Maar ik geloof werke
lijk...
Zoo kwam Napels aan het vereenigde ko
ninkrijk.
De oude Dobler liep met knikkende knieën;
dat verre loopen was hij niet meer gewoon. De
rimpelige handen omklemde vaster den wan
delstok en zelfs het kleine bundeltje op zijn rug
begon hem loodzwaar te wegen. Geld om naar
zjjn kinderen te reizen, had hl) niet, en de kin
deren konden hem ook niets afstaan van hun
armoe. Hij had zich nu eenmaal voorgenomen
bij zijn dochter Gretha de Kerstdagen door te
brengen. Toen men In het dorp vernam dat hij
te voet op weg ging naar zijn kinderen, ried men
hem dit ten sterkste af. Maar de oude Dobler
had nu eenmaal zijn zinnen daarop gezet en
was vertrokken, trots winter en sneeuw. Van een
oud moedertje, waar hij kort tevoren even ge
rust had, had hij twee gebakken appels mee
gekregen. Straks, als hij nog een uurtje geloo-
pen had, zou hij ze opeten; dat was tevens eep
kleine rustpauze, vóór hij het laatste gedeelte
van den langen weg naar Gretha aflegde. Wat
zou ze* verbaasd opkijken, als ze haar vader plot
seling voor zich zag. Twinkeling kwam er in
de oogen van den ouden Dobler. Stap voor stap,
voorzlchyg aan, ging hl) verder op den weg,
waarover de sneeuwvlokken voor hem uitjoegen.
Zijn beenen begonnen te wegen als lood; *twas
of alles hem voor de oogen begon te dansen-
hij snakte naar adem en tenslotte was het hem
ónmogelijk verder te gaan. Tegen'een boom ge
leund, stond hij daar eenzaam op den landweg,
terwijl de sneeuw hem in het gezicht zwiepte.
Nog eens schudde hij de dikke vlokken van zijn
gezicht, dan zakte hij geluidloos ineen.
„tls haast Kerstmis," mompelde de tanden-
looze mond „Ik hoor al zingen: Stille narilt,
heilige nacht."
terugreed.
Omringd door de goede zorgen van ’t dienst
personeel mevrouw had slechts even een blik
in de keuken geworpen en had toen de kinde
ren bevolen met haar mee naar den salon te
gaan kwam de oude Dobler ai spoedig bij.
en bedienden omringden het
„Het Kerstmannetje!” -«
D« gillende stem van Elsje stoorde Dick's over
peinzingen. Geërgerd keek hij naar zijn zusje,
dat domme wicht, dat met open mond naast
hem was blijven^ staan en met groote glinste
rende kijkers naar den wegrand zag. Nu ont
dekte Dick ook vaag een gestalte, die saa den
voet van een boom lag, gedeeltelijk door sneeuw
bedekt. Met een paar stappen kwam hU nader
bij, boog zich voorover en keerde zich dan ril- v
lend terug naar zijn zusjes, die op een veillgen
afstand waren gebleven.
„Kom meel Naar hulst" beval Dick en rende
zelf vooruit. Gillend volgden de meisjes.
Mevrouw Zijlstra stopte haar ooren toe, toen
de kinderen opgewonden en tegelijk vertelden
van den kerstman, die in de laan lag te slapen
'.Maar kinderen, de kerstman bestaat niet,”
trachtte zij te sussen.
„Wat “gt u?” stoof Dick op. „Gaat u self
dan maar kijkenl Hij ligt hier vlak bijl”
Nog geen vijf minuten later was Dick met den
chauffeur Evert op weg naar de plek, waar de
oude man roerloos in de sneeuw lag. In zijn ge
spierde armen droeg Evert den ouden man naar
den wagen, waar hij hem voorzichtig op de
achterbank neerlegde en langzaam naar de villa
in openbare vergadering, hetzij in de afdee-
lingen behandeld. Wanneer voorzitter Van
Schalk deze week met een laatsten hamer
slag het kalenderjaar voor de Kamer slui
ten mag, dan smaakt het Hooge College de
voldoening, dat al het opgedragen werk op'
tijd Is verricht.
Diep in hun warme jasjes weggedoken, de
dassen om oored en mond en de handen diep
in de zakken, keerden de kinderen Zijlstra naar
huls terug. Allen waren bezig met hun eigen
gedachten, welke toch weer dezelfde waren. De
oude naaister Jansje, die ze *n Kerstpakket had
den gebracht, had zulke wonderlijke, prachtige
Kerstverhalen verteld, dat ze haar in zwijgende
verbazing hadden aangehoord. Telkens weer
andere vertelsels wist Jansje over een stal in
Bethlehem en een Kindje, dat daar geboren was;
machtige engelenkoren hadden toen van heel
hoog uit de lucht prachtige liederen gezongen,
die in het geheele land waren gehoord- Herders
waren toen naar het Kindje gegaan, hun schaap
jes hadden ze meegenomen en toen hadden ze
gebeden. Dick had dit verhagl het móóiste van
alle gevonden. Kerstmannetjes, die bij arme
menschen allerhande dingen kwamen brengen,
hadden hem maar matSg kunnen boeien, hoe
wel Elsje ervan had genoten. Maar die engelen
koren boog in de lucht, en die eenzame herders
met hun enorme kudden, die naar dat pasge-
gesneden. HIJ is misschien wat agressieve:
'en nóg meet zelfverzekerd dan zijn collega
van Economische Zaken, doch hij brengt
ook een aanstekelijke geestdrift mee, dié
haar uitwerking niet mist.
Tenslotte de minister van Koloniën, mi
nister Welter. Ook hij behoort tot de krach
tige figuren in dit Kabinet; hij toont,.zich
een man met een hartstochtelijk^ diefde
voor ons Insullnde met zijn millioenen in
woners en een kenner als weinigen van het
ambtelijk bestuursapparaat.
Ik geef deze kenschetsing van de voor
naamste figuren In de parlementaire ge
dachtenwisseling voor wat zij waard Is, mln
of meer uit de tweede hand. Mijn totaal
indruk van het begrootingsdebat zelf was,
dat de politieke moeilijkheden tenzij de
economische conjunctuur omslaat nog
niet zijn overwonnen.
Eerst de derde ronde in de olympiade
van de vier bestuursjaren pleegt voor een
Kabinet de oogsttijd te zijn. Maar voordat
de Kamer daar aan toe Is, lokt nu de zoete
rust van een welverdiend reces.
overwinning
dera. Zooids had hij nog nooit geboord.
gesmeed, waarin de’ verdwenen Hiomson «n
Benjamin Huxley met de medewerking van
Iracema zijn rechtmatig erfdeel had willen ent»
rooven. De rollen waren nu wel geheel omge
keerd. Door de verklaringen van zijn eigen ge
tuigen was Joe Jenkins van meineed overtuigd.
De vervalschlng van den pos was eveneens
zen. Op een vraag aan oonsul’ Gregori te Madrid
had deze bevestigd, dat de vingerafdruk in 1W#
pas was aangebracht en dat bij deze ió*8^*
teitsverklaring het getuigenis van den hem per
soonlijk bekenden Alfonso Flguelra beslissend
was geweest.
Jenkins had dus dien datum vervalscht. De
officier van justitie was eigenlijk zeer ontevre
den over zichzelf. Niet alleen ómdat nu Wesg,
dat Jenkins een misdadiger was; ook Alfonso
Flguelra, sedert lange jaren comiMB00
■den oudeh Severing, was zwaar geoocipromi^
teerd. Ook tegen hem moest hij een aannam»
Indienen.
Terwijl hü gebogen over zijn rite Mi ssz>
kwam een gerechtsdienaar binnen.
.Een heer wenscht u te spreken motineur
Alfonse Trttó, ambassadeur de La Répubikp»
Francalse.”
„Laat mijnheer binnenkomen.”
.Mijnheer de officier, mag w oogeuWiKN
storen?"
De heesen kenden elkaar mriaui V
van de society van T .tresbon.
Uk ben geheel te uwer beechlkkmg.
«Woedt vseroifd»
In de afdeellngen te
r.
Regeeringsbescheiden, w.o. door de
commissies, in wier handen zij zijn
gesteld, nog geen verslag is ultge-
afgedane zaken
aan de orde zijnde onderwerpen
wetsontwerpen, w.o. verslag is uitge
bracht of vastgesteld
wetsontwerpen, w.o. het Regeerings»
antwoord wordt ingewacht
wetsontwerpen, in de, afdeellngen on
derzocht
wetsontwerpen,
onderzoeken
de allereerste plaats heeft u dit te danken aan
de moedige verklaring van de getuige Eliza
Merrem, die door haar oprechtheid en ook, de
president zocht glimlachend naar een woord
en ook door haar levenservaring het proces een
schitterend verloop kon geven.”
De laatste woorden hod de president zeer
duidelijk hoorbaar voor alien gezegd, en tege
lijkertijd stak hij voor het eerst Eliza zeer
ongedwongen de hand toe.
Iracema weende nog telkens en was nauwe
lijks in staat de plotselinge verandering in den
standvup zaken te verwerken.
,Jk Mh dus vrij, en van elke afschtiwelijke
verdenking gezuiverd?”
„U gaat naar het kantoor en u neemt van uw
eigendom de firma, het huls, enz. bezit.
Ik hoop dat ook al het overige zich zoo zal
ophelderen, als u dat wenscht.”
De president protesteerde niet eens toen na
de woorden de zaal luid applaudisseerde.
,De zitting is gesloten!"
Joe Jenkins was ondertutóchen uit de zaal ge
leid. HU bad heelemaal niet meer opgekeken.
De Inlijving der beide Slclllën en van üm-
brië Is het donkerste punt In de politiek van
Cavour. Zijn houding was te bedenkelijker,
omdat hij niet bad versmaad, zij het dan ook
voorbijgaand, een pact te sluiten met de vijan
den van de maatschappelijke orde, met Gari
baldi en Mazzini. Het feit, dat Victor Emma- --
nuel zelf, zooals wi) thans uit de, publicatie* ““^n Kindje gingen zien, dat was iets bijzon
der .politica segreta Italians” weten, de hulp ders' had hij nog nooit gehoord,
van Mazzini en Garibaldi niet van de hand
III een Oostenrijksche Interventie te voorko
men. Hjj trok tevens de Fransche vloot van
Gaëta terug. De verkiezingen voor het Ita-
Uaansche parlement bezorgden Cavour een
zeer gunstige meerderheid en hjj kon in 1861
aan de Kamera een proclamatie voorleggen,
waarbij Victor Emmanuel tot koning van Italië
werd verheven, welke proclamatie met alge-
In de verte straalde de Kerstboom in pralenden
llchttooi. Kinderen
echtpaar Zijlstra,
dat temidden van
een schat cadeaux
bij den Kerstboom
troonde. Een eln-
delooze stroom
van geschenken
kwam over allen;
met koele vriendelijkheid werden ze gegeven
en evenzoo aanvaard, maar geen Kerstlied
werd gezongen, de stemming ontbrak.
In een warm hoekje van de keuken nipte dé
oude Dobler aan de warme punch en trok be
haaglijk -asm zijn neaswarmertje. HIJ had
zich verzoend met de gedachte, dat hjj
eerst morgen bij Gretha sou zijn, maar och.
Kerstmis duurde toch twee volle dagen en dan,
zijn ultgaansverlof was onbepaald.
Rocz'moecende stemmen, die steeds dichterbij
kwamen, stoorden zijn gepeins; In optocht
kwamen ze binnen, de kinderen voorop, dan de
bedienden. Even was het stU, de beklemming
van daar juist moest wegtrekken, dan babbelde
Elsje:
.Kerstman, hebt u voor ons ook iets meege
bracht?”
De oude Dobler glimlachte, zocht in zijn zak
en haalde de beide appels te voorschijn.
Een drievoudig „oh” was het verrukte ant
woord der kinderen.
„Vertellen, Kerstman,” bedelde Elsje verder.
En dan liet Dobler zijn gedachten den vrijen
loop. Herinneringen aan Kerstvieringen uit zijn
jeugd van thuis kwamen weer boven; stem
mingsvol waren se, vaak ook VroöHjk. Dëfi glun
derde zijn gezicht en straalden zijn oogen en
al maar vlugger bewogen zich zijn lippen. Kerst
avond, Kerstnacht’.... Nachtmis.... Als jong
sopraantje had hij de solo gezongen.Bevend
herhaalden de smalle lippen de overbekende
woorden, een oude, gescheurde stem zong nog
weer eens de heerlijke melodie van het „Stille
nacht, heilige nacht.” De een na den ander neu
riede na, al luider en luider, tot' de keuken
ruischte van Ingetogen Kerstvreugde.
De kinderen Zijlstra luisterden verrukt toe;
zooiets moois hadden ze nog nooit beleefd. Daar
vielen zelfs de vertellingen van Jansje en
die waren toch ook niet mis nog in het
niet.
Tot boven in de kamer, waar mijnheer en
mevrouw Zijlstra samen waren, drongen de
klanken van het Kerstlied door. Mevrouw legde
haar boek ter zijde en zag strak voor zich uit
Vroeger, bij haar thuis, had men op dezen avond
ook dit lied gezongen. Mijnheer kneep nerveus
zjjn sigaret tusseben z'n vingers. Ih zijn ver
beelding zag hij zich weer als koorknaap voor
de kribbe, het Kerstlied uitjubelend. HU-perste
zjjn lippen opeen, bijna had hi) de strophen
meegezongen.
Beneden was het lied verklonken. Ben ander
werd Aangestemd. Toen verwijderde mevrouw
zich uit de kamer. Even luisterde zij aan de
trap, dan kwam zij op haar toenen naar bene-
ilen. Door een kier in de keukendeur ontwaar
de zy het ontroerend tafereel. Als een levende,
kerstman zat de oude daar, vlak voor hem de
drie kinderen. Toen kwam ook over mevrouw
Zijlstra het verleden terug, die zonnige tijd uit
rein kindergeloof. Voorzichtig legde zich een
hand op haar schouder.
„EUy, vrouwtje, eerst moest de Kerstman ko
men. om ons te. toonen dat we op den verkeer
den weg zjjn.”
Des nachts om half vier werd de chauffeur
Evert wakker van het zacht ronken van den
motor. Even later gleed de wagen van het erf af.
,Kn het was bijkans zeven uur, toen mijnheer
en mevrouw weer terugkwamen,” verzekerde bij
later nadrukkelijk in de keuken.
In den middag reed de wagen weer uit; nu
bracht hij den kerstman weg, de dicky-seat was
vol geladen. (Nadruk verboden)
„Getuige JBlack,
gen?”
,4a mijnheer de president, maar Ik heb mij
niet laten omkoopen, ik heb niets onder eede
verklaard!”
Op dat oogenbllk knalden plotseling zes
schoten en vlogen de kogels over de hoofden
der rechters. In de zaal brak een paniek uit.
Geruststellend geroep van de- zijde der gen
darmen, bellen van den president. Over den
grond rolde een kluwen worstelende menschen. dat de zaak deze wending genomen heeft. In
Jenkins had een revolver getrokken, deze
leeggeschoten en getracht in de ontstane ver
warring te ontkomen. Maar de gendarmen en
de gerechtsdienaars hadden zich op hem ge
stort en hem gegrepen. Hjj was reuzensterk,
en een uitstekend bokser, maar ook van buiten
stormde de wacht naar binnen. Terwijl het pu
bliek zich van angst niet wist te bergen, werd
hij overweldigd. HU was plotseling veranderd als
een blad van een boom. Van den rustlgen def-
tlgen heer was slechts overgebleven de ontmas
kerde misdadiger In gescheurde en vuile klee-
ren, die in niets meer leek op den waardigen
firmant van de firma Severing en Flguelra.
De president luidde weer met zün bel.
„Het is inderdaad zeer waarschynlijk, dat de
pas vervalscht is. Joe Jenkins, het hof gelast in
verband met het vermoeden van meineed en
het aanzetten van anderen tot meineed, met
het oog op eventueele pogingen tot onvluch-
tlng. uw onmiddellijke gevangenneming.
Het gerecht Is er verder van overtuigd, dat
Joe Jenkins en Robert Severing niet een per
soon rijn. Zoolang d» echte Robert Severing
■w yoor zoover als ik uit $lgen waarne-
\f ming, uit de verslagen In de kranten,
uit de Handelingen der Kamer en
uit gesprekken met Kamerleden heb kunnen
nagaan, hebben de Ministers het geen van
allen bij de verdediging van hun begroetin
gen In de Kamer moeilijk gehad. De één
slaat er zich wat gemakkelijker doorheen
dan de ander. Uit wat ik gezien of in mijn
kring beluisterd heb, meen Ik de wijze van
het optreden der verschillende Ministers on
geveer aldus te kunnen kenschetsen:
Minister Colijn heeft zt)n
reeds in den zak vóór hij begint; zelfs het
meest oneerbiedige lid der Kamer Ik laat
de keus gaarne aan mijn lezers over voelt
zich tegenover de figuur van onzen grani
old man min of meer geïmponeerd.
Minister Patljn maakt op sommigenoden
indruk, alsof hij moeilijk begrijpen en zeker
niet billijken kan, dat het lot hem gedwon-»
gen heeft zich in te laten In discussies,
welke hij uit eigen vrijen wil zéker niet zou
hebben gezocht.
Minister de Wilde daarentegen; voelt zich
In dit heterogene milieu opperbest op z’n
gemak. Hij Is zoo overtuigd van de juistheid
van zjjn standpunt, dat tegenspraak bij hem
een gamma van gevoelens wakker roept dat
varieert van medelijden met den ongeluk-
Klgen verdoolde en ziedende verontwaardi
ging over zooveel vrijmoedigheid. HIJ Is
zonder twijfel na dr. Colijn de meest sug
gestieve spreker In het Kabinet.
Minister Gosellng doet echter in rwelspre-
kendheid en feillooze woordenkeus voor
hem niet onder. Sinds de heer Wandelaar
verklaard heeft» dat deze Minister zoo ge
vaarlijk Is, juist omdat hij zoo knap is, pro-
beeren sommige sprekers van linksch zich
aan den greep van zijn logica te ontworste
len, maar tot nu toe schijnt dat slechts ma
tig te lukken. Wijlen prof. Struycken werd
om zijn vlijmscherpen betoogtrant in inter
nationale kringen ,Je couteau” genoemd;
op minister Geseling zou het beeld van de
floret niet kwalijk passen.
Minister Van' Boeljen spreekt veel, snel
en gedetailleerd, maar hij spreekt ook
toonloos en zoekt zijn kracht meer in de
hoeveelheid dan in de kwaliteit zijner argu
mentatie en zinswendingen. Maar ik hoorde
rijn bekwaamheid door verschillenden, die
met hem van gedachten gewisseld hadden,
prijzen.
Minister Van Dijk Is zeker geen poëet;
wie zou dat oök van den minister van De
fensie verlangen? Maar wat zijn redevoe
ringen aan stijlbloempjes missen, wordt
rijkelijk aangevuld door een verblufrfende
deskundigheid en een pijnlijke nauwgezet
heid. Deze Minister heeft nu eenmaa
polltieken wind in den rug en hjj r
daar een gepast gebruik van.
Datzelfde durf ik niet te zeggen van
onzen opperschoolmeester prof. Slotemaker
de Bruine.
HU heeft veeleer den wind tegen; en
terwUl ahderen in een dergelUke situatie
met laveeren nog voorwaarts weten te ko
men, heeft deze Minister van Ondenrijs
daartoe geen vaardigheid, maar trouwens
ook weinig neiging getoond. Zoo werd hU
„dé maif, die de klappen krijgt”;-maar ik
had wel eens den indruk, dat men hem niet
voor een deel althans kwaUJk genomen
heeft, wat elgenlUk aan den wind was te
wUten. r
Het hoofd van Waterstaat is een der
vondsten van dr. CoUjn, een der twee neu
tralen in bet positief christelijk Kabinet.
Aan de eischen van deze positie voldoet de
heer Van Buuren zeer zeker; ook heb ik
hem hooren prijzen als een harden werker
en een voortvajend regent. Als spreker
beeft hU de fout dat is het althans in
parlëmentalre discussies van teveel op
intifö-upties te reageeren.
Ik geloof niet dat er één minister is,
wiens populariteit in 'het Parlement halen
kan bU die van mr. Steenberghe: een goed
debater, maar boven alles een man, die niet
méér belooft dan hij waar kan maken, en
dat laatste dan ook doet!
Van ’t zelfde hout is minister Romme
diging voor den minister-president - geldend
worden gemaakt. Men weet echter ook. dat
Cavour zich niet los kon maken vaa bet ge
voel. dat zjjn spel met Napels niet Ibyaal en
vrli was geweest. Dit gevoel overheerachte ook
in kringen, die overigens met hart en ziel aan
de Italiaarische beweging verknocht waren.
Cavour had^deze onderneming van Garibaldi
noch gewild, noch geprovoceerd. Maar toen zij
eenmaal begonnen was, had hjj haar onder
steund op indirecte wijze, door het vertrek der
„duiaend” uit Qarto mogeiyk te maken. In
hoevérre geld uit Sardinië tevbren in Sicilië
zijn werk had gedaan en het Napolitaansche
leger en vloot met lamheta had geslagen,
daarover sjjn de acten ook thans nog niet ge
sloten. Zeker is alleen, dat Cavour alles In het
werk had gesteld, om in Juli I860 allerlei be
wegingen In Napels te orgamseeren, welke aan
Garibaldi de mogelijkheid zouden bieden, de
occupatie van het vasteland van 't koninkrijk
gemakkelyk te maken. De val der Bourbons
was een besloten zaak. En het hielp den on-
gelukklgen Frans II niets, dat hij op 1 Juli de
door zijn vader bezworen, maar nooit uitge
voerde grondwet van 1848 weer van kracht
maakte, een constitutioneel ministerie be
noemde en op dringenden raad van Napoleon
III zich bereid verklaarde, een verbond met
Piemont aan te gaan. Verraden door zijn amb
tenaren, vooral door zijn president der politie
Liguorio Romana, moest de onfortulnlljke mo
narch, bijna zonder een gevecht, zijn rijk uit
leveren. Op 6 September I860 trok hU n&ar
Gaëta terug, dat hjj tot 13 Februari 1861 in
zijn bezit wist te houden. Den zevenden Sep
tember 1860 was Garibaldi Napels binnenge
trokken. waar hij zich proclameerde tot dic
tator der beide Siciliën. Hier scheidden zich
de wegen van Cavour en Garibaldi. Cavour
bad de hulp van Garibaldi en zelfs van Maz
zini voorloopig aangenomen, zonder den eenen,
noch den anderen eigenlijk te vertrouwen.
Mazzini was piet zijn heelen staf naar Napels
gekomen. F-y Garibaldi haaden zich ondertus-
schen aangesloten de extreemste elementen der
Fransche revolutie en spoedig bleek, -dat Ga
ribaldi oppositie ging voeren tegen de inlijving
der beide Slclllën bij Piemont en de richting
Insloeg der anarchistische Ideeën van Mazzini,
die een republiek wilde stichten. Toen toonde
Cavour een Ijzeren hand te bezitten. HU ont
lokte aan bet parleméht een decreet, waardoor
de aansluiting der beide Siciliën aan het Sub-
Alpljnscbe koninkrijk werd doorgezet. Dit ge
beurde in October 1860. Het gelukte Napoleon
bt einde nadert. Als schichtige spook
gestalten verschijn Ai sporadisch oude
getrouwen onder de Kamerleden In
de heilige hallen van onze onpolitieke
sociëteit. ZU hebben geen oog meer voor de
bijzondere sfeer van onze onvolprezen hof
stad met haar mastbosch in de Lange Voor
bout, haar hofvUver vol vertier van
hongerige meeuwen, haar stil wegdroomehd
Binnenhof met z’n tamme duiven. ZU
komen en zU gaan, het hoofd nog zwaar van
onverwerkte of onuitgesproken redevoerin
gen, de actetasschen vol brieven en stukken,
die in den overvoerden arbeidstUd nog niet
beantwoord of behandeld werden. Ik benUd
ben niet, wanneer ik gadesla, hoe zU haas
tig de Kameroverzichten in de dagbladen
raadplegen. Of benUd ik hen toch nog een
weinig?t
Ik herinner mU d* eigenaardige stem
ming vóór het Kerstreces nog zoo goed uit
den tUd, dat ik zelf deel uitmaakte van het
college van honderd. Misschien is zU alleen
te vergelijken met de vacan tie verwachting
op een kostschool, dat blU verlangen naar
vrijheid en rust, en het vooruitzicht van
weer zichzelf te(kunnen zUn.
Ik zal dus niet beweren, dat de Kamer
leden hun vacantie niet dubbel en dwars
verdiend hebben. Maar toch kan Ik niet
zeggen, dat 1938 voor het Parlement extra
druk is geweest.
Een Kamerlid, wien ik dézen indruk mee
deelde, heeft mU op eenlge cUfers getrac-
teerd, die ik voor mUn lezers gaarne wil
weergeven. Toen de "Dweede Kamer op 20
September het nieuwe zittingsjaar begon,
lag er, behalve het zware begrootingswerk,
weinig omvangrijke of gewichtige arbeid te
wachten. Een viertal wetsontwerpen van
mln of meer eerbiedwaardigen leeftijd
prijken nog altUd op bet program, daar de
Regeering de opmerkingen van het Voor
loopig Verslag daarover nog niet heeft be
antwoord: de wUziging in de begrafeniswet,
maatregelen tot afschaffing van de Staats-
loterij, wijzigingen in het huwelUksvenno-
gensrecht en de tUdeMjke verhooging van
sommige Nederlandsche invoerrechten.
Op 22 September bedroeg het aantal wets-
ontwerpen, in de afdeellngen te onderzoe
ken, niet minder dan M. Daarin waren de
begrootingsontwerpen niet begrepen. Op 7
November was verslag uitgebracht of vast
gesteld omtrent 46 ontwerpen, terwUl nog
geen verslag was uitgekomen omtrent een
24-tal wetsontwerpen, welke reeds in de
- afdeellngen waren onderzocht. Op dien
tRttum moesten nog 39 wetsontwerpen de
-gfdeellngen passeeren. Intusschen waren
tïoor de Kamer in openbare zitting toch
reeds 58 stukken afgedaan. Eenlge weken
tater, op 1 December, zag de „score” er
^aldus uit:
De officier van justitie, die de zaak Severing
tegen Severing had behandeld, ctat in rijn
bureau. HU had volkomen van front moeten
veranderen. Vast overtuigd van de eerlUkheid en
het goed recht van Joe Jenkina had hU Iracema
voor schuldig gehouden. HU had *n heele keten
91
protesteer er tegen dat.
JJe zitting wordt lijdelijk geechorat; het hof
trekt zich in de raadkamer terug.”
Jenkins wilde zUn pos terug hebben, maar
de presdlefit nam hem mee.
Nog even bleef het in de zaal doodstil, maar
de rechters waren nog niet verdwenen of de
storm brak los luid sprekend en portU kiezen
voor en tegen.
Elisa Merrem stond nog voor de verlaten
groene tafel, als had rij aUps om rich heen ver
geten.
Iracema lag achterover in de armen van een
verpleegster, die trachtte haar bU te brengen.
Jenkins was volkomen rustig gebleven en
gehikte sjjn papieren.
„Doctor Vlelrs, zullen wij een oogenblikje
wat frissche lucht gaan happen?”
Langzaam schreden *U op de deur toe, waar
hun echter twee gerechtsdienaars in den weg
traden.
wWU kunnen u niet teestaan
Wrlaten."
„Ben ik hier soms beklaagde?"
„Het tf op het bevel van het hof."
aBelachelljki"
WU hebben ter gelegenheid van de bijzet
ting van den vroegeren koning van Napels of
der beide Siciliën in de kerk van dén H. Geest
te Rome eenlge historische herinneringen op
gehaald. Deze ex-monarch was Frans II van
Bourbon, zoon van Ferdinand II, die door zUn
reactionnalre maatregelen, toen een nieuws
tUd opdoemde, zijn eigen rijk in de waagschaal
had gesteld. Eén Jaar was deze ongelukkige
vorstenzoon maar koning. Hij had een leger
geërfd, dat niet te vertrouwen was, welks of
ficieren niet voor hun taak berekend waren.
Tegen een vermetele „raid” van Garibaldi kon
hn niet op. AUes zonk als een kaartenhuis in
^kaar. Welke was de rol daarbü, die Cavour,
da geniale Italiaansche staatsman van het
.JUsorglmento", de Bismarck van Italië, daar
bij speelde? Geen gelukkige. Er waren twee
groote hinderpalen, die Cavour bU de eenwor
ding van Italië oi> bljsondere wijze in den
weg stonden: de KerkelUke Staat van den
Paus van Rome en het Napels der Bourbons.
Toen de Napelsche tragedie zoo plotseling los
brak, stond het met den Kerkdijken Staat ook
al heel slecht. Maar dat is een ander hoofd
stuk. Bepalen wU ons tot Napels en de hou
ding van Cavour ësgenover dit door en door
verouderde koninkrijk. Ferdiqand H was 23
Mei 1859 gestorven en had zijn zóón Frans II
van overtuigd, dat
den, wanneer het
volkomen één werd door bevrljding van vreem
de onderdrukking. Hij wist, dat Venetië en de
rest der Oostenrij ksche
punt waren, waarover de geschiedenis zeer
„duiaend” te Maraala, overwon in handom- spoedig zou overgaan tot de orde van den dag. --
draaien de veel sterkere, maar slecht aange- Over bleven de Kerkelijke Staat en Napels, almeno senza nessuna irritazione).
des konings en proclameerde I Van de Bourbons was nooit te verwachten,
1__dat sU in een Itallaanschen statenbqpd eerlijk
zouden medewerken. En daarom liet hjj Na
pels vallen. De Kerkelijke Staat, het Tempo
rale, aou nog tien Jaar nooddruftig blijven be
staan. Een pijnlijke historie kwam nog ach
teraf: het parlementaire duel tusschen Ca-
wur en Garibaldi. Nadat Garibaldi politiek
Een werkelijk excuus voor Cavour was echter, 111 ^P®!8 de nederlaag had geleden, probeer
de deze den koning te overreden, Cavour te
laten vallen. HU wilde self minister-president
worden. Na een stormachtige parlementtait-
ting noodigde Victor Emmanuel beide groote
tegenstanders in gjn paleis. Het onderhoud
droeg goede vruchten. Garibaldi verplichtte
zich, de regeeringspolitiek ten opzichte Van
overbeerschirig een Frankrijk en Oostenrijk niet te doorkruisen.
Belde mannen. Verlieten elkander zoo niet als
vrienden, dan toch zonder wrevel (se non amici