De rede
van
Het Duitsche memorandum
aan
Londen overhandigd
Hitler heeft geen
ontspanning gebracht
llllllllllllllllllllllll
Hitler’s rede kwam
per vliegtuig
De deur nog niet
gesloten?
|g||
Starre houding van
Hitler
en
beste criterium
Het opzeggen der verdragen met Londen
Warschau vormt het
DRIESSEN
„God is dood”
Officieele commentaren
♦4
Twee verdragen zijn
opgezegd
DIENSTPLICHT OOK VOOR
IEREN IN ENGELAND?
Restaurant DORRIUS
N. L Voorburgwal b. k. Spot Amsterdam.
FLAT* OU JOU» UN A LA
Polen acht de opzegging van
het verdrag eenzijdig en
ongerechtvaardigd
--1
Berlijn blijft gekant tegen
onbeperkten bewapenings
wedloop ter zee
Opzegging van vlootverdrag
kwam niet onverwacht
nog niet verschenen
t/xto* ^t*4**!
Mat enkels druppels
ft#CATZ-ELIXER krijgt
Uw glas Vermouth een
nieuwe attractie! Door
versterkt aroma en pit
tiger smaak. Nog een
reden te meer om altijd
-gcXft CATZ in huis te
hebben.
ZATERDAG 29 APRIL 1939
VAN WEEK TOT WEEK
De indruk in Polen
Kokkinaki maakt
een
noodlanding
Ten Zuiden van de Hudeon-baai
De indruk te Mozkou
De rede wordt beatudeerd
En te Rome
EN
Londen niet verbaasd
J
i ST
Spaansche minister
afgezet
Belgische Senaat voor
de volmachten
HET BESTE
CADEAU
DE JODENWETTEN IN
HONGARIJE
W alletreet noemt de rede
„vredelievend"
CHOCOLAAD CARROS
CAATI
«P
wordt
schrlftelijk
D.
r
onderdeden
vin
>erta
een
■en
De Russische vlieger was Vrijdagmorgen op
gestegen voor een non-stop-vlucht van Moskou
naar New-York.
Hitler de
punt van
De studie in de psychologie van het godsdlen-
(tlg leven vraagt tegenwoordig een eigenaardige
aanvulling, n.l. de studie in de psychologie van
de goddeloosheid. Het gaat dan niet meer over
van
NEW YORK, 29 April (Reuter). Naar ge
meld wordt, heeft Kokkinaki zich gedwon
gen gezien te landen ten Zuiden van de
Hudson-baai.
BRUSSEL, 28 April (Belga). Met 84 tegen
71 stemmen en 6 stemmen blanco heeft de Se
naat het wetsontwerp op de bijzondere volmach
ten voor de regeering. dat reeds door de Ka
mer was aangenomen, goedgekeurd.
BURGOS. 28 April (D.N.B.) De Spaansche
minister van Onderwijs, Rodrigues, is b(j staats-
decreet onmlddellijk van zijn ambt ontheven
Deze maatregel heeft groot opzien gebaard. D»
ministerraad heeft vanmiddag vergaderd ondei
voorzitterschap van Franco.
WaUstreet heeft de redevoering van Hitler als
vredelievend” opgevat.
De aandeelen stegen van
punten tot meer dan één punt. Er was geen bij
zondere koopdrang, maar bij de opening ont
wikkelde zich meer affaire dan den laatsten tijd
gebruikelijk was.
De koersstijging te Londen verleende de markt
een goeden steun en werkte den kooplust in de
hand.
Te Danzig werden de verklaringen van Hitler
door de menigte langdurig toegejuicht. De in
druk dien zij in natlonaal-soclalistische kringen
te Danzig hebben gewekt te. dat de terugkeer
van de vrije stad naar het rijk nog slechts een
kwestie van tijd te.
BOEDAPEST. 28 April (Havas) Het Bon-
gaarsche Hoogerhuis heeft de Jodenwetten aan
genomen met de wijzigingen, welke er in zijn
•angebracht door de gemengde arbitrage-com-
missle.
on-
»rk-
>md
r.V.—
voor
lezen
gd!
■echte
maar
tans je
reken,
e niet
gelijk
n be
ten
goed
kans
nog
ers is
notie-
tocb
hou*
leyer-
rooral
[rijke,
silijke
voor
maar
r een
I on-
spook
elük-
Irec-
welk
rijdt,
tnge-
een
Lau-
n of
voor
dte
H. M de Koningin heeft zich Vrtfdagmorg en te IJmuiden ingescheept aan boord van Hr. Ms.
einde op de Noordzee een oefentocht van een aantal vlooteenheden b(/ £- - --
Geheel rechts Z. K. H. Prins Bernhard
LONDEN. 28 April. (Reuter) In welingelichte
lersche kringen staat men op het standpunt, dat
burgers van Eire, die in Groot Brittannié en
Noord-Ierland wonen, niet aan den dienstplicht
onderworpen zijn. Aan Britsche zijde verdedigt
men daarentegen de opvatting, dat de aanvaar
ding van de wet op het staatsburgerschap van
Eire iemand niet de Britsche nationaliteit doet
verliezen. Indien zoo iemand, aldus zegt men.
In Groot Brittannié woont en aanspraak maakt
op de rechten en privilegiën, is hij ook aan den
dienstplicht onderworpen.
De opzegging door Hitler van de overeen
komst van 1934 veroorzaakte in Pooteche
diplomatieke kringen geen enkele verras
sing. Men verwachtte dit besluit op grond
van de houding der Duitsche pers na de tot
standkoming der Engelsch-Poolsche overeen
komst.
LONDEN, 28 April. De Duitsche zaakgelas
tigde te Londen heeft Vrijdagmiddag op het
Foreign Office de officieele mededeellng van
Duitschland overhandigd, dat de grondslag
voor het Britsch-Duitache vlootverdrag
wordt geacht niet meer te bestaan.
Daarenboven zal de Duitsche regeering, inge
val de Britsche regeering er prijs op stelt met
Duitschland opnieuw in onderhandeling te tre
den over de hiervoor in aanmerking komende
problemen, daartoe gaarne bereid zijn.
Zij zal het toejuichen, indien het dan mogelijk
zou blijken op zekeren grondslag te komen tot
een klare en ondubbelzinnige overeenkomst.
„Officieele commentaar op de rede van Hitler
is echter nog niet gegeven.
De Duitsche regeering zal deze bepalingen
ook In de toekomst in acht nemen en aldus
haar deel er toe bijdragen, datjn algemeene
onbeperkte wedloop in de maritieme bewa
peningen der naties wordt vermeden.
In Romeinsche politieke kringen vestigt men
vooral de aandacht op twee punten in de rede
van Hitler. nJ. het opzeggen van het verdrag
van vriendschap met Polen en het opzeggen van
het vlootverdrag met Engeland.
Men acht deze besluiten van het grootste be
lang voor den internationalen toestand.
gen is
tisch.
Reuter: ,,De
log zal komen.
Uit de laatste paragraaf van de Duitsche
nota schijnt men te moeten opmaken, aldus
wordt hier gezegd, dat Duitschland aanbiedt
het verdrag te blijven eerbiedigen, als Enge
land het de vrije hand laat. Over het alge
meen is men van meening, dat Duitschland
besprekingen met Engeland had moeten voor
stellen voor en niet na de opzegging van het
verdrag.
Men verwacht, dat de Britsche regeering de
Duitsche nota spoedig zal beantwoorden.
De rede van Hitler heeft te Moskou geen ver
rassing gewekt. De groote lijnen waren in de
Sovjet-pers voorspeld en men betoogt, dat de
opzegging van het Britsch-Duitsche vlootver
drag en van bet Dultsch-Pooteche nlet-aanvate-
verdrag opnieuw de waardeloosheid van overeen
komsten met Duitschland demonstreert. De rede
toont slechts aan, aldus zegt men. hoe gebiedend
een nauwe samenwerking voor de vredelievende
landen te.
1
In breeden kring ziet men in de rede de
aankondiging, dat Hitler het besluit genomen
heeft de kwestie Danzig op zijn eigen wijze te
regelen, ofschoon hij weet, dat het lot van
Europa afhangt van de manier, waarop hij
dat doet.
Velen vergelijken de procedure ten aanzien
van Polen met die tegen Tsjecho-Slowakije in
1938. Als er inderdaad een evenwijdigheid be
staat, zal de volgende stap naar men gelooft
bestaan in het stellen van verder strekkende
en krachtiger elschen aan Warschau.
In het Duitsche antwoord aan de Britsche re
geering wordt om. verklaard:
Toen de Duitsche regeering in 1935 aan de
Britsche regeering het aanbod heeft gedaan
door een verdrag de sterkte der Duitsche vloot
in een bepaalde verhouding te brengen tot de
sterkte der zeestrijdkrachten van het Britsche
rijk, heeft zij dat gedaan op grond van de
raste overtuiging, dat een terugkeer van
gewapend conflict tusschen Duitschland
Gróot-Brlttannië voor altijd uitgesloten is.
Het besluit van Hitler het Britsch-Duitsche
vlootverdrag op te zeggen, heeft te Londen wei
nig verbazing gewekt. Een maatregel als deze
kwam niet onverwacht, verklaart de vloot-mede-
werker van Reuter, die er tevens op wijst, dat
het verdrag geen clausule inzake opzegging be
helst. In soortgelijke gevallen is de correcte en
wettige methode, de verdragen te doen ein
digen door gemeenschappelijk besluit van de
mee Hitler aïle voorstellen van den Amerikaan-
schen president van zich wees, maakt de be
antwoording onvriendelijk. Een
antwoord zal niet meer volgen.
Hitler weigert deel te nemen aan conferenties;
hij wil alle kwesties, die hij, en niemand an
ders, stelt, met de door hem gekozen tegen
partij alléén bespreken, en achter zijn bemid
delaars wenscht hij de macht van zijn leger
te handhaven.
In welke richting zijn volgende elschen gaan,
heeft hij reeds aangeduid, door van Polen te
elschen: toestemming tot de inlijving van
Danzig, en het verstrekken aan Duitschland van
een exterritorialen weg. Hitler beschouwt het
Erltsch-Poolsche garantieverdrag als voldoende
reden, om het eens zoo toegejuichte verdrag met
wijlen Pilsoedskl op te zeggen. Dat beteekent,
dat Polen van nu af aan een constante bedrei
ging bloot staat.
Ondanks de vriendelijk schijnende verklaringen
ten aanzien van het Britsche imperium, neemt
hij het Londen kwalijk, dat dit bondgenooten
zoekt^ Juist daar, waarheen hij zijn krachten wil
richten. Op dezen grond zegt hij ’n tweede ver
drag, het vlootpact van Londen op.
Ten aanzien van Engeland heeft
omsingelingspolitiek als voornaamste
wrijving aangewezen.
De opzegging van de overeenkomst, aldus
meent men te Warschau, wijzigt den toestand
noch de veiligheid van Polen in een enkel op
zicht. Men voegt hieraan toe, dat de Poolache
politiek haar veiligheid nimmer baseerde op
eenig verdrag of pact, doch uitsluitend op haar
eigen kracht.
Van Poolsche zijde betoogt men opnieuw, dat
de Duitsche overeenkomst met Italië en de door
Duitschland aan Slowakije gegeven waarborg
voor de grenzen eveneens in strijd zijn met de
Poolsch-Duitsche overeenkomst.
Men is daarom te Warschau van meening. dat
men hier te doen heeft met een eenzijdige en
ongerechtvaardigde opzegging.
tflottieljeleider „Tromp” ten
i b(/ te wonen. H. M. de Koningin begeeft zich aan boord.
Geheel rechts Z. K. H. Prins Bernhard
daarentegen pessitnis-
diplomaat zeide tot
vraag is niet, of er oor-
maar wannéér".
De rede van Hitler wordt thans te Londen
nauwkeurig bestudeerd. Uit juridisch oogpunt
acht men de eenzijdige O[>zegging van het
vlootverdrag ongeldig. De Duitsche nota schijnt
de onderstelling in te houden, dat Duitschland
het verdzag sloot op den grondslag, dat Enge
land zich niet tegen de Duitsche positie in
Europa zou keeren. Met andere woorden: men
schijnt het voor te stellen, alsof Engeland in
ruil voor het verdrag geen belangstelling zou
hebben voor de Duitsche gedragslijn in Europa.
Doch een dergelijke onderstelling is geheet mis
leidend en vindt geen rechtvaardiging in de
onderhandelingen, die aan het sluiten van het
verdrag voorafgingen.
Roosevelt's secretaris op het Witte Huis heeft
verklaard, dat de president geen commentaar
heeft geleverd op de rede van Hitler. Men aegt.
dat Roosevelt te 8.20 uur pl. tijd opstond, juist
toen de rede in den Rijksdag eindigde.
De eerste reactie in welingelichte kringen
is het uitspreken van de meening. dat, ter
wijl de rede eenlge gaatjes open laat voor
zeer welwillende denkers, de opzegging van
twee verdragen een beter criterium voor
de beoordeeling van de waarde der rede
levert.
het knagend intellect te dikwijls
spandiensten verrichtte voor een
maar onverantwoordelijk gemoed.
heid van Nietzsche als wegbereider eener nieu
we wereld zal slinken, naarmate het nieuwe
meer nabij komt; reeds de populariteit van
den denker, op wien men zich even makkelijk
beroepen kan als op Multatull, beteekent, dat
t zijn eigenlijke roem het einde nadert. Wat in
hem bekoort is het negativisme, de onwil om
het geijkte en overgeleverde te aanvaarden als
levenswerkelijkheden en -waarden.
Uit dit negativisme kwamen zijn „goddeloos-
De eerste reactie in de kringen van het
Congres der Ver. Staten op de redevoering
van Hitler geeft volgens een Renterbericht
uit Washington aanleiding tot de meening.
dat Duitschland niet de deur heeft ge
sloten voor een vreedzame regeling der
Europeesche tegenstellingen.
onderteekenaars en niet door een eenzijdige op
zegging.
Zij, die de vlootaangelegenheden bestudeeren,
zijn van oordeel, dat het, opzeggen van het ver
drag practisch weinig verschil zal maken. Gë-
zlen den voorsprong, dien de Britsche vloot
heeft, is het voor Duitschland practisch ónmo
gelijk de Britsche vloot in te halen. Een uitge-
brpld programma van vlootbouw zou zwaar druk
ken op de economie van Duitschland.
Men verwacht, dat het Duitsche vlootbouw-
programma voornamelijk zal worden geconcen
treerd op de onderzeeërs en men herinnert in
dit verband eraan, dat Duitschland onlangs ge
bruik heeft gemaakt van zijn recht overeen
komstig het vlootverdrag aan te kondigen, dat
een onderzeevloot zou worden gebouwd, even
groot als de Britsche.
BERLIJN, 28 April (Reuter) De
Duitsche pers verwelkomt de rede
van Hitler met een groote en een
stemmige geestdrift. De bladen
schrijven, dat de situatie opgehelderd
is. In buitenlandsche politieke krin-
men
Een
CordeU Huil bestudeert thans den tekst der
redevoering, doch er is nog geen officieel com
mentaar vernomen, daar het Departement van
Staat reeds heeft medegedeeld, dat bet de
redevoering niet zou beschouwen als een for
meel antwoord op het beroep van Roosevelt.
Eenlge leden van het congres hebben open
lijk uitdrukking gegeven aan hun teleurstelling
over het antwoord van Hitler aan Roosevelt,
terwijl anderen de redevoering snoevend en
bluffend noemden.
geen geval te hebben ingegrepen in de Engel-
sche belangensfeer of deze belangen op een of
andere wijze te hebben benadeeld.
Daarentegen moet zij tot haar leedwezen vast
stellen, dat de Britsche politiek zich onlangs
steeds verder heeft verwijderd van de lijn van
een overeenkomstige politiek tegenover Duitsch
land.
Met de nieuwe politiek van omsingeling heeft
de Britsche regeering eenzijdig aan de vloot-
overeenkomst van 18 Juni 1935 den grondslag
ontnomen en daardoor dit verdrag, zoomede de
tot aanvulling daarvan overeengekomen „ver
klaring" van 17 JuU 1937 buiten werking ge
steld. Hetzelfde geldt ook voor deel 3 van het
Duitsch-Engelsche vlootverdrag van 17 JuU 1937,
waarin de verpUchtlng is vastgelegd voor een
tweezijdige Duitsch-Engelsche uitwisseling van
mededeeUngen.
Door deze aan de Duitsche regeering tegen
haar wil opgedwongen constateeringen bleven
de kwaUtatieve bepalingen van het Duitsch-
Engelsche verdrag van 17 JuU 1937 onberoerd.
het eenvoudige en uitdagende atheïsme
ietwat droge godloochenaars, die zich beroepen
argumenten, ontleend aan de uitsluitende
waarneming der werking van kracht en stof.
Dat het wereldbeeld van deze verstokte mate
rialisten veel te simpel was en geen enkel
raadsel van het leven kon verklaren,
tegenwoordig ook door de meeste inteUigente
ongeloovigen grif toegegeven. Het ouderwetsche
>pageraads"-atheïsme, dat op volksvergade
ringen nog wel gepropageerd wordt, heeft we
tenschappelijk afgedaan. Door moderne vrij
denkers wordt het gequalificeerd als een be
krompen en onverdraagzaam stelsel van ge
loofspunten, zeker niet meer geloofwaardig of
verdedigbaar dan eenlge godsdienstige dogma
tiek. Dit leerstellig atheïsme met zijn kinder
lijken eerbied voor de natuurwetten verving
eenvoudig den catechismus door een onvolledig
handboekje der physica en eischte hiervoor ‘een
algeheele overgave van het onderzoekende ver
stand op. De mensch mocht niet nagaan, of er
een God bestaat. HU was gehouden te geloo-
ven, dat er géén God bestaat. Bevredigde dit
geloof hem niet, en wend h(j gekwelji door
heimwee naar het onzlenlOke en het oneindige,
dan verspeelde hij hierdoor in de oogen van
den leerstelllgen atHéïst alle recht op een
wetenschappelijken naam. Deze hoogmoed der
godloochening, waarvan de vorige eeuw een
geestelijke en maatschappelijke wereldhervor-
mlng verhoopte, was te duidelijk in strijd met
de menschelijke natuur om te kunnen slagen.
Waar het geloof aan God werd uitgeroeid, daar
ontwaakte een onvervulbaar heimwee naar
eeuwig geluk-en een dwingende behoefte om
de' grenzen van de aardsche menschelljkheld
te doorbreken. De poging om den Sovjet-staat
te grondvesten op een rationalistisch ongeloof.
Uep uit op een demonische afgoderij, die de
vrije persoonlijkheid van den verantwoordelij
ken mensch opoffert aan een star program van
dwang en onderdrukking, zoodat de gedroomde
dictatuur van het proletariaat noodzakelijk ont
aardde in de werkelijke en harde dictatuur van
een handvol bureaBcratische geesten, over wie
Stalin naar willekeur beschikt. De beveiliging
van den afgod bleek slechts mogelijk door een
stelsel van mensch-onwaardige terreur, dat zijn
hoogtepunt haalde in een reeks van gerechte
lijke massa-moorden, zooals er sedert de Fran-
sche Revolutie geen meer vertoond was. Waar
God niet wordt bemind, daar heerscht de barre
verschrikking van het „homo homini lupus”:
de onderlinge menschenhaat is er tot staats
systeem georganiseerd.
Doch naast dit materialistische atheïsme, dat
wortelt in de achttiende eeuw en dat zich be
roept op een naïeve overschatting van de na
tuurwetten, wier zelfwerkzaamheid tot dog
ma werd verklaard, onderscheidt men tegen
woordig een andere, meer vergeestelijkte god
deloosheid, die zich vaak laat kennen als een
felle haat tegen het godsbesef. De voorganger
en held van dit moderne atheïsme is de wijs
geer Friedrich Nietzsche, een stoutmoedig en
oorspronkelijk denker, die geen gesloten systeem
naliet, maar die door zijn buitengewoon sug
gestieve kritiek op den tijdgeest de gemoede
ren van vele lezers, ook in het bedendaagsche
Nederland, wist mee te sleepen, zoodat zijn af
braak vaak wordt beschouwd als een voor-
waarde tot de geestelijke vernieuwing van de
wereld, ook door schrijvers, die zich wel wach
ten zouden, de weinige „positieve" wairden
- van het Nietzscheanisme te verdedigen.
Met Nietzsche wordt in onzen tijd gedweept.
Zijn naam ligt bestorven op de lippen van
Menno ter Braak en E. du Perron. In een
boekje van Marsman staat de waarschuwing,
dat alle Duitsche aanhalingen, tenzij uitdrukke
lijk iets anders wordt vermeld, afkomstig zjjn
uit de geschriften van Nietzsche. Ook katho
lieke schrijvers gaan bij hem te rade. Henri
Bruning citeert hem geregeld, en doet dit zoo
bewust, dat hij zelf achter een citaat de iet
wat ironisch klinkende opmerking plaatst:
.Nietzsche natuurlijk!”
Ten opzichte van Nietzsche kan men een
heldenvereerlng waarnemen, die op een eere-
dienst lijkt. In zijn gedrag wordt verontschul
digd, wat men in leder ander mensch met
hartstocht zou afkeuren, b.v. de dubbelhartig
heid, waarmede hij in een polemiek tegen Ri
chard Wagner den componist van „Carmen”,
Bizet, uitspeelt als een genie, terwijl hij op
hetzelfde oogenbllk in een particulieren brief
aan Carl Fuchs meedeelt: „Wat ik over Bizet
schreef, moet gij niet ernstig opvatten; zoo
als ik ben, komt Blzet voor m|j volstrekt niet
in aanmerking, maar als Ironische tegenstel
ling tegen Wagner werkt hij zoo sterk....!”
Een cultus, die zulke oneerlijkheden en zulk
effect-bejag voor lief neemt of vergoelijkt, is
ongezond en daagt een reactie uit. Reeds het
onmiddelliJke nageslacht zal onzen tljdgenoo-
ten verwijten, dat zij den onklaren en onhar-
monlschen geest van Nietzsche hebben over
schat, ten koste van hoogere waarden. Een
objectiever Nietzsche-beschouwing zal vrij wat
critischer zijn dan de sentimenteele verheer
lijking, die dezen lievelings-filosoof der he-
dendaagsche schrijvers te beurt valt. Ook zijn
onmiskenbare hoedanigheden als proza-schrjj-
ver en tijds-critlcus zullen tot hun ware ver
houdingen worden teruggebracht en dan zal
blijken, dat de scherpe formuleerlngen vaak
onbekookte waardevervalschingen zijn en dat
hand- en
opgekropt,
De groot-
Het belang, dat de wereld hechtte aan de
boodschap, die de president der Vereenigde
Staten van Amerika twee weken geleden aan
de dictatoren deed toekomen, maakt ook hei
antwoord, dat de dictatoren aan Roosevelt doer
toekomen, van groote beteekenls. Dat antwoorc
is nu bekend: de Duitsche rjjkskanseller heeft
dit in een rede, die ruim twee uren duurde
zoo juist uitgesproken. En ofschoon het de
goede gewekmte is, zijn oordeel eerst na rijp
beraad uit te spreken, wettigt het belang van
dit antwoord voor de samenleving der volkeren
dat wjj den eersten Indruk hierover terstond
in het kort samenvatten.
Het antwoord, dat de Fuehrer aan Roose
velt gaf. was negatief. De verantwoording van
dit” antwoord moge een schijn van verzoenlijk-
heid” en zijn .haat tegen het Christendom"
vo°rt Er is over deze Nietzscheaansche god
loochening al veel geschreven en zij is op zeer
ulteenloopende wijzen verklaard, naar gelang
de levensopvatting van de verklaarders, maar
een oorspronkelijke bijdrage tot de Nietzsche-
studie leverde dezer dagen de Duitsche schrij
ver Walter Schubart in een boekje, getiteld
„Dostojewskl und Nietzsche", dgt bU het Vita
Nova-Verlag te Luzern in Zwitserland het
licht zag.
Deze beoordeelaar is katholiek en streeft
cr eerlijk naar, de goddeloosheid van Nietzsche
te begrijpen. Hij neemt als -uitgangspunt het
beroemde Nietzsche-woord„God is dood", dat
hjj beschouwt als een karakteristiek van de
religieuze gezindheid der groote massa tegen
het einde der vorige eeuw.
De „filosoof van den Antichrist" is voor
Schubart een tobbende Godzoeker en een pro
fetisch ziener, doch die er niet in slaagde. God
te vinden en de toekomst positief te zien.
Slechts de catastrophale vernietiging der bur
gerlijke levensverhoudingen door de geweldi
ge omwentelingen, die zich vandaag aan het
voltrekken zjjn, heeft Nietzsche voorspeld. Hij
heeft met zekerheid geweten, dat de wereld
niet langer blijven kon zooals zij was, maar
hij heeft niet vermoed, noch kunnen vermoe
den, hoe de wereld worden zou. Zijn kritiek op
de wereld is vernietigend. Zijn boodschap aan
de wereld blijft daarnaast uitermate vaag en
duister. ,H1J houdt opruiming van alle traditio-
neele waarden, de moraal, de rede, de religie,
het christendom, de humaniteit".
Maar, zoo toont Schubart aan. het Godspro-
bleem houdt hem tot het einde bezig. De uit
spraak „God is dood” beteekent voor hem de 'heid bewaren, de Ironische formuleering, waar-
waarnemlng van een gapende leegte. „Nietz
sche is niet de Prometheïsche mensch. die de
góden ten val brengt om zelf hun 'plaats in te
nemen. Hij bewandelt niet den weg der moder
ne cultuur.... Dat God dood is. beantwoordt
niet aan het ideaal van Nietzsche. Hij be
schouwt de godloosheid met diepe ontzetting.
De dood van God is voor hem een verschrik
kelijke gebeurtenis, waardoor alle tot dan toe
geldende waarden hun kern verliezen. Daarom
zegt hij niet: „er bestaat geen God” of ,4k
geloof aan geen God", maar: „God is dood".
Hij kiest een uitdrukking, waardoor men een
verlies aanwijst, dat men bitter betreurt. Wat
dood is. hééft geleefd. Wat gestorven is. kin
verrijzen. De woorden duiden hier al op een
onafgebroken voorstelling, die smart en hoop
inhoudt, en niet op een afstand dien men te
vreden waarneemt en zonder deelneming vast
stelt”.
De formule van dit moderne atheïsme zou
dus. volgens Schubort, de formule zijn van een
ontzettend heimwee naar God, dat de men-
schen kwelt. Hoe komt het, dat zij den weg
naar God niet vinden? De wereld verspert hun
dien weg en de wereld zijn w ij.
Ziedaar een beschouwing over het atheïsme,
die in onderdeelen zeker aanvechtbaar moge
zijn de Nietzsche-lnterpretatie lijkt ons bjj
Schubart n.l. te christelijk-optlmistlsch
maar die ons bewustzijn schenkt van een groo
te verantwoordelijkheid, niet alleen tegenover
dwalende broeders, maar ook tegenover de
genen, die in duisternis gehuld zijn. De verle
vendiging dezer verantwoordelijkheid weze de
vrucht eener diepere studie van de motieven,
die den modernen mensch tot godloosheid
voerden.
De Duitsche regeering heeft steeds vastge
houden aan dien wensch en is er ook nog heden
van vervuld. Zij is zich bewust in haar politiek
dienovereenkomstig te hebben gehandeld en in