Apostolaat der geloovigen I I R anno Ras cultuur en Onze middenstandsbeweging 1939 De wereldtentoonstelling te Rome in1942 ESPOSIZIONE VNIVERSA! HET MARIALEGIOEN nooit! ITALIË WIL GEEN OORLOG OPTIMISTISCHE GELUIDEN Een beschouwing van Dr. J. E. Schulte c NOOIT ROMA 1942 1 1 en V 00 IS Een grootscheepsche wijdvertakte beweging Eu lot Wc ka do hel Een honderd meter hooge boog van aluminium zal worden opgericht Publicatie nieuw program eerlang te verwachten e (Van onaen Romeinschen correspondent „défai- t>M« en i Uwer en eei Bei W. M. ■r s 'L «I en. Vrouwen bootsen veelal dat ver- van hun groep na door zich het ge- V zoo herl rede moe en, H mij het trou NI word lema een niet land en he »tn ee« voor verschel, bisschep. He beid» Para, maai faire «eek. oo In mar geve een kun, wim Itali «anc bont D< te v mau van den de h tegei die Dt het impt Al ba elk i Te word honc tnisn en i van te ei bijzo blik moet M oede manieren, die niet uit in nerlijke beschaving voortkomen, zijn aangeleerde kunstjes, gelijk gedresseerde dieren plegen te ver- toonen Eerlang valt de publicatie te verwachten van een nieuw, uitvoerig sociaal-politiek program, waaromtrent door de drie Neder landsche Middenstandsbonden overeenstem ming is bereikt. In een vijftal hoofdstukken: lastenverla ging; vestigingsbeperking; zorg voor het kleinbedrijf; overheidsorganen en particu lier bedrijf; en afzonderlijke vraagstukken, zal hier het heele veld van de midden standsbonden worden overschouwd en be handeld. n naam van het belang van onze t olks- gemeenschap vraag ik U voort te gaan met in uw kringen gelegenheid te bieden tot beginselvaste, godvreeaende scholing en vorming. Jhr. Ruys de Beerenbrouck bij het gouden feest der Vrije Unlversitett 1930. De aluminium boog vertoont geen enkel mili tair aspect, schreven wij. Men is tegenwoordig voorzichtig met van iets te schrijven, dat het geen enkel militair aspect vertoont. Er zijn heel wat dingen tegenwoordig, die er uiterst vreedzaam uitzien, doch ondertusschen een oor logszuchtig karakter hebben. Neem het verzoek van Roosevelt. Voor de Italiaansche pers was het zonneklaar, dat dat verzoek geen_ andere bedoeling had dan om de totalitaire staten in de positie van de aanvallers te plaatsen en aldus de eigen duistere, tegen den wereldvrede gerichte practjjken te maskeeren. Neem de ga rantie, welke Italic betreffende de onschendbaar heid van het Grieksche territorium gaf. Voor Engeland en Frankrijk, welke zich haastten die onschendbaarheid eveneens te garandeeren, moet het buiten lederen twijfel hebben gestaan, dat de Italiaansche garantie het tegendeel be oogde van wat zij zeide. En op zijn beurt is Italic er van overtuigd, dat de Engelsche en Fransche garanties aan Griekenland niet anders beschouwd kunnen worden dan als een oorlogs manoeuvre tegen de totalitaire staten. Zoo zou den wy door kunnen gaan en het blijkt dus, dat men in dezen tijd uiterst sceptisch moet staan tegenover het eerste en zelfs tegenover het tweede en derde gezicht op iets. Dit thans zoo wijdvertakte leger had 7 al lernederigst begin. Het ontstond heel spontaan. Iemand deed eenvoudig een voorstel; een avond werd bepaald; en zoo kwam een groepje t>J- een zonder te vermoeden 7 werktuig te woraes van Gods minnende Voorzienigheid. Die eerst* bijeenkomst bood absoluut denzelfden aanblik als een huidige vergadering van 7 Legioen, waar ter wereld ook. Dat was op 7 September 1921, te 8 uur ’s avonds, den vooravond van 1 feest van Maria-Geboorte, in de Francisstreet te Dublin. Op tafel stond een beeld van de On bevlekte, naar 7 model van de Mirakuleua* Medaille, met aan weerszijden een vaas bloe men en een kandelaar met brandende kaars. Het Handboek zegt: „De eerste daad van des* Legioensoldaten als legerkorps was: neer t« knielen. Ernstige jonge hoofden bogen zich. De aanroeping en 7 gebed van den H. Geest weer klonken, en dan gleden de vingers, die den- dag-door moeizaam hadden gezwoegd, de kra len van de simpelste aller devoties, den rozen krans". Toen namen de Legionnairen plaat* „onder den blik van Maria en begonnen te over wegen hoe zij Gods welbehagen 7 best kon den verdienen en Hem bekend en bemind ma- ken over de wereld. Uit die gedachtenwisseiing werd 7 Maria-Legioen geboren.” Uiteraard heeft het Maria-Legioen alied» halve een militairistisch karakter; alle hard heid, elk barsch woord en alle rumoerige krijg*, voerdery is er principieel uit verbannen. Zacht, heid en onverstoorbare vriendelijkheid mot vastberadenheid en onverzettelljke wilskracht voert het Legioen in zijn wapen krachten* zijn naam. Het is het leger van de Zoete Lieve Vrouw. gres'van Kaapstad. Mgr. deze uitspraak van zyn collega Afrika: „Verscheidene motieven nopen mij H.H. Excellenties aandacht erop te vestigen. Ik gewaag niet van de wondervolle verspreiding en troostrijke resultaten van het Legioen in vele landen. Gaarne vermeld ik nochtans de ernstige aanbeveling die mijn ijverige collega, de tegen woordige Legaat voor Zuid-Afrika. Aartsbis schop Gjjlswijk, 2’A jaar geleden gegeven heeft.” Eender spreken de PauseUJke Legaten van Britsch-Indië, Canada en van de Vereenigde Staten. In dezelfde bewoordingen uiten zich kardinaal O’Cónnell, aartsbisschop van Boston, kardinaal Fumasoni-Biondl. de Prefect der Propaganda, en kardinaal Pizzardo, die door Paus Pius XIL in strjjd met krantenberichten hier te lande gehandhaafd is in de functie van algemeen di recteur van alle Katholieke Actie. De tegenwoordige Paus schreef een brief van waardeering aan het Legioen als Staatssecre taris. Zijne Heiligheid zal de richtlijnen volgen van zijn roemrijken voorganger inzake Katho- deren nagaat, die bij de verscheiden rassen een belangrijke plaats innemen en met voorliefde worden gezongen. Zulke rechtstreeksche waar nemingen uit het leven geven ons menigmaal meer opheldering dan een lange beschrijving en, ontleding van hoedanigheden.... S^ians moeten wij de vraag beantwoorden, wat men onder „cultuur” heeft te verstaan. Het is niet zoo eenvoudig, om dat in het kort te zeggen. „Cultuur*’ staat in zeker opzicht tegenover „na tuur”. Een stuk grond, dat ter winning van graan of andere landbouwproducten in cultuur is genomen, is niet meer in zijn natuurlijken staat; het is bewerkt of geschikt gemaakt voor de gewenschte opbrengrt. Dit is de oorspron kelijke zin van het woord; het heeft betrekking op stoffelijke hoedanigheden, die de drager van de cultuur passief ontvangt, zonder eigen mede werking. De mensch is evenwel tot zelfvorming en zelfbewustzijn in staat. Hij kan op zich zelf inwerken. Daarbij is hij niet alleen stoffelijk van aard, maar heeft ook een onstoffelijk be standdeel; de mensch is een geesteiyk-stoffeiyk wezen. Hij is stof en geest te gelijk; want naast zijn stoffelijke hoedanigheden is hjj in het be zit van verrichtingen, die al het stoffelijke te boven gaan. Voor hem is er dus een hoogere „geschikt-making” of „ontginning”. Cultuur of omvorming van de natuur beteekent derhalve voor hem niet alleen en niet in de eerste plaats een inwerking op het lichaam, maar een vor ming van geestelijken aard, al is hij daarbij uiteraard van de stof afhankelijk; de mensch is immers een eenheid van beide elementen, lichaam en geest. Vorming naar zijn geestelijke zijde is dus in zeker opzicht altijd van zijn in nerlijke, lichamelijke geaardheid afhankelijk, dus ook van zijn erfeljjken grondslag of zijn ras. Maar dat is alleen maar in zooverre het geval, als het lichaam hulpmiddel of uitdruk kingsmiddel is voor de „geestelijke” verrichtin gen. En daar deze voor de verwerving van de eigenlijke menschelyke cultuur alleen in aan merking komen, is de Invloed van het ras daarbij vermoedelijk ook maar gering. Cultuur bestaat Immers in de eerste plaats in verstandelijke ontwikkeling, in beheersening van de natuur en kennis van techniek, maar niet minder in zedelijke hoedanigheden en in godsdienstige vorming. Daar wij nu weten, dat er ten opzichte van deze hoedanigheden geen eigenlijke, innerlijke rasverschillen zijn vastgesteld, kan men daaruit al opmaken, dat er hoogstens een uiterlijk ver band tusschen de beide goederen: ras en cultuur valt aan te nemen.” jSchlmmerk irsooniyk examen van meer dan 35 -staande uit niets dan korte aakelijke „Wie is Zij die daar komt als 1 rijzend mor genrood. schoon als de maan, heerlijk als d* zon, geducht als een leger in slagorde ge schaard?” (Hoogl. VI, 9). „En de naam der Maagd was Maria". (Luk, I. 27). „Het Maria-Legioen: Wat een uitstekend g». kozen naam.” (Pius XI). Ziehier wat het Handboek over den te lezen geeft: „Het Legioen van Maria is een Vereeniqtng van Katholieken, die, met goedkeuring van de Kerk en onder de machtige leiding van Maria, Onbevlekt Ontvangen en Middelares van all* genaden.... zich aaneensloten tot een Legioen dat zich werpen wil in den oorlog dien de Kerk gestadig voert tegen de wereld en de boom machten. Door trouw, deugd en moed hopen de Legionnairen zich hun Hemelsche Koningin waardig te inaken. Het Maria-Legioen is dan ook ingericht in den trant van ’n leger, met name 7 leger van 7 Oude Rome, waarvan 7 de benamingen overnam; alleen zjjn het leger en de wapenen der soldaten van Maria met van deze wereld.” (Handboek, bldz. 1. Genoemd Ne- derlandsch Handboek is voorloopig uitsluitend aan mijn adres verkrijgbaar tegen vergoeding van 75 cent plus 10'A cent portokosten). De eerste Ingeschrevenen waren vrouwen; d* 8 eerste Jaren tot 1929 telde het Legioen uit sluitend vrouwelijke leden; in dat jaar open den de Vereenigde Staten met een mannenaf- deeling. 7 Legioen, hoewel herkomstig uit Ier land, vond broederlijke opname bij de katho lieken van Engeland en Schotland, plantt* zich over naar Amerika, vond gereedelljk in gang in alle Engelsche kolonies en bezat spoe dig afdeelingen (Praesidia cn Curiae) in d* vijf werelddeelen. In de allerlaatste maanden sloten zich aan: Panama, Venezuela, Duitscb- sprekend Zwitserland, Frankrijk. De gestadige groei is alleen na te gaan uit d* maandelyksche verslagen van het Hoofdkwar tier; daar alleen heeft men e^p overzicht. Daar het Legioen 7 Geloof wil brengen cf hergeven aan de wereld, is het uiteraard pro pagandistisch. Het wil bepaald de wereld win nen voor Christus en ieder afzonderlijk Legion- nair Is verplicht te werken aan de uitbreiding hetzij door aanwerving van Gebedsleden, het zij door inlijving van actieve leden De uitbreiding geschiedt hcofdzakelljk door splitsing van overcomplete Praesidia; dezelfd» methode als het communisme door splitsing der cellen. Herhaaldelijk is me gevraasd: hoeveel leden telt 1 Legioen op 7 oogenblik? Dat is niet te schatten: 7 zijn er honderd duizenden en nogmaals honderdduizenden. Ook niet bij te houden te Dublin, want alleen de ver slagen van het hiërarchisch hoogste lichaam van een land werden opgezonden naar 7 Hoofd kwartier; ieder land, ieder bisdom, iedere Pa rochie staat in zooverre onafhankelijk en be druipt zich financieel ook zelf. Een paar cijfers geven een denkbeeld Op 7 oogenblik is de 9e uitgaaf van 7 Engel sche Handboek In bewerking, een oplaag vs° 200.000 exemplaren; in 1938 werd een millicen Gebedskaarten gedrukt. De eerste oplaag van d» Fransche en Italiaansche vertaling van het Handboek is elk 10.000 exemplaren groot, de Ne- derlandsche is van 5.000. (De Duitsche vertaling wordt in Zwitserland nog In handschrift ge bruikt en de Spaansche is pas half voltooid). Het tijdschrift „Maria Legionis” is In zijn 3den Jaar gang en bereikt dit jaar de honderdduizend met gemak; de tweede jaargang (1938) was van 60 000. Toen dr H Lemmens in 1937 Dublin be zocht, ontmoette hjj er afgevaardigden van 1# nationaliteiten, die de Legioenmethode kwamen bestudeeren. In Engeland alleen heeft het gioen 550 Praesidia gehad in 1938. Wie in den onseloofelijken en snellen aanwa» een gevaar voor 7 Legioen zelf ziet vergist zich Naarmate het ledental, stijgt ook nog steeds het gehalte, 7 Mag paradoxaal klinken, maar 7 een feit: de kwaliteit wordt nog steeds beter. Dublin schreef me onlangs; ..quality is steadiV Improving”. Dit is een bewijs, dat 7 Leg oen zijn doel bereikt, n.l. zijn leden heiligt door he werk dat het laat verrichten en de capaciteit blijft opvoeren tot het maximum. FHIJNS SJtM- Mr. Bachg laat in „Bouwen en Streven" aan 1 de poort van de nieuwe lente een vertrouwens- vollen, optlmlstischen toon hooren. De economische toestand geeft nog steeds geen reden tot juichen. Evenmin als voor breede andere groepen, is de boterham van den han- deldrljvenden en industrieelen middenstand vol doende gemeubileerd. „1938 werd een veelbewogen jaar, waarop de handeldrijvende en industrieele middenstand in den lande met gemengde gevoelens terugziet” schreef dezer dagen in zijn Jaarverslag de Raad van Beheer van het Economisch Instituut voor den Middenstand. „De tijden blijven moeilijk: zoowel de détallllsten als de kleine nyveren had den In 1938 ieder voor zich met bijzondere zor gen te kampen. Daarover uit te weiden ligt niet op onzen weg. Wü mëmoreeren de bestaande moeilijkheden slechts, >mdat tegen dezen ach tergrond de beteekenia van het werk van het Instituut, mede als’4g r o n d s 1 a g van de huidige actieve m 1 d d e n s t a n d s po- Utlek des te duidelijker uitkomt.” Ik heb in deze passage een paar woorden ge spatieerd. Inderdaad kunnen en mogen wij mo menteel hier te lande spreken over de huidige actieve middenstandspolltiek. En zooals het Economisch Instituut voor den Middenstand terecht zijn werk ziet als een der grondslagen voor die huidige middenstandspoll tiek, zoo mogen ook, de feiten getuigen het, de middenstandsbeweging in het algemeen en onze katholieke middenstandsbeweging in het bij zonder. zich beschouwen als zullen van die ac tieve middenstandspolltiek en hebben wij reden en recht om te juichen over de resultaten van die politiek De middenstand is niet langer een niet-volk. een niet-deel van ons volk, WIJ zijn niet langer een groep, die alleen maar enkele ondergeschil«te. loshangende, op zichzelf staande wenschen naar voren heeft te brengen. Wij zjjn een deel, en een belangrijk deel, waar van de belangenbehartiging en belangenverzor- ging hoe langer hoe meer stelselmatig en orga nisch worden ingeschakeld in het geheel van dc economische en sociale politiek. Werd tot dusverre na lang wachten en lang aandringen een aantal maatregelen getroffen, die voor bepaalde détails oplossing brachten, op het oogenblik zijn de fundamenteele grond slagen aan de orde en wordt er voor optreden en ingrijpen in dit deel van het terrein niet meer teruggedeinsd. De fundamenten, zoowel economisch als so ciaal, voor een verantwoorde middenstandspo- litlek, een verantwoorde politiek ten opzichte van het kleinbedrijf m détailhandel en am bacht. Minister Steenberghe is de gelukkige bewinds man. die deze politiek heeft mogen inauguree- ren, toen hij voor de vestigingswet-Kleinbedrijf de eerste toebereidselen deed treffen, en die thans op de eerste belangrijke resultaten zijn stempel mocht zetten. Mede door de vorming van een eigen afdee- ling Middenstand aan het departement van Economische Zaken, is er lijn en stelsel ge bracht in de politiek ten opzichte van den mid denstand. Wil men een sprekend voorbeeld? In aansluiting aan de financiering voor de industrie, wordt een mogelijkheid geschapen voor verstrekking van lang crediet aan am- bachtsny veren voor vernieuwing en verbetering van hun outillage. En in aansluiting aan deze verstrekking van lang crediet aan ambachtsnüveren worden maatregelen overwogen om ook aan handeldrij vende middenstanders lang crediet te doen ver strekken. LUn en stelsel in de zorg ten opzichte van den middenstand! Wat in deze Nederlandsche middenstandspoll tiek in de eerste plaats opvalt, is haar volkomen eigen Nederlandach karakter. Ook op dit gebied zjjn wij ons zelf en brengen wjj ons eigen volks karakter tot uiting. Een wet als de vestigingswet-Kleinbedrijf, al moge haar gedachte niet nieuw zijn, en al moge waarin Italië heette te verkeeren en uit hoofde waarvan het rechten deed gelden tegenover kapitalistische staten. De aluminium boog, de wereldtentoonstelling van 1942 en het nieuwe stadskwartier, dat Rome tot een stad aan zee zal maken, zjjn bovendien niet de eenige projecten, met welker ongehoord voortvarende verwerkelijking Italië het tegen deel doet van tabula rasa maken met het z.g. burgerlijke leveh. 21 April is het „Natale dl Roma” en .Festa del Lavorp”. Het is op dien dag de gewoonte nieuwe groote werken in te wijden. Ditmaal werden, alleen in Rome, wel zes, zeven groote werken ingewijd. Mussolini heeft eenmaal den oorlog verklaard aan het schilderachtige Italië, waarmede hij bedoelde het uit sloppen en krotten bestaande, hoogst ongezonde Italië, en sindsdien vielen er in Rome lederen dag andere huizen onder den moker om plaats te maken voor breede wegen en ruime plantsoenen. Dit werk vindt voortgang In steeds sneller tempo en steeds grooteren om vang. 21 April JJ. hakten de houweelen weer een aantal gigantische doorbraken aai). Er worot tabula rasa gemaakt met onbewoonbare wonin gen en nauwelijks begaanbare stegen, doch niet met het z.g. burgerlijke leven, dat in zekeren zin juist de ruimte krijgt. Neen, werkelijk, wanneer de wereld niet in Mussolini's woorden gelooven wil, laat zy dan gelooven in zijn boqg van aluminium. Voor ons, die in Italië wonen en er het leven meemaken, lijdt het niet den minsten twijfel: Italië wil geen Epropeeschen oorlog Zeker, Italië heeft zijn z.g. natuurlijke aspira ties, Italië roept lichtingen op en verscheept deze gedeeltelijk; het Is er verder niet afkeerlg van om zijn buitenlandsche politiek met de wapenen te ondersteunen, maar het zal nooit, naar onz£ vaste overtuiging, willens en wetens zoo ver gaan, dat een Eufopeesche oorlog onvermijdelijk is. Daartegenover staat, dat zjjn dynamische, realistische politiek, die de wa penen althans niet versmaadt als diplomatiek argument, riskant is. Men laat de kruik niet te water, opdat zy breken zal. maar dikwijls zoo lang, d a t zy breekt. De Katholiek die zijn Geloof waardeert en die beseft, dat de Kerk gesticht is om het ka tholiek Geloof aan heel de wereld te brengen, treurt niet alleen over kerkvervolging en ge loofsafval, hij verheugt zich ook over aanwas en vermenigvuldiging van geloofsgenooten. •n veel nader tot elkaar gebracht, zoodat de grenzen steeds vager worden; er zjjn bij voorbeeld in ons werelddeel uitgebreide gebieden, waar de rassen in aan zienlijke mate vermengd zijn, zoodat er haast geen ont ./arren mogelijk is. Nu komt de vraag aan de orde, door welke erfelijke hoedanigheden de rassen zich in hoofdzaak van elkaar onder scheiden. Gaat men de onderzoekingen na. die er in dat verband verricht zjjn, dan blijkt het ons. dat deze verschillen niet zoozeer op de eigenlijke menschelijke kenmerken betrekking hebben dan op andere, dus niet op het verstand, den vrijen wil. zin voor schoonheid en kunst, redelijk oordeel en godsdienst. Wü vinden deze hoedanigheden by alle menschen aanwezig; en voor zoover er bij het onderzoek, bjj voorbeeld ten opzichte van het verstand, aanmerkelijke ongelijkheid aan den dag is gekomen, is deze goed te verklaren door het uiteenloopende le- vensmidden. waarin de betrokken menschen ver toeven. Men heeft onder meer bij de Negers van de Zuidelijke Staten van N. Amerika een lager verstandelijk peil vastgesteld dan by d* Negers der Noordelijke Staten. Het is voldoende bekend, dat de levensomstandigheden in d» eerstbedoelde Staten ongunstiger zijn dan in de laatstbedoelde. Nadere onderzoekingen der rassen zijn er vooral bij de Europeesche rassen verricht. Daar bij is aan het licht gekomen, dat deze behalve in lichamelijke trekken bijzonder met betrek king tot het gemoedsleven, tot het psychisch tempo, het temperament en het verrichten van onwillekeurige bewegingen of de motoriek on gelijk zjjn. Een en ander komt bij voorbeeld duidelijk tot uiting, wanneer men dé volkglie- De Middenstandsbonden hebben dit niet voor hun genoegen gedaan; niet uit een misplaatste zorg om te bevorderen, dat er leven blijft in de brouwerij en actie in de vroolijke keuken, maar omdat het vanzelfsprekend moet worden geacht, dat *en volksgroep als de handeldrijvende en Industrieele middenstand een complex van vraagstukken oplevert en doorloopend een ge heel van maatregelen noodlg heeft, vooral nu met een stelselmatige behartiging en behande ling van de nooden van die groep nog pas een begin is gemaakt. Ik sprak van een gezamenlijk program van de drie Nederlandsche Middenstandsbonden. D" gelederen zijn nier dus gesloten. Maar wat op dit oogenblik van veel meer be lang is, do gelederen zijn ook gesloten t a v. de urgentie van de diverse vraagstukken en t.a.v den grond en de noodzakelijkheid van wat op dit tijdstip het voornaamste is: sociale bescher ming voor het kleinwinkelbedrijf. Ook ten aanzien van dezen tweeden grondslag voor onze mlddenstandspoliliek is in de drie Nederlandsche Middenstandsbonden een een heid van opvatting en zienswijze als spontaan naar voren gekomen. En de drie bonden laten niet na en zullen niet nalaten ook van deze eenheid van Inzicht en verlangen krachtig en duidelijk getuigenis af te leggen, overal waar dat noodlg en nuttig kan zijn. De Vestigingswet-KleinbedriJf was een nood zakelijke voorwaarde voor een sociale bescher ming van dat kleinbedrijf. Die voorwaarde is vervuld. De Vestigingswet heeft voor sociale be scherming den grond rijp en de baan vrij ge maakt. Naast het eerste fundament kan nu het tweede worden gelegd. Ik hoop ik hoop vurig het volgende Jaar te mogen zeggen: „1939 was het jaar van dr sociale middenstandsbescherming, zooals 7938 het Jaar was van de vestigingsordening in het middenstandsbedryf.” De Italianen zijn van zins over twee honderd meter een honderd- meter hoogen boog van aluminium te slaan. Wjj moeten er nog bij vermelden, dat het in de be doeling ligt dien boog tot aan zijn hoogste punt begaanbaar of liever bestljgbaar te maken. Het lijkt ons technisch e^p'heele onder neming. maar wij 'zijn op technisch gebied volmaakt onkundig, zoodat wat ons tech nisch lijkt of niet lijkt hoogst onbelangrijk Is. Daar dus niet van. Het vertoont echter nog andere dan technische aspecten en vooral: het vertoont geen enkel militair aspect. Daar willen wy het een oogenblik over hebben. Roosevelt heeft Hitler en Mussolini ver- aocht voor minstens tien jaar de verzekering te geven, dat zy niemand zullen aanvallen. Mussolini heeft Roosevelt van antwoord ge diend. Hy deed zulks op zeer origineele wyze, hy deed het door het plan van dien aluminum boog te ontvouwen. Om te be wijzen. dat hy oprecht den vrede wil, gaat Mussolini een boog uitspannen. Noemden wy dit origineel? Het is bybelsch! lieke Actie en eerlang zullen we weten Pius XII als Paus denkt over het Maria-yT gioen. Dezer dagen gaf ook kardinaal Verdier schriftelyke goedkeuring aan het Legioen het aartsbisdom Parys. Verder hebben dene aartsbisschoppen en honderden pen het Legioen aangenomen. Zjjn naam en dien van veel-zijner onderdeel» waardigheden, functies, enz. ontleent het M*. ria-Legioen aan 7 befaamde Romeinsche Le. gioen. De standaard heet V e x U 1 u m en een omwerking van den Romeinschen adelaar de gebedskaart met de gebeden voor de actiev* leden en de hulptroepen, werkelyk een herken, nlngsteeken, heet Tessera wachtwoord) 7 massale optreden bij de revue op 25 Maart als een in slagorde geschaard Maria-l«ger heet Acies; een enkele groep Legionnairen. die het Geloof in hun parochie verdedigen heet Pra». sidium garnizoen). En zoo zyn er meer be. namingen ontleend aan 7 Romelnsch Legioen, b.v. Tribuun, Praetoriaan, of tenminste aan de Latynsche taal; de voorzitte- heet b.v. Prae. ses, het onmiddellyk hiërarchisch hooier lichaam boven het Praesidium is de Curia, ter. wyi het bestuur voor een heel land Senato* heet. Te Dublin bevindt zich de Hooge Raad, het Concilium Legionis (De Montfort House, North Brunswick St.). Ten aanzien van den aluminium boog echter voelen wy ons volstrekt zeker. Geen enkel mili tair aspect, niet op het eerste, niet op het twee de. niet op het derde en niet op het laatste gezicht. Zeker, de aluminium boog zal geheel autarkisch zyn, maar tot aan 1942. het jaar. waarin hy opengesteld zal worden voor het publiek, zal hy niet de minste economische vrucht af werpen; hy zal geheel autarkisch be schouwd worden, maar de autarkie niet ten goede komen, integendeel benadeelen. Tot aan 1942 zal hy een echte luxe-boog zyn en wie haalt zich zoo’n luxe-boog in zyn hoofd, wan neer in dat hoofd oorlogsplannen rond woelen? Het buitenland gelooft niet meer in de woor den van Mussolini? Laat het dan in zyn boog van aluminium gelooven. Nee, dit is niet als grapje bedoeld. In het teeken van dien boog zal de wereldtentoonstelling staan, die in 1942 te Rome zal worden gehouden. Die wereldtentoon stelling wordt iets geweldigs, want tegeiyk met haar verrijst een nieuw stadskwartier, dat Rome tot een stad aan zee zal maken. Ontzagiyke regeerlngsgebouwen, een groote Kerk: de Kerx van Sint Petrus en Paulus, pleinen, straten en bruggen in drie jaren moet dit enorme pro ject gerealiseerd worden. Een werkverschaffing aan 15 000 arbeiders. Zouden wy hiermede beginnen en dit durven doorzetten, wanneer wy aan agressie dachten? zoo vraagt Mussolini. M>n herinnert zich on willekeurig, dat Mussolini eerder, een maand ongeveer geleden, zeide, dat terwille van de bewapening desnoods tabula rasa gemaakt zou worden met het zgn. burgerlyke leven. Vallen zoo'n aluminium boog, zoo’n wereldtentoonstel ling. zoo’n nieuw stadskwartier niet onder dal z<. burgerlyke leven? 1 Mussolini wilde duidelyk maken, dat niets, maar dan ook niets Italië zou kunnen tegen houden om zich tot het uiterste te bewapenen. Hy wilde dus het toppunt aangeven van maat- schappelyke ascese. Wanneer derhalve die alu minium boog etc. niet onder dat z.g. burgerlyke leven vallen, dan liggen zy er vóór en dan zouden zy nog eerder dan dat burgerlyke leven door de bewapfningsnoodzaak uitgeschakeld moeten worden Er kunnen maar twee conclusies getrokken worden: of Italië houdt op zyn middelen, wan neer het tot het uiterste bewapent, nog over, of Italië heeft niets bedacht en van een be wapening tot het uiterste afgezien Maar als de eerste conclusie juist was, zou Italië zich dan een proletarischen staat kunnen noemen? De bewapening tot het uiterste werd echter verdedigd met den proletarischen toestand. In de jongste aflevering van .Moederschaps- zorg" schryft dr. J. E. Schulte uit Maastricht een belangwekkende béschouw -g over „Ras en Cultuur". Weliswaar 1» in ons land de „rassen geestdrift” nog niet zoo in de mode, maar er zyn gangmakers en hierbij denkt de schrijver aan het .strydblad" dat luistert naar den naam van „Der Vaderen Erfdeel” waarin onder meer te lezen stond „De samenhang tusschen ras en cultuur staat by ons vast en wy willen dien overal naspeuren”, waarop Dr. Schulte ver klaart, liever eerst te willen onderzoeken, of die samenhang vast staat. Sprekend over het ras zegt de schryver: „Een menschenras is een groep van personen, die in eenzelfde streek of over een groot gedeelte der aarde verspreid wonen en een eenheid vor men door overeenkomst ten opzichte van een reeks van hoedanigheden, welke een uiting zyn van hun inneriyke geaardheid. Het ras omvat uiteraard beide geslachten, al komen de ras kenmerken by het eene soms beter tot uiting dan by het ander. Dat is byvoorbeeld het ge val met de Amo’s, een menschenras, dat in het Oostelyk gedeelte van Azië aangetroffen wordt, vooral op de eilanden Sachalin en Yesso Zy zyn ohder meer gekenmerkt door hun sterke beharing, ook in het gelaat. Als voorbeelden van die groep buiten dé eigeniyke bakermat kan men den Russischen schryver Tolstoi noemen, voorts de onderzoekers Pawlow en Mendelejew. Het duidelykst is die beharing in het gelaat by de mi schijn: zicht te laten tatoueeren, zoodat de Indruk van beharing gewekt wordt. Het is Immers een alge meen verschynsel. dat de kenmerken van een ras door de leden van zoo’n groep byzonder op prys gesteld worden; men denke slechts aan de blankheid van de rassen van Noord-Europa. Chlneezén hebben kleine voeten; by velen wordt de normale groei zelfs tegengegaan, om de af metingen ervan nog te beperken. Rassen zyn dus groepen van menschen, die ten opzichte van een aantal erfelyke kenmerken overeenkomt Vroeger voegde men daaraan wel toe, dat zy in voortplantingsgemeenschag leven, dat de leden van zoo’n groep zich dus onder elkaar vermeerderen. Doch aan dien maatstaf beantwoorden lang niet alle rassen. De moderne verkeersmiddelen en andere om standigheden hebben de Wat Pius XI, roemryker gedachtenis, over het Maria-Legioen dacht, is te vinden op de eerste bladzijde van het Officieel Handboek. Na een meedoogenloos scherp onderzoek waar het de Katholieke Actie, zyn „oogappel”, gold, na een.©ers minuterf%esl vragen die even kort en zakeiyk moesten be antwoord worden, verleende zyne Heiligheid van harte een goedkeuring die van beteekenls is: ,Ja, ik bewonder dat Legioen; 7 is goed.” Dat was in 1933. Een echo hiervan vernemen we in den brief dien Mgr. Riberi, Pauselijk Legaat voor Oost- Afrika, aan al zyn Apostolische Vlcarll en Pre fecten stuurde om het Maria-Legioen aan te bevelen; hy schrijft: „Het is myn overtuiging, dat het (Maria- Legioen) 7 ideaal van Katholieke Actie zooals de H. Vader rich, die voorstelt het meest be nadert.” Een ander Pauselijk Legaat, Mgr. Gyiswyk, sprak niet anders op het Eucharistisch Con- Riberi verwyst naar van Zuid- Weinig jaren geleden vermaande een onzer Bisschoppen tegen moedloosheid en typeerde deze met het Fransche oorlogswoord tisme”. Dat lykt thans overwonnen. Hoe langer hoe meer voelt ook de leek, na de vele aansporingen van Plus XI zaliger gedach tenis, dat hy lid is van een strydende Kerk en hy dus den plicht heeft zelf te stry- den voor de uitbreiding van Christus’ Ryk. welken naam die stryd ook dragen mag: Lee- ken-Apostolaat, Katholieke Actie of Missie- actie. Ten overstaan van de schier troostelooze vooruitzichten in sommige streken dreigt de moed soms wel te ontzinken en waant men de onderneming hopeloos. En toch dragen we met ons .de belofte-van de eindoverwinningChris tus zal zegevieren en Christus zal heerschen. Wie zelf in de vuurlinie staat, stelt belang In het succes van zyn strydmakke^ op andere fronten, In andere werelddeelen/ En berichten van overwinningen geven moed. Waarom zouden wy niet kunnen wat anderen tot stand brengen met minder geldmiddelen, met minder ontwikke ling dan wy? Daarom een woord over het Maria-Legioen. Het Maria-Legioen Is herhaaldelijk omschre ven door kardinalen en aartsbisschoppen als „de Katholieke Actie by uitnemendheid". Dit wegens zyn organisatie, zyn getalsterkte, zyn hoog gehalte. De leek die aan apostolaat doet kan zyn voordeel doen met sommige verschyn- selen die het Maria-Legioen kenmerken. Maar ook uit wetenschappeiyk oogpunt, als katholieke organisatie, is het Legioen interes sant; het Is een wereldmacht. Tegenwoordig Is het aan de orde in kranten en tydschrlften van het vasteland. haar beginsel ook elders toepassing hebben ge- zien, is als zoodanig eenig in de heele oude nieuwe wereld. Maar wat ook typeerend is voor onze midden- standspolitiekhaar nauw verband en samen werking met, haar steunen op en stimuleeren van den arbeid van het georganiseerde bedrijfs leven zelf. Overheidszorg tenopzichte van een zoo om- vangryke en belangrijke groep in de samen leving als de handeldry vende en industrieele middenstand is moeilyk denkbaar zonder le vende, vruchtbare en dankbare samenwerking met de organisaties van dien stand. Als de overheidsbemoeiing t.a.v. een tak van bedrijf als den landbouw tot zulke gewaardeer de resultaten heeft geleid en leidt, dan is dit ongetwijfeld voor een groot deel te danken aan het levende en doorloopende contact van de directie van den landbouw met het centraal georganiseere landbouw-bedryfsleven. Sterker: dat de overheid voor het bedrijfs leven zelfs alleen iets doen kan. als het daartoe in het bedrijfsleven zelf aanknoopingspunten vindt, dat is by uitstek gebleken uit de Vestl- gingswet-Klein bed rijf. De Vestigingswet, geboren uit het initiatief in het bedryfsleven, is voor haar vruchtbare wer king geheel en al op de activiteit van het geor ganiseerde bedryfsleven aangewezen, en geluk kig heeft het aan die activiteit niet ontbroken. De Middenstandsbeweging in Nederland zaf niet in gebreke biyven voor de actieve midden- standspolitiek de verder noodige bouwstoffen aan te dragen. S

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 12