HET MARIALEGIOEN
Doel
werkwijze
en
Een kloeke, katholieke
moeder
Hoog idealisme
zelfve r loochen ing
BREVIEREN MET
VONDEL
TRADITIE SPEELT EEN
GROOTE ROL
Vreemdsoortige
beroepen in Engeland
en
mr.
De vrouw van wijlen
Lyons
1
(Van onzen Londenschen correspondent)
de
Schlmmert L.
W M FRIJNS, S M M
Joost van den Vondel
af-
ProJ. dr. B. H. Molkenboer OP.
163
120
3»
120
200
22
17
waarbij op te merken valt,
van Vondels vroomheid nog
van het Manalegioen wordt In het
..Het Maria
van
on-
aan
door
de
de
Lyons, katholieke
minister-president van
Australië, die in April
is overleden
uitdrukkelijke goedkeuring van den
ncrgci s een afdeeling van
zou sulke afdee-
want geboor
ten een noodzaak zijn voor
kloosterlingen die een uur
besteden aan apostolaatswerk.efi
op hun organisatie als op den raad van een
oude liefdevolle moeder. De Legionnairen zün
echte zonnekinderen; het zijn allerminst auto
maten of gedrilde nummers van een sectie.
Onder zulke tucht komen persoonlijke aanleg
en spontaan initiatief pas tot hun volle recht
Het is zeer eigenaardig, dat het Legioen zich
niet specialiseert op bepaald soort werk; het
legt zich allereerst toe op volle ontplooiing van
het geloofsleven De bezieling van dat geloofs
leven past het dan toe op allerhande soort
werk. Al is ‘t verrichten van actief werk on
ontbeerlijk om Legionnair te zijn, het werk is
niet het voornaamste maar de geest waarin
het geschiedt Die geest is uitgesproken ma
riaal.
hjj subliem en bijzonder, sereen en zacht. Een
onmiskenbare inwendige blijdschap trilt er dan
in zjjn heldere en melodieuze gedichten, waar
in hjj zelden of nooit aarzelend, integendeel
meestal vast en beheerscht, zijn wezen uitzingt
Op dit terrein schiep Vondel 't teerste van zijn
oeuvre Symboliek bracht hjj erin naast realiteit,
terwijl eep weldadig aandoende verrukking in de
beste dezer voortbrengselen aan te wijzen is.
Geen wonder dan ook. dat juist In dit werk, het
schoonste van Vondels vele poëzie aan te wU-
zefi is. geen wonder ook dat een der beste ken
ners van den dichter zich genoopt voelde tot
het samenstellen van een Vondelbrevler. waarin
hij meerdere vroomheidsultlngen van den dich
ter tot een Jaarkrans heeft samengevlochten.
In Zijn beknopte maar duidelijke inleiding be
toog dr. B H. Molkenboer O.P., dat Vondels
vroomheid voor ’n belangrijk deel spreekt uit de
Wijze waarop hij het Kerkdijk Jaar heeft mee
gevierd. Liet hi| geen systematischen ring van
Kerkelijk Jaar na en bleef zijn aandacht voor
de feesten van den Roomschen kalender inciden
teel, toch heeft hij in den loop der jaren een
calendarium volgezongen, dat. wat de tüdfees-
ten betreft, ongeveer volledig Is en voor de hei
ligen op een zeventig commemoratles neerkomt.
Het dacht Molkenboer nuttig, dit tot een Jaar
krans bijeen te brengen, omdat zoowel de litur
gische belangstelling van onze tegenwoordige
landgenooten als hun groeiende vereering voor
Vondel ermee gebaat kunnen zijn. Geloofs-
schodhhdd en dichtervroomheid vallen hier sa
men; ze doordringen en bestralen elkaar In een
zeldzame harmonie, terwijl 't geheel bovendien
oen rijken eenvoud van de barok draagt, die
breed en gewaagd van gebaar maar kinderlijk
van hart is. Vondel is met name hier kerkdijk
kunstenaar met de taal, en zoo ergens dan kan
hjj hier ook met het volste recht met de groot
ste zeventiende-eeuwsche contra-reformatorische
schilders vergeleken worden. Het is deze con-
tra-reformatorlsche basis die ons Ideologisch en
cultureel nog voldoende met Vondel verbindt,
om ons aan hem te stichten, wanneer hjj be
spiegelt. bidt en lof zingt. Zijn v^Bomheid is
daarbij mannelijk, van den eenen kant- steu
nend op een geharnasten leeraar als de H. Bel-
larminus, van den anderen kant sterk verwant
lijkend aan den teederen Franclscus van Sales.
Molkenboer heeft zijn bundel nu, naar 't voor
beeld van het Romeinsch Missaal, in drieën
verdeeld. Het eerste stuk geeft de feesten van
het tijdeigendie ongeveer volledig dóór Von
del zjjn bezongen; het tweede gedeelte houdt
de veel onvollediger meer sporadischer
heillgenherdenkingen in; terwijl de derde
deeling gebeden voor verschillende intenties be
vat. waarbij op te merken valt, dat zij den
aard van Vondels vroomheid nog helderder
openbaren dan de twee andere rubrieken, zoo
men deze gedichten, minder als gedichten wil
overlezen dan als gebeden kan meebidden. Voor
de spelling sloot hij zich aan bij de tegenwoor
dig gangbare vereenvoudigde en de toelichtingen
heeft hij tot het allemoodlgste beperkt.
Den met zorg samengestelden bundel doerbla-
derend, kan men prof. dr. B. H. Molkenboer OP.
er slechts dankbaar voor zijn, dat hij tot deze
keuze ©verging, 's Dichters grootheid bhjkx er
andermaal uit en zijn vroomheid voltooit er zich
werkelijk in schoonheid. Zie zijn Levenswijding,
een fragment uit Hymnus over de Scheepvaart
en herken in deze zes regels den grooten poëet,
die vanaf het Pascha tot zijn laatste werk toe
slechts tot Gods meerdere eer zingen wilde.
Gedurende o mijn God! dat ik in ’s werelds krijt
Naar uwen heiligen wil mijn broze leven slijt.
Vergunt mij dat ik mag. o Vader alder dingen!
Den uitgebreiden lof van uwe daden zinge.
Tot mjjner zielen heil, mijn enig ogenmerk,
Tot d’ere dijnes Naams en bouwing dijner Kerk.
Voor wie deze regels in een zoodanig vers
kon voegen, moet inderdaad de vroomheid veel
beteekend hebben, Hoe Vondel in den band ge
houden werd door het menschgeworden Woord
is algemeen bekend; hoe hij de passie mee
leefde trok ook veler belangstelling. HU die zoo
laat in de Moederkerk rust vond, moest De
Christdoop verheerlijken en Het Mysterie der
Drievuldigheid eeren. Hemelvaart en Sacra
mentsdag vonden in hem hun dichter, aan het
Heilig Hart ging hij niet voorbij. Geen maand
of hjj verheerlijkte er zijn heiligen in. Held Ig
natius staat er naast heldin Agnes, de H. Mi
chael treedt er naast den H. Rafaël. Het feest
deg Kerkwijding is zoowel door hem bezongen
als het H. Sacrament van Mirakel en waar men
hier regels op Maria Lichtmis aantreft, wekt het
weinig verbazing ook een gedeelte op Maria
Boodschap te vinden. Vooral voor de Moeder
Gods had Vondel groote vereering en dat hij
daarbij tot voorname hoogten steeg, kan blijken
uit het feit, dat volgens Molkenboer's meening
zijn Opdracht van de Maagdenbrieven bijv, voor
St. Bernardus' slotgebed van de Divina Comme
dia niet onder doet. Begrijpelijk is het ook dat
de samensteller overgaat tot een vergelijking
met Guido Gezflle; immers als voor den ne-
gentiende-eeuwer waren voor Vondel de boeken
van den Katholieken eeredienst een onuitspre
kelijke bron van bespiegelende godsvrucht. Dit
Vondelbrevler getuigt daarvan op alle bladzij
den en doet inderdaad den dichter zien als den-
gene die de huisgenooten van zijn geloof weer
heeft leeren bidden en overwegen.
Het brevier als getij- en gebedenboek dage
lijks ter hand te nemen en aldus een gezel
voor het heele leven, heeft, wil het werkelijk
aan zijn doel beantwoorden, tot inkeer en over
weging te prikkelen. Molkenboer's Vondelbre-
vier voldoet aan deze verelschten. waar het bijna
voor lederen dag des Jaars vroomheid in schoon
heid biedt. Het lijdelijke met het eeuwige ver
bindend. heeft Vondel, die naar Verwey's woord
geboren was met het talent in vers te schrijven,
juist in dit deel van zijn werk het persoonlijkste
geboden. De zorgvuldige kunstenaar, die met
name hier meer lyricus dan dramaticus bleek,
bevond zich in dezen op een terrein waar hij
naar hartelust met de zwareri>arok pralen kon
Grooten eenvoud parend aan genialiteit, gaf hü
zich hier voluit als groot en ongemeen begaafd
zanger. Ook dit Vondelbrevler legt weer getui
genis af van zijn grootheid in verschijnen, bij
zonderheid in uiten en eigenheid van persoon
en arbeid. Het moge door zijn uitgeefster in
passend gewaad gestoken vele lezers vinden.
hij tracht te drijven. Natuurlijk. In de boven
natuur is t net zoo.
De werkwijze van 1 Legioen verschilt van
de organisaties zooals we die in ons land ken
nen. Hier gaan de werkvoorschriften uit van
een diocesaan bureau of secretariaat, 't Le
gioen daarentegen kent over de heele wereld
geen andere voorschriften dan een absoluut
eender kader. Dat kader heeft enkel betrek
king tot den geest waarin gewerkt moet wor
den en de methode, nooit het werk zelf. Het
Legioen neemt aan. dat de nooden en behoef
ten en omstandigheden niet alleen in elk land,
maar in elke parochie verschillen. Waar het
de strenge tucht voorschrijft aangaande de me
thode, laat t de grootste vrijheid over be
treffende het werk. De Pastoor (of Kapelaan)
wijst in overleg met den jxrochleelen voorzit
ter de werkzaamheden van zijn jaarochleele Le
gionnairen aan; sommige werken verbiedt, an
dere gebiedt hij, zooals hij nuttig oordeelt; de
Pastoor heeft zijn groepje Legionnairen voort
durend onder contróle. Deze opvatting biedt
natuurlijk ook voordeelen.
De stichter van 1 Legioen vertelde mij:
„Zeer merkwaardig is dat t Legioen overal
precies met denzelfden geest van vertrouwen
bezield is. precies hetzelfde bü de Chlneezen
als bij de Zoeloes en te Londen. Ik zou bijna
denken, dat ze dien geest van boven krijgen;
want vele inboorlingen kunnen niet eens lezen,
en toch maken ze wondere bekeeringen"
Hier is zulk een feitje. In 't postel" (te-
Te zeggen dat de Legionnair met en voor
Maria werkt, u een veel te bleeke omschrij
ving van de daad van den Legionnair Iemand
schreef: „Het Legioen hangt niet af van de
heiligheid der leden, maar van hun getrouw
heid in t handelen in den geest van Maria
Zoodat het in zekeren zin Maria zelf is die
handelt door den Legionnair, die de zonde be
strijdt. die de bekeering bewerkt. Dit is een
zeer typisch aspekt van t Legioen En de be
nedictijn Dom Arglus reageert op deze voor
stelling met de bekrachtiging,J like the point
that It is Mary who fights." Abb* Lallement
noemt Marla .Ja Vlerge Guerrière''. Montfort
.Ja Générale des armées de Dieu." Dit denk
beeld heeft 't Legioen sterk geïnspireerd; aoo-
dat het Maria is die in den Legionnair over
wint, bekeert, doet volharden. Deze voorstel
ling vergt van den Legionnair. dat hU diep door
dringt in den geest van Maria en zich haar
deugden, haar geloof, haar nederigheid, haar
naastenliefde en zelfverloochening eigen
maakt. Dit lijkt wel *t geheim van ongekend
succes In t apostolaat, verre van te zweemen
naar quietlsme. Mij is geen organisatie be
kend die ook maar in de verste verte kan wed
ijveren met de werkelijk verbluffende, onge
loofelijke resultaten die t Legioen lederen dag
in alle, werelddeelen kan boeken; een bewijs,
dat t Legioen over meer genaden van bekee
ring beschikt dan andere soortgelijke vereeni-
glngen Maria zal echter haar medewerking
dan slechts verleenen, wanneer de Legionnair
de volle maat van zijn kunnen heeft uitgeput;
Maria doet alleen wat de Legionnair niet kan
Das Wunder 1st des Olaubens Uebstes Kind,
heeft Goethe terecht gezegd. Het bevreemdt
dan ook niet dat in 't Legioen de gebedsver-
hooriAgen. de hemelsche gunsten, kleine won
dertjes zou ik 't noemen, niet van de lucht
sjjn; de Legionnairen noemen dat .gunsten van
den Hemel", de vreugde der armen, en zijn er
volstrekt niet verbaasd over; verbaasd zouden
*e zijn indien de Hemel hun bede niet ■’ver
hoorde integendeel. Zoo is zijn mentaliteit.
De Indruk, dien t Legioen op den nieuw
aangekomene maakt, is; „Dat dlhg leeft; dat
werkt." Wel Ja. natuurlijk. Werp u in een daad
van Geloof, en ge kunt verwachten dat de
Heer u tegemoet komt, precies als een jongen
die bevindt dat 't water hem draagt, wanneer
VONDELBREV1ER Samenge
steld door B H. Molkenboer OP
N. V. Uitgeversmaatschappij
„Joost van den vtmdel", Amster
dam 1939. (234 blz.).
hooger lichaam, de Curia; deze geeft ze door
aan haar eigen superieuren, den Senatus. die
't overzlchteliJk geheel iedere maand ter cvn-
tróle inzendt naar *t Hoofdkwartier, 't Conci
lium Legionls, te Dublin. 1 Werkjaar Juni 1937-
38 van de Curia van de stad Baston die 24
Praesldia. dus 240300 Legionnairen telt, ziet er
uit als volgt:
Teruggebracht tot de H. H. Sacramenten
Teruggebracht tot den Paaschplicht
Huwelijken in orde gebracht
Kinderen gedoopt
Kinderen overgehaald tot de Zondagsschool
Bekeerd tot de Moederkerkvolwassenen
Bekeerd tot de Moederkerk: minderjarigen
Eenige wat ik in Nederlandsche bladen of
tijdschriften over 't Maria-Legioen gelezen heb
Is een kort bericht in Romen's Aankondiger 12
December 1938 „Apostolaat der Katholieke
Pers in Engeland. Londen <K W.P.) 5 Dec. "38
„De Catholic Times bericht, dat de leden van
„het Mariale legioen van Liverpool in de laat-
ste 12 maanden in Liverpool en omgeving des
„Zondags op de kerkpleinen meer dan 40 00U
katholieke nieuwsbladen hebben verkocht".
Zulke cijfers getuigen toch van een enorme
vitaliteit in de organisatie.
Wie aan Leekenapostolaat doet, kan niet an
ders dan zich verheugen over de resultaten var.
de Leekenapostelen in andere landen. Alles is
niet even somber in deze donkere dagen.
De Kerk is levend en strijdend, en zal
Eens In de week komt 't jmrochieele groepje
Legionnairen bijeen in 'n kamer om te bidden,
verslag uit te brengen over 't gedane werk van
de afgeloopen week en 't werk van de volgende
week aan te wijzen. Onder geen beding wUkt
't Legioen van dezen regel af. Het meent, dat
geen werk goed kan gedaan worden. aLs dit niet
zoo geschiedt. Die vergadering mag nooit lan
ger dan anderhalf uur duren. Blijkt die tijd
te kort, dan is dit 1 bewijs, dat 1 groepje zich in
tweeën moet splitsen, m. a. w dat men moet den
ken aan uitbreiden. Die uitbreiding is de nor
male manier.
In alle landen ter wereld Is deze wekelük-
sche vergadering uniform, 't Legioen heeft ai
lang zijn internationaal aanpassingsvermogen
bewezen.
De vergadering opent stipt op tijd I me:
't gebed tot den H. Geest, gevolgd door Ro
zenhoedje en 5 minuten Geestelijke Lezing
Daarna neemt men 't Werkblad ter hand d w z
de lijst van de twee parochieele werkzaamheden
met de twee Legionnairen die voor eiken post
zijn aangewezen en leder geeft zittend een kort
maar volledig verslag, t Is verboden dat rap
port af te lezen of saai te zUn.
Halverwege de vergadering staat men op
voor 't bidden van de Catena (Magnificat met
antifoon) en 't aanhooren van de Toespraak
van den Geestelijken Directeur. Men zet de
rapporten voort, nl^ritt 't Werkblad op voor de
volgende week en men bespreekt de gevallen.
Absolute geheimhouding is verplichtend. De
Pastoor mag zijn Legionnairen allerhande werk
laten doen, alleen een ding niet: geld Inzame
len. De Legionnair mag geen geld ophalen noch
geld brengen; hU brengt 1 Oeloof. anders
niets. Ontmoet hU hulpbehoevenden dan ver
wittigt hij St. Vlncentlus of steuncomité's, hij
zelf geeft niet. Een zeer wijze maatregel.
Onderwijl is de Geheime-zak-collecte gedaan
d wz. 'n zakje circuleert ongemerkt en leder
Legionnair geeft wat h|j kan missen, ten behoe
ve van de kosten van 't eigen Praesldium. Wat
men geeft, moet geheim bleven; wie niet heeft,
geeft niets; bemiddelden* en onvermogenden
zijn precies gelük De vergadering eindigt met
't mooie slotgebed en den priesterlijken zegen
De eindresultaten van de verslagen, een reeks
cijfers, worden opgestuurd aan 't hiërarchisch
te worden? Zij vergeten, dat eenige der aller
grootste mannen en vrouwen, die ooit ge
leefd hebben, lichamelijk in zulk een mate be
lemmerd waren als wij ons nauwelijks kunnen
voorstellen. Het geheele menscheliJk geslacht
doet heden ten dage niets anders dan jacht
maken op aardsch geluk. En als men dan ziet,
wat men onder dat geluk verstaat, slaat men
van verbazing de handen ineen. Het „geluk",
dat men najaagt, meest In zinnelijkheid, leidt tot
wanhoop en levensleegte. WU. katholieke moe
ders. moeten ons daartegen verzetten. WU moe
ten om ons heen verspreiden een waar geestelUk
geluk. WU hebben, door ons heilig geloof, liefde
en geluk te over in onze harten om het te ver
spreiden waar wij gaan.
En haar stem verheffende liep deze voor
beeldige vrouw uit: „Ik ben 'n katholieke moe
der van twaalf kinderen, met een diep geloof ln>
God. Ik roep u op, om te vechten tegen al'es
wat het geloof tracht te ondermUnen. Gelooft
mij, het is niet de groote familie, noch de slop
of de achterbuurt en ook niet de werkloosheid,
die de eigenluke oorzaken zUn van het ongeluk
der wereld, maar wel alles wat het goede be
staan der christelüke familie ondermijnt. WU
moeten vechten tegen a'Ien die het christelUk
geloof tegenwerken. Op het oogenblik dat nie
mand goed weet hoe werkloosheid kan worden
opgeheven, zou men er tenminste goed aan doen
t schoone bestaan der familie niet te verwoes
ten. Sociale misstanden moeten wü bestrUden.
doch tevens* daardoor de familie nieuwe kracht
bubrengen en op deze wUze het schoone werk
van God in volle mate ootmoedig dienen
De vergadering, welke door Z. H. Exc. Mgr
Henshaw, Bisschep van Salford en den beken
den Pater Martindale 8.J. werd bUgewoond,
bracht aan het einde der rede een werkelUk
spontane en schier eindelooze hartelUke ovatie
aan deze kloeke, eenvoudige en „gelukkige" ka
tholieke vrouw uit het verre Australië. Deze
mevrouw Lyons, eens bescheiden onderwUzeres.
toen echtgenoote van den hoogsten dignitaris
van Australië, had dan ook een openbaar ge
tuigenis gegeven, dat even prachtig als sterkend
was, want de heele inhoud der rede was kort
samen te vatten in de eenvoudige woorden: wil
de hedendaagsche vrouw haar geluk en haar
zielerust hervinden, dan heeft zü alleen maar
simpelw'eg terug te keeren tot het vervullen der
plichten van haar staat. Wat zü in het huwe-
lUksleven moet prüsgeven van de frischheid en
schoonheid harer jongemeisjes-Jaren (en dal
behoeft nog niet het geval te zijn! Zeide de
Bisschop van Clifton. Mgr. Lee. niet over mrs.
Enid Lyons: „U ziet, hoe jong en flink haar
voorkomen nog is. niettegenstaande zU twaalf
kinderen ter wereld heeft gebracht") dat zal
zü herwinnen In de ontluiking harer kinderen.
En de man zal haar des te meer liefhebben
om haar opofferingen."
Een mooi woord van mrs. Lyons tot slot, dat
haar heele wezen karakteriseert: „Er is geen
lente, die eeuwig duren kan. Maar dat aan
vaardt alleen de vrouw, die de dingen weet te
zien sub specie aetemitatis.”
de straffe tucht van 't Le-
■elf
men echter niets van knellende ban
de tucht wordt vrUwilllg en met liefde
het lijkt een
moderne wereld, die haar ongeluk brengen Ons
werk moet daarin vooral bestaan, dat wU de
christelüke idealen redden. Zoo hebben wu als
katholieke moeders vooral sterk te waken tegen
het bioscoopgevaar. De bioscoop is een der
voornaamste factoren in de opvoeding onzer
kinderen, ten goede of ten kwade En dan die
andere voorname kwestie: de grootte van het
gezin. In Engeland vindt men mü een zeer bü-
zondere vrouw, omdat ik twaalf kinderen ter
wereld bracht En ik ben er zeker van, dat er
zeer velen zUn die mü zelfs als een wangedroch»
beschouwen, omdat Ik mUn plicht, heb gedaan
tegenover God en mUn man. Ook zeide men tot
mij, dat het goed en wel is een groote familie
te hebben, als je er de middelen maar voor
hebt, doch zU die mij dit onder den neus wreven
zouden waarschynluk zeer verrast zUn ax> zü
wisten over wat voor kleine middelen ik be
schikte om müne kinderen groot te brengen,”
Mevr. Lyons roerde daarmede een zeer ge
voelig punt aan. dat zU met ware christelüke
fierheid behandelde. Het is immers inderdaad
zoo. dat bU vele moderne vrouwen de moraal
zóó ver is gezonken, dat zü niet alleen uit ge
makzucht en egoïsme het kinderaantal beperken
er dgn echtgenoot daartoe bepraten of dwingen
(hoeveel leed daaruit ontstaat is niet uit te
drukken!) maar dat zü bovendien nog smalend
afgeven op hare seksegenooten. die tegen de
natuur niet zondigen, simpelweg haar plicht
doen en de van God gegeven spruiten aanvaar
den. omdat zU weten, dat er geen musch van
het dak valt zonder dat de Heer er van weet
vrouwen dus, die niet bezorgd blUken „om
een mondje meer.”
Ook over de veel besproken eugenetiek de
rasverbetering, voerde mevr. Lyons het woord
„Denken de menschen heusch. dat alle kin
deren voor honderd procent physiek perfect
moeten sUn om nuttige leden der maatschappij
„bare mislukking, 'n AanmerkelUk percentage
„van hen geeft levenslang werk". Daar hoort
men den man der ondervinding aan 't wooro
den man die week in week uit patrouilleerde
vóór 'n protestantsche kerk van Dublin om de
afgevallen katholieken terug te winnen voor
de Moederkerk, en Inderdaad in 1937 't geta.
der apostaten van )&00 had teruggebracht op
35. Bespot was hU daarvoor en als krankzin
nige uitgelachen, ook door voorzichtige geloofs-
genooten.
Eveneens zal t oen geheim blijven hoeveel
arbeid werd verricht voor de bekeering van
achthonderd publieke vrouwen te Dublin. maar
we hooren de barre werkelUkheJd nagalmen in
't Handboek„Zure gezichten, kwetsende woor-
„den, afwUzing. bespotting en vUandige cri-
„tiek. llchamelüke en geestelUke afmatting, de
„kwelling van mislukking en van lagen ondank
„bittere kou en striemende regen, vuilnis en
„ongedierte en cnwelrlekendheld, donkere gan-
„gen en smerige omgeving, het derven van ge
noegens benauwing, die de gevoelige ziel aan-
„grUpt bU 't zien van goddeloosheid en verdor-
„venheld. dit alles biedt weinig gelegenheid
„om te schitteren. Verdraagt men 't echter
„zachtmoedig, ja rekent men 't zelfs tot vreug-
„de en volhardt men er in tot 't einde, dan be-
nadert men per slot van rekening 't hoogste
„blUk van liefde dat een mensch geven kan:
„z'n leven voor zUn vriend".
Over die hooger genoemde „donkere gwngen'
zou nog 'n romantisch feitje te vertellen zyn eindoverwinning behalen Maria overwint!
waar de Dubllnsche politie er bekaaid afkwam.
De meest fantastische roman legt 't af tegen
over de levensgevaarlUke verhalen v. Legionnai
ren die op zielenjacht uittrokken in de donkere
sloppen en afdaalden in ontoegankelijke ach
terbuurten van grootsteden als Londen en
New York.
Wel krUgt de toeschouwer de Illusie zich on
der de eerste christenen te bevinden, wanneei
hU ziet wat Legionnairen voor de armsten der
armen van Chrtstus over hebben. Nog 'n feitje,
'n Jong priester bezichtigde verschelden afdee-
lingen van 't Hoofdkwartier, 't tehuis voor
verlaten babies, voor ontslagenen uit de ge
vangenis, voor bekeerde streetgirls. De stich
ter leidde hem rond maar werd aan de telefoon
geroepen. HU wenkt een Legionnaire die de gang
aan 't schrobben was: „Zuster Edith, wil u
dezen Priester naar afdeeling nummer zooveel
brengen?" En achter de hand fluisterde nU.
terwUl de Legionnaire de dweil en schrobber
In 'n hoek zette: „Dat Is de dochter van onzen
minister". Een ministersdochter ter Liefde van
Christus aan 't schrobben voer streetgirls!
Dit was in Mr Lyons' mond geen phrase maar
zuivere waarheid HU had zün vrouw, evenals
hU voorbeeldig katholiek, leeren kennen, toen
hU nog onderwU«er was aan een lagere school
In Tasmania, waaraan ook zjj verbonden was
as onderwUzeres Hun huwelUk werd gezegend
met opeet zeggen wU „gezegend", omdat de
Lyons hun groot kinderaantal werkelUk als een
zegen des Hemels beschouwden. met niet
minder dan twaalf kinderen, waarvan er nog
elf In leven zUn. F<j het zilveren regeerings-
Jubileum van Koning George van Engeland in
1935 reisde het echtpaar naar Londen, om
Australië te vertegenwoordigen. Mr. en Mrs
Lyons traden toen zeer op den vóórgrond Mr
Lyons als eerste minister van het Australisch»
dominion natuurlUk op de eerste p aaU. Maar
ook zUn vrouw kwam in het middelpunt dei
belangstel'ing te staan. Dit geschiedde voorna
melijk. omdat zU de gelegenheid waarnam om
in Manchester een bUeenkomst van meer dau
vier duizend katholieke moeders bij te wonen
Deze door den Bond van Katholieke Moeder»
georganiseerde vergadering zond voor alles een
warmen gelukwensch aan Koningin Mary, de
echtgenoote van het Jublleerende staatshoofa
Daarin kwamen de woorden voor; „Uwe Majes
teit vergunne ons. Katholieke moeders, U on
derdanig te danken voor het schoone voorbee d
dat U tot op heden aan de moeders der Engei-
sche natie hebt gegeven." Het telegram was me-
degeredlgeerd door de echtgenoote van den
Australlschen prime minister en de zinsnede
over de moeders trok daarom vooral de aan
dacht. want uit die zinsnede bleek, hoe hoog
de vorstin om haar moederdeugden geacht werd
Na het verzenden van het telegram hield
mrs. Lyons toen een rede, die in de geheel*
Engelsche pers ruimen weerklank vond.
„WU, Katholle moeders zeide zU <H«-
nen tot het uiterste te bestrijden de kwalen der
Het doel
Handboek als volgt omschreven:
legioen stelt zich ten doel: de heiliging
«Un leden door gebed en actieve deelname,
der leiding van de KerkelUke Overheid,
de taak van Maria en de Kerk: verplettering
van den kop der slang en de uitbreiding van
Christus Ruk’ .Het) staat ten dienste van
den Blsschop van 't diocees en van den Pastoor
.der jyarochle voor lederen vorm van Maat-
schappelUk Werk en Katholieke Actie,
deze Overheden geschikt geoordeeld voor
Legionnairen en nuttig voor t welzUn van
Kerk." (Hbk bl 3).
Voor wie zich eenigermate in Vondels werk
verdiept, wordt het betrekkelUk snel duidelijk,
dat vroomheid de kern zijns wezens vormt. Niets
is er wat zoezeer in den grooten zeventiende-
eeuwer treft dan deze godsdienstigheid. bUna
overtal door zUn oeuvre heenstralend. Steeds den
blik op het eeuwige richtend, heeft hü nimmer
afgelaten van zUn verlangen daarnaar te ge
tuigen; een groot deel van zUn leven worstelend
cm bange zekerheid, kon hU na haar gevon-
oen te hebben niet ophouden, ook anderen
aan deze zUne vreugde deelachtig te doen wor
den. Vanaf zUn jeugd tot in den ouderdom kan
men den dichter volgen, om te zien dat hij over
al zUn vroomheid beleefde en doorleefde. De
groote motieven van zUn werk leiden ook hier,
maar niet zelden wUkt hU ervan af waar het
overwogene hem hooger voert, wijder perspec
tieven biedt of geheel in zich opneemt. Soms
aan zichzelf ontstegen, krUgt zUn werk dan een
mystieken toon en bezitten zUn verzen groote
trefkracht als ontroerende schoonheid. Waar hU
geheel en al aan zUn vroomheid uiting geeft is
huls voor stakkerds) van Londen waren alle
lakens in gebruik en er moest 'n bed in ge
reedheid worden gebracht voor 'n nieuwen gast
St Joannes Bosco is er de heilige voeft-van-
allea; hem beveelt men de aangelegenj^d aan
T»y uur later wordt een pak aan de Tleur af
gegeven. Inhoud twee dozijn lakens, zonder
eenige aanduiding van zender En de I*glon-
nalr die ons dit verhaalt voegt er bü: dag in
dag uit. op elke vergadering verneemt ge zulke
Zonder -
Ordinarius bestaat i-
t Legioen; het Hoofdbestuur
Hng eenvoudig niet erkennen. v---_
raamheid aan en afhankelükheid van het Ker-
keluk Gezag Is levensvoorwaarde en ruke
bron van zegeningen voor 't Legioen. Dit is
een van de vele sympathieke trekken Onge
twufeld is het hieraan te danken, dat de aarts
bisschop van Australië. Mgr <ir. Mannix. In
1939 de verklaring aflegde ..Nog nooit heb ik
de minste klacht over het Legioen gehad; kon
ik dat ook maar van al mUn andere vereeni-
gingen zeggen"'
Anderzijds duldt 't Leglcen echter evenmin,
dat men zUn systeem pasklaar maakt, b.v. de
organisatie en de methode nabootst zonderden
naam van het Legioen. Zulke praktuk sluit
het Legioen uit die streek; het wil zichzelf
blUven
Sommigen cfoet
gioen een beetje huiveren. In 't Legioen
merkt men echter niets van
den; 21,
omhelsd; het lUkt een lichte last De leden
begrijpen blijkbaar, dat scherp omlUnde pllch-
leejten geen
qf Vier per week
-*i ze steunen
van
feiten.
De legionnair Ls de gewone, doorsnee-burger.
die gu in tram of bus, achter de bridgetafel
t of op 't voetbalveld, op 'n kantoor of in de
timmerwerf ontmoet; Iemand die zUn geluk
zoekt In den dienst van God ZUn leven ral
zich niet zoo schikken als hU zich dat ge
pland had; het zal hem echter meer voldoe-
i ning schenken Neem ti professor In z'n bl
bliotheek. den schilder voor t doek, een moe-
i der met haar kind. Stel hun iets anders voor
dan wat hen gelukkig magktongeloovig zul-
1 len ze u aankijken en u als indringer beschou
wen. Toch is hnn geluk niet te vergelUken met
dat van een heilige: je kan niet verder dan
tot de oplossing van 't probleem, de schllderU
raakt klaar, 't kind groeit op en gaat z'n gang
de wereld In. De legionnair staat voortdurend
In voelbaar contact met de eeuwigheid. Tot
heiligheid zUn ook de leeken in de wereld ge
roepen Wat den mensch belet zUn volle kracht
In dienst van God te stellen is 't egoïsme; de
mensch staat zichzelf in den weg Daarom is
't Legioen er op bedacht, de zelfzucht In al
haar ptiasen grondig uit te roeien. Zonder
hoog idealisme en aanhoudende zelfverlooche
ning houdt niemand t apostolaatsleven lang
uit, want volharding daarin is op zichzelf al
heldhaftig Daarom is er geen plaats in 't Le
gioen voor de egocentrische vraag: Mts ik
eenlg goed? ontbreekt mij eenige pret? waar
deert men mU?. zal die gebeurtenis die op mU
afkomt me onrust en last veroorzaken?
NatuurlUk begint men niet dadelijk met het
allerzwaarste werk Wanneer 't Legioen in 'n
nieuwe parochie z'n werkzaamheden aanvangt,
bejvaalt 't zich vooreerst tot eenvoudig, licht
werk. bv. huisbezoek om te welen iwe ka
tholiek is en wie niet, wie bUzondere zorg be
hoeft. welke kinderen de Zondagsmis verzui
men Naarmate de I>egionnairen ondervinding
opdoen en hun speciale bekwaamheden open
baren. komen moellUker vraagstukken aan de
beurt, ook de allermoeilUkste Een van deprln
clepen van 't I-egioen la, geen werk te taxee-
ren met „ondankbaar" of „veelbelovend' of
.hopeloosEen christen mag nooit wanhoiren
aan 't zielenheil van zUn naaste; in 't Legioen
zou dit een fataal standpunt zUn- *t Handboek
verhaalt van zulk „hopeloos geval.” 't Is den
stichter overkomen Toen Iemand aandrong om
te weten of hU ooit een hopeloos geval had
ontmoet, noemde hij een bepaalde persoon die
hU dacht in aanmerking te komen voor 't pre
dikaat .hopeloos 't Was een rosbeier van een
wUf; meer dan tien Jaar besteedde t Legioen
al zUn zorg om »e van den drank af te krU-
gen. Telkens als ze de stad Introk, kwam ze
dronken en schreeuwend terug In 't midden
van den nacht, gooide de ruiten in en gedroeg
zich slecht. Vier Legionnairen waren noodig.om
ze in bedwang te houden, zoo sterk was ze Als
ze haar al van ver hoorden aankomen, ver
bleekten ze. maar toch gingen ze. Op zekeren
dag. bU 't zien van 'n H Hartbeeld, bekeerde
ze zich plotseling en voorgoed.
Wanneer 't Handboek spreekt over zorg voor
de etlendigsten en diejistgezonkcnenzegt t:
„Men mag 't Legioen niet als tot volle ont
plooiing van zUn activiteit gekomen achten,
zoolang 't niet in persoonlUk contact staat met
eiken afaonderlUken boef van de plaats."
De Legionnairen. strUders van het Maria-
legioen. zUn idealisten. ZU willen heel de we
reld veroveren voor Christus door Maria Niets
minder dan dat Meer nog: ze vinden, dat ze
3 kunnen. Ze willen .groote dingen ondernemen
voor God" en ze bidden voor een Geloof dat
„onwrikbaar is al» een rota".
TegelUkertUd zUn 't de nuchterste werkelük-
heldsmenschen. Luister naar 'X Handboek: ..De
„gemeenerik de kwaadwillige, de haatdragende-
van-nature, de uitgeschopten en die-van-de-
„zwarte-IU»t van andere vereenlgingen en na-
„tles, de uitgewezenen uit de steden, met die
„allen zal men vastberaden volharden, in spUt
„van afsnauwingen, uitersten ondank en schUn-
Het is zeker geen toeval. dat het juist eea
Engelschman. G. K. Chesterton, was, die een
reeks korte verhalen schreef, onder den verza
melnaam „The club of Queer trades In geen
land heeft het clubwezen zulke afmetingen zie
in Engeland, maar bovendien komen waarschtjn-
Hjk in geen land zooveel „queer trades", zoo-
veel „vreemdsoortige beroepen” voor als in En
geland.
Wellicht is dit het gevolg hiervan, geluk een
Fransch waarnemer met groote scherpzinnig
heid opgemerkt heeft, dat de Engelsche geest
anti-professioneel, en slechts verwant aan het
amateurisme is, hetgeen verband houdt met den
vrijheidszin van het Engelsche volk, dat zich
zelfs in de uitoefening zUner beroepen liever laat
lelden door een ongebonden amateurisme du
door de strenge beroepsregelen. Aldus kunnen
ongetwUfeld vreemdsoortige beroepen ontstem;
of in leder geval kunnen normale beroepen in
den loop van den tüd vreemdsoortig worden.
Een andere oorzaak moet gezocht worden in
den Engelschen zin voor traditae, waardoor veel
dat tot vroeger eeuwen behoort als glorierijk
anachronisme bewaard blUft, en op zUn beurt
het aanzien geeft aan beroepen, die in het ka
der van onzen tUd ongetwijfeld vreemd aan
doen.
Men kan G. K. Chesterton geen gebrek au
levendige fantasie verwUten; toch zou hjj
waarschijnlijk de eerste geweest zUn om te er
kennen dat de zonderlingste beroepen, in zjjn
„club" vereenigd, nog heel normaal en alle-
daagsch lUken naast eenige van de vakken, die
in werkelUkheid nog beoefend worden.
Zoo is aan de Londensche Temple nog steedi
een „broodtirager" verbonden.
De Temple ls, zooals lederen bezoeker vu
Londen bekend zal zUn. een der vier Londen
sche „Inns of Court” of „PraktizünsgildenZjj
bestaat uit een enorm gebouwencomplex, een
soort Juridisch Kremlin, met binnenpleinen, ka
pellen. eetzalen, waarvan vele eeuwen en eeuwen
oud zUn. In de gebouwen zUn de kantoren vu
advocaten, deurwaarders en andere personen die
iets met „het recht” hebben uit te staan ge
vestigd. Eenige poorten geven toegang tot de
Temple, die, ofschoon voor een ieder toegan-
kelUk, particulier gebied ls. zoodat 's avonds de
poorten gesloten en door portiers bewaakt wer
den. die dan slechts toegang verleenen aan die
leden van het gilde, die „chambers” bewonen to
de Temple, iets waartoe uitsluitend vrijgezellen
het recht hebben. De portiers, die hooge hoeden
dragen, hebben ook andere functies; zoo moeten
zU in die periode», waarin de leden geacht wor
den hun gemeenschappelUk maaltijden te nut
tigen in de gothische eetzalen, welke er uitzien
als kapellen, een half uur vóór den aanvang van
het middagmaal door middel van hoorngeschal
waarschuwen. Eén dier portiers voert den titel
van „paynler" of brooddrager. ofschoon het niet
bekend is dat hü ooit een brood draagt, be
halve als zün vrouw hem er op uit stuurt. Maar
in vroeger eeuwen was het de taak van dezen
functionaris eiken dag met een mand (Fransch:
panier) van de Temple naar de naburige city
van Westminster te wandelen om brood te ha
len voor de leden van het gilde.
Deze belangrijke werkzaamheden zün sinds
lang overbodig geworden, maar een zoo eerbied
waardige instelling als de Temple schaft geen
eerbiedwaardige bedieningen af, en brood of
géén brood, een „paynler” of brooddrager zal
ten eeuwigen dage het budget der Temple blij
ven bezwaren. NatuurlUk laat zün functie, be
staande uit het niet-halen van brood, den be
ambte nog eenlgen vrijen tüd over, en dezen
besteedt hü aan het verrichten van portiers-
en andere nuttige diensten, die even overbodig
zün, en aan het dragen van een hoogen Hoed.
De vreemdsoortigste functies treft men aan in
de hoogere kringen, ofschoon men niet steeds
zeggen kan. dat zü ook werkelUk steeds „be
roepen” zün. Een lid van het kabinet is Lord
Privy Seal, zonder dat hü iets met een konink-
lük of ander „zegel” heeft uit te staan, of er
eenlg begrip van heeft wat hü zou moeten doen
wanneer hü zün functie moest uitoefenen. Dit
brengt hem 5000 p. st. per jaar op, maar even
als van den „paynler” (die echter minder ver
dient) wordt van hem verondersteld, dat hij
zün vrüen tüd ten algemeenen nutte aanwendt.
De tegenwoordige Lord Privy Seal (die volstrekt
geen Lord behoeft te zün) is minister voor bln-
nenlandsche verdediging; Anthony Eden was,
voor hü Foreign Secretary werd. Lord Privy
Seal, en maakte zich verdienstelük als een soort
diplomatiek handelsreiziger.
De .Master of the King’s Musick” (het laat
ste woord moet ouderwetsch met „ck" geschre
ven worden) is een musicus, die nog nooit een
blik geslagen heeft op de "muzikale bibliotheek
des konings, en die bovendien bü koninklijke
feesten en andere nationale gelegenheden niet
verplicht is een feestlied te componeeren. Welke
beroepsplichten nog meer op he"i drukken, weet
niemand; hüzelf waarschünlük ook niet.
Er zün tientallen zonderlinge beroepen, nede
rige zoowel als verhevene, maar alle hierin met
elkaar overeenkomend, dat niets onder hun af
schaffing lüden zou, behalve de traditie. En
deze is. alles wel beschouwd, zulk een steunpi
laar van Groot-Brittannië's macht en glorie, dat
afschaffing gelük zou staan met een poging tot
nationalen zelfmoord.
Het zonderlingste aller zonderling^ beroepen
bekleedt de 80-jarige Mr. Chummy Barden, van
Winchelsea.
Hü is „Looker-out” of „ultküker”.
Winchelsea is een der doode steden van Sus
sex. Evenals het naburige Rye lag, het in de
middeleeuwen aan zee, en het was een zeer be-
langrüke havenplaats. Tengevolge van aanslib
bing evenwel kwam het steeds verder van de
kust af te liggen, en het is thans een „ville
morte” geworden.
Vüfhonderk jaren geleden, toen Engeland en
Frankrük elkaar voortdurend beoorloogden,
werd besloten dat te Winchelsea een burger be
last Zou worden met „uitküken naar de Fransch»
vloot”. ZUn volledige titel luidde„Looker-ouf
for the French Fleet”. De benoeming of ver
kiezing geschiedt jaarlüks door den gemeente
raad. maar heeft de ..Looker-out’' zün moeilük»
functie naaf behooren waargenomen, dan kan hü
ervan verzekerd zün elk jaar herkozen te worden.
Deze dagen werd Mr. Barden dan ook op
nieuw benoemd. Sinds meer Jan vüftig Jaren
schrijdt hü, het hoofd gedekt met een hoogen
hoed en een küker onder den arm. tweemaal per
dag naar de kust en spiedt daar den horizon af
naar de Fransche vloot. Zelfs gedurende den
oorlog van 1914'18 nam hü dezen vltalen post
gewetensvol waar. Heeft hü lang genoeg door zün
küker over de zee getuurd, dan keert hü naar
het stadje terug om op het stadhuis rapport uit
te brengen.
Onlangs voer toevallig een Duitsche vloot
door het Kanaal, maar deze behoort niet tot d»
competentie van Mr. Barden, die als ..Looker-
out for the French Pleet” uitsluitend voor ae
Fransche vloot aangesteld is. Mocht het
blüken ook een ultküker naar de Duitsche vloot
te benoemen, dan kan hiertoe nog altüd
gegaan worden; over 500 Jaar zal dan ook dit
beroep genoeg „traditie" hebben om onontbeer-
De katholieke mlnister-preaident van
Australië. Mr Joseph Aloysius Lyons, is.
zooals men weet, in April overleden. WU
hebben toen den overleden staétaman in dit
blad de hulde gebracht, die van katholieke
rijde vooral hem woo ruimschoots toekomt Veel
heeft hü in 8Un 'even tot stand gebracht Dlk-
wü>s heeft hü verklaard, dal hem dit.kwalük
mogelük zou zün geweest, als hü hlet lo zün
werkzaam en moeilük leven de hulp en onder
steuning had ondervonden van zün vrouw Enld.