over van van Het verhaal van den Knots Rome spreekt gematigde woonden Duitschè diplomatie zwijgt de rede van Beek 20 jaar geëischt te Geestdriftige zitting Warschau Zware hotelbrand te Utrecht Roofridders tactiek is: Aanval uit de hinderlaag! In de meeste hoofdsteden hebben de Ver klaringen in de Poolsche Kamer levendige instemming gevonden MGR. 0RSENIG0 BIJ HITLER I ZATERDAG 6 MEI 1939 De Kamerzitting te Warschau De A.B.T.B. beleedigd Gunstige indruk in Roemenië Requisitoir BRABANTSCHE BRIEVEN ae te J Aanvoerder van de actie-Bouwman tot geldboete veroordeeld Het Euch. Congres te Algiers Zondag zal de H. Vader het congres toespreken VRIENDSCHAP TUSSCHEN BELGIË EN ONS LAND De Fransche pers KONINKLIJKE FAMILIE KOOPT ZOMERPOSTZEGELS Het O. M. vraagt 12 jaar voor mededader Het vuur richtte groote schade aan in het onlangs gerestaureerde gebouw Deze straf werd gevorderd' tegen hoofddader van den moord aan de Lindengracht te Amsterdam *k Moest onvWekavKiC lachen om deuaen ttepj on. Nazi s te Danzig beschouwen de rede als een uitdaging Londen zeer voldaan Rome: een gematigde rede Een onderhoud van anderhalf uur van van en Hy begint met een woord van lof voor de ULVENHOUT, 4 Mei 1939 Amlco, Ze was de wa cr vyf< In diplomatieke kringen te Warschau Is men van meening, dat de rede gematigd was. Beek heeft de deur niet gesloten voor onder^ande- llngen en heeft gezegd, dat hy alle vraagstukken tusschen Polen en Duitschland wil regelen langs den weg van wederkeerlge overeenkomsten. De Aan den vooravond van het bezoek van Ko ningin Wilhelmina aan België heeft de Neder- landsche Kamer van Koophandel in België be sloten tot de organisatie va een Nederlandsch- Belgische vriendschapsmanifestatie. Alle avondbladen te Parijs leveren commen taar op de rede van Beck. De „Temps" schrijft: De regeeringen van Letland en Estland heb ben het Litausche ministerie van Bultenland- sche Zaken in kennis gesteld van haar niet- aanvalsverdragen met Duitschland. E. of de verklaringen staat op en knikt be- Zy wil daarmede uiting geven aan de erken telijkheid der in België wonende Nederlanders voor de groote gastvrijheid, die zy genieten, en aan de dankbaarheid Jegens de Belgische pers voor de groote medewerking, welke deze heeft verleend by de ontwikkeling der vriendschap- peiyke betrekkingen tusschen belde landen. De Kamer heeft de leden van de afdeellng Brussel van den Belgischen Journalistenkring voor een feestmaaltyd ultgenoodigd. Toen draaide-n-ie z’nen kop de kamer weer In, knipte mee z’n oogen 'ns goeiig naar z’n moe der, die bezig was servtesgerei gereed te zetten op X glimmend geblokte tafelzeil. Dan: „’nen mensch vergit toch z’n jeugd nie, Dré?" „Do’s veul waar. Knots I" „Zou-d-oew been nie 'ns anders leggen?" vroeg moeder aan den Knots „Nog nie, moeder," riep le verom: „l hou den poot nog ’n bietje In de zonl” X Been zat vurmloos-dtk In witte windsels. „Nog pyn er aan, Knots?” „De moeite nie. Nou en dan ’nen steek, da 's de genezing al, dunkt me.” Peinzend, bijtend op de onderlip, de oo&en verscholen onder de wenkbraauwen, staarde-n-le naar "t verband. „’t Isse.... goed aangekomen, jonk.” dat het Hjven. In som- :zigheid der De Officier van Justitie, mr. O. 3. van Arkel. begint dan zijn requisitoir. Zoowel H. M. de Koningin als H. K. H. Prin ses Juliana en Z. K. H. Prins Bemhard hebben ieder voor een belangrijk bedrag zomerpostzegels aangekocht. van 24 werk binnen „Vergetenvergeten vergit niet veul. tenminste. Onmiddeliyk na de rede kwamen de kranten met speciale edities uit. De rede werd door mid del van luidsprekers buiten het parlementsge bouw uitgezonden. De Poolsche bladen geven eenstemmig uiting aan hun voldoening. In de opschriften zyn eenl- ge passages uit de rede overgenomen, zooals „Polen laat zich niet van de Oostzee verdrin gen”, „Duitschland moet zyn vredelievendheid toon en’’ en „Wy kennen geen vrede tot eiken Prijs". Diplomatieke kringen wachten thans de re actie van Duitschland af. Het feit, dat Oreisex en Foerster zich thans te Berchtesgaden bevin den, wettigt de veronderstelling, dat het Öult- sche antwoord niet lang zal uitl\ mlge kringen acht men de aan' beide Danzlger leiders van zeer bijzondere be- teekenls, gezien de analogie met het gebeurde in Tsjecho-Slowakye. De rede van Beek heeft in de hoofdstad van Litauen een gunstlgen Indruk gemaakt. Men ge looft dat de krachtige houding van Polen liet evenwicht der mogendheden in de Oostzee zal verzekeren. Duitschè voorstellen inzake Danzlg en Inzake iedere schending van de integriteit van Polen worden duideiyk van de hand gewezen, doch de vorm waarin dit geschiedt, kan moeliyk uitda gend worden genoemd. Het direct in deze richting Op de diplomaten tribune waren volgens Havas noch de vertegenwoordigen van Duitschland, noch van Italië aanwealg. Wel zag men die van Frankrijk, Engeland, Boe menie, de Vereenlgde Staten en Japan. Hedennacht ofnstreeks drie uur hoorden voor- bygangers een plof op het Stationsplein te Utrecht en zagen daarop vlammen uitslaan uit het hotel Kagenaar. Zy verbraken een van de ruiten en drongen zoo het pand binnen, waar zy ontdekten, dat een bak met heete asch, welke in een spyslift was geplaatst, de oorzaak van dezen brand was. die zich snel ultbreidde, daar de lift als een schoorsteen werkte en het vuur zich reeds aan de bovenverdieping mededeelde. Maar l liet nie los. „Dus gij ztft nie ver anderd?” „I Ben tenminste nie zoo verwaand oen te meenen, dat Onzenlievenheer mij in meer dan éénen vurm gegoten hee.” „Waarom.... zijde dan weggeloopen veur dieën roofridder”toenOp dieën Zon dagmiddag!” vroeg ik ’m nou, op den man af. „Omda l docht da l m doodgeslagen had.” „In z’n eigenToen lachte-n-ik zoo, da l nie wyer kost geraken. „Jawel In z’n eigen huis." „Vertel op! Vertel op! Dan smakt m’n mld- dagpotje daiyk beter! Want dat auto.... hm!., ongeluk ligt al die weken al dwars op m’n maag. Knots!” De rede van Beek in de Poolsche Kamer werd herhaaldeiyk door toejuichingen en applaus onderbroken. Vooral de passages, welke betrekking hadden op de verdragen met Engeland en Frankrijk, de rechten op Danzig en den toegang tot de zee werden toegejuicht. De eigenaar van het hotel, de heer Jesse, zyn echtgenoote en drie kinderen konden evenals de pensiongasten, nog bytyds wor den gewaarschuwd en in alleryl spoedden zy zich langs de trap naar beneden, hoewel deze reeds vol rook stond. Een van de pensiongasten, die daartoe geen kans meer zag. wist nog de brandladder aan de achter- zyde van het pand te bereiken en kon op die wijze ontkomen. Te Danzlg heeft men met groote aandacht ■aar de rede van Beek geluisterd. In kringen die niet tot da nationaal-aocialistlsche partij behooren wjjst men op het kalme en gematigae karakter van de rede. In nationaal-sociallstlscne kringen wijst men op de panna ge waarin Beek verklaart, dat Polen nooit zal toestaan, dat het van de nee wordt afgesloten, en men beschouwt dit deel der rede als een uitdaging. Ofschoon te Londen omtrent de rede van Beek nog niets officieel is medegedeeld. Is al daar volgens Reuter bekend, dat de indruk hoogst gunstig is. Men is In diplomatieke krin gen van oordeel dat de rede zich onderscheidt door gematigdheid en vastberadenheid en de dear voor onderhandeling open laat De opmerkingen van Beck over ue eenzydlge opzegging van het Poolsch—Duitschè non- agressiepact zullen, zoo verklaart men, onge- twyfeld dien staten, aan welke Duitschland thans soortgeiyke accoorden voorstelt, te den ken geven. Weken na de aanryding onder die zg „tra gische bykomstlghedens”, zat den Knots weer vëur X raam in zyn Moeders huiseke. lyk ik verlejen week op X end van mijnen brief oe weten liet- Ik keek, keek, maar hy gaf gin sjoege. Net zou l deurryen mee m’nen groentenwagel, als er beweging kwam in den Knots. Ik stak m’nen arm omhoog, den Knots wenkte toen. Binnenkomend, uit den koelen veurjaarsdag, Sloeg de warmte van de kataier me teugen. Moe der sat by X wit-getegelde fornuis, waarop 'nen rooikoperen waterketel te suizen stond onder 1 wapperend valleke langs de hooge schouw. X Ouwe wefke mee den dunnen swygmond keek me ’n bietje wantrouwend en verwonderd aan. Ze was, zoo te zien, net uit T dutje gesukkeld mee als ik binnenkwam. *n Fel slaapkleurke ro- sigde 1 perkamenten kopke, wit omiyst van X kraakheldere hulsmutske dat over X gryze haar lag „Hebt g*al thee, moeder?” riep den Knots, die ook sjuust wakker was: jotte.... liever koffie, Dré? Sigaar?" Hy pakte de kist onder zynen stoel vandaan, presenteerde. Moeliyk stond X rimmeltiekerige wefke op, steuvlg leunend op ’ren stok, dien se alty onder bereik houdt. t „Allee," zee ik: „doet veur my gin moeite; l ben onderweg op huis aan; den warmen pot staat daar gereed!” Ze verstond me nie, ging beuren gank- „Doof." zee den Knots: „wordt steeds erger. Jammer.” ^En den rimmeltiek?” „Schynt min of meer te wennen, Dré. Zelfs pyn raakt den mensch gewend, heb 1 wel in de gaten en als ze d’ren stok maar heeft, dan WU SS amper dat se moeliyk gaat. Ja.. Het vonnis van den politierechter luidde een week voorwaardeiyk met een proeftijd van drie Jaar, en 50 boete subs. 26 dagen. BERLIJN, 5 Mei. (Havas). De rede van Beek werd in bevoegde kringen te Berlijn nog niet van commentaar voorzien. De eer ste indruk in Beriynsche politieke kringen is niet geheel gunstig, want hoewel Beek de dear voor onderhandelingen niet heeft ge sloten, heeft hy, zoo zegt men, niet het minste gedaan om gebruik le maken van de door de voorstellen van Duitschland geboden gelegenheid tot bet voeren van bespre kingen. „Ik zeg, X is goed aangekomen, zeg ik.” „Wabllef?” „Eh.... ge zyt er goed van afgekomen.* „Oem. Ja. Jaja. Oew sigaar Is uit, man.” Toen bracht Moeder de thee. Krampachtig hield ze X blaalke mee de twee kommen in t ouwe, blinkende linkervuistje, mlsvurmd van ultgewoelden rimmeltiek, terwyi ze steuvlg steunde dp ’ren stok in 1 andere, sterker politie en voor het voortreffeiyk commissaris Schreuder, waardoor uren de daders waren gearresteerd. Het deskundig onderzoek heeft geleld tot de conclusie; dood door verstikking en den beiden, verdachten Is ten laste gelegd doodslag met diefstal in vereenlglng. Uitvoerig bespreekt de officier die tenlastelegging en hy stelt daarby vast dat samenwerking tusschen de verdachten is bewezen. Zy hebben ieder het hunne bygedragen tot het mlsdryf. De een heeft de vrouw vastge houden en haar een prop in den mond gestopt. De ander heeft een doek om den mond ge bonden. Beiden zyn zy schuldig aan de verschrikke- lyke misdaad. Wat de strafmaat betreft wil de officier re kening houden met de opvoeding van Frans E. maar tevens met de byzondere verhouding, die er bestond tusschen hem en het slachtoffer. Het feit dat hier een Jongen zyn grootmoeder, die goed voor hem was, doodde maakte de daad nog afschuweiyker. K. heeft meegedaan omdat hy ook wel Iets wilde verdienen ep hy nam gaarne het geld, dat op deze misdadige wyze verkregen was. Nu geven zy voor dat zy geen opzet tot dooden hadden en dat zy niet wisten wat zy deden. Maar de houding by confrontatie heeft wei het tegendeel bewezen. K heeft zich onverschillig gedragen en E. beeft gezworen, dat hy het niet gedaan had en dat hy de daders zou hel pen opsporen. Beide verdachten moeteg? langen tyd uit de maatschappy. Weerlooze menschen moeten be schermd worden tegen dit soort individuen De Amhemsche politierechter heeft Vrijdag morgen uitspraak gedaan in de zaak tegen den 44-Jarlgen A. B. uit Puifiyk, gemeente Druten, lijsttrekker van de groep actie-Bouwman in de provincie Gelderland, die verleden week te recht heeft gestaan terzake, dat hy In Mei 1938 per poet door -Nederland heeft verspreid en in zyn kantoor te Druten ter verspreiding in voorraad heeft gehad de oplaag van het num mer van 20 Mei van het wekeiyksche orgaan der Chr. organisatie van kleine zelfstandige boe ren, tuinders én middenstanders, wetende, dat onder de rubriek „Vereeniglngsnleuws" voor kwamen uitlatingen In beleedlgenden vorm over de leden van den Aartsdlocesanen R. K. Boeren- en Tuindersbond en de leden van een onderafdeellng daarvan, nJ. den Jonge Boeren Bond. De officier van Justitie had twee maanden gevangenisstraf voorwaardeiyk met een proef- tijd van drie jaar en een boete van ƒ200 subs, twee maanden geëischt. Het is de brandweer mogen gelukken een geld kistje, inhoudende een bedrag van f1200, dat zich nog in een der kamers bevond, in onge- schondenpstaat naar buiten te brengen, dtwh enkele effecten en andere waardepapieren zyn verloren gegaan. ,Jki. „Dré op den bojem van z’n ziel, waaruit ni de kel derlucht, als uit ’nen put vol ongedierte, toe stroomde" Knots, ik gaan ’ns opstappen, t Zal me Unite smaken als ‘t In gin weken hee gedaan!” Amico, dit te nou den Knots. Glnnen kwajen bynaam, ee, die de kleine gastjes op school hem destyds al gegeven hadden! Maar meteen is dit ook t portret van den .Ridder", die.... den Knots onderstboven ree, nadat le, veur t oog van heel ’t dorp, zoo har- teiyk bevrtnd was geworden mee den Knots. t I» nie spllntemuuw, amlco, deus berekende „'Tindschap". Den dertigen Judas verried zynen Meester mee ben kus. Kom, gy hebt er twee tiepen by, ik schel er af Veul groeten van Trui, Dré m, den Beker en ate alty gin horke minder van oewen gif. Dat moest er uil, of Tc gong er aan kapot, 'n Uur later.... wis "t er uit!” Den Knots zuchtte. Me dunkt hy was wit ge worden. Z’n oogen stonden zoo dof als na ’n ziekte. ,Jk ben naar ’t groote huis gegaan. M’n be doeling was: praten. Maar jawel! Ge praat toch nie mee ’nenslaaf?Dat was zyn ge dacht. Hy nam *n hondenzweep. Lichtte den arm op. En toentoen brak den duuvel in me los, Dré.” Weer knapte iets In z’n keel. Dan gong ie wyer, mee lage stem. „Veur den eersten slag zou neerkomen, sprong ik de zweep tegemoet. „Net als mee mynen hond, witte nog?” Eikens wierden z’n oogen zachter. .Bjuust. Ik sprong den zweep tegemoet, vatte ze, sleurde ze uit z’n klavieren, smeet de kar wats weg en siste, *k had gin stem meer: kom óp, bandiet! Meteen had ik 'm te grazen. By z’n strot Ineens had ik 'n schrikkelijke pyn in 't onderiyi. Mee z’nen knie «had ie me daar ge raakt. Maar nou kwam ook den allerlesten drup pel gif omhoog. Ik sloeg nie om 'm te betalen. Ik sloeg om 'm te rinneweeren Bonsde zynen kop teugen den müur, sloeg heel *t gemeens tronie tot bloed. Toen.... Dré, toen riep le.... „Vrouw!” yervloekt hy riep de hulp van z’n vrouwl Ik docht dal misseiyk wlerd. Jonk! Smeet ’m als ’nen lor deur 't vertrek en nóg hoor ik 't gereutel van ’nen stervende, docht me, 'n bronzen beeld viel op z'nen arm, dien 1 hóór de kraken....!” „Hoe oud waarde toen. Knots?” „Negentien." „En hy?” „vyf-en-dertig omtrent JJat kan „Hebt ge mevrouw nog gezien, toen?** „Neeë, ik heb er ginmensch anders gezien, dan wlen Ik zien moest.” dien hebt ge goed gezien. Knots!” den dieën heb ik daar bekeken tot onder nederigheid is het mogelijk iets te genieten geen ^hoogmoed. De brandweer, die onmiddeliyk met groot ma teriaal was uitgerukt, tastte het vuur met alle kracht aan om verdere uitbreiding te voor komen. Na een uur van ingespannen arbeid was men het vuur volkomen meester. Het hotel, dat kor telings gerestaureerd was. heeft evenwél, roowel door het vuur als door het water ernstig geleden. Ea»!ge kamers zyn ufteebrand. In welingelichte kringen te Boekarest be schouwt men, volgens Reuter, de rede van Beek als een voorbeeld van kracht, waardigheid en vastbeslotenheid. Tevens legt men er den na druk op, dat de rede niet agressief van tóón was en Beek zeer verstandig de deur niet voor onderhandelingen over de vraagstukken van Danzlg en corridor heeft gesloten. „De belangrykste passage in de rede te die. welke spreekt van eventueele onderhandelin gen over een nieuwe Dttltsch-Poolsche over eenkomst. Beck’s stelling is, dat het onderwerp van een nieuwe overeenkomst de vrede zou zyn en dat daarvoor twee voorwaarden vervuld moeten wordenvredelievende bedoelingen en vreedzame methoden. Beek heeft daaraan toe gevoegd. dat de vrede tot eiken prijs voor Po len niet bestaat. Deze taal is tegelykertyd ver zoenend, waardig en krachtig.” Volgens de „Paris Solr" is de rede krachtig, duideiyk en knap, en levert zy het bewijs, dat men krachtig kan zyn zonder agressief te wor den. Hitler heeft gesproken als een man, dfe eischt. Beek antwoordt als een man. die we! andere dingen heeft beleefd en niet in op winding geraakt. Hy wykt niet voor onrecht vaardige elschen. Hy sluit de deur niet voor verlangens, voor zoover die redeiyk willen zyn Hy is bereid om te stryden en bereid om te praten. En men wil geloovvn, dat met de Duit- schers nog gesproken kan Jworden. De Officier wil rekening houden met alle bezwarende omstandighe den, doch eveneens met den psycho- patischen aanleg van K. en hij eischt tegen den kleinzoon Frans E. een ge vangenisstraf van twintig jaren met aftrek van voorarrest. Tegen Leen K. eischt hy een gevangenisstraf van twaalf jaren met aftrek van voor- arrest. De belde verdachten barsten in snikken uit, terwyi op de publieke tribune beweging ont staat by het hooren van dezen hoogen etech De verdedigers van E. en K., mr. W. Schorles- helm en mr. W. van Everdingen houden daar na hun pleidooien, waarby zy op clementie aandringen. De uitspraak is bepaald op 19 Mei. des mor gens te negen uur. Na de rede van minister Beek dankte de voorzitter van de Kamer, Makowski, den mi nister van Bultenlandsche Zaken voor zyn uit eenzetting en hy beloofde hem namens de Ka mer, dat alles zou worden gedaan om de taak van de regeeiing te verlichten. De leden*van het parlement en het publiek verhieven zich van hun zetels en juichten Beek by zyn vertrek toe met de kreten: ,X<eve mi nister Beek, leve Polen, leve maarschalk Smlgly Rydz." By de behandeling voor de Amsterdamsche rechtbank van de rechtzaak tegen de twee da ders. die een oude vrouw op de Lindengracht te Amsterdam vermoord hebben, werd ng de des kundigen gehoord commissaris W. H. Schreuder, die 't onderzoek geleid heeft en die uitvoerig rapport uitgebracht heeft. Hy bevestigt met het oog op den tyd alleen dit rapport. De agent van politie, H. O„ komt vervol gens vertellen hoe hy op surveillance gewaar schuwd was, dat er op de Lindengracht een oude vrouw was vermoord. Hy was er heen gegaan en had de vrouw gevonden. Op de gra- rnofoon in de kamer had hy een portret zien staan van Frans E. en dit had hem eensklaps op de gedachte gebracht dat de Jongen by dit mlsdryf betrokken zou kunnen zyn. Hy had al eerder met E. te doen gehad. De jongen wa> toen gepakt wegens zakkenrollery en daarby was gebleken dat hy zyn grootmoeder besto len had. Het was dus begrypelyk dat de aan dacht gevestigd werd op den kleinzoon, onderzoek was daarom geleld. De president vraagt kloppen en de Jongen vestigend. De agent J. H. K. légt geiykluidende ver klaringen af. i En dan stelt de president directe vragen tot Frans E. De geheele toedracht van de misdaad wordt door mr. Boon verteld. Hy gaat de voor bereidingen na, den tocht naar het huls en de geweldpleging. De Jongen bevestigt alles met enkele hoofdknikken en met fluisterende woor den. De jongen heeft zyn grootmoeder beet gepakt, haar een doek over het hoofd gewor pen en zyn arm om haar heen geslagen. Toen is er een oogenblik van groote spanning geko men en voordat de vrouw kon gillen heeft de Jongen zyn hand op haar mond gelegd. Op dat oogenblik heeft K. de vrouw by de beenen ge pakt, er een touw om heen geslagen en ver volgens hebben de jongemannen de oude vrouw op het bed gelegd. E. heeft het hoofd van zyn grootmoeder met een kussen bedekt en toen haar de sok in den mond gestopt. K. heeft daarna een handdoek dm den mond gebonden en weer het kussen op het hoofd ge’egd Er komt nu eenlge verandering in de hou ding van de verdachten, zy kyken. minder be wogen dan eerst, naar de stukken van over tuiging: de met bloed bevlekte doek, de sok en anders voorwerpen. K. zegt niets meer te weten. Hy was „één bonk koorts’’ en hy wist niet wat hy deed. Maar daar wil de president niet van hooren en hy herinnert aan de confrontatie in het ziekenhuis, waarby K. heeft gezegd: „Wat Is dat voor poppenkastery? Ik heb daar niks mee te maken. Geef me liever een sigaret”. Zoo ze- nuwachtlg en koortsig was hy dus niet. En de zenuwen konden toch ook den diefstal niet verhinderen. Want uit de rokzak haalden de jeugdige misdadigers nog het geld. K. tracht nu de schuld geheel op B. te wer pen. Hy vertelt dat H. zelf gezegd heeft, dat zijn grootmoeder dood was. Frans fi. was het die de oude vrouw vermoordde en bestal en hy kreeg alleen wat geld. Doch E. wyst die beschuldigingen terug. HU bekent zyn misdaad, maar hy wil niet op draaien voor wat zy tezamen deden. Hy heeft de oude vrouw niet willen vermoorden, doch haar slechte tydelyk onschadeiyk willen ma ken. Dat een 81-jarige niet een dergeiyke be handeling zou overleven Is niet tot hem dóór gedrongen. v Fy het ogrer en weer beschuldigen vermyden de verdachten het elkander aan te zien Z’J ritten ieder In den uitersten hoek van de bank met afgewend gelaat. Als hun geen vragen worden gesteld buigen zy weer diep de hoof den. Hy keek 1 veurhoveke weer in. Zijnen kop wlerd weer strakker. Peinzend staarde-n-le in den eerde Toen: .Denk nie, Dré, da k er nog, na zooveul jaren trotsch op ben. Schamen doe Tc me evenmin. Maar ’nen adder den kop af trappen is In mijn oog aoo’n kunststuk nie. Vooral nie als t ondier maar achyndood' was.” Ik schrok. „Ge hebt toch gin spyt. Knots dat ie.... dat Ier er weer bovenopgekomen is....?” „Tuuriyk nie! Maar ik had 'n bietje hoop, da Tc den adder In z’n zlelemènt den kop vermor zeld had. Want ge mot 1 nie uitvlakken, Dré, als „roofridder" in oewen eigen burcht tegen de tegels geranseld te worden, deur.... ..zoo’n stuk vee” of „boerenkinkel” of.... hoe deuze veurnaamheid over ons denkt!” Ik knikte. „Ik verstaal oe. Knots!” „In die dagen scharrelde-n-lk mee ’n meske, waar.... eh.... waarvan ik veul hield.” Efkens knakte er Iets In z’n stem- „Van hier?” „Neeë. wyerop. Maar vraag nie méér, se is getrouwd. Hee ’nen stouw klnders.... Ja. t Was n dlngske uit "n arm huishouwen, waar hard, verd.... had gewerkt moest worden! Klein stukske grond, één koelke. vader werkte by ’nen brouwer, z’n schafttyen In zynen akker, afyn, ge verstaat: menschen die zestien uur én meer nog per dag ploeteren veur ’n eeriyk stukske brood- Den „roofridder" kwam In t bestaan van deus menschen en.'t ouwe recept. Den vader, die gin genoegen nam mee t doodschieten van zynen bond, 't platjagen van z’nen akker wierd deur den brouwer ontslagen Den „ridder” hee „vrinden”, lyk ge wit. Ik wist meer van deuzen menschenhater! Ik smokkelde nou en dan. Myn ploeg was deur hem verrajen, want wy hadden hém gesnapt mee den smokkel van patronen. Wy zwegen. Vaneigens. Maar hy bong ons op. Deuzen „heer” zyn verdediging is alty aanval, Dré. Maar.... aanval uit de hinderlaag! Auto- ongelukken en zool Myn meske simde dieën Zo., ag snot en kwyl, haar vader was ontslagen. ojj^ste thuis; kénde de zurgen. Al jaar af! Dré II M’n ziel wm wr en laag! Hogstens berekening, nlmt-dit-van- me-aan.” By de leste woorden had ze telkens mee den stok op den steenen vloer gestampt, zoodat 1 efkens heel stil wlerd daarna. Dan schuifelde zy weer verom, naar d’r plekske by ‘t fornuis. Ik keek naar den bruldswitten appe- lëèr. die goud besprenkeld stond in de middag zon; den Knots zweeg ook. ’Nen fietser stampte fel teugen wind op, over den weg „Ge zyt dus twintig jaren ruim weggewist. Knots." „Drieëntwintig, ja.” „Oe zyt toen.... eb.... onverwachtst vertrok ken, is nie?” Hy slurpte van z'nen thee. J* Slurpte weer ’ns. dronk heel de kom leeg, zette ze toen veurzichtlg op de vensterbank. ,Jx»t ’m nie koud worden, Dré, anders krygde 1 mee moeder aan denstok” In z’n stem klonk lach. Ik dronk ’na. Dan: „Oew onverwacht vertrek leek wel op 'n.... nouja, op ’n vlucht, is nie?” „Oja?” vroeg le lachend. „Nie dan?” Hy zweeg. Keek me aan mee één oog. „1 Is maar, Knots, veur zoo wyd als ik jou toen kende.... wegloopen was jouwen aard nie.Dus. „Dus?” „Dus ge mot wel "n seerjeuse reden hebben g’ad omom ’m te smeren.” Den Knots z’n bovenlip krulde omhoog. „Als Ik nagaat dat ge als snotpiek van dertien jaren al glnnen pas week veur *nen wilden hond, die wel vyf groote kearels stond....?” Hy lachte En vroeg toen: „Hoe stélt den Dré ’t?” Hy herinnerde z’n eigen t geval dus ook. „Bestt Als le weer ’ns thuis ts, mot ge ‘ns by ons aankomen. Z’nen oudsten jongen Is by me in t bedryf, lijk ge mlsachlent wel wit?” „Jaja.Jaja.... moeder hee me van alles op d’hoogte gebracht,” lachte-n-le: „Dat ver- stade." 8odemearel, wat ‘nen taaie. *k Was weer net zoo wyd als toen *k hier zitten gong. En Trut wachtte mee "t maal! Wacht ’ns! Nog ’ns steuvlg op z'nen trots werken. „Neeë. tot toen. versleet Ik jou veur glnnen wegloopert!” .JJouwël?” Hy beet. „Zég ik nie! Ge kunt wéér verandeWl zyn.nlewaar?” „Verandert» ’nen mensch zoodikkels, Dré?” „Mneu. Maaredaar zyn overal uitzonde ringen op. ee?” .Maar nie op dét punt, man! Geboren laf bekken gaan als lafbekken dood. Judassen biy- ven Judassen! Uit *nen eikel groeit hen eik en glnnen kastanje. Uit h kleine kwal groeit h groote kwal en gin steuvig schaaldier. Ik heb zoo’n vast vermoeden, Dré,” toen kneep le z’n oogen half dicht: „dat de meeste zondaars heei d’r leven dezelfde biecht spreken....I” De eerste indruk te Rome schynt niet on gunstig te zyn. In politieke kringen wijst men op de gematigdheid van toon en taal en vooral op het feit, dat Beek geen nieuwe eischen heeft gesteld, in tegenstelling met hetgeen de Pool sche perscampagne deed vermoeden. Men is van* oordeel, dat de rede de bruggen tusschen Warschau ’en Berlijn niet heeft afgebroken en het woord aan Hitler laat. In een commentaar op de rede van Beek geeft de „Giornale d’Italia” aan de Polen den raad tegenover de Duitschè eischen geen hou ding aan te nemen, die een verzoening met Duitschland onmogelyk of onzeker zou maken Na een beroep op de PoolschItaliaansche vriendschap gedaan te hebben besluit het blad. „Door deze eenvoudige en openhartige uitnoo- dlglng vertrouwt Italië aan Polen de bestudee- I ring en de verantwoordeiyke beslissing toe van I een probleem, dat sedert 1919 bestaat en thans in een eindstadium komt.” zeHs BERLIJN, 6 Mei (Havasj. De Pauselyke nuntius te Beriyn, monseigneur Orsenlgo, Is Vrydag naar Salzsburg gevlogen, om zich van daar naar Berchtesgaden te begeven, waar hy een bespreking van naderhalf uur met Hitler had. Onmiddeliyk daarop is hy naar Beriyn teruggekeerd. Over den inhoud van het bespro kene is niets bekend. In diplomatieke kringen meent men dat het hier een afscheidsbezoek betrof, daar de Pause lyke nuntius -blnuenkjort zal vertrekken. veul oud geworden, die twintig jaren als Ik weg was.” zuchtte-n-le „Gelukkig dat .ge ze nog vinden mocht. Knots, als ge hier verom kwam.” „Vaneigens. Dré. vanelgens! Maar ge verstaat, man, als ik moeder nie meer had, was Ik hier toch nooit meer veromgekomen.” Peinzend keek ie toen over den weg. mee ’n trek van heimwee over den breeden kop, lachrimpeltjes langs de dofstarende oogen. Toen tikte hard Moeders stok op den steenen vloer van ’t achterhuis, ze kwam verom mee den trekpot, zette m op ’t witte fornuis. „Hoe bedoelt ge dat. Knots? Waart ge.Ul- venhout.... vergetentoch nie.” ’Nen menach ikke nie. Dré.” ALGIERS. 6 Mei (Havas). De Kardinaal legaat hoeft namens de deelnemers aan het Fransche’ nationale Eucharistische Congres een telegram van hulde en eerbetuiging ge zonden aan de H. Vader, die zooals gemeld. Zondag te 12 uur ’s middags via Radio Va- tlcana het congres zal toespreken en de deel» nemers den apostollschen zegen zal schen ken. z Uit Constantine In Algerië wordt gemeld, dat daar tweeduizend pelgrims zyn aange komen. die zich naar het Eucharistische Con gres In Algiers begeven. Onder hen bevinden zich de aartsbisschoppen van Avignon en Aix en de bisschoppen van Nice, Chambery, An necy, Nimes, Vlvlers, Agen, Valence. Gap, Mohaco, Digne en Ajaccio. Na een banket, waaraan de militaire en civiele autoriteiten van de stad mede aan zaten, vertrokken de pelgrims naar Philippe- vllle, vanwaar zy zich naar Algiers begeven De Wilhelmstrasse weigert kortweg ook maar de geringste aanwijzing te gewen voor de gedragslijn, die Duitschland zal volgen ten aanzien van de rede van Beek. Te Berlijn werden pas na acht uur in den avond uittreksels uit de rede gepubliceerd, maar zonder commen taar. Volgens Havas wacht men op officieele instructies uit Berchtesga den. Daarentegen wijden de avond- 'bladen veel aandacht aan de be sprekingen, die morgen en Zondag aan het Comomeer tusschen von Rib bentrop en Ciano worden gevoerd. De „Angriff” spreekt over een ern stige waarschuwing van Italië aan Polen. „Polen heeft de keus. Met de politiek der spilmogendheden is geen marchandeeren mogelijk.” knulsteke, meer ontwikkeld deur den voortdu- renden greep om den stok. Ineens viel 't me op, hoe den Knots zynen kop veranderde. Den mond gong wat open, da oogen wierden overtogen mee mchten glans, den kop wierd veul minder strak- Dit was dus *t gezicht veur z’n moeder, docht me. Als wy onze kom hadden aangevat, dan schoof zy ’t presen- teerblaalke onder den rechterarm, klemde X vast teugen ’r lyf en trok dan mee X vrygekomen. knokkelige knuisteke X kussel, achter den Knots z’nen kop, wat gemakkeiyker. „Ge verzurgt ’m maar goed,’’ plulmde-n-lk. „Wablief?” „Dat g’oewen seun maar goed oppast!” „Ik kan beat uit de voeten, ja,” gaf X doove, kromgetrokken wefke ten antwoord. moeder is nog flink veur d’r jaren!” zee den Knots, onderwyi haar aanziende. IMt verstond ze! En toch praatte hy nie zoo hard ais ik .Flink?I" zee ze. Flink?! Als dieën roof dier.” toen richtte ze 'r eigen op en wierd wel 'nen kop grooter, beur blaauwe oogen stek ken van woede .Als dat roofgedierte nog 'ns éénen stap in m’n veurhoveke waagt, dan tim mer ik 'm mee deuzen stok den kop deurmld- den!” Toen viel X ijzeren theeblaalke onder haren arm uit. kletterend teugen den plavuizenvloer. Ik raapte X dingske rap op „Bedankt”, zee se schor, mee witte lippen, waarom de rimpeltjes beefden. „Ja, bukken is X ennlgzte wal nie goed meer kan.” Den Knots zat stlllekes te lachen mee ‘nen schuddenden bulk en vochtige oogen. Toen voel- de-n-le efkens aan den pleister boven z’n oog. „Komt er nie aan!” zee se. Ineens veul ongerust en zoo pardoes, dat den Knots wezen- iyk rap z’n hand terugtrok. Waarop Ik in den lach schoot. «Jawel, lachen jullie maar,” kwebbelde zy toen secrjeus wyer: „Maar hy had beter mynen zin kunnen doen, Dré, en z’n eigen gin vrind schap aan laten leunen van dieën Judas! Daar bestóét geeq echte vrindschap tusschen boog.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 10