OPENLUCHTTHEATER ueïAaal van den dag DE ZANGMIS Hoitika De luchtroovers van I ALLE ABONNÊ’S opgevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen F 750.- Ze zijn onvereenigbaar cheepsrecht DONDERDAG 9 MAART 1939 co Drieiail Het natuurtheater en het theater der oudheid GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. De „Heiligenhuisje»” van Herpen \De plaats in de trant j a n van Piet keek in de laadruimte en ook eens uit het raampje. hangen een troep kerels aan den staart,” gilde hij in de stuurcabine. Hoe raken we die kwijt? De bestuurder gaf vol gas en ae reden als een dolle over het uitgestrekte veld, met kort, hard gras. zijn door Percy King zou 15 t [rt. woordde zü giftig. (Wordt vervolgd.) 1 Ae f1 Het moderne natuurtheater: Ffankendael te Amsterdam. De menschenhand heeft slechts zoover ingegrepen, als noodig was om een speelplaats te scheppen P P P X) 36 t m Twee negers, die te dicht voor hét toestel waren gaan staan, werden door den luchtdruk tegen den grond gesmeten en de anderen vlogen achteruit bjj het donderend geluld, dat die vreemde vogel opeens maakte. Daar taxiden ae al over het veld, maar ae konden niet van den grond los komen. „Het lijkt wel of de geheels lading zakken naar achteren Is geschoven. Ga eens kijken. Piet." voetlicht en zonder nakar alleen toegerust met eenige vpor den avond. Past men zich fa bij de natuur aan, dan Is het irjjfelljk. 00 00 co 00 00 00 00 00 00 10 DO DO kg. 60— 8300 1 80 170 tl It n d leren —M, long» mm» ■tuk. ivoer 0 et. en 0. II per door Gem. schol 100 It de cent, oond. ristje ir st n 30 SO— wild» 13500 den. zelf 3.80, ivoer «n -10. irden 80. 9 oelen nken 3. 30 >00— iggen iO.OOÓ kool 1 00. >1 n n e U it bü verlies van een hand, een voet at een ec*, kal- 136 stuk, kind, uste- isksl- MU- iOO— 1 per rltffc» rlotta &&n- lam- n bQ maar TB icten. ol M Juin M. orte- 38— 66. Celen trachtte het In de omgeving de monumen taliteit van het klassieke tooneel te her scheppen. o.a. in een van zijn meest ken merkende verschijnselen: den vasten too- neelbouw met de fassade. lUvl» 1 17 8 00, Neemt hij zijn toevlucht tot theatrale kunst middelen, dan vernietigt de natuur hem. Het repertoire kan men vinden bij Shakespeare, bij de Commedia del'arte. bij de mlddeleeuwsche spelen, veel van Molière zelfs, het is alleen nooit te vinden bij die moderne tooneelltttera- tuur, welke het product is van het „kjjkkast"- tooneel. Voor al die gevallen is het natuur theater aangewezen, zonder décor, zonder dikke lagen schmink,^ zonder voetlicht en souffleurshok, schijnwerpers in den speelt! effect onbescr ele- ld»m 100 vlug- o kg. I4O- -3 70, ingaa o. n de 3.71 Driekwart aan him ontelbare i De beide eerstgenoemde medewerkers stuiten telkens weer op de moeilijk te beantwoorden vraag: wat is het meest wezenlijke voor het openluchttheater: het feit, dat het in de open lucht of het feit dat het in de natuur ligt? Daarover kan men verschillende meenlngen zijn toegedaan, maar men kan in geen geval een afdoend antwoord vinden met een eenvou dige verwijzing naar het theater der oudheid, waarvoor uitsluitend de openlucht wezenlijk genoemd kan worden, terwijl het volkomen van dé natuur geabstraheerd was. Ook het Shakes- peare-theater met zijn galerijen en loges, ont wikkeld uit het „theater" op de binnenplaats van de herberg, kan geen voorbeeld geven. Terecht wijst v. d. Vies erop, dat het in geen van deze beide theatervormen begonnen was om het openluchttheater om der wille van de openlucht. eBlde zijn, zoodra de techniek weer ver genoeg gevorderd was, overdekt en die over dekking behoefde aan den stijl van het tooneel, dat in zulk theater gegeven werd, nauwelijks iets te veranderen. Het is te begrijpen, dat het op den duur tot die overdekking kwam: tooneel in een volkomen artificieels omgeving, maar overigens met den hemel als dak moet tot een overdekking leiden, omdat men in een artifi cieel bouwsel geen genoegen wil nemen met de wisselvalligheden van het klimaat, waaraan men Is blootgesteld. Een zeer nuchtere overweging van utiliteit ongetwijfeld, maar onvermijdelijk, zoodra de menschelijke civilisatie haar begrip van doelmatigheid buiten de natuur om tracht te verwezenlijken. Belangwekkenae restauratieplannen zijn ge maakt ten aanzien van de historische „Heiligen huisjes" In de Ooet-Brabantsche gemeente Her pen. Deze huisjes zijn een drietal sinds Jaren In verval zijnde kapelletjes, die, van zeer be scheiden afmetingen, langs den weg worden ge plaatst als uiting der landelijke devotie van voorgegane generaties. Een der kapelletjes, toe- gewijd aan den H. Bastianus (aldus de titula tuur van den volksmond), bevindt zich in het dorp; de belde andere worden meer buitenaf aangetroffen. Zjj zijn toegewijd aan de H. Anna en den H. Rochus. Ook D. C. v. d. Poel, die eveneens meer voelt voor het openlucht- dan voor het natuurthea ter, en dus de belde soorten wel onderscheidt, maakt geen duidelijk onderscheid tusschen de functies, welke belde te verrichten hebben. HIJ haalt er bovendien nog een derde element bU. dat hij ontleent aan den gesloten schouw burg met al zijd kunstmiddelen. Daarvoor le vert het door hem besproken ontwerp voor het openluchttheater in het Boschplan het voor beeld. Hierop zullen wij nog afzonderlijk in gaan. Dat moet ons leeren voor onzen herienriaag- schen openluchtbouw. Het groote bezwaar is, dat .ons hedendaagsche openluchttheater, met uitzondering van het passletheater, aooals in Tegelen en Oberammergau, niet meer voor één soort tooneel bestemd is. Vandaar, dat er niet één theater te bouwen valt, dat aan alle be hoeften tegelijk en In dezelfde mate voldoet. Doch zou men wjjs doen een openluchttheater te bouwen, dat berekend is voor een zoo alom vattend tooneel als het klassieke, resp. het renaissancistische? Het antwoord leveren de theaterbouwers zelf: zij bouwen zulke theaters niet, omdat deze soorten van tooneel talonzen tijd niet leven, al willen wij volstrekt niet zeg gen. dat zij morsdood zijn. Voor die gelegen heden. waarin zij trachten een monumentaal tooneel te reallseeren. hetzij in de opvoering van een klassieke tragedie, hetzij bij een mo dem lustrumspel, of een historisch stuk bij een feestelijke gelegenheid, doen wü beter voor dat oogenblik een tijdelijk theater voor het onder havige stuk te bouwen, of, wat in wezen het zelfde Is als het klassieke theater, het tooneel op te slaan tegen een monumentaal oud bouw werk aan. Voor bijna alle andere gelegenheden, voor het tooneel van kleinere dimensies, in het algemeen gesproken, voor het tooneel dat min der statisch dan dynamisch van karakter is, kan het natuurtheater volstaan. In net natuur theater, dat eigenlijk pas ontstaan is tijdens barok en rococo, gaat het In zekeren zin wel om de openlucht èn om de natuur. Bij het moderne natuurtheater, waarvan Frankendael in Amsterdam en het rotstheater te Valkenburg de prachtigste voorbeelden zijn, gaat het om de ongerepte natuur. Hier verdwijnen alle bij komstigheden, die de techniek van het tooneel als aangename hulpmiddelen kaa bieden. Al leen het costuum, een pak kleeren blijft over als een elementair materiaal. Het gaat slechts om de uiterste concentratie op de strikt men schelijke, ook binnen de menschelijke afme tingen blijvende, potenties. De omringende na tuur is in wezen neutraal, en zjj houdt zich ook altüd neutraal als de speler erin slaagt een natuurlijk mensch op de been te brengen. 't beschuttend duister van de portiek aan de overzij. De tijd, dien hij met wachten moest doorbrengen, viel hem niet lang; er was stof in overvloed, om over te piekeren. Cullingwood kon zeggen, dat hjj tot nu toe over alle linies aan de winnende hand was. Zijn list met den advocaat was gelukt De mede- deeling, dat er alle kans was op een polltie- inval in zijn kantoor, had Oakton voor de nood zakelijkheid gesteld, de brieven van Mrs. Robin son als de drommel naar een veiliger plaats te transportee ren. en die veiliger plaats achtte hij hier aanwezig in Floral Street Bjj Mrs Kay Wharrie Keith knikte. Tien tegen één, dat Mrs. Kay Wharrie dan ook de dame was. die hem den vorigen avond met haar auto op Millstream Road had opgewacht, hem wist te overreden, de brieven uit Carline's villa te stelen, en hem ter belooning van zijn dienst vaardigheid afpoeierde met één enkel pond ster ling, mitsgaders een zeer onharteljjken tik op zijn achterhoofd. .Madame X"...'. Dat kwam in orde. Bij nader Inzien stond zij dubbel bij hem in 1 krijt. Ze zou beginnen met hem de negen en negentig pond netjes uit te tellen afspraak bjpef afspraak. Dan mocht ze mis schien van een afstand den brief eens bekijken, maar tn haar vingers kreeg zij hem niet! Dat was punt één. En nu Cullingwood als zeker mocht aannemen, dat zij en Oakton met de brieven vuil spel wilden spelen op kosten van Mrs. Robinson, zou hij bovendien de vilf epistels meepikken, die de advocaat in een veilige haven dacht te hebben binnengeloodst. Er werd géén chantage gepleegd! De* was punt twéé. advocaat ditmaal de actentasch niet bij zich had. Hü knikte; iets anders had hij niet verwacht. Er bestond geen enkele reden om zich te overhaasten; Cullingwood wilde rekening hou den met de mogelijkheid, dat Oakton zich onderweg bedacht en terug zou keeren. Tien minuten verliepen, een kwartier verstreek. De advocaat liet zich niet meer zien. Toen achtte Keith den tijd gekomen om tot actie over te gaan. HU stak de straat over, maar liet den voorkant van 't flatgebouw liggen. De achter zijde leek hem zeer geschikt voor zUn operaties. HU vond daar, wat hu ook steUig verwacht had. te sullen vinden: een ingang voor dienst personeel en leveranciers. Er was niemand te zien. Rustig klom hü naar boven, tot hU bü appartement 48 kwam. Een halve minuut wachtte hu nog, toen klopte hU. ZUn geduld werd slecnts even op de proef gesteld en’Cullingwood keek opnieuw in de Iluweellg-zachte oocen van de roodharige „Madame X" nu niet langer „Madame X" voor hem, doch Mrs. Kay Whar rie. Niet zoodra echter had zü bemerkt wie de bezoeker was. of de milde glans verdween, om plaats te maken voor een harde, vijandige uit drukking. ,4Ü!” stootte zU uit. „Een verrassing, niet?” glimlachte Keith, ter wijl hU haar 't vertrek in schoof en vervolgens de deur sloot. De kamer legde een gunstig getuigenis af van Mrs. Wherries smaak; de Inrichting was ge distingeerd, harmonisch van kleur, warm van toon. Doch daar kon Cullingwood zich nu niet Nelly spoedde zich naar de tram, waar ze hoopte nog een plaatsje te vinden. Ze was zeer moe. Den heelen dag had het druk geloopen in den winkel, hetgeen trouwens altUd het ge val was, en ze had dus nooit eens U)d om wat te rusten, Het ritje in de tram naar huls was haar dan ook een ware verlichting, maar ze wist bU ondervinding dat de plaatsen, als er enkelen keer gebeurde in dat spitsuur, als men soms nog één of twee vrü waren, hetgeen een stelling in oorlogstUd veroverd moesten worden. Dit werd wel niet gedaan met een wapen in de vuist, maar ging soms toch wel gepaard met éen duwtje of een elleboogstoot. Nelly had geen geluk Ze moest op twee pun ten de straat oversteken en juist werd haar de weg versperd door een paar auto's. Elke seconde vertraging was veel verloren en ze kon er haar tram door missen Ze rende naar de halte. De tram stond al stil Ze kon zich nog juist tusschen de passagiers op het platform doordringen, maar helaas: de plaatsen waren bezet en de meeste tussen al ingenomen. Met een teleurgesteld gezicht wendde ze zich om. Toen voelde ze een Ukje op haar schouder en een jongeman bood haar zUn plaats aan. „Dank u zeer," zei Nelly vriendelUk. en met een zuchtje van voldaanheid Het ze zich op de bank vallen. Was dat even geluk hebben! De meeste jongelui trokken er zich niets van aan, dat een meisje moest staan. Nu ze zat. voelde se nog meer, hoe moe ze was. Maar heerlijk nu wat te kunnen rusten, want ze moest, als de tram het eindpunt genaderd was. nog een kwar tier loopen En terwijl ze zoo stilletjes zat te genieten, keek ze nu en dan op naar den Jongeman, die door middel van de lus trachtte zijn evenwlèht te bewaren. HIJ was nu JulsUhet type van wlen ze veel zou kunnen houden: vriéndelijk, geen fat. zag er zelfs zeer sportief uit en als een echte heer. Maarzou hü haar, ze was niet knap en slechts een winkelmeisje, kunnen be minnen? Zoon heer toch zeker niet. Dit bestond alleen in romans en zag Je op een film, maar in werkelijkheid zelden. Ondanks haar veronderstelling, droomde Nel ly de mooiste droomen in verband met den vrtendelüken Jongeman. En toen deze de tram verliet, keek ze hem na. zoolang ze hiertoe in de gelegenheid was. Nelly had nu nog één verlangen: hem terug te zien. Dit bleet in haar denken als een niet te weren gedachte, zoo zelfs dat zij den dag na de ontmoeting menige fout in den winkel be ging door erwten voor boonen te verkoopen, krenten voor rozijnen en een pond koffie liet vallen, zoodat de zak scheurde en de inhoud over den vloer verspreid werd. Dien dag kreeg Nelly menige terechtwijzing van haar patroon en werd ze bedreigd met ontslag, Indien ze niet Londen zich naar schouwburg, opera of concert zaal, muslchall of bioscoop. 't Duurde eenigen tijd, vóór Cullingwood op •en vrjje taxi beslag kon leggen. Voor zoover 1 noodig was, nam hij den chauffeur in ver trouwen, en kroop in den wagen. Van financieel oogpunt uit was *t een geweldig waagstuk, dat hij ging ondernemen, want de kosten zouden een geduchte bres in zjjn reeds zeer wankel budget slaan. Kr sat evenwel niet anders op: was een gokje van alles ot niets. Ongeveer een kwartier was verloopen, toen Keith advocaat Oakton haastig uit zijn kantoor zag komen, een actentasch onder den arm. Hü ham eveneens een taxi, verdween in 't vehikel Cullingwood boog zich naar voor en klopte tegen voorruit. bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Of) «m ongeval mot KJ QtA verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen F ÓJVfo™ doodelüken afloop F £t^JXJe* Het klassieke openluchttheater. Het Grieksche theater te Epidauras 425—400 v. Chr., dat plm. 16.000 zitplaatsen had. Het amphitheater omsluit meer dan de helft van de cirkelvormige orchestra. De scène is los van het amphitheater. De ruimte tusschen beide in werd gebruikt voor de opkomsten van het koor bruikbaarheid liefst aangelegd in een ge bonden natuur, een voorkeur, die ons aan vechtbaar voorkomt; „ten tweede aan openluchttheaters voor groote spelen met een zoo neutraal mogelijk speelvlak en omgeving, onder den rook van steden, waardoor zij tevens geschikter worden voor een normale exploitatie, maar die tevens den weg zouden effenen tot tooneelgebeur- tenissen van grooter formaat, waaraan eenerzljds wel degelijk behoefte is, waartoe anderzijds, óók in dezen tijd, wel degelijk ongebruikte mogelijkheden en aanleidin gen bestaan.*' Deze omschrijving munt meer uit door lengte dan door preciesheid. Practisch zal dit toch neer komen op een openluchttheater, dat van de natuur ge abstraheerd is, maar dat overigens voor het overgroote deel, gebruikt zal worden vpor al die soorten; van tooneel, welke in het natuurtheater op hun plaats xijn. beter haar werk verrichtte. Nog-meer dan anders jachtte ze zich naar de tramhalte, zich af vragend: Zal hü er zün? Ja. hü was er. En weer stond hü zün plaats aan haar af. Nelly's hart beefde van geluk. Ook de andere avonden trof zü hem aan en steeds sprong hü op. zoodra hü haar zag. of hü wel uitsluitend voor haar dat plaatsje bewaarde. Dit duurde zoo al de heele week. Nu, glim lachte hü ook. als zü in de tram kwam. Zü glimlachte eveneens en kreeg een kleur. De week daarop begon hü een praatje. Zoo over het weer, meer niet. Hevig blozend en met een geweldig kloppend hart luisterde Nelly naar hem. De reizigers, meestal dezelfde op dat drukke uur. sloegen de twee jonge menschen gade en voorspelden zichzelf, dat die .kennismaking tot een huwelijk zou groeien Deze hoop werd door Nelly meer en meer ge koesterd. Hü nam ook zün hoed voor haar af, als hü de tram verliet. Nelly voelde zich overgelukkig en In haar blü- de stemming gaf ze den kinderen, die boodschappen kwamen doen, in plaats van één zuurtje of één toffee, zooals be volen was. twee, hetgeen haar weer Nelly had zich Het is een nieuw symptoom van de toe nemende belangstelling voor het open- luchttooneel, dat het tijdschrift „De 8 en Opbouw” zijn laatste nummer geheel en al gewijd heeft aan het openluchttheater, minder om het te beschouwen van de archltectonisch-aesthetische, dan wel van de tooneel-technische zijde. Men vindt er een keur-van illustraties in, alsmede plat tegronden, die het openluchttheater in de verschillende gedaanten, waarin het zich van de oudheid af tot heden toe heeft voorgedaan, in beeld brengen. De artikelen In dit nummer werden geschreven door Koen Limperg, D. C. v. d. Poel en Abraham v. d. Vies, welke laatste het nummer opent met een beschouwing, waarin hij na een kort historisch overzicht gegeven te heb ben zich bezig houdt met de hedendaag- sche openluchttheaters in het Amsterdam- sche Boschplan, waarbij hij van advies diénde, ampel toe te lichten. Koen Llm- perg beperkt zich tot technische bouwaan- wü zingen. „DéAr gaat de baas, om wien 't me te doen Isl” lichtte hü zün chauffeur in. „Verlies dep. wagen niet uit t oog en je kunt rekenen op een dubbele fooi 1 „Dat komt in orde, meneer I" grünsde de be stuurder. „Zulke gevalletjes heb "k méér aan de hand gehad!” De man deed wat v^n hem verlangd werd. Achteraf gevoelde Cullingwood een beetje spüt over zün royaliteit, want Oakton had 't den chauffeur niet gemakkelüker kunnen maken, 't Was blükbaar geen oogenblik in den advo caat opgekomen, dat iemand er belang bü kon hebben, hem te schaduwen, want hü volgde de kortste route naar de plaats van bestemming een van de vele flatgebouwen, welke den laat- sten tüd aan den rand van de city verrezen waren. Zoodra de advocaat zün chauffeur had afgedankt, deed Keith t zelfde. Een portiek aan de overzüde bewees hem uitstekende dien sten. Hü zag Oakton een knop boven een naam plaatje indrukken, de deur werd geopend en gebouw verzwolg hem. Cullingwood wachtte een poosje. Toen stak hü de straat over en wüdde zün volle aandacht aan de naamplaatjes van 't flatgebouw. Hü was er zoo goed als zeker van, dat Oakton gedrukt had op den belknop boven een plaatje uit de hoogste rü, t derde van links. Een onderzoek wees uit, dat 't de bel was van appartement 48, bewoond door Mrs. Kay Wharrie. De naam zei hem niets en t behoefde ook niet; t was de naam van een vrouw dit schonk Culling wood voldoende Hü wist nu. t goede spoor gevolgd te hebben. Kdth verdween opnieuw in mis gaan, die om half elf begint en om twaalf uur eindigt, doen ze niet gauw ,4e bent Je heelen Zondag kwijt” luidt de geükte term. Interessant Is daarom het resultaat van een poging, in een onzer parochies gedaan om. door rekening te houden met de hierboven gememo reerde moeilijkheden, het bezoek aan de Hoog mis te verbeteren. De Hoogmis werd gesteld op kwart voor negen. Negen uur en half negen knmers zün de tüden dat de H.H. Missen het arukst bezocht werden. Alles wat overbodig Is om af te lesen blüft weg. Geen intenties, geen doodenlüsten enz enz. Alleen de ..roepen” en degenen die de laatste H Sacramenten hebben ontvangen en die ge storven zün. Al het overige wordt vermeld in het pa rochieblad en bovendien staat het ouidelük ach ter tn de kerk te lezen. Verder Cs er algeheele medewerking van het zangkoor. Er wordt niet getreuzeld, de zangers staan klaar om hun taak direct aan te vangen als hun beurt daar is. Geen zoeken van boeken, of eerst enkele mi nuten laten verloren gaan met Mjn plaats als kerkzanger weer op te zoeken. De zang is gedeeltelijk meerstemmig en ge- deeltelük volkszang? De resultaten? Het bezoek van de Hoogmis is met honderd pCt. gestegen en de late H. Mis van elf uur zag het aantal bezoekers hetzelfde blüven. De cüfers van plaatsengelden laten daaromtrent geen twüfel. Ze wezen verder ook nog uit dat het totaal oer kerkgangers op Zondag steeg. Het aantal H. Communies steeg eveneens. De parochianen zün er zeer mee Ingenomen. .Je kunt te Communie gaan, je woont de Hoogmis bü en Je hebt in den morgen nog wat aan Je kinderen.” Zoo iets geeft wel te denken. Worden de loven die bü sommige gelegen heden worden gehouden hetzü ter eere van Sint Josef (seven Woensdagen), ter eere van het H. Hart (negen eerste Vrijdagen) of ter ge legenheid van Ujoensmedltaties ook niet op een tüd gezet die rekening houdt met de eischen der maatschappü en gezin en laat men deze niet beginnen als zaken en fabrieken en ateliers gesloten zyn. of als in het gesin het eten af- geloopen S. om kwart over acht of half negen? Waarom dat niet toegepast op de Hoogmis? Onze menschen willen meedoen en meeleven, dat bewüst hier en daar de ervaring oer z.g. Zangmis. Laten we hun tegemoet komen en rekening houden met behoorlüke eischen en hun een Hoogmis geven die ze niet doet verlangen naar het surrogaat van een geïmporteerde gewoonte. Het Grieksche theater was zuiver een utiliteitsbouwsel. Het tooneel was een al- gëmeene zaak, die het heele volk ter harte ging. Het leefde immers rondom het altaar, dat in het midden stond van de orchestra, de plaats waar het koor optrad. Men moest de massa's samen brengen op een bepaalde plaats, die tienduizenden kon herbergen. Aan overdekking viel niet te denken. Ook de Romeinen hebben dat niet gedaan. Pas de renaissance heeft de ontwikkeling naar het overdekte theater, op den klassieken grondvorm, aan de ordg gesteld en afge sloten. Maar tevens is het tooneel dan niet meer een sacrale cultus, die het heele volk raakt, maar een kunst van een zich gaan deweg scherper afscheidende elite. De schouwburg wordt veel kleiner, maar ook de dimensies van het tooneel, van de too- neelspeelkunst, nemen af. In het open luchttheater der oudheid heeft voor de monumentale, voor de eeuwen gebouwde fassade op de skene het super-mensche- lijke tooneel geleefd. Het ging in dat thea ter evenmin om de openlucht als om de natuur; het ging om de levensgroote mo numentaliteit van de kunstmatige omge ving, die in alles de verheven cultuur adem de, waarin het tooneel van die eeuwen leven moest. Dat vergeet v. d. Vies te veel, als hij zegt, dslt voor het „groote” open luchttheater de openlucht wezenlijker is dan de natuur. Geen van beide zijn we- aenlijk. Het renaissance-tooneel heeft dat goed begrepen. Het greep terug naar het klassieke tooneel, maar het keerde niet terug onder den blooten hemel, maar wel van de Londenaars zaten nu diner, thuis of in een der restaurants. De straten waren stil, bijna uitgestorven. Doch lang zou 't niet duren, of ze werden weer gevuld. Dan begaf ulgaand In ,J9t. Bavo" lazen wü onderstaande be schouwing over de Zangmis. waarbij een ver standige raad wordt gegeven, die wellicht aan vele bezwaren tegemoet kan komen: Het in het woord „Zangmis” ge teek end Ver- schünsel staat of raakt in het branopunt der belangstelling Gelukkig, er blükt Immers uit dat er wissel werking is en meeleven. Alles is beter dan doodende rust en geestelüke onverschilligheid. In hoeverre deze* Duitsche manier van doen voor ons geschikt Is’ zou slechts een meer lang durige praktük kunnen ultfnaken. Zulke zangvogelnaturen zün wü Hollanders nfet. En of deze manier van H. Mis büwouen in staat zal zün om de aaAiacht gespannen te houden en de geloovlgen meer mee te laten le ven met het offer aan het altaar is een vraag bü welker beantwoording men wel rekening zal mogen houden met het feit van gebrek aan behoorlüken tekst en muziek en bovendien dat ook dat repertoire spoeofg niet .jileuw'- meer zal zün en daarmee dan weer een groote factor om de aandacht te trekken aal worden uftge- schakelo. In verband met het hier en daar invoeren van deze z.g. Zangmis heeft men ook gesproken van ae Hoogmis. Men wil daaraan geen afbreuk doen en ver klaart ook dat het bezoek en het büwonen der Hoogmis niet vermindert. Door dft alles wordt de aandacht weer eens gericht op de Hoogmis. We mogen zonder overdrijving zeggen dat in ons Bisdom heel wat gedaan wordt voor den volkszang die tn de Hoogmis wel het eerst zün toepassing behoort te vinden. Ondanks de reeds talrük gegeven „Mtsweken” klaagt men toch vrü veel over het gering aantal bezoekers van de Hoogmis. Een verschijnsel dat zich duidelüker accen tueert in de steden dan In de dorpen, omdat daar dikwijls op Zondag maar twee H. Missen zün en het bezoek dan wel gelükelük veideeld moet woroen over deze twee H. Diensten. Misschien zouden we naar aanleiding van een en ander het volgende mogen opmerken. Kort en keurig zün begrippen die best samen kunnen gaan. Dan zal men gezien de veelvuldige H. Com munie ook kunnen begrijpen, dat dikwüls het aanvangsuur van half elf en tien uur wel wat laat is. Ten slotte: onze menschen willen graag van hun Zondag gebruik maken en naar de Hoog- s I de noodige standjes beznrgde. voorgenomen hem op een avond*te volgen, teneinde hem onder vier oogen eens dank te kunnen zeggen voor zün vriende- lükheld. Dit gebeurde. Hü verliet de tram, zü stapte na hem uit. De reizigers glimlachten en knipoogden nu tot elkaar, als hadden zü elkanders gedachten over belden geraden. Toen hü zag. dat Nelly eveneens uitstapte, was hü haar daarbü galant behulpzaam. Toen stak Nelly met een hoogroode kleur en stotterend de speech af. die ze ingestudeerd had. Jan Barendsen glimlachte en zei: „Daar is geen dank voor noodig. juffrouw. Ik ben pad vinder geweest, ziet u, en het zit er bü mü nog altüd In te trachten eiken dag een goed» daad te verrichten en dit zal er ook wel nooit uit gaan. Maar.... maar....” Jan kuchte, ,4k had u al eerder willen vragen, maar .met al die men schen in de tramZou Je mü bet genoegen willen doen in gindsche lunchroom iets met mü te gaan gebruiken?” Het gevolg van deze' geschiedenis? De menschen In de tram missen beiden voortaan en weten niet, dat Nelly en Jan een latere nemen, omdat er dan voor belden allicht plaatsen zün en wel zoo. dat zü dicht naast elkaar gezeten den rit kunnen maken. te lang mee bezig houden; de bewoonster ver- elschte zün volle aandacht. Hü zag den blos op haar wangen komen en gaan. Een gevaarlük licht straalde uit haar oogen; zü leken nu groen als van een kwaadaardige, in 't nauw ge dreven kat. Geen enkele van haar bewegingen ontging hem. Daardoor kon hü de vrouw bü een arm grijpen, vóór zü de gelegenheid gekregen had. haar revolver uit de tafellade te voor schijn te halen. Zün greep was forsch en een uitroep van Pün ontsnapte haar. Hü kende echter geen pardon en duwde de vrouw on zacht in eer. fauteuil. Toen deed hü, wat héAr mislukt was: hü pakte de revolver, bekeek *t wapen en liet t in zün broekzak verdwünen. „Tt Zal nooit meer mün haar laten knippen, als dat niet dezelfde revolver is. die gisteravond knuppel-ult-den-zak op mün achterhoofd speelde." zei hü monter. Daarom bewaar ik t ding, "k Bewaar altüd dingen, waaraan een prettige herinnering voor me verbonden is.” ,Hruut!” siste zü tusschen de tanden. .Mon ster!” Hü lachte vrlendelük tegen haar. „De meeste menschen vinden, dat 'k een vrü knappe jongen ben. "t Spüt me. dat JU hun smaak niet deelt. En nu, beste Kay, gaan we verder, waar we gisteravond zün blüven steken. Kom maar eens over de brug met de resteerende negen en negentig pond!" „■fc Heb zelf nog geen penny gekregen!” ant- Zün plan stond vast. Zoodra Oakton visite bü Mrs. Kay Wharrie had afgesproken, volgde prompt daarop die van hem. Keith lachte grimmig. Neen, ditmaal liet hü zich waarachtig de kaas niet van zün boterham eten! Hü zou. integendeel, de kaas van anderen bovenop de züne leggen! Oakton had, zooge naamd als gevolmachtigde van Mrs. Robinson, hem voor den eenen brief duizend pond gebo- en zou daarbü wel gezorgd hebben, er óók nog een slordige grüpstuiver aan te verdienen. Dit nummer van 't feestprogramma ging alvast niet door! De vruchten hingen toe vallig aan de andere zijde van de schutting en déér zou geplukt worden! 1 Was een uitge maakte zaak voor Cullingwood. dat Mrs Robin son een belangrijk bedrag wilde betalen aan dengene, die haar de ongelukkige brieven terug bezorgde. Welnu; dat zou Eric Carhne niet doen, dat zou advocaat Oakton niet doen, dat zou Mrs. Kay Wharrie evenmin doen! Dat was voor hem, Keith Cullingwood, weggelegd! Hü wilde zich graag tevreden stellen met een beloo ning in 't fatsoenlijke. Mrs. Robinson zou zich niet krenterig betoonen De voorteekenen be drogen niet: dit we»d een winstgevende, een zeer winstgevende avond voor hem! Cullingwood's gedachtengang werd onder broken. doordat de advocaat weer verscheen. Oakton keek rechts en links, of er een taxi te ontdekken was. Toen hü er geen zag, stapte hü haastig voort in de rlohting van Covent Garden Market; buna omniddellük had de duisternis hem opgcncm^i. In de gauwigheid wm t Keith gelukt, te constateeren, dat de De voonAamste fout nu, die zoowel v. d. Vies al» D/'GkjLjjd. Poel maken, Is, dat zij van twee wallen willen eten en de belde soorten van theaters willen vereenlgen. Weliswaar erkent d. Vies, dat er wellicht behoefte is aan twee soorten, nJ. het na tuur- of tuintheater, om der wille van hun

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 15