I H EN Permanente grensdekking LUIK 1939 GEVAARLIJKE S.D.A.P. I al HERHALINGSOEFENINGEN DER WIELRIJDERS WIJZIGING L.O.-WET De huidige toestand staat achter bij dien vóór 1914 INTERNATIONALE DONDERDAG 13 APRIL 1939 IJZEN Noodzakelijke waarborg eener eüentueele mobilisatie De meest moderne en adem benemende wonderen der watertechniek. Een waarlijk unieke bijeenzameling van technische en artistieke meesterwerken. WATERTENTOONSTELLING MEI - NOVEMBER (Van een militairen medewerker) Eskadervlucht wordt uitgesteld w een De Pachtwet Nota van wijzigingen Felle brand in schuur te Honselersdijk De ontvreemde 45.000 r Minister Steenberghe niet naar New-York Belangrijk arreat van de Arn- hemache Pachtkamer EERSTE ASPERGES VOOR DE KONINGIN Nader overleg tuaachen Regeering en Kamercommiaaie géén Eenige brandweerlieden licht gewond Bealuit der K.LM. in de huidige omatandigheden Beide verdachten zyn thana ingealoten Op hornat op 13 en 20 dezer uitgeateld «nentahtelt van de NBB, >1 _4 NSB. mag beweren en getuigen. behoeft HAVAS GELDER M» dat 5 AM - Wav Tijdens het blusschingswerk sprong een groot vat met olie, dat zich in de schuur bevond, uit elkaar, waardoor eenige brandweerlieden lich te verwondingen opliepen. O O 5 O O O O 5 «n hat laats WRIGLEY’S P.K. «telt Uw krachtsinspanning 1 Evenals vorige jaren zou n.l. een groep van vijf K L M. vliegtuigen, waarbij zich ditmagl twee vliegtuigen der Deutsche Lufthansa «ou den voegen, een rondvlucht maken boven de provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Hol- land ter gelegenheid van den aanvang van den zomerdienst op 16 April. De minister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, zal wegens drukke ambtsbezigheden geen gevolg kunnen,geven aan zijn voornemen. 4 Mei het Neoerland- sche paviljoen op de tentoonstelling te New- York officieel te openen. Hr. Ms. gezant te Washington, dr. A. Lou don, zal de openingsplechtigheid namens de Nederlandsche regeering verrichten. Dat beraad hierover noodig is moge reeds hieruit blijken, dat op dit punt zeer ulteenloo- pende opvattingen schijnen te bestaan. De tijd, die aan het godsdienstonderwijs wordt besteed, komt bjj de protestantsch-christelijke kweek scholen op gemiddeld 5 uur en 18 minuten. Het laagste getal uren is 2 5/6 en het hoogste 9. Bij de roomsch-katholieke kweekscholen is die tijd gemiddeld 7 uur en 3 minuten, terwijl hjj afwisselt van 3 tot 16% uur. Bij deze uiteenloo- Woensdagmiddag omstreeks half vjtf heeft een felle brand gewoed in de groote tulnders- schuur met aangebouwde werkplaats van den heer T. Valstar te Honselersdijk gem. Naaldwijk, levert, kan hu dat zqlfs doen al zou er in het geheel geen overtreding zijn gepleegd. De pachtkamer heeft toen nog een compromis beproefd door voor te stellen dat aan den pach ter een beroepsinstantie zou worden toegekend b.v. beroep op de pachtkamer, doch daarmede wilde de Rentmeester q.q. zich niet vereenlgen. Toen heeft het Hof beslist, dat de bedoelde bepaling aan den verpachter een zoodanige een zijdige bevoegdheid geeft dat deze als buiten sporig is te beschouwen. De bewering van den verpachter, dat hij van zijn groote machtspositie slechts een bescheiden en redelijk gebruik zal maken, brengt volgens het Hof geen verandering in het feit dat de pachter aan de willekeur van den verpachter is overgeleverd, die eenzijdig kan beslissen dat boete moet worden betaald en ook hoe groot die boete zal zijn en alzoo ten allen tijde het verdere voortduren der pacht kan beletten. De pachter had echter het land reeds aan vaard en daarom werd beslist dat deze pacht zal gelden op door de pachtkamer voorgeschre- ven voorwaarden. Ook hiertegen had de verpachter bezwaar. Hij beweerde dat hjj daardoor in zijn belangen werd geschaad en dat als de pachtrechter een pacht overeenkomst niet wilde goedkeuren er dan geen contract bestond en partijen dus weer van el kaar af waren. Daaromtrent zegt het Hot, dat het niet in het belang van den verpachter kan zijn wan neer hij thans, ongeveer half April, zou zitten met een onverpachte boerderij en dit zeker ook zou zijn tegen het belang van den pachter, zoo- dat dus een pacht voor het reeds aangevangen jaar werd billijk geoordeeld. Natuurlijk treft deze beslissing nu iedere ver pachting van domeingronden op dezelfde alge meens voorwaarden. De brand ontstond doordat vuur, waarmede kootteer werd verwarmd, in aanraking kwam met een stapel van vifftlg pakken stroo. De krachtige wind deed het vuur snel om zich heen grijpen met het gevolg dat de schuur en de werkplaats tot den grond toe afbrandden. De brandweer van Naaldwijk wist met groote moeite het woonhuis te behouden. Behalve de vijftig pakken stroo werden nog twee rijwielen en een aantal tuinbouwgereedschappen door het vuur verwoest, De schade wordt niet door verzekering gedekt. Deze korte uiteenzetting is reeds voldoen de om te toonen, dat mobilisatie en con centratie uitermate kwetsbare handelingen zijn. Indien zij ernstig zouden worden ver stoord, hetzij op,den grond, hetzij vanuit de lucht, dan komt er van de vorming van het leger weinig terecht, maar wordt het een chaos, waar alleen energieke leiding nog iets van vermag te maken en dan neg met een poover resultaat. De geheele mobilisatie heeft als onmis bare voorwaarde: zij is alléén mogelijk bij een sterke grensbeveiliging en luchtafweer, die ernstige stoornissen kunnen uitslulten. En deze onmisbare voorwaarde moet inder daad ’n vóór waaide zijn: zij moet losstaan van de mobilisatie en in massieven opbouw aanwezig zijn vóór er aan mobilisatie ook maar kan worden gedacht. De moderne krijgsgevaren gelijken op die onweders, die zichzelf niet reeds uit de verte aankondigen en wier nadering men niet geleidelijk aan opeenvolgende donder slagen kan aftellen, maar die meteen raak slaan. Bij de eerste soort van onweer zou men nog kunnen denken aan een bliksem afleider, die alleen van geval tot geval wordt gemonteerd; tegen de laatste soort kan al leen een vaste inrichting u beschermen. De opkomst van de ploeg dienstplichti gen. die 20 April 1939 (de onder-offideren 13 April 1939) bij de wielrijders voor her halingsoefeningen moeten opkomen, wordt echter tot een naderen datum ‘verschoven Nadat de commissie van rapporteurs der Tweede Kamer voor het wetsontwerp tot wijzi ging van de lager-onderwljswet 1920 en van daarmede vërband houdende bepalingen der pensioenwet 1922, der middelbaar-onderwljs- wet en der wet van Jl Juni «1921 had kennis genomen van de memorie van antwoord, is zij omtrent eenige in die memorie behandelde pun ten in schriftelijk overleg getreden met de mi nisters van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen en van Binnenlandsche Zaken. pende regelingen is het den minister nog niet mogelijk met beslistheid te zeggen, wélk getal hem voor oogen staat. Bij de toepassing van deze wet zal geen on derscheid worden gemaakt tusschen leenlngen, strekkende tot converteering van bestaande lee nlngen, en leenlngen. strekkende tot het ver krijgen van nieuw geld voor het stichten van schoolgebouwen. et behoeft geen betoog, dat het „op richten” der oorlogsonderdeelen, met al de daarbij behoorende werkzaam heden. moet geschieden vóór de aankomst van de overige officieren, onderofficieren en manschappen. Zou men 't in eens willen doen, dan zou slechts een ontzettende chaos ontstaan. Bij de „algemeene mobilisatie” moeten de manschappen „ontvangen” kun nen worden. Tusschen de „voormobillsatie” en de algemeenemobilisatie moet dus een zekere tijdsruimte liggen. Die „algemeene mobilisatie" omvat echter weer méér dan alleen de aankomst van de eenige honderdduizenden personen, die het legergeraamte gaan ..aankleeden". Immers, een leger is niet volledig met menschen en wapens alleen. Talrijke middelen, die men onmogelijk reeds in vredestijd in voorraad kan hebben, moeten aan het leger worden toegevoegd. Het Is ondoenlijk alles op te noemen. Wat bij algemeene mobilisatie moet worden aangeschaft; wij noemen slechts de grootste groepen. nJ. motorvoertuigen (per sonenauto's, vrachtauto’s, autobussen), mo torrijwielen, rijwielen en paarden. Deze worden alle volgens een bepaald, nauwkeu rig voorbereid systeem aan de gewone maat schappij onttrokken. Dcfch ook met het bezit van dit alles Is men er nog niet. Een vrachtauto uit de burgermaatschappij is nog geen legerauto. ZulkJ geldt eveneens voor het grootste ge deelte der paarden,.rijwielen en motorrij- wielen. Alles moet eerst worden gedistribu- -p- e F J wat zfj wil, haar sympathie en haar Lx denkwijzen zijn te eenzijdig ingesteld ons voldoende vertrouwen in haar en kleurecht Nederlanderschap,, in te kunDen boezemen. De gezagondermjjnende criüek, die zij dag in dag uit zich veroorlooft □p onze regeerlng, juist nu eendracht en ^«mhoorigheid over alle meenlngsverschll- len been voor ons land dringender dan ooit geboden zijn; de steeds maar voortgezette y^mpagne van verdachtmaking en haat- ■•alerij 1» haar pers; haar stelselmatige verheerlijking van een al heel weinig staat kundig getalenteerd leider, haar partijkiezen rite het Duitsche standpunt tegen het Uederlandsche bij de af en toe voorgekomen minimale „Incidentjes"; de kromme kron- gels. waarin zij zich moest wringen om haar veroordeeling van de inlijving van Tsjecho- gloaUkije toch weer zooveel mogelijk te ver ontschuldigen en goed te praten, dit alles ep nog veel meer rechtvaardigt een niet meer te overwinnen wantrouwen tegen deze autori taire beweging naar Duitsch model. Zij belooft jma volk in nood” arbeid en brood, maar wil bet in ieder geval een nog kostbaarder goed al de vrijheid ontnemen. Zij schrijft wel met veel ophef, dat zij noch een verfranscht noch een verdultscht Nederland wwnscht, maar het is teekenend. dat de koppen boven dit betoog in haar pers in schaam-roode letters zijn gedrukt. Neen, de N.S.B. en haar drijven achten wij bijzonder onder de huidige internationale omstandigheden verderfelijk voer ons land. „Wij willen onszelf worden” verklaart „Volk en Vaderland”, dat zoo vaak buiten zichzelf is, maar wij, die onszelf zijn vu willen blijven ook, behoeven de wordings- gne-hiertenU der blijkbaar nog steeds niet sidizelfzljnde NB.B.-ers niet mee te maken. De NBB. is en blijft de plek van den min den weerstand bU een mogelijken Duitschen aanval. En al achten wij een dergelijken aan val op het oogenblik even onwaarschijnlijk als een Britschen of een Franschen, dit doet niet af van de landsgwvaarljjkheid van zulk een zwakke plek in ons nationale leven. De Pachtkamer van het Gerechtshof te Arn hem heeft een belangrijk arrest gewezen. Het ging over de verpachting van perceelen domeingronden, waarbij waren toepasselijk ver klaard de Algemeene pachtvoorwaarden, vastge steld door den minister van Financiën. De Rentmeester was in hooger beroep geko men tegen een beschikking van de pachtkamer bij het betrokken kantongerecht waarbij goed keuring van dit contract werd geweigerd. Allereerst heeft het Hof beslist dat het hooger beroep in zulke niet-contradlctoire zaken (art. 7 en 8 der pachtwet) ontvankelijk is. Wijders bleek het bezwaar van de Pachtkamer zich te richten tegen een bepaling van de ge noemde algemeene pachtvoorwaarden n.l. dat de rentmeester aan den pachter voor iedere over treding een boete kan opleggen van f 500 en dat voor het conslateeren van zulk een overtreding als voldoende bewijs zou gelden een relaas van bevinding opgenmakt door den rentmeester. Hiertegen hac^Tle pachtrechter het bezwaar dat de pachter geheel aan de willekeur van den verpachter is overgeleverd. De rentmeester (zelf verpachter) zou dus de belangrijke boete van f 500 kunnen opleggen voor iedere overtreding hoe. gering ook. en waar het door hem op te makeri relaas eenzijdig het be- Bij nota van wijziging wordt voorgesteld het eerste lid van artikel 158 te lezen als volgt: „De vergoeding, bedoeld in artikel 157, onder a, bedraagt vijf ten honderd van het bedrag hetwelk voor het verkrijgen van den grond, voor den bouw of verbouw en voor de eerste in richting, met inbegrip van de schoolmeubelen. is uitgegeven, met dien verstande, dat daarbij bulten beschouwing blijven kosten, waarvan Onze minister bij de goedkeuring, bedoeld in artikel 156, onder h, heeft bepaald, dat zij niet voor vergoeding in. aanmerking komen.” Voorts wordt de derde volzin van het eerste lid van artikel 11 als volgt gelezen: „De vergoeding bedraagt vijf ten honderd van de geschatte waarde." Dat de Algemeene Rekenkamer toezicht wenscht uit te oefenen over de subsidieering der kweekscholen, is alleszins begrijpelijk. De minister van Onderwijs is dan ook volko men bereid daartoe mede te werken. In het be lang van de rechtszekerheid der schoolbesturen acht hij het echter niet mogelijk, dat dit toe zicht zou kunnen bestaan in het verwerpen van een beslissing, die door den minister of in hoo ger beroep door de Kroon genomen is, en waar op het belanghebbende bestuur staat moet kun nen maken. Een administratlef-rechterlijke be slissing in hoogste instantie moet Inderdaad "n eindbeslissing zijn. Daarentegen bestaat er geen enkel bezwaar, dat de rekenkamer de toegeken de subsidies controleert en dat de gemaakte op- of aanmerkingen een nieuwen leidraad zul len leveren bij volgende toepassing. Zelfs is de minister bereid zjjn medewerking er toe te ver- leenen, indien de rekenkamer haar toezicht ten depertemente zou willen uitoefenen zooveel mogelijk vóór de subsidies worden vastgesteld, mits dit de tijdige afdoening niet te zeer zou belemmeren. De eerste asperges, gekweekt op vollen grond, zijn aan H. M. de Koningin aangeboden door den beer W. van Riet, aspergekweeker te Gen nep. t U ia staat té verdubbe len, het verhoogt Uw uithoudings vermogen en houdt U frisch. Kauw de verkwikkende r.K. aa elkea waal- Wd. het sterkt Uw leiave, beverdart de epUeverteriaBovendien belet F.K» Uw taaden neboee. saai en eterk te konden. Doktoren en tandarteen bevelen het aan. Keept vandaag nes enkele pakjes on kendt er «trede een paar bU do hand. T< Font genot «oor weinig geld; 5 eend. aaaaaaaaaaaaaa eerd en op het legergebrulk worden inge steld door bepakking, Inventariseering, enz. snz. Zulks klemt te meer, waar bij ons in tegenstelling met vele andere landen aan het particuliere materiaal in vredestijd geen militaire eischen worden gesteld. Wanneer men alles zou willen aangeven, wat er moet gebeuren, aleer men kan zeg gen dat het leger is gemobiliseerd, dan zou menigeen gaan twijfelen aan de mogelijk heid van zulk een mobilisatie. Zif is inder daad slechts mogelijk, doordat in vredestijd alles met groote nauwkeurigheid tot in details wordt voorbereid en niets aan het tceval wordt overgelaten. Het Departement van Defensie, de Generale Staf, de comman danten der vredeseenheden, garnizoens commandanten, burgemeesters, enz. enz., zij werken dagelijks om een mobilisatie zoo tlot mogelijk te doen verloopen en op hun werk berust 't vertrouwen, dat de mobili satie ook onder de huidige ongunstige voor waarden zonder ernstige stoornis zal ver loopen, mits.... daarvoor voldoende tijd beschikbaar is en elke storende inwerking van buitenaf kan worden afgewezen. Is het leger gemobiliseerd, dan nog is het doel niet bereikt. Na de mobilisatie moeten dc oorlogsonderdeelen trapsgewijze tot sa mengestelde oorlogsonderdeelen worden bij eengevoegd, totdat ieder deel zijn plaats heeft in de organisatie waarin het thuis hoort. Is het leger georganiseerd, dan moe ten de groote en kleine eenheden naar de in te nemen opstellingen worden gebracht, de zgn. „concentratie”. Deze laatste handelin- Aan het desbetreffende verslag is liet volgen de ontleend: Hoe groot haar waardeering ook is voor de kundigheid van de adviseurs der regeering, toch meent de commissie, dat niet kan worden ge zegd, dat de openbare behandeling van dit wetsontwerp voldoende is voorbereid, als de Kamer ten minste de hoofdlijnen van bet nieu we leerplan kent. In hun antwoord zeggen de beide ministers, dat bezwaarlijk van hen kan worden verwacht. zjj nu reeds mededeeling doen van de voorschriften betreffende het leerplan, die in gevolge artikel 150 van het wetsontwerp bij al- gemeenen maatregel van bestuur zullen wor den vastgesteld. Daarmede toch zou op onge- wenschte wijze vooruitgeloopen worden op het overleg, dat met den Raad van State voor het tot stand, komen van dat Koninklijk Besluit noodig is, op het advies, dat volgens het wette- Üik voorschrift van den onderwijsraad omtrent de regeling moet worden ingewonnen, en op het advies, dat de minister van Onderwijs zeker niet zal nalaten ook van den inspecteur van de onderwijzersopleiding te vragen. De minister geeft echter een in het verslag opgenomen schema van een normale lesuren- verdeeling voor de vierjarige kweekschool. De commissie meent, dat het de bedoelifig van dit ontwerp is, dat de kweekellngen meer practische oefening zullen hebben dan thans. De ministers kunnen deze formuleering in haar algemeenheid niet aanvaarden. In de memorie van toelichting wordt opgemerkt, dat in de hoogste twee leerjaren ruimte van tijd zal blij ven, om de practische oefening der leerlingen „behoorlijk tot haar recht te laten komen". Dit behoeft niet immer te leiden tot vergrooting van het getal oefenuren. De vrouw en haar vriend uit Groningen, die er van worden verdacht een heer uit dezelfde stad, met wien de vrouw in de hoofdstad een dagje heeft gelogeerd, voor f 45000 te hebben opgelicht, zijn na verhoord te zijn, thans op last van den rechter-commissaris ingesloten. Nog minder dan omtrent de bepaling van het aantal lessen in het algemeen kan de minister van Onderwijs zich thans reeds uitspreken over het aantal uren, dat voor het godsdienst-on- derwjjs in den algemeenen maatregel van be stuur zal worden vastgesteld. Dit is een zaak, waarbij hij eerst na overweging van de dien aangaande te ontvangen adviezen zal kunnen beslissen. vloeien. Misschien zal iemand vragen, waarom de mobilisatie niet‘geschiedt op de plaats .zelf waar de diverse déelen zich moeten opstel len. Dat zou misschien kunnen als Neder land maar éen zijde had, doch er zijn ver schillende mogelijkheden voor het optreden van het leger. Bovendien Is de keuze van de plaatsen van mobilisatie gebonden aan ruimte voor legering, berging van voorra den, enz. De verplaatsing van een groot deel van het leger per trein, auto of te voet kan alweer niet in een handomdraaien geschie den, maar beteekent een zware taak voor de spoor- en autowegen, massavervoer in den zooveelsten graad. Alleen degelijke vre- desvoorbereiding kan hiervan iets terecht brengen, terwijl krachtige luchtverdedi ging en gebruik van den nachttijd de onge stoorde uitvoering moeten verzekeren. n ons huidig legerstelsel en bij het zeer snelle verloop, dat de krijgshandelingen In onzen tijd kenmerkt zoo sprak minister Col ij n Dinsdag door de radio Is de normale sterkte van ons leger op vredes- voet ongenoegzaam, om de zekerheid te scheppen, dat die (eventueele) mobilisatie ongestoord zal verloopenMaatregelen worden voorbereid om, zoolang de rust in Europa niet is weergekeetd, In deze leemte op doeltreffende wijze te vooralenDaar om Is het noodig voorzieningen te treffen, die een meer permanent karakter draden en van zoodanigen aard zijn, dat niet tel kenmale tot het treffen van bijzondere maatregelen behoeft te worden overge gaan a Het Is duidelijk, dat in deze verklaring veelomvattende regeerlngsplannen tot ver sterking en reorganisatie onzer defensie worden aangekondlgd. Wij zullen hier ech ter geen poging doen, op die plannen vooruit te loopen en vermoedens uit te spreken of zij zich zullen bewegen In de richting van een verhooging van het con tingent, van een verlenging van den oefen tijd, van een reorganisatie van de mo bilisatie of van andere desiderata, die hier en daar ook in de pers naar voren zijn ge bracht. Onze eigen meening over de grensdekking hebben wij reeds vroeger herhaaldelijk om schreven en dc lezer zal er wel niet aan twijfelen, dat de aankondiging van de re geering' ons militaire hart met voldoening heeft vervuld. Wij zullen ons hier echter ertoe beperken, het noofteakelijk verband te schetsen tus schen een sterke grensdekking en de mobi lisatie, waarin onze vaste wil tot handha ving van zelfstandigheiö en neutraliteit zich, als de omstandigheden het eischen, in laatste instantie zal moeten uiten en ver werkelijken. Meerdere malen hébben wij betoogd, dat een mobilisatie en de Nederlandsche in het bijzonder een uitermate kwetsbare handeling is. Zij, die den om vang van het begrip mo bilisatie niet kenden, hebben die verklaring wellicht aanvaard als een axioma. Thans willen wij echter het begrip „mobilisatie”, dat een terecht verontrustenden klank heeft, eens nader beschouwen om te toonen, dat de overhang van het vredesleger naar het oorlogsleger een reeks van zeer Ingewik kelde handelingen omvat, welke geen stoor nis van beteekenis kunnen verdragen. Waar wij hieronder verder spreken van „het leger”, bedoelen we daarmede het ge mobiliseerde leger. Dit leger dan bestaat uit eenige duizenden „oorlogsonderdeelen” (compagnieën, batterijen, eskadrons, enz.), waarvan wij in het algemeen kunnen zeg gen, dat zij in vredestijd niet bestaan. De eerste phase van de mobilisatie de zgn. vóór-mobilisatie bestaat nu hierin, dat al die oorlogsonderdeelen moeten worden op gericht. Dat wil niet alleen zeggen, dat de commandanten het eerst-nqpdzakelijke.per- soneel om zich heen "moeten verzamelen, doch ook moeten de legering, voeding, klee- ding, bewapening, enz. worden voorbereid voor de manschappen, die Straks bij de „al gemeene mobilisatie” hun oorlogsonderdeel zullen opzoeken. Daar de commandanten met hun toege voegd personeel voor het meerendeel niet onder de wapens zijn, maar nog moeten „opkomen”, zal een«leder begrijpen, dat de vóórmobilisatle het belangrijkste deel van dc „mobilisatie” uitmaakt. Is zij achter den rug, dan is het leger gevormd. Het geraamte is er. Maar toch zijn we dan eigenlijk niet ver der dan wij vóór 1514 in vollen vredestijd steeds waren. Toen waren de omstandig heden, waaronder moest worden gemobili seerd, dus belangrijk gunstiger, en maatregel zou o.l. meer zijn toe te juichen dan een spoedige terugkeer tot dien toe stand De directie der KLU. heeft besloten, onder de huidige omstandigheden geen gevolg te ge ven aan haar voornemen, as. Zondag een ea- kadervlucht boven Nederland te laten uitvoe ren. Ijn de veranderlijke stellingen en stre- vingen van de N S B. voor de meest Ld veilige en betrouwbare handhaving van Nederlands politieke, cultureele en geeste lijke onafhankelijkheid en zelfstandigheid zls ondeugdelijk en gevaarlijk te verwerpen, sommige stellingen verkondigd op het Paasch- eongres van de 8.DA.P. zijn het niet minder. Hen weet, dat onze regeering kalm en vast beraden een zeer juiste alzijdige zelfstandig heids- en onzljdigheidspolitiek voert en deze met alzijdige militaire voorzorgsmaatregelen krachtig en duidelijk onderstreept. Het, landsbelang In den meest ruimen zin van, bet woord, en dat te behartigen Is de onaf wijsbare plicht der regeering. elscht, dat wij ons buiten de twisten en wrijvingen der groote mogendheden houden en niet bjj voorbaat deze of gene zijde kiezen. Wij mogen ons terwille van welke ideologische voorkeur ook niet laten verleiden tot het geven van voorwend sels aan wie dan ook om onze onschendbaar heid te schenden. Dat is geen lafheid, maar verstandig beleid, gericht op welbegrepen eigenbelang en rechtmatig zelfbehoud. Wan neer wij zelf bet recht voor ons opeischen om eigen zaken" naar eigen goeddunken en sender Inmenging van buitenstaanders te regelen en in te richten, moeten wij ook aan anderen, voor wien wjj buitenstaanders zijn, dat recht toekennen. De 8.DA.P. deelt ech ter dit standpunt niet, hetgeen ons niet be hoeft te verwonderen. Heeft zij indertijd biet evenveel propaganda gemaakt voor de van bolsjewisme doorziekte VolksfronterJ in het roode Spanje als de NSJB. voor het Derde Rijk? Op het Paaschcongres nu heeft de &DAJ*. verklaard, dat zij blijft vasthou den aan de illusie der collectieve veiligheid. Voor deze hersenschim wil zij op dq bres blijven staan en daarom meent zij. dat de kleine democratidRie staten zich niet mogen terugtrekken in absolute, neutrale, zelfstan digheid en in „bange gelatenheid” afwachten •M zekere groote mogendheden misschien zullen doen. Dit klinkt wel-ls-wWar heel flink en kordaat, maar deze flinkheid met den mond is niet zoo bijster veel waard, wanneer men bedenkt, hoe ver de sociaal- democratie het met zulk een flinkheid in Italië. Duitse hland, Oostenrijk, Tijjecho- Blowakjje en Spanje heeft gebracht. Het is te betreuren, maar de collectieve veiligheid I» practisch morsdood in Europa. Wie aan dit lieve Ijjk wenscht vast te houden, loopt revaar een doodelijke besmetting op te doen. ®en gedeeltelijke zgn. collectieve veiligheid, gelijk Engeland en Frankrijk thans op niet bijster voorspoedige wijze trachten te organi seren, kan een deugdelijk tegenwicht vor- “efi tegenover de zwaar drukkende aspoli- öek, maar verhoogt ook de spanning, ver- •rherpt de tegenstellingen, en is in wezen uiets anders dan een streven naar een doodgewoon militair bondgenootschap. Dat Engeland en Frankrijk op voorhand zooveel tiogeljjk medestanders zoeken voor een mo- telljk conflict tusschen hen en de autoritaire •faten is begrijpelijk, maar een land als het °nze dient daaraan niet mee te doen. Wan- Be*r twee wolven op leven en dood met tikaar willen gaan vechten, dienen de Vre«dzame lammeren zich daarbuiten te houden, indien zij althans niet mede ver- •oheurd wenschen te worden. Is het lam- •ntije dat zich van de wolven afzijdig houdt, laffer dan dat, wat bij voorbaat met een der *»ven blatend tracht mee te huilen? Deze l**ldspraak is duidelijk, maar zij gaat niet op voor het geval, dat het Nederland- Bche lam een wolvenbeet mee zou krijgen, »»nt dan zal het Nederlandsche lam een tooe<lige en fiere leeuw blijken te zijn, die «•n, maar ook alleen dkn, natuurlijk mede y «trilden met hen, die hem willen helpen zijn belager. Het S-D-A-P -llluslonnlsme, n<* altüd van een deelnagie van Neder- aan een voor ons land b(j voorbaat *Rbsgevaarlljke democratische frontvorming tc*tu de autoritaire geweldenaars droomt, is evm gevaarlijk als de pseudo-Nederland- De Regeeringspersdienst meldt: De inlijving van de tot gewoon dienstplich tige bestemde personen, alsmede de opkomst van dienstplichtigen voor eerste oefening en herhalingsoefeningen, gaat op de gewone wijze door, althans voor zoover de dienstplichtigen gen kunnen natuurlijk gedeeltelijk samen- jzich niet reeds wegens de buitengewone oproe ping in werkelljken dienst bevinden. oor er». te len, ten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 15