De rede van Het Duitsche memorandum aan Londen overhandigd Hitler heeft geen ontspanning gebracht llllllllllllllllllllllll Hitler’s rede kwam per vliegtuig De deur nog niet gesloten? |g|| Starre houding van Hitler en beste criterium Het opzeggen der verdragen met Londen Warschau vormt het DRIESSEN „God is dood” Officieele commentaren ♦4 Twee verdragen zijn opgezegd DIENSTPLICHT OOK VOOR IEREN IN ENGELAND? Restaurant DORRIUS N. L Voorburgwal b. k. Spot Amsterdam. FLAT* OU JOU» UN A LA Polen acht de opzegging van het verdrag eenzijdig en ongerechtvaardigd --1 Berlijn blijft gekant tegen onbeperkten bewapenings wedloop ter zee Opzegging van vlootverdrag kwam niet onverwacht nog niet verschenen t/xto* ^t*4**! Mat enkels druppels ft#CATZ-ELIXER krijgt Uw glas Vermouth een nieuwe attractie! Door versterkt aroma en pit tiger smaak. Nog een reden te meer om altijd -gcXft CATZ in huis te hebben. ZATERDAG 29 APRIL 1939 VAN WEEK TOT WEEK De indruk in Polen Kokkinaki maakt een noodlanding Ten Zuiden van de Hudeon-baai De indruk te Mozkou De rede wordt beatudeerd En te Rome EN Londen niet verbaasd J i ST Spaansche minister afgezet Belgische Senaat voor de volmachten HET BESTE CADEAU DE JODENWETTEN IN HONGARIJE W alletreet noemt de rede „vredelievend" CHOCOLAAD CARROS CAATI «P wordt schrlftelijk D. r onderdeden vin >erta een ■en De Russische vlieger was Vrijdagmorgen op gestegen voor een non-stop-vlucht van Moskou naar New-York. Hitler de punt van De studie in de psychologie van het godsdlen- (tlg leven vraagt tegenwoordig een eigenaardige aanvulling, n.l. de studie in de psychologie van de goddeloosheid. Het gaat dan niet meer over van NEW YORK, 29 April (Reuter). Naar ge meld wordt, heeft Kokkinaki zich gedwon gen gezien te landen ten Zuiden van de Hudson-baai. BRUSSEL, 28 April (Belga). Met 84 tegen 71 stemmen en 6 stemmen blanco heeft de Se naat het wetsontwerp op de bijzondere volmach ten voor de regeering. dat reeds door de Ka mer was aangenomen, goedgekeurd. BURGOS. 28 April (D.N.B.) De Spaansche minister van Onderwijs, Rodrigues, is b(j staats- decreet onmlddellijk van zijn ambt ontheven Deze maatregel heeft groot opzien gebaard. D» ministerraad heeft vanmiddag vergaderd ondei voorzitterschap van Franco. WaUstreet heeft de redevoering van Hitler als vredelievend” opgevat. De aandeelen stegen van punten tot meer dan één punt. Er was geen bij zondere koopdrang, maar bij de opening ont wikkelde zich meer affaire dan den laatsten tijd gebruikelijk was. De koersstijging te Londen verleende de markt een goeden steun en werkte den kooplust in de hand. Te Danzig werden de verklaringen van Hitler door de menigte langdurig toegejuicht. De in druk dien zij in natlonaal-soclalistische kringen te Danzig hebben gewekt te. dat de terugkeer van de vrije stad naar het rijk nog slechts een kwestie van tijd te. BOEDAPEST. 28 April (Havas) Het Bon- gaarsche Hoogerhuis heeft de Jodenwetten aan genomen met de wijzigingen, welke er in zijn •angebracht door de gemengde arbitrage-com- missle. on- »rk- >md r.V.— voor lezen gd! ■echte maar tans je reken, e niet gelijk n be ten goed kans nog ers is notie- tocb hou* leyer- rooral [rijke, silijke voor maar r een I on- spook elük- Irec- welk rijdt, tnge- een Lau- n of voor dte H. M de Koningin heeft zich Vrtfdagmorg en te IJmuiden ingescheept aan boord van Hr. Ms. einde op de Noordzee een oefentocht van een aantal vlooteenheden b(/ £- - -- Geheel rechts Z. K. H. Prins Bernhard LONDEN. 28 April. (Reuter) In welingelichte lersche kringen staat men op het standpunt, dat burgers van Eire, die in Groot Brittannié en Noord-Ierland wonen, niet aan den dienstplicht onderworpen zijn. Aan Britsche zijde verdedigt men daarentegen de opvatting, dat de aanvaar ding van de wet op het staatsburgerschap van Eire iemand niet de Britsche nationaliteit doet verliezen. Indien zoo iemand, aldus zegt men. In Groot Brittannié woont en aanspraak maakt op de rechten en privilegiën, is hij ook aan den dienstplicht onderworpen. De opzegging door Hitler van de overeen komst van 1934 veroorzaakte in Pooteche diplomatieke kringen geen enkele verras sing. Men verwachtte dit besluit op grond van de houding der Duitsche pers na de tot standkoming der Engelsch-Poolsche overeen komst. LONDEN, 28 April. De Duitsche zaakgelas tigde te Londen heeft Vrijdagmiddag op het Foreign Office de officieele mededeellng van Duitschland overhandigd, dat de grondslag voor het Britsch-Duitache vlootverdrag wordt geacht niet meer te bestaan. Daarenboven zal de Duitsche regeering, inge val de Britsche regeering er prijs op stelt met Duitschland opnieuw in onderhandeling te tre den over de hiervoor in aanmerking komende problemen, daartoe gaarne bereid zijn. Zij zal het toejuichen, indien het dan mogelijk zou blijken op zekeren grondslag te komen tot een klare en ondubbelzinnige overeenkomst. „Officieele commentaar op de rede van Hitler is echter nog niet gegeven. De Duitsche regeering zal deze bepalingen ook In de toekomst in acht nemen en aldus haar deel er toe bijdragen, datjn algemeene onbeperkte wedloop in de maritieme bewa peningen der naties wordt vermeden. In Romeinsche politieke kringen vestigt men vooral de aandacht op twee punten in de rede van Hitler. nJ. het opzeggen van het verdrag van vriendschap met Polen en het opzeggen van het vlootverdrag met Engeland. Men acht deze besluiten van het grootste be lang voor den internationalen toestand. gen is tisch. Reuter: ,,De log zal komen. Uit de laatste paragraaf van de Duitsche nota schijnt men te moeten opmaken, aldus wordt hier gezegd, dat Duitschland aanbiedt het verdrag te blijven eerbiedigen, als Enge land het de vrije hand laat. Over het alge meen is men van meening, dat Duitschland besprekingen met Engeland had moeten voor stellen voor en niet na de opzegging van het verdrag. Men verwacht, dat de Britsche regeering de Duitsche nota spoedig zal beantwoorden. De rede van Hitler heeft te Moskou geen ver rassing gewekt. De groote lijnen waren in de Sovjet-pers voorspeld en men betoogt, dat de opzegging van het Britsch-Duitsche vlootver drag en van bet Dultsch-Pooteche nlet-aanvate- verdrag opnieuw de waardeloosheid van overeen komsten met Duitschland demonstreert. De rede toont slechts aan, aldus zegt men. hoe gebiedend een nauwe samenwerking voor de vredelievende landen te. 1 In breeden kring ziet men in de rede de aankondiging, dat Hitler het besluit genomen heeft de kwestie Danzig op zijn eigen wijze te regelen, ofschoon hij weet, dat het lot van Europa afhangt van de manier, waarop hij dat doet. Velen vergelijken de procedure ten aanzien van Polen met die tegen Tsjecho-Slowakije in 1938. Als er inderdaad een evenwijdigheid be staat, zal de volgende stap naar men gelooft bestaan in het stellen van verder strekkende en krachtiger elschen aan Warschau. In het Duitsche antwoord aan de Britsche re geering wordt om. verklaard: Toen de Duitsche regeering in 1935 aan de Britsche regeering het aanbod heeft gedaan door een verdrag de sterkte der Duitsche vloot in een bepaalde verhouding te brengen tot de sterkte der zeestrijdkrachten van het Britsche rijk, heeft zij dat gedaan op grond van de raste overtuiging, dat een terugkeer van gewapend conflict tusschen Duitschland Gróot-Brlttannië voor altijd uitgesloten is. Het besluit van Hitler het Britsch-Duitsche vlootverdrag op te zeggen, heeft te Londen wei nig verbazing gewekt. Een maatregel als deze kwam niet onverwacht, verklaart de vloot-mede- werker van Reuter, die er tevens op wijst, dat het verdrag geen clausule inzake opzegging be helst. In soortgelijke gevallen is de correcte en wettige methode, de verdragen te doen ein digen door gemeenschappelijk besluit van de mee Hitler aïle voorstellen van den Amerikaan- schen president van zich wees, maakt de be antwoording onvriendelijk. Een antwoord zal niet meer volgen. Hitler weigert deel te nemen aan conferenties; hij wil alle kwesties, die hij, en niemand an ders, stelt, met de door hem gekozen tegen partij alléén bespreken, en achter zijn bemid delaars wenscht hij de macht van zijn leger te handhaven. In welke richting zijn volgende elschen gaan, heeft hij reeds aangeduid, door van Polen te elschen: toestemming tot de inlijving van Danzig, en het verstrekken aan Duitschland van een exterritorialen weg. Hitler beschouwt het Erltsch-Poolsche garantieverdrag als voldoende reden, om het eens zoo toegejuichte verdrag met wijlen Pilsoedskl op te zeggen. Dat beteekent, dat Polen van nu af aan een constante bedrei ging bloot staat. Ondanks de vriendelijk schijnende verklaringen ten aanzien van het Britsche imperium, neemt hij het Londen kwalijk, dat dit bondgenooten zoekt^ Juist daar, waarheen hij zijn krachten wil richten. Op dezen grond zegt hij ’n tweede ver drag, het vlootpact van Londen op. Ten aanzien van Engeland heeft omsingelingspolitiek als voornaamste wrijving aangewezen. De opzegging van de overeenkomst, aldus meent men te Warschau, wijzigt den toestand noch de veiligheid van Polen in een enkel op zicht. Men voegt hieraan toe, dat de Poolache politiek haar veiligheid nimmer baseerde op eenig verdrag of pact, doch uitsluitend op haar eigen kracht. Van Poolsche zijde betoogt men opnieuw, dat de Duitsche overeenkomst met Italië en de door Duitschland aan Slowakije gegeven waarborg voor de grenzen eveneens in strijd zijn met de Poolsch-Duitsche overeenkomst. Men is daarom te Warschau van meening. dat men hier te doen heeft met een eenzijdige en ongerechtvaardigde opzegging. tflottieljeleider „Tromp” ten i b(/ te wonen. H. M. de Koningin begeeft zich aan boord. Geheel rechts Z. K. H. Prins Bernhard daarentegen pessitnis- diplomaat zeide tot vraag is niet, of er oor- maar wannéér". De rede van Hitler wordt thans te Londen nauwkeurig bestudeerd. Uit juridisch oogpunt acht men de eenzijdige O[>zegging van het vlootverdrag ongeldig. De Duitsche nota schijnt de onderstelling in te houden, dat Duitschland het verdzag sloot op den grondslag, dat Enge land zich niet tegen de Duitsche positie in Europa zou keeren. Met andere woorden: men schijnt het voor te stellen, alsof Engeland in ruil voor het verdrag geen belangstelling zou hebben voor de Duitsche gedragslijn in Europa. Doch een dergelijke onderstelling is geheet mis leidend en vindt geen rechtvaardiging in de onderhandelingen, die aan het sluiten van het verdrag voorafgingen. Roosevelt's secretaris op het Witte Huis heeft verklaard, dat de president geen commentaar heeft geleverd op de rede van Hitler. Men aegt. dat Roosevelt te 8.20 uur pl. tijd opstond, juist toen de rede in den Rijksdag eindigde. De eerste reactie in welingelichte kringen is het uitspreken van de meening. dat, ter wijl de rede eenlge gaatjes open laat voor zeer welwillende denkers, de opzegging van twee verdragen een beter criterium voor de beoordeeling van de waarde der rede levert. het knagend intellect te dikwijls spandiensten verrichtte voor een maar onverantwoordelijk gemoed. heid van Nietzsche als wegbereider eener nieu we wereld zal slinken, naarmate het nieuwe meer nabij komt; reeds de populariteit van den denker, op wien men zich even makkelijk beroepen kan als op Multatull, beteekent, dat t zijn eigenlijke roem het einde nadert. Wat in hem bekoort is het negativisme, de onwil om het geijkte en overgeleverde te aanvaarden als levenswerkelijkheden en -waarden. Uit dit negativisme kwamen zijn „goddeloos- De eerste reactie in de kringen van het Congres der Ver. Staten op de redevoering van Hitler geeft volgens een Renterbericht uit Washington aanleiding tot de meening. dat Duitschland niet de deur heeft ge sloten voor een vreedzame regeling der Europeesche tegenstellingen. onderteekenaars en niet door een eenzijdige op zegging. Zij, die de vlootaangelegenheden bestudeeren, zijn van oordeel, dat het, opzeggen van het ver drag practisch weinig verschil zal maken. Gë- zlen den voorsprong, dien de Britsche vloot heeft, is het voor Duitschland practisch ónmo gelijk de Britsche vloot in te halen. Een uitge- brpld programma van vlootbouw zou zwaar druk ken op de economie van Duitschland. Men verwacht, dat het Duitsche vlootbouw- programma voornamelijk zal worden geconcen treerd op de onderzeeërs en men herinnert in dit verband eraan, dat Duitschland onlangs ge bruik heeft gemaakt van zijn recht overeen komstig het vlootverdrag aan te kondigen, dat een onderzeevloot zou worden gebouwd, even groot als de Britsche. BERLIJN, 28 April (Reuter) De Duitsche pers verwelkomt de rede van Hitler met een groote en een stemmige geestdrift. De bladen schrijven, dat de situatie opgehelderd is. In buitenlandsche politieke krin- men Een CordeU Huil bestudeert thans den tekst der redevoering, doch er is nog geen officieel com mentaar vernomen, daar het Departement van Staat reeds heeft medegedeeld, dat bet de redevoering niet zou beschouwen als een for meel antwoord op het beroep van Roosevelt. Eenlge leden van het congres hebben open lijk uitdrukking gegeven aan hun teleurstelling over het antwoord van Hitler aan Roosevelt, terwijl anderen de redevoering snoevend en bluffend noemden. geen geval te hebben ingegrepen in de Engel- sche belangensfeer of deze belangen op een of andere wijze te hebben benadeeld. Daarentegen moet zij tot haar leedwezen vast stellen, dat de Britsche politiek zich onlangs steeds verder heeft verwijderd van de lijn van een overeenkomstige politiek tegenover Duitsch land. Met de nieuwe politiek van omsingeling heeft de Britsche regeering eenzijdig aan de vloot- overeenkomst van 18 Juni 1935 den grondslag ontnomen en daardoor dit verdrag, zoomede de tot aanvulling daarvan overeengekomen „ver klaring" van 17 JuU 1937 buiten werking ge steld. Hetzelfde geldt ook voor deel 3 van het Duitsch-Engelsche vlootverdrag van 17 JuU 1937, waarin de verpUchtlng is vastgelegd voor een tweezijdige Duitsch-Engelsche uitwisseling van mededeeUngen. Door deze aan de Duitsche regeering tegen haar wil opgedwongen constateeringen bleven de kwaUtatieve bepalingen van het Duitsch- Engelsche verdrag van 17 JuU 1937 onberoerd. het eenvoudige en uitdagende atheïsme ietwat droge godloochenaars, die zich beroepen argumenten, ontleend aan de uitsluitende waarneming der werking van kracht en stof. Dat het wereldbeeld van deze verstokte mate rialisten veel te simpel was en geen enkel raadsel van het leven kon verklaren, tegenwoordig ook door de meeste inteUigente ongeloovigen grif toegegeven. Het ouderwetsche >pageraads"-atheïsme, dat op volksvergade ringen nog wel gepropageerd wordt, heeft we tenschappelijk afgedaan. Door moderne vrij denkers wordt het gequalificeerd als een be krompen en onverdraagzaam stelsel van ge loofspunten, zeker niet meer geloofwaardig of verdedigbaar dan eenlge godsdienstige dogma tiek. Dit leerstellig atheïsme met zijn kinder lijken eerbied voor de natuurwetten verving eenvoudig den catechismus door een onvolledig handboekje der physica en eischte hiervoor ‘een algeheele overgave van het onderzoekende ver stand op. De mensch mocht niet nagaan, of er een God bestaat. HU was gehouden te geloo- ven, dat er géén God bestaat. Bevredigde dit geloof hem niet, en wend h(j gekwelji door heimwee naar het onzlenlOke en het oneindige, dan verspeelde hij hierdoor in de oogen van den leerstelllgen atHéïst alle recht op een wetenschappelijken naam. Deze hoogmoed der godloochening, waarvan de vorige eeuw een geestelijke en maatschappelijke wereldhervor- mlng verhoopte, was te duidelijk in strijd met de menschelijke natuur om te kunnen slagen. Waar het geloof aan God werd uitgeroeid, daar ontwaakte een onvervulbaar heimwee naar eeuwig geluk-en een dwingende behoefte om de' grenzen van de aardsche menschelljkheld te doorbreken. De poging om den Sovjet-staat te grondvesten op een rationalistisch ongeloof. Uep uit op een demonische afgoderij, die de vrije persoonlijkheid van den verantwoordelij ken mensch opoffert aan een star program van dwang en onderdrukking, zoodat de gedroomde dictatuur van het proletariaat noodzakelijk ont aardde in de werkelijke en harde dictatuur van een handvol bureaBcratische geesten, over wie Stalin naar willekeur beschikt. De beveiliging van den afgod bleek slechts mogelijk door een stelsel van mensch-onwaardige terreur, dat zijn hoogtepunt haalde in een reeks van gerechte lijke massa-moorden, zooals er sedert de Fran- sche Revolutie geen meer vertoond was. Waar God niet wordt bemind, daar heerscht de barre verschrikking van het „homo homini lupus”: de onderlinge menschenhaat is er tot staats systeem georganiseerd. Doch naast dit materialistische atheïsme, dat wortelt in de achttiende eeuw en dat zich be roept op een naïeve overschatting van de na tuurwetten, wier zelfwerkzaamheid tot dog ma werd verklaard, onderscheidt men tegen woordig een andere, meer vergeestelijkte god deloosheid, die zich vaak laat kennen als een felle haat tegen het godsbesef. De voorganger en held van dit moderne atheïsme is de wijs geer Friedrich Nietzsche, een stoutmoedig en oorspronkelijk denker, die geen gesloten systeem naliet, maar die door zijn buitengewoon sug gestieve kritiek op den tijdgeest de gemoede ren van vele lezers, ook in het bedendaagsche Nederland, wist mee te sleepen, zoodat zijn af braak vaak wordt beschouwd als een voor- waarde tot de geestelijke vernieuwing van de wereld, ook door schrijvers, die zich wel wach ten zouden, de weinige „positieve" wairden - van het Nietzscheanisme te verdedigen. Met Nietzsche wordt in onzen tijd gedweept. Zijn naam ligt bestorven op de lippen van Menno ter Braak en E. du Perron. In een boekje van Marsman staat de waarschuwing, dat alle Duitsche aanhalingen, tenzij uitdrukke lijk iets anders wordt vermeld, afkomstig zjjn uit de geschriften van Nietzsche. Ook katho lieke schrijvers gaan bij hem te rade. Henri Bruning citeert hem geregeld, en doet dit zoo bewust, dat hij zelf achter een citaat de iet wat ironisch klinkende opmerking plaatst: .Nietzsche natuurlijk!” Ten opzichte van Nietzsche kan men een heldenvereerlng waarnemen, die op een eere- dienst lijkt. In zijn gedrag wordt verontschul digd, wat men in leder ander mensch met hartstocht zou afkeuren, b.v. de dubbelhartig heid, waarmede hij in een polemiek tegen Ri chard Wagner den componist van „Carmen”, Bizet, uitspeelt als een genie, terwijl hij op hetzelfde oogenbllk in een particulieren brief aan Carl Fuchs meedeelt: „Wat ik over Bizet schreef, moet gij niet ernstig opvatten; zoo als ik ben, komt Blzet voor m|j volstrekt niet in aanmerking, maar als Ironische tegenstel ling tegen Wagner werkt hij zoo sterk....!” Een cultus, die zulke oneerlijkheden en zulk effect-bejag voor lief neemt of vergoelijkt, is ongezond en daagt een reactie uit. Reeds het onmiddelliJke nageslacht zal onzen tljdgenoo- ten verwijten, dat zij den onklaren en onhar- monlschen geest van Nietzsche hebben over schat, ten koste van hoogere waarden. Een objectiever Nietzsche-beschouwing zal vrij wat critischer zijn dan de sentimenteele verheer lijking, die dezen lievelings-filosoof der he- dendaagsche schrijvers te beurt valt. Ook zijn onmiskenbare hoedanigheden als proza-schrjj- ver en tijds-critlcus zullen tot hun ware ver houdingen worden teruggebracht en dan zal blijken, dat de scherpe formuleerlngen vaak onbekookte waardevervalschingen zijn en dat hand- en opgekropt, De groot- Het belang, dat de wereld hechtte aan de boodschap, die de president der Vereenigde Staten van Amerika twee weken geleden aan de dictatoren deed toekomen, maakt ook hei antwoord, dat de dictatoren aan Roosevelt doer toekomen, van groote beteekenls. Dat antwoorc is nu bekend: de Duitsche rjjkskanseller heeft dit in een rede, die ruim twee uren duurde zoo juist uitgesproken. En ofschoon het de goede gewekmte is, zijn oordeel eerst na rijp beraad uit te spreken, wettigt het belang van dit antwoord voor de samenleving der volkeren dat wjj den eersten Indruk hierover terstond in het kort samenvatten. Het antwoord, dat de Fuehrer aan Roose velt gaf. was negatief. De verantwoording van dit” antwoord moge een schijn van verzoenlijk- heid” en zijn .haat tegen het Christendom" vo°rt Er is over deze Nietzscheaansche god loochening al veel geschreven en zij is op zeer ulteenloopende wijzen verklaard, naar gelang de levensopvatting van de verklaarders, maar een oorspronkelijke bijdrage tot de Nietzsche- studie leverde dezer dagen de Duitsche schrij ver Walter Schubart in een boekje, getiteld „Dostojewskl und Nietzsche", dgt bU het Vita Nova-Verlag te Luzern in Zwitserland het licht zag. Deze beoordeelaar is katholiek en streeft cr eerlijk naar, de goddeloosheid van Nietzsche te begrijpen. Hij neemt als -uitgangspunt het beroemde Nietzsche-woord„God is dood", dat hjj beschouwt als een karakteristiek van de religieuze gezindheid der groote massa tegen het einde der vorige eeuw. De „filosoof van den Antichrist" is voor Schubart een tobbende Godzoeker en een pro fetisch ziener, doch die er niet in slaagde. God te vinden en de toekomst positief te zien. Slechts de catastrophale vernietiging der bur gerlijke levensverhoudingen door de geweldi ge omwentelingen, die zich vandaag aan het voltrekken zjjn, heeft Nietzsche voorspeld. Hij heeft met zekerheid geweten, dat de wereld niet langer blijven kon zooals zij was, maar hij heeft niet vermoed, noch kunnen vermoe den, hoe de wereld worden zou. Zijn kritiek op de wereld is vernietigend. Zijn boodschap aan de wereld blijft daarnaast uitermate vaag en duister. ,H1J houdt opruiming van alle traditio- neele waarden, de moraal, de rede, de religie, het christendom, de humaniteit". Maar, zoo toont Schubart aan. het Godspro- bleem houdt hem tot het einde bezig. De uit spraak „God is dood” beteekent voor hem de 'heid bewaren, de Ironische formuleering, waar- waarnemlng van een gapende leegte. „Nietz sche is niet de Prometheïsche mensch. die de góden ten val brengt om zelf hun 'plaats in te nemen. Hij bewandelt niet den weg der moder ne cultuur.... Dat God dood is. beantwoordt niet aan het ideaal van Nietzsche. Hij be schouwt de godloosheid met diepe ontzetting. De dood van God is voor hem een verschrik kelijke gebeurtenis, waardoor alle tot dan toe geldende waarden hun kern verliezen. Daarom zegt hij niet: „er bestaat geen God” of ,4k geloof aan geen God", maar: „God is dood". Hij kiest een uitdrukking, waardoor men een verlies aanwijst, dat men bitter betreurt. Wat dood is. hééft geleefd. Wat gestorven is. kin verrijzen. De woorden duiden hier al op een onafgebroken voorstelling, die smart en hoop inhoudt, en niet op een afstand dien men te vreden waarneemt en zonder deelneming vast stelt”. De formule van dit moderne atheïsme zou dus. volgens Schubort, de formule zijn van een ontzettend heimwee naar God, dat de men- schen kwelt. Hoe komt het, dat zij den weg naar God niet vinden? De wereld verspert hun dien weg en de wereld zijn w ij. Ziedaar een beschouwing over het atheïsme, die in onderdeelen zeker aanvechtbaar moge zijn de Nietzsche-lnterpretatie lijkt ons bjj Schubart n.l. te christelijk-optlmistlsch maar die ons bewustzijn schenkt van een groo te verantwoordelijkheid, niet alleen tegenover dwalende broeders, maar ook tegenover de genen, die in duisternis gehuld zijn. De verle vendiging dezer verantwoordelijkheid weze de vrucht eener diepere studie van de motieven, die den modernen mensch tot godloosheid voerden. De Duitsche regeering heeft steeds vastge houden aan dien wensch en is er ook nog heden van vervuld. Zij is zich bewust in haar politiek dienovereenkomstig te hebben gehandeld en in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 17