Het drama te Koedijk NATIONALE PAASCHLOTERU 1939 De luchtroovers van Hoitika SCHUDT UW LEVER WAKKER VICKS HOESTBONBONS verdere behandeling VOOR DE RECHTBANK .Gevaarlijke Mist! cheepsrecht ZONDAG 20 MAART jratis uHdeeling van lotfcaarten aan alle RJC Kerken In Nederland WOENSDAG 15 MAART 1939 Levenslang geëischt •riMMd h jMti ^ITSEMA STOFZUIGERS^ r >- N> »- Het slipt poor rrt verloren Laai geen =s rt Verhoor van verdachte Pleidooi en met de De avondzitting weerspreekt dat ze met dezen gearmd In een roes zijn ge- r- De officier aan het woord ge- De offjcier. mr. O. gaf ta Behagen. Het meisje De uitspraak werd bepaald op 28 Maart aa. VI br*At Of* 4oor Percy King i« xm e. trok zjjn stoel dichter by het (Wordt vervolgd) K bU er et „U wilt zeker wel eene opsteken V zei de bestuurder en tastte naar zyn zak „Nou, waar heb Ik mijn sigarettenkoker? KUk Jocko eens! Die zit toilet te maken! Jocko bekeek zich telkens in iets glimmend». „Wel nog aan toe, daar heeft dat beest mijn koker uit mijn zak gehaald! Geef op, aap van een zakkenroller er, m. en tin ter sl iet in rn. iur van zijn prlvé-kantoor geklopt werd, arde Mr. Hulbert de twee bezoekers om dat hul» te ver- assistentie, van wie Goedgekeurd by Mln. Besluit van 3 Februari IMO no, IMto TEN BATE VAN HET KATHOLIEK COMTTé VAN ACTIE „VOOR GOD’r o. el m li fe it- en ild de ni en to en u» L rd, up dt 13 de tn- it m re tx. an ir- ti- ur- 4. re. n, e- :ke ■A iet o; 51- pr. en de en rd. dt de en to ht sn. tn de el» BT- it- if- »r en !r- er laI I Door verschillende getuigen werden bezwarende ver klaringen af gelegd Reeds maanden tevoren waas er over gespro ken tusschen hem en het meisje. Het is vreeseljjk, wat B. heeft gedaan, voor al ten opzichte van zijn onschuldige kinderen. Opvallend Is de zekere mate van onverschillig heid. welke beklaagde steeds heeft ten tooq ge steld. en anderen hielden hem tegen, daar zy vreesden, dat B. zou verdrinken. Oet. A. Visser, arbeider te Koedijk, had met jetulge Stejjn de vrouw en drie kinderen uit den auto gehaald. De weg was glad. Oet. KI. Mol. eveneens te Koedijk, legt gelijk luidende verklaringen af. In X nadeel van B. Is ook. dat hij zijn verhouding met X meisje D. niet be ëindigde en sprak van een mislukking. Spr. neemt als vaststaand aan. dat bekl. met op- het water Is ingereden om zich van zijn ge zin te ontdoen en ook neemt hjj aan, dat er voorbedachte rade is geweest. ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN ea O suit morgens „kiplekker” alt bed springen. lederen dag moet O» lever minstens een liter gal In Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende la verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt 0 opgeblazen. U raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, vwelt U ellendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. D moet CARTER S LEVERPILLETJKS nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en zult weer geheel fit syn. Onachadeltjk. plantaardig, zacht, on overtroffen om de gal te doen stroomen. Elscht Carters Leverpllletjes by apothekers en drogisten. L U.75. zocht er niets bijzonders achter, totaal niets. Evenmin had zich iets voorgedaan, aqyjfuit Jl. zou hebben kunnen aflelden, dat rifflh cliëntel wat op haar hart had Althans niet gedurende mijn bezoek „Wat dus zeggen wil,” opperde Culingwood. „dat u dien Indruk later wél kreeg." ,Ja Ja, zoo is 1. Misschien heb ik 1 In mijn voorstelling erger gemaakt dan achteraf X ge val zal blijken te zijn, 'k Hoop dat tenminste Ziet u, toen k“ naar Chancery Lane terugreed, schoot X mij in gedachten, dat mijn cliënte mij by X afscheid eigenlijk een vreemdsoortig ver zoek gedaan had ZIJ drong er namelijk op aan, dat ik, aoodra 'k weer op kantoor wis, een zeker stuk nauwgezet zou contröleeren, om mij er van te vergewissen, of X wel volkomen In orde was. X Verzoek frappeerde me bij nadere over weging des te meer, omdat X door haar be doelde stuk juist X onbeduidendste was van alle documenten, die ik had moeten meebrengen. Maar op mijn kantoor werd me duidelijk, wat achter haar eigenaardig verzoek stak. Zij had namelijk tusschen den omslag van dat stuk een boodschap voor me Ingesloten. Hoe ze X voor elkaar gekregen heeft, is me nóg een raadsel. X Moet heel vlug en handig gedaan zijn, want haar voogd had er niet X minste van gemerkt en ik ook niet, "k Heb de boodschap van de jonge dame hier.” getuide met het verhaal en Getuige zag in deze bekentenis een bevestiging van de geruchten, welke hem reeds ter oore waren gekomen. Getuige heeft het meisje de irljheid gevraagd naar de politie te mogen gaan, welke vrijheid ze hem gaf. Toch ging hy niet naar de politie, maar raadpleegde pater dr Hart, die zei, dat hy in geweten niet verplicht was zich tot de politie te wenden. Getuige wachtte dan ook, doch na nog anderen geraadpleegd te hebben en te hebben gemerkt, dat B. het meisje □let los liet, heeft hy aangifte gedaan Getuige wordt door mr. de Groot en den pre sident aan den tand gevoeld over zyn verhou ding tot het meisje en over zyn vrotger leven. Mr. de Groot begrypt niet, dat K. het meisje met ontslag dwong tot de bekentenis. Werd ge tuige niet door Jaloezie gedreven tot inmenging in deze zaak? Getuige weigert daarop te antwoorden. Het meisje D„ dat inmiddels wat gekal meerd is, wordt opnieuw voorgeroepen. Ze ■egt, dat B. haar had aangekondlgd, zyn gezin in het N.H. Kanaal te zullen rijden. Dat was in September 1837. Verdachte ontkent. Wegens poging tot moord op de vroww en moord op de drie kinderen, etechte spr„ die zich ■eer van het moeilijke der zaak bewust Is en ook van zjjn verantwoordelijkheid, tegen B. le venslange gevangenisstraf. Keith stak X meisje beide handen toe en trok overeind. „Allright. Margaret!” zei hy met eeo stralenden blik. „We gaan er samen als “mpagnons op uit. En dat compagnonschap •tiden we in met een piekfijne lunch by Slmp- *■1 aan de Strand!” WEL NAGEBOOTST NIET GEëVENAABD BtlM IS.MS GCI.DEN AAN PRIJZEN 1? HOOFDPkWÏZN MM ANDERE PRIJZEN TREKKING REEDS M APRIL kaart vendien staat ze niet alleen In haar verkla- ilngen. Pater de Hart, die in de zaak werd ge mengd, zegt van B. zelf te hebben vernomen, dat deze Wel eens het plan heeft gehad zijn vrouw te vermoorden. Het is spr. een raadsel, hoe B. den priester vryheld van spreken gaf, terwyi dat spreken in zyn nadeel uitviel. Zou B. Juist op 2 Januari niets van plan zijn geweest? Hoewel het heel tegennatuuriyk is, moet B. ook den opzet hebben gehad zich van zyn kinderen te ontdoende feiten wyzen er op Fetteiyk heeft B tegenover twee men- seben een buitengerechteiyke bekentenis af gelegd. Dat B. met zyn auto door slippen m het water terecht is gekomen, is ook niet aan vaardbaar. Van slippen is niets gebleken en was hy geslipt, dan zou hy bij den wegberm, by zoo n kalmen gang als hy had. weer in den Julsten koers zyn gekomen. Het was niet noo dlg om in het water te rijden. Wat B. er van vertelt Is absoluut onaanne- meiyk. Waarom spreekt hy dan zoo? Om zich er uit te praten of omdat hy zich het niet meer herinneren kan en, een relaas moetende geven, een zoo gunstig mogelyke reconstructie geeft van het gebeuren. „Eh een van mijn cliënten." gaf de notaris aarzelend toe. „Juist. En zyn verlangen was X, dat u zich met my in verbinding stelde, nietwaar?” Hulbert zag geen kans, de vraag te negeeren Hy knikte. „"k Vind uw manier, om de belangen van cliënten te behartigen, zacht uitgedrukt, vry zonderling," zei Cullingwood stroef. „Enfin, dat is myn zaak niet.” Hy raadpleegde zyn horloge. „Kort en bondig, Mr. Hulbert wilt u my X geval voorleggen? X Moet Ja of neen zyn!” De notaris kuchte achter zyn hand, plantte zyn lorgnet, waarmee hy afgetrokken tegen een foliant had zitten kloppen, weer op den neus. Hy keek van Keith naar Margaret, van Marga ret opnieuw naar Keith. X Werd een pauze van minuten. „Laten we eh Mr Townley, een geval veronderstellen.” begon Hulbert elndeiyk. „U zou my daar uw opinie over kunnen geven, ’k Ga van de gedachte uit, dat een Jonge dame een naam doet niet ter zake die meerder jarig is en in X volle bezit van haar geestelyke vermogens, in een huls als X ware gevangen gehouden wordt. Zoudt u let wel, X Is een verondersteld geval "dan op u willen nemen, haar behulpaaam te zyn, c laten? "k Bedoel zonder ook?” Cullingwood was geïnteresseerd géwordén U zult wat verder dienen te gaan. Mr. Hulbert. Een dergelyke hypothese heeft voor my geenerlel zin, als u niet zegt, om welke reden de jonge dame van haar vryheld beroofd wordt; wie Het meisje heeft een gesprek tusschen belden verkeerd begrepen. Gezegd heeft hy: ..Als J» geen geloof had, zou Je wat kunnen doen, maar ik kan zooiets niet.” Getuige verklaart dan, dat B. een paar dagen van te voren haar had ge zegd, „dat het op 2 Januari zou gebeuren.” Verdachte: Dat kan ik niet gezegd hebben! Ter sprake komt dan weer de machtiging, welke B. in het ziekenhuis haar schriftelyk zou hebben gegeven. Volgens getuige heeft de ver pleegster toen pen en inkt verschaft om te kunnen schryven. President: De zuster weet daar niets van. Getuige zegt tijdens het verdere verhoor, dat B. haar had verteld als voorwendsel voor het ongeluk het uitwyken voor e^n hond te zullen gebruiken. Mr. de Groot: Hoe kwam zy er by om met het briefje van den steun naar het ziekenhuis te gaan om van hem een machtiging te krijgen? Getuige: De ambtenaar van de gemeente secretarie was er mee by my gekomen, want alle boodschappen gingen over my. B.'s vrouw lag ook in het ziekenhuis. Getuige mocht gaan zitten en haar plaats voor het getulgenhekje werd ingenomen door pater A. de Hart uit Nieuwe Nledorp. Verdachte had met hem een onderhoud ge had. B. heeft ultdrukkelyk verlangd, dat ge tuige zou spreken, wat deze als priester van zichzelf krachtens het ambtsgeheim niet mag Alleen de machtiging van B. doet getuige spre- --v-ken. r g^yordt om te .brat getuige zei toen tegen K.. dat dev” nam de politie moest gaan, doch moest wachten, tot getuige eerst B. had gesproken. B. maakte op my, aldus pater de Hart, een betrouwbaren In druk. B. erkende toen wel eens san het uit den weg ruimen van zyn vrouw te hebben gedacht, doch dat voornemen ook weer te hebben ver worpen. Op 2 Januari heeft B. niet het plan gehad zyn vrouw te dooden. Ook ontkende B ten stelligste met opzet in het water te zyn ge reden. Getuige heeft K daarop by zich geroepen en dezen gezegd, dat hy moest zwijgen, omdat nleU vast stond. Verdachte: Ik heb nooit den wensch tot doo den gehad. De pater vergist Hch. De officier: Kunt u ook zeggen, wat juffrouw D. u verteld heeft? Pater de Hart: Ik moet my beroepen op myn ambtsgeheim. De officier: Misschien wil juffrouw D. u de vrijheid tot spreken geven? Getuige D gaf haar toestemming, dat de pater zou spreken, doch deze weigerde perti nent. Officier: Dan zal ik de juffrouw zelf moeten vragen. Tot Juffr. D.: Hebt u den pater verteld, dat B. wel eens opwellingen tot dooden had? Getuige: Nee, dat heb ik niet verteld. Pater de Hart handhaaft, dat B het zelf ver teld heeft Verdachte ontkent met nadruk Na een eindeloos dispuut met de auto-des- kundlgen wordt nogmaals dr. Hoeneveld. ze nuwarts, gehoord. B. moet in psychlatrischen zin volkomen toe rekenbaar worden geacht. Hy is zeer impulsief, zyn groardheid kan leiden tot zware delicten. Verdachte te niet in staat zich lang alles te herinneren en daarom vult hy. hetgeen in zijn memorie ontbreekt, onbewust met verdichtsels aan. De zitting wordt geschorst tot 8 uur. Ze staken nu allemaal een sigaret op, in afwachting van het maal en niemand lette op Piet, die zich ineens bedacht, dat hy ook nog twee sigaretten in zyn zak had en stilletjes de lucifers naar zich toe wist te halen De heeren hadden het zoo druk met vragen en antwoorden, dat hy er een opgestoken had, eer ze er erg in hadden. Hy trachtte net zoo te dampen als rij deden. degenen zyn, die haar met geweld vasthouden; wat voor soort hute als hafer gevangenis dient.” „Dat spreekt! Dat spreekt!” Hulbert's hoofd balanceerde op den schrikbarend dunnen hals „En dan nóg een belangrijke vraag: waarom wordt In een dergelyk geval de tusschenkomst van een particulier detectivebureau Ingeroepen? Waarom niet die van Scotland Yard?" „Scotland Yard moet er buiten biyven. Absoluut. Dat te een conditio sine qua ^lon,” verzekerde de notaris haastig. „Ook nog dAn, wanneer ik er in geslaagd zou zyn, de jonge dame te bevryden?” Keith zag Hulbert onderzoekend aan. „Kyk eens hier, waarde heer, 'k Moet noodzakeiyk over méér gegevens beschikken, 'k Voel er niemendal voor, de kastanjes voor een ander uit X vuur te halen en daarby zelf de vingers te branden, doordat ik achteraf de politie op myn dak kryg. Eén keer heb 'k met dat byltje gehakt en X te precies genoeg voor myn heele verdere leven geweest. Uw firma heeft de reputatie van solidi teit; k heb tenminste nooit anders gehoord Speel daarom open kaart. Mr. Hulbert. Wie is de bewuste Jonge dame? Wie houdt haar tegen haar wil vast? Waarttn haalt u de Justitie er niet in, als u op de politie niet gesteld bent? Hief hebt u een serie vragen met groote be langstelling zie 'k uw antwoord tegemoet!” De notaris cylinderbureau ..'k Wil openhartig met u praten Mr. Townley U kunt alle byzonderheden van me krUgen, behalve den naam van onze cliënte en da plaats, waar ze vertoeft, tegen haar wil, zooals ze zegt tenzij zo werkelijk uw bijstand k Bescherm Uw keel indit venijnige a weer door geregeld gebruik van (te medicinale 1*5(7 om harentwille het auto-ongeluk met opaet zou hebben veroorzaakt. B. had autorijden geleerd om zyn vrouw In het water te ryden. Josuah Hulbert was als de honderden folianten in zyn bureau - droog, perkament- *chtlg Daarby ongelooflyk lang en beangstigend *B*8er. Hy deed zelf open, toen, klokslag twee, Made”- Even i door een lorgnet, die hem halverwege op den “«us stond; hy richtte X woord tot Keith Cul- Ungwood. -Mr Townley....? Kom binnen!" Hy humde. “*n Margaret voornemens bleek, eveneens zyn "““«dom In te steppen. ,Uoe moet dat met de wwe dame? vindt u X noodlg, dat »U by de ■“IXeklngen tegenwoordig te?” Getuige M. G. Aarts, politieagent te Alkmaar, had In een woning op een van de kinderen met goed gevolg kunstmatige ademhaling toegepast Toen ging hy naar een andere woning, waar hy verdachte B. aantrof. Hy hielp mee, verd.’s Jas uittrekken, deze was van boven en aan de mou wen droog. Getuige heeft verd. B. eenige malen hooren roepen: „Wat ben ik toch stom weest"! Verdachte B. ontkent dit. Getuige A. v. d. Kooy. chef-veldwachter te Bergen, die de zaak na het Ongeval direct had onderzocht, verklaart, dat, toen hy ter plaatse kwam, de doktoren Blok en den Hartog al bezig waren met de drenkelingen. De Jas was tot heup hoogte nat. De auto lag vrijwel parallel met den kant, ongeveer 1 Meter van den kant. Het ach terstuk van den auto iets meer naar het midden. Met lampen heeft getuige den weg afge zocht zonder een sllpapoor te vinden. De get.-deskundigen auto-experts worden dan door den president qpdervraagd over de mogeUjkheld, of het sllpspoor ver dwenen kon zyn. zy zeggen, dat dit sllpspoor zóó flauw kan zyn geweest, dat het met lantaarns niet zichtbaar te geweest. Ten huize van B. heeft getuige een machti ging voor steunuitkeering in beslag genomen, door B ten name van mej. D. gezet. Op een vraag van den president zegt verdachte dat hy den weg langs het Kanaal genomen had. omdat hy dezen minder gevaariyk vond dan den weg over den Langendyk. De president was van meenlng. dat hy den weg langs het Kanaal veel gevaariyker achtte. De heer Miltenburen. direeteur van de Zuivel fabriek Wilhelmina te Bergen en patroon van verdachte, acht 'het begrijpeiyk, dat deze een rybewijs had gehaald om “zyn betrekking te houden en den ouden chauffeur van het bedryf te kunnen opvolgen. Na het vet hoor van nog een tweetal getuigen vraagt de president, of de vrouw van verdachte niet had gezegd, maar niet naar hute terug te gaan, vanwege de gladheid. Verdachte zegt, dat daar wel over gesproken was. President: Waarom ging je dan toch? Verdachte: Omdat ik myn gezin liever thuis had. Een vreemde verschynlng in de rechtszaal te die van de rellgieuze-verpleegster, die in het St. Elteabeths-ziekenhute te Alkmaar B. heeft verzorgd. zy zegt, dat B. één keer bezoek heeft gehad van het meisje D. By het onderhoud te nie mand aanwezig geweest. Verdachte: Er staat mij niets van voor, dat het meisje alleen by my te geweest. Wel In het byzyn van myn vrouw. Hem wordt dan een door hem onderteekehde verklaring getoond, waarin hy het meisje mach tigde zyn werkloozensteun te innen. B. zegt, dat de handteekenlng van hem te, maar hy weet zich er niets van te herinneren. Er komt spanning in de zaal, wanneer mej. D. wordt binnen geroepen, zy te een der kroon getuigen. De president wijst haar op den grooten ernst van den eed, dien zy aflegt. Alvorens echter het verhoor van het meisje begint, worden de deuren gesloten. De besloten zitting duurt 20 minuten. Na de heropening heeft getuige het aan den stok met den president, die vindt, dat ze on- rtrataanbaar spreekt, ze huilt- kalmeeren. tenslotte de gang L- Intusschen wordt de voormalige Journalist K. gehoord, bf wien het meisje in Behagen in dienst te geweest en die mede oorzaak te, dat de zaak aan het rollen is gegaan. Op zekeren dag kwam hy er achter, dat het meisje, waarmee hy verkeering had, Iemand op bezoek had. Hy dwong haar te vertellen, wat ze met den bezoeker, dat was B„ besproken had. Ze vertelde toen, dat B. Wat hebt U daarop te zeggen, vraagt de pre sident aan beklaagde. Niets anders, dan dat ik onschuldig ben. Dr heb myn drie bloedjes van kinderen door een ongeluk verloren en door niets anders! „Tc Doe nooit iets bulten mijn secretaresse, Miss Cullingwood,” antwoordde Keith op zake- lyken toon. „Voor ha»r betrouwbaarheid sta k onvoorwaardeiyk in.” De notaris wees den bezoekers stoelen, ging zelf aan een ouderwetsch cylinderbureau zitten, nam zyn lorgnet af en humde opnieuw. de zaak te van dellcaten, zéér delicaten aard." „Dat schreef u. ja.” .^igeniyk—eh—té delicaat. By nader overleg is sterke twyfel in me gerezen, of 'k aan uw bureau wej opdracht verstrekken zalehdat wil zeggen, of 'k er wélk detectivebureau ook mee belast 'k Weet niet, ot van een opdracht sprake kan zyn Neen, werkelijk niet.” .Dat had u eerder moeten bedenken. Mr Hul bert." zei Cullingwood koeltjes. „Voor my be- teekent tyd even goed geld als voor u.” „Natuuriyk. Natuuriyk. Ik—eh—wilde eens persooniyk met u kennis maken. Mr. Townley, ■k Ben bereid, u voor uw tydverliès schadeloos te stellen, dat spreekt." .neemt u me niet kwaiyk, Mr. Hulbert." pro testeerde Keith, „maar 'k ben geen beziens waardigheid. die u tegen zoo-en-zooveel per uur bekyken kunt. U verzocht my een onderhoud om twee uur. U kunt me niet verwyten, dat 'k een seconde over den vastgestelden tyd was. In uw brief werd te kennen gegeven, dat u een aangelegenheid van dellcaten aard wenschte te besprekéh. Wees daarom consequent Mr. Hul bert! Is X een kwestie, die u persoonlijk betreft of gaat ze een van uw cliënten aan?* Verdachte doet dan het verhaal van dien be rusten Zondag, waarop hy met vrouw en klrr- daen in den gehuurden auto familie had be- .ocht Op den terugweg te Koedyk moest hy nitwyken voor een hond, waardoor de wagen van den eenigszlns gladden weg afgleed en het vanaal in reed. Hoe het verder precies ging, weet verd. niet meer. President: De weg daar is onder gewone om- gandigheden al gevaariyk. Kwamen, toen u daar reed niet zekere gedachten op? Verd.: Toen ik daar reed, dacht Ik wel aan de mogelijkheid van een ongeluk. Dat doet men licht. Ik dacht: als my een ongeluk overkomt, k dat een straf vqmn]]R^g^g President: Waar3!^^!^E!^^*^m^> Beklaagde: Omdat Ik een verhouding had bet meisje D. President: Hebt u niets anders gedacht? Verd.: Neen. De president gaat daar weder op in, maar verd. houdt vol 'voor het ongeluk ten opzichte van vrouw en kinderen geen zondige gedachten te hebben gehad. (Deze term komt In de stuk ken voor.) Verd. vertelde verder, dat hy en het meisje tot de conclusie waren gekomen, dat de ver houding niet voort kon duren. Volgens B. had bet meisje gezegd: #,Zoo kan het niet langer, of er moet Iets vreeseiyks gebeuren.” De president: En u zou dan hebben gezegd: JU» ie verdronken of zoo." Het te merkwaardig, dat «niet* later geschied te. Is er tusschen u <n het meisje wel eens over een plan daartoe (esproken? Verd.: Nooit! Pnatdent: U hebt een week van te voren bet meisje gezegd, dat u met vrouw en kinderen op 3 Januari naar de familie zou gaan? w Verd.: Ja. President: XJ had een rijbewijs; hebt n dat niet gehaald, om zekere ptemnen te kunnen uit roeren? Verd.: Absoluut niet. Ik wilde een rijbewijs hebben, om makkeiyker myn betrekking te houden. De president herinnert aan een verklaring, welke verd. voor den rechter-commlssaris heeft sfgelegd: Jk heb nooit ernstig het plan gehad cm mijn vrouw te dooden.” Verd.: Dat te zoo. President: Dat u zei zulks niet „ernstig" van pten te zyn geweest kan beteekenen, dat u er toch wel over gedacht hebt. Verd. ontkent dit heftig. De president acht het onmogelyk dat B., roo ds hy beweerde, zich tydens het ongeluk uit den auto op den walkant kon laten vallen. <Het bovenstaande veratag werd reeds ptaatst in een gedeelte van onze vorige oplage). By de verdere behandeling stelt de president de vraag, waarom B. na het ongeluk de connec tie met het meisje D. aanhield. Verdachte ant woordde daarop, dat het meisje hem niet wilde loslaten. De president constateert, na nog enkele de tails van het ongeluk besproken te hebben, dat verdachte op verschillende punten met zlch- Rlf en met de feiten in stryd te. B. houdt ech ter vol de waarheid te spreken. BU den aanvang der zitting werd B. blnnen- teietd. Hy schynt kalm en geeft rustig antwoord cp de fonneele vragen. D» officier leert de aanklacht voor, waarin B wordt beschuldigd van poging tot moord op up vrouw met voorbedachten rade en Vd moord op drie van zyn kinderen. Besloten wordt eerst de deskundigen te ver- booren. De eerste te de psychiater dr. Hoeneveld, ze- tuwarte te Alkmaar, die verklaart, dat B. toe- rtkenbaar kan worden geacht. Ir H. D. K Zoetelief Norman uit Oosterbeek bevestigd zyn niet voorgelezen rpaport. H. H. Schleurholts Tichelaar, expert te Am- nerdani. doet eveneens zoo! biykt noodlg te hebben.” Mr. Hulbert schraapte de keel en stak van wal ,.Wy behartigen de be langen van een Jonge dame, die ryk is. zeer ryk. Gisteren berichtte ze mij. dat ze naar myn kantoor zou komen, aangezien ze eenige zaken van gewicht te bespreken had. Haar bood schap bereikte me met de eerste post. Een paar uur later telefoneerde haar voogd, dat de Jonge dame In kwestie verhinderd was. aan haar af spraak gevolg te geven; vandaar dat hy my X verzoek moest doen, naar syn huls te komen en er de aangelegenheid te regelen. X Verwon derde my, te vernemen, dat onze cliënte zich in de woning van haar voogd bevond, want X te my niet onbekend, dat die twee niet bijzonder met elkaar harmonieeren. De voogd heeft altyd haar eh wat vrye levensopvatting gelaakt en. eeriyk gezegd, X ongeiyk ligt niet heelemaal aan zijn kant Ben 'k tot zoo ver duidelijk ge weest, Mr. Townley?" „Zeer zeker,” knikte Keith. „U was verwon derd de Jonge dame aan te treffen in X hute van den man. met wien ze niet al te best kan ópschieten." „Precies, k Bezocht haar op X vastgestelde uur. De besprekingen, die we voerden, waren van zuiver zakelyken aard. 'k Legde onze cliënte de stukken voor, waarom zy had ver zocht. verklaarde haar X een en ander, en zy zette haar handteekenlng Daarmee was de aangelegenheid afgehandeld. De voogd had ons onderhoud bygewoond." Notaris Hulbert haalde de schouders op, nam zyn lorgnet van den neus en bracht X ding na een oogenblik weer op zyn plaats. „O«n vojledlg te zyn, Mr. Townley, k f - r zw onfkent, dat er sprake 1» van huwelijks plannen en **n een levensverzekering van 2000welke K. te haren behoeve zou heb ben afgesloten. Mr. de Groot: Als u geen verhouding met K. hebt, waarom liep u dan zooeven met hem gearmd en ging u met hem eten? Getuige geeft tee met K. gegeten te hebben, maar weerspreekt dat ze met dezen gearmd liep. Mr. de Groot: Verschillende personen, waar onder Journalisten, hebben het gezien, myn heer de president; het wordt hoe tenger hoe duideiyker, welk een bijzondere rol K. in deze zaak heeft gespeeld. Ik kom daar misschien nog straks op terug. De offjcier. mr. G. v. d Peen de Lllle, houdt vervolgens zijn requisitoir. De officier herin nert aan het eerste onderzoek naar de oor zaak van het ongeluk, welk onderzoek heel nauwkeurig was, doch niets verdachts oplever de. Het vreesellik ongeluk was haast vergeten, toen de heer K. by spr. kwam, waardoor de zaak aan het rollen kwam. De rechtbank heeft een zware taak, aldus spr.; het gaat hier om het absolute Ja of het even besliste neen. Is B schuldig, dan zal een zware straf moeten volgen. B. heeft in het be gin van het onderzoek veel onwaarheden ver teld en dat wekt geen vertrouwen. Ook thans spreekt B. zich zelf hërhaaldeiyk tegen. Wat het ongeluk betreft: beklaagde zal aan nemelijk moeten maken, dat hy voor een hond je heeft moeten uitwyken. Zijn verhaal over Let ongelyk te vry fantastisch. Het beste te alles wat B. zegt naast zich neer te leggen Door de verhouding, welke B. met het meisje D. had. kwam heel z’n huishouden op den duur cp losse schroeven te staan, hetgeen hy heel goed voelde. En zoo kwamen fatale plannen naar voren, geiyk het meisje verklaarde, plan nen,- die steeds gedetailleerder werden. Trou wens; B. geeft zelf toe wel eens over verdrin king te hebben gesproken. De methode van het In het water ryden. paste B. goed, want het te heel moeiiyk uit te maken, of het een on geluk dan wel een misdaad te. Spr achtte mej. D. In alle opzichten betrouw baar; gedurende het heele onderzoek Is ze niet betrapt kunnen worden op één onjuistheid Bo- De discussie loopt vervolgens over het bedrijf In Behagen. Het meisje was in Maart van het vorig Jaar daar by den journalist K. in dienst gekomen. Verdachte heeft het meisje daar bezocht. De president vond dat erg vreemd. Het meisje had K. van de verhouding op de hoogte gebracht en zy zou ook gezegd heb- J*ti. dat het auto-ongeluk daar verband mee hield. Vervolgens voert de president met de twee wto-deskundlgen, verdachte en den verdedl- een uitvoerige discussie over de vraag of de lezing van B. over diens eigen redding wel JWst is. De deskundigen zyn het er niet heelemaal o*er eens. Mr. de Groot, de verdediger, viel onmlddeHük den Officier aan over de betrouwbaarheid van beklaagde’s verklaringen en herinnert aan het eerste verhoor, vlak na het ongeluk, waaruit biykt, dat hy toen reeds ongeveer hetzelfde zei als nu. Dat B. nlët onmiddeliyk by de verhoe ren in het najaar 1938 toegaf een verhouding te hebben, te logisch. B. te naar Schagen gegaan om K. te vragen anderegi niets van zyn verhouding te zeggen om wille van het meisje. Er wordt gevallen over de beteekenls van verschillende woorden. 41e verd. heeft gezegd by het onderzoek, maar men mag niejjvergeten, dat verd. zyn woorden niet zoo nauwkeurig kan afwegen. Bekl. moet bewij zen. dat hy uit moest wyken voor de hond. Hoe kan hy dat? Kon hy nagaan wa« het beest bleef? Niemand anders kon het waarnemen, om dat alle getlugen ver weg waren. In leder geval te er iets gebeurd, want een getuige heeft B. hooren debroyeeren. De weg was zeer glad. Wanneer dr. Hoeneveld zegt, dat de woorden van B. op grond van diens geestelyke gesteld heid voor hem geen waarde hebben, dan te het voor den Officier al heel moeilijk om opzet te bewyaen, want aan wat B.-aegt heef» hy dat>» geen houvast. - De Officier verwyt B.,_dat hy het meisje na het ongeluk niet los heeft gelaten, maar pleiter weet, dat B geworsteld heeft om zich van haar los te maken, maar de strijd was te zwaar voor hem. want juffrouw D. liet hem niet gaan en zocht hem in het ziekenhuis al op. Juffrouw D. maakte er werfc van om getrouwde mannen In te palmen B. was niet de eenige. De Officier zegt, dat B. het eerste over ver drinken heeft gesproken, maar mogen die ge sprekken. die misschien voerd. au sérieux worden genomen? Het meisje zei: „Of er zal iets vreeeeiyks moeten gebeu ren”. Daardoor werd de man op een idee ge bracht, maar hy zei: „Ja. als je geen geloof en geen geweten had. zou Je iets kunnen doen maar dat kan ik niet.” Is mej. D betrouwbaar? Ze wist volgens haar eigen zeggen dat er door B. iets vreeseiyks was gedaan' en ging na het ongeluk naar dr. Poot, omdat ze zoo overstuur was van hetgeen den armen kinderen B., waarvan ze zotweel hield, was overkomen. Als ze er zóóveel van hield, waarom liet ze. alles van tevoren wetend, het vreeaeiyke gebeuren. Mag men deze vrouw ver trouwen? Het felt, Hat B. pater de Hart vryheld tot spreken, pleit voor hem en niet tegen hem, zooals de Officier wil doen gelooven. Pleiter be grypt den Officier niet. Pater de Hart, die door K. en het meisje toch bevooroordeeldwas, be ziet B. toch van den gunstlgen kant en felteltik dekt de pater de verklaring van B. Het karakter van beklaagde deugde volgens den psychiater niet voor kalme voorbereiding tot zulk een moord ep bezeten van het meisje was hy ook niet, want dk. Hoeneveld zegt, dat by B. de gedachte aan haar was verdwenen* zoodra hy niet by haar was. B. te teveel man van het oogenblik. Pleiter bestrydt op verschillende gronden be slist de opvatting van den Officier, dat van slippen van den auto geen sprake te geweest en dat de auto te houden was. Er Is geen getuige, die de bewering van den Officier dekt. Hoe verder de toedracht van het ongeluk was, te van geen belang, maar wel belangrijk te. dat de man luid schreeuwde om hulp. De man. die niet kon zwemmen, heeft zelf het grootste levensgevaar geloopen. By de hervatting der zitting te de publieke belangstelling even groot als overdag. De president vraagt verd. of hy, na het ge tuige verhoor, zyn onschuld nog volhoudt. Verd. antwoordt met nadruk, dat hy onschul dig te. De verdediger, mr. de Groot, wil mej. D. nog een paar vragen stellen, hetgeen wordt toegestaan. Mr. de Groot* vraagt, In welke verhouding mej. D. thans nog tot K. staat. Getuige D Ik heb geen verhouding meer met K. We ontmoeten elkaar nog wel vriend schappelijk. Hebt u geen moeliykheden met uw familie om K vraagt‘de verdediger verder. Getuige moet bevestigend antwoorden, maar M iddagzitting De middagzlttlng werd geopend met het ver hoor van get. Prins, tuinder, wonende te Koe dyk, die op den avond van het ongeval langs den Kanaaldijk op het pad naar zyn woning stond. Hy hoorde den motor van den hem jjas- seerenden auto een hortend en stootend geluld maken. De wagen reed met twee rechtsche wie len op den berm en vervolgens in het kanaal. Het was byzonder donker en erg glad. Hy heeft geen hond voor den auto gezien. Toen de auto iq het water was gereden, snelde hy toe en zag B. half In het water. Met anderen trok hy hem er uit. De man was op dat moment niet meer by zyn positieven. Op een vraag van den verdediger verklaart getuige, dat de vrouw van B. toen getuige haar na het ongeval eens had opgezocht zei, dat ze geslipt waren. Voorts zei getuige dat ter loogte van de plaat.- van het ongeval drie m«n- schen een fox-hondje hadden. De volgende getuige, mej. M. Sloot^Boom, die ook in de buurt van het -ongeval woonde, wist niets nieuws te-vertellen. Get. M Sluis, wonende tegenover de plaats, waar de auto te water reed, was spoedig ter plaatse, en hielp verd. B. zyn winterjas uit trekken. Deze was vah onderen nat, van boven en aan de mouwen was de jas droog. Op Ti vraag van mr. de< Groot zegt getuige dat het hondje van Schermer in hute was. Jb. Stetin, timmerman te Koedyk, verklaart evenals alle andere getuigen dat de weg glad was. Verdachte wilde In het water, doch getuige l Dr. Blok, arts te Bergen, te ook by het onge luk geweest. De wegen waren vry goed volgens hem. Ter plaatse van i,et ongeluk was de weg wat vochtig, maar of hy daar glad was kan getuige niet meer zeggen. Verdachte was opge wonden op een eigenaardige manier, zyn hou ding stak scherp af by die van de vrouw en leek wat gekunsteld. Den Indruk van simulant maakte B. evenwel niet. Hy was niet erg nat. Dr. Poot, eveneens arts te Bergen, te de huis dokter van B. Ook hy te by het ongeluk ge weest en heeft den dood van de kinderen vast gesteld. B was zeer wild, vocht met de man nen, die hem vast hielden en schreeuwde om zyn vrouw en kinderen. Getuige kent verd. heel goed. De reactie van dezen op het onge luk acht getuige normaal. B. deed alsof hy zyn vrouw en kinderen wilde redden en zich belemmerd voelde door de mannen, die hem vasthielden. B. had altyd een goed echtgenoot en vader geleken. De opgewonden toestand van het meisje leek hem echt. Deze getuige heeft na het ongeluk op een avond bezoek gekregen van het meisje. Wan neer precies weet getuige niet Het meisje (dat op verzoek van den president den dokter toe stemming geeft dit te vertellen) was zeer ner veus en vertelde den dokter, dat zy door de radio van het ongeluk had gehoord. Zy vond het zoo erg, want zy kwam veel by het gezin van den verdachte thuis en speelde altyd met de kinderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 3