venaal van den dag Moderne missionneering z z De luchtroovers Hoitika van 1 lllto /z r DRACHTEN EN WITMARSUM Door rustig zichzelf te zijn 1 I 1/ DONDERDAG 4 MEI 1939 Het Katholieke Noorden 1/ I RETRAITEN j DE ZILVEREN 3 Baas boven Lied” ,,Het Nederlandsche f .4 AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Het werk van F rite Coert iHh I voortgezet Ik van Legelijk uw vingerhoed mee- i moet een Berlicum Groesbeek en Voor meisjes, die zich Meisjes EK dagen voor dames Onderw Dames uit "ten deftigen en «e- bleek. ge- Gereserveerd De Thabor te Rotterdam niet. Ze liepen een eindje tusschen de struiken en boomen door en zagen opeens een bord, waarop met krijt geschreven stond: same eiland, midden in de Abacadaïsche Zee! smaak mijn gepromoveerd IV >rte- ibbelen tt jonge in. loet ze wer- iWordt vervolgd) moeten terug naar wü door A. Hruschka ook!” en rits had de ander de püp te pakken. Door die grappen vloog er vuur uit de pijpen en voor ze er aan dachten begon het lange droge gras te smeulen en te branden. Verboden te rooken. Ze bleven van verbazing stofstijf staan. Ben bord met een Nederlandsen opschrift, hier, op dit een- bQ vemes van aan haa4 vuurwerk over zijn lippen laten komen, of hij zal een resultaat bereiken, dat tegen overgesteld zou künnen zijn aan dat, wat hij ervan verhoopte. smeekend Tumwald 1. Het opleiden van volkszangleiders. die de liederen onder het volk moeten brengen. m en tot actieven zang derlandsche volksliede- 811 Mei Meisjes 1417 Mei Jonge dames. 2225 Mei Gehuwden. 13 Juni Gereserveerd. 47 Juni Kloosterroepingen en voor haar dit meer godvruchtig willen leven. 1213 Juni Gehuwde dames. 1821 Juni Meisjes. 2629 Juni Ongehuwde dames. 3. Het doen bestudi doen herleven van ren. t! Zij heeft ze haar af. V mevrouw K dezelfde f poogt de Och, Ik te straffen righeld. Akelige jongen! Kom. Roland. -ï ••••••••■•(••••(••««■aaoaaaaaaaveaaaaaiM Retraitehuis „Klooster van den H. Geest” te Uden Dames Meisjes uit Wjjchen ea. plaatsen Leden v. d. St. Anna Congregatie lust om te gaan U hebt geljjk mama, t was heel leelijk van ons. Doch wü meenden het waarlijk niet kwaad en zullen oom Gottfried nooit vergeten. 1 Was maar een oogenbllk. weet u. Geef baron Lansberg onmiddellük zijn portefeuille terug. Hoe kwam je ertoe, ze weg te nemen! Zjjn dat manieren voor een meisje van twintig jaar, dat voor volwkssen wil door gaan? Vera reikt den blonden jongen man, wiens frisch gezicht vuurrood is geworden, onwillig en zwijgend de portefeuille over. Er zijn heelemaal geen minnebrieven fluistert hij haar in 't oor. Maar het blonde dametje, zijn zuster Lilly stookt nog ’n beetje en insinueert: Niet waar, Vera! Erich jokt. Hü heeft het mij zelf gezegd. heb je willen foppen, om je beiden voor je onuitstaanbare nleuwsgie- Wat Voorloopig^jen. Een minderheids-Kathollclsme, dat in kleine gemeenschappen als op eilanden ligt opgesloten in een wereld van andersden kenden. Het timmert niet aan den weg, het drukt zijn stempel niet op het openbare le- onoverwlnnelijk sterk innerlijk leven, en wie zich de moeite geeft door deze streken te reizen en die eilanden op te zoeken, weet voor goed, dat het „Protestantsche Noorden” wel een zeer globale term is, die aan het „Katholieke Noorden” schromelijk onrecht doet. wel ze natuurlijk geenszins in valt. Van twee kwaden moet men steeds het minste kiezen. Van uit een hinderlaag te worden doodgeschoten zou in ieder geval nog onaangenamer zijn. En t zal ook niet zoo ver schrikkelijk lang duren slechts totdat ik mij een weinig in de zaak heb ingewerkt. Voor het oogenbllk dit moet Ik openhartig beken nen heb ik er nog geen flauw vermoeden van, wie u naar het leven heeft kunnen staan en waarom. Doch met dat feit moet rekening worden gehouden. Wij zullen ons dus wapenen en een defensief, misschien ook offensief plan ^pntwerpen. 7 Het maken van propaganda voor het doel der Kon. Vereeniging door alle wettige midde len. Het voorloopig bestuur stelt zich verder voor een algemeene vergadering uit te schrijven, waarin onder meer behandeld zal worden een voorstel tot contributie-verlaglng en een voor stel tot aanjiassing der statuten aan den nieu wen toestand. 5. Het doen uitgeven en zoo goedkoop moge- Hjk verspreiden van de liederen van Groot-Ne- derland, in handige en goedbewerkte uitgaven met begeleiding van volksche muziekinstru menten. Maar hoe Josine ook uitkeek, ze kreeg niet de kans de vertrekken van mevrouw van Rands, noch die van mevrouw de Varda binnen tp gaan, want James Halton bleek haar geen minuut uit het oog te willen verliezen. Waar ze ook ging, hij was in haar buurt En dat hij verliefd op haar was. kon niet duidelijker dan hierdoor be wezen worden. Op een avond, toen-zij in de dancing van het hotel waren, sprak hij haar dan ook over zijn liefde. „U moet gezien hebben, dat ik u steeds volg. Ik kan geen minuut zonder u." Josine had deze bekentenis al dikwijls over wogen, want ze begreep, dat hij haar eens zijn liefde zou verklaren en ze- wilde er een ant woord voor gereed hebben. „Ik.... ik blijf liever vrij,” zei ze met neer geslagen oogen en pijn tn het hart. „Dat kun je niet meenen," antwoordde hij met een wanhopigen blik. ..Denk niet, dat ik u vraag, omdat u rijk bent, want bij mij telt geld niet. Ik heb het zelf genoeg. Ik houd van u om uzelf. Zoodra ik u zag. was ik reeds onder uw bekoring. U moet het geraden hebben.” „Dat heb ik helaas!” „Waarom helaas, als ik vragen mag?” het gezien,” vertelds i lippen. „Hij hevft de ju- legd." Silas Hempel bevindt zich reeds acht dagen op Sperber-Eck en nog is hij bij het onder zoek van de geheimzinnige zaak, die' hem ge weldig interesseert, geen stap verder gekomen. Toch verlangt hjj vurig, ze op te helderen, want mevrouw Von Tumwald en baar kin deren boezemen hem veel sympathie en belang stelling In. De innige liefde tusschen moeder en kinderen treft zijn edel, gevoelig hart. Bovendien heeft mevrouw Von Tumwald iets over zich, dat hem raadselachtig voorkomt en voortdurend zijn nieuwsgierigheid prikkelt. 2. Het vereenigen van alle krachten, geheel of gedeeltelijk op het gebied van het Neder landsche lied werkzaato. 4. Het eeuwig jongévB^d van onze voorvade ren zal de grondslag' vapaen van het werke lijke herstel, dat de Kou^pklüké Vereeniging nastreeft, daar er geen cultureele. vernieuwing mogelijk is. zonder aansluiting aan een verle den, dat een bloeiende cultuur gekend heeft. Wat aan goede, nieuwe liederen zal ontstaan, zal met vreugde worden begroet. Hoe het werk van den onvermoeiden Coers heeft ingeslagen, blijkt wel uit de talrijke ver- eenigtngen. die sinds het ontstaan van de Kon. Ver. zjjn opgericht en zich voorgoed een plaats in het Nederlandsche volk hebben veroverd. Na den dood van Coers was er een strooming om het werk van den stichter en zijn vereeni ging niet meer voort te zetten. Dit stuitte op verzet en er werden pogingep in het werk ge steld om de koninklijke vereeniging haar plaats te laten behouden. Een voorloopig bestuur, bestaande uit mr. L. R. J. Ridder van Rappard te Kerk-Avezaath. voorzitter. J. P. D. Banning te Gennep, onder voorzitter. mr P Schierbeek te ’s-Gravenhage. Verhulststraat 14. schrijver, mr. A. K. H S. Haitsma Muller te Nijmegen penningmeester, mr. J H. P. V. Haitsma Muller. Amsterdam, lid. heeft zich daarom gevormd en vraagt thans aandacht voor ziln plannen tot voortzet ting en vernieuwing van de koninklijke ver eeniging ..Het Nederlandsche Lied”. Tot zijn groote vreugde heeft het voorloopig bestuur dr. Jop. Pollmano bereid gevonden als adviseur der Kon. Ver. op te treden. Geduren de vele jaren staat dr. Pollmann reeds op de bres om het goede Nederlandsche lied onder het volk te brengen. De Koninklijke Vereeniging stelt zich voor de san de jaleuwe, else hen aangepaste actie te doen -geschieden volgens onderstaande richtlij nen: De Jongelui verwijderden jdch. Mevrouw Von Turnwald en Hempel volgden hen langzaam. Mevrouw Von Turnwald keek weer ernstig en zelfs treurig. Zjj zijn het eenig geluk, dat mij is over gebleven. sprak zij; en als ik denk, dat ook hun gevaar zou dreigen! Ik zou er krankzinnig van kunnen worden Met zulke gedachten mogen wij ons niet bezighouden, mevrouw, te minder omdat er voor het oogenbllk geen zweem van aanleiding toe bestaat en dat zal. mogen wij vertrouwen, ook later zoo zijn. Met betrekking tot uw per soon is de toestand niet zoo gunstig, en ik zou gaarne met u die zaak grondig bespreken. Wij zullen samen een plan voor uw doen en laten ontwerpen, dat u tegen alle mogelijke gevaar beveiligt, zonder dat iemand eenlge verandering in uw levenswijze bespeurt, ^oudt u. bijvoorbeeld niet een klein voeteuvel kunnen voorwenden het gevolg van een val of iets dergelijks dat u zooal niet alle beweging belet, dan toch de hulp van anderen op uw wandelingen wen- schelijk maakt? Schijnt zulk een comedie u noodzakelijk toe^ dan moet ik er mij wel in schikken, hoe- Drobny, en jij vergezelt ons natuurlijk een eind weegs •x' Zij tikt zich tegen het voorhoofd en wendt zich snel tot mevrouw Von Tumwald: Lieve hemel, nu was ik bijna weg zonder de boodschap te hebben gedaan, waarvoor we eigenlijk gekomen zijnErich, jij had er ook wel aan kunnen denken! Zeker, excuseer Dus, tante Sybille. mama laat u hartelijk groeten en verzoekt u. overmorgenavond heel vroeg te komen, om met ons'papa p verjaardag te vieren. Als u reeds in den loep van den namiddag kondt komen, zou dat nog veel beter zijn, want mama heeft in alle mogelijke dingen uw raad r.oodig. Met genoegen, mjjn kind. nu in Mijn zoon Roland, die een paar weken geleden gepromoveerd is tot doctor in de rechten, en zijn vriend, baron Lansberg, land- die nu op Drobny zijn vader bouwingenieur, helpt. Gaat nu. kinderen, ik heb met den nieu wen bibliothecaris nog een en ander te bespre ken. Aan tafel zien we elkaar weer. dag en nacht. Oom Gottfried was buitengewoon gehard, en koele, versche lucht was een be hoefte en een genot voor hem. Dus op die plaats Overtuig u zelf, mevrouw. Zelfs voor het oog van een leek hebben die gebroken takken en de verdere sporen hun beteekenis. 69 Mei Meisjes Nuenen 12— 15 Mei Ka th Actie wijden 2225 Gehuwde dames uit den middenstand 2730 Mei Meisjes uit Groot Veldhoven Pinks teren) 34 Juni essen. 59 Juni goeden stand 1316 Juni 1720 Juni 2023 Juni uit Nijmegen 26—30 Juni ATT E* spdttbladztjn ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegee W“« pwgWfw btj levenslange geheele ongcochlkthekf tot wertaen door «wgaxw t>ü een ongeval mat <1 «1 8 axDwlw 1V F a ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen F Ove” verUee van belde armen, belde beenen at belde oogen F 4 OU»" doodelljken afloop F mOU»* van me vergen, vader, maar gericht. Deze doet haar best om streng te kijken, duwt het schoone meisje van zich af, en zegt: Maar, kinderen, wat een uitgelatenheid! Heel onbetamelijk, vooral in een huis, waar pas iemand gestorven is. Heb je dan ver geten. dat wij nauwelijks een paar dagen gele den den goeden oom Gottfried grafwaarts heb ben gedragen? Je moest je schamen! Vier betrokken gezichten. Vera krijgt plotseling schreien. aan de 4 Dus, mevrouw, kende u mjjn activiteit? Sinds lang. Door families, met welke wij bevriend zijn en welke u onschatbare dienstig bewezen hebt. Voorts was ik overtuigd, dfl het onderzoek met veel tact en discretie worden verricht, wil er eenlge kans (op ont<^B king van den moordenaar bestaan, Inderdaad. En daarom eigenlek goed te pas. dat het parki«||&^|^ een zoo vluchtig onderzoek en met^WtsSraiMg derstelling zelfmoord heeft revrolM&|||||« Toch begrijp ik die menschen niet zonneklaar, dat er moord is gep'^HSH9| moordenaar is ook niet spoorloos gegaan Hij heeft zicii tegen het zv. HBH| van den buitenmuur opgewerkt het waarschijnlijk openstaande veiHlJ^h&g slaapkamer de vertrekken van den binncncedrongen De sporen zijn WBar te n^men. Niet ónmogelijk, want behalve strengste wintermaanden stond het SR Eerst nu krijgt baronesse Lilly den heer Hempel in het oog; deze heeft zich direct teruggetrokken in een diepe venstemls en schijnt heel aandachtig het park op te nemen. O. tante, eerst nu zie ik. dat wij een vreemden heer op bezoek hebben! Nu. die zal 'n hoog idee van ons gekregen hebben! fluis tert de jonge dame. Ook haar broer en de jonge Turnwalds zetten een verlegen gezicht. Mevrouw Von Turnwald glimlacht, om hen gerust te stellen. Die heer, zegt zjj, is geen bezoeker, maar een huisgenoot: onze nieuwe bibliothecaris. Hjj zal. naar ik betrouw, geen te hard oordeel over je vellen, hoewel je hem inderdaad aan leiding hebt gegeven om ZÜ wenkt Hempel en stalt hem aan de jonge lui voor; Toen Silas Hempel met mevrouw Von Tum wald naar de eerste verdieping was terugge keerd; hoorden zij plotseling^ 'n oorverdoovend rumoer. Gelach, geschreeuw, triomfkreten Een beeldschoone joia^>dame|adie iets in de hoog opgestoken haadem den verlegen waren, maar de menschen, die er woonden. Die periode van verlegenheid zijn de Drachtenaren nu te boven. Zjj hebben zich gewend aan die monniken in hun bruine pijen en op bloote voeten, ^j hebben Utrechts aartsbisschop, Mgr. Jansen zali ger gedachtenis, in' vol ornaat door hun straten zien loopen, en zij hebben geens zins naar steenen gegrefien, tóen pastoor Overmeer, de krachtige promotor van het Drachtensche plan, in *f933 de eerste H. Mis, de eerste sedert drie eeuwen, te Drachten opdroeg. Er zjjn thans zusters Franciscanessen aan het werk, en in 1942 hoopt men er een Katholiek ziekenhuis te hebben. Dat alles, kan men zeggen, is nu nog niet veel. Maar degenen, die er toe mee werkten, dat de paters Franciscanen naar JOrachten kwamen, zij die het met welge vallen zien, hoe de paters Augustijnen, wier orde in een zoo veel belovende re naissance verkeert, hun activiteit ontwik kelen, willen voorloopig ook niet veel. Zij willen, dat in die streken kernen van ka tholiek leven gevormd worden, zooals de Jezuïeten het in de Orpningsche Gelkin- "gestraat gedaan hebben, en dan na vele, vele jaren zal men wel verder zien. „U beneemt mij, door me zoo te volgen, mijn vrijheid ..Pardon? Ik wist niet, dat ik u zoo hinderde, juffrouw Lanoff. Het spijt me geweldig, maar iemand die verliefdis.denkt u zich mijn toestand eens in. In het vervolg zal ik u dit on genoegen besparen, maar toch blijf ik voor mij de hoop koesteren op een beetje geluk Doch het viel Josine spoedig op. dat hij haar steeds nog zocht, hoewel hü zich nu meer op den. achtergrond hield Maar ook nu nQg werd zij hierdoor belemmerd. Op een dag kreeg ze de Kans to de kamers van belde dames te ge raken. Mevrouw van Rands had haar bril ver- geten en mevrouw de Varda ontdekte haar vin- gerhoed niet bij zich te hebben. En daar Jo- sine's vader in de nabijheid zat en dit hoorde, wisselde hij een blik van verstandhouding met zijn dochter. Nu was de gelegenheid te mooi om er geen gebruik van te maken. ..Zal ik h-m even halen, mevrouw Rands?" bood Josine aan. .Heel graag, kind. Ik moet hem In vergissing in de la van de toilettafel gesloten hebben. Hier is de sleutel.” „En zal k dan brengen, mevrouw de Varda?” wend de Josine zich tot deze dame. „Als je zoo gbed wilt wezen, Jo-, DaaS sientje. Ik vind het heel lief van je Zie maar eens in mijn werkmandje WU je?” Josine verliet schijnbaar opgewekt de dames en droeg .iaar handtaschje mee. Het duurde niet lang of zij had eenige sierader., dl» In de bewuste la lagen, in haar bezit. Ook op de ka mer van mevrouw de Varda ontdekte ze ju- weelen die ze ijlings in haar handtaschje borg. Het was gebeurd. De dames gingen pas voor het diner naar haar kamers om zich te ver- kleeden en dan was haar vader reeds door een telegram, doo hem zelf verzonden, weggeroe pen en bracht den jult in veiligheid. En zij volgde dan na enkele dagen. Dit was hun systeem van „opereeren”. En ik zal James Halton looit meer terugzien, dacht Josine wanhopig Ineens stond hü voor haar en fluisterde: „Ik weet, waaraan jü je daar juist schuldig heht gemaakt. Ik ben Je. ondanks mjjn belofte, gevolgd: het was sterke' da mün wil en neb gez*en. dat je in je handtaschje.... Maar vrees niets.” st 'de hü haar aanstonds ge rust. want ze wilde hem ontvluchten, „mün liefde voor <ou is dusdanig, dat ik dit over het hoofd zie. Josine, geef m’ de juweelen, dan leg ik ze weer gauw terug er. niemand zal bemerken» e missionneering van het Noorden is I 1 zooal niet materieel dan toch geeste- jjjk in menig opzicht moeilijker dan de missionneering in ongeciviliseerde landen. Want ook de groote massa’s niet-kerkelij- ken in onze noordelijke provincies staan volstrekt niet blanco tegenover de Kerk. Zij hebben hun ingeroeste vooroordeelen en zoo dit al alles is, wat zij van het geloof hunner voorvaderen hebben overgehou den, dan vormt het ook jifist den diksten muur, die met geen stormram is in te nemen, maar die uitsluitend langzaam geslecht kan worden door het goéde voorbeeld, door al die onweegbare invloe den, welke van een sterke persoonlijkheid uitgaan. Men stelt zich dan ook heusch niet voer, dat men het Noorden zoo snel kan veroveren, al zijn sommige verschijn selen geschikt om meer optimistische in drukken te vestigen. In de groote steden zijn er tal van bekeerlingen, en .geen won der. want daar kan men ruimschoots in aanraking komen met de Katholieken en hun levenspractijk, maar op het platte land zijn heele gebieden, waar het voor oordeel schier onuitroeibaar is, omdat er geen of zoo goed als geen Katholieken zijn. Hoe zal men in zulke gebieden binnen dringen? Het beeld van den missionaris, die predikend deze landen intrekt, is ro mantisch en avontuurlijk. Maar het past niet meer bij de werkelijkheid van onze dagen. Dat hebben de Augustijnen inge zien, toen zjj zich dertig jaar geleden ves tigden in Witmarsum, midden in een niet- katholieke wereld, en dat hebben nu een zestal jaren geleden de Franciscanen weer begrepen, toen zij in Drachten tusschen een bevolking, die in haar geheel volsla gen schichtig stond tegenover de Katho lieke Kerk, hun klooster stichtten, heeft men daarmee bereikt? r“ nog geen rijken zielenoogst, maar in de al lereerste plaats het bewijs, dat deze mon niken, dat de Katholieken dus, moediger waren dan de menschen, die deze streken van ouds bewoonden. Men heeft ‘de paters van, maar het heeft een gewaarschuwd, men heeft het hun ontra den en men had hen het liefst met een cordon van marechaussees willen omge ven. Zij gaven er evenwel de voorkeur aan om onbeschermd deze streken in te gaan, en zij ondervonden, dat niet zij Het werk der Koninklüke Vereeniging .Het Nederlandsche Lied” is in den loop der jaren van velerlei aard geweest. Bepaalde'-de actie zich aanvankelijk tot pogingen om het lied door be roemde zangers en zangeressen tot het tolk te brengen, in latere jaren waren '-et voornamelijk de Uedéren-publicaties. Onder den naam „Coers’ Liederenboek van Groot-Nederland” werden zü algemeen bekend. eer zelfstandig, weinig tegemoetko mend en gesloten, zoo zjjn' de men schen in het Noorden van ons land. En bijaldien maken zij op Iedereen, die hen niet goed kent, liever gezegd op ieder een, dien zij niet goed kennen, een stuggen Indruk; Terecht, want de Groninger, de Fries en de Drent houden er werkelijk niet van een ieder, die toevallig hun levenspad voor een wijle kruist, maar direct in de armen te vallen. Zij hebben geen wantrou wenden aard, zij zijn niet menschenschuw, maar zij blijven op zichzelf en vergemeen- zamep zich niet zoo spoedig met een vreemdeling. Het duurt lang voor zij zich openen en zich laten zien, zooals zij zijn, maar als zij zich gedrongen voelen om dat te doen, dan hebben zij de andere partij getoetst en bezitten zij een grooten waar borg, dat zij zich niet vergissen. Die geslotenheid fs het natuurlijke be- aehermingsmiddel voor alle trouwhartige n?turen, willen zij zich niet tienmaal op een dag kwetsen aar» de zwakheden van piisschien heel beminnelijke, maar minder betrouwbare elementen. En trouwhartig - zijn de noordelijke - menschen, oprecht en toegewijd jegens dengene, die eenmaal hun vriend is geworden en hun vertrouwen gewonnen heeft. Dat isook de ervaring van alle zielzorgers in het Noorden, en deze zijn in hun practijk in de gelegenheid om de beteekenis van het begrip „be trouwbaarheid" te peilen. En omdat zij nu eenmaal zoo zijn, de noorderlingen, daarom maken opgewonden propaganda-acties met daverende fanfa- ronnades geen indruk op hen. Integendeel, zij stoeten hen af, en alles, wat openlijk glanst en schittert,' ook al is dat om de beste redenen en al geschiedt het met de beste motieven als uiting van een glorieus en hymnisch levensgevoel, maakt op hen licht den Indruk van een fanfaronnade. In dat geval ten onrechte, maar het baat niet daarover met hén te discussieeren het is nu eenmaal zoo, en daarmede moet de Katholieke zielzorg om tactische rede nen rekening houden. Zooals wjj apn het slot van onze vorige beschouwing opmerkten, hebben de Ka- ^^^tholieken in het Noorden hun eervolle ^alaats in de samenleving niet gewonnen Siïf^Boor uitbundig te doen doch uitsluitend ^T>r rustig zichzelf te zijn, hun geloof te j zooals zij meenen het te moeten S en zich voorts als reëele menschen 1*/ «r «dragen. En door zoo te handelen ont- zij een innerlijke kracht, waar- n... derling tenslotte, zoo hij er 'bands niet "emakkelijk aan g< - n k.ni m.tkmncn Op u’ f.-:’ basr.-rrn d<- Êrlzor- gedragslijn, zeer duidelijk be- (i'1! Friesland, Groningen en n en lauden zijn, die men stor- P^hand inneemt met behulp van een «|H’gen van vurige propagandageschriften, ssale apologetische vergaderingen en S»^K:s wat er verder door de moderne pro- M^ganda-inethodisten aan daverende din- ^Bgen wordt uitgedacht. Het is schoon te spreken over de missionneering van het Noorden, men wordt daar geestdriftig bij en dat is goed, maar men verzuimt vaak die geestdrift aan banden te leggen en te transponeeren in innerlijke energie. Wie in het noorden voor de katholieke zaak wil Werken moet een brandend hart heb ben. maar hij moet de vonken niet als ond«r nederigheid is het on mogelijk iets te genieten zelB j geenxhoogmoed. 6. Het opsporen en doen opspor^n van ver spreide liederen. is uc weer gauw ,erug en lueuiana tui ueiiiei wat er voorgevallen is Daar blüf ik je door mün liefde borg voor Josien was doodsbleek Ze gaf hem de voor werpen. ze-ge.id: ..Deze zün van nummer tien en deze van twaalf. Je.je haat -ne dus niet?” vroeg ze, zonder hem aan/e küken. „Neen. Hoe zou ik jou kunnen naten? Het lekte van je zün. want ;e kunt im mers alles van je vader krügen, wat je ver langt?” C- nu,” dwong hij. „er moest eens iemand boven kernen Josine haastte zich naar beneden, hoewe' haar beenen als lood wogen En als werktulglük gaf ze den br" en den vingerhoed aan de dames, die haar de noodFje loftuitingen voor haar hulp vaardigheid en liefheid toezwaaiden Even later stonden vader en dochter tegen over elkaar. „Is er wat gebeurd?" vroeg hü. .Je ziet zoo bleek." „Münheer nalton ha« Josine met bevende weelen weer terug 1 „En jü heb» den sl'utel aan de dame geven, dus moet alles open en bloot op de ka mer liggen. Ga terug en neem ze. Ik fal hem een wandeling voorstellen. Intusschen heb je de gelegenheid ae juweelen t, nemen zonder door dien spion cp de vingers gekeken te wor den. Ik kom echter gauw terug.” „Als hü mij nog eens zag? Ik durf vader?” „Vooruit zeg ik je!! Wees niet sentimenteel. Wil je soms op een houtje knabbelen?" Doch toen de pseudo-schoensmeerfabrikant naar James Halton zocht, was deze nergens te bespeuren. En toen de diefstal ontdekt werd, was hü al met zün buit de grens over en telde het land een hotelrat minder. Josine begreep nu, dat hü liefde geveinsd had. omdat hü haar en haar vader doorgrondde en aldus zün doel trachtte te bereiken oo is de houding van de Katholieken in het Noorden: zichzelf zijn en het den anderen Inscherpen, dat zij dit altijd zullen blijven, maar hen ook laten merken, dat er voor het overige, voor het maatschappelüke en kan het zijn, voor het Intellectueele leven best met hen te praten valt. Men meene daarom niet, dat er niets dan rozengeur en maneschijn heerscht in het Noorden. Er zijn nooden, er zijn tekor ten aan arbeidskrachten en vooral een provincie als Drente, waar de bevolking arm is en over het algemeen weinig ont wikkeld, heeft een nijpend gebrek aan menschen, die over den tijd en de gees telijke capaciteiten beschikken om leiden de functies te vervullen. In Drente kent men het probleem der werkloosheid al tien jaren langer dan in de rest van Nederland, en dat heeft dus wel zijn stempel op de bevolking gedrukt. Men moest zich meer bekommeren om Drente, doch dit neemt niet weg, dat ook daar de Katholieken, die uiteraard hoofdzakelijk onder de arbeiders te vinden zijn, als goede Katholieken leven en, hun moeilijkheden ten spijt, den moed volstrekt niet hebben opgegeven. Ziedaar, in korte trekken, den toestand ge schetst van het Katholicisme in het Noor- Joslentje. zooals de vader zün dochter in te genwoordigheid van anderen noemde, was be slist de liefste gast, die ooit in het deftige Hotel Palhelm gelogeerd had. En bovendien was zü ontegenzeglük ook het knapste meisje, dat daar op het oogenbllk haar intrek had genomen. Josientje werd dan ook weldra de afgod van iedereen, maar vooral bij de oudere dames stond zü om haar- goede hoedanigheden hoog aan geschreven. En dezen wedüverden als het ware om Josientje In haar gezelschap te hebben. ,Je laat mü te veel alleen, mün kind,” sput terde de vader kwast boos. En Josientje pruilde met een allerliefst mondje: „Als ik mü hier nu amuseer, vader? Mevrouw van Rands leert me zulke leuke hand werkjes en mevrouw de Varda brengt er mü ook al mee op de hoogte. Ik ben in deze dingen nog een echte stoethaspel.’ „Je blüft maar steeds binnen Waarom ga je niet liever zwemmen of tennissen of zoo?” „Niet mopperen, vadertjelief! Vooreerst: blüf niet binnen, want wü zitten in den tuin of op het terras, dus geniet ik immers ook van de buitenlucht.” Een dergelük gesprek had steeds plaats, wan neer de dar.ies in kwestie in de nabüheid wa ren. rasar als vader en dochter alleen waren, dan werd er gefluisterd: „Ben je er nog niet achtergekomen, wvjer zü haar juweelen be waren?" ..Nog niet. Ik wour'dat ik het maar-'gauw wist, want ik verlang er naar om weer onge dwongen ergens te kunnen 'erblüven. Ik bedoel: zonder de gedachte om te kunnen stelen. Ik zie iedereen naar het' strand gaan en ik kan maar bü die oude theedoozen mün mooien tüd ver klungelen en dat zoet gefleem hangt me duch tig de keel uit. O! vader, wisten we foch maar iets anders, om aan geld te geraken' Ik ben di’ leven zoo mo*„ zoo vreeselük moe!” „Maar als vü iinn ook geluk hebben. Josine. dan zün we weer vaar enkele maanden onder dak. Doch nu wordt hes-d-üd. dat we onzen zak onderhand vullen Het is Ker een duur hotel en Peter Lanoff, de zoogenainde schoensmeer fabrikant, die nlMIioenen bezlf.s^ieef' nauwelüks nog genoeg geld om een maand txs. leven.” „Voor slechts een maand meer?”\chrok het jonge meisje. „Ja. Maar Jü kunt dat leven, waar je fiaai verlangt, hebben, als je met dien Halton trquwt. Hü loopt je overal na met een huwelüksaanroek op zün lippen Het kost je maar één woord en je bent rük." Josine schudde het hoofd. „Als er iemand op de wereld is, dien ik niet wil bedriegen, dan is hü het." De vader floot tusschen zün tanden. Toen schamperde hü.josine Werks is verliefd. Hoe is het mogelük!” ..Spot niet, vader, spot niet!" werd ze driftig ..Datdat kan ik niet verdragen." Hü greep .>aar bü den arm en zün gezicht dicht bü het hare snauwde hü: .Je bent gek. om dien jongen niet te vangen. Jouw en mün leven komt er door in de banen, waarin wü het jraag zouden zien. Nooit zorg, nooit armoe meer.” „Alles kun je dit niet." „Dan wordt het tüd. dat je je oogen en han den gebruikt. Hoe gemakkelük kun je niet op de kamers van die dames gaan, voorwendend, als iemand je mocht zien, daar iets te moeten caan halen. Iedereen ziet, dat je goede vrien dinnen züt. Het personeel zal geen argwaan koesteren." „Ik zal het probeeren, maar ik moet uiterst voorzichtig te werk gaan. En de gelegenheid moet zich daartoe ook eerst voordoen.” „Dat wil dus zeggen: püp uit je mond,” zei de vliegenier en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 9