Onze eerste Passionistinnen
DE MEMEL-KWESTIE EN
HAAR GESCHIEDENIS
I
Nederzetting te
Sittard
Economische ontwikkeling
van Zuid-Afrika
jaBffiiz
Landbouwbedryven
en goudproductie
SLOTKLOOSTER VAN
ARCHITECT WIELDERS
VRAAGSTUK LOST
ZICH VANZELF OP
De absurditeit van het
Statuut
I
au w
Oude Stadsgrachten
1
*n Kwade kens
3»
l#
-
A
te
Gemma Galgani
dal
h
en van den Bond
te
Het slotklooster „Zalige Gemma” van de Zusters Passionistinnen te Sittard
l
Laat on» de zaak nuchter bekijken. Met Me-
iwoordige president Bmc-
u
F
i, hier een volledige beschouwing deser
I te geven, verdienen toch nog eenlge
Ten aanzien van Memel gaat de ontwikkeling
denzelfden logischen weg al» bü zoovele andere
kwestie», die reeds zijn opgelost Wachten we
rustig: zü lost zich zelf op.
C
r
t
2
d
b
d
«I
ti
b
a
d
t
t
f
e
x
n
x
I
X
c
1
1
den
den
c
v
F
14
e
eei de mijnstreek ten zegen!
H. R.
d
Si
k
e
a
r. onderdrukking
•rvolglng der Roomsch-
C'!
X
t
1
1
1
■1
X
d
62
«e-
werd een massa-proces geënsceneerd tegen 138
nationaal-sociallsten. Vier werden ter dood
veroordeeld. Dit verwekte In Dultschland groote
beroering. Om erger te voorkomen, grepen de
garandeerende mogendheden In. De doodvon
nissen werden niet uitgevoerd. De bedoelde mo
gendheden wezen er ook op, dat de In Memel
heerschende toestanden niet meer In overeen
stemming waren met bet statuut en protes
teerden daartegen. Er werden nieuwe verkie
zingen uitgeschreven. Litauen maakte nog snel
een nieuwe kieswet, waarbij aan leden van ver
boden partijen het actieve en passieve kiesrecht
werd ontnomen. Het gevolg was verrassend. De
nieuwe kieswet had namelijk absoluut geen
effect gesorteerd. De nieuwe, op 28 Augustus
1933 gekozen landdag bestond, evenals de oude,
uit 24 Dultschers en 5 Litauers. De uitslag der
allernieuwste verkiezingen, die Zondag j.l. wer
den gehouden, bevestigde de verpletterende
meerderheid der Dultschers, die zü zelfs met
een zetel vergrootten.
Wat nu? Er zal moeten worden af ge wacht,
of de Dultschers In Memelland zich nu reeds
met het Derde Rijk willen vereenigen of mfk-
schien beter gezegd, naar hun vaderland dat
is werkelijk Dultschland willen terugkeeren.
Wat .zal Litauen in dit geval doen? De Litau
sche minister van Bultenlandsche Zaken, Urb-
sy», verklaarde Woensdag JX, dat Litauen zich
tegen een eventueels afscheiding van Memel
land zou verzetten. Maar hü voegde er wijse
lijk aan toe: „naarmate de middelen van dit
land daarvoor toereikend zijn". Dit is afdoende.
Die middelen zijn absoluut niet toereikend.
Het eeuwfeest van de Overwinning van de
Voortrekkers op den Kafferkonlng Dingaan doet
onze gedachten in de richting van Zuid-Afrika
gaan. Over zijn economische ontwikkeling zijn
Interessante dingen geschreven in .De Oids”
door S. Posthuma.
De belangstelling voor het behoud van oude
schoonheid groeit. Een gelukkig verschijnsel.
Zoo wordt steeds meer aandacht besteed aan
de oude karakteristieke stadsgrachten. Het
maandblad Heemschut geeft de volgende we
tenswaardigheden omtrent de verwikkelingen
rond de Bakenessergracht te Haarlem en de
Nieuwe Haven te Gouda.
Het komt alle», zooals het komen moet. Ook
in de politiek. Dit is niet gemeend in fataliati-
schen zin, maar met het oog op de dynamische
ontwikkeling der politiek in de paar laatste
jaren. De overwinnende mogendheden van 1918
hebben van Europa’s Oosten en Zuld-Oosten
een legkaart gemaakt, waarbij vergeleken de
ingewikkelde kaart van het Weensche congres,
dat den Napoleontischen tijd liquideerde, een
staal van eenvoud is. Al het onnatuurlljke, alle»
wat met onoordeelkundig geweld en willekeur
tot stand is gekomen, verdwijnt weer te zijner
tijd. Er is reeds veel ongedaan gemaakt, wat in
191# zoo onoordeelkundig en willekeurig in
kunstmatig leven werd geroepen. Het Derde
Rijk heeft het leeuwenaandeel in de verande
ringen en herstellingen.
Thans is de Memel-kwestie aan de orde. Vóór
den wereldoorlog behoorde Litauen. waarmede
het Memel-gebied thans is verbonden, aan het
Tsaristische Rusland. Dit gebied van Memel
kwam reed» in de helft der 17» eeuw aan Prui
sen. Het is buiten kijf een Dultsch land gewor
den. En is dit nog. Litauen werd tijden» den
wereldoorlog door do segevierende Dultsch»
legers bezet. Het land verklaarde zich in 1917
onafhankelijk van Rusland. Berlijn keurde die
onafhankelijkheidsverklaring goed op voor
waarde, dat Litauen met Dultschland een mi
litair verbond en oen Tolunle zou aangaan.
De Bakenessergracht te Haarlem staat in
de algemeene belangstelling. Er zijn daar
twee bezwaren: de smalle oevers en het
vuile water. Daarbü komt dan de begeerte
tot objecten voor werkverschaffing. Daar
voor Hjkt het dempen van een gracht zoo
uitnemend geschikt. Men kan dan werk-
loozen karretjes zand laten rijden en die in
de gracht storten. BIJ dergeljjke vraagstuk
ken komt echter wel wat meer kijken. De
oevers zijn inderdaad smal, doch de kade
muren zijn zoo slecht dat deze toch te
eenlger tijd vernieuwd moeten worden. Aan
eene zijde den Oostkant is de kade
ruim breed genoeg. Aan de andere zijde is
de kade erg smal. Daar zal gerust 'n strook
bü kunnen, waarna er nog genoeg water
overblüft. Dan krügt men een keurige toe
stand voor éénrichtingsverkeer net als aan
de Amsterdamsche grachten. Aan een ge-
In uw wagen moét u niets wagen.
autorijden mig geen kansspel zijn:
op den weg moet u het zéker wetenl
tona Woldemaras verving, bleef de toestand
voor Memel donker. Men tornde voortdurend
aan de autonomie (thans, onder den druk der
omstandigheden, wenscht Smetona „het auto
nome statuut in zün geheel toe te passen").
De Landdag werd ontbonden. De kwestie kwam
voor het Haagsche Hof. Op een vraag der
waarborgende mogendheden (Engeland. Frank
rük, Italië en Japan) verklasude het Hof, dat
de ontbinding van den Landdag onwettig was
geweest. Litauen onderwierp zich aan die uit
spraak en voerde een wat milder bewind. Toen
in Februari 1933. de natlonaal-sociallsten in
Dultschland de macht overnamen, veranderde
in Memel al dra de toestand. Tegen de bruine
propaganda vaardigde Litauen een „Wet ter be
scherming van den Staat” uit. De Dultschers
werden aan banden gelegd. Ontbinding van
vereenlgingen, afzetting van afgevaardigden,
arrestaties wisselden elkaar af. Ook de Memel-
sche Henlein, dr. Neumann, werd gearresteerd
melstad en -land hebben wü te doen met
eeuwenoud Dultsch gebied, dat willekeurig van
het RUk is gescheiden. De internationale con
stellatie heeft zich in de laatste Jaren volko
men gewüzlgd en de barokke structuur van
het Memelgebled heeft lang genoeg voortbe
staan, om de absurditeit er van aan te toonen.
Alle ervaringen, met het Statuut opgedaan,
wijzen er op, dat dit niet de geschikte basis
is om de Memel-landen in staat te stellen, hun
nationale wenschen te vekwezenlüken eng hun
rust en normale arbeidsmogelijkheden te ver
schaffen. Het Statuut is nog minder geschikt,
om de Duitsch-Litausche betrekkingen op een
basis te plaatsen, die duurzaam is en geen
wrijvingen meer oplevert.
omdat er dan een overdadig breede straat
zal ontstaan, die dood zal. loopen. En het
vuile water? Dat doet de waterleiding! Dit
klinkt belachelük, doch het is de waarheid.
Vroeger werden alle afvalstoffen opgevan
gen in putten, die, wanneer het noodlg was,
geleegd werden. In de gracht stroomde al
leen het regenwater van de daken en van
de straten. Sedert in elk huis waterleiding
is gekomen, stroomt de geheele hoeveelheid
rioolstoffen in de gracht. Daarop is maar
één goed middel: een rioleering in de ka
den. Zie maar naar Amsterdam. De grach
ten die tot voor enkele Jaren intiem kon
den stinken, frlsschen zichtbaar op, er
komt weer vlsch in en de wilde eenden
zwemmen weer door de Keizersgracht. Nu
heeft het vraagstuk een wending genomen.
Door een vaderlüken raad van boven. De
minister van Onderwüs heeft aan het ge
meentebestuur medegedeeld, dat Zijne
Excellentie uit aesthetlsche overwegingen
raadt niet tot demping van de Bakenesser
gracht over te gaan. Ongetwijfeld zal deze
raad meer helpen dan de adressen van de
Vereenlging Haarlem
Heemschut te zamen.
De Nieuwe Haven te Gouda, een binnen
gracht, een overeenkomend geval als de
Bakenessergracht te Haarlem, werd reeds
verloren gewaand. Ook daar lagen smalle
kaden, vergane kademuren, vuil water en
een doodloopende gracht. Doch een laatste
poging van de Vereenlging Die Goude bü
het ministerie van Onderwüs, gal den bond
Heemschut aanleiding aan Zgne Excellentie
afschrift te zenden van het uitvoerige adres
dat de feond Heemschut in samenwerking
met het Instituut Stad en Landschap van
Zuidholland in Februari 1938 zond aan het
gemeentebestuur van Gouda en aan gede
puteerden van de provincie Zuidholland.
Het is te hopen, dat er ook een vaderlüke
raad uit Den Haag naar Gouda zal gaan.
Met deze gevallen blükt wel heel duide-
lük, hoe de belangstelling in het behoud
der schoonheid groeit. Dat de schoonheid
niet is het eigendom van het thans levende
Deze voorwaarden namen de Litauen aan;
elsch echter, dat een Hohenzollernprins
hertogshoed zou verkrügen, verwierpen zü- De
relaties met Dultschland kwamen van zelf te
vervallen, toen het rijk van Wilhelm II ineen
stortte.
Litauen trachtte, evenals de andere nieuwe
lenden, in 1919 te Parüs zooveel mogelük ge
bied te verkrijgen. Het bereikte, dat door het
tractaat van Versailles Memel met een drie-
hoeklgen reep grond er om heen van Dultach-
land werd losgemaakt. Meer bereikte het voor-
loopig niet. De „vrede-makers” schenen wel wat
huiverig om nog meer enclaves te stichten. De
Lltauers moesten tevreden zün met de verze
kering, dat het de bedoeling was. aan Litauen
een vrüe stad als haven te verschaffen, zooals
Polen in Dantzlg had verkregen. De kwestie
bleef zwevend. In Februari 1920 bezette het
toen almachtige Frankrük de stad Memel en
den driehoekigen reep grond. Litauen werd op
allerlei wüze tegenover Dultschland bevoordeeld.
In 1933 kwam er weer groote opschudding in
den Oostelük-Europeeschen hoek. Polen ver
overde de Litausche hoofdstad Wilna En de
Litauers „durfden het toen bestaan" het landje
Memel binnen te rukken. Tegen het machtige
Frankrük in? Niemand heeft dit ooit geloofd.
De Franschen trokken zich terug en een ge
zantenconferentie te Parüs legde zich met be
kwamen spoed 10 Januari 1933 trokken de
Franschen af voor de „overwinnende” Litauers
en 13 Februari werd het pleit in Parüs reeds
beslist bü den gang van zaken neer. Dit
alles leek op doorgestoken kaart
Memel-land en -stad werden nu een selfbe-
sturend dominion van Litauen. Op 14 Maart
1934 was het zoogenaamde Memelstatuut ge
reed. Er kwam een Litausche gouverneur, die
al dadelijk gewikkeld werd in allerlei conflicten
met de in hoofdzaak Dultsche volksvertegen
woordiging. In Litauen was in 1936 Woldema
ras dictator geworden. Hü kondigde voor Me
mel den staat van beleg,af. Het landje onder
vond last van allerlei maatregelen, die Wolde-
maras in Litauen nan>: onderdrukking der
llnluche partüen en
Katholieke Kerk.
Ook toen de tegei
een plastische vorming der
waaraan hü de ornamentiek
geschlk{ maakt.
Ook dit nieuwe slotklooster dat den aan
schouwer de ontroering der schoonheid en
vroomheid opdringt is met dezen volkomen
modernen geest doortrokken. Van verre
spreekt reeds de religieuze functie van dit ge
bouw, welks geestige contour zich al» een
krachtig silhouet afteekent tegen het groens
tapüt van den herfstheuvel „Kolleberg”,
waarop de zon op onzen kijkdag een lustig
spel van licht en schaduw weerkaatst. Vanuit
dese landelijke en vriendelüke omgeving ziet
men ginds iets naar het Zuiden de masto-
dontlsche vormen van de münschachten en
rookende koeltorens der „Maurits” met annex»
bedrijven, welk» wel een zeer scherp contrast
vormen met deze stille kloostersfeer. Zonder
ons ook maar in t minst de pretentie aan te
tnatii
■ttohi
büsonderheden de aandacht.
Het gebouwencomplex zou in dit landschap
beter gedüen, wanneer het iets minder diep
in den grond lag. Een uitstekende ligging zvu
dit slotklooster hebben verkregen tegen den
meer Oostwaarts gelegen heuvel. Het nu be
bouwde hellende terrein, dat vóór de opdracht
van het project reeds beschikbaar was, kon
vanwege de bebouwing aan den belandenden
verkeersweg niet anders worden ontsloten, dan
langs den gekozen oprit. Het plaoeeren van
den frontvleugel met hoofdentrée was van
zelfsprekend afhankelijk van den toegangsweg,
die vrü klimmend het kloosterbezit aan dan
Leyenbroekerweg van de stadszüde heeft be
reikbaar gemaakt. De opritlaan aan weers
zoden omzoomd met Jong» altüd groene sier
heesters, kan met een behoorlijk wegdek aeer
joyeus worden.
Vanaf het ruime bordes heeft men een
mooi gezicht op de stad, welker krachtige en
spichtige kerktorens den hemel bestreven, die
boven stad en ommelanden welft.
Het gebouw, waarmede deze eeuw waarlük
is verrükt, past uitstekend in deze vredige
landouwen. De elschen. ontsproten aan het ge-
aloten karakter van een .slotklooster1’, zün
geheel middeleeuwsch en dit bepaalt ook den
uitwendlgen verschünlngsvorm, dien deze ge
niale bouwmeester tot een weelde van fraaie
bouwkunst heeft herschapen. Toch sal men
over 1000 Jaar aan de moderne bouwmaterialen
en hare toepassing weer aanstonds merken,
dat dit slot niet in de middeleeuwen is tot
stand gekomen.
Ondanks de ligging is het een imposant
bouwwerk, in vorm en lijnen sterk herinnerend
aan den bloeltüd van onzen befaamden Lim-
burgschen bouwstül en uitgevoerd met ma
terialen, die eveneens de Llmburgsche tradities
voortzetten.
De bouwstül in baksteenarchitectuur is ori
gineel Limburgsch, iets dat blükbaar alleen
maar in Limburg kan ontstaan. Daarbü pro
pageert Wielden aeer intens het gebruik van
jLlmburgsche materialen, teneinde het streek
eigene nog beter tot uitdrukking te brengen.
Het opgaand» werk is o.a. geheel vervaardigd
■iet gedekte gele baksteen van de Bittardsche
hriré-en Ook ,de genuanceerde Ro-
maansche pannen op de constructief mi aes-
thetisch mooi .sluitende" dakvlakken, geven
aan het geheel en zün nauwkeurig afgewogen
onderdeden, een sieriük aspect. Het gebou
wencomplex is overigens verbazend simpel ge
houden, waardoor hier een aeer goedkoop
klooster is gesticht, op een terrein van
H A. oppervlakte, waarvan het bebouwd
deelte 1/8 meet.
Het hoefijzervormige gebouw heeft prach
tige contouren, vooral de Oostelüke buiten
gevel van den novicenvleugel heeft *n rük re
liëf, door de wenteltrappen op de belde uitein
den.
Het noviciaat _in den linkervleugel bezit ge-
lükvloers 13 en op de verdieping 9 slaapcel
len (zonder kunstmatige verlichting) voor de
novicen, benevens een ruime recreatiezaal,
gang, portaal, borden en trapportalen.
Het representatief gedeelte defront
vleugel aan de voorzijde gedeeltelük afge
sloten door een kleinen kloosterhof, bevat in
hoofdzaak refter, economaat, keuken, kabi
net Moeder-overste, entrée, spreekkamers slot
zusters enz., mede een ruime wandelgang, wel
ke uitzicht geeft op den kloostertuin, omheind
met een hoogen ringmuur. Ook in den tuin is
in dit sterk afhellend terrein een tallud-op-
losslng gezocht, om een vlakke ligging te ver
kregen. Uit de fagade rüst een rank en pun
tig zustertorentje statig hemelwaarts, dat in
dese plastische bouweenheid mooi h ingelüfd;
vorm en eenvoud herinneren aan d» vrome
Angelustorentjes der oude kloosters.
Op de verdieping voorgebouw bevinden zich
de ziekenkamer en ziekenkoor, door een drie
tal boog raampjes, in effen glas-in-lood, recht
streeks verbonden met het bidkoor der slot
zusters, opdat ook de zieken de gedurigeaan
bidding büwonen.
In den rechtervleugel het kloosterdeel
verblüven de slotzusters, waarvoor negentien
slaapcellen zün ingericht, waarvan eenlge met
kunstmatige verlichting. De veertig cellen der
novicen en slotzusters zün alle met een oü-
zondere intentie, in marmeren platen gegrift,
bekostigd door Nederlandsche weldoeners.
In het bidkoor (11 X 9 M.) der zusters met
een trapsgewijze verhoogden vloer, zün een
drietal groote boogramen geplaatst met voor
stellingen van den H. Paulus van het Kruis,
O. L. Vrouw en den H. Gabriel, afkomstig uit
het Passlonistenklooster van Mook. Het ove
rige glas-in-lood is gewoon antiek. In den
scheidingsmuur van bidkoor en leekenkapel
(18 x 9 M.) is het tabernakel ingemetseld als
mede een groot ijzeren raam (veelal geblind
doekt), waardoor de kloosterlingen het litur
gisch Offer volgen. Behalve ’s Zondags is deze
kapel steeds toegankelük. De Gothlsche gewelven
van Valkenburgsche mergel, Romaansche ra
men en vloer van Noordsche leisteen, lambrisee-
rlng van baksteen en het marmeren altaar en
communiebank in den vorm van een offertafel,
vormen hier een uitstekend geslaagd interieur.
prükt een zevental artistieke glasramen
van Joep Nlcolaas. Een rondraam met taferee-
len uit het leven van de zalige Gemma Oalgani,
t.w. Christusfiguur a. h. Kruis, de Zalige Gem
ma, Verwerping van den verdoemde. Moeder van
Smarten, H. Paulus v. h. Kruis en de H. Gabriël.
Ook de zes boogramen: Mater Dolorosa, St.
Paulus a cruce, S. Gabriël a vlrg. perd., Ven
Dominicus a Metre Dei, Serva del Maria cruci
fix» en Servus del Carolus Houben, met een
adeldom van tinten, zün schoonheidsimpressies
van een talentvollen meester.
Voorts valt nog te vermelden de kapittelzaal
(8x8 M.), biechtgelegenheid, de ruime gan
gen in korfbooggewelf, conciërgewoning en zit
kamer Eerw. pater, die de H. Missen leest.
Onder het voorgebouw liggen een aantal kei-,
der» voor centrale verwarming, bakkerij, was-
scherü, provisie- en andere doeleinden.
De opbouw geschiedde door bemiddeling van
de E-SJ’J’. Passlonisten te Haestrecht.
In al deze architectonische ruimten spreekt
de Llmburgsche ziel van den kunstenaar, die.
zich tot de kükers richt
Ook deze nieuwe schepping, welke
van geestelüke samenwerking en
belichaamt, naar het ontwerp Joo.
Architect B.N.A. te Sittard, sluit zich
aan bü modern Sittard. Op dit gebied 1» Wiel
den pionier impressionist, zün bouwmeestor-
•chap heeft in ons gewest, Noordbrabant en
in het naburige België veel belangrük
baanbrekend werk verricht.
Met zün diepe kunstkennis en aangeboren
gevoel voor de bouwkunde, heeft zün archi
tectuur zich een eigen stijl ontwikkeld met
een rationeelen, rustigen en levendigen bouw
trant, waardoor zün werk voor de standsont-
Wlkkeling en het landschapsschoon belangrüke
•ultureele waarde bezit. -
De nieuwe zakelükheld en nuchterheid
heeft zl. een buitengewonen dienst bewezen
aan de bouwkunst, omdat ze de onnoodlge or-
namenteering vermüdt waarSan van de eco
nomische bruikbaarheid veelal meer is opge
offerd, dan voor het aesthetisch genot noodlg
was. Blükens de merkbare kentering is haar
sX ook geen toekomst beschoren, omdat de
nieuwe zakelükheld alleen, in de functie van
rulmtevormlng met volkomen verwaarloo-
sing van het gebruiksdoel, den mensch niet
bevredigt. Aesthetisch ruimtegevoel, dat in de
cultuurgeschiedenis menige metamorphose
beeft beleefd, vraagt Immers meer dan ratio-
neele doelmatigheid. Als schakel in den ketting
van het verdwünende en het komende, moest
die zakelükheld komen om datgene te doen
bouwen wat noodig is, meer niet.
Voortbouwende op de overblüfselen onzer
vaderlandsche cultuur, werkt Wielden intens
mede aan de bouwkunst, die den stempel
draagt van eigen rijd en streek. De problemen
van comfort, hygiëne en economisch ge
bruik vormen in zün gebouwen een schoone
harmonie van licht en kleur, beheerscht door
rulmtewanden,
geheel onder-
schoonheld, dit streekeigeq bouwwerk bewon-
derenswaardig maakt, zooals ieder schoon ge
bouw iets van een wonder heeft.
Zoowel de dienende religieuze functie, bouw
kunde en aesthetisch genot zün in dese mlddel-
eeuwsche compositie op klassieke wüze veree-
nigd, geheel in overeenstemming met de beste
tradities van het Llmburgsche verleden.
De E.E. Z2. dezer beschouwende congregatie
in 1770 gesticht door den H. Paulus van het
Kruis zullen deze Nederlandsche woonstede
eerstdaags betrekken. De orde heeft haar Moe
derhuis te Lyon (Fr.) en. telt circa 300 leden
in veertien kloosters, verspreid over Europa en
Amerika. De nieuwe bewoners, w.o. meerdere
Nederlandschen, komen uit het klooster te Tielt
(Belg.).
Het schoonste en meest gewaardeerde van de
dagtaak dezer kloosterlingen bestaat in een
leven van lüden, boete, bidden en eerherstel
brengen voor de zonden der menschheid, volko
men afgezonderd van de wereld. Onbevoegd als
wü ons achten uit te welden over het vele ze
genrijke werk dezer slotzusters, willen wü ook
de stille bescheidenheid dezer religieuze schare
niet langer op de proef stellen. Wel rest ons de
plicht van dankbaarheid Jegens deze orde, om
dat ze Neerlands vrüe bedrijf in deze moeilijke
tijden uit den vreemde een zoo belangrük
bouwwerk heeft toegeworpen, dat aan talrüke
gezinnen maanden lang brood en levensvreug
de schonk. Het katholieke Zuiden zal deze
gunst in een of anderen vorm van erkentelük-
heid weten om te zetten en zich zeker niet on
betuigd laten bü de plechtige inwüdlng, welk»
Z. H. Exc. Mgr. Dr. Lemmens, bisschop van
Roermond, op Donderdag 39 December as. zal
verrichten. Vele belangstellenden maken in-
tusschen gretig gebruik van de gelegenheid om
nog een blik te werpen In het Interieur,
het Pauselük Slot spoedig voor eeuwig zal be
letten.
Mogen dan de Passionistinnen In dit slot
door menschenhanden in «nkele maanden ge
wrocht een oneindige reeks van Jaren met de
hun eigen liefde, toewijding en levendig ge
loof, dit genadenrük werk voortzetten In vre
dige rust en den strengen geest der boetvaar
digheid.
Gode ter eere
en langen tüd In het gevang vastgehouden. Er De noodzakelükheld van een toegang tot de
zee. ook voor Litauen, bestaat, doch dit kan niet
rechtvaardigen, dat men voor goed de hand op
Memel legt. De nationale en economische be
langen van Litauen hebben op zich zelf met
de Memel-kwestie niets uitstaande. Daar die
belangén door een welwillend Dultschland ge
steund kunnen worden, zal het zaak zün van
Litauen goede en vrlendschappelüke betrekkin
gen met Dultschland te onderhouden In dit
verband gezien, is de Memel-kwestie geen aan
gelegenheid, waarover andere landen zich het
hoofd behoeven te breken.
Het is dus duidelük, welke weg moet worden
gevolgd, de weg van het gezonde verstand, van
hët rectiflceeren van dwalingen en van het
brengen van verbeteringen door overleg. Ten
aansien van Memel ook moet Europa betalen
voor de dwaasheden der verdragmakers van
Versailles, die de toekomst der Dultsche ge
meenschappen wilden bepalen zonder overleg
met den machtlgsten staat van het continent,
welks zwakheid iedereen als voorbügaand had
moeten erkennen. De noodzakelükheld van
verdragsherziening heeft men volmaakt ge
ïgnoreerd, ofschoon dit de voornaamste taak
van het Bondspact had moeten sün Alleen
toen het „ontwaakte" Dultschland met geweld
ging dreigen, is men tot die taak overgegaan
(maar niet te Genèvel).
Sittard, dat zich met rechtmatigen trots de
Maria-stad van Limburg noemt en als pel
grimsoord vermaard is door zün miraculeus
Madonna-beeldje In de basiliek en de St.
Rosakapel op den Kolleberg, verloochent ȟn
standing niet.
Het is door de eeuwen heen een centrale
voor katholieke cultuur geweest en tot den
dag van heden de bron van geestelüke
energie voor de geheele münstreek gebleven.
De jongste massale dekenale Maria-hulde van
het Land van Sittard heeft daarvan wel het
meest sprekende getuigenis afgelegd. Ofschoon
dit overigens nüvere handelscentrum reeds
tal van kerken, colleges en kloosters in en
buiten zün stadswallen telt, is dit genadeoord
nu we^ uitgebreid met een grooteche, stül-
volle nederzetting van de E.E. Z.Z. Passionis
tinnen. een modern slotklooster toegewijd aan
de serafünsche maagd tan Lucca, de Zalige
Gemma Galgani, die bereids voor de Heilig
verklaring is voorgedragen.
Voor mooi Nederland en het fraaie Land
van Sittard is deze trotache zetel een unicum,
achilderachtlg gelegen ten Z. O. van Sittard.
aan den voet van den heuvelrug „Kolleberg",
welker glooiingen zachtjes ultloopen in de
boschrüke Watersleide.
Het vestingstadje, reeds befaamd om zün
historische onder- en bovengrondsche won
deren, eertüds gewrocht met strategische
doeleinden, munt vandaag echter niet minder
uit door moderne bouwkundige aantrekkelük-
heden. Jammer, dat het oude typische stads
karakter deswege veel van sün traditioneel»
schoonheid heeft ingeboet. Vooral gedurende
de laatste decennia bleef hier de conjunctuur-
lün der modemlseering sterk omhoog buigen.
een schat
vroomheid
Wielden,
statig
Ongeveer driekwart eeuw geleden werd de
eerste diamant gevonden en nog geen halve
eeuw geleden werd het goudrif aan den
Wltwatersrand ontdekt. Naast het oudere,
kapitaalarme, extensieve landbouw- en
veehoudersbedrüf ontstond 'büna sprongs-
gewüse het kapitaalintensieve én aanvan
kelijk sterk gelocaliseerde mijnboüwbedrüf
De stichting van de Unie in 1910 is direct
voor de economische ontwikkeling van het
land van belang geweest omdat het de mo-
gelükheid opende voor een aantal practi-
sche maatregelen, die voor het geheele
bedrijfsleven van ingrüpend belang waren.
Om slechts enkele voorbeelden te noemen:
de geleldelüke unlformeering van de han-
delswetgevlng, een proces dat eerst thans
zün voltooiing nadert; de centraliseering
van de spoorwegen, die het mogelük maakte
een tariefpolitiek te voeren, gericht op de
stelselmatige ontwikkeling van het binnen
land; de algemeene handelspolitiek; die zich
meer en meer tot doel stelt, een onderling
samenhangende eigen industrie In het leven
te roepen; last but not least, de belasting-
polltiek die er sedert de devaluatie van het
Zuld-Afrlkaansche Pond In den aanvang
van 1933 welbewust op ult Is, een groot ge
deelte van de winsten van de goudmün-
maatschappyen dienstbaar te maken aan
de ontwikkeling van andere welvaartsbron
nen In de hoop daardoor de economische
structuur van het land te versterken.
Als belangrüke etappes In deze ontwikke
ling kunnen worden genoemd: de Land
Settlement Act van 1913, de verschillende
Arbeidswetten van 1914 tot 1923 gevolgd
door de Industrial Conciliation Act van
1924, de oprichting van een Centrale Bank
in 1921, de Tariefwet van 1925 en de creatie
van het groote User- en staalwerk de Iscor
in 1928 als uitgangspunt voor tal van later
opgerichte en nog op te richten verder-
verwerkende industrieën, de Belastingwet
van 1933 op de extra-wlnsten van de goud-
münen, voortvloeiende uit de devaluatie
van het Zuld-Afrlkaansche Pond, gevolgd
door heele complexen van maatregelen tot
steun en ontwikkeling van een meer In ten-
sieven landbouw en veeteelt en van de ex
ploitatie der nog onontgonnen bodemschat
ten.
Merkwaardig is hoe snel in deze laatste
kwarteeuw naast en door de ontwikkeling
van de oudere welvaartsbronnen de in-
dustrieele ontwikkeling is voortgeschreden.
De oorlog en de Jaren daarop brachten
een sterke prüsstüging met zich mede en
beteekenden derhalve voor de producenten
van vrüwel alle ultvoerproducten, behalve
goud, een tijdperk van groote winsten. De
enorme stüging van de vrachten werkte
voor de producenten, die de blnnenlandsche
markt verzorgden, als een sterk bescher
mend Invoerrecht Voor de goudproducen-
ten was de toestand minder gunstig. De
kostprijzen stegen terwül de verkoopsprijs
van het goud niet veranderde, doordat de
Zuid-Afrikaansche valuta formeel aan het
goud gekoppeld bleef. Ofschoon het Zuid-
Afrikaansche Pond op de vrije markt een
niet onaanzienlijk disagio vertoonde ten
opzichte van de eenlge werkelüke goud-
valuta, nX den dollar, werden de goudmünen
gedwongen hun goud tegen de oude pariteit
aan de Bank of England te verkoopen. Het
is te begrijpen dat de goudmünen hierdoor
op den duur in een vrüwel onhoudbare po
sitie kwamen. Toen hierin elndelük In 1919
verandering kwam en men de ‘fictie van
een goudvaluta liet varen, was het eigenlijk
reeds te laat om den goudmünen nog van
veel nut te zün. Immers, kort daarop begon
Etigeland welbewust door het voeten vm
een deflattepolltlek de waarde van het Pond
weer op te drüven tot de oude goudparltdt
en aangezien het Zuid-Afrikaansche Pond
ten nauwste aan het Engelsche Pond ver
bonden bleef en dus ook de waarde van het
goud uitgedrukt in Zuid-Afrikaansche Pon
den weer begon te dalen, was de opleving
van de goudindustrie slechts van korten
duur. Als daarbü dan de terugslag komt
van de wereldcrisis van 1920—1923 op d»
andere ultvoerproducten van Zuid-Afrik» j»
de depressie algemeen. Vooral de landbouw»
en de veeteelt herstellen zich slechts lang,
zaam. De industrieele opleving in tal van
landen in de tweede helft van de twintiger
jaren gaat Juist aan deze bedrijfstakken
gedeeltelük voorbü. De goudmünlndustrl»
daarentegen krügt een extra stimulans,
doordat de regeering toestaat het gebruik’
van gekleurde arbeidskrachten, waarvan
een groot gedeelte uit de Portugeesche ko
loniën moet worden aangevoerd, te vergroo-
ten. Voorts dalen door de algemeene de
pressie ook de loonen van de blanke arbei
ders en de kosten van machinerieën en an
dere productiemiddelen. Dit alles tezamen
genomen blükt echter nog niet voldoend»
om de goudmünindustrie tot eenigszins be
langrijke uitbreidingen te stlmuleeren. D»
ontwikkeling van de Industrie daarentegen
vindt gestadig voortgang, mede door den
steun van de reeds genoemde protectionis
tische tariefwet. Dan komt de wereldcrisis
van 1929. Het nog slechts gedeeltelük her
stelde bedrüfsleven wordt er zwaar door
getroffen. Landbouw en veeteelt geraken in
ernstige moellükheden. Als in September
1931 Engeland den gouden standaard los
laat, terwül Zuid-Afrika den gouden stan
daard handhaaft, komt daar nog een nieu
we ongunstige factor bü: een algemeen»
kapitaalexport. De overtuiging, dat het
Zuid-Afrikaansche Pond binnenkort het
Engelsche Pond zal volgen, brengt expor
teurs ertoe de opbrengst van hun producten
zoolang mogelük in Engeland te laten. De
Engelsch georiënteerde goudmijnindustri»
voert een campagne voor iets, dat in En-
gelsche kringen wordt gevoeld als de eenlge
normale toestand: herstel van de oude pari
teit met Londen. De kapitaalvlucht wordt
algemeen. Het gevolg is een credlet-
schaaxschte in het binnenland, die het toch
reeds,ernstig getroffen bedrijfsleven nieuw»
lasten oplegt en tot verdere deflatie leidt
Eind 1932 bezwükt de regeering voor den
drang en heft den gouden standaard op.
Een maand lang Is het Zuid-Afrikaansch»
Pond weer als vanouds gekoppeld aan het
Engelsche Pond, een fractie beneden pari
teit. Het gevluchte kapitaal vloeit oogen-
bllkkelük terug en verruimt vrijwel op slag
de credietmarkt. Alle ultvoerproducten, in
clusief het goud. leveren op eenmaal hoo-
gere prijzen op, de voor het binnenland
werkende Industrie behoeft niet langer t«
strijden tegen „valuta-dumplng”. Een
hausse begint, die onafgebroken duurt tot
1937.
Het is begrüpelük dat de welvaart van de
Unie gedurende de laatste vüf Jaren waarin
vele andere landen nog met groote econo
mische moellükheden te kampen hadden,
leidde tot immigratie. Een al te groote voor
stelling moet men zich hiervan echter niet
maken.
In de eerste plaats is immigratie van onge
schoolde krachten in Zuid-Afrlka practisch
uitgesloten doordat in Zuid-Afrika e»n
gekleurde bevolking woont, die ongeveer
vier maal zoo groot is als de blanke bevol-
king. t
In de tweede plaats heeft men, teen de
Immigratie eenigszins beteekenende ver
houdingen begon aan te nemen (Immigra-
tie-saldo in 1936: 8.124, in 1937 4L311), ter
stond maatregelen tot beperking genomen.
Aanvankelük leek het erop of deze maat
regelen slechts waren bedoeld tot het we
ren van ’n al te grooten invloed van Jood-
sche immigranten uit Dultschland. doch
toen in 1937 de economische ontwikkeling
teekenen van een kentering begon te ver-
toonen, wisten de vakvereenlglngen al spoe
dig hun invloed te doen gelden en werd de
Immigratiebejjerklng algemeen. Slechts
Engelscheii. die zich uiteraard zonder for
maliteiten In het Engelsche Dominion
Zuid-Afrika kunnen vestigen, ondervinden
hiervan geeneriel bezwaren.
De reactie begon in voorjaar 1937 op d»
aandeelenmarkt In verband met een lichte
daling van den goudprijs.
De terugslag van de beurs op het zaken
leven was over het algemeen genomen
merkwaardig klein. Er kwam echter al
spoedig een tweede factor bü.
De prüsstüging In de meeste landen 1»
het laatst van 1936 en het begin van 1937
had vele Zuid-Afrikaansche Importeurs er
toe verleid grootere voorraden In te slaan
dan gewoonlük. Toen nu de prijsstijging
geen verderen voortgang vond en zelfs voor
een vrü scherp» daling plaats maakte,
daalde ook de koopkracht van dat gedeelte
van de bevolking, dat voor afzet van zün
producten was aangewezen op de wereld
markt, zoodat de verkoop van dese extra
voorraden stagneerde.
Tenslotte dient de vermindering in d«
bouwbedrijvlgheld te worden genoemd.
Waarschünlük zal deze niet In die mate van
voorbügaanden aard zün als met de beide
zoojuist genoemde factoren het geval is ge
weest immer» deze teruggang wordt mede
beïnvloed dóór de waaHnlük blüvend
verminderde immigratie en door de om
standigheid, dat ook een gedeelte van de
industrieele bouwbedrüvlgheld van de voor
afgaande jaren een eenmalig karakter heeft
gehad, nX Inzooverre zü een aanpassing be-
teekendè van t productieapparaat aan de
door de devaluatie gewüzigde omstandighe
den. Overigens moet er op worden gewezen,
dat ook nu nog de cüfers van de aanbeste
dingen absoluut genomen zeer hoog zün.
Wanneer zich geen nieuwe ongunstig»
factoren voordoen, schünt de matiging W
de economische ontwikkeling van de Unie,
die In 1937—1938 valt te bespeuren, dan
ook geen wezenlük ernstige gevaren voor
de toekomst in te houden.
handelen, doch het bezit dat men netjes en
ordelük dient af te leveren aan de toe
komst.