koenraad van parzham n VOOR TWINTIG JAREN De heilige portier h regiem SINT WILLIBRORD Hongarije onder bolsje Een stil en uiterlijk vlak leven KOLONISATIE IN SURINAME In üroeger jaren De figuur Dan Bela Kun a E Zijn oudste leoens- beschrijDingen F p a A? 3^5"' Het ouderlijke huis van Koenraad van Parzham Politiek zedenbederf Maw L I 1 T! AnaAljji iiuiïiïïiiijih 1 i I ■I i weglating van de omstandigheden, die aan Van I uur ti binnen de zwakkere broeders bezweken. S UW >M i VtaW hoe ging het, ala Hans bij de ria. reel bleek lang niet gemakkeiyk, dezen blon deer la. di 1 met h t (J mburf pa. 1 1’0» «9* U» da» l Mtf I gabase 34 Mk nca, 34 :heiyke ondernemln- Bonder overdrijving ongunstig. nemen. 0. M j Is lang niet eenvoudig om te schrijven Koenraad van Parzham. den heiligen por- naar geen compromis, gebleken Alcuin. verder laten uur t» inbcaé am. >eB •rtta naar berusten Amsterdamsche Compagnie uit- ei 1» d. r. k naar nder de mensch gen, dit durf ik zeggen, is er geen, die hooger en edeler kan genoemd worden, dan de op richting van een Univeralteit. Kardinaal Newman in «yn lezing over .Christendom en wetenschap pelijk onderzoek". een aandeel hadden In de oesen- prijk- van C e» i begryp niet hoe de aanrtj- gebeurd is, maar misschien hoeren we ’•navond wel bij de nieuwsberichten!" zids\elijk iJtgewekl| Jen dage aldus „Sa A Op de e, phle besten kader van hA van den ,Jield\ bewondering m< volging van de zijn levensloop in tweemaal niet de rondom het missiewerk, als een biyk vanwaar- deering en een waarborg voor verdere uitbrei ding. Over Radboud en andere moeilijkheden waarop de misslonneering van Friesland stiet, vertelt hij niets, en ook heeft hij geen woord over Winfried-Bonifaciua Diennlettegenstaande is zyn werk geenssins waardeloos. Hij beschikt over een rijk feiten materiaal en zijn werk dateert van ongeveer l«kken hadden, de beenen namen. Met de over blijvende acht trok Kun Inderdaad naar het front, maar na drie dagen zijn zij weer in St. Petersburg. Hier wordt Bela Kun spoedig een vertrouwde van Lenin. In 1918 zet hij te Mos kou een congres van krijgsgevangenen in el kaar, waarvoor hij zich de som van 48.000 roe bel laat uitbetalen. Ook nu echter schijnt hy het met de afre kening niet al te nauw genomen te hebben, want in een openbare vergadering wordt hij door de volksgenooten als langvinger aan de kaak gesteld. Toch wordt aan Bela Kun de zorg toevertrouwd voor de Inrichting van cui- sussen voor volksleider; voor verschillende groepen worden zulke cursussen gegeven, zoo voor Hongaren, Roemenen, Franschen. Tsje chen, Duitschers en Finnen. Voorts berust bij hem het presidium van de bultenlandsche com munistische troepen, in welke kwaliteit hij niet onverdienstelijk van bolschewistischen kant bekeken dan altijd schijnt te hebben gewerkt. Het was tenminste een feit, dat bjj degenen die in het Roode Legerdienst namen de Hongaren verre in de meerderheid waren en men vertelt zelfs, dat het Sowjet-regime In kritieke oogen- blikken vaak zijn redding aan de Hongaar- sche communisten te danken heeft gehad. Eeni- ge weken na de Karolyl-revolutle keerde Bela Kun onder een valschen naam en in de aange nomen hoedanigheid van militair arts naar Boedapest terug, met, in zijn zak, het slordige bedrag van 300.000 roebel, hem door zijn Rus sische vrienden verstrekt, om de communisti sche agitatie in Hongarije op gang te brengen. Wanneer hij over nieuwen aanvoer van mid delen wenschte te beschikken en Bela Kun wist met het geld wél rggd dan had hij maar aan te kloppen bjj het Russische Roode Kruis in Weenen; naar zijn eigen verklaring zijn hem van November 1918 tot aan ’t begin van de dic tatuur van het proletariaat in Hongarije, in Maart 1919, twaalf millloen roebels door de banden gegaan. In het begin was zjjn succes niet bijster groot. De opgewonden taal van zijn „Roode krant" Amuseerde de menschen meer dan -dat zit er van schrokken en op de streng-vertrouweljjks bijeenkomsten, welke hij belegde, om de Hon garen met de methoden van de Russische re volutie vertrouwd te maken, verscheen slechts een handjevol intellectueelen. De arbeiders self lieten hem vierkant links liggen. En zelfs by de soldaten, die het oude rangenstelsel reeds lang overboord hadden gegooid en door soldaten raden hadden vervangen, was hij maar matig ge tapt, hetgeen de mislukte Putsch van 1 Januari 1919 bewees. Dien dag stelde Bela Kun zich aan het hoofd Onder de gebieden, die in aanmerking zou den komen om Joodache uitgewekenen op te nemen, wordt ook Suriname genoemd. De voorstanders wijzen er op, dat zij daar geloofsgenooten zullen aantreffen, die indertijd uit het toen onder Spaansch bewind gekomen Brazilië gevlucht, gastvrij werden opgenomen in Suriname. De tegenstanders meten breed de moeilijkheden uit. die zich zullen voordoen, wan neer menschen. die aan eep leven zonder veel lichamelijke Inspanning gewend zijn, land moe ten ontginnen in een tropisch klimaat. Deze moeilijkheden zullen zich echter ook voordoen in de gebieden, waarover eenige maanden gele den in ’t Engelsche parlement gesproken werd. Intusschen worden de onderhandeltngen over het aandeel, dat Dultschland zal bijdragen in de kosten, op de bekende wijze voortgezet. Er zal dus nog heel wat water naar de zee ge stroomd zijn, als de eerste kolonist haar over steekt. In den tijd der zeilschepen ging het waarlijk nog sneller, want de poging van de West-Indl- schë Compagnie in 1663 om kolonisten te wer ven voor haar volksplanting te „Cayane. ghe- legen aan de vaste, wilde kusten van West- Indten", had binnen het Jaar succes Men zal zich afvragen op welke voorwaarden de menschen indertijd scheep gingen, om hun geluk te gaan beproeven in een ver en vreemd land, zonder dat zij om der wille van geloof of ras vervolgd werden. Hierover geven de „Condition die door de Heeren B e w 1 n d t h e b b e r e n presenteert worde n". en die onder de archiefstukken der Kamer van de West-Indische slultsel. Om te beginnen zorgde de een 50-tal Jaren na den dood van Wlllibror- dus, toen het nog mogelijk was rechtstreeksche getuigen op te roepen. De Vita 8. Willibrord van abt Thlofried van Echtemach ontstond tegen 1100. Dit door hem opgestelde „Leven” is ingedeeld in 36 hoofd stukken. Ook hij bedoelde voor zijn klooster lingen den lol te zingen van den eersten abt van het sticht en hun een devote lezing te be zorgen. Naast de Vita van den lerschen mon nik. welke ook onder zijn bereik schijnt geweest te zjjn, gebruikte hjj natuurlijk het werk van Alcuin. Ook herlei.dde hij in zjjn werk de ge gevens bezorgd door Beda. de berichten van Willibald in zijn leven van den H. Bonifacius. Vooral maakte hij gebruik van de vele blzon- derheden over Willibrordus welke lagen in den oorkondenschat van zijne abdij. Verder ont leende hij hagtologische vormen aan andere Vita's, om. van den H. Willhad door Anscha- rius, tot zelfs uit de Vita Amelbergae door een Gentschen monnik van de St. Pietersabdij. Zijn werk wordt een biographie van waarde, waar in veel nieuwe gegevens naar voren komen. Naar het voorbeeld van Alcuin schreef hij ook een sermoen voor den feestdag van den Hei lige en zette zijn leven in verzen om. Nog bestaat er een Leven, geschreven een monnik, genaamd Echebert of Egbert, een kloosterling van Echtemach. Het werd opge dragen aan een der opvolgers ven abt TÏvlo- fried, Gerard II (1157—1173) Men heeft Eche bert een huichelaar en afschrijver genoemd: Hij zou vrij ongewijzigd alles overgenomen heb ben wat Alcuin schreef, en zijn redactie als een nieuw werk hebben voorgedragen. Maar de voorrede van Echebert bewijst voldoende dat hy rechtzinnig zijn verhandeling heeft aange boden: „Zijn abt Gerardus kon het werk van Alcuin niet goed luchten en vroeg Echebert om een nieuwe redactie. Meer dan eens herbegon deze zijn redactie. Toen hij echter op dreef was. begreep hjj dat zijn opzet nutteloos was en vervaardigde hij een „novus sermo", dat niets bijzonders om het lijf had en felteljjk een inkorting was van het werk van Abt Gerardus kon dan ook door een overschrijven van deze Vita, het werk voltrekken." Wjj vatten deze uiteenzetting samen een paar opmerkingen: Echtemach in het be zit van de graftombe en de relikwieën van St. Willibrordus. Is ook de abdij waarin een eyelus van heiligenlevens, den Stichter ter eere. is ontstaan. De productie heeft een speciaal ca chet: in tegenstelling met zooveel heiligenle vens uit die tijden, die slechts een samenraap sel zijn van legenden en verdichtsels, berusten deze levens van Sint Willibrordus nogal op vaste gronden, waaruit de figuur van den Apostel der Friezen glansrijk te voorschijn komt. van een bende van ongeveer honderd man. meest werkloozen. ontsnapte gevangenen en Russische kruisge vangenen, dringt met hen een kazerne binnen en begint tegen degenen, die uit nieuwsgierigheid voor de ramen verschijnen, een speech af te steken. Plotseling zijn bende een andere kazerne binnen, waar hij weerklinkt een schot, dat het sein is voor een geanimeerd vuurgevecht tusschen soldaten en communisten. Bela Kun kiest het hazenpad en trekt met een nog droeviger figuur slaat, want hjj wordt door de soldaten gevangen genomen. Tever geefs probeeren zijn lotgenooten de kazerne te bestormen en hun voorman te bevrijden, maar hij wordt eerst later, op voorspraak van een zekeren Poaany, vrijgelaten. Deze Pozany, oie zich voorzitter van een soldatenraad noemde, stond aan het hoofd van de bende, die op 30 October Graaf Tisza vermoordde. Na een opstootje, waarbij acht polltie-agen- ten het leven laten, wordt Bela Kun gearres teerd en door de politie, die haar gevallen kameraden wil wreken, zoodanig afgetuigd, dat hij naar een ziekenhuis moet worden over gebracht. Op een oogenbllk, dat de blnnenlandsche toe stand in Hongarije het toppunt van verwarring naby gekomen la, krijgt Bela Kun in de gevan genis bezoek van Böhm en Kunfl. die met hem bespreken wat er gedaan moet worden om in Boedapest de Radenregeering uit te roepen Nadat dit alles prompt is uitgevoerd en Karo- lyl tot aftreden is gedwongen, verlaat Bela K'in in triomftocht de gevangenis en binnen een kwartier tijde is hy van gevangene staatsbe stuurder geworden, lid van de Executieve, volks commissaris. Het voorzitterschap draagt hij op het geld is het bijzonder droevig ge- maar dit belet den machthebbers niet om wat er na financiering van het tot in het ongerijmde opgevoerde contrAlesysteem nog overblijft te bestemmen als subsidie voor in het buitenland te voeren bolachewlstlsche pro paganda. Tamelijk groote sommen verhuizen op die manier naar Oostenrijk. Roemenië, Tsje- cho-Slowakije, maar» vooral naar Dultschland. met name naar Hamburg en München, welke steden Bela Kun zoo belangrijk acht, dat hU zich in eigen persoon belast met de organisatie van de revolutie aldaar. Alles wordt gesocialiseerd tot de kunst en de literatuur volgende Een mlddeleeuwsche biographie mag geens- gesteld worden met een critlsch ;te levensbeschrijving, gelijk zij heden \erelscht wordt door de wetenschap, :ta Maria.” Aste plaats was dergelijke biogra- tot godvruchtige lezing. In het historisch levensverhaal werd een voorstelling gegeven welke lest baren en aanzetten tot na- neldhaftlge deugden waarmede zijn levensloop vereuld was. Die biographieënjwaren dan ook in een spe- cialen vorm gegeten, welke gestereotypeerd te rugkomt: De voorzeggingen rondom de geboor te. een reeks wonderen in het verloop van de levensdagen, maar dan vooral de bekroning van het heilige leven door mirakelen rondom het sterven en na den dood. Omdat de glorie van den Heilige ook de in stelling waaraan hij verbonden was, een bis schopszetel. een klooster enz. moest omgloren, wordt ruim gebruik gemaakt van het mirake lenmateriaal. Deze waren wellicht echte ge beurtenissen uit het leven, maar men schroom de er niet voor aanvullingen te ontleenen aan biographieën die reeds in omloop waren, en daarbij de inbeelding haar wegen te laten gaan. In het licht van deze conceptie moeten wij de levensbeschrijvingen van den H. Willlbror- dus beschouwen. Ook hier vinden wij de ge wone reeks wonderen terug, welke wieg en doodsbed omringen. Ook gedurende het leven van den Heilige hebben wjj de noodige reeks verhalen, welke het bewijs leveren van de heiligheid van het personage. Merkwaardig is het dat al de mirakelen van den heiligen Wil librordus zich bepalen tot wondere zaken rond om putten met water, rondom wijn en drlnlj- aangelegenheden, zoodat later de herbergiers hem tot hun patroon hebben gekozen. Heel het verhaal is verder ingekleed in een vorm, die het geschikt maakt voor de bedoelde geestelij ke lezing. Verder moet echter gezegd worden, dat de biografen van den H. Willibrordus steeds een sober gebruik hebben gemaakt van het wonder bare. Men kent drie Vita's van den Apostel der den, zachtmoedlgen, maar uiterst gereserveer der! jongeman te verstrikken in de netten der galante conversatie. Veel rozige illusies zijn een weinig romantischen dood gestorven, als ze zich zoo innig belachelijk voelden na Hans' eeuwige repliek: „Sel brav und tu' fleiszlg beten!" Hoor eens, een boerderij is geen kiooeter en toen, Hans ook nog veel en streng ging vasten vonden de broers dat het tijd werd, om eens te gaan praten „als mannen tegenover elkaar” Op een boerderij hoort een fiksche bazinne. En dan moest er op de Venushoeve toch een stam houder komen en blozende dochters. Zie je, léven moet er zijn, welvaart en bedrijvigheid Zoek Je een vrouw, beste jongen, het is niet goed, dat de mensch alleen zij. Je kunt met een vrouw immers ook wel bidden? Hans hoefde over een antwoord niet meer na te denken. God had hem Zjjn weg reeds getoond en die leidde Nu het priesterschap onbereikbaar was. wilde hy leekebroeder worden. Dat waren tenminste ronde woorden. Daar heeft een boer houvast aan. Waar God roept daar valt immers voor menschen niets meer te delibereeren? En onmiddeliyk waren de Oe- schwister solidair. Maar de oversten van diverse kloosters leg den byzonder weinig interesse aan den dag voor toekomstige heiligen. Ze keken allemaal precies eender als die' rector van het gymna sium een paar Jaar geleden, en ze hadden ook allemaal datzelfde machtelooze. maar welspre kende gebaar en dat zelfde pijniyke zinnetje, dat begint met: „Tot myn spijt moet ik u zeg gen. Toen de broers dat veelbelovend begin juist één keer te veel gehoord hadden, keken ze el kaar verdrietig aan. Ze hadden te doen met den jongeren broer, die alle deuren gesloten vond. Maar Hans zelf had onzen lieven Heer begrepen. „God laat me niet in den steek. Hy heeft al lang myn plaats bepaald, maar ik moet toch wachten, tot hy me die aanwijst?" Het was in dien tyd, dat de heilige priester Dullinger uit Algen aan de Inn. zyn biechtva der werd. Die schijnt niet alleen begrepen te hebben, wat een bevoorrecht menschenkind zich aan zyn zorgen toevertrouwde, maar hy bleek ook zeer goed te weten, wat een heilige toekomt. Negen Jaar lang liet hy zyn geduldieen poenitent om de acht of veertien dagen den vyf uur langen weg naar Algen afleggen, des zomers en des winters, 's Nachts om één uur stond hy dan op. communiceerde onder de Mis van zes uur en legde, nog kltyd nuchter, ook den terugweg te voet af. Hans Blmdorfer h4d ruggegraat. Elndeiyk schreef de biechtvader naar den gardiaan van het SL Annaklooster te Altötting en pater gardiaan antwoordde, dat Hans Bim- dorfer dan maar zou komen. Nu God hem zyn plaats gewezen had. was het Evangelie verder duldeiyk genoeg. Hy ver kocht wat hy bezat, gaf een deel aan den pas toor tot uitbreiding van het kerkhof en ver deelde de rest onder de armen. aan Alexander Garbai. een vrywel onbekend in dividu. zelf laat hy zich volkscommissaris voor bultenlandsche aangelegenheden noemen, maar door dit naïeve bedrog laat niemand zich be dotten. Hy is de baas, hy en geen ander. Het bolschewistische machtsapparaat zet zich dsn in gang. Troepen voor „speciale” diensten worden gevormd, aan het hoofd waarvan een zekere Csemy komt te staan, een volbloed Ma gyar van athletiscben lichaamsbouw, en vroeger leerbewerker. Door Bela Kun naar Rusland gestuurd om ter plaatse de terroristische orga nisatie te bestudeeren keert hy vandaar terug, niet alleen volleerd in de toe te passen me thoden maar in gezelschap van tachtig gedl- olomeerde beulen, die als „instructeurs” dienst zullen doen. De troep dyt spoedig uit. In het begin zijn er 200 straatroovers bij aangesloten, maar dit worden er al gauw 700. voor het meerendeel onderdak gebracht in het Bathyany paleis, dat in Lenln-kazeme is omgedoopt. In aansluiting aan de benaming van hun tehuis noemen deze beulsknechten zich Lenin-Jongens. Het zyn alle donkerultsiende kerels, blonden zyn te gevoelig meent de heer Csemy die een ge heel lederen uitrusting dragen, met een geweer zijn bewapend, verder nog een revolver, een lang mes, zooals by het slachten van varkens wordt gebezigd en een paar handgranaten by zich hebben. Hun kazernes, later wordt ook het Hunyady- palets als zoodanig gebruikt, staan weldra be kend als moordholen, waar de schandelykste ransel- en martelpartijen voorvallen. Als er een byzonder lastig karwei valt op te knappen, slaat men buiten een motor van een auto aandéérboven uit hoort men immers niet licht het geschrei van gefolterden. Heel Boedapest hangt vol met proclamaties van de Executieve en onveranderiyk luidt het slot van al deze; Overtreding wordt met der dood gestraft. Terechtstelling ter plaatse. Met steld, als er gevochten moest worden, gevochten «orden tot den laagten droppel bloed. De arbeiders moesten, als de wind, uit de Al is een menr~h geneigd den tyd, waarin hy leeft liever naar den dag van morgen den naar dien van gisteren af te meten, in de rusti ge oogenblikken, welke hem, zelfs in een zoo gesfiannen periode als die van thans, nog wor den gelaten, haalt hy zich soms, hetzy ter lee ring, hetzy ter bemoediging, een periode voor den geest, die een nog grootere spanning kende Kiezen wij voor ditmaal de nu al weer twin tig Jaren achter ons liggende periode van de bolachewlstlsche terreur, welke 't door den oor log al zoo nameloos getroffen Hongarye teis terde. Met tot de ineenstorting van het geordende leven in het oude Magyarenryk leidden, hebben wy er ons voornameiyk toe bepaald de figuur te be lichten van den man, die by dit duivelsche werk van ondennyning en omverwerping op den voorgrond trad, den man, wiens uiteriyke verschyning een afspiegeling was van wat erin een menschenhoofd en -hart aan cynisme en sadisme huizen kan, Bela Kun. Wie was deze Bela Kun? In hun boek „Quand Israel est rol” geven de gebroeders Tharaud van hem de volgende bc- achryving: kogelronde, glad-geschoren schedel, spitse, «sn het hoofd afstaande noren, groote, uitpuilende oogen, een korte neus, ongewoon sensueele lippen, een breede mond, bijna geen kin, een hoofd als een eb Vóór den oorlog was hy ’n onbeteekenende journalist, die losse berichten leverde aan ver schillende kranten. Na een tydje van het too- neel te zyn verdwenen, duikt hy plotseling op in Klaussenburg als secretaris van een arbel- dersvereeniging, waar hy, wegens vermeende verduisteringen, werd ultgestöoten. Ware de oorlog niet uitgebroken, dan zou hy. wegens het gepleegde vermogensdelict, voor den rechter zyn gedaagd; nu neemt hy dienst, strijdt aan het Karpathen-front en wordt in 1918 gevangen genomen. In een Siberisch gevangenenkamp leert hy Russisch en al heel gauw na de Kerenski-re- volutie zien we hem in gezelschap van den be- ruchten propagandist Radek, denzelfden, die later zulk een belangryke plaats zou innemen by het Volkscommissariaat van bultenlandsche zaken te Moskou. Met hem richtte Bela Kun een Hongaarsch weekblad op „De internationale Socialist”, waarvoor hy een .subsidie” van 20.000 roebel ontvangt. Uit het brein van Kun spruit ook het plan om uit krygsgevangenen een internationaal bataljon te vormen, voor welk doel hy 30.000 loebel krygt toegestopt. Er meldden zich echter slechts 30 vrywllli- gers, van wie er 22, nadat zy hun handgeld te het Capucynenklooster te Altötting in die dezer dagen zyn hemelschen ver- vierde. I Aan den psycholoog biedt dit stille leven geen zetourmenteerdheden of complexen, geen manningen en geen gespletenheid. Uiteriyk Sk kleurloos boeit het den verteller niet I door de bewogenheid van het hevig avontuur. Sereen en blank ligt het open, in zyn klaarheid het witte licht van den hemel spiegelend, Gods eigen eenvoud, en toch geheel ontoegankeiyk wr wie het niet nadert met dien stillen ichroom voor Gods diep geheim, dat zelfs de engelen niet peilen kunnen. Men zou iets moe ten hebben van een dichter, maar meer nog ran een heilige, om dit ootmoedige leven te treffen in de kern van zyn zuiver wezen. Maar zoo gaat het met deze inleiding den rarkeerden kant uit, zooals alles wat ik over I goenraad las den verkeerden kant uitgaat. De nrygzame portier brengt al zijn haglographen un het 8espiegelenen trekt zich dan be- rcheiden terug. Het schijnt byna niet mogelijk, om wakker, concreet en op den man af te ichrijven over dezen eenvoudlgen man, die niet inden wist, dan dat het zyn nederige taak op „nta <as, God en de menschen te dienen, op den achtergrond van leven, als de geringste ran allen. Eén van de paters, die met hem hebben geleefd, antwoordde op de vraag, hoe de heilige er uit zag. dat het hem erg speet, Mir hij had Koenraad eigeniyk nooit behoor lijk aangekeken. Iemand, die zyn biographen zoo weinig ro mantiek belooft, schynt er als het ware om te vragen, den volke gepresenteerd te worden als een zoeten jongen, die niet beschikte over vol doende lef en spirit om iets anders te zyn. Deze vrome fictie wordt evenwel morsdood geslagen door het homoeopathlsch argument, dat de jonge Hans Blmdorfer er zyn kamera den toe kreeg, onder weg naar school met hem den rozenkrans te bidden. De conclusie ligt voor de hand, dat hy, als aspirant-heilige, een fijne kerel geweest moet zyn, die door de aantrek kelijkheid van zyn gave natuur, door de no blesse van zijn vriendschap en door dat half dozijn kranige en beminnelijke deugden, dat vroomheid pas acceptabel maakt, iets in te bren gen had. Ook pleit het voor de „echt”held van zyn deugd, dat zyn vele broers en zusters, die lis gezonde boeren de aarde 'bewandelden op een paar stevige voeten, biy waren met dezen vromen broer en hem rustig zyn gang Heten gun. Wat kon trouwens de nuchterste mensch vbor bezwaren hebben tegen een zoo eenvoudige heiligheid als die van Hans Blmdorfer, die zyn werk van boerenzoon zeker niet slechter deed dan anderen. Misschien had hy zelfs meer trouw en toewüding. want was dit harde werk, in de koele heeriykheid van jonge lentemor gens en in den brand van barre Augustusdagen, bij het zingende koren, dat zyn stille gedachten de verte inruischte, niet zyn aandeel in het bedrijf van de menschen, dat onze lieve Heer hem had toevertrouwd? Kon er iets natuuriy- ker en blijer zyn dan dit leven, dat de bloemen liefhad en den geur van het land, het lied van de vogels, de klaarheid van den hemel en de goedheid van de menschen? God was hem zeer nabij en het leven was ruim en goed, zoo goed als het voor geen sterveling blyven kan. Het begon met een bittere ontgoocheling. In den vrede van lichte dagen, in de overgave van ernstige nachten, als hy waakte en bad, in de heldere aandacht van bitterkoude wintermor gens. als hy in Weng, in Griesbach of St. Wolf gang de H. Mis bywoonde, was het verlangen gegroeid om priester te worden. De familie had geen bezwaren, maar de rec tor van het gymnasium had ze wel. Wat moest hij beginnen met den 19-jarigen boerenzoon, die nog geen Dominus vobiscum ontleden kon? De dorpsschool in Weng had maar voor een minimale ontwikkeling gezorgd en de wat een zelvige jongen, met zyn stil gezicht en niet «eer vlotte manieren, maakte niet den indruk, dat hij Tacitus in spoedcursus-tempo onder de knie sou krygen. De rector boorde dus zyn asce- tisch-endoorgrondelyken blik in den verlegen candldaat en zei dat het niet ging, omdat hy te oud was. Daarmee begon de miserie. Hans moest aan de toekomst gaan denken. Dat vonden aller eerst de broers en zusters, die hem hadden be stemd om bezitter van de Venushoeve te wor den, zonder evenwel de neven-intentie te koes teren, Beleren met een klooster te verryken. Een ongetrouwde Hans Birndorfer evenwel.... dat beloofde weinig voor landbouw en veeteelt. wu het niet meer dan eens gebeurd, dat hy een voer hooi de sloot ingemediteerd had? En hoe ging het. als Hans by de paarderr en koeien moest survellleeren Na een half uur ’*s hy meestal aan zyn grazende onderhoori- fen ontslagen. Nu waren de Blmdorfer koelen •el zeer geordende wezens, ganscheiyk onhei lig gebonden aan aardsch gras, aardsche lyn- koeken en een comfortabelen stal, zy waren vriéndelijk genoeg om Hans te waarschuwen, vanneer zy vonden, dat hy zyn dagtaak als geëindigd kon beschouwen, maar het behoorV Beieren nu eenmaal niet tot de goede zeden, “t het vee den herder hoedt. Aan de toekomst dachten voorts de vaders *n moeders van huwbare dochters, die om be trijpelijke redenen den toekomstlgen bezitter **n zooveel welvaart veel te goed vonden voor *n levensstaat van zonderling en vrügezel. Aan de toekomst dachten ten slotte de huw bare dochters zelf en zij waren gaarne bereid, a'tlglyk met de genade mee te werken. Maar het kl—l. i compagnie voor vruen overtocht van de volksplantera met hun bagage; maar de reiskoeten moesten geretour neerd worden, wanneer de kolonisten weer n»ar Holland terug wilden keeren of op een andere plaats hun geluk dachten te beproeven. Aangekomen te Cayane (nu als Cayenne een Fransche kolonie) kreeg een ieder zooveel land ten geschenke als hy in vier Jaar noodlg zou hebben; mocht na afloop van dien termün een gedeelte niet in cultuur gebracht zijn, dan nam de compagnie dat deel weer in bezit Men verzekerde hun tevens vrtidom van be lasting voor den tyd van tien jaren. „De tien den en andere heffingen” «ouden in de volgen de periode van tien jaar slechts voor de helft aan de compagnie ten goede komen en voor de andere helft besteed worden aan het uitvoeren van werken van algemeen belang. Daarna waren de voordeelen geheel voor de compagnie. Mocht een van de kolonisten een zllvermyn of een goudveld ontdekken, dan zou hy daar gedu rende de eerste tien Jaar geheel alleen profyt van trekken; daarna zou de compagnie met 10 pet. der winst genoegen nemen. Voor het invoeren van gereedschappen, meu belen en alles wat de volksplanter nog noodlg dacht te hebben, behoefden geen rechten be taald te worden en voor de producten van zyn land zou geen uitvoerrecht geheven worden Ook het probleem der arbeidskrachten werd door de compagnie opgeloet: zli steldé nameiytr zooveel negerslaven beschikbaar als noodlg zouden zijn „tot een civiele prys', in kleine ter- mtjnen betaalbaar, zoodat men na vlif jaar ztjn slaven geheel had afbetaald. Deze voorwaarden waren niet maar men moet in aanmerking nemen, dat velen kolonisten een kort leven was beschoren,1’’» daar zy totaal niet ingesteld waren op een ver- biyf in een tropisch klimaat, warmer gekleed waren dan wy by guur weer, en de koorts niet met kinine, maar met brandewijn moesten be strijden of sterven. De termlin van vier jaar, die in de „conditiën" eenige malen herhaald wordt, toe. Waar dit op uitloopt laat het «ggj gul wej net tydsverloop geweest ztin. waar Nederlanden. Die van Alcuin, die van Thlofried en die van den Monnik Echebert. Alcuin schreef het leven van den eersten abt van Echtemach op verzoek van Beornrad, bis schep van Sens en abt van Echtemach, die evenals hy zelf een ver familielid van Wil librordus was. Het ging dus hier om de glorie van de familie. Verder was de Vita bestemd voor de lezingen by officie en „collatie” van de monniken van Echtemach. Het moest in hen een fiere bewondering doen ontstaan voor den grooten abt en aartsbisschop, die stichter was van hunne abdy, en wiens glorie, tyde- lyke en eeuwige, uitstraalde over Echtemach. Daarom is de Vita doorweven met het boven- natuuriyke. Toch moet men zeggen dat Alcuin in de ge legenheid was traditioneel de historische gege vens rondom zyn held te vergaderen. Hy was geboren te York omstreeks 735 en overleed te Tours op 19 Mei 804. Zelfs zou hy te züner beschikking gehad hebben een party gegevens aanteekeningen, als het zelfs niet een eerste redactie van een Vita was, welke inmiddelc verloren ging. Aldus toch verhaalt de tweede biograaf, Thlofried, die beweert dat Alcuin over een opstel beschikte dat hy moest zuiveren van de plompe taal en onsleriyke uitdrukkin gen. Naast de Vita in proza, vervaardigde Al cuin ook een Vita in versmaat, ten dienste van de leerlingen van de kloosterschool in Echter- nach. Tevens stelde hy een homilie op, be stemd om uitgesproken of gelezen te worden op de verjaring van den sterfdag van den Hei lige. Door het feit dat hy gedurende zyn ver- blyf in Brittannië eenigen tyd abt was van het klooster, was hU in de gelegenheid geweest inlichtingen te hebben over de prilste jaren van den Apostel. Toch heeft zyn werk niet de volle histori sche waarde, welke men verwachten kon van den ontginner der Carolingische Renaissance in Franconië. Hy verzwygt het bestaan van 't werk van Beda en de gegevens daarin voor handen. Hy spreekt diet over het werk van den lerachen monnik van Echtemach dat hy zou benuttigd hebben. Hy vermeldt twee gezellen van Willibrordus, Egbert en Wigbert, maar weet niets te vertellen van hun missie-arbeid Friesland. Hy weet niet dat Willibrordus In Rome is geweest. Hij vermeldt menigvuldige schenkingen ontloken voorbeeld duldeiyk zien. Een groep van schryvende vriendjes wordt als geniaal be schouwd. aan deze wordt het hoogste salaris uitbetaald zonder daaraan de verpUchtlng te verbinden voor dit geld ook eens iets te schrij ven. Een genie dwingt men niet! Een tweede categorie is die van literaire koe lies, die schryven wat hun opgedragen wordt, maar omdat zij werkelijk schryven in een la gere salarisklasse worden ingedeeld. Tenslotte de echte literatoren, wier ideeën niet heejemaal met de bolschewistlsche overeenstemmen; hun wordt het laagste salaris uitbetaald maar met de bepaling erby, dat zy den dop maar liever op hun vulpen moeten laten. Theaters en bioscopen worden gratis toegan kelijk gesteld, toegang wordt verleend op ver toon van de lidmaatschapskaart eener organi satie. Samenstelling der programma's wordt „van hoogerhand” geregeld en Iedere voorstel- l.ng wordt, aonder mankeeren, besloten met het optreden van een conferencier, die het ge ëerde publiek de zegeningen van het nieuwe bewind aanpryst. Het geëerde publiek gelooft het echter wel cn al spoedig moet men er dan ook toe over gaan den conferencier tusschen de verschillen de programmanummers te laten optreden, want komt hy aan het slot, dan heeft iedereen zich cl naar den uitgang gehaast. Maar laat ons tot den hoofdpersoon van deze trieste episode uit Hongarye's geschiedenis, laat ons tot Bela Kun terugkeeren. De Roode Feestdag, de eerste Mei van het jaar 1919. zou voor het communistische Boe dapest een hoogtydag, maar toch ook een dag vin veel bezorgdheid worden. Heel de stad scheen van boven tot onder in het rood te zijn gezet. In ieder huis was een vertrouwensman, die erop toekeek, dat men de raamiysten en ko zijnen toch wel rood genoeg maken zou. Om alle gedenkteekens, die aan den voorbyen bur- geriyken, kapltalistischen tijd herinnerden wa len houten stellages getimmerd, die met zulk een smerig rood werden bestreken, dat het leek op Boedapest in een grooten plas bloed was gedompeld. En overal ten borstbeelden ot' groote portretten Marx. Lenin, Trotzki, Liebknecht en Rosa Luxemburg, terwyl verder Sowjetaterren, Da- vidachllden en Vrymetselaarsemblemen duidelyk uitgesproken openbare versiering. Maar ondanks alle uiteriyke schittering cn feestbetoon was er beaorgdheid in de harten van de nieuwe heerschers. die tevergeefs wacht ten op de bevrydende driehonderdduizend Rus sen. die Vadertje Lenin voor hen achter de hand zou houden, doch die blykbaar ook ach ter de hand bleven en In wier plaats Roemeen- sche legerscharen bezig waren de Hongaarsche grenzen te overschryden met een heel ander doel dan het reiken van een' broederhand. Den waren er ook nog Tsjechen gesignaleerd In Mlskolcz ...en werd het aspect van het feest vierende Boedapest nu niet bepaald opgevroo- HJkt door den terugkeer van troepen, van welke men eerder moest aannemen, dat sy op de vlucht waren geslagen dan dat het er by hen om ging een ses-uurs-verlofje te komen doorbrengen. Bela Kun voelde, dat er wat wankelen ging Maar, ook al gesteund door de wetenschap, dat de Entente het oprukken der Roemenen met leede oogen aanzag. hy wilde zoo lang moge- lUk den schyn ophouden en verklaarde moedi? in den Raad van Volkscommissarissen, dat er. als er gevochten moest worden, gevochten zou Naar het Bat. Nbld. meldt, hebben Gedepu teerden van West-Java onder de aandacht der regeerlng gebracht een geval dat zich voorge daan heeft by de verkiezing van een wethouder te Buitenzorg. Het eene lid der I.E.V.-fractie heeft nJ. aan het andere 75 per maand moe ten beloven om met algemeene stemmen door de E.V.-fractle voör het wethouderschap can dldaat gesteld te worden. Voorts hebben gedeputeerden nadere inlich tingen gevraagd aan den burgemeester van Buitenzorg. De heer Van Welsum had beloofd deze maandeiyksche ultkeering te doen gedurende zyn wethouderschap, waar tegenover de heer Hogendorp zyn aanspraken als oudste raadslid van het IE.V. aldaar op een wethouderszetel zou laten varen. Intusschen had de heer Van Welsum zich niet aan de afspraak gehouden en was dus in gebreke gebleven. De andere party is toen zelfs zoo brutaal geweest een vordering tegen v. W. In te stellen by het residentlegerecht. De residentlerechter heeft begrypeiykerwyze den elsch niet ontvankelyk verklaard wegens onzedeiyke oorzaak. Daarmede zal de zaak wel niet uit zyn. Af gezien nog van den administratieven kant van de zaak lykt het ons niet onwaarschyniyk, dat zy ook strafrechteiyke gevolgen «al hebben. In leder geval is hiermede wel een staaltje aan het licht gekomen van ernstig bederf in de politieke zeden. bioscopen te voorschyn komen om zich voor het front te gaan aanmelden en fn alleryl werd een Rood leger in elkaar gezet, dat de pas bevochten bevrUding van het proletariaat tegen lederen aanval zou hebben te verdedigen. En toen sag men een zéér vreenxF verschyn- sel. Wat eergisteren nog goed was In den stryd tegen de bourgeoisie, daarvan deugde nu plot seling niets meer. Voor een goed-gedisciplineerd leger, dat te vechten had voor de vryheid van het proletariaat, lag in het radenstelsel niets goeds en het oude., „burgeriyke" rangen stelsel werd weer Ingevoerd, dienstplicht ver ving de vrywtllige aanmelding, een krygswet werd afgekondigd. die onverbiddelyker was dan in welk burgeriyk leger ook. Weerspannige soldaten werdggi op staanden voet gefusilleerd en het eenige onderscheid was misschien, dat de distinctieven niet meer uit sterren op den kraag, maar uit strepen op de mouwen be stonden. Met behulp van Fransche officieren was het graaf Teleki gelukt zich aan het hoofd te stel ten van de Regeerlng Bzegedin en gedekt door een Fransch gelelde en in gezelschap van een Fransch officier slaagde de Hongaarsche edel man erin ongehinderd het roode Hongary* van Bela Kun binnen te komen. Maar deze regeerlng pakte de zaken niet flink aan, vermeide zich liever in politieke discus sies dan te trachten met de wapenen, haar door de Franschen verstrekt, het regiem van Bela Kun omver te werpen. De Franschen na men de geleende geweren weer In en weiger den zich verder met deze „regeerlng" In te laten. Bela Kun had sich inmiddels, na enkele ge- makkeiyke overwinningen op de Tsjechen, in het hoofd gezet ook den Roemenen te lyf te gaan, in de hoop door wat militair succes het geheele volk achter zich te kunnen krygen Verder rekende Tiy er vast op. dat op den 20sten JuH geiyktydlg In Dultschland. Enge land, Italië en Frankryk een revolutionnaire beweging zou uitbreken. Maar op 20 Juli, den dag waarop Bela Kun al zyn hoop gevestigd had, gebeurde er niets van al hetgeen hy had verwacht en zoo liep ook syn op dien dag ingezette offensief op niets uit. In één week verloor het roode lager de helft van zlln manschappen, de andere heHt nam de vlucht, achternagezet door da Roeme nen. die zich voorgenomen hadden eens flink op de Hongaren in te slaan en sich in hen op de Duitschers en Oostenrykers te wreken, voor wat dezen hun tydens de bezetting hadden aangedaan. Op 1 Augustus ziet Bela Kun in. dat hy h‘.t spel verloren heeft, maar hy wyt dit aan het proletariaat, dat zich de revolutie nog niet waardig heeft getoond en aan het in hem ge stelde vertrouwen niet heeft beantwoord. „Ik wyk voor het geweld, maar spoedig zien jullie me terug” roept hU pathetisch uit. Inmiddels wordt een expres-treln in gereed heid gebracht, de locomotief staat al geruimen tijd onder stoom. Bela Kun pakt zyn bieaen.en wijkt uit naar Weenen, waar de half-bolsche- wistische regeerlng, die daar op dat oogenblik aan het roer zit, hem van te voren interneert. Eenige maanden later steekt zy geen hand uit als de Hongaar er naar Dultschland tuaschen uitknijpt om vandaar het gezelschap te gaan roeken van zyn oude vrienden Lenln en Trotz- ki, die hem in staat stellen In Zuid-Rusiand sijn toegewydheid aan de beginselen der boi- schewlatische revolutie In daden.om te zetten. Het evsr L tier va» Beieren, jaardag lenteerdheden geen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 11