Het drama te Koedijk
NATIONALE PAASCHLOTERU 1939
De luchtroovers van Hoitika
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
VICKS HOESTBONBONS
verdere behandeling
VOOR DE RECHTBANK
.Gevaarlijke Mist!
cheepsrecht
ZONDAG 20 MAART
jratis uHdeeling van lotfcaarten aan alle RJC Kerken
In Nederland
WOENSDAG 15 MAART 1939
Levenslang geëischt
•riMMd h
jMti
^ITSEMA STOFZUIGERS^
r
>-
N>
»-
Het slipt poor
rrt
verloren
Laai
geen
=s
rt
Verhoor van verdachte
Pleidooi
en
met
de
De avondzitting
weerspreekt dat ze met dezen gearmd
In een roes zijn ge-
r-
De officier aan het woord
ge-
De offjcier. mr. O.
gaf
ta Behagen. Het meisje
De uitspraak werd bepaald op 28 Maart aa.
VI br*At Of*
4oor Percy King
i«
xm
e.
trok zjjn stoel dichter by het
(Wordt vervolgd)
K bU
er
et
„U wilt zeker wel eene opsteken V zei de bestuurder en tastte
naar zyn zak „Nou, waar heb Ik mijn sigarettenkoker? KUk
Jocko eens! Die zit toilet te maken! Jocko bekeek zich telkens
in iets glimmend». „Wel nog aan toe, daar heeft dat beest mijn
koker uit mijn zak gehaald! Geef op, aap van een zakkenroller
er,
m.
en
tin
ter
sl
iet
in
rn.
iur van zijn prlvé-kantoor geklopt werd,
arde Mr. Hulbert de twee bezoekers
om dat hul» te ver-
assistentie, van wie
Goedgekeurd by Mln. Besluit van 3 Februari IMO no, IMto
TEN BATE VAN HET KATHOLIEK COMTTé VAN ACTIE
„VOOR GOD’r
o.
el
m
li
fe
it-
en
ild
de
ni
en
to
en
u»
L
rd,
up
dt
13
de
tn-
it
m
re
tx.
an
ir-
ti-
ur-
4.
re.
n,
e-
:ke
■A
iet
o;
51-
pr.
en
de
en
rd.
dt
de
en
to
ht
sn.
tn
de
el»
BT-
it-
if-
»r
en
!r-
er
laI
I
Door verschillende getuigen
werden bezwarende ver
klaringen af gelegd
Reeds maanden tevoren waas er over gespro
ken tusschen hem en het meisje.
Het is vreeseljjk, wat B. heeft gedaan, voor
al ten opzichte van zijn onschuldige kinderen.
Opvallend Is de zekere mate van onverschillig
heid. welke beklaagde steeds heeft ten tooq ge
steld.
en anderen hielden hem tegen, daar zy vreesden,
dat B. zou verdrinken.
Oet. A. Visser, arbeider te Koedijk, had met
jetulge Stejjn de vrouw en drie kinderen uit den
auto gehaald. De weg was glad.
Oet. KI. Mol. eveneens te Koedijk, legt gelijk
luidende verklaringen af.
In X nadeel van B. Is ook. dat hij
zijn verhouding met X meisje D. niet be
ëindigde en sprak van een mislukking. Spr.
neemt als vaststaand aan. dat bekl. met op-
het water Is ingereden om zich van zijn ge
zin te ontdoen en ook neemt hjj aan, dat
er voorbedachte rade is geweest.
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
ea O suit morgens „kiplekker”
alt bed springen.
lederen dag moet O» lever minstens een liter gal
In Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze
stroom van gal onvoldoende la verteert Uw voedsel
niet, het bederft. U voelt 0 opgeblazen. U raakt
verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent
humeurig, vwelt U ellendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen.
D moet CARTER S LEVERPILLETJKS nemen om
een liter gal vrij te doen stroomen en zult weer
geheel fit syn. Onachadeltjk. plantaardig, zacht, on
overtroffen om de gal te doen stroomen.
Elscht Carters Leverpllletjes by apothekers en
drogisten. L U.75.
zocht er niets bijzonders achter, totaal niets.
Evenmin had zich iets voorgedaan, aqyjfuit Jl.
zou hebben kunnen aflelden, dat rifflh cliëntel
wat op haar hart had Althans niet gedurende
mijn bezoek
„Wat dus zeggen wil,” opperde Culingwood.
„dat u dien Indruk later wél kreeg."
,Ja Ja, zoo is 1. Misschien heb ik 1 In mijn
voorstelling erger gemaakt dan achteraf X ge
val zal blijken te zijn, 'k Hoop dat tenminste
Ziet u, toen k“ naar Chancery Lane terugreed,
schoot X mij in gedachten, dat mijn cliënte mij
by X afscheid eigenlijk een vreemdsoortig ver
zoek gedaan had ZIJ drong er namelijk op aan,
dat ik, aoodra 'k weer op kantoor wis, een zeker
stuk nauwgezet zou contröleeren, om mij er
van te vergewissen, of X wel volkomen In orde
was. X Verzoek frappeerde me bij nadere over
weging des te meer, omdat X door haar be
doelde stuk juist X onbeduidendste was van alle
documenten, die ik had moeten meebrengen.
Maar op mijn kantoor werd me duidelijk, wat
achter haar eigenaardig verzoek stak. Zij had
namelijk tusschen den omslag van dat stuk een
boodschap voor me Ingesloten. Hoe ze X voor
elkaar gekregen heeft, is me nóg een raadsel.
X Moet heel vlug en handig gedaan zijn, want
haar voogd had er niet X minste van gemerkt
en ik ook niet, "k Heb de boodschap van de
jonge dame hier.”
getuide met het verhaal en
Getuige zag in deze bekentenis een bevestiging
van de geruchten, welke hem reeds ter oore
waren gekomen. Getuige heeft het meisje de
irljheid gevraagd naar de politie te mogen gaan,
welke vrijheid ze hem gaf. Toch ging hy niet
naar de politie, maar raadpleegde pater dr Hart,
die zei, dat hy in geweten niet verplicht was
zich tot de politie te wenden. Getuige wachtte
dan ook, doch na nog anderen geraadpleegd te
hebben en te hebben gemerkt, dat B. het meisje
□let los liet, heeft hy aangifte gedaan
Getuige wordt door mr. de Groot en den pre
sident aan den tand gevoeld over zyn verhou
ding tot het meisje en over zyn vrotger leven.
Mr. de Groot begrypt niet, dat K. het meisje
met ontslag dwong tot de bekentenis. Werd ge
tuige niet door Jaloezie gedreven tot inmenging
in deze zaak?
Getuige weigert daarop te antwoorden.
Het meisje D„ dat inmiddels wat gekal
meerd is, wordt opnieuw voorgeroepen. Ze
■egt, dat B. haar had aangekondlgd, zyn
gezin in het N.H. Kanaal te zullen rijden.
Dat was in September 1837.
Verdachte ontkent.
Wegens poging tot moord op de vroww en
moord op de drie kinderen, etechte spr„ die zich
■eer van het moeilijke der zaak bewust Is en
ook van zjjn verantwoordelijkheid, tegen B. le
venslange gevangenisstraf.
Keith stak X meisje beide handen toe en trok
overeind. „Allright. Margaret!” zei hy met
eeo stralenden blik. „We gaan er samen als
“mpagnons op uit. En dat compagnonschap
•tiden we in met een piekfijne lunch by Slmp-
*■1 aan de Strand!”
WEL NAGEBOOTST NIET GEëVENAABD
BtlM IS.MS GCI.DEN AAN PRIJZEN 1? HOOFDPkWÏZN
MM ANDERE PRIJZEN TREKKING REEDS M APRIL
kaart
vendien staat ze niet alleen In haar verkla-
ilngen. Pater de Hart, die in de zaak werd ge
mengd, zegt van B. zelf te hebben vernomen,
dat deze Wel eens het plan heeft gehad zijn
vrouw te vermoorden. Het is spr. een raadsel,
hoe B. den priester vryheld van spreken gaf,
terwyi dat spreken in zyn nadeel uitviel.
Zou B. Juist op 2 Januari niets van plan
zijn geweest? Hoewel het heel tegennatuuriyk
is, moet B. ook den opzet hebben gehad zich
van zyn kinderen te ontdoende feiten wyzen
er op Fetteiyk heeft B tegenover twee men-
seben een buitengerechteiyke bekentenis af
gelegd. Dat B. met zyn auto door slippen m
het water terecht is gekomen, is ook niet aan
vaardbaar. Van slippen is niets gebleken en
was hy geslipt, dan zou hy bij den wegberm,
by zoo n kalmen gang als hy had. weer in den
Julsten koers zyn gekomen. Het was niet noo
dlg om in het water te rijden.
Wat B. er van vertelt Is absoluut onaanne-
meiyk. Waarom spreekt hy dan zoo? Om zich
er uit te praten of omdat hy zich het niet
meer herinneren kan en, een relaas moetende
geven, een zoo gunstig mogelyke reconstructie
geeft van het gebeuren.
„Eh een van mijn cliënten." gaf de notaris
aarzelend toe.
„Juist. En zyn verlangen was X, dat u zich
met my in verbinding stelde, nietwaar?”
Hulbert zag geen kans, de vraag te negeeren
Hy knikte.
„"k Vind uw manier, om de belangen van
cliënten te behartigen, zacht uitgedrukt, vry
zonderling," zei Cullingwood stroef. „Enfin, dat
is myn zaak niet.” Hy raadpleegde zyn horloge.
„Kort en bondig, Mr. Hulbert wilt u my X
geval voorleggen? X Moet Ja of neen zyn!”
De notaris kuchte achter zyn hand, plantte
zyn lorgnet, waarmee hy afgetrokken tegen een
foliant had zitten kloppen, weer op den neus.
Hy keek van Keith naar Margaret, van Marga
ret opnieuw naar Keith. X Werd een pauze van
minuten.
„Laten we eh Mr Townley, een geval
veronderstellen.” begon Hulbert elndeiyk. „U zou
my daar uw opinie over kunnen geven, ’k Ga
van de gedachte uit, dat een Jonge dame
een naam doet niet ter zake die meerder
jarig is en in X volle bezit van haar geestelyke
vermogens, in een huls als X ware gevangen
gehouden wordt. Zoudt u let wel, X Is een
verondersteld geval "dan op u willen nemen,
haar behulpaaam te zyn, c
laten? "k Bedoel zonder
ook?”
Cullingwood was geïnteresseerd géwordén
U zult wat verder dienen te gaan. Mr. Hulbert.
Een dergelyke hypothese heeft voor my geenerlel
zin, als u niet zegt, om welke reden de jonge
dame van haar vryheld beroofd wordt; wie
Het meisje heeft een gesprek tusschen belden
verkeerd begrepen. Gezegd heeft hy: ..Als J»
geen geloof had, zou Je wat kunnen doen, maar
ik kan zooiets niet.” Getuige verklaart dan, dat
B. een paar dagen van te voren haar had ge
zegd, „dat het op 2 Januari zou gebeuren.”
Verdachte: Dat kan ik niet gezegd hebben!
Ter sprake komt dan weer de machtiging,
welke B. in het ziekenhuis haar schriftelyk zou
hebben gegeven. Volgens getuige heeft de ver
pleegster toen pen en inkt verschaft om te
kunnen schryven.
President: De zuster weet daar niets van.
Getuige zegt tijdens het verdere verhoor, dat
B. haar had verteld als voorwendsel voor het
ongeluk het uitwyken voor e^n hond te zullen
gebruiken.
Mr. de Groot: Hoe kwam zy er by om met
het briefje van den steun naar het ziekenhuis
te gaan om van hem een machtiging te krijgen?
Getuige: De ambtenaar van de gemeente
secretarie was er mee by my gekomen, want
alle boodschappen gingen over my. B.'s vrouw
lag ook in het ziekenhuis. Getuige mocht gaan
zitten en haar plaats voor het getulgenhekje
werd ingenomen door pater A. de Hart uit
Nieuwe Nledorp.
Verdachte had met hem een onderhoud ge
had. B. heeft ultdrukkelyk verlangd, dat ge
tuige zou spreken, wat deze als priester van
zichzelf krachtens het ambtsgeheim niet mag
Alleen de machtiging van B. doet getuige spre-
--v-ken.
r g^yordt om te .brat
getuige zei toen tegen K.. dat dev” nam de
politie moest gaan, doch moest wachten, tot
getuige eerst B. had gesproken. B. maakte op
my, aldus pater de Hart, een betrouwbaren In
druk. B. erkende toen wel eens san het uit den
weg ruimen van zyn vrouw te hebben gedacht,
doch dat voornemen ook weer te hebben ver
worpen. Op 2 Januari heeft B. niet het plan
gehad zyn vrouw te dooden. Ook ontkende B
ten stelligste met opzet in het water te zyn ge
reden.
Getuige heeft K daarop by zich geroepen en
dezen gezegd, dat hy moest zwijgen, omdat nleU
vast stond.
Verdachte: Ik heb nooit den wensch tot doo
den gehad. De pater vergist Hch.
De officier: Kunt u ook zeggen, wat juffrouw
D. u verteld heeft?
Pater de Hart: Ik moet my beroepen op myn
ambtsgeheim.
De officier: Misschien wil juffrouw D. u de
vrijheid tot spreken geven?
Getuige D gaf haar toestemming, dat de
pater zou spreken, doch deze weigerde perti
nent.
Officier: Dan zal ik de juffrouw zelf moeten
vragen. Tot Juffr. D.: Hebt u den pater verteld,
dat B. wel eens opwellingen tot dooden had?
Getuige: Nee, dat heb ik niet verteld.
Pater de Hart handhaaft, dat B het zelf ver
teld heeft Verdachte ontkent met nadruk
Na een eindeloos dispuut met de auto-des-
kundlgen wordt nogmaals dr. Hoeneveld. ze
nuwarts, gehoord.
B. moet in psychlatrischen zin volkomen toe
rekenbaar worden geacht.
Hy is zeer impulsief, zyn groardheid kan
leiden tot zware delicten.
Verdachte te niet in staat zich lang alles te
herinneren en daarom vult hy. hetgeen in zijn
memorie ontbreekt, onbewust met verdichtsels
aan.
De zitting wordt geschorst tot 8 uur.
Ze staken nu allemaal een sigaret op, in afwachting van het
maal en niemand lette op Piet, die zich ineens bedacht, dat hy
ook nog twee sigaretten in zyn zak had en stilletjes de lucifers
naar zich toe wist te halen De heeren hadden het zoo druk met
vragen en antwoorden, dat hy er een opgestoken had, eer ze er
erg in hadden. Hy trachtte net zoo te dampen als rij deden.
degenen zyn, die haar met geweld vasthouden;
wat voor soort hute als hafer gevangenis dient.”
„Dat spreekt! Dat spreekt!” Hulbert's hoofd
balanceerde op den schrikbarend dunnen hals
„En dan nóg een belangrijke vraag: waarom
wordt In een dergelyk geval de tusschenkomst
van een particulier detectivebureau Ingeroepen?
Waarom niet die van Scotland Yard?"
„Scotland Yard moet er buiten biyven.
Absoluut. Dat te een conditio sine qua ^lon,”
verzekerde de notaris haastig.
„Ook nog dAn, wanneer ik er in geslaagd zou
zyn, de jonge dame te bevryden?” Keith zag
Hulbert onderzoekend aan. „Kyk eens hier,
waarde heer, 'k Moet noodzakeiyk over méér
gegevens beschikken, 'k Voel er niemendal voor,
de kastanjes voor een ander uit X vuur te halen
en daarby zelf de vingers te branden, doordat
ik achteraf de politie op myn dak kryg. Eén
keer heb 'k met dat byltje gehakt en X te
precies genoeg voor myn heele verdere leven
geweest. Uw firma heeft de reputatie van solidi
teit; k heb tenminste nooit anders gehoord
Speel daarom open kaart. Mr. Hulbert. Wie is
de bewuste Jonge dame? Wie houdt haar tegen
haar wil vast? Waarttn haalt u de Justitie er
niet in, als u op de politie niet gesteld bent?
Hief hebt u een serie vragen met groote be
langstelling zie 'k uw antwoord tegemoet!”
De notaris
cylinderbureau ..'k Wil openhartig met u praten
Mr. Townley U kunt alle byzonderheden van
me krUgen, behalve den naam van onze cliënte
en da plaats, waar ze vertoeft, tegen haar wil,
zooals ze zegt tenzij zo werkelijk uw bijstand
k Bescherm Uw keel indit venijnige
a weer door geregeld gebruik van
(te medicinale 1*5(7
om harentwille het auto-ongeluk met opaet
zou hebben veroorzaakt. B. had autorijden
geleerd om zyn vrouw In het water te
ryden.
Josuah Hulbert was als de honderden
folianten in zyn bureau - droog, perkament-
*chtlg Daarby ongelooflyk lang en beangstigend
*B*8er. Hy deed zelf open, toen, klokslag twee,
Made”-
Even i
door een lorgnet, die hem halverwege op den
“«us stond; hy richtte X woord tot Keith Cul-
Ungwood.
-Mr Townley....? Kom binnen!" Hy humde.
“*n Margaret voornemens bleek, eveneens zyn
"““«dom In te steppen. ,Uoe moet dat met de
wwe dame? vindt u X noodlg, dat »U by de
■“IXeklngen tegenwoordig te?”
Getuige M. G. Aarts, politieagent te Alkmaar,
had In een woning op een van de kinderen met
goed gevolg kunstmatige ademhaling toegepast
Toen ging hy naar een andere woning, waar hy
verdachte B. aantrof. Hy hielp mee, verd.’s Jas
uittrekken, deze was van boven en aan de mou
wen droog. Getuige heeft verd. B. eenige malen
hooren roepen: „Wat ben ik toch stom
weest"!
Verdachte B. ontkent dit.
Getuige A. v. d. Kooy. chef-veldwachter te
Bergen, die de zaak na het Ongeval direct had
onderzocht, verklaart, dat, toen hy ter plaatse
kwam, de doktoren Blok en den Hartog al bezig
waren met de drenkelingen. De Jas was tot heup
hoogte nat. De auto lag vrijwel parallel met den
kant, ongeveer 1 Meter van den kant. Het ach
terstuk van den auto iets meer naar het midden.
Met lampen heeft getuige den weg afge
zocht zonder een sllpapoor te vinden.
De get.-deskundigen auto-experts
worden dan door den president qpdervraagd
over de mogeUjkheld, of het sllpspoor ver
dwenen kon zyn.
zy zeggen, dat dit sllpspoor zóó flauw kan
zyn geweest, dat het met lantaarns niet
zichtbaar te geweest.
Ten huize van B. heeft getuige een machti
ging voor steunuitkeering in beslag genomen,
door B ten name van mej. D. gezet.
Op een vraag van den president zegt verdachte
dat hy den weg langs het Kanaal genomen had.
omdat hy dezen minder gevaariyk vond dan den
weg over den Langendyk.
De president was van meenlng. dat hy den
weg langs het Kanaal veel gevaariyker achtte.
De heer Miltenburen. direeteur van de Zuivel
fabriek Wilhelmina te Bergen en patroon van
verdachte, acht 'het begrijpeiyk, dat deze een
rybewijs had gehaald om “zyn betrekking te
houden en den ouden chauffeur van het bedryf
te kunnen opvolgen.
Na het vet hoor van nog een tweetal getuigen
vraagt de president, of de vrouw van verdachte
niet had gezegd, maar niet naar hute terug te
gaan, vanwege de gladheid.
Verdachte zegt, dat daar wel over gesproken
was.
President: Waarom ging je dan toch?
Verdachte: Omdat ik myn gezin liever thuis
had.
Een vreemde verschynlng in de rechtszaal te
die van de rellgieuze-verpleegster, die in het
St. Elteabeths-ziekenhute te Alkmaar B. heeft
verzorgd.
zy zegt, dat B. één keer bezoek heeft gehad
van het meisje D. By het onderhoud te nie
mand aanwezig geweest.
Verdachte: Er staat mij niets van voor, dat
het meisje alleen by my te geweest. Wel In het
byzyn van myn vrouw.
Hem wordt dan een door hem onderteekehde
verklaring getoond, waarin hy het meisje mach
tigde zyn werkloozensteun te innen.
B. zegt, dat de handteekenlng van hem te,
maar hy weet zich er niets van te herinneren.
Er komt spanning in de zaal, wanneer mej.
D. wordt binnen geroepen, zy te een der kroon
getuigen.
De president wijst haar op den grooten ernst
van den eed, dien zy aflegt.
Alvorens echter het verhoor van het meisje
begint, worden de deuren gesloten. De besloten
zitting duurt 20 minuten.
Na de heropening heeft getuige het aan den
stok met den president, die vindt, dat ze on-
rtrataanbaar spreekt, ze huilt-
kalmeeren. tenslotte de gang L-
Intusschen wordt de voormalige Journalist K.
gehoord, bf wien het meisje in Behagen in
dienst te geweest en die mede oorzaak te, dat de
zaak aan het rollen is gegaan.
Op zekeren dag kwam hy er achter, dat
het meisje, waarmee hy verkeering had,
Iemand op bezoek had. Hy dwong haar te
vertellen, wat ze met den bezoeker, dat was
B„ besproken had. Ze vertelde toen, dat B.
Wat hebt U daarop te zeggen, vraagt de pre
sident aan beklaagde.
Niets anders, dan dat ik onschuldig ben. Dr
heb myn drie bloedjes van kinderen door een
ongeluk verloren en door niets anders!
„Tc Doe nooit iets bulten mijn secretaresse,
Miss Cullingwood,” antwoordde Keith op zake-
lyken toon. „Voor ha»r betrouwbaarheid sta k
onvoorwaardeiyk in.”
De notaris wees den bezoekers stoelen, ging
zelf aan een ouderwetsch cylinderbureau zitten,
nam zyn lorgnet af en humde opnieuw.
de zaak te van dellcaten, zéér delicaten
aard."
„Dat schreef u. ja.”
.^igeniyk—eh—té delicaat. By nader overleg
is sterke twyfel in me gerezen, of 'k aan uw
bureau wej opdracht verstrekken zalehdat
wil zeggen, of 'k er wélk detectivebureau ook mee
belast 'k Weet niet, ot van een opdracht sprake
kan zyn Neen, werkelijk niet.”
.Dat had u eerder moeten bedenken. Mr Hul
bert." zei Cullingwood koeltjes. „Voor my be-
teekent tyd even goed geld als voor u.”
„Natuuriyk. Natuuriyk. Ik—eh—wilde eens
persooniyk met u kennis maken. Mr. Townley,
■k Ben bereid, u voor uw tydverliès schadeloos
te stellen, dat spreekt."
.neemt u me niet kwaiyk, Mr. Hulbert." pro
testeerde Keith, „maar 'k ben geen beziens
waardigheid. die u tegen zoo-en-zooveel per uur
bekyken kunt. U verzocht my een onderhoud
om twee uur. U kunt me niet verwyten, dat 'k
een seconde over den vastgestelden tyd was. In
uw brief werd te kennen gegeven, dat u een
aangelegenheid van dellcaten aard wenschte te
besprekéh. Wees daarom consequent Mr. Hul
bert! Is X een kwestie, die u persoonlijk betreft
of gaat ze een van uw cliënten aan?*
Verdachte doet dan het verhaal van dien be
rusten Zondag, waarop hy met vrouw en klrr-
daen in den gehuurden auto familie had be-
.ocht Op den terugweg te Koedyk moest hy
nitwyken voor een hond, waardoor de wagen
van den eenigszlns gladden weg afgleed en het
vanaal in reed. Hoe het verder precies ging,
weet verd. niet meer.
President: De weg daar is onder gewone om-
gandigheden al gevaariyk. Kwamen, toen u
daar reed niet zekere gedachten op?
Verd.: Toen ik daar reed, dacht Ik wel aan
de mogelijkheid van een ongeluk. Dat doet men
licht. Ik dacht: als my een ongeluk overkomt,
k dat een straf vqmn]]R^g^g
President: Waar3!^^!^E!^^*^m^>
Beklaagde: Omdat Ik een verhouding had
bet meisje D.
President: Hebt u niets anders gedacht?
Verd.: Neen.
De president gaat daar weder op in, maar
verd. houdt vol 'voor het ongeluk ten opzichte
van vrouw en kinderen geen zondige gedachten
te hebben gehad. (Deze term komt In de stuk
ken voor.)
Verd. vertelde verder, dat hy en het meisje
tot de conclusie waren gekomen, dat de ver
houding niet voort kon duren. Volgens B. had
bet meisje gezegd: #,Zoo kan het niet langer,
of er moet Iets vreeseiyks gebeuren.”
De president: En u zou dan hebben gezegd:
JU» ie verdronken of zoo." Het te merkwaardig,
dat «niet* later geschied te. Is er tusschen u
<n het meisje wel eens over een plan daartoe
(esproken?
Verd.: Nooit!
Pnatdent: U hebt een week van te voren bet
meisje gezegd, dat u met vrouw en kinderen op
3 Januari naar de familie zou gaan? w
Verd.: Ja.
President: XJ had een rijbewijs; hebt n dat
niet gehaald, om zekere ptemnen te kunnen uit
roeren?
Verd.: Absoluut niet. Ik wilde een rijbewijs
hebben, om makkeiyker myn betrekking te
houden.
De president herinnert aan een verklaring,
welke verd. voor den rechter-commlssaris heeft
sfgelegd: Jk heb nooit ernstig het plan gehad
cm mijn vrouw te dooden.”
Verd.: Dat te zoo.
President: Dat u zei zulks niet „ernstig" van
pten te zyn geweest kan beteekenen, dat u er
toch wel over gedacht hebt.
Verd. ontkent dit heftig.
De president acht het onmogelyk dat B., roo
ds hy beweerde, zich tydens het ongeluk uit
den auto op den walkant kon laten vallen.
<Het bovenstaande veratag werd reeds
ptaatst in een gedeelte van onze vorige oplage).
By de verdere behandeling stelt de president
de vraag, waarom B. na het ongeluk de connec
tie met het meisje D. aanhield. Verdachte ant
woordde daarop, dat het meisje hem niet wilde
loslaten.
De president constateert, na nog enkele de
tails van het ongeluk besproken te hebben, dat
verdachte op verschillende punten met zlch-
Rlf en met de feiten in stryd te. B. houdt ech
ter vol de waarheid te spreken.
BU den aanvang der zitting werd B. blnnen-
teietd. Hy schynt kalm en geeft rustig antwoord
cp de fonneele vragen.
D» officier leert de aanklacht voor, waarin
B wordt beschuldigd van poging tot moord op
up vrouw met voorbedachten rade en Vd
moord op drie van zyn kinderen.
Besloten wordt eerst de deskundigen te ver-
booren.
De eerste te de psychiater dr. Hoeneveld, ze-
tuwarte te Alkmaar, die verklaart, dat B. toe-
rtkenbaar kan worden geacht.
Ir H. D. K Zoetelief Norman uit Oosterbeek
bevestigd zyn niet voorgelezen rpaport.
H. H. Schleurholts Tichelaar, expert te Am-
nerdani. doet eveneens zoo!
biykt noodlg te hebben.” Mr. Hulbert schraapte
de keel en stak van wal ,.Wy behartigen de be
langen van een Jonge dame, die ryk is. zeer ryk.
Gisteren berichtte ze mij. dat ze naar myn
kantoor zou komen, aangezien ze eenige zaken
van gewicht te bespreken had. Haar bood
schap bereikte me met de eerste post. Een paar
uur later telefoneerde haar voogd, dat de Jonge
dame In kwestie verhinderd was. aan haar af
spraak gevolg te geven; vandaar dat hy my
X verzoek moest doen, naar syn huls te komen
en er de aangelegenheid te regelen. X Verwon
derde my, te vernemen, dat onze cliënte zich
in de woning van haar voogd bevond, want X
te my niet onbekend, dat die twee niet bijzonder
met elkaar harmonieeren. De voogd heeft altyd
haar eh wat vrye levensopvatting gelaakt
en. eeriyk gezegd, X ongeiyk ligt niet heelemaal
aan zijn kant Ben 'k tot zoo ver duidelijk ge
weest, Mr. Townley?"
„Zeer zeker,” knikte Keith. „U was verwon
derd de Jonge dame aan te treffen in X hute
van den man. met wien ze niet al te best kan
ópschieten."
„Precies, k Bezocht haar op X vastgestelde
uur. De besprekingen, die we voerden, waren
van zuiver zakelyken aard. 'k Legde onze
cliënte de stukken voor, waarom zy had ver
zocht. verklaarde haar X een en ander, en zy
zette haar handteekenlng Daarmee was de
aangelegenheid afgehandeld. De voogd had ons
onderhoud bygewoond." Notaris Hulbert haalde
de schouders op, nam zyn lorgnet van den neus
en bracht X ding na een oogenblik weer op zyn
plaats. „O«n vojledlg te zyn, Mr. Townley, k
f - r
zw onfkent, dat er sprake 1» van huwelijks
plannen en **n een levensverzekering van
2000welke K. te haren behoeve zou heb
ben afgesloten.
Mr. de Groot: Als u geen verhouding met K.
hebt, waarom liep u dan zooeven met hem
gearmd en ging u met hem eten?
Getuige geeft tee met K. gegeten te hebben,
maar weerspreekt dat ze met dezen gearmd
liep.
Mr. de Groot: Verschillende personen, waar
onder Journalisten, hebben het gezien, myn
heer de president; het wordt hoe tenger hoe
duideiyker, welk een bijzondere rol K. in deze
zaak heeft gespeeld. Ik kom daar misschien
nog straks op terug.
De offjcier. mr. G. v. d Peen de Lllle, houdt
vervolgens zijn requisitoir. De officier herin
nert aan het eerste onderzoek naar de oor
zaak van het ongeluk, welk onderzoek heel
nauwkeurig was, doch niets verdachts oplever
de. Het vreesellik ongeluk was haast vergeten,
toen de heer K. by spr. kwam, waardoor de
zaak aan het rollen kwam.
De rechtbank heeft een zware taak, aldus
spr.; het gaat hier om het absolute Ja of het
even besliste neen. Is B schuldig, dan zal een
zware straf moeten volgen. B. heeft in het be
gin van het onderzoek veel onwaarheden ver
teld en dat wekt geen vertrouwen. Ook thans
spreekt B. zich zelf hërhaaldeiyk tegen.
Wat het ongeluk betreft: beklaagde zal aan
nemelijk moeten maken, dat hy voor een hond
je heeft moeten uitwyken. Zijn verhaal over
Let ongelyk te vry fantastisch. Het beste te
alles wat B. zegt naast zich neer te leggen
Door de verhouding, welke B. met het meisje
D. had. kwam heel z’n huishouden op den duur
cp losse schroeven te staan, hetgeen hy heel
goed voelde. En zoo kwamen fatale plannen
naar voren, geiyk het meisje verklaarde, plan
nen,- die steeds gedetailleerder werden. Trou
wens; B. geeft zelf toe wel eens over verdrin
king te hebben gesproken. De methode van het
In het water ryden. paste B. goed, want het
te heel moeiiyk uit te maken, of het een on
geluk dan wel een misdaad te.
Spr achtte mej. D. In alle opzichten betrouw
baar; gedurende het heele onderzoek Is ze niet
betrapt kunnen worden op één onjuistheid Bo-
De discussie loopt vervolgens over het bedrijf
In Behagen. Het meisje was in Maart van
het vorig Jaar daar by den journalist K. in
dienst gekomen.
Verdachte heeft het meisje daar bezocht. De
president vond dat erg vreemd.
Het meisje had K. van de verhouding op de
hoogte gebracht en zy zou ook gezegd heb-
J*ti. dat het auto-ongeluk daar verband mee
hield.
Vervolgens voert de president met de twee
wto-deskundlgen, verdachte en den verdedl-
een uitvoerige discussie over de vraag of
de lezing van B. over diens eigen redding wel
JWst is.
De deskundigen zyn het er niet heelemaal
o*er eens.
Mr. de Groot, de verdediger, viel onmlddeHük
den Officier aan over de betrouwbaarheid van
beklaagde’s verklaringen en herinnert aan het
eerste verhoor, vlak na het ongeluk, waaruit
biykt, dat hy toen reeds ongeveer hetzelfde zei
als nu. Dat B. nlët onmiddeliyk by de verhoe
ren in het najaar 1938 toegaf een verhouding te
hebben, te logisch.
B. te naar Schagen gegaan om K. te vragen
anderegi niets van zyn verhouding te zeggen
om wille van het meisje. Er wordt gevallen over
de beteekenls van verschillende woorden. 41e
verd. heeft gezegd by het onderzoek, maar men
mag niejjvergeten, dat verd. zyn woorden niet
zoo nauwkeurig kan afwegen. Bekl. moet bewij
zen. dat hy uit moest wyken voor de hond. Hoe
kan hy dat? Kon hy nagaan wa« het beest
bleef? Niemand anders kon het waarnemen, om
dat alle getlugen ver weg waren.
In leder geval te er iets gebeurd, want een
getuige heeft B. hooren debroyeeren. De weg
was zeer glad.
Wanneer dr. Hoeneveld zegt, dat de woorden
van B. op grond van diens geestelyke gesteld
heid voor hem geen waarde hebben, dan te het
voor den Officier al heel moeilijk om opzet te
bewyaen, want aan wat B.-aegt heef» hy dat>»
geen houvast. -
De Officier verwyt B.,_dat hy het meisje na
het ongeluk niet los heeft gelaten, maar pleiter
weet, dat B geworsteld heeft om zich van haar
los te maken, maar de strijd was te zwaar voor
hem. want juffrouw D. liet hem niet gaan en
zocht hem in het ziekenhuis al op. Juffrouw D.
maakte er werfc van om getrouwde mannen In
te palmen B. was niet de eenige.
De Officier zegt, dat B. het eerste over ver
drinken heeft gesproken, maar mogen die ge
sprekken. die misschien
voerd. au sérieux worden genomen? Het meisje
zei: „Of er zal iets vreeeeiyks moeten gebeu
ren”. Daardoor werd de man op een idee ge
bracht, maar hy zei: „Ja. als je geen geloof en
geen geweten had. zou Je iets kunnen doen
maar dat kan ik niet.”
Is mej. D betrouwbaar? Ze wist volgens haar
eigen zeggen dat er door B. iets vreeseiyks was
gedaan' en ging na het ongeluk naar dr. Poot,
omdat ze zoo overstuur was van hetgeen den
armen kinderen B., waarvan ze zotweel hield,
was overkomen. Als ze er zóóveel van hield,
waarom liet ze. alles van tevoren wetend, het
vreeaeiyke gebeuren. Mag men deze vrouw ver
trouwen?
Het felt, Hat B. pater de Hart vryheld
tot spreken, pleit voor hem en niet tegen hem,
zooals de Officier wil doen gelooven. Pleiter be
grypt den Officier niet. Pater de Hart, die door
K. en het meisje toch bevooroordeeldwas, be
ziet B. toch van den gunstlgen kant en felteltik
dekt de pater de verklaring van B.
Het karakter van beklaagde deugde volgens
den psychiater niet voor kalme voorbereiding
tot zulk een moord ep bezeten van het meisje
was hy ook niet, want dk. Hoeneveld zegt, dat
by B. de gedachte aan haar was verdwenen*
zoodra hy niet by haar was. B. te teveel man
van het oogenblik.
Pleiter bestrydt op verschillende gronden be
slist de opvatting van den Officier, dat van
slippen van den auto geen sprake te geweest en
dat de auto te houden was. Er Is geen getuige,
die de bewering van den Officier dekt. Hoe
verder de toedracht van het ongeluk was, te van
geen belang, maar wel belangrijk te. dat de man
luid schreeuwde om hulp. De man. die niet kon
zwemmen, heeft zelf het grootste levensgevaar
geloopen.
By de hervatting der zitting te de publieke
belangstelling even groot als overdag.
De president vraagt verd. of hy, na het ge
tuige verhoor, zyn onschuld nog volhoudt.
Verd. antwoordt met nadruk, dat hy onschul
dig te.
De verdediger, mr. de Groot, wil mej. D.
nog een paar vragen stellen, hetgeen wordt
toegestaan.
Mr. de Groot* vraagt, In welke verhouding
mej. D. thans nog tot K. staat.
Getuige D Ik heb geen verhouding meer
met K. We ontmoeten elkaar nog wel vriend
schappelijk.
Hebt u geen moeliykheden met uw familie
om K vraagt‘de verdediger verder.
Getuige moet bevestigend antwoorden, maar
M iddagzitting
De middagzlttlng werd geopend met het ver
hoor van get. Prins, tuinder, wonende te Koe
dyk, die op den avond van het ongeval langs
den Kanaaldijk op het pad naar zyn woning
stond. Hy hoorde den motor van den hem jjas-
seerenden auto een hortend en stootend geluld
maken. De wagen reed met twee rechtsche wie
len op den berm en vervolgens in het kanaal.
Het was byzonder donker en erg glad. Hy heeft
geen hond voor den auto gezien.
Toen de auto iq het water was gereden, snelde
hy toe en zag B. half In het water. Met anderen
trok hy hem er uit. De man was op dat moment
niet meer by zyn positieven.
Op een vraag van den verdediger verklaart
getuige, dat de vrouw van B. toen getuige
haar na het ongeval eens had opgezocht zei,
dat ze geslipt waren. Voorts zei getuige dat ter
loogte van de plaat.- van het ongeval drie m«n-
schen een fox-hondje hadden.
De volgende getuige, mej. M. Sloot^Boom, die
ook in de buurt van het -ongeval woonde, wist
niets nieuws te-vertellen.
Get. M Sluis, wonende tegenover de plaats,
waar de auto te water reed, was spoedig ter
plaatse, en hielp verd. B. zyn winterjas uit
trekken. Deze was vah onderen nat, van boven
en aan de mouwen was de jas droog.
Op Ti vraag van mr. de< Groot zegt getuige dat
het hondje van Schermer in hute was.
Jb. Stetin, timmerman te Koedyk, verklaart
evenals alle andere getuigen dat de weg glad
was. Verdachte wilde In het water, doch getuige
l
Dr. Blok, arts te Bergen, te ook by het onge
luk geweest. De wegen waren vry goed volgens
hem. Ter plaatse van i,et ongeluk was de weg
wat vochtig, maar of hy daar glad was kan
getuige niet meer zeggen. Verdachte was opge
wonden op een eigenaardige manier, zyn hou
ding stak scherp af by die van de vrouw en
leek wat gekunsteld. Den Indruk van simulant
maakte B. evenwel niet. Hy was niet erg nat.
Dr. Poot, eveneens arts te Bergen, te de huis
dokter van B. Ook hy te by het ongeluk ge
weest en heeft den dood van de kinderen vast
gesteld. B was zeer wild, vocht met de man
nen, die hem vast hielden en schreeuwde om
zyn vrouw en kinderen. Getuige kent verd.
heel goed. De reactie van dezen op het onge
luk acht getuige normaal. B. deed alsof hy
zyn vrouw en kinderen wilde redden en zich
belemmerd voelde door de mannen, die hem
vasthielden.
B. had altyd een goed echtgenoot en vader
geleken.
De opgewonden toestand van het meisje leek
hem echt.
Deze getuige heeft na het ongeluk op een
avond bezoek gekregen van het meisje. Wan
neer precies weet getuige niet Het meisje (dat
op verzoek van den president den dokter toe
stemming geeft dit te vertellen) was zeer ner
veus en vertelde den dokter, dat zy door de
radio van het ongeluk had gehoord. Zy vond
het zoo erg, want zy kwam veel by het gezin
van den verdachte thuis en speelde altyd met
de kinderen.