OPENLUCHTTHEATER
ueïAaal van den dag
DE ZANGMIS
Hoitika
De luchtroovers
van
I
ALLE ABONNÊ’S opgevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen F 750.-
Ze zijn onvereenigbaar
cheepsrecht
DONDERDAG 9 MAART 1939
co
Drieiail
Het natuurtheater en het
theater der oudheid
GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN.
De „Heiligenhuisje»” van Herpen
\De plaats in
de trant j
a
n
van
Piet keek in de laadruimte en ook eens uit het raampje.
hangen een troep kerels aan den staart,” gilde hij in de
stuurcabine. Hoe raken we die kwijt? De bestuurder gaf vol
gas en ae reden als een dolle over het uitgestrekte veld, met
kort, hard gras.
zijn
door Percy King
zou
15
t
[rt.
woordde zü giftig.
(Wordt vervolgd.)
1
Ae
f1
Het moderne natuurtheater: Ffankendael te Amsterdam. De menschenhand heeft
slechts zoover ingegrepen, als noodig was om een speelplaats te scheppen
P
P
P
X)
36
t
m
Twee negers, die te dicht voor hét toestel waren gaan staan,
werden door den luchtdruk tegen den grond gesmeten en de
anderen vlogen achteruit bjj het donderend geluld, dat die
vreemde vogel opeens maakte. Daar taxiden ae al over het
veld, maar ae konden niet van den grond los komen. „Het lijkt
wel of de geheels lading zakken naar achteren Is geschoven.
Ga eens kijken. Piet."
voetlicht en zonder
nakar alleen toegerust met eenige
vpor den avond. Past men zich
fa bij de natuur aan, dan Is het
irjjfelljk.
00
00
co
00
00
00
00
00
00
10
DO
DO
kg.
60—
8300
1 80
170
tl
It
n
d
leren
—M,
long»
mm»
■tuk.
ivoer
0 et.
en
0. II
per
door
Gem.
schol
100
It de
cent,
oond.
ristje
ir st
n 30
SO—
wild»
13500
den.
zelf
3.80,
ivoer
«n
-10.
irden
80. 9
oelen
nken
3. 30
>00—
iggen
iO.OOÓ
kool
1 00.
>1
n
n
e
U
it
bü verlies van een hand,
een voet at een ec*,
kal-
136
stuk,
kind,
uste-
isksl-
MU-
iOO—
1 per
rltffc»
rlotta
&&n-
lam-
n bQ
maar
TB
icten.
ol M
Juin
M.
orte-
38—
66.
Celen
trachtte het In de omgeving de monumen
taliteit van het klassieke tooneel te her
scheppen. o.a. in een van zijn meest ken
merkende verschijnselen: den vasten too-
neelbouw met de fassade.
lUvl»
1 17
8 00,
Neemt hij zijn toevlucht tot theatrale kunst
middelen, dan vernietigt de natuur hem. Het
repertoire kan men vinden bij Shakespeare, bij
de Commedia del'arte. bij de mlddeleeuwsche
spelen, veel van Molière zelfs, het is alleen
nooit te vinden bij die moderne tooneelltttera-
tuur, welke het product is van het „kjjkkast"-
tooneel. Voor al die gevallen is het natuur
theater aangewezen, zonder décor, zonder dikke
lagen schmink,^ zonder voetlicht en
souffleurshok,
schijnwerpers
in den speelt!
effect onbescr
ele-
ld»m
100
vlug-
o kg.
I4O-
-3 70,
ingaa
o.
n de
3.71
Driekwart
aan him
ontelbare i
De beide eerstgenoemde medewerkers stuiten
telkens weer op de moeilijk te beantwoorden
vraag: wat is het meest wezenlijke voor het
openluchttheater: het feit, dat het in de open
lucht of het feit dat het in de natuur ligt?
Daarover kan men verschillende meenlngen
zijn toegedaan, maar men kan in geen geval
een afdoend antwoord vinden met een eenvou
dige verwijzing naar het theater der oudheid,
waarvoor uitsluitend de openlucht wezenlijk
genoemd kan worden, terwijl het volkomen van
dé natuur geabstraheerd was. Ook het Shakes-
peare-theater met zijn galerijen en loges, ont
wikkeld uit het „theater" op de binnenplaats
van de herberg, kan geen voorbeeld geven.
Terecht wijst v. d. Vies erop, dat het in geen
van deze beide theatervormen begonnen was
om het openluchttheater om der wille van de
openlucht. eBlde zijn, zoodra de techniek weer
ver genoeg gevorderd was, overdekt en die over
dekking behoefde aan den stijl van het tooneel,
dat in zulk theater gegeven werd, nauwelijks
iets te veranderen. Het is te begrijpen, dat het
op den duur tot die overdekking kwam: tooneel
in een volkomen artificieels omgeving, maar
overigens met den hemel als dak moet tot een
overdekking leiden, omdat men in een artifi
cieel bouwsel geen genoegen wil nemen met de
wisselvalligheden van het klimaat, waaraan men
Is blootgesteld. Een zeer nuchtere overweging
van utiliteit ongetwijfeld, maar onvermijdelijk,
zoodra de menschelijke civilisatie haar begrip
van doelmatigheid buiten de natuur om tracht
te verwezenlijken.
Belangwekkenae restauratieplannen zijn ge
maakt ten aanzien van de historische „Heiligen
huisjes" In de Ooet-Brabantsche gemeente Her
pen. Deze huisjes zijn een drietal sinds Jaren
In verval zijnde kapelletjes, die, van zeer be
scheiden afmetingen, langs den weg worden ge
plaatst als uiting der landelijke devotie van
voorgegane generaties. Een der kapelletjes, toe-
gewijd aan den H. Bastianus (aldus de titula
tuur van den volksmond), bevindt zich in het
dorp; de belde andere worden meer buitenaf
aangetroffen. Zjj zijn toegewijd aan de H. Anna
en den H. Rochus.
Ook D. C. v. d. Poel, die eveneens meer voelt
voor het openlucht- dan voor het natuurthea
ter, en dus de belde soorten wel onderscheidt,
maakt geen duidelijk onderscheid tusschen de
functies, welke belde te verrichten hebben.
HIJ haalt er bovendien nog een derde element
bU. dat hij ontleent aan den gesloten schouw
burg met al zijd kunstmiddelen. Daarvoor le
vert het door hem besproken ontwerp voor het
openluchttheater in het Boschplan het voor
beeld. Hierop zullen wij nog afzonderlijk in
gaan.
Dat moet ons leeren voor onzen herienriaag-
schen openluchtbouw. Het groote bezwaar is,
dat .ons hedendaagsche openluchttheater, met
uitzondering van het passletheater, aooals in
Tegelen en Oberammergau, niet meer voor één
soort tooneel bestemd is. Vandaar, dat er niet
één theater te bouwen valt, dat aan alle be
hoeften tegelijk en In dezelfde mate voldoet.
Doch zou men wjjs doen een openluchttheater
te bouwen, dat berekend is voor een zoo alom
vattend tooneel als het klassieke, resp. het
renaissancistische? Het antwoord leveren de
theaterbouwers zelf: zij bouwen zulke theaters
niet, omdat deze soorten van tooneel talonzen
tijd niet leven, al willen wij volstrekt niet zeg
gen. dat zij morsdood zijn. Voor die gelegen
heden. waarin zij trachten een monumentaal
tooneel te reallseeren. hetzij in de opvoering
van een klassieke tragedie, hetzij bij een mo
dem lustrumspel, of een historisch stuk bij een
feestelijke gelegenheid, doen wü beter voor dat
oogenblik een tijdelijk theater voor het onder
havige stuk te bouwen, of, wat in wezen het
zelfde Is als het klassieke theater, het tooneel
op te slaan tegen een monumentaal oud bouw
werk aan. Voor bijna alle andere gelegenheden,
voor het tooneel van kleinere dimensies, in het
algemeen gesproken, voor het tooneel dat min
der statisch dan dynamisch van karakter is,
kan het natuurtheater volstaan. In net natuur
theater, dat eigenlijk pas ontstaan is tijdens
barok en rococo, gaat het In zekeren zin wel
om de openlucht èn om de natuur. Bij het
moderne natuurtheater, waarvan Frankendael
in Amsterdam en het rotstheater te Valkenburg
de prachtigste voorbeelden zijn, gaat het om
de ongerepte natuur. Hier verdwijnen alle bij
komstigheden, die de techniek van het tooneel
als aangename hulpmiddelen kaa bieden. Al
leen het costuum, een pak kleeren blijft over
als een elementair materiaal. Het gaat slechts
om de uiterste concentratie op de strikt men
schelijke, ook binnen de menschelijke afme
tingen blijvende, potenties. De omringende na
tuur is in wezen neutraal, en zjj houdt zich ook
altüd neutraal als de speler erin slaagt een
natuurlijk mensch op de been te brengen.
't beschuttend duister van de portiek aan de
overzij. De tijd, dien hij met wachten moest
doorbrengen, viel hem niet lang; er was stof
in overvloed, om over te piekeren.
Cullingwood kon zeggen, dat hjj tot nu toe
over alle linies aan de winnende hand was. Zijn
list met den advocaat was gelukt De mede-
deeling, dat er alle kans was op een polltie-
inval in zijn kantoor, had Oakton voor de nood
zakelijkheid gesteld, de brieven van Mrs. Robin
son als de drommel naar een veiliger plaats
te transportee ren. en die veiliger plaats achtte
hij hier aanwezig in Floral Street Bjj Mrs
Kay Wharrie Keith knikte. Tien tegen één,
dat Mrs. Kay Wharrie dan ook de dame was.
die hem den vorigen avond met haar auto op
Millstream Road had opgewacht, hem wist te
overreden, de brieven uit Carline's villa te
stelen, en hem ter belooning van zijn dienst
vaardigheid afpoeierde met één enkel pond ster
ling, mitsgaders een zeer onharteljjken tik op
zijn achterhoofd. .Madame X"...'. Dat kwam
in orde. Bij nader Inzien stond zij dubbel bij
hem in 1 krijt. Ze zou beginnen met hem de
negen en negentig pond netjes uit te tellen
afspraak bjpef afspraak. Dan mocht ze mis
schien van een afstand den brief eens bekijken,
maar tn haar vingers kreeg zij hem niet! Dat
was punt één. En nu Cullingwood als zeker
mocht aannemen, dat zij en Oakton met de
brieven vuil spel wilden spelen op kosten van
Mrs. Robinson, zou hij bovendien de vilf epistels
meepikken, die de advocaat in een veilige haven
dacht te hebben binnengeloodst. Er werd géén
chantage gepleegd! De* was punt twéé.
advocaat ditmaal de actentasch niet bij zich had.
Hü knikte; iets anders had hij niet verwacht.
Er bestond geen enkele reden om zich te
overhaasten; Cullingwood wilde rekening hou
den met de mogelijkheid, dat Oakton zich
onderweg bedacht en terug zou keeren. Tien
minuten verliepen, een kwartier verstreek. De
advocaat liet zich niet meer zien. Toen achtte
Keith den tijd gekomen om tot actie over te
gaan. HU stak de straat over, maar liet den
voorkant van 't flatgebouw liggen. De achter
zijde leek hem zeer geschikt voor zUn operaties.
HU vond daar, wat hu ook steUig verwacht
had. te sullen vinden: een ingang voor dienst
personeel en leveranciers. Er was niemand te
zien. Rustig klom hü naar boven, tot hU bü
appartement 48 kwam. Een halve minuut
wachtte hu nog, toen klopte hU.
ZUn geduld werd slecnts even op de proef
gesteld en’Cullingwood keek opnieuw in de
Iluweellg-zachte oocen van de roodharige
„Madame X" nu niet langer „Madame
X" voor hem, doch Mrs. Kay Whar
rie. Niet zoodra echter had zü bemerkt wie de
bezoeker was. of de milde glans verdween, om
plaats te maken voor een harde, vijandige uit
drukking.
,4Ü!” stootte zU uit.
„Een verrassing, niet?” glimlachte Keith, ter
wijl hU haar 't vertrek in schoof en vervolgens
de deur sloot.
De kamer legde een gunstig getuigenis af van
Mrs. Wherries smaak; de Inrichting was ge
distingeerd, harmonisch van kleur, warm van
toon. Doch daar kon Cullingwood zich nu niet
Nelly spoedde zich naar de tram, waar ze
hoopte nog een plaatsje te vinden. Ze was zeer
moe. Den heelen dag had het druk geloopen
in den winkel, hetgeen trouwens altUd het ge
val was, en ze had dus nooit eens U)d om wat
te rusten, Het ritje in de tram naar huls was
haar dan ook een ware verlichting, maar ze
wist bU ondervinding dat de plaatsen, als er
enkelen keer gebeurde in dat spitsuur, als men
soms nog één of twee vrü waren, hetgeen een
stelling in oorlogstUd veroverd moesten worden.
Dit werd wel niet gedaan met een wapen in
de vuist, maar ging soms toch wel gepaard met
éen duwtje of een elleboogstoot.
Nelly had geen geluk Ze moest op twee pun
ten de straat oversteken en juist werd haar de
weg versperd door een paar auto's. Elke seconde
vertraging was veel verloren en ze kon er haar
tram door missen Ze rende naar de halte. De
tram stond al stil Ze kon zich nog juist tusschen
de passagiers op het platform doordringen, maar
helaas: de plaatsen waren bezet en de meeste
tussen al ingenomen.
Met een teleurgesteld gezicht wendde ze zich
om. Toen voelde ze een Ukje op haar schouder
en een jongeman bood haar zUn plaats aan.
„Dank u zeer," zei Nelly vriendelUk. en met
een zuchtje van voldaanheid Het ze zich op de
bank vallen. Was dat even geluk hebben! De
meeste jongelui trokken er zich niets van aan,
dat een meisje moest staan. Nu ze zat. voelde
se nog meer, hoe moe ze was. Maar heerlijk nu
wat te kunnen rusten, want ze moest, als de
tram het eindpunt genaderd was. nog een kwar
tier loopen
En terwijl ze zoo stilletjes zat te genieten,
keek ze nu en dan op naar den Jongeman, die
door middel van de lus trachtte zijn evenwlèht
te bewaren. HIJ was nu JulsUhet type van wlen
ze veel zou kunnen houden: vriéndelijk, geen
fat. zag er zelfs zeer sportief uit en als een
echte heer. Maarzou hü haar, ze was niet
knap en slechts een winkelmeisje, kunnen be
minnen? Zoon heer toch zeker niet. Dit bestond
alleen in romans en zag Je op een film, maar
in werkelijkheid zelden.
Ondanks haar veronderstelling, droomde Nel
ly de mooiste droomen in verband met den
vrtendelüken Jongeman. En toen deze de tram
verliet, keek ze hem na. zoolang ze hiertoe in
de gelegenheid was.
Nelly had nu nog één verlangen: hem terug
te zien. Dit bleet in haar denken als een niet
te weren gedachte, zoo zelfs dat zij den dag na
de ontmoeting menige fout in den winkel be
ging door erwten voor boonen te verkoopen,
krenten voor rozijnen en een pond koffie liet
vallen, zoodat de zak scheurde en de inhoud
over den vloer verspreid werd. Dien dag kreeg
Nelly menige terechtwijzing van haar patroon
en werd ze bedreigd met ontslag, Indien ze niet
Londen zich naar schouwburg, opera of concert
zaal, muslchall of bioscoop.
't Duurde eenigen tijd, vóór Cullingwood op
•en vrjje taxi beslag kon leggen. Voor zoover
1 noodig was, nam hij den chauffeur in ver
trouwen, en kroop in den wagen. Van financieel
oogpunt uit was *t een geweldig waagstuk, dat
hij ging ondernemen, want de kosten zouden
een geduchte bres in zjjn reeds zeer wankel
budget slaan. Kr sat evenwel niet anders op:
was een gokje van alles ot niets.
Ongeveer een kwartier was verloopen, toen
Keith advocaat Oakton haastig uit zijn kantoor
zag komen, een actentasch onder den arm. Hü
ham eveneens een taxi, verdween in 't vehikel
Cullingwood boog zich naar voor en klopte tegen
voorruit.
bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Of) «m ongeval mot KJ QtA
verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen F ÓJVfo™ doodelüken afloop F £t^JXJe*
Het klassieke openluchttheater. Het Grieksche theater te Epidauras 425—400
v. Chr., dat plm. 16.000 zitplaatsen had. Het amphitheater omsluit meer dan de
helft van de cirkelvormige orchestra. De scène is los van het amphitheater. De
ruimte tusschen beide in werd gebruikt voor de opkomsten van het koor
bruikbaarheid liefst aangelegd in een ge
bonden natuur, een voorkeur, die ons aan
vechtbaar voorkomt; „ten tweede aan
openluchttheaters voor groote spelen met
een zoo neutraal mogelijk speelvlak en
omgeving, onder den rook van steden,
waardoor zij tevens geschikter worden voor
een normale exploitatie, maar die tevens
den weg zouden effenen tot tooneelgebeur-
tenissen van grooter formaat, waaraan
eenerzljds wel degelijk behoefte is, waartoe
anderzijds, óók in dezen tijd, wel degelijk
ongebruikte mogelijkheden en aanleidin
gen bestaan.*' Deze omschrijving munt
meer uit door lengte dan door preciesheid.
Practisch zal dit toch neer komen op een
openluchttheater, dat van de natuur ge
abstraheerd is, maar dat overigens voor
het overgroote deel, gebruikt zal worden
vpor al die soorten; van tooneel, welke in
het natuurtheater op hun plaats xijn.
beter haar werk verrichtte.
Nog-meer dan anders jachtte ze zich naar de
tramhalte, zich af vragend: Zal hü er zün?
Ja. hü was er. En weer stond hü zün plaats
aan haar af. Nelly's hart beefde van geluk.
Ook de andere avonden trof zü hem aan en
steeds sprong hü op. zoodra hü haar zag. of hü
wel uitsluitend voor haar dat plaatsje bewaarde.
Dit duurde zoo al de heele week. Nu, glim
lachte hü ook. als zü in de tram kwam.
Zü glimlachte eveneens en kreeg een kleur.
De week daarop begon hü een praatje. Zoo
over het weer, meer niet.
Hevig blozend en met een geweldig kloppend
hart luisterde Nelly naar hem.
De reizigers, meestal dezelfde op dat drukke
uur. sloegen de twee jonge menschen gade en
voorspelden zichzelf, dat die .kennismaking tot
een huwelijk zou groeien
Deze hoop werd door Nelly meer en meer ge
koesterd. Hü nam ook zün hoed voor haar af,
als hü de tram verliet.
Nelly voelde zich overgelukkig en In haar blü-
de stemming gaf
ze den kinderen,
die boodschappen
kwamen doen, in
plaats van één
zuurtje of één
toffee, zooals be
volen was. twee,
hetgeen haar weer
Nelly had zich
Het is een nieuw symptoom van de toe
nemende belangstelling voor het open-
luchttooneel, dat het tijdschrift „De 8 en
Opbouw” zijn laatste nummer geheel en
al gewijd heeft aan het openluchttheater,
minder om het te beschouwen van de
archltectonisch-aesthetische, dan wel van
de tooneel-technische zijde. Men vindt er
een keur-van illustraties in, alsmede plat
tegronden, die het openluchttheater in de
verschillende gedaanten, waarin het zich
van de oudheid af tot heden toe heeft
voorgedaan, in beeld brengen. De artikelen
In dit nummer werden geschreven door
Koen Limperg, D. C. v. d. Poel en Abraham
v. d. Vies, welke laatste het nummer opent
met een beschouwing, waarin hij na een
kort historisch overzicht gegeven te heb
ben zich bezig houdt met de hedendaag-
sche openluchttheaters in het Amsterdam-
sche Boschplan, waarbij hij van advies
diénde, ampel toe te lichten. Koen Llm-
perg beperkt zich tot technische bouwaan-
wü zingen.
„DéAr gaat de baas, om wien 't me te doen
Isl” lichtte hü zün chauffeur in. „Verlies dep.
wagen niet uit t oog en je kunt rekenen op
een dubbele fooi 1
„Dat komt in orde, meneer I" grünsde de be
stuurder. „Zulke gevalletjes heb "k méér aan de
hand gehad!”
De man deed wat v^n hem verlangd werd.
Achteraf gevoelde Cullingwood een beetje spüt
over zün royaliteit, want Oakton had 't den
chauffeur niet gemakkelüker kunnen maken,
't Was blükbaar geen oogenblik in den advo
caat opgekomen, dat iemand er belang bü kon
hebben, hem te schaduwen, want hü volgde de
kortste route naar de plaats van bestemming
een van de vele flatgebouwen, welke den laat-
sten tüd aan den rand van de city verrezen
waren. Zoodra de advocaat zün chauffeur had
afgedankt, deed Keith t zelfde. Een portiek
aan de overzüde bewees hem uitstekende dien
sten. Hü zag Oakton een knop boven een naam
plaatje indrukken, de deur werd geopend en
gebouw verzwolg hem.
Cullingwood wachtte een poosje. Toen stak
hü de straat over en wüdde zün volle aandacht
aan de naamplaatjes van 't flatgebouw. Hü was
er zoo goed als zeker van, dat Oakton gedrukt
had op den belknop boven een plaatje uit de
hoogste rü, t derde van links. Een onderzoek
wees uit, dat 't de bel was van appartement
48, bewoond door Mrs. Kay Wharrie. De naam
zei hem niets en t behoefde ook niet; t was
de naam van een vrouw dit schonk Culling
wood voldoende Hü wist nu. t goede spoor
gevolgd te hebben. Kdth verdween opnieuw in
mis gaan, die om half elf begint en om twaalf
uur eindigt, doen ze niet gauw ,4e bent Je
heelen Zondag kwijt” luidt de geükte term.
Interessant Is daarom het resultaat van een
poging, in een onzer parochies gedaan om. door
rekening te houden met de hierboven gememo
reerde moeilijkheden, het bezoek aan de Hoog
mis te verbeteren.
De Hoogmis werd gesteld op kwart voor
negen.
Negen uur en half negen knmers zün de tüden
dat de H.H. Missen het arukst bezocht werden.
Alles wat overbodig Is om af te lesen blüft
weg.
Geen intenties, geen doodenlüsten enz enz.
Alleen de ..roepen” en degenen die de laatste
H Sacramenten hebben ontvangen en die ge
storven zün.
Al het overige wordt vermeld in het pa
rochieblad en bovendien staat het ouidelük ach
ter tn de kerk te lezen.
Verder Cs er algeheele medewerking van het
zangkoor.
Er wordt niet getreuzeld, de zangers staan
klaar om hun taak direct aan te vangen als
hun beurt daar is.
Geen zoeken van boeken, of eerst enkele mi
nuten laten verloren gaan met Mjn plaats als
kerkzanger weer op te zoeken.
De zang is gedeeltelijk meerstemmig en ge-
deeltelük volkszang?
De resultaten?
Het bezoek van de Hoogmis is met honderd
pCt. gestegen en de late H. Mis van elf uur
zag het aantal bezoekers hetzelfde blüven. De
cüfers van plaatsengelden laten daaromtrent
geen twüfel.
Ze wezen verder ook nog uit dat het totaal
oer kerkgangers op Zondag steeg.
Het aantal H. Communies steeg eveneens.
De parochianen zün er zeer mee Ingenomen.
.Je kunt te Communie gaan, je woont de
Hoogmis bü en Je hebt in den morgen nog wat
aan Je kinderen.”
Zoo iets geeft wel te denken.
Worden de loven die bü sommige gelegen
heden worden gehouden hetzü ter eere van
Sint Josef (seven Woensdagen), ter eere van
het H. Hart (negen eerste Vrijdagen) of ter ge
legenheid van Ujoensmedltaties ook niet op een
tüd gezet die rekening houdt met de eischen
der maatschappü en gezin en laat men deze
niet beginnen als zaken en fabrieken en ateliers
gesloten zyn. of als in het gesin het eten af-
geloopen S. om kwart over acht of half negen?
Waarom dat niet toegepast op de Hoogmis?
Onze menschen willen meedoen en meeleven,
dat bewüst hier en daar de ervaring oer z.g.
Zangmis.
Laten we hun tegemoet komen en rekening
houden met behoorlüke eischen en hun een
Hoogmis geven die ze niet doet verlangen naar
het surrogaat van een geïmporteerde gewoonte.
Het Grieksche theater was zuiver een
utiliteitsbouwsel. Het tooneel was een al-
gëmeene zaak, die het heele volk ter harte
ging. Het leefde immers rondom het altaar,
dat in het midden stond van de orchestra,
de plaats waar het koor optrad. Men moest
de massa's samen brengen op een bepaalde
plaats, die tienduizenden kon herbergen.
Aan overdekking viel niet te denken. Ook
de Romeinen hebben dat niet gedaan. Pas
de renaissance heeft de ontwikkeling naar
het overdekte theater, op den klassieken
grondvorm, aan de ordg gesteld en afge
sloten. Maar tevens is het tooneel dan niet
meer een sacrale cultus, die het heele volk
raakt, maar een kunst van een zich gaan
deweg scherper afscheidende elite. De
schouwburg wordt veel kleiner, maar ook
de dimensies van het tooneel, van de too-
neelspeelkunst, nemen af. In het open
luchttheater der oudheid heeft voor de
monumentale, voor de eeuwen gebouwde
fassade op de skene het super-mensche-
lijke tooneel geleefd. Het ging in dat thea
ter evenmin om de openlucht als om de
natuur; het ging om de levensgroote mo
numentaliteit van de kunstmatige omge
ving, die in alles de verheven cultuur adem
de, waarin het tooneel van die eeuwen
leven moest. Dat vergeet v. d. Vies te veel,
als hij zegt, dslt voor het „groote” open
luchttheater de openlucht wezenlijker is
dan de natuur. Geen van beide zijn we-
aenlijk. Het renaissance-tooneel heeft dat
goed begrepen. Het greep terug naar het
klassieke tooneel, maar het keerde niet
terug onder den blooten hemel, maar wel
van de Londenaars zaten nu
diner, thuis of in een der
restaurants. De straten waren stil,
bijna uitgestorven. Doch lang zou 't niet duren,
of ze werden weer gevuld. Dan begaf ulgaand
In ,J9t. Bavo" lazen wü onderstaande be
schouwing over de Zangmis. waarbij een ver
standige raad wordt gegeven, die wellicht aan
vele bezwaren tegemoet kan komen:
Het in het woord „Zangmis” ge teek end Ver-
schünsel staat of raakt in het branopunt der
belangstelling
Gelukkig, er blükt Immers uit dat er wissel
werking is en meeleven.
Alles is beter dan doodende rust en geestelüke
onverschilligheid.
In hoeverre deze* Duitsche manier van doen
voor ons geschikt Is’ zou slechts een meer lang
durige praktük kunnen ultfnaken.
Zulke zangvogelnaturen zün wü Hollanders
nfet.
En of deze manier van H. Mis büwouen in
staat zal zün om de aaAiacht gespannen te
houden en de geloovlgen meer mee te laten le
ven met het offer aan het altaar is een vraag
bü welker beantwoording men wel rekening zal
mogen houden met het feit van gebrek aan
behoorlüken tekst en muziek en bovendien dat
ook dat repertoire spoeofg niet .jileuw'- meer
zal zün en daarmee dan weer een groote factor
om de aandacht te trekken aal worden uftge-
schakelo.
In verband met het hier en daar invoeren
van deze z.g. Zangmis heeft men ook gesproken
van ae Hoogmis.
Men wil daaraan geen afbreuk doen en ver
klaart ook dat het bezoek en het büwonen der
Hoogmis niet vermindert.
Door dft alles wordt de aandacht weer eens
gericht op de Hoogmis.
We mogen zonder overdrijving zeggen dat in
ons Bisdom heel wat gedaan wordt voor den
volkszang die tn de Hoogmis wel het eerst zün
toepassing behoort te vinden.
Ondanks de reeds talrük gegeven „Mtsweken”
klaagt men toch vrü veel over het gering aantal
bezoekers van de Hoogmis.
Een verschijnsel dat zich duidelüker accen
tueert in de steden dan In de dorpen, omdat
daar dikwijls op Zondag maar twee H. Missen
zün en het bezoek dan wel gelükelük veideeld
moet woroen over deze twee H. Diensten.
Misschien zouden we naar aanleiding van
een en ander het volgende mogen opmerken.
Kort en keurig zün begrippen die best samen
kunnen gaan.
Dan zal men gezien de veelvuldige H. Com
munie ook kunnen begrijpen, dat dikwüls het
aanvangsuur van half elf en tien uur wel wat
laat is.
Ten slotte: onze menschen willen graag van
hun Zondag gebruik maken en naar de Hoog-
s I
de noodige standjes beznrgde.
voorgenomen hem op een
avond*te volgen, teneinde hem onder vier oogen
eens dank te kunnen zeggen voor zün vriende-
lükheld.
Dit gebeurde. Hü verliet de tram, zü stapte
na hem uit.
De reizigers glimlachten en knipoogden nu
tot elkaar, als hadden zü elkanders gedachten
over belden geraden.
Toen hü zag. dat Nelly eveneens uitstapte,
was hü haar daarbü galant behulpzaam.
Toen stak Nelly met een hoogroode kleur en
stotterend de speech af. die ze ingestudeerd had.
Jan Barendsen glimlachte en zei: „Daar is
geen dank voor noodig. juffrouw. Ik ben pad
vinder geweest, ziet u, en het zit er bü mü nog
altüd In te trachten eiken dag een goed» daad
te verrichten en dit zal er ook wel nooit uit
gaan. Maar.... maar....” Jan kuchte, ,4k had
u al eerder willen vragen, maar .met al die men
schen in de tramZou Je mü bet genoegen
willen doen in gindsche lunchroom iets met
mü te gaan gebruiken?”
Het gevolg van deze' geschiedenis?
De menschen In de tram missen beiden
voortaan en weten niet, dat Nelly en Jan een
latere nemen, omdat er dan voor belden allicht
plaatsen zün en wel zoo. dat zü dicht naast
elkaar gezeten den rit kunnen maken.
te lang mee bezig houden; de bewoonster ver-
elschte zün volle aandacht. Hü zag den blos
op haar wangen komen en gaan. Een gevaarlük
licht straalde uit haar oogen; zü leken nu
groen als van een kwaadaardige, in 't nauw ge
dreven kat. Geen enkele van haar bewegingen
ontging hem. Daardoor kon hü de vrouw bü een
arm grijpen, vóór zü de gelegenheid gekregen
had. haar revolver uit de tafellade te voor
schijn te halen. Zün greep was forsch en een
uitroep van Pün ontsnapte haar. Hü kende
echter geen pardon en duwde de vrouw on
zacht in eer. fauteuil. Toen deed hü, wat héAr
mislukt was: hü pakte de revolver, bekeek *t
wapen en liet t in zün broekzak verdwünen.
„Tt Zal nooit meer mün haar laten knippen,
als dat niet dezelfde revolver is. die gisteravond
knuppel-ult-den-zak op mün achterhoofd
speelde." zei hü monter. Daarom bewaar ik t
ding, "k Bewaar altüd dingen, waaraan een
prettige herinnering voor me verbonden is.”
,Hruut!” siste zü tusschen de tanden. .Mon
ster!”
Hü lachte vrlendelük tegen haar. „De meeste
menschen vinden, dat 'k een vrü knappe jongen
ben. "t Spüt me. dat JU hun smaak niet deelt.
En nu, beste Kay, gaan we verder, waar we
gisteravond zün blüven steken. Kom maar eens
over de brug met de resteerende negen en
negentig pond!"
„■fc Heb zelf nog geen penny gekregen!” ant-
Zün plan stond vast. Zoodra Oakton
visite bü Mrs. Kay Wharrie had afgesproken,
volgde prompt daarop die van hem. Keith
lachte grimmig. Neen, ditmaal liet hü zich
waarachtig de kaas niet van zün boterham
eten! Hü zou. integendeel, de kaas van anderen
bovenop de züne leggen! Oakton had, zooge
naamd als gevolmachtigde van Mrs. Robinson,
hem voor den eenen brief duizend pond gebo-
en zou daarbü wel gezorgd hebben, er
óók nog een slordige grüpstuiver aan te
verdienen. Dit nummer van 't feestprogramma
ging alvast niet door! De vruchten hingen toe
vallig aan de andere zijde van de schutting en
déér zou geplukt worden! 1 Was een uitge
maakte zaak voor Cullingwood. dat Mrs Robin
son een belangrijk bedrag wilde betalen aan
dengene, die haar de ongelukkige brieven terug
bezorgde. Welnu; dat zou Eric Carhne niet
doen, dat zou advocaat Oakton niet doen, dat
zou Mrs. Kay Wharrie evenmin doen! Dat was
voor hem, Keith Cullingwood, weggelegd! Hü
wilde zich graag tevreden stellen met een beloo
ning in 't fatsoenlijke. Mrs. Robinson zou zich
niet krenterig betoonen De voorteekenen be
drogen niet: dit we»d een winstgevende, een
zeer winstgevende avond voor hem!
Cullingwood's gedachtengang werd onder
broken. doordat de advocaat weer verscheen.
Oakton keek rechts en links, of er een taxi
te ontdekken was. Toen hü er geen zag, stapte
hü haastig voort in de rlohting van Covent
Garden Market; buna omniddellük had de
duisternis hem opgcncm^i. In de gauwigheid
wm t Keith gelukt, te constateeren, dat de
De voonAamste fout nu, die zoowel v. d.
Vies al» D/'GkjLjjd. Poel maken, Is, dat zij
van twee wallen willen eten en de belde
soorten van theaters willen vereenlgen.
Weliswaar erkent d. Vies, dat er wellicht
behoefte is aan twee soorten, nJ. het na
tuur- of tuintheater, om der wille van hun