venaal
van den dag
Moderne
missionneering
z
z
De luchtroovers
Hoitika
van
1 lllto
/z
r
DRACHTEN EN
WITMARSUM
Door rustig zichzelf te zijn
1
I
1/
DONDERDAG 4 MEI 1939
Het Katholieke Noorden
1/
I
RETRAITEN
j
DE
ZILVEREN
3
Baas boven
Lied”
,,Het Nederlandsche
f
.4
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Het werk van F rite Coert
iHh
I
voortgezet
Ik
van
Legelijk uw vingerhoed mee-
i
moet een
Berlicum Groesbeek en
Voor meisjes, die zich
Meisjes
EK
dagen voor dames Onderw
Dames uit "ten deftigen en
«e-
bleek.
ge-
Gereserveerd
De Thabor te Rotterdam
niet.
Ze liepen een eindje tusschen de struiken en boomen door
en zagen opeens een bord, waarop met krijt geschreven stond:
same eiland, midden in de Abacadaïsche Zee!
smaak
mijn
gepromoveerd
IV
>rte-
ibbelen
tt jonge
in.
loet ze wer-
iWordt vervolgd)
moeten terug naar
wü
door
A. Hruschka
ook!” en rits had de ander de püp te pakken. Door die grappen
vloog er vuur uit de pijpen en voor ze er aan dachten begon
het lange droge gras te smeulen en te branden.
Verboden te rooken. Ze bleven van verbazing stofstijf staan.
Ben bord met een Nederlandsen opschrift, hier, op dit een-
bQ vemes van aan haa4
vuurwerk over zijn lippen laten komen, of
hij zal een resultaat bereiken, dat tegen
overgesteld zou künnen zijn aan dat, wat
hij ervan verhoopte.
smeekend
Tumwald
1. Het opleiden van volkszangleiders. die de
liederen onder het volk moeten brengen.
m en tot actieven zang
derlandsche volksliede-
811 Mei Meisjes
1417 Mei Jonge dames.
2225 Mei Gehuwden.
13 Juni Gereserveerd.
47 Juni Kloosterroepingen en voor haar dit
meer godvruchtig willen leven.
1213 Juni Gehuwde dames.
1821 Juni Meisjes.
2629 Juni Ongehuwde dames.
3. Het doen bestudi
doen herleven van
ren.
t! Zij heeft
ze haar af.
V mevrouw
K dezelfde
f poogt de
Och, Ik
te straffen
righeld.
Akelige jongen!
Kom. Roland.
-ï
••••••••■•(••••(••««■aaoaaaaaaaveaaaaaiM
Retraitehuis „Klooster van den
H. Geest” te Uden
Dames
Meisjes uit Wjjchen ea. plaatsen
Leden v. d. St. Anna Congregatie
lust om te gaan
U hebt geljjk mama, t was heel leelijk
van ons. Doch wü meenden het waarlijk niet
kwaad en zullen oom Gottfried nooit vergeten.
1 Was maar een oogenbllk. weet u.
Geef baron Lansberg onmiddellük zijn
portefeuille terug. Hoe kwam je ertoe, ze weg
te nemen! Zjjn dat manieren voor een meisje
van twintig jaar, dat voor volwkssen wil door
gaan?
Vera reikt den blonden jongen man, wiens
frisch gezicht vuurrood is geworden, onwillig
en zwijgend de portefeuille over.
Er zijn heelemaal geen minnebrieven
fluistert hij haar in 't oor.
Maar het blonde dametje, zijn zuster Lilly
stookt nog ’n beetje en insinueert:
Niet waar, Vera! Erich jokt. Hü heeft het
mij zelf gezegd.
heb je willen foppen, om je beiden
voor je onuitstaanbare nleuwsgie-
Wat
Voorloopig^jen. Een minderheids-Kathollclsme, dat in
kleine gemeenschappen als op eilanden ligt
opgesloten in een wereld van andersden
kenden. Het timmert niet aan den weg, het
drukt zijn stempel niet op het openbare le-
onoverwlnnelijk
sterk innerlijk leven, en wie zich de moeite
geeft door deze streken te reizen en die
eilanden op te zoeken, weet voor goed, dat
het „Protestantsche Noorden” wel een zeer
globale term is, die aan het „Katholieke
Noorden” schromelijk onrecht doet.
wel ze natuurlijk geenszins in
valt.
Van twee kwaden moet men steeds het
minste kiezen. Van uit een hinderlaag te
worden doodgeschoten zou in ieder geval nog
onaangenamer zijn. En t zal ook niet zoo ver
schrikkelijk lang duren slechts totdat ik
mij een weinig in de zaak heb ingewerkt. Voor
het oogenbllk dit moet Ik openhartig beken
nen heb ik er nog geen flauw vermoeden
van, wie u naar het leven heeft kunnen staan
en waarom. Doch met dat feit moet rekening
worden gehouden. Wij zullen ons dus wapenen
en een defensief, misschien ook offensief plan
^pntwerpen.
7 Het maken van propaganda voor het doel
der Kon. Vereeniging door alle wettige midde
len.
Het voorloopig bestuur stelt zich verder voor
een algemeene vergadering uit te schrijven,
waarin onder meer behandeld zal worden een
voorstel tot contributie-verlaglng en een voor
stel tot aanjiassing der statuten aan den nieu
wen toestand.
5. Het doen uitgeven en zoo goedkoop moge-
Hjk verspreiden van de liederen van Groot-Ne-
derland, in handige en goedbewerkte uitgaven
met begeleiding van volksche muziekinstru
menten.
Maar hoe Josine ook uitkeek, ze kreeg niet
de kans de vertrekken van mevrouw van Rands,
noch die van mevrouw de Varda binnen tp gaan,
want James Halton bleek haar geen minuut uit
het oog te willen verliezen. Waar ze ook ging,
hij was in haar buurt En dat hij verliefd op
haar was. kon niet duidelijker dan hierdoor be
wezen worden.
Op een avond, toen-zij in de dancing van het
hotel waren, sprak hij haar dan ook over zijn
liefde.
„U moet gezien hebben, dat ik u steeds volg.
Ik kan geen minuut zonder u."
Josine had deze bekentenis al dikwijls over
wogen, want ze begreep, dat hij haar eens zijn
liefde zou verklaren en ze- wilde er een ant
woord voor gereed hebben.
„Ik.... ik blijf liever vrij,” zei ze met neer
geslagen oogen en pijn tn het hart.
„Dat kun je niet meenen," antwoordde hij
met een wanhopigen blik. ..Denk niet, dat ik u
vraag, omdat u rijk bent, want bij mij telt geld
niet. Ik heb het zelf genoeg. Ik houd van u om
uzelf. Zoodra ik u zag. was ik reeds onder uw
bekoring. U moet het geraden hebben.”
„Dat heb ik helaas!”
„Waarom helaas, als ik vragen mag?”
het gezien,” vertelds
i lippen. „Hij hevft de ju-
legd."
Silas Hempel bevindt zich reeds acht dagen
op Sperber-Eck en nog is hij bij het onder
zoek van de geheimzinnige zaak, die' hem ge
weldig interesseert, geen stap verder gekomen.
Toch verlangt hjj vurig, ze op te helderen,
want mevrouw Von Tumwald en baar kin
deren boezemen hem veel sympathie en belang
stelling In.
De innige liefde tusschen moeder en kinderen
treft zijn edel, gevoelig hart. Bovendien heeft
mevrouw Von Tumwald iets over zich, dat hem
raadselachtig voorkomt en voortdurend zijn
nieuwsgierigheid prikkelt.
2. Het vereenigen van alle krachten, geheel
of gedeeltelijk op het gebied van het Neder
landsche lied werkzaato.
4. Het eeuwig jongévB^d van onze voorvade
ren zal de grondslag' vapaen van het werke
lijke herstel, dat de Kou^pklüké Vereeniging
nastreeft, daar er geen cultureele. vernieuwing
mogelijk is. zonder aansluiting aan een verle
den, dat een bloeiende cultuur gekend heeft.
Wat aan goede, nieuwe liederen zal ontstaan,
zal met vreugde worden begroet.
Hoe het werk van den onvermoeiden Coers
heeft ingeslagen, blijkt wel uit de talrijke ver-
eenigtngen. die sinds het ontstaan van de Kon.
Ver. zjjn opgericht en zich voorgoed een plaats
in het Nederlandsche volk hebben veroverd.
Na den dood van Coers was er een strooming
om het werk van den stichter en zijn vereeni
ging niet meer voort te zetten. Dit stuitte op
verzet en er werden pogingep in het werk ge
steld om de koninklijke vereeniging haar plaats
te laten behouden.
Een voorloopig bestuur, bestaande uit mr. L.
R. J. Ridder van Rappard te Kerk-Avezaath.
voorzitter. J. P. D. Banning te Gennep, onder
voorzitter. mr P Schierbeek te ’s-Gravenhage.
Verhulststraat 14. schrijver, mr. A. K. H S.
Haitsma Muller te Nijmegen penningmeester,
mr. J H. P. V. Haitsma Muller. Amsterdam,
lid. heeft zich daarom gevormd en vraagt
thans aandacht voor ziln plannen tot voortzet
ting en vernieuwing van de koninklijke ver
eeniging ..Het Nederlandsche Lied”.
Tot zijn groote vreugde heeft het voorloopig
bestuur dr. Jop. Pollmano bereid gevonden als
adviseur der Kon. Ver. op te treden. Geduren
de vele jaren staat dr. Pollmann reeds op de
bres om het goede Nederlandsche lied onder
het volk te brengen.
De Koninklijke Vereeniging stelt zich voor
de san de jaleuwe, else hen aangepaste actie te
doen -geschieden volgens onderstaande richtlij
nen:
De Jongelui verwijderden jdch.
Mevrouw Von Turnwald en Hempel volgden
hen langzaam. Mevrouw Von Turnwald keek
weer ernstig en zelfs treurig.
Zjj zijn het eenig geluk, dat mij is over
gebleven. sprak zij; en als ik denk, dat ook hun
gevaar zou dreigen! Ik zou er krankzinnig van
kunnen worden
Met zulke gedachten mogen wij ons niet
bezighouden, mevrouw, te minder omdat er
voor het oogenbllk geen zweem van aanleiding
toe bestaat en dat zal. mogen wij vertrouwen,
ook later zoo zijn. Met betrekking tot uw per
soon is de toestand niet zoo gunstig, en ik zou
gaarne met u die zaak grondig bespreken. Wij
zullen samen een plan voor uw doen en laten
ontwerpen, dat u tegen alle mogelijke gevaar
beveiligt, zonder dat iemand eenlge verandering
in uw levenswijze bespeurt, ^oudt u. bijvoorbeeld
niet een klein voeteuvel kunnen voorwenden
het gevolg van een val of iets dergelijks
dat u zooal niet alle beweging belet, dan toch
de hulp van anderen op uw wandelingen wen-
schelijk maakt?
Schijnt zulk een comedie u noodzakelijk
toe^ dan moet ik er mij wel in schikken, hoe-
Drobny, en jij vergezelt ons natuurlijk een eind
weegs •x'
Zij tikt zich tegen het voorhoofd en wendt
zich snel tot mevrouw Von Tumwald:
Lieve hemel, nu was ik bijna weg zonder
de boodschap te hebben gedaan, waarvoor we
eigenlijk gekomen zijnErich, jij had er ook
wel aan kunnen denken!
Zeker, excuseer
Dus, tante Sybille. mama laat u hartelijk
groeten en verzoekt u. overmorgenavond heel
vroeg te komen, om met ons'papa p verjaardag
te vieren. Als u reeds in den loep van den
namiddag kondt komen, zou dat nog veel beter
zijn, want mama heeft in alle mogelijke dingen
uw raad r.oodig.
Met genoegen, mjjn kind.
nu
in
Mijn zoon Roland, die een paar weken
geleden gepromoveerd is tot doctor in de
rechten, en zijn vriend, baron Lansberg, land-
die nu op Drobny zijn vader
bouwingenieur,
helpt.
Gaat nu. kinderen, ik heb met den nieu
wen bibliothecaris nog een en ander te bespre
ken. Aan tafel zien we elkaar weer.
dag en nacht. Oom Gottfried was buitengewoon
gehard, en koele, versche lucht was een be
hoefte en een genot voor hem. Dus op die
plaats
Overtuig u zelf, mevrouw. Zelfs voor het
oog van een leek hebben die gebroken takken
en de verdere sporen hun beteekenis.
69 Mei Meisjes
Nuenen
12— 15 Mei
Ka th Actie wijden
2225 Gehuwde dames uit den middenstand
2730 Mei Meisjes uit Groot Veldhoven
Pinks teren)
34 Juni
essen.
59 Juni
goeden stand
1316 Juni
1720 Juni
2023 Juni
uit Nijmegen
26—30 Juni
ATT E* spdttbladztjn ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegee W“« pwgWfw btj levenslange geheele ongcochlkthekf tot wertaen door «wgaxw t>ü een ongeval mat
<1 «1 8 axDwlw 1V F a ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen F Ove” verUee van belde armen, belde beenen at belde oogen F 4 OU»" doodelljken afloop F mOU»*
van me vergen, vader, maar
gericht. Deze doet haar best om streng te
kijken, duwt het schoone meisje van zich af,
en zegt:
Maar, kinderen, wat een uitgelatenheid!
Heel onbetamelijk, vooral in een huis, waar
pas iemand gestorven is. Heb je dan ver
geten. dat wij nauwelijks een paar dagen gele
den den goeden oom Gottfried grafwaarts heb
ben gedragen? Je moest je schamen!
Vier betrokken gezichten.
Vera krijgt plotseling
schreien.
aan de
4
Dus, mevrouw, kende u mjjn activiteit?
Sinds lang. Door families, met welke wij
bevriend zijn en welke u onschatbare dienstig
bewezen hebt. Voorts was ik overtuigd, dfl
het onderzoek met veel tact en discretie
worden verricht, wil er eenlge kans (op ont<^B
king van den moordenaar bestaan,
Inderdaad. En daarom
eigenlek goed te pas. dat het parki«||&^|^
een zoo vluchtig onderzoek en met^WtsSraiMg
derstelling zelfmoord heeft revrolM&|||||«
Toch begrijp ik die menschen niet
zonneklaar, dat er moord is gep'^HSH9|
moordenaar is ook niet spoorloos
gegaan Hij heeft zicii tegen het zv. HBH|
van den buitenmuur opgewerkt
het waarschijnlijk openstaande veiHlJ^h&g
slaapkamer de vertrekken van den
binncncedrongen De sporen zijn
WBar te n^men.
Niet ónmogelijk, want behalve
strengste wintermaanden stond het SR
Eerst nu krijgt baronesse Lilly den heer
Hempel in het oog; deze heeft zich direct
teruggetrokken in een diepe venstemls en
schijnt heel aandachtig het park op te nemen.
O. tante, eerst nu zie ik. dat wij een
vreemden heer op bezoek hebben! Nu. die zal
'n hoog idee van ons gekregen hebben! fluis
tert de jonge dame.
Ook haar broer en de jonge Turnwalds zetten
een verlegen gezicht. Mevrouw Von Turnwald
glimlacht, om hen gerust te stellen.
Die heer, zegt zjj, is geen bezoeker, maar
een huisgenoot: onze nieuwe bibliothecaris.
Hjj zal. naar ik betrouw, geen te hard oordeel
over je vellen, hoewel je hem inderdaad aan
leiding hebt gegeven om
ZÜ wenkt Hempel en stalt hem aan de jonge
lui voor;
Toen Silas Hempel met mevrouw Von Tum
wald naar de eerste verdieping was terugge
keerd; hoorden zij plotseling^ 'n oorverdoovend
rumoer. Gelach, geschreeuw, triomfkreten Een
beeldschoone joia^>dame|adie iets in de hoog
opgestoken haadem den
verlegen waren, maar de menschen, die er
woonden.
Die periode van verlegenheid zijn de
Drachtenaren nu te boven. Zjj hebben zich
gewend aan die monniken in hun bruine
pijen en op bloote voeten, ^j hebben
Utrechts aartsbisschop, Mgr. Jansen zali
ger gedachtenis, in' vol ornaat door hun
straten zien loopen, en zij hebben geens
zins naar steenen gegrefien, tóen pastoor
Overmeer, de krachtige promotor van het
Drachtensche plan, in *f933 de eerste H.
Mis, de eerste sedert drie eeuwen, te
Drachten opdroeg. Er zjjn thans zusters
Franciscanessen aan het werk, en in 1942
hoopt men er een Katholiek ziekenhuis te
hebben.
Dat alles, kan men zeggen, is nu nog
niet veel. Maar degenen, die er toe mee
werkten, dat de paters Franciscanen naar
JOrachten kwamen, zij die het met welge
vallen zien, hoe de paters Augustijnen,
wier orde in een zoo veel belovende re
naissance verkeert, hun activiteit ontwik
kelen, willen voorloopig ook niet veel. Zij
willen, dat in die streken kernen van ka
tholiek leven gevormd worden, zooals de
Jezuïeten het in de Orpningsche Gelkin-
"gestraat gedaan hebben, en dan na vele,
vele jaren zal men wel verder zien.
„U beneemt mij, door me zoo te volgen, mijn
vrijheid
..Pardon? Ik wist niet, dat ik u zoo hinderde,
juffrouw Lanoff. Het spijt me geweldig, maar
iemand die verliefdis.denkt u zich mijn
toestand eens in. In het vervolg zal ik u dit on
genoegen besparen, maar toch blijf ik voor mij
de hoop koesteren op een beetje geluk
Doch het viel Josine spoedig op. dat hij haar
steeds nog zocht, hoewel hü zich nu meer op
den. achtergrond hield Maar ook nu nQg werd
zij hierdoor belemmerd. Op een dag kreeg ze
de Kans to de kamers van belde dames te ge
raken. Mevrouw van Rands had haar bril ver-
geten en mevrouw de Varda ontdekte haar vin-
gerhoed niet bij zich te hebben. En daar Jo-
sine's vader in de nabijheid zat en dit hoorde,
wisselde hij een blik van verstandhouding met
zijn dochter. Nu was de gelegenheid te mooi
om er geen gebruik van te maken.
..Zal ik h-m even halen, mevrouw
Rands?" bood Josine aan.
.Heel graag, kind. Ik moet hem In vergissing
in de la van de toilettafel gesloten hebben. Hier
is de sleutel.”
„En zal k dan
brengen, mevrouw
de Varda?” wend
de Josine zich tot
deze dame.
„Als je zoo gbed
wilt wezen, Jo-, DaaS
sientje. Ik vind
het heel lief van
je Zie maar eens in mijn werkmandje WU je?”
Josine verliet schijnbaar opgewekt de dames
en droeg .iaar handtaschje mee. Het duurde
niet lang of zij had eenige sierader., dl» In de
bewuste la lagen, in haar bezit. Ook op de ka
mer van mevrouw de Varda ontdekte ze ju-
weelen die ze ijlings in haar handtaschje borg.
Het was gebeurd. De dames gingen pas voor
het diner naar haar kamers om zich te ver-
kleeden en dan was haar vader reeds door een
telegram, doo hem zelf verzonden, weggeroe
pen en bracht den jult in veiligheid. En zij
volgde dan na enkele dagen. Dit was hun
systeem van „opereeren”.
En ik zal James Halton looit meer terugzien,
dacht Josine wanhopig Ineens stond hü voor
haar en fluisterde: „Ik weet, waaraan jü je daar
juist schuldig heht gemaakt. Ik ben Je. ondanks
mjjn belofte, gevolgd: het was sterke' da mün
wil en neb gez*en. dat je in je handtaschje....
Maar vrees niets.” st 'de hü haar aanstonds ge
rust. want ze wilde hem ontvluchten, „mün
liefde voor <ou is dusdanig, dat ik dit over het
hoofd zie. Josine, geef m’ de juweelen, dan leg
ik ze weer gauw terug er. niemand zal bemerken»
e missionneering van het Noorden is
I 1 zooal niet materieel dan toch geeste-
jjjk in menig opzicht moeilijker dan
de missionneering in ongeciviliseerde landen.
Want ook de groote massa’s niet-kerkelij-
ken in onze noordelijke provincies staan
volstrekt niet blanco tegenover de Kerk. Zij
hebben hun ingeroeste vooroordeelen en
zoo dit al alles is, wat zij van het geloof
hunner voorvaderen hebben overgehou
den, dan vormt het ook jifist den diksten
muur, die met geen stormram is in te
nemen, maar die uitsluitend langzaam
geslecht kan worden door het goéde
voorbeeld, door al die onweegbare invloe
den, welke van een sterke persoonlijkheid
uitgaan. Men stelt zich dan ook heusch
niet voer, dat men het Noorden zoo snel
kan veroveren, al zijn sommige verschijn
selen geschikt om meer optimistische in
drukken te vestigen. In de groote steden
zijn er tal van bekeerlingen, en .geen won
der. want daar kan men ruimschoots in
aanraking komen met de Katholieken en
hun levenspractijk, maar op het platte
land zijn heele gebieden, waar het voor
oordeel schier onuitroeibaar is, omdat
er geen of zoo goed als geen Katholieken
zijn.
Hoe zal men in zulke gebieden binnen
dringen? Het beeld van den missionaris,
die predikend deze landen intrekt, is ro
mantisch en avontuurlijk. Maar het past
niet meer bij de werkelijkheid van onze
dagen. Dat hebben de Augustijnen inge
zien, toen zjj zich dertig jaar geleden ves
tigden in Witmarsum, midden in een niet-
katholieke wereld, en dat hebben nu een
zestal jaren geleden de Franciscanen weer
begrepen, toen zij in Drachten tusschen
een bevolking, die in haar geheel volsla
gen schichtig stond tegenover de Katho
lieke Kerk, hun klooster stichtten,
heeft men daarmee bereikt? r“
nog geen rijken zielenoogst, maar in de al
lereerste plaats het bewijs, dat deze mon
niken, dat de Katholieken dus, moediger
waren dan de menschen, die deze streken
van ouds bewoonden. Men heeft ‘de paters van, maar het heeft een
gewaarschuwd, men heeft het hun ontra
den en men had hen het liefst met een
cordon van marechaussees willen omge
ven. Zij gaven er evenwel de voorkeur
aan om onbeschermd deze streken in te
gaan, en zij ondervonden, dat niet zij
Het werk der Koninklüke Vereeniging .Het
Nederlandsche Lied” is in den loop der jaren van
velerlei aard geweest. Bepaalde'-de actie zich
aanvankelijk tot pogingen om het lied door be
roemde zangers en zangeressen tot het tolk te
brengen, in latere jaren waren '-et voornamelijk
de Uedéren-publicaties. Onder den naam „Coers’
Liederenboek van Groot-Nederland” werden zü
algemeen bekend.
eer zelfstandig, weinig tegemoetko
mend en gesloten, zoo zjjn' de men
schen in het Noorden van ons land.
En bijaldien maken zij op Iedereen, die
hen niet goed kent, liever gezegd op ieder
een, dien zij niet goed kennen, een stuggen
Indruk; Terecht, want de Groninger, de
Fries en de Drent houden er werkelijk niet
van een ieder, die toevallig hun levenspad
voor een wijle kruist, maar direct in de
armen te vallen. Zij hebben geen wantrou
wenden aard, zij zijn niet menschenschuw,
maar zij blijven op zichzelf en vergemeen-
zamep zich niet zoo spoedig met een
vreemdeling. Het duurt lang voor zij zich
openen en zich laten zien, zooals zij zijn,
maar als zij zich gedrongen voelen om dat
te doen, dan hebben zij de andere partij
getoetst en bezitten zij een grooten waar
borg, dat zij zich niet vergissen.
Die geslotenheid fs het natuurlijke be-
aehermingsmiddel voor alle trouwhartige
n?turen, willen zij zich niet tienmaal op
een dag kwetsen aar» de zwakheden van
piisschien heel beminnelijke, maar minder
betrouwbare elementen. En trouwhartig
- zijn de noordelijke - menschen, oprecht en
toegewijd jegens dengene, die eenmaal
hun vriend is geworden en hun vertrouwen
gewonnen heeft. Dat isook de ervaring
van alle zielzorgers in het Noorden, en
deze zijn in hun practijk in de gelegenheid
om de beteekenis van het begrip „be
trouwbaarheid" te peilen.
En omdat zij nu eenmaal zoo zijn, de
noorderlingen, daarom maken opgewonden
propaganda-acties met daverende fanfa-
ronnades geen indruk op hen. Integendeel,
zij stoeten hen af, en alles, wat openlijk
glanst en schittert,' ook al is dat om de
beste redenen en al geschiedt het met de
beste motieven als uiting van een glorieus
en hymnisch levensgevoel, maakt op hen
licht den Indruk van een fanfaronnade. In
dat geval ten onrechte, maar het baat
niet daarover met hén te discussieeren
het is nu eenmaal zoo, en daarmede moet
de Katholieke zielzorg om tactische rede
nen rekening houden.
Zooals wjj apn het slot van onze vorige
beschouwing opmerkten, hebben de Ka-
^^^tholieken in het Noorden hun eervolle
^alaats in de samenleving niet gewonnen
Siïf^Boor uitbundig te doen doch uitsluitend
^T>r rustig zichzelf te zijn, hun geloof te
j zooals zij meenen het te moeten
S en zich voorts als reëele menschen
1*/ «r «dragen. En door zoo te handelen ont-
zij een innerlijke kracht, waar-
n... derling tenslotte, zoo hij er
'bands niet "emakkelijk aan g< -
n k.ni m.tkmncn Op
u’ f.-:’ basr.-rrn d<- Êrlzor-
gedragslijn, zeer duidelijk be-
(i'1! Friesland, Groningen en
n en lauden zijn, die men stor-
P^hand inneemt met behulp van een
«|H’gen van vurige propagandageschriften,
ssale apologetische vergaderingen en
S»^K:s wat er verder door de moderne pro-
M^ganda-inethodisten aan daverende din-
^Bgen wordt uitgedacht. Het is schoon te
spreken over de missionneering van het
Noorden, men wordt daar geestdriftig bij
en dat is goed, maar men verzuimt vaak
die geestdrift aan banden te leggen en te
transponeeren in innerlijke energie. Wie
in het noorden voor de katholieke zaak
wil Werken moet een brandend hart heb
ben. maar hij moet de vonken niet als
ond«r nederigheid is het on
mogelijk iets te genieten zelB
j geenxhoogmoed.
6. Het opsporen en doen opspor^n van ver
spreide liederen.
is uc weer gauw ,erug en lueuiana tui ueiiiei
wat er voorgevallen is Daar blüf ik je door mün
liefde borg voor
Josien was doodsbleek Ze gaf hem de voor
werpen. ze-ge.id: ..Deze zün van nummer tien
en deze van twaalf. Je.je haat -ne dus niet?”
vroeg ze, zonder hem aan/e küken.
„Neen. Hoe zou ik jou kunnen naten? Het
lekte van je zün. want ;e kunt im
mers alles van je vader krügen, wat je ver
langt?” C- nu,” dwong hij. „er moest eens
iemand boven kernen
Josine haastte zich naar beneden, hoewe' haar
beenen als lood wogen En als werktulglük gaf
ze den br" en den vingerhoed aan de dames, die
haar de noodFje loftuitingen voor haar hulp
vaardigheid en liefheid toezwaaiden
Even later stonden vader en dochter tegen
over elkaar.
„Is er wat gebeurd?" vroeg hü. .Je ziet zoo
bleek."
„Münheer nalton ha«
Josine met bevende
weelen weer terug 1
„En jü heb» den sl'utel aan de dame
geven, dus moet alles open en bloot op de ka
mer liggen. Ga terug en neem ze. Ik fal hem
een wandeling voorstellen. Intusschen heb je
de gelegenheid ae juweelen t, nemen zonder
door dien spion cp de vingers gekeken te wor
den. Ik kom echter gauw terug.”
„Als hü mij nog eens zag? Ik durf
vader?”
„Vooruit zeg ik je!! Wees niet sentimenteel.
Wil je soms op een houtje knabbelen?"
Doch toen de pseudo-schoensmeerfabrikant
naar James Halton zocht, was deze nergens te
bespeuren. En toen de diefstal ontdekt werd,
was hü al met zün buit de grens over en telde
het land een hotelrat minder.
Josine begreep nu, dat hü liefde geveinsd had.
omdat hü haar en haar vader doorgrondde en
aldus zün doel trachtte te bereiken
oo is de houding van de Katholieken
in het Noorden: zichzelf zijn en het
den anderen Inscherpen, dat zij dit
altijd zullen blijven, maar hen ook laten
merken, dat er voor het overige, voor het
maatschappelüke en kan het zijn,
voor het Intellectueele leven best met hen
te praten valt.
Men meene daarom niet, dat er niets
dan rozengeur en maneschijn heerscht in
het Noorden. Er zijn nooden, er zijn tekor
ten aan arbeidskrachten en vooral een
provincie als Drente, waar de bevolking
arm is en over het algemeen weinig ont
wikkeld, heeft een nijpend gebrek aan
menschen, die over den tijd en de gees
telijke capaciteiten beschikken om leiden
de functies te vervullen. In Drente kent
men het probleem der werkloosheid al tien
jaren langer dan in de rest van Nederland,
en dat heeft dus wel zijn stempel op de
bevolking gedrukt. Men moest zich meer
bekommeren om Drente, doch dit neemt
niet weg, dat ook daar de Katholieken, die
uiteraard hoofdzakelijk onder de arbeiders
te vinden zijn, als goede Katholieken leven
en, hun moeilijkheden ten spijt, den moed
volstrekt niet hebben opgegeven.
Ziedaar, in korte trekken, den toestand ge
schetst van het Katholicisme in het Noor-
Joslentje. zooals de vader zün dochter in te
genwoordigheid van anderen noemde, was be
slist de liefste gast, die ooit in het deftige Hotel
Palhelm gelogeerd had. En bovendien was zü
ontegenzeglük ook het knapste meisje, dat
daar op het oogenbllk haar intrek had genomen.
Josientje werd dan ook weldra de afgod van
iedereen, maar vooral bij de oudere dames stond
zü om haar- goede hoedanigheden hoog aan
geschreven. En dezen wedüverden als het ware
om Josientje In haar gezelschap te hebben.
,Je laat mü te veel alleen, mün kind,” sput
terde de vader kwast boos.
En Josientje pruilde met een allerliefst
mondje: „Als ik mü hier nu amuseer, vader?
Mevrouw van Rands leert me zulke leuke hand
werkjes en mevrouw de Varda brengt er mü ook
al mee op de hoogte. Ik ben in deze dingen nog
een echte stoethaspel.’
„Je blüft maar steeds binnen Waarom ga je
niet liever zwemmen of tennissen of zoo?”
„Niet mopperen, vadertjelief! Vooreerst:
blüf niet binnen, want wü zitten in den tuin of
op het terras, dus geniet ik immers ook van de
buitenlucht.”
Een dergelük gesprek had steeds plaats, wan
neer de dar.ies in kwestie in de nabüheid wa
ren. rasar als vader en dochter alleen waren,
dan werd er gefluisterd: „Ben je er nog niet
achtergekomen, wvjer zü haar juweelen be
waren?"
..Nog niet. Ik wour'dat ik het maar-'gauw
wist, want ik verlang er naar om weer onge
dwongen ergens te kunnen 'erblüven. Ik bedoel:
zonder de gedachte om te kunnen stelen. Ik zie
iedereen naar het' strand gaan en ik kan maar
bü die oude theedoozen mün mooien tüd ver
klungelen en dat zoet gefleem hangt me duch
tig de keel uit. O! vader, wisten we foch maar
iets anders, om aan geld te geraken' Ik ben di’
leven zoo mo*„ zoo vreeselük moe!”
„Maar als vü iinn ook geluk hebben. Josine.
dan zün we weer vaar enkele maanden onder
dak. Doch nu wordt hes-d-üd. dat we onzen zak
onderhand vullen Het is Ker een duur hotel en
Peter Lanoff, de zoogenainde schoensmeer
fabrikant, die nlMIioenen bezlf.s^ieef' nauwelüks
nog genoeg geld om een maand txs. leven.”
„Voor slechts een maand meer?”\chrok het
jonge meisje.
„Ja. Maar Jü kunt dat leven, waar je fiaai
verlangt, hebben, als je met dien Halton trquwt.
Hü loopt je overal na met een huwelüksaanroek
op zün lippen Het kost je maar één woord en
je bent rük."
Josine schudde het hoofd. „Als er iemand op
de wereld is, dien ik niet wil bedriegen, dan is
hü het."
De vader floot tusschen zün tanden. Toen
schamperde hü.josine Werks is verliefd. Hoe
is het mogelük!”
..Spot niet, vader, spot niet!" werd ze driftig
..Datdat kan ik niet verdragen."
Hü greep .>aar bü den arm en zün gezicht
dicht bü het hare snauwde hü: .Je bent gek.
om dien jongen niet te vangen. Jouw en mün
leven komt er door in de banen, waarin wü het
jraag zouden zien. Nooit zorg, nooit armoe
meer.”
„Alles kun je
dit niet."
„Dan wordt het tüd. dat je je oogen en han
den gebruikt. Hoe gemakkelük kun je niet op
de kamers van die dames gaan, voorwendend,
als iemand je mocht zien, daar iets te moeten
caan halen. Iedereen ziet, dat je goede vrien
dinnen züt. Het personeel zal geen argwaan
koesteren."
„Ik zal het probeeren, maar ik moet uiterst
voorzichtig te werk gaan. En de gelegenheid
moet zich daartoe ook eerst voordoen.”
„Dat wil dus zeggen: püp uit je mond,” zei de vliegenier en