HET MARIALEGIOEN Doel werkwijze en Een kloeke, katholieke moeder Hoog idealisme zelfve r loochen ing BREVIEREN MET VONDEL TRADITIE SPEELT EEN GROOTE ROL Vreemdsoortige beroepen in Engeland en mr. De vrouw van wijlen Lyons 1 (Van onzen Londenschen correspondent) de Schlmmert L. W M FRIJNS, S M M Joost van den Vondel af- ProJ. dr. B. H. Molkenboer OP. 163 120 3» 120 200 22 17 waarbij op te merken valt, van Vondels vroomheid nog van het Manalegioen wordt In het ..Het Maria van on- aan door de de Lyons, katholieke minister-president van Australië, die in April is overleden uitdrukkelijke goedkeuring van den ncrgci s een afdeeling van zou sulke afdee- want geboor ten een noodzaak zijn voor kloosterlingen die een uur besteden aan apostolaatswerk.efi op hun organisatie als op den raad van een oude liefdevolle moeder. De Legionnairen zün echte zonnekinderen; het zijn allerminst auto maten of gedrilde nummers van een sectie. Onder zulke tucht komen persoonlijke aanleg en spontaan initiatief pas tot hun volle recht Het is zeer eigenaardig, dat het Legioen zich niet specialiseert op bepaald soort werk; het legt zich allereerst toe op volle ontplooiing van het geloofsleven De bezieling van dat geloofs leven past het dan toe op allerhande soort werk. Al is ‘t verrichten van actief werk on ontbeerlijk om Legionnair te zijn, het werk is niet het voornaamste maar de geest waarin het geschiedt Die geest is uitgesproken ma riaal. hjj subliem en bijzonder, sereen en zacht. Een onmiskenbare inwendige blijdschap trilt er dan in zjjn heldere en melodieuze gedichten, waar in hjj zelden of nooit aarzelend, integendeel meestal vast en beheerscht, zijn wezen uitzingt Op dit terrein schiep Vondel 't teerste van zijn oeuvre Symboliek bracht hjj erin naast realiteit, terwijl eep weldadig aandoende verrukking in de beste dezer voortbrengselen aan te wijzen is. Geen wonder dan ook. dat juist In dit werk, het schoonste van Vondels vele poëzie aan te wU- zefi is. geen wonder ook dat een der beste ken ners van den dichter zich genoopt voelde tot het samenstellen van een Vondelbrevler. waarin hij meerdere vroomheidsultlngen van den dich ter tot een Jaarkrans heeft samengevlochten. In Zijn beknopte maar duidelijke inleiding be toog dr. B H. Molkenboer O.P., dat Vondels vroomheid voor ’n belangrijk deel spreekt uit de Wijze waarop hij het Kerkdijk Jaar heeft mee gevierd. Liet hi| geen systematischen ring van Kerkelijk Jaar na en bleef zijn aandacht voor de feesten van den Roomschen kalender inciden teel, toch heeft hij in den loop der jaren een calendarium volgezongen, dat. wat de tüdfees- ten betreft, ongeveer volledig Is en voor de hei ligen op een zeventig commemoratles neerkomt. Het dacht Molkenboer nuttig, dit tot een Jaar krans bijeen te brengen, omdat zoowel de litur gische belangstelling van onze tegenwoordige landgenooten als hun groeiende vereering voor Vondel ermee gebaat kunnen zijn. Geloofs- schodhhdd en dichtervroomheid vallen hier sa men; ze doordringen en bestralen elkaar In een zeldzame harmonie, terwijl 't geheel bovendien oen rijken eenvoud van de barok draagt, die breed en gewaagd van gebaar maar kinderlijk van hart is. Vondel is met name hier kerkdijk kunstenaar met de taal, en zoo ergens dan kan hjj hier ook met het volste recht met de groot ste zeventiende-eeuwsche contra-reformatorische schilders vergeleken worden. Het is deze con- tra-reformatorlsche basis die ons Ideologisch en cultureel nog voldoende met Vondel verbindt, om ons aan hem te stichten, wanneer hjj be spiegelt. bidt en lof zingt. Zijn v^Bomheid is daarbij mannelijk, van den eenen kant- steu nend op een geharnasten leeraar als de H. Bel- larminus, van den anderen kant sterk verwant lijkend aan den teederen Franclscus van Sales. Molkenboer heeft zijn bundel nu, naar 't voor beeld van het Romeinsch Missaal, in drieën verdeeld. Het eerste stuk geeft de feesten van het tijdeigendie ongeveer volledig dóór Von del zjjn bezongen; het tweede gedeelte houdt de veel onvollediger meer sporadischer heillgenherdenkingen in; terwijl de derde deeling gebeden voor verschillende intenties be vat. waarbij op te merken valt, dat zij den aard van Vondels vroomheid nog helderder openbaren dan de twee andere rubrieken, zoo men deze gedichten, minder als gedichten wil overlezen dan als gebeden kan meebidden. Voor de spelling sloot hij zich aan bij de tegenwoor dig gangbare vereenvoudigde en de toelichtingen heeft hij tot het allemoodlgste beperkt. Den met zorg samengestelden bundel doerbla- derend, kan men prof. dr. B. H. Molkenboer OP. er slechts dankbaar voor zijn, dat hij tot deze keuze ©verging, 's Dichters grootheid bhjkx er andermaal uit en zijn vroomheid voltooit er zich werkelijk in schoonheid. Zie zijn Levenswijding, een fragment uit Hymnus over de Scheepvaart en herken in deze zes regels den grooten poëet, die vanaf het Pascha tot zijn laatste werk toe slechts tot Gods meerdere eer zingen wilde. Gedurende o mijn God! dat ik in ’s werelds krijt Naar uwen heiligen wil mijn broze leven slijt. Vergunt mij dat ik mag. o Vader alder dingen! Den uitgebreiden lof van uwe daden zinge. Tot mjjner zielen heil, mijn enig ogenmerk, Tot d’ere dijnes Naams en bouwing dijner Kerk. Voor wie deze regels in een zoodanig vers kon voegen, moet inderdaad de vroomheid veel beteekend hebben, Hoe Vondel in den band ge houden werd door het menschgeworden Woord is algemeen bekend; hoe hij de passie mee leefde trok ook veler belangstelling. HU die zoo laat in de Moederkerk rust vond, moest De Christdoop verheerlijken en Het Mysterie der Drievuldigheid eeren. Hemelvaart en Sacra mentsdag vonden in hem hun dichter, aan het Heilig Hart ging hij niet voorbij. Geen maand of hjj verheerlijkte er zijn heiligen in. Held Ig natius staat er naast heldin Agnes, de H. Mi chael treedt er naast den H. Rafaël. Het feest deg Kerkwijding is zoowel door hem bezongen als het H. Sacrament van Mirakel en waar men hier regels op Maria Lichtmis aantreft, wekt het weinig verbazing ook een gedeelte op Maria Boodschap te vinden. Vooral voor de Moeder Gods had Vondel groote vereering en dat hij daarbij tot voorname hoogten steeg, kan blijken uit het feit, dat volgens Molkenboer's meening zijn Opdracht van de Maagdenbrieven bijv, voor St. Bernardus' slotgebed van de Divina Comme dia niet onder doet. Begrijpelijk is het ook dat de samensteller overgaat tot een vergelijking met Guido Gezflle; immers als voor den ne- gentiende-eeuwer waren voor Vondel de boeken van den Katholieken eeredienst een onuitspre kelijke bron van bespiegelende godsvrucht. Dit Vondelbrevler getuigt daarvan op alle bladzij den en doet inderdaad den dichter zien als den- gene die de huisgenooten van zijn geloof weer heeft leeren bidden en overwegen. Het brevier als getij- en gebedenboek dage lijks ter hand te nemen en aldus een gezel voor het heele leven, heeft, wil het werkelijk aan zijn doel beantwoorden, tot inkeer en over weging te prikkelen. Molkenboer's Vondelbre- vier voldoet aan deze verelschten. waar het bijna voor lederen dag des Jaars vroomheid in schoon heid biedt. Het lijdelijke met het eeuwige ver bindend. heeft Vondel, die naar Verwey's woord geboren was met het talent in vers te schrijven, juist in dit deel van zijn werk het persoonlijkste geboden. De zorgvuldige kunstenaar, die met name hier meer lyricus dan dramaticus bleek, bevond zich in dezen op een terrein waar hij naar hartelust met de zwareri>arok pralen kon Grooten eenvoud parend aan genialiteit, gaf hü zich hier voluit als groot en ongemeen begaafd zanger. Ook dit Vondelbrevler legt weer getui genis af van zijn grootheid in verschijnen, bij zonderheid in uiten en eigenheid van persoon en arbeid. Het moge door zijn uitgeefster in passend gewaad gestoken vele lezers vinden. hij tracht te drijven. Natuurlijk. In de boven natuur is t net zoo. De werkwijze van 1 Legioen verschilt van de organisaties zooals we die in ons land ken nen. Hier gaan de werkvoorschriften uit van een diocesaan bureau of secretariaat, 't Le gioen daarentegen kent over de heele wereld geen andere voorschriften dan een absoluut eender kader. Dat kader heeft enkel betrek king tot den geest waarin gewerkt moet wor den en de methode, nooit het werk zelf. Het Legioen neemt aan. dat de nooden en behoef ten en omstandigheden niet alleen in elk land, maar in elke parochie verschillen. Waar het de strenge tucht voorschrijft aangaande de me thode, laat t de grootste vrijheid over be treffende het werk. De Pastoor (of Kapelaan) wijst in overleg met den jxrochleelen voorzit ter de werkzaamheden van zijn jaarochleele Le gionnairen aan; sommige werken verbiedt, an dere gebiedt hij, zooals hij nuttig oordeelt; de Pastoor heeft zijn groepje Legionnairen voort durend onder contróle. Deze opvatting biedt natuurlijk ook voordeelen. De stichter van 1 Legioen vertelde mij: „Zeer merkwaardig is dat t Legioen overal precies met denzelfden geest van vertrouwen bezield is. precies hetzelfde bü de Chlneezen als bij de Zoeloes en te Londen. Ik zou bijna denken, dat ze dien geest van boven krijgen; want vele inboorlingen kunnen niet eens lezen, en toch maken ze wondere bekeeringen" Hier is zulk een feitje. In 't postel" (te- Te zeggen dat de Legionnair met en voor Maria werkt, u een veel te bleeke omschrij ving van de daad van den Legionnair Iemand schreef: „Het Legioen hangt niet af van de heiligheid der leden, maar van hun getrouw heid in t handelen in den geest van Maria Zoodat het in zekeren zin Maria zelf is die handelt door den Legionnair, die de zonde be strijdt. die de bekeering bewerkt. Dit is een zeer typisch aspekt van t Legioen En de be nedictijn Dom Arglus reageert op deze voor stelling met de bekrachtiging,J like the point that It is Mary who fights." Abb* Lallement noemt Marla .Ja Vlerge Guerrière''. Montfort .Ja Générale des armées de Dieu." Dit denk beeld heeft 't Legioen sterk geïnspireerd; aoo- dat het Maria is die in den Legionnair over wint, bekeert, doet volharden. Deze voorstel ling vergt van den Legionnair. dat hU diep door dringt in den geest van Maria en zich haar deugden, haar geloof, haar nederigheid, haar naastenliefde en zelfverloochening eigen maakt. Dit lijkt wel *t geheim van ongekend succes In t apostolaat, verre van te zweemen naar quietlsme. Mij is geen organisatie be kend die ook maar in de verste verte kan wed ijveren met de werkelijk verbluffende, onge loofelijke resultaten die t Legioen lederen dag in alle, werelddeelen kan boeken; een bewijs, dat t Legioen over meer genaden van bekee ring beschikt dan andere soortgelijke vereeni- glngen Maria zal echter haar medewerking dan slechts verleenen, wanneer de Legionnair de volle maat van zijn kunnen heeft uitgeput; Maria doet alleen wat de Legionnair niet kan Das Wunder 1st des Olaubens Uebstes Kind, heeft Goethe terecht gezegd. Het bevreemdt dan ook niet dat in 't Legioen de gebedsver- hooriAgen. de hemelsche gunsten, kleine won dertjes zou ik 't noemen, niet van de lucht sjjn; de Legionnairen noemen dat .gunsten van den Hemel", de vreugde der armen, en zijn er volstrekt niet verbaasd over; verbaasd zouden *e zijn indien de Hemel hun bede niet ■’ver hoorde integendeel. Zoo is zijn mentaliteit. De Indruk, dien t Legioen op den nieuw aangekomene maakt, is; „Dat dlhg leeft; dat werkt." Wel Ja. natuurlijk. Werp u in een daad van Geloof, en ge kunt verwachten dat de Heer u tegemoet komt, precies als een jongen die bevindt dat 't water hem draagt, wanneer VONDELBREV1ER Samenge steld door B H. Molkenboer OP N. V. Uitgeversmaatschappij „Joost van den vtmdel", Amster dam 1939. (234 blz.). hooger lichaam, de Curia; deze geeft ze door aan haar eigen superieuren, den Senatus. die 't overzlchteliJk geheel iedere maand ter cvn- tróle inzendt naar *t Hoofdkwartier, 't Conci lium Legionls, te Dublin. 1 Werkjaar Juni 1937- 38 van de Curia van de stad Baston die 24 Praesldia. dus 240300 Legionnairen telt, ziet er uit als volgt: Teruggebracht tot de H. H. Sacramenten Teruggebracht tot den Paaschplicht Huwelijken in orde gebracht Kinderen gedoopt Kinderen overgehaald tot de Zondagsschool Bekeerd tot de Moederkerkvolwassenen Bekeerd tot de Moederkerk: minderjarigen Eenige wat ik in Nederlandsche bladen of tijdschriften over 't Maria-Legioen gelezen heb Is een kort bericht in Romen's Aankondiger 12 December 1938 „Apostolaat der Katholieke Pers in Engeland. Londen <K W.P.) 5 Dec. "38 „De Catholic Times bericht, dat de leden van „het Mariale legioen van Liverpool in de laat- ste 12 maanden in Liverpool en omgeving des „Zondags op de kerkpleinen meer dan 40 00U katholieke nieuwsbladen hebben verkocht". Zulke cijfers getuigen toch van een enorme vitaliteit in de organisatie. Wie aan Leekenapostolaat doet, kan niet an ders dan zich verheugen over de resultaten var. de Leekenapostelen in andere landen. Alles is niet even somber in deze donkere dagen. De Kerk is levend en strijdend, en zal Eens In de week komt 't jmrochieele groepje Legionnairen bijeen in 'n kamer om te bidden, verslag uit te brengen over 't gedane werk van de afgeloopen week en 't werk van de volgende week aan te wijzen. Onder geen beding wUkt 't Legioen van dezen regel af. Het meent, dat geen werk goed kan gedaan worden. aLs dit niet zoo geschiedt. Die vergadering mag nooit lan ger dan anderhalf uur duren. Blijkt die tijd te kort, dan is dit 1 bewijs, dat 1 groepje zich in tweeën moet splitsen, m. a. w dat men moet den ken aan uitbreiden. Die uitbreiding is de nor male manier. In alle landen ter wereld Is deze wekelük- sche vergadering uniform, 't Legioen heeft ai lang zijn internationaal aanpassingsvermogen bewezen. De vergadering opent stipt op tijd I me: 't gebed tot den H. Geest, gevolgd door Ro zenhoedje en 5 minuten Geestelijke Lezing Daarna neemt men 't Werkblad ter hand d w z de lijst van de twee parochieele werkzaamheden met de twee Legionnairen die voor eiken post zijn aangewezen en leder geeft zittend een kort maar volledig verslag, t Is verboden dat rap port af te lezen of saai te zUn. Halverwege de vergadering staat men op voor 't bidden van de Catena (Magnificat met antifoon) en 't aanhooren van de Toespraak van den Geestelijken Directeur. Men zet de rapporten voort, nl^ritt 't Werkblad op voor de volgende week en men bespreekt de gevallen. Absolute geheimhouding is verplichtend. De Pastoor mag zijn Legionnairen allerhande werk laten doen, alleen een ding niet: geld Inzame len. De Legionnair mag geen geld ophalen noch geld brengen; hU brengt 1 Oeloof. anders niets. Ontmoet hU hulpbehoevenden dan ver wittigt hij St. Vlncentlus of steuncomité's, hij zelf geeft niet. Een zeer wijze maatregel. Onderwijl is de Geheime-zak-collecte gedaan d wz. 'n zakje circuleert ongemerkt en leder Legionnair geeft wat h|j kan missen, ten behoe ve van de kosten van 't eigen Praesldium. Wat men geeft, moet geheim bleven; wie niet heeft, geeft niets; bemiddelden* en onvermogenden zijn precies gelük De vergadering eindigt met 't mooie slotgebed en den priesterlijken zegen De eindresultaten van de verslagen, een reeks cijfers, worden opgestuurd aan 't hiërarchisch te worden? Zij vergeten, dat eenige der aller grootste mannen en vrouwen, die ooit ge leefd hebben, lichamelijk in zulk een mate be lemmerd waren als wij ons nauwelijks kunnen voorstellen. Het geheele menscheliJk geslacht doet heden ten dage niets anders dan jacht maken op aardsch geluk. En als men dan ziet, wat men onder dat geluk verstaat, slaat men van verbazing de handen ineen. Het „geluk", dat men najaagt, meest In zinnelijkheid, leidt tot wanhoop en levensleegte. WU. katholieke moe ders. moeten ons daartegen verzetten. WU moe ten om ons heen verspreiden een waar geestelUk geluk. WU hebben, door ons heilig geloof, liefde en geluk te over in onze harten om het te ver spreiden waar wij gaan. En haar stem verheffende liep deze voor beeldige vrouw uit: „Ik ben 'n katholieke moe der van twaalf kinderen, met een diep geloof ln> God. Ik roep u op, om te vechten tegen al'es wat het geloof tracht te ondermUnen. Gelooft mij, het is niet de groote familie, noch de slop of de achterbuurt en ook niet de werkloosheid, die de eigenluke oorzaken zUn van het ongeluk der wereld, maar wel alles wat het goede be staan der christelüke familie ondermijnt. WU moeten vechten tegen a'Ien die het christelUk geloof tegenwerken. Op het oogenblik dat nie mand goed weet hoe werkloosheid kan worden opgeheven, zou men er tenminste goed aan doen t schoone bestaan der familie niet te verwoes ten. Sociale misstanden moeten wü bestrUden. doch tevens* daardoor de familie nieuwe kracht bubrengen en op deze wUze het schoone werk van God in volle mate ootmoedig dienen De vergadering, welke door Z. H. Exc. Mgr Henshaw, Bisschep van Salford en den beken den Pater Martindale 8.J. werd bUgewoond, bracht aan het einde der rede een werkelUk spontane en schier eindelooze hartelUke ovatie aan deze kloeke, eenvoudige en „gelukkige" ka tholieke vrouw uit het verre Australië. Deze mevrouw Lyons, eens bescheiden onderwUzeres. toen echtgenoote van den hoogsten dignitaris van Australië, had dan ook een openbaar ge tuigenis gegeven, dat even prachtig als sterkend was, want de heele inhoud der rede was kort samen te vatten in de eenvoudige woorden: wil de hedendaagsche vrouw haar geluk en haar zielerust hervinden, dan heeft zü alleen maar simpelw'eg terug te keeren tot het vervullen der plichten van haar staat. Wat zü in het huwe- lUksleven moet prüsgeven van de frischheid en schoonheid harer jongemeisjes-Jaren (en dal behoeft nog niet het geval te zijn! Zeide de Bisschop van Clifton. Mgr. Lee. niet over mrs. Enid Lyons: „U ziet, hoe jong en flink haar voorkomen nog is. niettegenstaande zU twaalf kinderen ter wereld heeft gebracht") dat zal zü herwinnen In de ontluiking harer kinderen. En de man zal haar des te meer liefhebben om haar opofferingen." Een mooi woord van mrs. Lyons tot slot, dat haar heele wezen karakteriseert: „Er is geen lente, die eeuwig duren kan. Maar dat aan vaardt alleen de vrouw, die de dingen weet te zien sub specie aetemitatis.” de straffe tucht van 't Le- ■elf men echter niets van knellende ban de tucht wordt vrUwilllg en met liefde het lijkt een moderne wereld, die haar ongeluk brengen Ons werk moet daarin vooral bestaan, dat wU de christelüke idealen redden. Zoo hebben wu als katholieke moeders vooral sterk te waken tegen het bioscoopgevaar. De bioscoop is een der voornaamste factoren in de opvoeding onzer kinderen, ten goede of ten kwade En dan die andere voorname kwestie: de grootte van het gezin. In Engeland vindt men mü een zeer bü- zondere vrouw, omdat ik twaalf kinderen ter wereld bracht En ik ben er zeker van, dat er zeer velen zUn die mü zelfs als een wangedroch» beschouwen, omdat Ik mUn plicht, heb gedaan tegenover God en mUn man. Ook zeide men tot mij, dat het goed en wel is een groote familie te hebben, als je er de middelen maar voor hebt, doch zU die mij dit onder den neus wreven zouden waarschynluk zeer verrast zUn ax> zü wisten over wat voor kleine middelen ik be schikte om müne kinderen groot te brengen,” Mevr. Lyons roerde daarmede een zeer ge voelig punt aan. dat zU met ware christelüke fierheid behandelde. Het is immers inderdaad zoo. dat bU vele moderne vrouwen de moraal zóó ver is gezonken, dat zü niet alleen uit ge makzucht en egoïsme het kinderaantal beperken er dgn echtgenoot daartoe bepraten of dwingen (hoeveel leed daaruit ontstaat is niet uit te drukken!) maar dat zü bovendien nog smalend afgeven op hare seksegenooten. die tegen de natuur niet zondigen, simpelweg haar plicht doen en de van God gegeven spruiten aanvaar den. omdat zU weten, dat er geen musch van het dak valt zonder dat de Heer er van weet vrouwen dus, die niet bezorgd blUken „om een mondje meer.” Ook over de veel besproken eugenetiek de rasverbetering, voerde mevr. Lyons het woord „Denken de menschen heusch. dat alle kin deren voor honderd procent physiek perfect moeten sUn om nuttige leden der maatschappij „bare mislukking, 'n AanmerkelUk percentage „van hen geeft levenslang werk". Daar hoort men den man der ondervinding aan 't wooro den man die week in week uit patrouilleerde vóór 'n protestantsche kerk van Dublin om de afgevallen katholieken terug te winnen voor de Moederkerk, en Inderdaad in 1937 't geta. der apostaten van )&00 had teruggebracht op 35. Bespot was hU daarvoor en als krankzin nige uitgelachen, ook door voorzichtige geloofs- genooten. Eveneens zal t oen geheim blijven hoeveel arbeid werd verricht voor de bekeering van achthonderd publieke vrouwen te Dublin. maar we hooren de barre werkelUkheJd nagalmen in 't Handboek„Zure gezichten, kwetsende woor- „den, afwUzing. bespotting en vUandige cri- „tiek. llchamelüke en geestelUke afmatting, de „kwelling van mislukking en van lagen ondank „bittere kou en striemende regen, vuilnis en „ongedierte en cnwelrlekendheld, donkere gan- „gen en smerige omgeving, het derven van ge noegens benauwing, die de gevoelige ziel aan- „grUpt bU 't zien van goddeloosheid en verdor- „venheld. dit alles biedt weinig gelegenheid „om te schitteren. Verdraagt men 't echter „zachtmoedig, ja rekent men 't zelfs tot vreug- „de en volhardt men er in tot 't einde, dan be- nadert men per slot van rekening 't hoogste „blUk van liefde dat een mensch geven kan: „z'n leven voor zUn vriend". Over die hooger genoemde „donkere gwngen' zou nog 'n romantisch feitje te vertellen zyn eindoverwinning behalen Maria overwint! waar de Dubllnsche politie er bekaaid afkwam. De meest fantastische roman legt 't af tegen over de levensgevaarlUke verhalen v. Legionnai ren die op zielenjacht uittrokken in de donkere sloppen en afdaalden in ontoegankelijke ach terbuurten van grootsteden als Londen en New York. Wel krUgt de toeschouwer de Illusie zich on der de eerste christenen te bevinden, wanneei hU ziet wat Legionnairen voor de armsten der armen van Chrtstus over hebben. Nog 'n feitje, 'n Jong priester bezichtigde verschelden afdee- lingen van 't Hoofdkwartier, 't tehuis voor verlaten babies, voor ontslagenen uit de ge vangenis, voor bekeerde streetgirls. De stich ter leidde hem rond maar werd aan de telefoon geroepen. HU wenkt een Legionnaire die de gang aan 't schrobben was: „Zuster Edith, wil u dezen Priester naar afdeeling nummer zooveel brengen?" En achter de hand fluisterde nU. terwUl de Legionnaire de dweil en schrobber In 'n hoek zette: „Dat Is de dochter van onzen minister". Een ministersdochter ter Liefde van Christus aan 't schrobben voer streetgirls! Dit was in Mr Lyons' mond geen phrase maar zuivere waarheid HU had zün vrouw, evenals hU voorbeeldig katholiek, leeren kennen, toen hU nog onderwU«er was aan een lagere school In Tasmania, waaraan ook zjj verbonden was as onderwUzeres Hun huwelUk werd gezegend met opeet zeggen wU „gezegend", omdat de Lyons hun groot kinderaantal werkelUk als een zegen des Hemels beschouwden. met niet minder dan twaalf kinderen, waarvan er nog elf In leven zUn. F<j het zilveren regeerings- Jubileum van Koning George van Engeland in 1935 reisde het echtpaar naar Londen, om Australië te vertegenwoordigen. Mr. en Mrs Lyons traden toen zeer op den vóórgrond Mr Lyons als eerste minister van het Australisch» dominion natuurlUk op de eerste p aaU. Maar ook zUn vrouw kwam in het middelpunt dei belangstel'ing te staan. Dit geschiedde voorna melijk. omdat zU de gelegenheid waarnam om in Manchester een bUeenkomst van meer dau vier duizend katholieke moeders bij te wonen Deze door den Bond van Katholieke Moeder» georganiseerde vergadering zond voor alles een warmen gelukwensch aan Koningin Mary, de echtgenoote van het Jublleerende staatshoofa Daarin kwamen de woorden voor; „Uwe Majes teit vergunne ons. Katholieke moeders, U on derdanig te danken voor het schoone voorbee d dat U tot op heden aan de moeders der Engei- sche natie hebt gegeven." Het telegram was me- degeredlgeerd door de echtgenoote van den Australlschen prime minister en de zinsnede over de moeders trok daarom vooral de aan dacht. want uit die zinsnede bleek, hoe hoog de vorstin om haar moederdeugden geacht werd Na het verzenden van het telegram hield mrs. Lyons toen een rede, die in de geheel* Engelsche pers ruimen weerklank vond. „WU, Katholle moeders zeide zU <H«- nen tot het uiterste te bestrijden de kwalen der Het doel Handboek als volgt omschreven: legioen stelt zich ten doel: de heiliging «Un leden door gebed en actieve deelname, der leiding van de KerkelUke Overheid, de taak van Maria en de Kerk: verplettering van den kop der slang en de uitbreiding van Christus Ruk’ .Het) staat ten dienste van den Blsschop van 't diocees en van den Pastoor .der jyarochle voor lederen vorm van Maat- schappelUk Werk en Katholieke Actie, deze Overheden geschikt geoordeeld voor Legionnairen en nuttig voor t welzUn van Kerk." (Hbk bl 3). Voor wie zich eenigermate in Vondels werk verdiept, wordt het betrekkelUk snel duidelijk, dat vroomheid de kern zijns wezens vormt. Niets is er wat zoezeer in den grooten zeventiende- eeuwer treft dan deze godsdienstigheid. bUna overtal door zUn oeuvre heenstralend. Steeds den blik op het eeuwige richtend, heeft hü nimmer afgelaten van zUn verlangen daarnaar te ge tuigen; een groot deel van zUn leven worstelend cm bange zekerheid, kon hU na haar gevon- oen te hebben niet ophouden, ook anderen aan deze zUne vreugde deelachtig te doen wor den. Vanaf zUn jeugd tot in den ouderdom kan men den dichter volgen, om te zien dat hij over al zUn vroomheid beleefde en doorleefde. De groote motieven van zUn werk leiden ook hier, maar niet zelden wUkt hU ervan af waar het overwogene hem hooger voert, wijder perspec tieven biedt of geheel in zich opneemt. Soms aan zichzelf ontstegen, krUgt zUn werk dan een mystieken toon en bezitten zUn verzen groote trefkracht als ontroerende schoonheid. Waar hU geheel en al aan zUn vroomheid uiting geeft is huls voor stakkerds) van Londen waren alle lakens in gebruik en er moest 'n bed in ge reedheid worden gebracht voor 'n nieuwen gast St Joannes Bosco is er de heilige voeft-van- allea; hem beveelt men de aangelegenj^d aan T»y uur later wordt een pak aan de Tleur af gegeven. Inhoud twee dozijn lakens, zonder eenige aanduiding van zender En de I*glon- nalr die ons dit verhaalt voegt er bü: dag in dag uit. op elke vergadering verneemt ge zulke Zonder - Ordinarius bestaat i- t Legioen; het Hoofdbestuur Hng eenvoudig niet erkennen. v---_ raamheid aan en afhankelükheid van het Ker- keluk Gezag Is levensvoorwaarde en ruke bron van zegeningen voor 't Legioen. Dit is een van de vele sympathieke trekken Onge twufeld is het hieraan te danken, dat de aarts bisschop van Australië. Mgr <ir. Mannix. In 1939 de verklaring aflegde ..Nog nooit heb ik de minste klacht over het Legioen gehad; kon ik dat ook maar van al mUn andere vereeni- gingen zeggen"' Anderzijds duldt 't Leglcen echter evenmin, dat men zUn systeem pasklaar maakt, b.v. de organisatie en de methode nabootst zonderden naam van het Legioen. Zulke praktuk sluit het Legioen uit die streek; het wil zichzelf blUven Sommigen cfoet gioen een beetje huiveren. In 't Legioen merkt men echter niets van den; 21, omhelsd; het lUkt een lichte last De leden begrijpen blijkbaar, dat scherp omlUnde pllch- leejten geen qf Vier per week -*i ze steunen van feiten. De legionnair Ls de gewone, doorsnee-burger. die gu in tram of bus, achter de bridgetafel t of op 't voetbalveld, op 'n kantoor of in de timmerwerf ontmoet; Iemand die zUn geluk zoekt In den dienst van God ZUn leven ral zich niet zoo schikken als hU zich dat ge pland had; het zal hem echter meer voldoe- i ning schenken Neem ti professor In z'n bl bliotheek. den schilder voor t doek, een moe- i der met haar kind. Stel hun iets anders voor dan wat hen gelukkig magktongeloovig zul- 1 len ze u aankijken en u als indringer beschou wen. Toch is hnn geluk niet te vergelUken met dat van een heilige: je kan niet verder dan tot de oplossing van 't probleem, de schllderU raakt klaar, 't kind groeit op en gaat z'n gang de wereld In. De legionnair staat voortdurend In voelbaar contact met de eeuwigheid. Tot heiligheid zUn ook de leeken in de wereld ge roepen Wat den mensch belet zUn volle kracht In dienst van God te stellen is 't egoïsme; de mensch staat zichzelf in den weg Daarom is 't Legioen er op bedacht, de zelfzucht In al haar ptiasen grondig uit te roeien. Zonder hoog idealisme en aanhoudende zelfverlooche ning houdt niemand t apostolaatsleven lang uit, want volharding daarin is op zichzelf al heldhaftig Daarom is er geen plaats in 't Le gioen voor de egocentrische vraag: Mts ik eenlg goed? ontbreekt mij eenige pret? waar deert men mU?. zal die gebeurtenis die op mU afkomt me onrust en last veroorzaken? NatuurlUk begint men niet dadelijk met het allerzwaarste werk Wanneer 't Legioen in 'n nieuwe parochie z'n werkzaamheden aanvangt, bejvaalt 't zich vooreerst tot eenvoudig, licht werk. bv. huisbezoek om te welen iwe ka tholiek is en wie niet, wie bUzondere zorg be hoeft. welke kinderen de Zondagsmis verzui men Naarmate de I>egionnairen ondervinding opdoen en hun speciale bekwaamheden open baren. komen moellUker vraagstukken aan de beurt, ook de allermoeilUkste Een van deprln clepen van 't I-egioen la, geen werk te taxee- ren met „ondankbaar" of „veelbelovend' of .hopeloosEen christen mag nooit wanhoiren aan 't zielenheil van zUn naaste; in 't Legioen zou dit een fataal standpunt zUn- *t Handboek verhaalt van zulk „hopeloos geval.” 't Is den stichter overkomen Toen Iemand aandrong om te weten of hU ooit een hopeloos geval had ontmoet, noemde hij een bepaalde persoon die hU dacht in aanmerking te komen voor 't pre dikaat .hopeloos 't Was een rosbeier van een wUf; meer dan tien Jaar besteedde t Legioen al zUn zorg om »e van den drank af te krU- gen. Telkens als ze de stad Introk, kwam ze dronken en schreeuwend terug In 't midden van den nacht, gooide de ruiten in en gedroeg zich slecht. Vier Legionnairen waren noodig.om ze in bedwang te houden, zoo sterk was ze Als ze haar al van ver hoorden aankomen, ver bleekten ze. maar toch gingen ze. Op zekeren dag. bU 't zien van 'n H Hartbeeld, bekeerde ze zich plotseling en voorgoed. Wanneer 't Handboek spreekt over zorg voor de etlendigsten en diejistgezonkcnenzegt t: „Men mag 't Legioen niet als tot volle ont plooiing van zUn activiteit gekomen achten, zoolang 't niet in persoonlUk contact staat met eiken afaonderlUken boef van de plaats." De Legionnairen. strUders van het Maria- legioen. zUn idealisten. ZU willen heel de we reld veroveren voor Christus door Maria Niets minder dan dat Meer nog: ze vinden, dat ze 3 kunnen. Ze willen .groote dingen ondernemen voor God" en ze bidden voor een Geloof dat „onwrikbaar is al» een rota". TegelUkertUd zUn 't de nuchterste werkelük- heldsmenschen. Luister naar 'X Handboek: ..De „gemeenerik de kwaadwillige, de haatdragende- van-nature, de uitgeschopten en die-van-de- „zwarte-IU»t van andere vereenlgingen en na- „tles, de uitgewezenen uit de steden, met die „allen zal men vastberaden volharden, in spUt „van afsnauwingen, uitersten ondank en schUn- Het is zeker geen toeval. dat het juist eea Engelschman. G. K. Chesterton, was, die een reeks korte verhalen schreef, onder den verza melnaam „The club of Queer trades In geen land heeft het clubwezen zulke afmetingen zie in Engeland, maar bovendien komen waarschtjn- Hjk in geen land zooveel „queer trades", zoo- veel „vreemdsoortige beroepen” voor als in En geland. Wellicht is dit het gevolg hiervan, geluk een Fransch waarnemer met groote scherpzinnig heid opgemerkt heeft, dat de Engelsche geest anti-professioneel, en slechts verwant aan het amateurisme is, hetgeen verband houdt met den vrijheidszin van het Engelsche volk, dat zich zelfs in de uitoefening zUner beroepen liever laat lelden door een ongebonden amateurisme du door de strenge beroepsregelen. Aldus kunnen ongetwUfeld vreemdsoortige beroepen ontstem; of in leder geval kunnen normale beroepen in den loop van den tüd vreemdsoortig worden. Een andere oorzaak moet gezocht worden in den Engelschen zin voor traditae, waardoor veel dat tot vroeger eeuwen behoort als glorierijk anachronisme bewaard blUft, en op zUn beurt het aanzien geeft aan beroepen, die in het ka der van onzen tUd ongetwijfeld vreemd aan doen. Men kan G. K. Chesterton geen gebrek au levendige fantasie verwUten; toch zou hjj waarschijnlijk de eerste geweest zUn om te er kennen dat de zonderlingste beroepen, in zjjn „club" vereenigd, nog heel normaal en alle- daagsch lUken naast eenige van de vakken, die in werkelUkheid nog beoefend worden. Zoo is aan de Londensche Temple nog steedi een „broodtirager" verbonden. De Temple ls, zooals lederen bezoeker vu Londen bekend zal zUn. een der vier Londen sche „Inns of Court” of „PraktizünsgildenZjj bestaat uit een enorm gebouwencomplex, een soort Juridisch Kremlin, met binnenpleinen, ka pellen. eetzalen, waarvan vele eeuwen en eeuwen oud zUn. In de gebouwen zUn de kantoren vu advocaten, deurwaarders en andere personen die iets met „het recht” hebben uit te staan ge vestigd. Eenige poorten geven toegang tot de Temple, die, ofschoon voor een ieder toegan- kelUk, particulier gebied ls. zoodat 's avonds de poorten gesloten en door portiers bewaakt wer den. die dan slechts toegang verleenen aan die leden van het gilde, die „chambers” bewonen to de Temple, iets waartoe uitsluitend vrijgezellen het recht hebben. De portiers, die hooge hoeden dragen, hebben ook andere functies; zoo moeten zU in die periode», waarin de leden geacht wor den hun gemeenschappelUk maaltijden te nut tigen in de gothische eetzalen, welke er uitzien als kapellen, een half uur vóór den aanvang van het middagmaal door middel van hoorngeschal waarschuwen. Eén dier portiers voert den titel van „paynler" of brooddrager. ofschoon het niet bekend is dat hü ooit een brood draagt, be halve als zün vrouw hem er op uit stuurt. Maar in vroeger eeuwen was het de taak van dezen functionaris eiken dag met een mand (Fransch: panier) van de Temple naar de naburige city van Westminster te wandelen om brood te ha len voor de leden van het gilde. Deze belangrijke werkzaamheden zün sinds lang overbodig geworden, maar een zoo eerbied waardige instelling als de Temple schaft geen eerbiedwaardige bedieningen af, en brood of géén brood, een „paynler” of brooddrager zal ten eeuwigen dage het budget der Temple blij ven bezwaren. NatuurlUk laat zün functie, be staande uit het niet-halen van brood, den be ambte nog eenlgen vrijen tüd over, en dezen besteedt hü aan het verrichten van portiers- en andere nuttige diensten, die even overbodig zün, en aan het dragen van een hoogen Hoed. De vreemdsoortigste functies treft men aan in de hoogere kringen, ofschoon men niet steeds zeggen kan. dat zü ook werkelUk steeds „be roepen” zün. Een lid van het kabinet is Lord Privy Seal, zonder dat hü iets met een konink- lük of ander „zegel” heeft uit te staan, of er eenlg begrip van heeft wat hü zou moeten doen wanneer hü zün functie moest uitoefenen. Dit brengt hem 5000 p. st. per jaar op, maar even als van den „paynler” (die echter minder ver dient) wordt van hem verondersteld, dat hij zün vrüen tüd ten algemeenen nutte aanwendt. De tegenwoordige Lord Privy Seal (die volstrekt geen Lord behoeft te zün) is minister voor bln- nenlandsche verdediging; Anthony Eden was, voor hü Foreign Secretary werd. Lord Privy Seal, en maakte zich verdienstelük als een soort diplomatiek handelsreiziger. De .Master of the King’s Musick” (het laat ste woord moet ouderwetsch met „ck" geschre ven worden) is een musicus, die nog nooit een blik geslagen heeft op de "muzikale bibliotheek des konings, en die bovendien bü koninklijke feesten en andere nationale gelegenheden niet verplicht is een feestlied te componeeren. Welke beroepsplichten nog meer op he"i drukken, weet niemand; hüzelf waarschünlük ook niet. Er zün tientallen zonderlinge beroepen, nede rige zoowel als verhevene, maar alle hierin met elkaar overeenkomend, dat niets onder hun af schaffing lüden zou, behalve de traditie. En deze is. alles wel beschouwd, zulk een steunpi laar van Groot-Brittannië's macht en glorie, dat afschaffing gelük zou staan met een poging tot nationalen zelfmoord. Het zonderlingste aller zonderling^ beroepen bekleedt de 80-jarige Mr. Chummy Barden, van Winchelsea. Hü is „Looker-out” of „ultküker”. Winchelsea is een der doode steden van Sus sex. Evenals het naburige Rye lag, het in de middeleeuwen aan zee, en het was een zeer be- langrüke havenplaats. Tengevolge van aanslib bing evenwel kwam het steeds verder van de kust af te liggen, en het is thans een „ville morte” geworden. Vüfhonderk jaren geleden, toen Engeland en Frankrük elkaar voortdurend beoorloogden, werd besloten dat te Winchelsea een burger be last Zou worden met „uitküken naar de Fransch» vloot”. ZUn volledige titel luidde„Looker-ouf for the French Fleet”. De benoeming of ver kiezing geschiedt jaarlüks door den gemeente raad. maar heeft de ..Looker-out’' zün moeilük» functie naaf behooren waargenomen, dan kan hü ervan verzekerd zün elk jaar herkozen te worden. Deze dagen werd Mr. Barden dan ook op nieuw benoemd. Sinds meer Jan vüftig Jaren schrijdt hü, het hoofd gedekt met een hoogen hoed en een küker onder den arm. tweemaal per dag naar de kust en spiedt daar den horizon af naar de Fransche vloot. Zelfs gedurende den oorlog van 1914'18 nam hü dezen vltalen post gewetensvol waar. Heeft hü lang genoeg door zün küker over de zee getuurd, dan keert hü naar het stadje terug om op het stadhuis rapport uit te brengen. Onlangs voer toevallig een Duitsche vloot door het Kanaal, maar deze behoort niet tot d» competentie van Mr. Barden, die als ..Looker- out for the French Pleet” uitsluitend voor ae Fransche vloot aangesteld is. Mocht het blüken ook een ultküker naar de Duitsche vloot te benoemen, dan kan hiertoe nog altüd gegaan worden; over 500 Jaar zal dan ook dit beroep genoeg „traditie" hebben om onontbeer- De katholieke mlnister-preaident van Australië. Mr Joseph Aloysius Lyons, is. zooals men weet, in April overleden. WU hebben toen den overleden staétaman in dit blad de hulde gebracht, die van katholieke rijde vooral hem woo ruimschoots toekomt Veel heeft hü in 8Un 'even tot stand gebracht Dlk- wü>s heeft hü verklaard, dal hem dit.kwalük mogelük zou zün geweest, als hü hlet lo zün werkzaam en moeilük leven de hulp en onder steuning had ondervonden van zün vrouw Enld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 24