oertaal van den dag
en
De luchtroovers
van
J
l uto
Dienstplicht en burgerplicht
Hoitika
Maatschappelijke achter
stelling van militair
dienenden
Beschadig
mij niet k
Gebruik f
kVIMl
F
li dl
De vervanging door werklooze dienstplichtigen
DINSDAG 9 MEI 1939
dio-
5*
nat
Universiteit en defensie
Verwording
OP ELKF BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN
r
DE
ZILVEREN/'
=--=y-
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Gestrafte
ijdelheid f
„rie officieren aan de krijgsscholen en de
centra van hoogere studie bestudeer en het
Internationale recht, de economie en ds
hooge ambtenaren ook de militaire proble
men aan het „College voor hoogere studie
der nationale verdediging."
Alle
i da>
met
B.
natuurlek* aan?" stoof
dat
Nederlandsche
Ml se» SSB MM
lijk pressie
u
(Wordt vervolrd)
i
i
b
b
door
A. HruscMa
Van een bewoner konden ae echter niet* vinden. De vliege
nier onderwicht den Inhoud van den ketel: maispap. nu. dat
vu eten en daar ae geduchten honger hadden, wichten*» In
de woning naar Iets, dat op een bord leek. Ze vonden twee
ondiepe kommen van grof aardewerk en vrf) goed uiige holde
lepels van Ijzerhoul. De maaltijd kon beginnen.
De moreele verwording In de Wcstersche
landen doet voor de toekomst vreezen.
De daling der geboortecijfers maakt ve
len ongerust. In de laatste maanden biykt
dit weer heeLduideiyk uit de Deensche pers.
Daarin wordt ook geklaagd over veel voor-
i; i.
dej.
De
tn
De
ei
burg
rott-
110,
5»
loo-
W
T.
ten.
ran
iee-
den
eer.
J0--
l VL
Keu-
■ulen
tdon
Keu-
•ulen
1 VI.
ler-
30
een
ge-
3P-
11e-
fjn
«<■-
or-
m-
Over de verwording onzer dagen, vooral op
zedelyk gebied schrijft ..de Standaard";
te
dit
be-
Arabel-
by ziende.
om hen. wien het daaraan mankeert, met
hun smadelijke berekening bulten schot te
laten.
Misschien Is het niet gemakkelijk, voor
zieningen te bedenken. Maar de departe
menten hebben tegenwoordig een langen
arm; en overigens sou voor de meeste ge
vallen een passende publiciteit waarschijn
lijk reeds een afdoend middel zijn.
komende abortieve practyken. Wetteiyk is
het In dat land zelf* geoorloofd dat medici
op grond van zoogenaamde ..maatschappe
lijke aanwijzingen'’ de zwangerschap ver
storen1
In Dultschland tracht men den teruggang
van het geboortecijfer te stuiten Maar niet
altyd met zedelyk geoorloofde middelen.
Zoo werd deaer dagen in de pen bericht,
dat de burgemeester van een niet ntjpejane-
ryke gemeente in het Ruhrgebied in een
publicatie ook de ongehuwde vrouwen op
wekte. om kinderen voort te brengen. De
Burgemeester had hierbij vooral vrouwen
bpven de 30 jaar op het oog. die thans ver-
moedelyk gehuwd zouden zijn, indien In den
oorlog niet zooveel Jonge mannen waren
gesneuveld. De kinderen der ongehuwd*
moeders zouden door de gemeente verzorgd
worden.
Zoo worden huwelijk en gezin ondermynd
Zoo wordt het verantwoordelijkheidsbesef
verzwakt en de zedeloosheid tn de hand
gewerkt. Men vergist zich bovendien radi
caal. wanneer men meent, dat op deae
wijze de volksgroel duurzaam bevorderd zat
worden. De sexueele ongebondenheid aal ten
slotte weer tot beperking van het kindertal
leiden. En geen premies zullen dat proces
kunnen stuiten.
Dat een Overheidspersoon een dergeWke
publicatie tot de burgers van zyn gemeente
richt, teekent overigens den toestand. Het
bewust, dat een anti-Christelijks beschou
wing van volk en staat, dat het streven
naar macht en grootheid van de natie tos
uitent bedenkelyke consequenties leidt.
AI I 17 ARGNM^’Q spatbtedsijntagcvoi^devertekerlngmrooewaardsntegesi p 7CA bfl levenslange geheete cngstehfkthetd tot wsrtan docs p 7CA te! een ongeval met T"?
aal si ikxADvzll1 W JLs O ongevallen veraakard voor een der volgende ultkeertngen r ff Olze” vsrHes van beide arseen, belde beenen of beide oogon r ff O(Je“ doodelUkon afloop V
1
„De Nederlander" bepleit een bestudeering
van de militaire wetenschappen aan onze Unl-
versltelten en hoogescholen
.Maar daarom kunnen we wel een tweeden Robinson ont
dekt hebben." troostte de bestuurder hem „Iemand, die net
als hy. schipbreuk geleden heeft en op «fit eenzame eiland
woont.” begon Plet weer, want hy wilde zyn hoop zoo maar
niet zien vervliegen. Op zy van het huls ontdekten ae een
primitieven oven, waar vuur brandde en waarop een pot
stond. Dat kon echt worden.
een onbillijkheid 'is. nog sterker; maar ook
zonder dat spreekt zij duidelijk genoeg.
De militaire voordeel en van een grooter
contingent zijn door onze militaire medewer
kers by herhaling uiteengeaet; het voor
naamste daarvan Is een Jonger leger Ver-
grooting van het contingent beteekent, dat
meer jongelui de wapenen dragen en dat
de ouderen eerder van dien plicht worden
ontheven.
Dat diezelfde verjonging van het leger
en ontheffing van ouderen, huisvaders, be
drijfsleiders, voorwerkers, ook een groot
civiel voordeel is, behoeft geen betoog
Maar gewichtiger achten wij het, dat door
een grooter contingent door algemeenen
dienstplicht, om duidelijk te xljn de
eenig rechtvaardige verdeellng wordt ge
geven aan de persoonlijke lasten der mili
taire defensie, die ongetwijfeld nog ge rui
men tijd zwaar zullen blijven wegen, en ten
tweede, dat alleen daardoor de militaire
dienst in onze volksgemeenschap die eer
volle plaats verkrijgt, die hem toekomt, en
niet meer als het slechtere deel zal worden
beschouwd.
Het is om redenen van militaire organi
satie onmogelijk, die vergrootlng van het
contingent op korten termijn door te voe
ren. Maar wel kan reeds nu die richting
worden aangegeven en kunnen voorberei
dende stappen ertoe worden geaet.
zee. meneer! wy moeten
elkaar niet mat complimenten lastig vallen Het
betreft....
Freule Veronika Von Turnwald. Zy
heeft *n diepen indruk op mij gemaakt en reeds
eenigjen tijd doe ik myn best om het haar duide
lijk te maken, maar tot nu toe schijnt zU er
niets van te hebben gemerkt Ik heb er geen
slag van om dames het hof te maken Ik ben
van aard nogal stil en teruggetrokken th zy
is nog een opgeruimd, argeloos kind, zonder
veel begrip van de ernstige zijden van het
leven
Dat geloof ik ook
Dan is er die jonge baron Lansberg iemand
van haar karakter en neigingen, met wien zy
lederen dag omgaat Die houdt ook van haar en
ik heb bemerkt, dat zoowel mevrouw Von
Turnwald als de heer en mevrouw Lansberg
dien vertrouweiyksn omgang tuschen de Jonge
lui gaarne zien
Ook daarin hebt u naar 't mil voorkomt,
In het begin van dit Jaar bracht het
.Journal des Débats" een berichtje over het
feit, dat maarschalk Pétaln aan de „Ecoie
llbre des Sciences póllUques" een cursus
over Nationale Verdediging was korfien
openen. Hy had daar een bijzondere aan
leiding toe. omdat hy lid was van het cu
ratorium en belast met de algemeene lei
ding van den betrokken leergang
Wat maarschalk Pétain by die gelegen
heid om. zelde verdient echter, onder het
oogpunt, dat wy als titel hierboven aanga
ven. ook by ons in Nederland wel degelijk
aandacht In de verdediging van ons vader
land gaat het tenslotte minder om stoffe
lijke dan om geestelyke goederen, om on
sen volksaard en om ons volkskarakter, za
ken, waarvan althans Jonge natiën men
denke aan onze broeders in Zuid-Afrika
terdege beseffen, dat universitaire vorming
dAArvcor van de grootste beteekenls is. Een
van de belangrijkste functies van eene Unl-
versiteit is b.v. in zake theologie, recht, let
teren, wijsbegeerte de hoedster en voedster
te zyn van die hoogere quallteiten van den
volksgeest, waardoor een natie haar eigen
waarde in hare eigene praestatles leert res-
pecteeren. Maar op het wezensverschil tus-
schen Unlveralteiten en inrichtingen van
„onderwijs" gaan wy hier niet tn. Immers
wat onzen lezers In dit verband ter harte be
hoort te gaan, komt in het woord, dat wy
gaan aanhalen, voldoende ultl Maarschalk
Pétain zeide dan by die gelegenhejcp
ik dan op m|j heb genomen om deren cttr- ie
sus van nationale verdediging te leiden
er aan hechtte om dien zelf te openen moet
ik dit verklaren uit het feit, dat hy, m i
van buitengewone beteekenls Is voor het
land. Masu al te dikwijls beb Ik gelegenheid
zins van zijn dienstplicht ontslagen wordt
mssr slecht naar een ander onderdeel ver-
plaatst dat. zoodra noodig, eveneens onder
de wapenen zal komen, en ten tweede, om
dat er geenerlei individueels relatie tus-
schen verlofganger en vervanger bestaat
noch geduld zal worden: alleen de leger
leiding beslist over 1 verleenen van *t ver
lof en T indeelen van den werkloozen
dienstplichtige, en de verlofganger weet
aelfs niet wie zijn plaats zal komen inne
men.
Voor niet weinige werkloozen zal de ge
legenheid. om onder de wapenen te gaan
dienen, welkom zijn. De verstandige rege
ling, die voor de berekening van den steun
aan dese buitengewoon-opgeroepenen Is
getroffen, neemt de geldelijke nadeelen van
zulk een besluit weg en brengt zelfs een
zekere verbetering mee. Tal van vrijwilli
gers hebben zich dan ook reeds gemeld.
Wat degenen betreft, die niet vrijwillig
worden Ingedeeld ter vervanging van ver
lofgangers, kan althans In bepaalde geval
len niet ontkend worden, dat zij In hun
belangen, met name wat de mogelijkheid
van 1 vinden van werk betreft, achteruit
gaan Maar bij de beoordeeling daarvas
moet men ten eerste bedenken, dat de
concrete belangen van degenen, die reeds
onder de wapenen zijn, zeker niet minder
zwaar wegen dan het vaak slechts in een
kans bestaande belang van den evtl ver
vanger. Degenen, die *t eerst voor verlof
in aanmerking komen, zijn Immers juist
dezulken, wier afwezigheid den stilstand
of snellen achteruitgang van een bedrijf
en daardoor vermindering van werkgele
genheid met zich brengt. Op de tweede
plaats sal ook de onder de wapenen geroe
pen werklooze, die Intusschen een aan
stelling krijgt, op zijn beurt voor verlof in
aanmerking gebracht worden.
Onbillijkheid is dus in dese regeling niet
aanwezig. Er is uiteraard een zekere wil
lekeur, die nu eenmaal onvermijdelijk is
waar Indlvidueele gevallen worden behan
deld anders zou niemand verlof kunnen
krijgen I maar dat van den anderen kant
zooveel moge lijk beperkt en aan vaste
regels gebonden moet worden. Het belang,
flat met deae regeling wordt gediend en
dat bestaat in de zoo volledig magelijke
handhaving van het normale leven en de
normale bedrijvigheid achter de beveiligde
grenzen, is groot genoeg, om over meer
formeels dan werkelijke beswaren heen te
stappen. y
en willekeurigheid van onvergeljjke-
HJk grooteren omvang en diepere be-
teekenis is die, waardoor de dienst
onder de wapenen ten onzent tot minder
dan da helft der Jongelieden van den
dienstplichtigen leeftijd beperkt blijft: het
kleuae contingent.
Nu de duur van eerste- en herhalings
oefeningen zoo aanzienlijk verlengd wordt,
spreekt deze ongelijkheid, die inderdaad
heb er tot nu toe niet* van gvaeten. Maar
't Is van het allerhoogste gewicht, dat u tny
alles meededeelt. wat u ajffigaande die zaak be
kend is Waarom? Dit kan ik voor hel oogen-
blik niet zeggen, doch later zult u het weten
Wat is er gebeurd met dien soon?
Sorel aarzelde nog.
Ik weet niet, set hy, of ik wel het recht
heb, daarover te spreken Wat moet mevrouw
Von Turnwald van my denken, als ik u dingen
mededeel, die zy blijkbaar zelf streng geheim
wil houden?
Wees gerust Ik beloof u dat niemand,
allermuisl mevrouw Von Tumwald. sal te
weten komen, wie my op de hoogte heeft ge
bracht. Daarentegen verklaar Ik u op myn
eerewoord dat u in t belang van mevrouw
Von Tumwald handelt, door my in te lichten,
en dat zwygen de ernstigste gevolgen voot haar
zou kunnen hebben.
6orel weifelde niet langer.
Is het zoo gelegen, hernam hy dan ben
ik verplicht, u mede te deelen wat ik weet
Jammer genoeg is het niet veel,...
Beter weinig dan niets
Welnu, wat ik weet, is het volgende:
familie Von Tumwald woonde vroeger
Weenen, waar ook myn ouders woonden,
heer Von Turnwald was ritmeester by de garde
Zyn huweiyk moet zeer gelukkig zyn geweest
en het jonge paar speelde een rol van betee-
keru» in de aristocratische kringen Mevrouw
Von Turnwald stond hoog aangeschreven door
haar buitengewone schoonheid en haar be
minnelijk. open karakter. Zy hadden een soon.
George Vegas keek me droefgeestig aan en
zei somber: „Ijdelheid, uw naam is Vrouw"
Ofschoon hy daarmee niets nieuw* of opval
lends debiteerde, gaf ik hem dadelyk geiyk
Oeorge kan niet goed tegen tegenspraak D«t
maakt hem steeds van streek Hy Het een ge
luld uit. dat veel overeenkomst had met dat
van zeker onrein dier, greep naar de krant,
tuurde er in met z*n byziende oogen en zette
z'n bril, een geweldig donkeren uilenbril. op s'n
neuz Daarna wees hy op 1 portret van' een
knap meisje en zei:
..Als een vrouw niet soo ydel was geweest, dan
had hier myn naam onder kunnen staan
Ik bekeek de afbeelding nader Er onder stond
te lezen: „Mejuffrouw Arabella Cheas, wier ver
loving met luitenant John Nokin zooeven be
kend is gemaakt
Ik mompelde een paar woorden van mede
lijdende deelneming Tol m*n verwondering nam
George dat euvel op
..Doe niet zoo mal." nydlgde hy. ..Dacht je
soms, dat ik met zoo n ydel wicht zou widen
trouwen?"
„Hoe zoo ydel?”
Als je niet zoo mal doet, zal Ik 1 je vertellen."
beet hy terug ..Een maand of drie geleden leer
de 1k Arabella Chess kennen met dansen Je
hebt misschien gezien, dat ze een heel knap
meisje is Ik houd van knappe meisjes
„Is t waar?" vroeg Ik. met een tikje sarcasme
Tot m n verwondering negeerde myn vriend
deze Interruptie
..Absoluut,” ging hy voort. .JDaarom beviel
Arabella Cheas me ook buitengewoon en Ik mag
zeggen, ik hAAr. We spraken af. dat we den vol
genden middag samen thee aouden drinken en
elkaar dan zouden treffen in de hall van *t
Standley-hotel
„En toen?'
„AU je me voortdurend in de rede valt, ver
tel ik je niets." deed George grimmig „Nu. om
half vier kwam ik in de hall, in groot ggla: een
nieuw costuum. nieuw overhemd, nieuwe das.
enfin, zooals een man doet, als hy er piekfyn
wil uitzien
Ik zocht de heele hall rond, maar ae was er
nog niet."
„Natuurlyk niet
„Wat is daar voor
George op.
„Wel. vrouwen zyn zelden stipt op tyd
„Dat behoef je me niet te vertellen, dat weet
ik ook wel Dus. Ik nam dat niet zoo ernstig op
Ik ging dicht by den Ingang zitten, omdat ik
daar iedereen zag. die binnen kwam en
wachtte
Hier zweeg myn vriend, maar ditmaal liep ik
er niet in én zweeg ook.
„Ik wachtte dus.ging George voort, „een uur,
een vol uur. Er kwamen allerlei soort meisjes
binnen: lange meisjes, korte meisjes, dikke en
magere, knappe en leeiyke. Minstens vier maal
sprong ik op. omdat ik dacht, dat Arabella er
aan kwam, maaf telkens vergiste Ik me. Otn zes
uur was m n geduld uitgeput. Ik gaf het op en
ging naar huls
„Dat sou ik ook gedaan hebben." zei ik. „Al
dien zy hartstochtelyk beminden Ulnch
Deae bezocht met myn oudsten' broer Heinz het
gymnasium op den Schotten-Rlng
Heinz dweepte met Ulrich Von Tumwald;
van de eerste klas af waren zy dikke vrienden
geweest en Heinz kon thuis niet hoog genoeg
opgeven van het edel karakter, de schitterende
begaafdheden en den yver van zyn vriend.
Maar Ulrich dit moest Heinz bekennen
had één ernstig gebrek; hy wws vrevwelyk op
vliegend en niet altyd sterk genoeg om die
drift te beteugelen Toen Ulnch Von Tumwald
twaalf Jaar oud Was en in de derde klasse var.
het gymnasium zat. kwam de ooievaar nog eens
neerstryken op het ouderiyk dak Roland aan
schouwde het levenslicht en vier jaar later werd
Vers geboren. Op zyn achttiende jaar legde
Ulnch met myn broer Heinz het eindexamen
af. belden met lof Denzelfden avond vond het
traditioneele feest piasda. waaraan niet alleen
de geslaagde studenten, maar ook de leeraren
deelnamen. Ik zelf was uien een jongen van
acht jaar en Interesseerde my heel wat méér
voor myn kever- en vlinderveraameling. dan
voor de zaken van myn grooten broer en zyn
vrienden.
Maar een gebeurtenis van den dag waarop
dat studentenfeest plaats had heeft rich on-
ultwischbaar in myn geheugen geprent.
*t Had juist tien uur geslagen, toen Heinz
bleek als een doode de kamer van mtn ouden
kwam binnengestormd en uitrtep: „Vader....
moeder.er is iets verschrikkelyka ge
beurd UlnchUlrichHettn kon
geen woord meer over de lippen brengen, hy
n Intusachen zyn onmisbaar maat
regelen, die de maatschappeiyke po-
title van den dienstplichtigen en die
nenden soldaat beschermen en handhaven
Terwijl véle duizenden oudere mannen
uit gezin en bedrijf gerukt, aan de grens
voor *s lands veiligheid waken, bevatte
dezer dagen, om precies te zyn op 28 April
IX, een dagblad In het Zuiden een adver
tentie, waarin op een fabrlekskantoor een
mannelyke kantoorbediende gevraagd werd i
die kan toorrou tine moest bezitten „en v r y
van militairen dienst zy n”.
Dit is een schandaal, maar men ineene
niet, dat dit geval alleen staat, al is deze
onbeschaamde openbaarheid een uitzonde
ring. Er wordt tegenwoordig veel geschre
ven over den eisch van nationale eer en
saamhoorlgheldsgevoel, dat de opgeroepen
militairen straks weer in hun betrekking
kunnen terugkeeren. De Nederlandsche
werkgevers hebben reeds getoond, van dit
besef doordrongen te zyn, en wy gelooven
ook, dat zy In X algemeen in dezen niet
zullen te kort schieten. Maar zoo er uit
zonderingen zyn, zal men die niet alleen
moeten zoeken dAar, waar bultengewoon-
opgeroepen dienstplichtigen hun plaats
verliezen en by hun terug keer gesloten
deuren vinden, maar ook en nog meer
daar, waar de voorzorg reeds tevoren in
acht genomen wordt en aan candldaten
voor betrekkingen hun dienstplicht
vooral by reaerve-offlcleren is dat van ge
wicht als een negatieve noot of zelfs als
een volstrekte hindernis wordt aangemerkt
Hiertegen, d.w.z. vóór de op zyn minst
geiykwaardlgheld der dienstplichtigen in
de burgeriyke maatschappy, zal de Regee-
rlng, zoolang de ongelijkheid van dienst
plicht bestaat, niet mogen nalaten maat
regelen te treffen. Op den algemeenén na-
tionalen zin van de werkgevers mag zeker
worden vertrouwd, maar dat ia geen reden.
e maatregelen, die de regeering be-
J zig is te nemen om zooveel mogeiyk
verlof te verleenen aan de „buiten
gewoon opge roe penen voor de uitwendige
veiligheid**, die in het maatschappeiyke
leven moeliyk gemist kunnen worden of
van deze buitengewone^ dienstverrichting
bijzonder veel schade in hun particulier
bestaan ondervinden, en de openvallende
plaatsen aan de grens en de kust te doen
innemen door dienstplichtigen, die zonder
werk zyn, heeft aanleiding gegeven tot al
lerlei misverstand en tot voor het mee ren-
deel onblliyke kritiek.
Een van onze fascistische bladen, wier
stormachtigheid nog toeneemt naarmate 1
glas water, waarin zy huishouden, aan af
metingen verliest, spreekt zelfs van een we
derinvoering van het „remplkyantenstelsel"
Maar ook van ernstiger zyde heeft men een
zekere onbiliykheld willen zien in de ver
vanging van sommige werkende door werk-
looae dienstplichtigen. Het Is daarom nut
tig, deze zaak eens op de keper te be
schouwen.
Ten eerste moet dan opgemerkt worden
dat het hier alleen gaat om dienstplich
tigen, die door een „buitengewone oproe
ping" onder de wapenen zyn, dus bulten
hun verplichten eersten-oefentyd en her
halingsoefeningen. Deze oproeping draagt
uiteraard een tydeiyk karakter. Wyi ech
ter de veiligheidsbehoefte, waarin deze op-
geroepenen heden voorzien, van langoren
duur geacht moet worden, heeft de regee
ring reeds haar wetsontwerp ingediend tot
(facultatieve) verlenging van den oerste-
oefentyd en den herhalingsoefentyd; zoo
dra deze verlenging is Ingevoerd en haar
effect sorteert, dat bestaat in de vergroo
tlng van het aantal onder de wapenen aan
wezige dienstplichtigen, kan de buitenge
wone oproeping vervallen en zal in de
grens veiligheid worden voorzien door nor
male jonge dienstplichtigen.
Alleen onder de groep van de oudere
„buitengewoon opgeroepenen" en voor den
tyd die nog moet verloopen, voor de ver
lenging van oefentyd haar effect heeft,
komt dus de vervanging van verlofgangers
door werklooee dienstplichtigen in aanmer
king.
Op de tweede plaats moet worden opge
merkt dat, zoo men een zekere willekeur
meent te zien (n^le gventueele aanwyzlng
van werklooee dfen*tphohtigeza ter vervan
ging van verlofgMngez», zulk een willekeur
feiteiyk en or.vermydeiyk reeds aanwezig
is in de „buitengewone oproeping” van de
nu aan de grens staande mannen. De in-
deeling van bepaalde legeronderdeelen by
de grens- en kustdekking waaruit hun
buitengewone oproeping dan vanzelf voort
vloeit ligt uiteraard In de vrye beschik
king van de legerleiding; wanneer er byv,
wel genietroepen maar geen cavalerie noo
dig wordt geacht, is er onder de dienst
plichtigen een verschil in oproeping, dat
toch geen onbillykheid kan genoemd wor
den Anders zou alleen een algemeene mo
bilisatie biliyk zyn!
Ook de indeeling van den individueelen
dienstplichtige by een bepaald legeronder
deel ligt in laatste instantie in de vrye
beschikking der legerleiding. Wat er by de
vervanging van een verlofganger door een
werkloozen dienstplichtige feiteiyk gebeurt
is dan ook de indeelipg van dien werk-
loteen dienstplichtige by een bepaald on-
deAeel; daar dat onderdeel buitengewoon
is opgeroepen vloeit'zyn individueels op
roeping daar dan automatisch uit voort
Deze indeeling nu is nooit onbiuyk, en be
teekent geen grootere (toevallige) onge
lijkheid voor den werkloozen dienstplichtige
dan zy beteekende voor den a.s. verlofgan
ger.
Men kan dan ook in trouwe niet spre
ken van een ongelyke verdeellng van las
ten. Te gewagen van een weer-lnvoering
van het „rempla$antenstelsel” Is nonsens,
ten eerste, omdat de verlofganger geens
is een meisje nog zoo knap, daarom beeft se nog
niet bet recht, -en man zóó lang te laten
wachten."
.ie liet me niet wachten." verzekerde George-
„Wat zeg daar’ En zooeven zei je.
„Als je me niet steeds in de rede valt en mij
óók eens een woordje laat spreken, sa' ik *t je
uitleggen, t Ging niet om wachten of te
laat komen Dat sou ik haar hebben kunnen
vergeven Maar met haar Udelheid.”
„Dacht ze dan. dat ae eeuwig zou blijven
wachten?" vroeg tk weer.
.Hou nu toch even je mond!” riep George
„Ik wil zeggen, dat ae niet royaal wilde uit
kamen voor een kjetn lichamelyk gebrek, waar
voor niemand zich behoeft te schamen Ik be
doel haar miopie
„Haar wAt?”
..Miopie." zei G-orge langzaam. Je bent zeker
met genoeg ont
wikkeld om
weten, dat
byziendheid
teekent.
la U
Maar haar ydel-
heid is zóó groot
dat ze geen bril wil dragen uit vreea. dat haar
schoonheid er onder lyden sal."
Driftig nam George z'n eigen bril af en wreef
vinnig de glazen
„Dat ontdekte Ik den volgenden morgen." ging
hu voort, „toen se m|) opbelde en me een ge
weldig standje gaf. omdat ik me niet aan de af
spraak had gehouden Even over half vier was
ze in 1 8tandley-hote! gekomen, zet ze en had
daar twee uur zitten wachten."
„Maar...." onderbrak ik
Zwijg met je maren Ze bad twee uur zitten
wachten, maar ae was door den anderen kant
binnen gekomen en ae was Juist aan den ande
ren kant van de hall gaan zitten. En nu kan ae
ronder bril het verschil niet den tusschen Da
nielle Darieux'en Simone Blmon. al dl ze voor
een kwartje op de voorste ry. Ze zag me dus by
de andere deur ook niet zitten We hebben dus
maar zitten wachten, eenige meters van elkaar
af en maar zitten kyken. of de andere niet
kwam, werden hoe langer hoe nydiger op elkan
der en zyn eindelijk woedend weggeloopen Is
dat niet het toppunt? 1 Begon zoo mooi en zoo
veelbelovend, maar door de ydelheid van een
vrouw te het ondergegaan tn een dwaze klucht."
HU zuchtte diep „En nu gaat ae met dien luite
nant trouwen
.Ja maar. George." waagde ik te zeggen. „Ik
begrup *t niét goed Ate ae nu al dien tyd daar
in de hall zat. hoe te t dan mogelyk. dat jy
hAAr niet gezien hebt?"
Oeorge keek me aan met de ontevreden ver
wondering van een onderwyzer ten overstaan
van een stompainnlgen schooljongen
,J(u. maAr aoo'n idiote vraag heb ik nog hooit
gehoord" riep hy „Ik legde je toch uitvoerig
uit, dat ik m*n uiterste best deed, otn er dien
middag zoo voordeellg mogelyk uit te zien? En
je weet heel goed, dat een bril me niet staat. Ik
had dat ding dus natuurlyk thuis gelaten."
iNadnA verboden»
kreeg een tenuwteeval. sloeg tegen den grond
en begon te Ijlen
Oumiddellyk werd de dokter gehaald en ik
herinner my. dat myn broer weken lang ge
vaarlijk ziek was Er moet op het studenten-
feest iets vreeeeiyka zyn gebeurd, maar nooit ben
ik te weten gekomen wat. Utt eenige losse
woorden maakte ik op. dat Ulrich's vader plot
seling zyn ontslag genomen en met zijn gezin
Wcenen verlaten had
Betreffende Ulnch zelf werd langen t|jd
een somber sulzwygen bewaard. Later hoorde
ik zeggen, dat hu in Zuid-Amerika verbleef.
Toen ik na afloop van vele Jazvn myn broer
-en* ronduit vroeg, wat er op het studenten
feest eigenlijk was gebeurd, betrok zyn gezicht
en maakte hy een afwerend gebaar. „Och.
jochie" antwoordde hy. „laat die aaak rusten,
t Is niets voor jou Trouwens, wy allen heb
ben ons woord gegeven, daarover nimmer te
rullen spreken
Mr. Sorel zweeg en Hempel, die met spanning
had geluisterd, schudde het hoofd en zei
Eau duistere historie! Masu zoudt u ook
thans niet een of ander aangaande het drama,
dat er afgespeeld moet zijn, van uw broer te
weten kunnen komen? Misschien zou hy. nu u
zelf een man zijt geworden
De advocaat antwoordde:
Helaas! de arme Heinz leeft niet meer.
Vier jaar geleden te hy by een skl-tocht op den
Grossglockner verongelukt.
Die u aanmoedigt ofwel u dwingt niet
langer te hopen, nietwaar? Nu, dat aal ik
gaarne doen, verondersteld, dat my gelegenheid
wordt geboden om het te. kunnen doen
Dank u zeer. En nu zou ik onder ge
heimhouding u nog een vraag willen stellen, die
weliswaar geen verhand houdt met de zooeven
besproken zaak doch my om persoonlyke rede
nen interesseert Eigenlyk niet om persoonlijke
redenen, maar uit persoon!yke sympathie voor
mevrouw Von Turnwald. En daar Ik uit de snel
heid, waarmede mevrouw Von Turnwald u tot
opvolger van Kluge aanstekte, opmaak, dat u
reeds vroeger met haar waart bevriend, is u
misschien op de hoogte van zekers familieom
standigheden. waarvan hier niemand iets
achynt te weten aoodat ik er my streng van
onthouden heb, iemand erover te spreken, zelfs
niet in onzen familiekring.
Silas luisterde met gespannen aandacht
Familieomstandigheden? Wat bedoelt
daarmee, meneer? Wat wilt u my vragen?
Heel graag zou Ik iets ie roemen aan
gaande het lok van mevrouw Von Turnwald's
oudsten zoon. Ik geloof, dat hy Ulrleh heette.
Wat te van hem geworden? Leeft hy nog of
te hy dood?
Hempei keek den jongen advocaat ietwat ver
bijsterd aan. T
Wat hoor ik? zei hy Mcwouw Von
Turnwald heeft bulten Roland nog een tweeden
zoon?
O, wist u daar niets van? In dat ge
val....
Maak u geen verwyten, maneer. Neen, ik
gelyk. i en zeker maakt dat voor u de voor
uitzichten niet beter. De familie Von Turnwald
en de familie Lansberg zyn sinds vele Jaren
zoo zeer met elkaar bevriend, dat mevrouw
Von Tumwald natuurlyk moet verlangen door
een huweiyk van haar dochter met Erich Lans
berg. die vriendschap nog hechter te maken
te méér omdat zy dan haar teergeliefde dochter
in haar onmlddeliyke nabijheid zou houden.
Dat alles weet ik. En toch wil ik niet
alle hoop laten varen Mevrouw Von Turnwald
te een te goede moeder, om m zake een huwe-
haar kind te willen uitoefenen. Zy
zal de dingey afwachten en Veras hart laten
beslissen. ma naar ik geloof, is dat jonge,
frissche hart nog niet ontwaakt. Daarop berust
mUn hoop Kan het niet even goed voor my
als voor Erlch Lansberg of een ander beginnen
te kloppen?
Ja, dat kan het zeker. Maar wat zou ik
tn deze raak voor u kunnen doen? Ik ben met
tn het minst geschikt om ate huwelyksmakelaar
op te treden
O. mynheer de Wbltothecarls. hoe zou
ik er aan kunnen' denken, u aoo'n rol op te
dringen! Maar u te Veras huisgenoot en komt
dagelijks in nauwe aanraking met haar. Dus
kunt u veel beter dan tk haar neigingen gade
slaan en uit die waarneming conclusies trekken-
Ontwaakt Vera’s hart en ik geloof dat dit
niet lang meer zal duren dan kunt u als
onpartijdig beoordeelbar beter dan wie ook
onderscheiden, naar welke zijde het overhelt
En daa.... zsudt u aay.... een wenk kunnen
geven.
gehad op te merken, hoe weinig competent
ten aanzien van onderwerpen van levens
belang sommige staatslieden of hooge amb
tenaren zyn.
.Maar al te dikwyis heb ik de volgende
redeneerlng gehoord: Ik ben financier, in
dustrieel, enz. Ik beheersch mUn vak. later,
nu de militairen van hun vak op de hoogte
zyn. dan komt alles wel terecht. Dat te sen
,4>art i<'ulasMts*baMteW'i,,r van zien, dis re
den geeft tot ongerustheid voor de toekomst
.van ons land.
Maar het te ontoelaatbaat. dat jonge
mannen, die later staatslieden of ambtena
ren van hooge verantwoordelijkheid zullen
worden, onverschillig zouden blijven voor
de vragen van de nationale verdediging
Het wil ons voorkomen, dal maarschalk
Pétaln hierin gelyk heeft Onze verantwoor-
deiykheld toch, zoowel hier als in Ind'.e
raakt zóózeer de geeatelyke waarden, <Us
ons volk belichaamt dat deze zaak ook onze
Nederlandsche universitaire vorming niet
onberoerd behoort te laten. Niemand zou
onze Nederlsmdsche Unlverziteiten en
Hoogescholen van milltairteme kunnen be
schuldigen wanneer daar de militaire we
tenschappen niet geheel uit het oog werden
verloren Hoe Onderwys en Defensie hier
zouden behooren samen te werken, laten wy
in het midden. Ds gedachte zelve verdient
echter ernstige overwegins.