BIJ DE LAATSTE RONDE De avonturen van een verkeersagentje uan den daq Cavour en Napels De man van Iracema ALLEABONNÉ’S F 750.- F 750.-F 250, Parlementaire werklijst Kv* 4 X ZATERDAG 24 DECEMBER 1938 Li DOOR OTFRID VON HANSTEIN s te te z zer 7 u uur uur uur na Wit sen chi< r Ko de z ple< f* In de nix We pl« M hoo V«s r optimtet te ssn beter hervormer den de pêarimigt AANGIFTE MO ET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Het Kerst- mannetje t meene stemmen werd aangenomen. noodzakelljke rA 14 21 12 13 17 11 Totaal 249 hebt u ook geld ontvan- L de ■aal p 0 8 1 H I na 1 December te de ibeschelden van aller- 149 12 Y 4 Ze H heid en Z< Ooor en 1 lx Blot ria de 1 med Moe Deu uur led. V Ko led I mu eel 5 (Ei tot JM M te vc Ut V 01 V den takt D ran a Oni »TO Z 7 IT B mol ■an Ii Out dat, hadde hij zich met de^ zaak niet be moeid, de onderneming van Garibaldi en Maz zini zeer verderfelijk voor de toekomst zou zijn geworden. Cavour was ei Italië slechte vrij kon w< The 7 m Guu dsct en J 930 Zuid M Mar teko Hen Dl Lod. trul< nenl w Dor! de K «nn< D< Prie uur held per- VI 7.45 voor ZJ van Muil Poel Z< 8J0 voor K: scha tran chisi uur legei volg M HH eere gebe niet Dl vrcw W rneii D< gem lede eere Vi den m K ro ds K voerde armée c__ ...a~ r*- zijn dictatuur in naam van Victor Emmanuel. bracht ......'7 Regeeringsbescheiden, w.o. nog moet worden beslist of zij een bepaald onderzoek vorderen V Br waa geen rijd te verlieaen. De sultan nam rijn bos sleutels en liep zoo hard, ondanks zijn dikte en hikken, dat de groot- vizfer hem niet kon bijhouden. De sultan was woest. Hij dreigde iedereen het hoofd te laten afslaan, door zijn beul, als de prinses weg was. „Of ik rijg iedereen aan mijn dolk." schreeuwde hij, al hikkend en hard loopeode. Ik moet toegeven, dat dit respectabele omzet-cUfers zijn. stroom van Regeer lel aard, welke In eealgerlel opzicht tot de - werkzaamheden der Kamers behooren, ge stadig doorgevloeid. liaax zóó snel en zoo overdadig kunnen de ambtelijke bureaux de grondstof voor de parlementaire machinerie niét producee- nripK de Tweede Kamer heeft vóór het iCrstreces alle Regeeringsbescheiden, hetzij niet gevonden is, zal Juffrouw Iracema Seve ring in de dubbele kwaliteit van erfgenaam haar* vaders en vertegenwoordiger van haar oom de firma in rechten vertegenwoordigen. WHj willen haar in overweging geven zich door haar advocaat de noodige volmachten hiertoe te doen verschaffen.” Hierop verliet de president de groene tafel en kwam op Iracema toe. „Mevrouw, ik verheug mij er ten zeerste over, een rijk nagelaten, dat in al rijn voegen kraak- had gewezen, kan als een zwakke verontechul- te. De bureaucratie was absoluut niet meer J'’ voor haar taak berekend. En op het leger was geen vertrouwen meer te stellen. Frans II was een jongeman, opgevoed in een sfeer, die van geen aanpassing aan de nieuwe tijden wist De eenlge man, wiens intelligentie en ongeschokte loyaliteit het zinkende schip hadden kunnen redden, was Filangieri, die in 1848 voor zjjn souverein Sicilië had heroverd. Hij had steeds op den voorgrond gesteld, dat hervormingen moesten worden ingevoerd, dat mén aansluiting moest zoeken bij de Weste lijke mogendheden en als loon kreeg, dat men aan het hof niets dan argwaan voor hem over had. Op 4 April 1860 brak de zooveelste re volutie uit. NU in Palermo. Op 11 Mei ont scheepte zich Garibaldi met zjjn beroemde De sultan zat Juist aan den maaltijd, toen de grootvizier kwam binnenstuiven. „Wat te er gebeurd,” riep de sultan, die begon te hikken van schrik. „Verheven tand van Mohammed," riep de grootvizier, ,At> prinses te gevlucht of staat op het punt te ontvluchten.* „Dit.,.. zeg.... je.... me nou," hikte de sultan. .Jk wist het ook niet eerder," riep de grootvizier. en alleen maar zwart voor zich uitgestaard. Bij de toehoorders had hij elke sympathie ver speeld. Iracema ging naar Eliza toe. „Ik ben u zoo dankbaar." Zg was niet in staat om meer te zeggen. Ben oogenbllk lag haar hoofdje in een nieuwen aan val van zwakte op Eltza's schouder. „U behoeft mij niet dankbaar te zijn. Ik heb, helaas veel te laat ingezien, wat ik reeds dadelijk had moeten doen." Het riks voor allen wel een heel ongewoon schouwspel, toen Iracema door de hoofdge tuige naar ham auto geleld werd, waarmee zij naar het hotel terugreed. Bij den auto was Eliza plotseling verdwenen. Toen ze enkele uren later aan boord van haar schip ging, waarvan de aanloopdatum toevallig met den dag van het proces was samengevallen was de faam haar reeds vooruit gesneld, en de gevolgen, die haar getuigenis gehad had, waren ook reeds bekend. Maar zij ontweek elk gesprek en sloot zich in haar hut op totdat de boot de haven uit was. Toen ze weer te voorschijn kwam keek se meer tevreden en voldaan dan ze ooit gedaan hsxL Het hof was in de zaal terug. Met zijn bel schiep de president weer stilte. Hij had den pas in zijn hand en wendde zich het eerst tot Eliza Merrem. „Getuige gaat u voorloopig eens zitten. Getuige John, komt u eens hier. De oude man stond moeizaam op. Hij maakte nu een geheel anderen Indruk dan voorheen, en scheen geschokt. „Meneer John. Ik heb daarnet even gewacht met u op den ernst van den eed te wijzen. Ik wilde eerst de andere getuigen hooren. John, u is een oud man, bijna zeventig. Wilt u uw geweten nog ontlasten? II kent toch de ge volgen welke een valsche verklaring onder eede voor u hebben kan. Hebt u, aan uw ge tuigenis van zoo straks misschien nog iets toe te voegen?" 'Meneer de president, ik ben een oud man ik ben bijna blind...." „U neemt dus uw verklaring terug?" .Mijnheer de president, die meneer daar heeft het mij toch zoo voorgepraat, ik wist het niet precies. Ik heb met zooveel menschen te doen." De president werd buitengewoon ernstig. „Dus heeft ,u misschien van den getuige Jenkins, zich noemend Robert Severing. Van dien mijnheer daar, dien u daarnet herkend hebt, ook geld voor het afleggen van die ver klaring ontvangen?" „Honderd pond voor vergoeding van reis kosten en tijdverzuim. Maar ik geloof werke lijk... Zoo kwam Napels aan het vereenigde ko ninkrijk. De oude Dobler liep met knikkende knieën; dat verre loopen was hij niet meer gewoon. De rimpelige handen omklemde vaster den wan delstok en zelfs het kleine bundeltje op zijn rug begon hem loodzwaar te wegen. Geld om naar zjjn kinderen te reizen, had hl) niet, en de kin deren konden hem ook niets afstaan van hun armoe. Hij had zich nu eenmaal voorgenomen bij zijn dochter Gretha de Kerstdagen door te brengen. Toen men In het dorp vernam dat hij te voet op weg ging naar zijn kinderen, ried men hem dit ten sterkste af. Maar de oude Dobler had nu eenmaal zijn zinnen daarop gezet en was vertrokken, trots winter en sneeuw. Van een oud moedertje, waar hij kort tevoren even ge rust had, had hij twee gebakken appels mee gekregen. Straks, als hij nog een uurtje geloo- pen had, zou hij ze opeten; dat was tevens eep kleine rustpauze, vóór hij het laatste gedeelte van den langen weg naar Gretha aflegde. Wat zou ze* verbaasd opkijken, als ze haar vader plot seling voor zich zag. Twinkeling kwam er in de oogen van den ouden Dobler. Stap voor stap, voorzlchyg aan, ging hl) verder op den weg, waarover de sneeuwvlokken voor hem uitjoegen. Zijn beenen begonnen te wegen als lood; *twas of alles hem voor de oogen begon te dansen- hij snakte naar adem en tenslotte was het hem ónmogelijk verder te gaan. Tegen'een boom ge leund, stond hij daar eenzaam op den landweg, terwijl de sneeuw hem in het gezicht zwiepte. Nog eens schudde hij de dikke vlokken van zijn gezicht, dan zakte hij geluidloos ineen. „tls haast Kerstmis," mompelde de tanden- looze mond „Ik hoor al zingen: Stille narilt, heilige nacht." terugreed. Omringd door de goede zorgen van ’t dienst personeel mevrouw had slechts even een blik in de keuken geworpen en had toen de kinde ren bevolen met haar mee naar den salon te gaan kwam de oude Dobler ai spoedig bij. en bedienden omringden het „Het Kerstmannetje!” -« D« gillende stem van Elsje stoorde Dick's over peinzingen. Geërgerd keek hij naar zijn zusje, dat domme wicht, dat met open mond naast hem was blijven^ staan en met groote glinste rende kijkers naar den wegrand zag. Nu ont dekte Dick ook vaag een gestalte, die saa den voet van een boom lag, gedeeltelijk door sneeuw bedekt. Met een paar stappen kwam hU nader bij, boog zich voorover en keerde zich dan ril- v lend terug naar zijn zusjes, die op een veillgen afstand waren gebleven. „Kom meel Naar hulst" beval Dick en rende zelf vooruit. Gillend volgden de meisjes. Mevrouw Zijlstra stopte haar ooren toe, toen de kinderen opgewonden en tegelijk vertelden van den kerstman, die in de laan lag te slapen '.Maar kinderen, de kerstman bestaat niet,” trachtte zij te sussen. „Wat “gt u?” stoof Dick op. „Gaat u self dan maar kijkenl Hij ligt hier vlak bijl” Nog geen vijf minuten later was Dick met den chauffeur Evert op weg naar de plek, waar de oude man roerloos in de sneeuw lag. In zijn ge spierde armen droeg Evert den ouden man naar den wagen, waar hij hem voorzichtig op de achterbank neerlegde en langzaam naar de villa in openbare vergadering, hetzij in de afdee- lingen behandeld. Wanneer voorzitter Van Schalk deze week met een laatsten hamer slag het kalenderjaar voor de Kamer slui ten mag, dan smaakt het Hooge College de voldoening, dat al het opgedragen werk op' tijd Is verricht. Diep in hun warme jasjes weggedoken, de dassen om oored en mond en de handen diep in de zakken, keerden de kinderen Zijlstra naar huls terug. Allen waren bezig met hun eigen gedachten, welke toch weer dezelfde waren. De oude naaister Jansje, die ze *n Kerstpakket had den gebracht, had zulke wonderlijke, prachtige Kerstverhalen verteld, dat ze haar in zwijgende verbazing hadden aangehoord. Telkens weer andere vertelsels wist Jansje over een stal in Bethlehem en een Kindje, dat daar geboren was; machtige engelenkoren hadden toen van heel hoog uit de lucht prachtige liederen gezongen, die in het geheele land waren gehoord- Herders waren toen naar het Kindje gegaan, hun schaap jes hadden ze meegenomen en toen hadden ze gebeden. Dick had dit verhagl het móóiste van alle gevonden. Kerstmannetjes, die bij arme menschen allerhande dingen kwamen brengen, hadden hem maar matSg kunnen boeien, hoe wel Elsje ervan had genoten. Maar die engelen koren boog in de lucht, en die eenzame herders met hun enorme kudden, die naar dat pasge- gesneden. HIJ is misschien wat agressieve: 'en nóg meet zelfverzekerd dan zijn collega van Economische Zaken, doch hij brengt ook een aanstekelijke geestdrift mee, dié haar uitwerking niet mist. Tenslotte de minister van Koloniën, mi nister Welter. Ook hij behoort tot de krach tige figuren in dit Kabinet; hij toont,.zich een man met een hartstochtelijk^ diefde voor ons Insullnde met zijn millioenen in woners en een kenner als weinigen van het ambtelijk bestuursapparaat. Ik geef deze kenschetsing van de voor naamste figuren In de parlementaire ge dachtenwisseling voor wat zij waard Is, mln of meer uit de tweede hand. Mijn totaal indruk van het begrootingsdebat zelf was, dat de politieke moeilijkheden tenzij de economische conjunctuur omslaat nog niet zijn overwonnen. Eerst de derde ronde in de olympiade van de vier bestuursjaren pleegt voor een Kabinet de oogsttijd te zijn. Maar voordat de Kamer daar aan toe Is, lokt nu de zoete rust van een welverdiend reces. overwinning dera. Zooids had hij nog nooit geboord. gesmeed, waarin de’ verdwenen Hiomson «n Benjamin Huxley met de medewerking van Iracema zijn rechtmatig erfdeel had willen ent» rooven. De rollen waren nu wel geheel omge keerd. Door de verklaringen van zijn eigen ge tuigen was Joe Jenkins van meineed overtuigd. De vervalschlng van den pos was eveneens zen. Op een vraag aan oonsul’ Gregori te Madrid had deze bevestigd, dat de vingerafdruk in 1W# pas was aangebracht en dat bij deze ió*8^* teitsverklaring het getuigenis van den hem per soonlijk bekenden Alfonso Flguelra beslissend was geweest. Jenkins had dus dien datum vervalscht. De officier van justitie was eigenlijk zeer ontevre den over zichzelf. Niet alleen ómdat nu Wesg, dat Jenkins een misdadiger was; ook Alfonso Flguelra, sedert lange jaren comiMB00 ■den oudeh Severing, was zwaar geoocipromi^ teerd. Ook tegen hem moest hij een aannam» Indienen. Terwijl hü gebogen over zijn rite Mi ssz> kwam een gerechtsdienaar binnen. .Een heer wenscht u te spreken motineur Alfonse Trttó, ambassadeur de La Répubikp» Francalse.” „Laat mijnheer binnenkomen.” .Mijnheer de officier, mag w oogeuWiKN storen?" De heesen kenden elkaar mriaui V van de society van T .tresbon. Uk ben geheel te uwer beechlkkmg. «Woedt vseroifd» In de afdeellngen te r. Regeeringsbescheiden, w.o. door de commissies, in wier handen zij zijn gesteld, nog geen verslag is ultge- afgedane zaken aan de orde zijnde onderwerpen wetsontwerpen, w.o. verslag is uitge bracht of vastgesteld wetsontwerpen, w.o. het Regeerings» antwoord wordt ingewacht wetsontwerpen, in de, afdeellngen on derzocht wetsontwerpen, onderzoeken de allereerste plaats heeft u dit te danken aan de moedige verklaring van de getuige Eliza Merrem, die door haar oprechtheid en ook, de president zocht glimlachend naar een woord en ook door haar levenservaring het proces een schitterend verloop kon geven.” De laatste woorden hod de president zeer duidelijk hoorbaar voor alien gezegd, en tege lijkertijd stak hij voor het eerst Eliza zeer ongedwongen de hand toe. Iracema weende nog telkens en was nauwe lijks in staat de plotselinge verandering in den standvup zaken te verwerken. ,Jk Mh dus vrij, en van elke afschtiwelijke verdenking gezuiverd?” „U gaat naar het kantoor en u neemt van uw eigendom de firma, het huls, enz. bezit. Ik hoop dat ook al het overige zich zoo zal ophelderen, als u dat wenscht.” De president protesteerde niet eens toen na de woorden de zaal luid applaudisseerde. ,De zitting is gesloten!" Joe Jenkins was ondertutóchen uit de zaal ge leid. HU bad heelemaal niet meer opgekeken. De Inlijving der beide Slclllën en van üm- brië Is het donkerste punt In de politiek van Cavour. Zijn houding was te bedenkelijker, omdat hij niet bad versmaad, zij het dan ook voorbijgaand, een pact te sluiten met de vijan den van de maatschappelijke orde, met Gari baldi en Mazzini. Het feit, dat Victor Emma- -- nuel zelf, zooals wi) thans uit de, publicatie* ““^n Kindje gingen zien, dat was iets bijzon der .politica segreta Italians” weten, de hulp ders' had hij nog nooit gehoord, van Mazzini en Garibaldi niet van de hand III een Oostenrijksche Interventie te voorko men. Hjj trok tevens de Fransche vloot van Gaëta terug. De verkiezingen voor het Ita- Uaansche parlement bezorgden Cavour een zeer gunstige meerderheid en hjj kon in 1861 aan de Kamera een proclamatie voorleggen, waarbij Victor Emmanuel tot koning van Italië werd verheven, welke proclamatie met alge- In de verte straalde de Kerstboom in pralenden llchttooi. Kinderen echtpaar Zijlstra, dat temidden van een schat cadeaux bij den Kerstboom troonde. Een eln- delooze stroom van geschenken kwam over allen; met koele vriendelijkheid werden ze gegeven en evenzoo aanvaard, maar geen Kerstlied werd gezongen, de stemming ontbrak. In een warm hoekje van de keuken nipte dé oude Dobler aan de warme punch en trok be haaglijk -asm zijn neaswarmertje. HIJ had zich verzoend met de gedachte, dat hjj eerst morgen bij Gretha sou zijn, maar och. Kerstmis duurde toch twee volle dagen en dan, zijn ultgaansverlof was onbepaald. Rocz'moecende stemmen, die steeds dichterbij kwamen, stoorden zijn gepeins; In optocht kwamen ze binnen, de kinderen voorop, dan de bedienden. Even was het stU, de beklemming van daar juist moest wegtrekken, dan babbelde Elsje: .Kerstman, hebt u voor ons ook iets meege bracht?” De oude Dobler glimlachte, zocht in zijn zak en haalde de beide appels te voorschijn. Een drievoudig „oh” was het verrukte ant woord der kinderen. „Vertellen, Kerstman,” bedelde Elsje verder. En dan liet Dobler zijn gedachten den vrijen loop. Herinneringen aan Kerstvieringen uit zijn jeugd van thuis kwamen weer boven; stem mingsvol waren se, vaak ook VroöHjk. Dëfi glun derde zijn gezicht en straalden zijn oogen en al maar vlugger bewogen zich zijn lippen. Kerst avond, Kerstnacht’.... Nachtmis.... Als jong sopraantje had hij de solo gezongen.Bevend herhaalden de smalle lippen de overbekende woorden, een oude, gescheurde stem zong nog weer eens de heerlijke melodie van het „Stille nacht, heilige nacht.” De een na den ander neu riede na, al luider en luider, tot' de keuken ruischte van Ingetogen Kerstvreugde. De kinderen Zijlstra luisterden verrukt toe; zooiets moois hadden ze nog nooit beleefd. Daar vielen zelfs de vertellingen van Jansje en die waren toch ook niet mis nog in het niet. Tot boven in de kamer, waar mijnheer en mevrouw Zijlstra samen waren, drongen de klanken van het Kerstlied door. Mevrouw legde haar boek ter zijde en zag strak voor zich uit Vroeger, bij haar thuis, had men op dezen avond ook dit lied gezongen. Mijnheer kneep nerveus zjjn sigaret tusseben z'n vingers. Ih zijn ver beelding zag hij zich weer als koorknaap voor de kribbe, het Kerstlied uitjubelend. HU-perste zjjn lippen opeen, bijna had hi) de strophen meegezongen. Beneden was het lied verklonken. Ben ander werd Aangestemd. Toen verwijderde mevrouw zich uit de kamer. Even luisterde zij aan de trap, dan kwam zij op haar toenen naar bene- ilen. Door een kier in de keukendeur ontwaar de zy het ontroerend tafereel. Als een levende, kerstman zat de oude daar, vlak voor hem de drie kinderen. Toen kwam ook over mevrouw Zijlstra het verleden terug, die zonnige tijd uit rein kindergeloof. Voorzichtig legde zich een hand op haar schouder. „EUy, vrouwtje, eerst moest de Kerstman ko men. om ons te. toonen dat we op den verkeer den weg zjjn.” Des nachts om half vier werd de chauffeur Evert wakker van het zacht ronken van den motor. Even later gleed de wagen van het erf af. ,Kn het was bijkans zeven uur, toen mijnheer en mevrouw weer terugkwamen,” verzekerde bij later nadrukkelijk in de keuken. In den middag reed de wagen weer uit; nu bracht hij den kerstman weg, de dicky-seat was vol geladen. (Nadruk verboden) „Getuige JBlack, gen?” ,4a mijnheer de president, maar Ik heb mij niet laten omkoopen, ik heb niets onder eede verklaard!” Op dat oogenbllk knalden plotseling zes schoten en vlogen de kogels over de hoofden der rechters. In de zaal brak een paniek uit. Geruststellend geroep van de- zijde der gen darmen, bellen van den president. Over den grond rolde een kluwen worstelende menschen. dat de zaak deze wending genomen heeft. In Jenkins had een revolver getrokken, deze leeggeschoten en getracht in de ontstane ver warring te ontkomen. Maar de gendarmen en de gerechtsdienaars hadden zich op hem ge stort en hem gegrepen. Hjj was reuzensterk, en een uitstekend bokser, maar ook van buiten stormde de wacht naar binnen. Terwijl het pu bliek zich van angst niet wist te bergen, werd hij overweldigd. HU was plotseling veranderd als een blad van een boom. Van den rustlgen def- tlgen heer was slechts overgebleven de ontmas kerde misdadiger In gescheurde en vuile klee- ren, die in niets meer leek op den waardigen firmant van de firma Severing en Flguelra. De president luidde weer met zün bel. „Het is inderdaad zeer waarschynlijk, dat de pas vervalscht is. Joe Jenkins, het hof gelast in verband met het vermoeden van meineed en het aanzetten van anderen tot meineed, met het oog op eventueele pogingen tot onvluch- tlng. uw onmiddellijke gevangenneming. Het gerecht Is er verder van overtuigd, dat Joe Jenkins en Robert Severing niet een per soon rijn. Zoolang d» echte Robert Severing ■w yoor zoover als ik uit $lgen waarne- \f ming, uit de verslagen In de kranten, uit de Handelingen der Kamer en uit gesprekken met Kamerleden heb kunnen nagaan, hebben de Ministers het geen van allen bij de verdediging van hun begroetin gen In de Kamer moeilijk gehad. De één slaat er zich wat gemakkelijker doorheen dan de ander. Uit wat ik gezien of in mijn kring beluisterd heb, meen Ik de wijze van het optreden der verschillende Ministers on geveer aldus te kunnen kenschetsen: Minister Colijn heeft zt)n reeds in den zak vóór hij begint; zelfs het meest oneerbiedige lid der Kamer Ik laat de keus gaarne aan mijn lezers over voelt zich tegenover de figuur van onzen grani old man min of meer geïmponeerd. Minister Patljn maakt op sommigenoden indruk, alsof hij moeilijk begrijpen en zeker niet billijken kan, dat het lot hem gedwon-» gen heeft zich in te laten In discussies, welke hij uit eigen vrijen wil zéker niet zou hebben gezocht. Minister de Wilde daarentegen; voelt zich In dit heterogene milieu opperbest op z’n gemak. Hij Is zoo overtuigd van de juistheid van zjjn standpunt, dat tegenspraak bij hem een gamma van gevoelens wakker roept dat varieert van medelijden met den ongeluk- Klgen verdoolde en ziedende verontwaardi ging over zooveel vrijmoedigheid. HIJ Is zonder twijfel na dr. Colijn de meest sug gestieve spreker In het Kabinet. Minister Gosellng doet echter in rwelspre- kendheid en feillooze woordenkeus voor hem niet onder. Sinds de heer Wandelaar verklaard heeft» dat deze Minister zoo ge vaarlijk Is, juist omdat hij zoo knap is, pro- beeren sommige sprekers van linksch zich aan den greep van zijn logica te ontworste len, maar tot nu toe schijnt dat slechts ma tig te lukken. Wijlen prof. Struycken werd om zijn vlijmscherpen betoogtrant in inter nationale kringen ,Je couteau” genoemd; op minister Geseling zou het beeld van de floret niet kwalijk passen. Minister Van' Boeljen spreekt veel, snel en gedetailleerd, maar hij spreekt ook toonloos en zoekt zijn kracht meer in de hoeveelheid dan in de kwaliteit zijner argu mentatie en zinswendingen. Maar ik hoorde rijn bekwaamheid door verschillenden, die met hem van gedachten gewisseld hadden, prijzen. Minister Van Dijk Is zeker geen poëet; wie zou dat oök van den minister van De fensie verlangen? Maar wat zijn redevoe ringen aan stijlbloempjes missen, wordt rijkelijk aangevuld door een verblufrfende deskundigheid en een pijnlijke nauwgezet heid. Deze Minister heeft nu eenmaa polltieken wind in den rug en hjj r daar een gepast gebruik van. Datzelfde durf ik niet te zeggen van onzen opperschoolmeester prof. Slotemaker de Bruine. HU heeft veeleer den wind tegen; en terwUl ahderen in een dergelUke situatie met laveeren nog voorwaarts weten te ko men, heeft deze Minister van Ondenrijs daartoe geen vaardigheid, maar trouwens ook weinig neiging getoond. Zoo werd hU „dé maif, die de klappen krijgt”;-maar ik had wel eens den indruk, dat men hem niet voor een deel althans kwaUJk genomen heeft, wat elgenlUk aan den wind was te wUten. r Het hoofd van Waterstaat is een der vondsten van dr. CoUjn, een der twee neu tralen in bet positief christelijk Kabinet. Aan de eischen van deze positie voldoet de heer Van Buuren zeer zeker; ook heb ik hem hooren prijzen als een harden werker en een voortvajend regent. Als spreker beeft hU de fout dat is het althans in parlëmentalre discussies van teveel op intifö-upties te reageeren. Ik geloof niet dat er één minister is, wiens populariteit in 'het Parlement halen kan bU die van mr. Steenberghe: een goed debater, maar boven alles een man, die niet méér belooft dan hij waar kan maken, en dat laatste dan ook doet! Van ’t zelfde hout is minister Romme diging voor den minister-president - geldend worden gemaakt. Men weet echter ook. dat Cavour zich niet los kon maken vaa bet ge voel. dat zjjn spel met Napels niet Ibyaal en vrli was geweest. Dit gevoel overheerachte ook in kringen, die overigens met hart en ziel aan de Italiaarische beweging verknocht waren. Cavour had^deze onderneming van Garibaldi noch gewild, noch geprovoceerd. Maar toen zij eenmaal begonnen was, had hjj haar onder steund op indirecte wijze, door het vertrek der „duiaend” uit Qarto mogeiyk te maken. In hoevérre geld uit Sardinië tevbren in Sicilië zijn werk had gedaan en het Napolitaansche leger en vloot met lamheta had geslagen, daarover sjjn de acten ook thans nog niet ge sloten. Zeker is alleen, dat Cavour alles In het werk had gesteld, om in Juli I860 allerlei be wegingen In Napels te orgamseeren, welke aan Garibaldi de mogelijkheid zouden bieden, de occupatie van het vasteland van 't koninkrijk gemakkelyk te maken. De val der Bourbons was een besloten zaak. En het hielp den on- gelukklgen Frans II niets, dat hij op 1 Juli de door zijn vader bezworen, maar nooit uitge voerde grondwet van 1848 weer van kracht maakte, een constitutioneel ministerie be noemde en op dringenden raad van Napoleon III zich bereid verklaarde, een verbond met Piemont aan te gaan. Verraden door zijn amb tenaren, vooral door zijn president der politie Liguorio Romana, moest de onfortulnlljke mo narch, bijna zonder een gevecht, zijn rijk uit leveren. Op 6 September I860 trok hU n&ar Gaëta terug, dat hjj tot 13 Februari 1861 in zijn bezit wist te houden. Den zevenden Sep tember 1860 was Garibaldi Napels binnenge trokken. waar hij zich proclameerde tot dic tator der beide Siciliën. Hier scheidden zich de wegen van Cavour en Garibaldi. Cavour bad de hulp van Garibaldi en zelfs van Maz zini voorloopig aangenomen, zonder den eenen, noch den anderen eigenlijk te vertrouwen. Mazzini was piet zijn heelen staf naar Napels gekomen. F-y Garibaldi haaden zich ondertus- schen aangesloten de extreemste elementen der Fransche revolutie en spoedig bleek, -dat Ga ribaldi oppositie ging voeren tegen de inlijving der beide Slclllën bij Piemont en de richting Insloeg der anarchistische Ideeën van Mazzini, die een republiek wilde stichten. Toen toonde Cavour een Ijzeren hand te bezitten. HU ont lokte aan bet parleméht een decreet, waardoor de aansluiting der beide Siciliën aan het Sub- Alpljnscbe koninkrijk werd doorgezet. Dit ge beurde in October 1860. Het gelukte Napoleon bt einde nadert. Als schichtige spook gestalten verschijn Ai sporadisch oude getrouwen onder de Kamerleden In de heilige hallen van onze onpolitieke sociëteit. ZU hebben geen oog meer voor de bijzondere sfeer van onze onvolprezen hof stad met haar mastbosch in de Lange Voor bout, haar hofvUver vol vertier van hongerige meeuwen, haar stil wegdroomehd Binnenhof met z’n tamme duiven. ZU komen en zU gaan, het hoofd nog zwaar van onverwerkte of onuitgesproken redevoerin gen, de actetasschen vol brieven en stukken, die in den overvoerden arbeidstUd nog niet beantwoord of behandeld werden. Ik benUd ben niet, wanneer ik gadesla, hoe zU haas tig de Kameroverzichten in de dagbladen raadplegen. Of benUd ik hen toch nog een weinig?t Ik herinner mU d* eigenaardige stem ming vóór het Kerstreces nog zoo goed uit den tUd, dat ik zelf deel uitmaakte van het college van honderd. Misschien is zU alleen te vergelijken met de vacan tie verwachting op een kostschool, dat blU verlangen naar vrijheid en rust, en het vooruitzicht van weer zichzelf te(kunnen zUn. Ik zal dus niet beweren, dat de Kamer leden hun vacantie niet dubbel en dwars verdiend hebben. Maar toch kan Ik niet zeggen, dat 1938 voor het Parlement extra druk is geweest. Een Kamerlid, wien ik dézen indruk mee deelde, heeft mU op eenlge cUfers getrac- teerd, die ik voor mUn lezers gaarne wil weergeven. Toen de "Dweede Kamer op 20 September het nieuwe zittingsjaar begon, lag er, behalve het zware begrootingswerk, weinig omvangrijke of gewichtige arbeid te wachten. Een viertal wetsontwerpen van mln of meer eerbiedwaardigen leeftijd prijken nog altUd op bet program, daar de Regeering de opmerkingen van het Voor loopig Verslag daarover nog niet heeft be antwoord: de wUziging in de begrafeniswet, maatregelen tot afschaffing van de Staats- loterij, wijzigingen in het huwelUksvenno- gensrecht en de tUdeMjke verhooging van sommige Nederlandsche invoerrechten. Op 22 September bedroeg het aantal wets- ontwerpen, in de afdeellngen te onderzoe ken, niet minder dan M. Daarin waren de begrootingsontwerpen niet begrepen. Op 7 November was verslag uitgebracht of vast gesteld omtrent 46 ontwerpen, terwUl nog geen verslag was uitgekomen omtrent een 24-tal wetsontwerpen, welke reeds in de - afdeellngen waren onderzocht. Op dien tRttum moesten nog 39 wetsontwerpen de -gfdeellngen passeeren. Intusschen waren tïoor de Kamer in openbare zitting toch reeds 58 stukken afgedaan. Eenlge weken tater, op 1 December, zag de „score” er ^aldus uit: De officier van justitie, die de zaak Severing tegen Severing had behandeld, ctat in rijn bureau. HU had volkomen van front moeten veranderen. Vast overtuigd van de eerlUkheid en het goed recht van Joe Jenkina had hU Iracema voor schuldig gehouden. HU had *n heele keten 91 protesteer er tegen dat. JJe zitting wordt lijdelijk geechorat; het hof trekt zich in de raadkamer terug.” Jenkins wilde zUn pos terug hebben, maar de presdlefit nam hem mee. Nog even bleef het in de zaal doodstil, maar de rechters waren nog niet verdwenen of de storm brak los luid sprekend en portU kiezen voor en tegen. Elisa Merrem stond nog voor de verlaten groene tafel, als had rij aUps om rich heen ver geten. Iracema lag achterover in de armen van een verpleegster, die trachtte haar bU te brengen. Jenkins was volkomen rustig gebleven en gehikte sjjn papieren. „Doctor Vlelrs, zullen wij een oogenblikje wat frissche lucht gaan happen?” Langzaam schreden *U op de deur toe, waar hun echter twee gerechtsdienaars in den weg traden. wWU kunnen u niet teestaan Wrlaten." „Ben ik hier soms beklaagde?" „Het tf op het bevel van het hof." aBelachelljki" WU hebben ter gelegenheid van de bijzet ting van den vroegeren koning van Napels of der beide Siciliën in de kerk van dén H. Geest te Rome eenlge historische herinneringen op gehaald. Deze ex-monarch was Frans II van Bourbon, zoon van Ferdinand II, die door zUn reactionnalre maatregelen, toen een nieuws tUd opdoemde, zijn eigen rijk in de waagschaal had gesteld. Eén Jaar was deze ongelukkige vorstenzoon maar koning. Hij had een leger geërfd, dat niet te vertrouwen was, welks of ficieren niet voor hun taak berekend waren. Tegen een vermetele „raid” van Garibaldi kon hn niet op. AUes zonk als een kaartenhuis in ^kaar. Welke was de rol daarbü, die Cavour, da geniale Italiaansche staatsman van het .JUsorglmento", de Bismarck van Italië, daar bij speelde? Geen gelukkige. Er waren twee groote hinderpalen, die Cavour bU de eenwor ding van Italië oi> bljsondere wijze in den weg stonden: de KerkelUke Staat van den Paus van Rome en het Napels der Bourbons. Toen de Napelsche tragedie zoo plotseling los brak, stond het met den Kerkdijken Staat ook al heel slecht. Maar dat is een ander hoofd stuk. Bepalen wU ons tot Napels en de hou ding van Cavour ësgenover dit door en door verouderde koninkrijk. Ferdiqand H was 23 Mei 1859 gestorven en had zijn zóón Frans II van overtuigd, dat den, wanneer het volkomen één werd door bevrljding van vreem de onderdrukking. Hij wist, dat Venetië en de rest der Oostenrij ksche punt waren, waarover de geschiedenis zeer „duiaend” te Maraala, overwon in handom- spoedig zou overgaan tot de orde van den dag. -- draaien de veel sterkere, maar slecht aange- Over bleven de Kerkelijke Staat en Napels, almeno senza nessuna irritazione). des konings en proclameerde I Van de Bourbons was nooit te verwachten, 1__dat sU in een Itallaanschen statenbqpd eerlijk zouden medewerken. En daarom liet hjj Na pels vallen. De Kerkelijke Staat, het Tempo rale, aou nog tien Jaar nooddruftig blijven be staan. Een pijnlijke historie kwam nog ach teraf: het parlementaire duel tusschen Ca- wur en Garibaldi. Nadat Garibaldi politiek Een werkelijk excuus voor Cavour was echter, 111 ^P®!8 de nederlaag had geleden, probeer de deze den koning te overreden, Cavour te laten vallen. HU wilde self minister-president worden. Na een stormachtige parlementtait- ting noodigde Victor Emmanuel beide groote tegenstanders in gjn paleis. Het onderhoud droeg goede vruchten. Garibaldi verplichtte zich, de regeeringspolitiek ten opzichte Van overbeerschirig een Frankrijk en Oostenrijk niet te doorkruisen. Belde mannen. Verlieten elkander zoo niet als vrienden, dan toch zonder wrevel (se non amici

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 10