over
van
van
Het verhaal van den Knots
Rome spreekt
gematigde woonden
Duitschè diplomatie zwijgt
de rede van Beek
20 jaar geëischt
te
Geestdriftige zitting
Warschau
Zware hotelbrand
te Utrecht
Roofridders tactiek is:
Aanval uit de hinderlaag!
In de meeste hoofdsteden hebben de Ver
klaringen in de Poolsche Kamer
levendige instemming gevonden
MGR. 0RSENIG0 BIJ
HITLER
I
ZATERDAG 6 MEI 1939
De Kamerzitting te Warschau
De A.B.T.B. beleedigd
Gunstige indruk in Roemenië
Requisitoir
BRABANTSCHE BRIEVEN
ae te
J
Aanvoerder van de actie-Bouwman
tot geldboete veroordeeld
Het Euch. Congres
te Algiers
Zondag zal de H. Vader het
congres toespreken
VRIENDSCHAP TUSSCHEN
BELGIË EN ONS LAND
De Fransche pers
KONINKLIJKE FAMILIE
KOOPT ZOMERPOSTZEGELS
Het O. M. vraagt 12 jaar
voor mededader
Het vuur richtte groote schade aan
in het onlangs gerestaureerde
gebouw
Deze straf werd gevorderd' tegen
hoofddader van den moord
aan de Lindengracht
te Amsterdam
*k Moest onvWekavKiC lachen om deuaen ttepj
on.
Nazi s te Danzig beschouwen
de rede als een uitdaging
Londen zeer voldaan
Rome: een gematigde rede
Een onderhoud van anderhalf uur
van
van
en
Hy begint met een woord van lof voor de
ULVENHOUT, 4 Mei 1939
Amlco,
Ze was de
wa cr vyf<
In diplomatieke kringen te Warschau Is men
van meening, dat de rede gematigd was. Beek
heeft de deur niet gesloten voor onder^ande-
llngen en heeft gezegd, dat hy alle vraagstukken
tusschen Polen en Duitschland wil regelen langs
den weg van wederkeerlge overeenkomsten. De
Aan den vooravond van het bezoek van Ko
ningin Wilhelmina aan België heeft de Neder-
landsche Kamer van Koophandel in België be
sloten tot de organisatie va een Nederlandsch-
Belgische vriendschapsmanifestatie.
Alle avondbladen te Parijs leveren commen
taar op de rede van Beck. De „Temps" schrijft:
De regeeringen van Letland en Estland heb
ben het Litausche ministerie van Bultenland-
sche Zaken in kennis gesteld van haar niet-
aanvalsverdragen met Duitschland.
E. of de verklaringen
staat op en knikt be-
Zy wil daarmede uiting geven aan de erken
telijkheid der in België wonende Nederlanders
voor de groote gastvrijheid, die zy genieten, en
aan de dankbaarheid Jegens de Belgische pers
voor de groote medewerking, welke deze heeft
verleend by de ontwikkeling der vriendschap-
peiyke betrekkingen tusschen belde landen.
De Kamer heeft de leden van de afdeellng
Brussel van den Belgischen Journalistenkring
voor een feestmaaltyd ultgenoodigd.
Toen draaide-n-ie z’nen kop de kamer weer
In, knipte mee z’n oogen 'ns goeiig naar z’n moe
der, die bezig was servtesgerei gereed te zetten
op X glimmend geblokte tafelzeil. Dan: „’nen
mensch vergit toch z’n jeugd nie, Dré?"
„Do’s veul waar. Knots I"
„Zou-d-oew been nie 'ns anders leggen?" vroeg
moeder aan den Knots
„Nog nie, moeder," riep le verom: „l hou den
poot nog ’n bietje In de zonl”
X Been zat vurmloos-dtk In witte windsels.
„Nog pyn er aan, Knots?”
„De moeite nie. Nou en dan ’nen steek, da 's
de genezing al, dunkt me.”
Peinzend, bijtend op de onderlip, de oo&en
verscholen onder de wenkbraauwen, staarde-n-le
naar "t verband.
„’t Isse.... goed aangekomen, jonk.”
dat het
Hjven. In som-
:zigheid der
De Officier van Justitie, mr. O. 3. van Arkel.
begint dan zijn requisitoir.
Zoowel H. M. de Koningin als H. K. H. Prin
ses Juliana en Z. K. H. Prins Bemhard hebben
ieder voor een belangrijk bedrag zomerpostzegels
aangekocht.
van
24
werk
binnen
„Vergetenvergeten
vergit niet veul. tenminste.
Onmiddeliyk na de rede kwamen de kranten
met speciale edities uit. De rede werd door mid
del van luidsprekers buiten het parlementsge
bouw uitgezonden.
De Poolsche bladen geven eenstemmig uiting
aan hun voldoening. In de opschriften zyn eenl-
ge passages uit de rede overgenomen, zooals
„Polen laat zich niet van de Oostzee verdrin
gen”, „Duitschland moet zyn vredelievendheid
toon en’’ en „Wy kennen geen vrede tot eiken
Prijs".
Diplomatieke kringen wachten thans de re
actie van Duitschland af. Het feit, dat Oreisex
en Foerster zich thans te Berchtesgaden bevin
den, wettigt de veronderstelling, dat het Öult-
sche antwoord niet lang zal uitl\
mlge kringen acht men de aan'
beide Danzlger leiders van zeer bijzondere be-
teekenls, gezien de analogie met het gebeurde
in Tsjecho-Slowakye.
De rede van Beek heeft in de hoofdstad van
Litauen een gunstlgen Indruk gemaakt. Men ge
looft dat de krachtige houding van Polen liet
evenwicht der mogendheden in de Oostzee zal
verzekeren.
Duitschè voorstellen inzake Danzlg en Inzake
iedere schending van de integriteit van Polen
worden duideiyk van de hand gewezen, doch de
vorm waarin dit geschiedt, kan moeliyk uitda
gend worden genoemd.
Het
direct in deze richting
Op de diplomaten tribune waren volgens
Havas noch de vertegenwoordigen van
Duitschland, noch van Italië aanwealg. Wel
zag men die van Frankrijk, Engeland, Boe
menie, de Vereenlgde Staten en Japan.
Hedennacht ofnstreeks drie uur hoorden voor-
bygangers een plof op het Stationsplein te
Utrecht en zagen daarop vlammen uitslaan uit
het hotel Kagenaar. Zy verbraken een van de
ruiten en drongen zoo het pand binnen, waar zy
ontdekten, dat een bak met heete asch, welke
in een spyslift was geplaatst, de oorzaak van
dezen brand was. die zich snel ultbreidde, daar
de lift als een schoorsteen werkte en het vuur
zich reeds aan de bovenverdieping mededeelde.
Maar l liet nie los. „Dus gij ztft nie ver
anderd?”
„I Ben tenminste nie zoo verwaand oen te
meenen, dat Onzenlievenheer mij in meer dan
éénen vurm gegoten hee.”
„Waarom.... zijde dan weggeloopen
veur dieën roofridder”toenOp dieën Zon
dagmiddag!” vroeg ik ’m nou, op den man af.
„Omda l docht da l m doodgeslagen had.”
„In z’n eigenToen lachte-n-ik zoo, da
l nie wyer kost geraken.
„Jawel In z’n eigen huis."
„Vertel op! Vertel op! Dan smakt m’n mld-
dagpotje daiyk beter! Want dat auto.... hm!.,
ongeluk ligt al die weken al dwars op m’n maag.
Knots!”
De rede van Beek in de Poolsche Kamer
werd herhaaldeiyk door toejuichingen en
applaus onderbroken. Vooral de passages,
welke betrekking hadden op de verdragen
met Engeland en Frankrijk, de rechten op
Danzig en den toegang tot de zee werden
toegejuicht.
De eigenaar van het hotel, de heer Jesse,
zyn echtgenoote en drie kinderen konden
evenals de pensiongasten, nog bytyds wor
den gewaarschuwd en in alleryl spoedden
zy zich langs de trap naar beneden, hoewel
deze reeds vol rook stond. Een van de
pensiongasten, die daartoe geen kans meer
zag. wist nog de brandladder aan de achter-
zyde van het pand te bereiken en kon op die
wijze ontkomen.
Te Danzlg heeft men met groote aandacht
■aar de rede van Beek geluisterd. In kringen
die niet tot da nationaal-aocialistlsche partij
behooren wjjst men op het kalme en gematigae
karakter van de rede. In nationaal-sociallstlscne
kringen wijst men op de panna ge waarin Beek
verklaart, dat Polen nooit zal toestaan, dat het
van de nee wordt afgesloten, en men beschouwt
dit deel der rede als een uitdaging.
Ofschoon te Londen omtrent de rede van
Beek nog niets officieel is medegedeeld. Is al
daar volgens Reuter bekend, dat de indruk
hoogst gunstig is. Men is In diplomatieke krin
gen van oordeel dat de rede zich onderscheidt
door gematigdheid en vastberadenheid en de
dear voor onderhandeling open laat
De opmerkingen van Beck over ue eenzydlge
opzegging van het Poolsch—Duitschè non-
agressiepact zullen, zoo verklaart men, onge-
twyfeld dien staten, aan welke Duitschland
thans soortgeiyke accoorden voorstelt, te den
ken geven.
Weken na de aanryding onder die zg „tra
gische bykomstlghedens”, zat den Knots weer
vëur X raam in zyn Moeders huiseke. lyk
ik verlejen week op X end van mijnen brief oe
weten liet-
Ik keek, keek, maar hy gaf gin sjoege. Net zou
l deurryen mee m’nen groentenwagel, als er
beweging kwam in den Knots. Ik stak m’nen
arm omhoog, den Knots wenkte toen.
Binnenkomend, uit den koelen veurjaarsdag,
Sloeg de warmte van de kataier me teugen. Moe
der sat by X wit-getegelde fornuis, waarop 'nen
rooikoperen waterketel te suizen stond onder 1
wapperend valleke langs de hooge schouw.
X Ouwe wefke mee den dunnen swygmond keek
me ’n bietje wantrouwend en verwonderd aan.
Ze was, zoo te zien, net uit T dutje gesukkeld
mee als ik binnenkwam. *n Fel slaapkleurke ro-
sigde 1 perkamenten kopke, wit omiyst van X
kraakheldere hulsmutske dat over X gryze haar
lag
„Hebt g*al thee, moeder?” riep den Knots, die
ook sjuust wakker was: jotte.... liever koffie,
Dré? Sigaar?" Hy pakte de kist onder zynen
stoel vandaan, presenteerde.
Moeliyk stond X rimmeltiekerige wefke op,
steuvlg leunend op ’ren stok, dien se alty onder
bereik houdt.
t „Allee," zee ik: „doet veur my gin moeite; l
ben onderweg op huis aan; den warmen pot
staat daar gereed!” Ze verstond me nie, ging
beuren gank-
„Doof." zee den Knots: „wordt steeds erger.
Jammer.”
^En den rimmeltiek?”
„Schynt min of meer te wennen, Dré. Zelfs
pyn raakt den mensch gewend, heb 1 wel in
de gaten en als ze d’ren stok maar heeft, dan
WU SS amper dat se moeliyk gaat. Ja..
Het vonnis van den politierechter luidde een
week voorwaardeiyk met een proeftijd van
drie Jaar, en 50 boete subs. 26 dagen.
BERLIJN, 5 Mei. (Havas). De rede van
Beek werd in bevoegde kringen te Berlijn
nog niet van commentaar voorzien. De eer
ste indruk in Beriynsche politieke kringen
is niet geheel gunstig, want hoewel Beek de
dear voor onderhandelingen niet heeft ge
sloten, heeft hy, zoo zegt men, niet het
minste gedaan om gebruik le maken van de
door de voorstellen van Duitschland geboden
gelegenheid tot bet voeren van bespre
kingen.
„Ik zeg, X is goed aangekomen, zeg ik.”
„Wabllef?”
„Eh.... ge zyt er goed van afgekomen.*
„Oem. Ja. Jaja. Oew sigaar Is uit, man.”
Toen bracht Moeder de thee. Krampachtig
hield ze X blaalke mee de twee kommen in t
ouwe, blinkende linkervuistje, mlsvurmd van
ultgewoelden rimmeltiek, terwyi ze steuvlg
steunde dp ’ren stok in 1 andere, sterker
politie en voor het voortreffeiyk
commissaris Schreuder, waardoor
uren de daders waren gearresteerd.
Het deskundig onderzoek heeft geleld tot de
conclusie; dood door verstikking en den beiden,
verdachten Is ten laste gelegd doodslag met
diefstal in vereenlglng. Uitvoerig bespreekt de
officier die tenlastelegging en hy stelt daarby
vast dat samenwerking tusschen de verdachten
is bewezen.
Zy hebben ieder het hunne bygedragen tot
het mlsdryf. De een heeft de vrouw vastge
houden en haar een prop in den mond gestopt.
De ander heeft een doek om den mond ge
bonden.
Beiden zyn zy schuldig aan de verschrikke-
lyke misdaad.
Wat de strafmaat betreft wil de officier re
kening houden met de opvoeding van Frans E.
maar tevens met de byzondere verhouding, die
er bestond tusschen hem en het slachtoffer. Het
feit dat hier een Jongen zyn grootmoeder, die
goed voor hem was, doodde maakte de daad
nog afschuweiyker.
K. heeft meegedaan omdat hy ook wel Iets
wilde verdienen ep hy nam gaarne het geld,
dat op deze misdadige wyze verkregen was. Nu
geven zy voor dat zy geen opzet tot dooden
hadden en dat zy niet wisten wat zy deden.
Maar de houding by confrontatie heeft wei het
tegendeel bewezen. K heeft zich onverschillig
gedragen en E. beeft gezworen, dat hy het
niet gedaan had en dat hy de daders zou hel
pen opsporen.
Beide verdachten moeteg? langen tyd uit de
maatschappy. Weerlooze menschen moeten be
schermd worden tegen dit soort individuen
De Amhemsche politierechter heeft Vrijdag
morgen uitspraak gedaan in de zaak tegen den
44-Jarlgen A. B. uit Puifiyk, gemeente Druten,
lijsttrekker van de groep actie-Bouwman in de
provincie Gelderland, die verleden week te
recht heeft gestaan terzake, dat hy In Mei 1938
per poet door -Nederland heeft verspreid en in
zyn kantoor te Druten ter verspreiding in
voorraad heeft gehad de oplaag van het num
mer van 20 Mei van het wekeiyksche orgaan der
Chr. organisatie van kleine zelfstandige boe
ren, tuinders én middenstanders, wetende, dat
onder de rubriek „Vereeniglngsnleuws" voor
kwamen uitlatingen In beleedlgenden vorm
over de leden van den Aartsdlocesanen R. K.
Boeren- en Tuindersbond en de leden van een
onderafdeellng daarvan, nJ. den Jonge Boeren
Bond.
De officier van Justitie had twee maanden
gevangenisstraf voorwaardeiyk met een proef-
tijd van drie jaar en een boete van ƒ200 subs,
twee maanden geëischt.
Het is de brandweer mogen gelukken een geld
kistje, inhoudende een bedrag van f1200, dat
zich nog in een der kamers bevond, in onge-
schondenpstaat naar buiten te brengen, dtwh
enkele effecten en andere waardepapieren zyn
verloren gegaan.
,Jki.
„Dré
op den bojem van z’n ziel, waaruit ni de kel
derlucht, als uit ’nen put vol ongedierte, toe
stroomde"
Knots, ik gaan ’ns opstappen, t Zal me Unite
smaken als ‘t In gin weken hee gedaan!”
Amico, dit te nou den Knots. Glnnen kwajen
bynaam, ee, die de kleine gastjes op school
hem destyds al gegeven hadden!
Maar meteen is dit ook t portret van den
.Ridder", die.... den Knots onderstboven ree,
nadat le, veur t oog van heel ’t dorp, zoo har-
teiyk bevrtnd was geworden mee den Knots.
t I» nie spllntemuuw, amlco, deus berekende
„'Tindschap". Den dertigen Judas verried zynen
Meester mee ben kus.
Kom, gy hebt er twee tiepen by, ik schel er af
Veul groeten van Trui, Dré m, den Beker en
ate alty gin horke minder van oewen
gif. Dat moest er uil, of Tc gong er aan kapot,
'n Uur later.... wis "t er uit!”
Den Knots zuchtte. Me dunkt hy was wit ge
worden. Z’n oogen stonden zoo dof als na ’n
ziekte.
,Jk ben naar ’t groote huis gegaan. M’n be
doeling was: praten. Maar jawel! Ge praat
toch nie mee ’nenslaaf?Dat was zyn ge
dacht. Hy nam *n hondenzweep. Lichtte den
arm op. En toentoen brak den duuvel in
me los, Dré.” Weer knapte iets In z’n keel.
Dan gong ie wyer, mee lage stem.
„Veur den eersten slag zou neerkomen, sprong
ik de zweep tegemoet.
„Net als mee mynen hond, witte nog?”
Eikens wierden z’n oogen zachter.
.Bjuust. Ik sprong den zweep tegemoet, vatte
ze, sleurde ze uit z’n klavieren, smeet de kar
wats weg en siste, *k had gin stem meer: kom
óp, bandiet! Meteen had ik 'm te grazen. By
z’n strot Ineens had ik 'n schrikkelijke pyn in
't onderiyi. Mee z’nen knie «had ie me daar ge
raakt. Maar nou kwam ook den allerlesten drup
pel gif omhoog. Ik sloeg nie om 'm te betalen.
Ik sloeg om 'm te rinneweeren Bonsde zynen
kop teugen den müur, sloeg heel *t gemeens
tronie tot bloed. Toen.... Dré, toen riep le....
„Vrouw!” yervloekt hy riep de hulp van z’n
vrouwl Ik docht dal misseiyk wlerd. Jonk!
Smeet ’m als ’nen lor deur 't vertrek en nóg hoor
ik 't gereutel van ’nen stervende, docht me,
'n bronzen beeld viel op z'nen arm, dien 1 hóór
de kraken....!”
„Hoe oud waarde toen. Knots?”
„Negentien."
„En hy?”
„vyf-en-dertig omtrent
JJat kan
„Hebt ge mevrouw nog gezien, toen?**
„Neeë, ik heb er ginmensch anders gezien,
dan wlen Ik zien moest.”
dien hebt ge goed gezien. Knots!”
den dieën heb ik daar bekeken tot
onder nederigheid is het
mogelijk iets te genieten
geen ^hoogmoed.
De brandweer, die onmiddeliyk met groot ma
teriaal was uitgerukt, tastte het vuur met alle
kracht aan om verdere uitbreiding te voor
komen.
Na een uur van ingespannen arbeid was men
het vuur volkomen meester. Het hotel, dat kor
telings gerestaureerd was. heeft evenwél, roowel
door het vuur als door het water ernstig geleden.
Ea»!ge kamers zyn ufteebrand.
In welingelichte kringen te Boekarest be
schouwt men, volgens Reuter, de rede van Beek
als een voorbeeld van kracht, waardigheid en
vastbeslotenheid. Tevens legt men er den na
druk op, dat de rede niet agressief van tóón
was en Beek zeer verstandig de deur niet voor
onderhandelingen over de vraagstukken van
Danzlg en corridor heeft gesloten.
„De belangrykste passage in de rede te die.
welke spreekt van eventueele onderhandelin
gen over een nieuwe Dttltsch-Poolsche over
eenkomst. Beck’s stelling is, dat het onderwerp
van een nieuwe overeenkomst de vrede zou zyn
en dat daarvoor twee voorwaarden vervuld
moeten wordenvredelievende bedoelingen en
vreedzame methoden. Beek heeft daaraan toe
gevoegd. dat de vrede tot eiken prijs voor Po
len niet bestaat. Deze taal is tegelykertyd ver
zoenend, waardig en krachtig.”
Volgens de „Paris Solr" is de rede krachtig,
duideiyk en knap, en levert zy het bewijs, dat
men krachtig kan zyn zonder agressief te wor
den. Hitler heeft gesproken als een man, dfe
eischt. Beek antwoordt als een man. die we!
andere dingen heeft beleefd en niet in op
winding geraakt. Hy wykt niet voor onrecht
vaardige elschen. Hy sluit de deur niet voor
verlangens, voor zoover die redeiyk willen zyn
Hy is bereid om te stryden en bereid om te
praten. En men wil geloovvn, dat met de Duit-
schers nog gesproken kan Jworden.
De Officier wil rekening houden
met alle bezwarende omstandighe
den, doch eveneens met den psycho-
patischen aanleg van K. en hij eischt
tegen den kleinzoon Frans E. een ge
vangenisstraf van twintig jaren met
aftrek van voorarrest. Tegen Leen
K. eischt hy een gevangenisstraf van
twaalf jaren met aftrek van voor-
arrest.
De belde verdachten barsten in snikken uit,
terwyi op de publieke tribune beweging ont
staat by het hooren van dezen hoogen etech
De verdedigers van E. en K., mr. W. Schorles-
helm en mr. W. van Everdingen houden daar
na hun pleidooien, waarby zy op clementie
aandringen.
De uitspraak is bepaald op 19 Mei. des mor
gens te negen uur.
Na de rede van minister Beek dankte de
voorzitter van de Kamer, Makowski, den mi
nister van Bultenlandsche Zaken voor zyn uit
eenzetting en hy beloofde hem namens de Ka
mer, dat alles zou worden gedaan om de taak
van de regeeiing te verlichten.
De leden*van het parlement en het publiek
verhieven zich van hun zetels en juichten Beek
by zyn vertrek toe met de kreten: ,X<eve mi
nister Beek, leve Polen, leve maarschalk Smlgly
Rydz."
By de behandeling voor de Amsterdamsche
rechtbank van de rechtzaak tegen de twee da
ders. die een oude vrouw op de Lindengracht te
Amsterdam vermoord hebben, werd ng de des
kundigen gehoord commissaris W. H. Schreuder,
die 't onderzoek geleid heeft en die uitvoerig
rapport uitgebracht heeft. Hy bevestigt met het
oog op den tyd alleen dit rapport.
De agent van politie, H. O„ komt vervol
gens vertellen hoe hy op surveillance gewaar
schuwd was, dat er op de Lindengracht een
oude vrouw was vermoord. Hy was er heen
gegaan en had de vrouw gevonden. Op de gra-
rnofoon in de kamer had hy een portret zien
staan van Frans E. en dit had hem eensklaps
op de gedachte gebracht dat de Jongen by dit
mlsdryf betrokken zou kunnen zyn. Hy had al
eerder met E. te doen gehad. De jongen wa>
toen gepakt wegens zakkenrollery en daarby
was gebleken dat hy zyn grootmoeder besto
len had. Het was dus begrypelyk dat de aan
dacht gevestigd werd op den kleinzoon,
onderzoek was daarom
geleld.
De president vraagt
kloppen en de Jongen
vestigend.
De agent J. H. K. légt geiykluidende ver
klaringen af. i
En dan stelt de president directe vragen tot
Frans E. De geheele toedracht van de misdaad
wordt door mr. Boon verteld. Hy gaat de voor
bereidingen na, den tocht naar het huls en
de geweldpleging. De Jongen bevestigt alles met
enkele hoofdknikken en met fluisterende woor
den. De jongen heeft zyn grootmoeder beet
gepakt, haar een doek over het hoofd gewor
pen en zyn arm om haar heen geslagen. Toen
is er een oogenblik van groote spanning geko
men en voordat de vrouw kon gillen heeft de
Jongen zyn hand op haar mond gelegd. Op dat
oogenblik heeft K. de vrouw by de beenen ge
pakt, er een touw om heen geslagen en ver
volgens hebben de jongemannen de oude vrouw
op het bed gelegd. E. heeft het hoofd van zyn
grootmoeder met een kussen bedekt en toen
haar de sok in den mond gestopt. K. heeft
daarna een handdoek dm den mond gebonden
en weer het kussen op het hoofd ge’egd
Er komt nu eenlge verandering in de hou
ding van de verdachten, zy kyken. minder be
wogen dan eerst, naar de stukken van over
tuiging: de met bloed bevlekte doek, de sok en
anders voorwerpen.
K. zegt niets meer te weten. Hy was „één
bonk koorts’’ en hy wist niet wat hy deed.
Maar daar wil de president niet van hooren
en hy herinnert aan de confrontatie in het
ziekenhuis, waarby K. heeft gezegd: „Wat Is
dat voor poppenkastery? Ik heb daar niks mee
te maken. Geef me liever een sigaret”. Zoo ze-
nuwachtlg en koortsig was hy dus niet. En
de zenuwen konden toch ook den diefstal niet
verhinderen. Want uit de rokzak haalden de
jeugdige misdadigers nog het geld.
K. tracht nu de schuld geheel op B. te wer
pen. Hy vertelt dat H. zelf gezegd heeft, dat
zijn grootmoeder dood was. Frans fi. was het
die de oude vrouw vermoordde en bestal en
hy kreeg alleen wat geld.
Doch E. wyst die beschuldigingen terug. HU
bekent zyn misdaad, maar hy wil niet op
draaien voor wat zy tezamen deden. Hy heeft
de oude vrouw niet willen vermoorden, doch
haar slechte tydelyk onschadeiyk willen ma
ken. Dat een 81-jarige niet een dergeiyke be
handeling zou overleven Is niet tot hem dóór
gedrongen. v
Fy het ogrer en weer beschuldigen vermyden
de verdachten het elkander aan te zien Z’J
ritten ieder In den uitersten hoek van de bank
met afgewend gelaat. Als hun geen vragen
worden gesteld buigen zy weer diep de hoof
den.
Hy keek 1 veurhoveke weer in. Zijnen kop
wlerd weer strakker. Peinzend staarde-n-le in
den eerde Toen: .Denk nie, Dré, da k er nog,
na zooveul jaren trotsch op ben. Schamen doe
Tc me evenmin. Maar ’nen adder den kop af
trappen is In mijn oog aoo’n kunststuk nie.
Vooral nie als t ondier maar achyndood' was.”
Ik schrok. „Ge hebt toch gin spyt. Knots dat
ie.... dat Ier er weer bovenopgekomen is....?”
„Tuuriyk nie! Maar ik had 'n bietje hoop, da
Tc den adder In z’n zlelemènt den kop vermor
zeld had. Want ge mot 1 nie uitvlakken, Dré,
als „roofridder" in oewen eigen burcht tegen
de tegels geranseld te worden, deur.... ..zoo’n
stuk vee” of „boerenkinkel” of.... hoe deuze
veurnaamheid over ons denkt!”
Ik knikte.
„Ik verstaal oe. Knots!”
„In die dagen scharrelde-n-lk mee ’n meske,
waar.... eh.... waarvan ik veul hield.”
Efkens knakte er Iets In z’n stem-
„Van hier?”
„Neeë. wyerop. Maar vraag nie méér, se is
getrouwd. Hee ’nen stouw klnders.... Ja. t Was
n dlngske uit "n arm huishouwen, waar hard,
verd.... had gewerkt moest worden! Klein
stukske grond, één koelke. vader werkte by ’nen
brouwer, z’n schafttyen In zynen akker, afyn,
ge verstaat: menschen die zestien uur én meer
nog per dag ploeteren veur ’n eeriyk stukske
brood- Den „roofridder" kwam In t bestaan van
deus menschen en.'t ouwe recept. Den vader,
die gin genoegen nam mee t doodschieten van
zynen bond, 't platjagen van z’nen akker wierd
deur den brouwer ontslagen Den „ridder” hee
„vrinden”, lyk ge wit. Ik wist meer van deuzen
menschenhater! Ik smokkelde nou en dan. Myn
ploeg was deur hem verrajen, want wy hadden
hém gesnapt mee den smokkel van patronen.
Wy zwegen. Vaneigens. Maar hy bong ons op.
Deuzen „heer” zyn verdediging is alty aanval,
Dré. Maar.... aanval uit de hinderlaag! Auto-
ongelukken en zool Myn meske simde dieën
Zo., ag snot en kwyl, haar vader was ontslagen.
ojj^ste thuis; kénde de zurgen. Al
jaar af! Dré II M’n ziel wm wr
en laag! Hogstens berekening, nlmt-dit-van-
me-aan.” By de leste woorden had ze telkens
mee den stok op den steenen vloer gestampt,
zoodat 1 efkens heel stil wlerd daarna. Dan
schuifelde zy weer verom, naar d’r plekske by
‘t fornuis. Ik keek naar den bruldswitten appe-
lëèr. die goud besprenkeld stond in de middag
zon; den Knots zweeg ook. ’Nen fietser stampte
fel teugen wind op, over den weg
„Ge zyt dus twintig jaren ruim weggewist.
Knots."
„Drieëntwintig, ja.”
„Oe zyt toen.... eb.... onverwachtst vertrok
ken, is nie?”
Hy slurpte van z'nen thee. J* Slurpte
weer ’ns. dronk heel de kom leeg, zette ze toen
veurzichtlg op de vensterbank. ,Jx»t ’m nie koud
worden, Dré, anders krygde 1 mee moeder aan
denstok” In z’n stem klonk lach. Ik dronk
’na. Dan: „Oew onverwacht vertrek leek wel op
'n.... nouja, op ’n vlucht, is nie?”
„Oja?” vroeg le lachend.
„Nie dan?”
Hy zweeg. Keek me aan mee één oog.
„1 Is maar, Knots, veur zoo wyd als ik jou
toen kende.... wegloopen was jouwen aard
nie.Dus.
„Dus?”
„Dus ge mot wel "n seerjeuse reden hebben
g’ad omom ’m te smeren.”
Den Knots z’n bovenlip krulde omhoog.
„Als Ik nagaat dat ge als snotpiek van dertien
jaren al glnnen pas week veur *nen wilden hond,
die wel vyf groote kearels stond....?”
Hy lachte En vroeg toen: „Hoe stélt den
Dré ’t?”
Hy herinnerde z’n eigen t geval dus ook.
„Bestt Als le weer ’ns thuis ts, mot ge ‘ns by
ons aankomen. Z’nen oudsten jongen Is by me
in t bedryf, lijk ge mlsachlent wel wit?”
„Jaja.Jaja.... moeder hee me van alles
op d’hoogte gebracht,” lachte-n-le: „Dat ver-
stade."
8odemearel, wat ‘nen taaie. *k Was weer net
zoo wyd als toen *k hier zitten gong. En Trut
wachtte mee "t maal! Wacht ’ns! Nog ’ns
steuvlg op z'nen trots werken. „Neeë. tot toen.
versleet Ik jou veur glnnen wegloopert!”
.JJouwël?”
Hy beet. „Zég ik nie! Ge kunt wéér verandeWl
zyn.nlewaar?”
„Verandert» ’nen mensch zoodikkels, Dré?”
„Mneu. Maaredaar zyn overal uitzonde
ringen op. ee?”
.Maar nie op dét punt, man! Geboren laf
bekken gaan als lafbekken dood. Judassen biy-
ven Judassen! Uit *nen eikel groeit hen eik en
glnnen kastanje. Uit h kleine kwal groeit h
groote kwal en gin steuvig schaaldier. Ik heb
zoo’n vast vermoeden, Dré,” toen kneep le z’n
oogen half dicht: „dat de meeste zondaars heei
d’r leven dezelfde biecht spreken....I”
De eerste indruk te Rome schynt niet on
gunstig te zyn. In politieke kringen wijst men
op de gematigdheid van toon en taal en vooral
op het feit, dat Beek geen nieuwe eischen heeft
gesteld, in tegenstelling met hetgeen de Pool
sche perscampagne deed vermoeden. Men is
van* oordeel, dat de rede de bruggen tusschen
Warschau ’en Berlijn niet heeft afgebroken en
het woord aan Hitler laat.
In een commentaar op de rede van Beek
geeft de „Giornale d’Italia” aan de Polen den
raad tegenover de Duitschè eischen geen hou
ding aan te nemen, die een verzoening met
Duitschland onmogelyk of onzeker zou maken
Na een beroep op de PoolschItaliaansche
vriendschap gedaan te hebben besluit het blad.
„Door deze eenvoudige en openhartige uitnoo-
dlglng vertrouwt Italië aan Polen de bestudee-
I ring en de verantwoordeiyke beslissing toe van
I een probleem, dat sedert 1919 bestaat en thans
in een eindstadium komt.”
zeHs
BERLIJN, 6 Mei (Havasj. De Pauselyke
nuntius te Beriyn, monseigneur Orsenlgo, Is
Vrydag naar Salzsburg gevlogen, om zich van
daar naar Berchtesgaden te begeven, waar hy
een bespreking van naderhalf uur met Hitler
had. Onmiddeliyk daarop is hy naar Beriyn
teruggekeerd. Over den inhoud van het bespro
kene is niets bekend.
In diplomatieke kringen meent men dat het
hier een afscheidsbezoek betrof, daar de Pause
lyke nuntius -blnuenkjort zal vertrekken.
veul oud geworden, die twintig jaren als Ik weg
was.” zuchtte-n-le
„Gelukkig dat .ge ze nog vinden mocht. Knots,
als ge hier verom kwam.”
„Vaneigens. Dré. vanelgens! Maar ge verstaat,
man, als ik moeder nie meer had, was Ik hier
toch nooit meer veromgekomen.” Peinzend keek
ie toen over den weg. mee ’n trek van heimwee
over den breeden kop, lachrimpeltjes langs
de dofstarende oogen.
Toen tikte hard Moeders stok op den steenen
vloer van ’t achterhuis, ze kwam verom mee den
trekpot, zette m op ’t witte fornuis.
„Hoe bedoelt ge dat. Knots? Waart ge.Ul-
venhout.... vergetentoch nie.”
’Nen menach
ikke nie. Dré.”
ALGIERS. 6 Mei (Havas). De Kardinaal
legaat hoeft namens de deelnemers aan het
Fransche’ nationale Eucharistische Congres
een telegram van hulde en eerbetuiging ge
zonden aan de H. Vader, die zooals gemeld.
Zondag te 12 uur ’s middags via Radio Va-
tlcana het congres zal toespreken en de deel»
nemers den apostollschen zegen zal schen
ken. z
Uit Constantine In Algerië wordt gemeld,
dat daar tweeduizend pelgrims zyn aange
komen. die zich naar het Eucharistische Con
gres In Algiers begeven. Onder hen bevinden
zich de aartsbisschoppen van Avignon en Aix
en de bisschoppen van Nice, Chambery, An
necy, Nimes, Vlvlers, Agen, Valence. Gap,
Mohaco, Digne en Ajaccio.
Na een banket, waaraan de militaire en
civiele autoriteiten van de stad mede aan
zaten, vertrokken de pelgrims naar Philippe-
vllle, vanwaar zy zich naar Algiers begeven
De Wilhelmstrasse weigert kortweg
ook maar de geringste aanwijzing te
gewen voor de gedragslijn, die
Duitschland zal volgen ten aanzien
van de rede van Beek.
Te Berlijn werden pas na acht uur
in den avond uittreksels uit de rede
gepubliceerd, maar zonder commen
taar. Volgens Havas wacht men op
officieele instructies uit Berchtesga
den. Daarentegen wijden de avond-
'bladen veel aandacht aan de be
sprekingen, die morgen en Zondag
aan het Comomeer tusschen von Rib
bentrop en Ciano worden gevoerd.
De „Angriff” spreekt over een ern
stige waarschuwing van Italië aan
Polen. „Polen heeft de keus. Met de
politiek der spilmogendheden is geen
marchandeeren mogelijk.”
knulsteke, meer ontwikkeld deur den voortdu-
renden greep om den stok.
Ineens viel 't me op, hoe den Knots zynen
kop veranderde. Den mond gong wat open, da
oogen wierden overtogen mee mchten glans, den
kop wierd veul minder strak- Dit was dus *t
gezicht veur z’n moeder, docht me. Als wy onze
kom hadden aangevat, dan schoof zy ’t presen-
teerblaalke onder den rechterarm, klemde X vast
teugen ’r lyf en trok dan mee X vrygekomen.
knokkelige knuisteke X kussel, achter den Knots
z’nen kop, wat gemakkeiyker.
„Ge verzurgt ’m maar goed,’’ plulmde-n-lk.
„Wablief?”
„Dat g’oewen seun maar goed oppast!”
„Ik kan beat uit de voeten, ja,” gaf X doove,
kromgetrokken wefke ten antwoord.
moeder is nog flink veur d’r jaren!”
zee den Knots, onderwyi haar aanziende.
IMt verstond ze! En toch praatte hy nie zoo
hard ais ik
.Flink?I" zee ze. Flink?! Als dieën roof
dier.” toen richtte ze 'r eigen op en wierd
wel 'nen kop grooter, beur blaauwe oogen stek
ken van woede .Als dat roofgedierte nog 'ns
éénen stap in m’n veurhoveke waagt, dan tim
mer ik 'm mee deuzen stok den kop deurmld-
den!”
Toen viel X ijzeren theeblaalke onder haren
arm uit. kletterend teugen den plavuizenvloer.
Ik raapte X dingske rap op „Bedankt”, zee se
schor, mee witte lippen, waarom de rimpeltjes
beefden. „Ja, bukken is X ennlgzte wal nie
goed meer kan.”
Den Knots zat stlllekes te lachen mee ‘nen
schuddenden bulk en vochtige oogen. Toen voel-
de-n-le efkens aan den pleister boven z’n oog.
„Komt er nie aan!” zee se. Ineens veul
ongerust en zoo pardoes, dat den Knots wezen-
iyk rap z’n hand terugtrok. Waarop Ik in den
lach schoot.
«Jawel, lachen jullie maar,” kwebbelde zy
toen secrjeus wyer: „Maar hy had beter mynen
zin kunnen doen, Dré, en z’n eigen gin vrind
schap aan laten leunen van dieën Judas! Daar
bestóét geeq echte vrindschap tusschen boog.