Onze eerste Passionistinnen DE MEMEL-KWESTIE EN HAAR GESCHIEDENIS I Nederzetting te Sittard Economische ontwikkeling van Zuid-Afrika jaBffiiz Landbouwbedryven en goudproductie SLOTKLOOSTER VAN ARCHITECT WIELDERS VRAAGSTUK LOST ZICH VANZELF OP De absurditeit van het Statuut I au w Oude Stadsgrachten 1 *n Kwade kens 3» l# - A te Gemma Galgani dal h en van den Bond te Het slotklooster „Zalige Gemma” van de Zusters Passionistinnen te Sittard l Laat on» de zaak nuchter bekijken. Met Me- iwoordige president Bmc- u F i, hier een volledige beschouwing deser I te geven, verdienen toch nog eenlge Ten aanzien van Memel gaat de ontwikkeling denzelfden logischen weg al» bü zoovele andere kwestie», die reeds zijn opgelost Wachten we rustig: zü lost zich zelf op. C r t 2 d b d «I ti b a d t t f e x n x I X c 1 1 den den c v F 14 e eei de mijnstreek ten zegen! H. R. d Si k e a r. onderdrukking •rvolglng der Roomsch- C'! X t 1 1 1 ■1 X d 62 «e- werd een massa-proces geënsceneerd tegen 138 nationaal-sociallsten. Vier werden ter dood veroordeeld. Dit verwekte In Dultschland groote beroering. Om erger te voorkomen, grepen de garandeerende mogendheden In. De doodvon nissen werden niet uitgevoerd. De bedoelde mo gendheden wezen er ook op, dat de In Memel heerschende toestanden niet meer In overeen stemming waren met bet statuut en protes teerden daartegen. Er werden nieuwe verkie zingen uitgeschreven. Litauen maakte nog snel een nieuwe kieswet, waarbij aan leden van ver boden partijen het actieve en passieve kiesrecht werd ontnomen. Het gevolg was verrassend. De nieuwe kieswet had namelijk absoluut geen effect gesorteerd. De nieuwe, op 28 Augustus 1933 gekozen landdag bestond, evenals de oude, uit 24 Dultschers en 5 Litauers. De uitslag der allernieuwste verkiezingen, die Zondag j.l. wer den gehouden, bevestigde de verpletterende meerderheid der Dultschers, die zü zelfs met een zetel vergrootten. Wat nu? Er zal moeten worden af ge wacht, of de Dultschers In Memelland zich nu reeds met het Derde Rijk willen vereenigen of mfk- schien beter gezegd, naar hun vaderland dat is werkelijk Dultschland willen terugkeeren. Wat .zal Litauen in dit geval doen? De Litau sche minister van Bultenlandsche Zaken, Urb- sy», verklaarde Woensdag JX, dat Litauen zich tegen een eventueels afscheiding van Memel land zou verzetten. Maar hü voegde er wijse lijk aan toe: „naarmate de middelen van dit land daarvoor toereikend zijn". Dit is afdoende. Die middelen zijn absoluut niet toereikend. Het eeuwfeest van de Overwinning van de Voortrekkers op den Kafferkonlng Dingaan doet onze gedachten in de richting van Zuid-Afrika gaan. Over zijn economische ontwikkeling zijn Interessante dingen geschreven in .De Oids” door S. Posthuma. De belangstelling voor het behoud van oude schoonheid groeit. Een gelukkig verschijnsel. Zoo wordt steeds meer aandacht besteed aan de oude karakteristieke stadsgrachten. Het maandblad Heemschut geeft de volgende we tenswaardigheden omtrent de verwikkelingen rond de Bakenessergracht te Haarlem en de Nieuwe Haven te Gouda. Het komt alle», zooals het komen moet. Ook in de politiek. Dit is niet gemeend in fataliati- schen zin, maar met het oog op de dynamische ontwikkeling der politiek in de paar laatste jaren. De overwinnende mogendheden van 1918 hebben van Europa’s Oosten en Zuld-Oosten een legkaart gemaakt, waarbij vergeleken de ingewikkelde kaart van het Weensche congres, dat den Napoleontischen tijd liquideerde, een staal van eenvoud is. Al het onnatuurlljke, alle» wat met onoordeelkundig geweld en willekeur tot stand is gekomen, verdwijnt weer te zijner tijd. Er is reeds veel ongedaan gemaakt, wat in 191# zoo onoordeelkundig en willekeurig in kunstmatig leven werd geroepen. Het Derde Rijk heeft het leeuwenaandeel in de verande ringen en herstellingen. Thans is de Memel-kwestie aan de orde. Vóór den wereldoorlog behoorde Litauen. waarmede het Memel-gebied thans is verbonden, aan het Tsaristische Rusland. Dit gebied van Memel kwam reed» in de helft der 17» eeuw aan Prui sen. Het is buiten kijf een Dultsch land gewor den. En is dit nog. Litauen werd tijden» den wereldoorlog door do segevierende Dultsch» legers bezet. Het land verklaarde zich in 1917 onafhankelijk van Rusland. Berlijn keurde die onafhankelijkheidsverklaring goed op voor waarde, dat Litauen met Dultschland een mi litair verbond en oen Tolunle zou aangaan. De Bakenessergracht te Haarlem staat in de algemeene belangstelling. Er zijn daar twee bezwaren: de smalle oevers en het vuile water. Daarbü komt dan de begeerte tot objecten voor werkverschaffing. Daar voor Hjkt het dempen van een gracht zoo uitnemend geschikt. Men kan dan werk- loozen karretjes zand laten rijden en die in de gracht storten. BIJ dergeljjke vraagstuk ken komt echter wel wat meer kijken. De oevers zijn inderdaad smal, doch de kade muren zijn zoo slecht dat deze toch te eenlger tijd vernieuwd moeten worden. Aan eene zijde den Oostkant is de kade ruim breed genoeg. Aan de andere zijde is de kade erg smal. Daar zal gerust 'n strook bü kunnen, waarna er nog genoeg water overblüft. Dan krügt men een keurige toe stand voor éénrichtingsverkeer net als aan de Amsterdamsche grachten. Aan een ge- In uw wagen moét u niets wagen. autorijden mig geen kansspel zijn: op den weg moet u het zéker wetenl tona Woldemaras verving, bleef de toestand voor Memel donker. Men tornde voortdurend aan de autonomie (thans, onder den druk der omstandigheden, wenscht Smetona „het auto nome statuut in zün geheel toe te passen"). De Landdag werd ontbonden. De kwestie kwam voor het Haagsche Hof. Op een vraag der waarborgende mogendheden (Engeland. Frank rük, Italië en Japan) verklasude het Hof, dat de ontbinding van den Landdag onwettig was geweest. Litauen onderwierp zich aan die uit spraak en voerde een wat milder bewind. Toen in Februari 1933. de natlonaal-sociallsten in Dultschland de macht overnamen, veranderde in Memel al dra de toestand. Tegen de bruine propaganda vaardigde Litauen een „Wet ter be scherming van den Staat” uit. De Dultschers werden aan banden gelegd. Ontbinding van vereenlgingen, afzetting van afgevaardigden, arrestaties wisselden elkaar af. Ook de Memel- sche Henlein, dr. Neumann, werd gearresteerd melstad en -land hebben wü te doen met eeuwenoud Dultsch gebied, dat willekeurig van het RUk is gescheiden. De internationale con stellatie heeft zich in de laatste Jaren volko men gewüzlgd en de barokke structuur van het Memelgebled heeft lang genoeg voortbe staan, om de absurditeit er van aan te toonen. Alle ervaringen, met het Statuut opgedaan, wijzen er op, dat dit niet de geschikte basis is om de Memel-landen in staat te stellen, hun nationale wenschen te vekwezenlüken eng hun rust en normale arbeidsmogelijkheden te ver schaffen. Het Statuut is nog minder geschikt, om de Duitsch-Litausche betrekkingen op een basis te plaatsen, die duurzaam is en geen wrijvingen meer oplevert. omdat er dan een overdadig breede straat zal ontstaan, die dood zal. loopen. En het vuile water? Dat doet de waterleiding! Dit klinkt belachelük, doch het is de waarheid. Vroeger werden alle afvalstoffen opgevan gen in putten, die, wanneer het noodlg was, geleegd werden. In de gracht stroomde al leen het regenwater van de daken en van de straten. Sedert in elk huis waterleiding is gekomen, stroomt de geheele hoeveelheid rioolstoffen in de gracht. Daarop is maar één goed middel: een rioleering in de ka den. Zie maar naar Amsterdam. De grach ten die tot voor enkele Jaren intiem kon den stinken, frlsschen zichtbaar op, er komt weer vlsch in en de wilde eenden zwemmen weer door de Keizersgracht. Nu heeft het vraagstuk een wending genomen. Door een vaderlüken raad van boven. De minister van Onderwüs heeft aan het ge meentebestuur medegedeeld, dat Zijne Excellentie uit aesthetlsche overwegingen raadt niet tot demping van de Bakenesser gracht over te gaan. Ongetwijfeld zal deze raad meer helpen dan de adressen van de Vereenlging Haarlem Heemschut te zamen. De Nieuwe Haven te Gouda, een binnen gracht, een overeenkomend geval als de Bakenessergracht te Haarlem, werd reeds verloren gewaand. Ook daar lagen smalle kaden, vergane kademuren, vuil water en een doodloopende gracht. Doch een laatste poging van de Vereenlging Die Goude bü het ministerie van Onderwüs, gal den bond Heemschut aanleiding aan Zgne Excellentie afschrift te zenden van het uitvoerige adres dat de feond Heemschut in samenwerking met het Instituut Stad en Landschap van Zuidholland in Februari 1938 zond aan het gemeentebestuur van Gouda en aan gede puteerden van de provincie Zuidholland. Het is te hopen, dat er ook een vaderlüke raad uit Den Haag naar Gouda zal gaan. Met deze gevallen blükt wel heel duide- lük, hoe de belangstelling in het behoud der schoonheid groeit. Dat de schoonheid niet is het eigendom van het thans levende Deze voorwaarden namen de Litauen aan; elsch echter, dat een Hohenzollernprins hertogshoed zou verkrügen, verwierpen zü- De relaties met Dultschland kwamen van zelf te vervallen, toen het rijk van Wilhelm II ineen stortte. Litauen trachtte, evenals de andere nieuwe lenden, in 1919 te Parüs zooveel mogelük ge bied te verkrijgen. Het bereikte, dat door het tractaat van Versailles Memel met een drie- hoeklgen reep grond er om heen van Dultach- land werd losgemaakt. Meer bereikte het voor- loopig niet. De „vrede-makers” schenen wel wat huiverig om nog meer enclaves te stichten. De Lltauers moesten tevreden zün met de verze kering, dat het de bedoeling was. aan Litauen een vrüe stad als haven te verschaffen, zooals Polen in Dantzlg had verkregen. De kwestie bleef zwevend. In Februari 1920 bezette het toen almachtige Frankrük de stad Memel en den driehoekigen reep grond. Litauen werd op allerlei wüze tegenover Dultschland bevoordeeld. In 1933 kwam er weer groote opschudding in den Oostelük-Europeeschen hoek. Polen ver overde de Litausche hoofdstad Wilna En de Litauers „durfden het toen bestaan" het landje Memel binnen te rukken. Tegen het machtige Frankrük in? Niemand heeft dit ooit geloofd. De Franschen trokken zich terug en een ge zantenconferentie te Parüs legde zich met be kwamen spoed 10 Januari 1933 trokken de Franschen af voor de „overwinnende” Litauers en 13 Februari werd het pleit in Parüs reeds beslist bü den gang van zaken neer. Dit alles leek op doorgestoken kaart Memel-land en -stad werden nu een selfbe- sturend dominion van Litauen. Op 14 Maart 1934 was het zoogenaamde Memelstatuut ge reed. Er kwam een Litausche gouverneur, die al dadelijk gewikkeld werd in allerlei conflicten met de in hoofdzaak Dultsche volksvertegen woordiging. In Litauen was in 1936 Woldema ras dictator geworden. Hü kondigde voor Me mel den staat van beleg,af. Het landje onder vond last van allerlei maatregelen, die Wolde- maras in Litauen nan>: onderdrukking der llnluche partüen en Katholieke Kerk. Ook toen de tegei een plastische vorming der waaraan hü de ornamentiek geschlk{ maakt. Ook dit nieuwe slotklooster dat den aan schouwer de ontroering der schoonheid en vroomheid opdringt is met dezen volkomen modernen geest doortrokken. Van verre spreekt reeds de religieuze functie van dit ge bouw, welks geestige contour zich al» een krachtig silhouet afteekent tegen het groens tapüt van den herfstheuvel „Kolleberg”, waarop de zon op onzen kijkdag een lustig spel van licht en schaduw weerkaatst. Vanuit dese landelijke en vriendelüke omgeving ziet men ginds iets naar het Zuiden de masto- dontlsche vormen van de münschachten en rookende koeltorens der „Maurits” met annex» bedrijven, welk» wel een zeer scherp contrast vormen met deze stille kloostersfeer. Zonder ons ook maar in t minst de pretentie aan te tnatii ■ttohi büsonderheden de aandacht. Het gebouwencomplex zou in dit landschap beter gedüen, wanneer het iets minder diep in den grond lag. Een uitstekende ligging zvu dit slotklooster hebben verkregen tegen den meer Oostwaarts gelegen heuvel. Het nu be bouwde hellende terrein, dat vóór de opdracht van het project reeds beschikbaar was, kon vanwege de bebouwing aan den belandenden verkeersweg niet anders worden ontsloten, dan langs den gekozen oprit. Het plaoeeren van den frontvleugel met hoofdentrée was van zelfsprekend afhankelijk van den toegangsweg, die vrü klimmend het kloosterbezit aan dan Leyenbroekerweg van de stadszüde heeft be reikbaar gemaakt. De opritlaan aan weers zoden omzoomd met Jong» altüd groene sier heesters, kan met een behoorlijk wegdek aeer joyeus worden. Vanaf het ruime bordes heeft men een mooi gezicht op de stad, welker krachtige en spichtige kerktorens den hemel bestreven, die boven stad en ommelanden welft. Het gebouw, waarmede deze eeuw waarlük is verrükt, past uitstekend in deze vredige landouwen. De elschen. ontsproten aan het ge- aloten karakter van een .slotklooster1’, zün geheel middeleeuwsch en dit bepaalt ook den uitwendlgen verschünlngsvorm, dien deze ge niale bouwmeester tot een weelde van fraaie bouwkunst heeft herschapen. Toch sal men over 1000 Jaar aan de moderne bouwmaterialen en hare toepassing weer aanstonds merken, dat dit slot niet in de middeleeuwen is tot stand gekomen. Ondanks de ligging is het een imposant bouwwerk, in vorm en lijnen sterk herinnerend aan den bloeltüd van onzen befaamden Lim- burgschen bouwstül en uitgevoerd met ma terialen, die eveneens de Llmburgsche tradities voortzetten. De bouwstül in baksteenarchitectuur is ori gineel Limburgsch, iets dat blükbaar alleen maar in Limburg kan ontstaan. Daarbü pro pageert Wielden aeer intens het gebruik van jLlmburgsche materialen, teneinde het streek eigene nog beter tot uitdrukking te brengen. Het opgaand» werk is o.a. geheel vervaardigd ■iet gedekte gele baksteen van de Bittardsche hriré-en Ook ,de genuanceerde Ro- maansche pannen op de constructief mi aes- thetisch mooi .sluitende" dakvlakken, geven aan het geheel en zün nauwkeurig afgewogen onderdeden, een sieriük aspect. Het gebou wencomplex is overigens verbazend simpel ge houden, waardoor hier een aeer goedkoop klooster is gesticht, op een terrein van H A. oppervlakte, waarvan het bebouwd deelte 1/8 meet. Het hoefijzervormige gebouw heeft prach tige contouren, vooral de Oostelüke buiten gevel van den novicenvleugel heeft *n rük re liëf, door de wenteltrappen op de belde uitein den. Het noviciaat _in den linkervleugel bezit ge- lükvloers 13 en op de verdieping 9 slaapcel len (zonder kunstmatige verlichting) voor de novicen, benevens een ruime recreatiezaal, gang, portaal, borden en trapportalen. Het representatief gedeelte defront vleugel aan de voorzijde gedeeltelük afge sloten door een kleinen kloosterhof, bevat in hoofdzaak refter, economaat, keuken, kabi net Moeder-overste, entrée, spreekkamers slot zusters enz., mede een ruime wandelgang, wel ke uitzicht geeft op den kloostertuin, omheind met een hoogen ringmuur. Ook in den tuin is in dit sterk afhellend terrein een tallud-op- losslng gezocht, om een vlakke ligging te ver kregen. Uit de fagade rüst een rank en pun tig zustertorentje statig hemelwaarts, dat in dese plastische bouweenheid mooi h ingelüfd; vorm en eenvoud herinneren aan d» vrome Angelustorentjes der oude kloosters. Op de verdieping voorgebouw bevinden zich de ziekenkamer en ziekenkoor, door een drie tal boog raampjes, in effen glas-in-lood, recht streeks verbonden met het bidkoor der slot zusters, opdat ook de zieken de gedurigeaan bidding büwonen. In den rechtervleugel het kloosterdeel verblüven de slotzusters, waarvoor negentien slaapcellen zün ingericht, waarvan eenlge met kunstmatige verlichting. De veertig cellen der novicen en slotzusters zün alle met een oü- zondere intentie, in marmeren platen gegrift, bekostigd door Nederlandsche weldoeners. In het bidkoor (11 X 9 M.) der zusters met een trapsgewijze verhoogden vloer, zün een drietal groote boogramen geplaatst met voor stellingen van den H. Paulus van het Kruis, O. L. Vrouw en den H. Gabriel, afkomstig uit het Passlonistenklooster van Mook. Het ove rige glas-in-lood is gewoon antiek. In den scheidingsmuur van bidkoor en leekenkapel (18 x 9 M.) is het tabernakel ingemetseld als mede een groot ijzeren raam (veelal geblind doekt), waardoor de kloosterlingen het litur gisch Offer volgen. Behalve ’s Zondags is deze kapel steeds toegankelük. De Gothlsche gewelven van Valkenburgsche mergel, Romaansche ra men en vloer van Noordsche leisteen, lambrisee- rlng van baksteen en het marmeren altaar en communiebank in den vorm van een offertafel, vormen hier een uitstekend geslaagd interieur. prükt een zevental artistieke glasramen van Joep Nlcolaas. Een rondraam met taferee- len uit het leven van de zalige Gemma Oalgani, t.w. Christusfiguur a. h. Kruis, de Zalige Gem ma, Verwerping van den verdoemde. Moeder van Smarten, H. Paulus v. h. Kruis en de H. Gabriël. Ook de zes boogramen: Mater Dolorosa, St. Paulus a cruce, S. Gabriël a vlrg. perd., Ven Dominicus a Metre Dei, Serva del Maria cruci fix» en Servus del Carolus Houben, met een adeldom van tinten, zün schoonheidsimpressies van een talentvollen meester. Voorts valt nog te vermelden de kapittelzaal (8x8 M.), biechtgelegenheid, de ruime gan gen in korfbooggewelf, conciërgewoning en zit kamer Eerw. pater, die de H. Missen leest. Onder het voorgebouw liggen een aantal kei-, der» voor centrale verwarming, bakkerij, was- scherü, provisie- en andere doeleinden. De opbouw geschiedde door bemiddeling van de E-SJ’J’. Passlonisten te Haestrecht. In al deze architectonische ruimten spreekt de Llmburgsche ziel van den kunstenaar, die. zich tot de kükers richt Ook deze nieuwe schepping, welke van geestelüke samenwerking en belichaamt, naar het ontwerp Joo. Architect B.N.A. te Sittard, sluit zich aan bü modern Sittard. Op dit gebied 1» Wiel den pionier impressionist, zün bouwmeestor- •chap heeft in ons gewest, Noordbrabant en in het naburige België veel belangrük baanbrekend werk verricht. Met zün diepe kunstkennis en aangeboren gevoel voor de bouwkunde, heeft zün archi tectuur zich een eigen stijl ontwikkeld met een rationeelen, rustigen en levendigen bouw trant, waardoor zün werk voor de standsont- Wlkkeling en het landschapsschoon belangrüke •ultureele waarde bezit. - De nieuwe zakelükheld en nuchterheid heeft zl. een buitengewonen dienst bewezen aan de bouwkunst, omdat ze de onnoodlge or- namenteering vermüdt waarSan van de eco nomische bruikbaarheid veelal meer is opge offerd, dan voor het aesthetisch genot noodlg was. Blükens de merkbare kentering is haar sX ook geen toekomst beschoren, omdat de nieuwe zakelükheld alleen, in de functie van rulmtevormlng met volkomen verwaarloo- sing van het gebruiksdoel, den mensch niet bevredigt. Aesthetisch ruimtegevoel, dat in de cultuurgeschiedenis menige metamorphose beeft beleefd, vraagt Immers meer dan ratio- neele doelmatigheid. Als schakel in den ketting van het verdwünende en het komende, moest die zakelükheld komen om datgene te doen bouwen wat noodig is, meer niet. Voortbouwende op de overblüfselen onzer vaderlandsche cultuur, werkt Wielden intens mede aan de bouwkunst, die den stempel draagt van eigen rijd en streek. De problemen van comfort, hygiëne en economisch ge bruik vormen in zün gebouwen een schoone harmonie van licht en kleur, beheerscht door rulmtewanden, geheel onder- schoonheld, dit streekeigeq bouwwerk bewon- derenswaardig maakt, zooals ieder schoon ge bouw iets van een wonder heeft. Zoowel de dienende religieuze functie, bouw kunde en aesthetisch genot zün in dese mlddel- eeuwsche compositie op klassieke wüze veree- nigd, geheel in overeenstemming met de beste tradities van het Llmburgsche verleden. De E.E. Z2. dezer beschouwende congregatie in 1770 gesticht door den H. Paulus van het Kruis zullen deze Nederlandsche woonstede eerstdaags betrekken. De orde heeft haar Moe derhuis te Lyon (Fr.) en. telt circa 300 leden in veertien kloosters, verspreid over Europa en Amerika. De nieuwe bewoners, w.o. meerdere Nederlandschen, komen uit het klooster te Tielt (Belg.). Het schoonste en meest gewaardeerde van de dagtaak dezer kloosterlingen bestaat in een leven van lüden, boete, bidden en eerherstel brengen voor de zonden der menschheid, volko men afgezonderd van de wereld. Onbevoegd als wü ons achten uit te welden over het vele ze genrijke werk dezer slotzusters, willen wü ook de stille bescheidenheid dezer religieuze schare niet langer op de proef stellen. Wel rest ons de plicht van dankbaarheid Jegens deze orde, om dat ze Neerlands vrüe bedrijf in deze moeilijke tijden uit den vreemde een zoo belangrük bouwwerk heeft toegeworpen, dat aan talrüke gezinnen maanden lang brood en levensvreug de schonk. Het katholieke Zuiden zal deze gunst in een of anderen vorm van erkentelük- heid weten om te zetten en zich zeker niet on betuigd laten bü de plechtige inwüdlng, welk» Z. H. Exc. Mgr. Dr. Lemmens, bisschop van Roermond, op Donderdag 39 December as. zal verrichten. Vele belangstellenden maken in- tusschen gretig gebruik van de gelegenheid om nog een blik te werpen In het Interieur, het Pauselük Slot spoedig voor eeuwig zal be letten. Mogen dan de Passionistinnen In dit slot door menschenhanden in «nkele maanden ge wrocht een oneindige reeks van Jaren met de hun eigen liefde, toewijding en levendig ge loof, dit genadenrük werk voortzetten In vre dige rust en den strengen geest der boetvaar digheid. Gode ter eere en langen tüd In het gevang vastgehouden. Er De noodzakelükheld van een toegang tot de zee. ook voor Litauen, bestaat, doch dit kan niet rechtvaardigen, dat men voor goed de hand op Memel legt. De nationale en economische be langen van Litauen hebben op zich zelf met de Memel-kwestie niets uitstaande. Daar die belangén door een welwillend Dultschland ge steund kunnen worden, zal het zaak zün van Litauen goede en vrlendschappelüke betrekkin gen met Dultschland te onderhouden In dit verband gezien, is de Memel-kwestie geen aan gelegenheid, waarover andere landen zich het hoofd behoeven te breken. Het is dus duidelük, welke weg moet worden gevolgd, de weg van het gezonde verstand, van hët rectiflceeren van dwalingen en van het brengen van verbeteringen door overleg. Ten aansien van Memel ook moet Europa betalen voor de dwaasheden der verdragmakers van Versailles, die de toekomst der Dultsche ge meenschappen wilden bepalen zonder overleg met den machtlgsten staat van het continent, welks zwakheid iedereen als voorbügaand had moeten erkennen. De noodzakelükheld van verdragsherziening heeft men volmaakt ge ïgnoreerd, ofschoon dit de voornaamste taak van het Bondspact had moeten sün Alleen toen het „ontwaakte" Dultschland met geweld ging dreigen, is men tot die taak overgegaan (maar niet te Genèvel). Sittard, dat zich met rechtmatigen trots de Maria-stad van Limburg noemt en als pel grimsoord vermaard is door zün miraculeus Madonna-beeldje In de basiliek en de St. Rosakapel op den Kolleberg, verloochent »ün standing niet. Het is door de eeuwen heen een centrale voor katholieke cultuur geweest en tot den dag van heden de bron van geestelüke energie voor de geheele münstreek gebleven. De jongste massale dekenale Maria-hulde van het Land van Sittard heeft daarvan wel het meest sprekende getuigenis afgelegd. Ofschoon dit overigens nüvere handelscentrum reeds tal van kerken, colleges en kloosters in en buiten zün stadswallen telt, is dit genadeoord nu we^ uitgebreid met een grooteche, stül- volle nederzetting van de E.E. Z.Z. Passionis tinnen. een modern slotklooster toegewijd aan de serafünsche maagd tan Lucca, de Zalige Gemma Galgani, die bereids voor de Heilig verklaring is voorgedragen. Voor mooi Nederland en het fraaie Land van Sittard is deze trotache zetel een unicum, achilderachtlg gelegen ten Z. O. van Sittard. aan den voet van den heuvelrug „Kolleberg", welker glooiingen zachtjes ultloopen in de boschrüke Watersleide. Het vestingstadje, reeds befaamd om zün historische onder- en bovengrondsche won deren, eertüds gewrocht met strategische doeleinden, munt vandaag echter niet minder uit door moderne bouwkundige aantrekkelük- heden. Jammer, dat het oude typische stads karakter deswege veel van sün traditioneel» schoonheid heeft ingeboet. Vooral gedurende de laatste decennia bleef hier de conjunctuur- lün der modemlseering sterk omhoog buigen. een schat vroomheid Wielden, statig Ongeveer driekwart eeuw geleden werd de eerste diamant gevonden en nog geen halve eeuw geleden werd het goudrif aan den Wltwatersrand ontdekt. Naast het oudere, kapitaalarme, extensieve landbouw- en veehoudersbedrüf ontstond 'büna sprongs- gewüse het kapitaalintensieve én aanvan kelijk sterk gelocaliseerde mijnboüwbedrüf De stichting van de Unie in 1910 is direct voor de economische ontwikkeling van het land van belang geweest omdat het de mo- gelükheid opende voor een aantal practi- sche maatregelen, die voor het geheele bedrijfsleven van ingrüpend belang waren. Om slechts enkele voorbeelden te noemen: de geleldelüke unlformeering van de han- delswetgevlng, een proces dat eerst thans zün voltooiing nadert; de centraliseering van de spoorwegen, die het mogelük maakte een tariefpolitiek te voeren, gericht op de stelselmatige ontwikkeling van het binnen land; de algemeene handelspolitiek; die zich meer en meer tot doel stelt, een onderling samenhangende eigen industrie In het leven te roepen; last but not least, de belasting- polltiek die er sedert de devaluatie van het Zuld-Afrlkaansche Pond In den aanvang van 1933 welbewust op ult Is, een groot ge deelte van de winsten van de goudmün- maatschappyen dienstbaar te maken aan de ontwikkeling van andere welvaartsbron nen In de hoop daardoor de economische structuur van het land te versterken. Als belangrüke etappes In deze ontwikke ling kunnen worden genoemd: de Land Settlement Act van 1913, de verschillende Arbeidswetten van 1914 tot 1923 gevolgd door de Industrial Conciliation Act van 1924, de oprichting van een Centrale Bank in 1921, de Tariefwet van 1925 en de creatie van het groote User- en staalwerk de Iscor in 1928 als uitgangspunt voor tal van later opgerichte en nog op te richten verder- verwerkende industrieën, de Belastingwet van 1933 op de extra-wlnsten van de goud- münen, voortvloeiende uit de devaluatie van het Zuld-Afrlkaansche Pond, gevolgd door heele complexen van maatregelen tot steun en ontwikkeling van een meer In ten- sieven landbouw en veeteelt en van de ex ploitatie der nog onontgonnen bodemschat ten. Merkwaardig is hoe snel in deze laatste kwarteeuw naast en door de ontwikkeling van de oudere welvaartsbronnen de in- dustrieele ontwikkeling is voortgeschreden. De oorlog en de Jaren daarop brachten een sterke prüsstüging met zich mede en beteekenden derhalve voor de producenten van vrüwel alle ultvoerproducten, behalve goud, een tijdperk van groote winsten. De enorme stüging van de vrachten werkte voor de producenten, die de blnnenlandsche markt verzorgden, als een sterk bescher mend Invoerrecht Voor de goudproducen- ten was de toestand minder gunstig. De kostprijzen stegen terwül de verkoopsprijs van het goud niet veranderde, doordat de Zuid-Afrikaansche valuta formeel aan het goud gekoppeld bleef. Ofschoon het Zuid- Afrikaansche Pond op de vrije markt een niet onaanzienlijk disagio vertoonde ten opzichte van de eenlge werkelüke goud- valuta, nX den dollar, werden de goudmünen gedwongen hun goud tegen de oude pariteit aan de Bank of England te verkoopen. Het is te begrijpen dat de goudmünen hierdoor op den duur in een vrüwel onhoudbare po sitie kwamen. Toen hierin elndelük In 1919 verandering kwam en men de ‘fictie van een goudvaluta liet varen, was het eigenlijk reeds te laat om den goudmünen nog van veel nut te zün. Immers, kort daarop begon Etigeland welbewust door het voeten vm een deflattepolltlek de waarde van het Pond weer op te drüven tot de oude goudparltdt en aangezien het Zuid-Afrikaansche Pond ten nauwste aan het Engelsche Pond ver bonden bleef en dus ook de waarde van het goud uitgedrukt in Zuid-Afrikaansche Pon den weer begon te dalen, was de opleving van de goudindustrie slechts van korten duur. Als daarbü dan de terugslag komt van de wereldcrisis van 1920—1923 op d» andere ultvoerproducten van Zuid-Afrik» j» de depressie algemeen. Vooral de landbouw» en de veeteelt herstellen zich slechts lang, zaam. De industrieele opleving in tal van landen in de tweede helft van de twintiger jaren gaat Juist aan deze bedrijfstakken gedeeltelük voorbü. De goudmünlndustrl» daarentegen krügt een extra stimulans, doordat de regeering toestaat het gebruik’ van gekleurde arbeidskrachten, waarvan een groot gedeelte uit de Portugeesche ko loniën moet worden aangevoerd, te vergroo- ten. Voorts dalen door de algemeene de pressie ook de loonen van de blanke arbei ders en de kosten van machinerieën en an dere productiemiddelen. Dit alles tezamen genomen blükt echter nog niet voldoend» om de goudmünindustrie tot eenigszins be langrijke uitbreidingen te stlmuleeren. D» ontwikkeling van de Industrie daarentegen vindt gestadig voortgang, mede door den steun van de reeds genoemde protectionis tische tariefwet. Dan komt de wereldcrisis van 1929. Het nog slechts gedeeltelük her stelde bedrüfsleven wordt er zwaar door getroffen. Landbouw en veeteelt geraken in ernstige moellükheden. Als in September 1931 Engeland den gouden standaard los laat, terwül Zuid-Afrika den gouden stan daard handhaaft, komt daar nog een nieu we ongunstige factor bü: een algemeen» kapitaalexport. De overtuiging, dat het Zuid-Afrikaansche Pond binnenkort het Engelsche Pond zal volgen, brengt expor teurs ertoe de opbrengst van hun producten zoolang mogelük in Engeland te laten. De Engelsch georiënteerde goudmijnindustri» voert een campagne voor iets, dat in En- gelsche kringen wordt gevoeld als de eenlge normale toestand: herstel van de oude pari teit met Londen. De kapitaalvlucht wordt algemeen. Het gevolg is een credlet- schaaxschte in het binnenland, die het toch reeds,ernstig getroffen bedrijfsleven nieuw» lasten oplegt en tot verdere deflatie leidt Eind 1932 bezwükt de regeering voor den drang en heft den gouden standaard op. Een maand lang Is het Zuid-Afrikaansch» Pond weer als vanouds gekoppeld aan het Engelsche Pond, een fractie beneden pari teit. Het gevluchte kapitaal vloeit oogen- bllkkelük terug en verruimt vrijwel op slag de credietmarkt. Alle ultvoerproducten, in clusief het goud. leveren op eenmaal hoo- gere prijzen op, de voor het binnenland werkende Industrie behoeft niet langer t« strijden tegen „valuta-dumplng”. Een hausse begint, die onafgebroken duurt tot 1937. Het is begrüpelük dat de welvaart van de Unie gedurende de laatste vüf Jaren waarin vele andere landen nog met groote econo mische moellükheden te kampen hadden, leidde tot immigratie. Een al te groote voor stelling moet men zich hiervan echter niet maken. In de eerste plaats is immigratie van onge schoolde krachten in Zuid-Afrlka practisch uitgesloten doordat in Zuid-Afrika e»n gekleurde bevolking woont, die ongeveer vier maal zoo groot is als de blanke bevol- king. t In de tweede plaats heeft men, teen de Immigratie eenigszins beteekenende ver houdingen begon aan te nemen (Immigra- tie-saldo in 1936: 8.124, in 1937 4L311), ter stond maatregelen tot beperking genomen. Aanvankelük leek het erop of deze maat regelen slechts waren bedoeld tot het we ren van ’n al te grooten invloed van Jood- sche immigranten uit Dultschland. doch toen in 1937 de economische ontwikkeling teekenen van een kentering begon te ver- toonen, wisten de vakvereenlglngen al spoe dig hun invloed te doen gelden en werd de Immigratiebejjerklng algemeen. Slechts Engelscheii. die zich uiteraard zonder for maliteiten In het Engelsche Dominion Zuid-Afrika kunnen vestigen, ondervinden hiervan geeneriel bezwaren. De reactie begon in voorjaar 1937 op d» aandeelenmarkt In verband met een lichte daling van den goudprijs. De terugslag van de beurs op het zaken leven was over het algemeen genomen merkwaardig klein. Er kwam echter al spoedig een tweede factor bü. De prüsstüging In de meeste landen 1» het laatst van 1936 en het begin van 1937 had vele Zuid-Afrikaansche Importeurs er toe verleid grootere voorraden In te slaan dan gewoonlük. Toen nu de prijsstijging geen verderen voortgang vond en zelfs voor een vrü scherp» daling plaats maakte, daalde ook de koopkracht van dat gedeelte van de bevolking, dat voor afzet van zün producten was aangewezen op de wereld markt, zoodat de verkoop van dese extra voorraden stagneerde. Tenslotte dient de vermindering in d« bouwbedrijvlgheld te worden genoemd. Waarschünlük zal deze niet In die mate van voorbügaanden aard zün als met de beide zoojuist genoemde factoren het geval is ge weest immer» deze teruggang wordt mede beïnvloed dóór de waaHnlük blüvend verminderde immigratie en door de om standigheid, dat ook een gedeelte van de industrieele bouwbedrüvlgheld van de voor afgaande jaren een eenmalig karakter heeft gehad, nX Inzooverre zü een aanpassing be- teekendè van t productieapparaat aan de door de devaluatie gewüzigde omstandighe den. Overigens moet er op worden gewezen, dat ook nu nog de cüfers van de aanbeste dingen absoluut genomen zeer hoog zün. Wanneer zich geen nieuwe ongunstig» factoren voordoen, schünt de matiging W de economische ontwikkeling van de Unie, die In 1937—1938 valt te bespeuren, dan ook geen wezenlük ernstige gevaren voor de toekomst in te houden. handelen, doch het bezit dat men netjes en ordelük dient af te leveren aan de toe komst.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 10