I
H
EN
Permanente grensdekking
LUIK 1939
GEVAARLIJKE S.D.A.P.
I
al
HERHALINGSOEFENINGEN
DER WIELRIJDERS
WIJZIGING L.O.-WET
De huidige toestand staat
achter bij dien vóór 1914
INTERNATIONALE
DONDERDAG 13 APRIL 1939
IJZEN
Noodzakelijke waarborg eener eüentueele mobilisatie
De meest moderne en adem
benemende wonderen der
watertechniek. Een waarlijk
unieke bijeenzameling van
technische en artistieke
meesterwerken.
WATERTENTOONSTELLING
MEI - NOVEMBER
(Van een militairen medewerker)
Eskadervlucht wordt
uitgesteld
w een
De Pachtwet
Nota van wijzigingen
Felle brand in schuur
te Honselersdijk
De ontvreemde
45.000
r
Minister Steenberghe
niet naar New-York
Belangrijk arreat van de Arn-
hemache Pachtkamer
EERSTE ASPERGES VOOR
DE KONINGIN
Nader overleg tuaachen Regeering
en Kamercommiaaie
géén Eenige brandweerlieden licht
gewond
Bealuit der K.LM. in de huidige
omatandigheden
Beide verdachten zyn thana
ingealoten
Op hornat op 13 en 20 dezer
uitgeateld
«nentahtelt van de NBB,
>1
_4
NSB. mag beweren en getuigen.
behoeft
HAVAS GELDER
M»
dat
5
AM - Wav
Tijdens het blusschingswerk sprong een groot
vat met olie, dat zich in de schuur bevond, uit
elkaar, waardoor eenige brandweerlieden lich
te verwondingen opliepen.
O
O
5
O
O
O
O
5
«n hat
laats
WRIGLEY’S P.K. «telt
Uw krachtsinspanning 1
Evenals vorige jaren zou n.l. een groep van
vijf K L M. vliegtuigen, waarbij zich ditmagl
twee vliegtuigen der Deutsche Lufthansa «ou
den voegen, een rondvlucht maken boven de
provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Hol-
land ter gelegenheid van den aanvang van den
zomerdienst op 16 April.
De minister van Economische Zaken, mr.
M. P. L. Steenberghe, zal wegens drukke
ambtsbezigheden geen gevolg kunnen,geven
aan zijn voornemen. 4 Mei het Neoerland-
sche paviljoen op de tentoonstelling te New-
York officieel te openen.
Hr. Ms. gezant te Washington, dr. A. Lou
don, zal de openingsplechtigheid namens de
Nederlandsche regeering verrichten.
Dat beraad hierover noodig is moge reeds
hieruit blijken, dat op dit punt zeer ulteenloo-
pende opvattingen schijnen te bestaan. De tijd,
die aan het godsdienstonderwijs wordt besteed,
komt bjj de protestantsch-christelijke kweek
scholen op gemiddeld 5 uur en 18 minuten. Het
laagste getal uren is 2 5/6 en het hoogste 9.
Bij de roomsch-katholieke kweekscholen is die
tijd gemiddeld 7 uur en 3 minuten, terwijl hjj
afwisselt van 3 tot 16% uur. Bij deze uiteenloo-
Woensdagmiddag omstreeks half vjtf heeft
een felle brand gewoed in de groote tulnders-
schuur met aangebouwde werkplaats van den
heer T. Valstar te Honselersdijk gem. Naaldwijk, levert, kan hu dat zqlfs doen al zou er in
het geheel geen overtreding zijn gepleegd.
De pachtkamer heeft toen nog een compromis
beproefd door voor te stellen dat aan den pach
ter een beroepsinstantie zou worden toegekend
b.v. beroep op de pachtkamer, doch daarmede
wilde de Rentmeester q.q. zich niet vereenlgen.
Toen heeft het Hof beslist, dat de bedoelde
bepaling aan den verpachter een zoodanige een
zijdige bevoegdheid geeft dat deze als buiten
sporig is te beschouwen.
De bewering van den verpachter, dat hij van
zijn groote machtspositie slechts een bescheiden
en redelijk gebruik zal maken, brengt volgens
het Hof geen verandering in het feit dat de
pachter aan de willekeur van den verpachter
is overgeleverd, die eenzijdig kan beslissen dat
boete moet worden betaald en ook hoe groot
die boete zal zijn en alzoo ten allen tijde het
verdere voortduren der pacht kan beletten.
De pachter had echter het land reeds aan
vaard en daarom werd beslist dat deze pacht
zal gelden op door de pachtkamer voorgeschre-
ven voorwaarden.
Ook hiertegen had de verpachter bezwaar. Hij
beweerde dat hjj daardoor in zijn belangen werd
geschaad en dat als de pachtrechter een pacht
overeenkomst niet wilde goedkeuren er dan geen
contract bestond en partijen dus weer van el
kaar af waren.
Daaromtrent zegt het Hot, dat het niet in
het belang van den verpachter kan zijn wan
neer hij thans, ongeveer half April, zou zitten
met een onverpachte boerderij en dit zeker ook
zou zijn tegen het belang van den pachter, zoo-
dat dus een pacht voor het reeds aangevangen
jaar werd billijk geoordeeld.
Natuurlijk treft deze beslissing nu iedere ver
pachting van domeingronden op dezelfde alge
meens voorwaarden.
De brand ontstond doordat vuur, waarmede
kootteer werd verwarmd, in aanraking kwam
met een stapel van vifftlg pakken stroo. De
krachtige wind deed het vuur snel om zich
heen grijpen met het gevolg dat de schuur en
de werkplaats tot den grond toe afbrandden.
De brandweer van Naaldwijk wist met groote
moeite het woonhuis te behouden. Behalve de
vijftig pakken stroo werden nog twee rijwielen
en een aantal tuinbouwgereedschappen door het
vuur verwoest,
De schade wordt niet door verzekering gedekt.
Deze korte uiteenzetting is reeds voldoen
de om te toonen, dat mobilisatie en con
centratie uitermate kwetsbare handelingen
zijn. Indien zij ernstig zouden worden ver
stoord, hetzij op,den grond, hetzij vanuit
de lucht, dan komt er van de vorming van
het leger weinig terecht, maar wordt het
een chaos, waar alleen energieke leiding nog
iets van vermag te maken en dan neg met
een poover resultaat.
De geheele mobilisatie heeft als onmis
bare voorwaarde: zij is alléén mogelijk bij
een sterke grensbeveiliging en luchtafweer,
die ernstige stoornissen kunnen uitslulten.
En deze onmisbare voorwaarde moet inder
daad ’n vóór waaide zijn: zij moet losstaan
van de mobilisatie en in massieven opbouw
aanwezig zijn vóór er aan mobilisatie ook
maar kan worden gedacht.
De moderne krijgsgevaren gelijken op die
onweders, die zichzelf niet reeds uit de
verte aankondigen en wier nadering men
niet geleidelijk aan opeenvolgende donder
slagen kan aftellen, maar die meteen raak
slaan. Bij de eerste soort van onweer zou
men nog kunnen denken aan een bliksem
afleider, die alleen van geval tot geval wordt
gemonteerd; tegen de laatste soort kan al
leen een vaste inrichting u beschermen.
De opkomst van de ploeg dienstplichti
gen. die 20 April 1939 (de onder-offideren
13 April 1939) bij de wielrijders voor her
halingsoefeningen moeten opkomen, wordt
echter tot een naderen datum ‘verschoven
Nadat de commissie van rapporteurs der
Tweede Kamer voor het wetsontwerp tot wijzi
ging van de lager-onderwljswet 1920 en van
daarmede vërband houdende bepalingen der
pensioenwet 1922, der middelbaar-onderwljs-
wet en der wet van Jl Juni «1921 had kennis
genomen van de memorie van antwoord, is zij
omtrent eenige in die memorie behandelde pun
ten in schriftelijk overleg getreden met de mi
nisters van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen en van Binnenlandsche Zaken.
pende regelingen is het den minister nog niet
mogelijk met beslistheid te zeggen, wélk getal
hem voor oogen staat.
Bij de toepassing van deze wet zal geen on
derscheid worden gemaakt tusschen leenlngen,
strekkende tot converteering van bestaande lee
nlngen, en leenlngen. strekkende tot het ver
krijgen van nieuw geld voor het stichten van
schoolgebouwen.
et behoeft geen betoog, dat het „op
richten” der oorlogsonderdeelen, met
al de daarbij behoorende werkzaam
heden. moet geschieden vóór de aankomst
van de overige officieren, onderofficieren en
manschappen. Zou men 't in eens willen
doen, dan zou slechts een ontzettende chaos
ontstaan. Bij de „algemeene mobilisatie”
moeten de manschappen „ontvangen” kun
nen worden. Tusschen de „voormobillsatie”
en de algemeenemobilisatie moet dus een
zekere tijdsruimte liggen.
Die „algemeene mobilisatie" omvat echter
weer méér dan alleen de aankomst van de
eenige honderdduizenden personen, die het
legergeraamte gaan ..aankleeden". Immers,
een leger is niet volledig met menschen en
wapens alleen. Talrijke middelen, die men
onmogelijk reeds in vredestijd in voorraad
kan hebben, moeten aan het leger worden
toegevoegd. Het Is ondoenlijk alles op te
noemen. Wat bij algemeene mobilisatie moet
worden aangeschaft; wij noemen slechts de
grootste groepen. nJ. motorvoertuigen (per
sonenauto's, vrachtauto’s, autobussen), mo
torrijwielen, rijwielen en paarden. Deze
worden alle volgens een bepaald, nauwkeu
rig voorbereid systeem aan de gewone maat
schappij onttrokken.
Dcfch ook met het bezit van dit alles Is
men er nog niet. Een vrachtauto uit de
burgermaatschappij is nog geen legerauto.
ZulkJ geldt eveneens voor het grootste ge
deelte der paarden,.rijwielen en motorrij-
wielen. Alles moet eerst worden gedistribu-
-p- e
F J wat zfj wil, haar sympathie en haar
Lx denkwijzen zijn te eenzijdig ingesteld
ons voldoende vertrouwen in haar
en kleurecht Nederlanderschap,, in te
kunDen boezemen. De gezagondermjjnende
criüek, die zij dag in dag uit zich veroorlooft
□p onze regeerlng, juist nu eendracht en
^«mhoorigheid over alle meenlngsverschll-
len been voor ons land dringender dan ooit
geboden zijn; de steeds maar voortgezette
y^mpagne van verdachtmaking en haat-
■•alerij 1» haar pers; haar stelselmatige
verheerlijking van een al heel weinig staat
kundig getalenteerd leider, haar partijkiezen
rite het Duitsche standpunt tegen het
Uederlandsche bij de af en toe voorgekomen
minimale „Incidentjes"; de kromme kron-
gels. waarin zij zich moest wringen om haar
veroordeeling van de inlijving van Tsjecho-
gloaUkije toch weer zooveel mogelijk te ver
ontschuldigen en goed te praten, dit alles ep
nog veel meer rechtvaardigt een niet meer te
overwinnen wantrouwen tegen deze autori
taire beweging naar Duitsch model. Zij belooft
jma volk in nood” arbeid en brood, maar wil
bet in ieder geval een nog kostbaarder goed
al de vrijheid ontnemen. Zij schrijft wel
met veel ophef, dat zij noch een verfranscht
noch een verdultscht Nederland wwnscht,
maar het is teekenend. dat de koppen boven
dit betoog in haar pers in schaam-roode
letters zijn gedrukt. Neen, de N.S.B. en haar
drijven achten wij bijzonder onder de huidige
internationale omstandigheden verderfelijk
voer ons land. „Wij willen onszelf worden”
verklaart „Volk en Vaderland”, dat zoo vaak
buiten zichzelf is, maar wij, die onszelf zijn
vu willen blijven ook, behoeven de wordings-
gne-hiertenU der blijkbaar nog steeds niet
sidizelfzljnde NB.B.-ers niet mee te maken.
De NBB. is en blijft de plek van den min
den weerstand bU een mogelijken Duitschen
aanval. En al achten wij een dergelijken aan
val op het oogenblik even onwaarschijnlijk
als een Britschen of een Franschen, dit doet
niet af van de landsgwvaarljjkheid van zulk
een zwakke plek in ons nationale leven.
De Pachtkamer van het Gerechtshof te Arn
hem heeft een belangrijk arrest gewezen.
Het ging over de verpachting van perceelen
domeingronden, waarbij waren toepasselijk ver
klaard de Algemeene pachtvoorwaarden, vastge
steld door den minister van Financiën.
De Rentmeester was in hooger beroep geko
men tegen een beschikking van de pachtkamer
bij het betrokken kantongerecht waarbij goed
keuring van dit contract werd geweigerd.
Allereerst heeft het Hof beslist dat het hooger
beroep in zulke niet-contradlctoire zaken (art. 7
en 8 der pachtwet) ontvankelijk is.
Wijders bleek het bezwaar van de Pachtkamer
zich te richten tegen een bepaling van de ge
noemde algemeene pachtvoorwaarden n.l. dat de
rentmeester aan den pachter voor iedere over
treding een boete kan opleggen van f 500 en dat
voor het conslateeren van zulk een overtreding
als voldoende bewijs zou gelden een relaas van
bevinding opgenmakt door den rentmeester.
Hiertegen hac^Tle pachtrechter het bezwaar
dat de pachter geheel aan de willekeur van den
verpachter is overgeleverd.
De rentmeester (zelf verpachter) zou dus de
belangrijke boete van f 500 kunnen opleggen voor
iedere overtreding hoe. gering ook. en waar het
door hem op te makeri relaas eenzijdig het be-
Bij nota van wijziging wordt voorgesteld het
eerste lid van artikel 158 te lezen als volgt:
„De vergoeding, bedoeld in artikel 157, onder
a, bedraagt vijf ten honderd van het bedrag
hetwelk voor het verkrijgen van den grond,
voor den bouw of verbouw en voor de eerste in
richting, met inbegrip van de schoolmeubelen.
is uitgegeven, met dien verstande, dat daarbij
bulten beschouwing blijven kosten, waarvan
Onze minister bij de goedkeuring, bedoeld in
artikel 156, onder h, heeft bepaald, dat zij niet
voor vergoeding in. aanmerking komen.”
Voorts wordt de derde volzin van het eerste
lid van artikel 11 als volgt gelezen:
„De vergoeding bedraagt vijf ten honderd van
de geschatte waarde."
Dat de Algemeene Rekenkamer toezicht
wenscht uit te oefenen over de subsidieering
der kweekscholen, is alleszins begrijpelijk.
De minister van Onderwijs is dan ook volko
men bereid daartoe mede te werken. In het be
lang van de rechtszekerheid der schoolbesturen
acht hij het echter niet mogelijk, dat dit toe
zicht zou kunnen bestaan in het verwerpen van
een beslissing, die door den minister of in hoo
ger beroep door de Kroon genomen is, en waar
op het belanghebbende bestuur staat moet kun
nen maken. Een administratlef-rechterlijke be
slissing in hoogste instantie moet Inderdaad "n
eindbeslissing zijn. Daarentegen bestaat er geen
enkel bezwaar, dat de rekenkamer de toegeken
de subsidies controleert en dat de gemaakte
op- of aanmerkingen een nieuwen leidraad zul
len leveren bij volgende toepassing. Zelfs is de
minister bereid zjjn medewerking er toe te ver-
leenen, indien de rekenkamer haar toezicht ten
depertemente zou willen uitoefenen zooveel
mogelijk vóór de subsidies worden vastgesteld,
mits dit de tijdige afdoening niet te zeer zou
belemmeren.
De eerste asperges, gekweekt op vollen grond,
zijn aan H. M. de Koningin aangeboden door
den beer W. van Riet, aspergekweeker te Gen
nep.
t U ia staat
té verdubbe
len, het verhoogt Uw uithoudings
vermogen en houdt U frisch.
Kauw de verkwikkende r.K. aa elkea waal-
Wd. het sterkt Uw leiave, beverdart
de epUeverteriaBovendien belet F.K»
Uw taaden neboee. saai en eterk te konden.
Doktoren en tandarteen bevelen het aan.
Keept vandaag nes enkele pakjes on kendt
er «trede een paar bU do hand. T<
Font genot «oor weinig geld; 5 eend.
aaaaaaaaaaaaaa
eerd en op het legergebrulk worden inge
steld door bepakking, Inventariseering, enz.
snz. Zulks klemt te meer, waar bij ons in
tegenstelling met vele andere landen
aan het particuliere materiaal in vredestijd
geen militaire eischen worden gesteld.
Wanneer men alles zou willen aangeven,
wat er moet gebeuren, aleer men kan zeg
gen dat het leger is gemobiliseerd, dan zou
menigeen gaan twijfelen aan de mogelijk
heid van zulk een mobilisatie. Zif is inder
daad slechts mogelijk, doordat in vredestijd
alles met groote nauwkeurigheid tot in
details wordt voorbereid en niets aan het
tceval wordt overgelaten. Het Departement
van Defensie, de Generale Staf, de comman
danten der vredeseenheden, garnizoens
commandanten, burgemeesters, enz. enz., zij
werken dagelijks om een mobilisatie zoo
tlot mogelijk te doen verloopen en op hun
werk berust 't vertrouwen, dat de mobili
satie ook onder de huidige ongunstige voor
waarden zonder ernstige stoornis zal ver
loopen, mits.... daarvoor voldoende tijd
beschikbaar is en elke storende inwerking
van buitenaf kan worden afgewezen.
Is het leger gemobiliseerd, dan nog is het
doel niet bereikt. Na de mobilisatie moeten
dc oorlogsonderdeelen trapsgewijze tot sa
mengestelde oorlogsonderdeelen worden bij
eengevoegd, totdat ieder deel zijn plaats
heeft in de organisatie waarin het thuis
hoort. Is het leger georganiseerd, dan moe
ten de groote en kleine eenheden naar de in
te nemen opstellingen worden gebracht, de
zgn. „concentratie”. Deze laatste handelin-
Aan het desbetreffende verslag is liet volgen
de ontleend:
Hoe groot haar waardeering ook is voor de
kundigheid van de adviseurs der regeering, toch
meent de commissie, dat niet kan worden ge
zegd, dat de openbare behandeling van dit
wetsontwerp voldoende is voorbereid, als de
Kamer ten minste de hoofdlijnen van bet nieu
we leerplan kent.
In hun antwoord zeggen de beide ministers,
dat bezwaarlijk van hen kan worden verwacht.
zjj nu reeds mededeeling doen van de
voorschriften betreffende het leerplan, die in
gevolge artikel 150 van het wetsontwerp bij al-
gemeenen maatregel van bestuur zullen wor
den vastgesteld. Daarmede toch zou op onge-
wenschte wijze vooruitgeloopen worden op het
overleg, dat met den Raad van State voor het
tot stand, komen van dat Koninklijk Besluit
noodig is, op het advies, dat volgens het wette-
Üik voorschrift van den onderwijsraad omtrent
de regeling moet worden ingewonnen, en op het
advies, dat de minister van Onderwijs zeker
niet zal nalaten ook van den inspecteur van
de onderwijzersopleiding te vragen.
De minister geeft echter een in het verslag
opgenomen schema van een normale lesuren-
verdeeling voor de vierjarige kweekschool.
De commissie meent, dat het de bedoelifig
van dit ontwerp is, dat de kweekellngen meer
practische oefening zullen hebben dan thans.
De ministers kunnen deze formuleering in haar
algemeenheid niet aanvaarden. In de memorie
van toelichting wordt opgemerkt, dat in de
hoogste twee leerjaren ruimte van tijd zal blij
ven, om de practische oefening der leerlingen
„behoorlijk tot haar recht te laten komen". Dit
behoeft niet immer te leiden tot vergrooting
van het getal oefenuren.
De vrouw en haar vriend uit Groningen, die
er van worden verdacht een heer uit dezelfde
stad, met wien de vrouw in de hoofdstad een
dagje heeft gelogeerd, voor f 45000 te hebben
opgelicht, zijn na verhoord te zijn, thans op
last van den rechter-commissaris ingesloten.
Nog minder dan omtrent de bepaling van het
aantal lessen in het algemeen kan de minister
van Onderwijs zich thans reeds uitspreken over
het aantal uren, dat voor het godsdienst-on-
derwjjs in den algemeenen maatregel van be
stuur zal worden vastgesteld. Dit is een zaak,
waarbij hij eerst na overweging van de dien
aangaande te ontvangen adviezen zal kunnen
beslissen.
vloeien.
Misschien zal iemand vragen, waarom de
mobilisatie niet‘geschiedt op de plaats .zelf
waar de diverse déelen zich moeten opstel
len. Dat zou misschien kunnen als Neder
land maar éen zijde had, doch er zijn ver
schillende mogelijkheden voor het optreden
van het leger. Bovendien Is de keuze van de
plaatsen van mobilisatie gebonden aan
ruimte voor legering, berging van voorra
den, enz.
De verplaatsing van een groot deel van
het leger per trein, auto of te voet kan
alweer niet in een handomdraaien geschie
den, maar beteekent een zware taak voor
de spoor- en autowegen, massavervoer in
den zooveelsten graad. Alleen degelijke vre-
desvoorbereiding kan hiervan iets terecht
brengen, terwijl krachtige luchtverdedi
ging en gebruik van den nachttijd de onge
stoorde uitvoering moeten verzekeren.
n ons huidig legerstelsel en bij het zeer
snelle verloop, dat de krijgshandelingen
In onzen tijd kenmerkt zoo sprak
minister Col ij n Dinsdag door de radio Is
de normale sterkte van ons leger op vredes-
voet ongenoegzaam, om de zekerheid te
scheppen, dat die (eventueele) mobilisatie
ongestoord zal verloopenMaatregelen
worden voorbereid om, zoolang de rust in
Europa niet is weergekeetd, In deze leemte
op doeltreffende wijze te vooralenDaar
om Is het noodig voorzieningen te treffen,
die een meer permanent karakter draden
en van zoodanigen aard zijn, dat niet tel
kenmale tot het treffen van bijzondere
maatregelen behoeft te worden overge
gaan a
Het Is duidelijk, dat in deze verklaring
veelomvattende regeerlngsplannen tot ver
sterking en reorganisatie onzer defensie
worden aangekondlgd. Wij zullen hier ech
ter geen poging doen, op die plannen
vooruit te loopen en vermoedens uit te
spreken of zij zich zullen bewegen In de
richting van een verhooging van het con
tingent, van een verlenging van den oefen
tijd, van een reorganisatie van de mo
bilisatie of van andere desiderata, die hier
en daar ook in de pers naar voren zijn ge
bracht.
Onze eigen meening over de grensdekking
hebben wij reeds vroeger herhaaldelijk om
schreven en dc lezer zal er wel niet aan
twijfelen, dat de aankondiging van de re
geering' ons militaire hart met voldoening
heeft vervuld.
Wij zullen ons hier echter ertoe beperken,
het noofteakelijk verband te schetsen tus
schen een sterke grensdekking en de mobi
lisatie, waarin onze vaste wil tot handha
ving van zelfstandigheiö en neutraliteit
zich, als de omstandigheden het eischen, in
laatste instantie zal moeten uiten en ver
werkelijken.
Meerdere malen hébben wij betoogd, dat
een mobilisatie en de Nederlandsche in
het bijzonder een uitermate kwetsbare
handeling is.
Zij, die den om vang van het begrip mo
bilisatie niet kenden, hebben die verklaring
wellicht aanvaard als een axioma. Thans
willen wij echter het begrip „mobilisatie”,
dat een terecht verontrustenden klank
heeft, eens nader beschouwen om te toonen,
dat de overhang van het vredesleger naar
het oorlogsleger een reeks van zeer Ingewik
kelde handelingen omvat, welke geen stoor
nis van beteekenis kunnen verdragen.
Waar wij hieronder verder spreken van
„het leger”, bedoelen we daarmede het ge
mobiliseerde leger. Dit leger dan bestaat
uit eenige duizenden „oorlogsonderdeelen”
(compagnieën, batterijen, eskadrons, enz.),
waarvan wij in het algemeen kunnen zeg
gen, dat zij in vredestijd niet bestaan. De
eerste phase van de mobilisatie de zgn.
vóór-mobilisatie bestaat nu hierin, dat al
die oorlogsonderdeelen moeten worden op
gericht. Dat wil niet alleen zeggen, dat de
commandanten het eerst-nqpdzakelijke.per-
soneel om zich heen "moeten verzamelen,
doch ook moeten de legering, voeding, klee-
ding, bewapening, enz. worden voorbereid
voor de manschappen, die Straks bij de „al
gemeene mobilisatie” hun oorlogsonderdeel
zullen opzoeken.
Daar de commandanten met hun toege
voegd personeel voor het meerendeel niet
onder de wapens zijn, maar nog moeten
„opkomen”, zal een«leder begrijpen, dat de
vóórmobilisatle het belangrijkste deel van
dc „mobilisatie” uitmaakt. Is zij achter den
rug, dan is het leger gevormd. Het geraamte
is er.
Maar toch zijn we dan eigenlijk niet ver
der dan wij vóór 1514 in vollen vredestijd
steeds waren. Toen waren de omstandig
heden, waaronder moest worden gemobili
seerd, dus belangrijk gunstiger, en
maatregel zou o.l. meer zijn toe te juichen
dan een spoedige terugkeer tot dien toe
stand
De directie der KLU. heeft besloten, onder
de huidige omstandigheden geen gevolg te ge
ven aan haar voornemen, as. Zondag een ea-
kadervlucht boven Nederland te laten uitvoe
ren.
Ijn de veranderlijke stellingen en stre-
vingen van de N S B. voor de meest
Ld veilige en betrouwbare handhaving van
Nederlands politieke, cultureele en geeste
lijke onafhankelijkheid en zelfstandigheid
zls ondeugdelijk en gevaarlijk te verwerpen,
sommige stellingen verkondigd op het Paasch-
eongres van de 8.DA.P. zijn het niet minder.
Hen weet, dat onze regeering kalm en vast
beraden een zeer juiste alzijdige zelfstandig
heids- en onzljdigheidspolitiek voert en deze
met alzijdige militaire voorzorgsmaatregelen
krachtig en duidelijk onderstreept. Het,
landsbelang In den meest ruimen zin van,
bet woord, en dat te behartigen Is de onaf
wijsbare plicht der regeering. elscht, dat wij ons
buiten de twisten en wrijvingen der groote
mogendheden houden en niet bjj voorbaat deze
of gene zijde kiezen. Wij mogen ons terwille
van welke ideologische voorkeur ook niet
laten verleiden tot het geven van voorwend
sels aan wie dan ook om onze onschendbaar
heid te schenden. Dat is geen lafheid, maar
verstandig beleid, gericht op welbegrepen
eigenbelang en rechtmatig zelfbehoud. Wan
neer wij zelf bet recht voor ons opeischen
om eigen zaken" naar eigen goeddunken en
sender Inmenging van buitenstaanders te
regelen en in te richten, moeten wij ook aan
anderen, voor wien wjj buitenstaanders zijn,
dat recht toekennen. De 8.DA.P. deelt ech
ter dit standpunt niet, hetgeen ons niet be
hoeft te verwonderen. Heeft zij indertijd
biet evenveel propaganda gemaakt voor de
van bolsjewisme doorziekte VolksfronterJ in
het roode Spanje als de NSJB. voor het
Derde Rijk? Op het Paaschcongres nu heeft
de &DAJ*. verklaard, dat zij blijft vasthou
den aan de illusie der collectieve veiligheid.
Voor deze hersenschim wil zij op dq bres
blijven staan en daarom meent zij. dat de
kleine democratidRie staten zich niet mogen
terugtrekken in absolute, neutrale, zelfstan
digheid en in „bange gelatenheid” afwachten
•M zekere groote mogendheden misschien
zullen doen. Dit klinkt wel-ls-wWar heel
flink en kordaat, maar deze flinkheid met
den mond is niet zoo bijster veel waard,
wanneer men bedenkt, hoe ver de sociaal-
democratie het met zulk een flinkheid in
Italië. Duitse hland, Oostenrijk, Tijjecho-
Blowakjje en Spanje heeft gebracht. Het is
te betreuren, maar de collectieve veiligheid
I» practisch morsdood in Europa. Wie aan
dit lieve Ijjk wenscht vast te houden, loopt
revaar een doodelijke besmetting op te doen.
®en gedeeltelijke zgn. collectieve veiligheid,
gelijk Engeland en Frankrijk thans op niet
bijster voorspoedige wijze trachten te organi
seren, kan een deugdelijk tegenwicht vor-
“efi tegenover de zwaar drukkende aspoli-
öek, maar verhoogt ook de spanning, ver-
•rherpt de tegenstellingen, en is in wezen
uiets anders dan een streven naar een
doodgewoon militair bondgenootschap. Dat
Engeland en Frankrijk op voorhand zooveel
tiogeljjk medestanders zoeken voor een mo-
telljk conflict tusschen hen en de autoritaire
•faten is begrijpelijk, maar een land als het
°nze dient daaraan niet mee te doen. Wan-
Be*r twee wolven op leven en dood met
tikaar willen gaan vechten, dienen de
Vre«dzame lammeren zich daarbuiten te
houden, indien zij althans niet mede ver-
•oheurd wenschen te worden. Is het lam-
•ntije dat zich van de wolven afzijdig houdt,
laffer dan dat, wat bij voorbaat met een der
*»ven blatend tracht mee te huilen? Deze
l**ldspraak is duidelijk, maar zij gaat niet
op voor het geval, dat het Nederland-
Bche lam een wolvenbeet mee zou krijgen,
»»nt dan zal het Nederlandsche lam een
tooe<lige en fiere leeuw blijken te zijn, die
«•n, maar ook alleen dkn, natuurlijk mede
y «trilden met hen, die hem willen helpen
zijn belager. Het S-D-A-P -llluslonnlsme,
n<* altüd van een deelnagie van Neder-
aan een voor ons land b(j voorbaat
*Rbsgevaarlljke democratische frontvorming
tc*tu de autoritaire geweldenaars droomt, is
evm gevaarlijk als de pseudo-Nederland-
De Regeeringspersdienst meldt:
De inlijving van de tot gewoon dienstplich
tige bestemde personen, alsmede de opkomst
van dienstplichtigen voor eerste oefening en
herhalingsoefeningen, gaat op de gewone wijze
door, althans voor zoover de dienstplichtigen
gen kunnen natuurlijk gedeeltelijk samen- jzich niet reeds wegens de buitengewone oproe
ping in werkelljken dienst bevinden.
oor
er».
te
len,
ten