Van de kaatsbaan tot St. Helena
VERKENNING IN FRANKRIJK
I
het
in en om
Kuiperijen
Koninkrijk Irak
Een marktdag in
Chambéry
xssksx, r-'?"
nieuwe gemeenebest
Het schrikbewind
POSTKARREN EN SJEEZEN
De tragische dood Van
Koning Ghazi
25 jaar Europeesche
omiventeling
OOK IN IRAK INVLOED
DER AS-MOGENDHEDEN
Postvervoer per spoor
in vroeger dagen
Tijdschrift „Bouwen” vernieuwd
LO
a
r
!l
b« r
a
a. w. n.
Q- Wtts-
1-94. L
s—to, j.
Een Engelsch planter
over Java
n
Tbnn
eigenlijk
maar
Wüp-
c
nog eens
zulke ram-
we
mee
en
a. «n
-17,
W. F.
met M
Jum
VDJC.
aui
eta*»
■ler-
(Van een bijzonderen correspondent)
M
-U
-landaeha
»ker
Portel U»
U4
Karie
ING ly
'’mpetltta
Hmm
'mond
“urgia 1-|
1 Moor
1-1».
It. X
A
otjr.
8m-
9—ft
mpetttta
laeee
<*1
W
IN DEN PLANTENTUIN.
HIJ „Nu vrouw, dat la nog eens ieta heel
anders dan jouw palmpje thuis”.
Petitie
'rabaat
ompetitte
kl&ggg
r«k g.
"oes U.
net i
enden).
A Lof-
ihnltgtf
(dr.
•r
i Arken
lende!
rwaar-
X
«oertal
Ma-
Oos-
A T.
1»)
Oos-
w. kn-
r. T»ta
1 L
A Maai
Ofsa a
labor.
de Bra
cMre
i 9t).
11)
)Ng V
■mpetltle
kisra
Wat er dan wel te doen was in Cham
béry?
Marktdag.
de
voorstad
nzlcht in onze historie vordert dat
ieder katholiek zijn Unlveraltelt steu-
ne Als de rijpe vrucht der katholieke
middeleeuwen geboren, behoort tot onze
emancipatie de volledige eigen Unlveral
telt.
De exploitatie van „Houwen", het maand
schrift voor katholieke cultuur, zal in andere
handen overgaan. De Uitgeverij „Vox Romana”
heelt de uitgave van het orgaan overgedragen
aan Paul Brand's Uitgeversbedrijf te Hilver
sum en de Uitgeverij „De Toorts" te Heemstede,
die het maandblad gezamenlijk zullen explol-
teeren Omstreeks 15 Mei zal, na grondige
redactioneele en technische reorganisatie, het
eerste nummer van den achtsten jaargang bij
de nieuwe uitgevers verschijnen.
vooral tijdens de troebelen als gevolg van ver-
i schillen in geloof en ras die de bevolking ver
deden. Toen Emir Feisal. de latere Koning, die
de Brltsche zaak zeer was toegedaan, aan het
hoofd van den nieuwen staat was geplaatst
had hjj heel wat moeite om vrede in het land
te brengen. In 1921 verklaarde de generale staf
van het War-Office het ónmogelijk de orde in
het land te handhaven, als men niet aldaar
de beschikking had over twaalf bataljons met
bijbehoorende artillerie, en minstens 6 esca
drilles vliegtuigen, wat een jaarlijksche uitgave
van acht millioen pond sterling zou else hen.
De Brltsche regeerlng achtte het niet raad
zaam haar hand nog dieper in dit wespennest
te steken. Besprekingen werden begonnen om
het protectoraat tot een bondgenoot te maken
in den vorm van een onafhankelijk Irak. Een
desbetreffend accoord tusschen Irak en Groot-
Brittannlë werd onderteekend op 30 Juni 1930.
waarin aan Engeland werd toegestaan om
Uichtstr(jdkrachten te handhaven te Mosoel.
Bagdad, Bassorah en nog twee of drie andere
plaatsen. Engeland behield eveneens politieken
en economlschen invloed.
Het onafhankelijke Irak sloeg vastbesloten
den weg in naar vooruitgang en beschaving
naar Weatersch voorbeeld. Ondanks het Brlt
sche veto tegen de oprichting van een eigen
leger Irak zou zich tevreden moeten stellen
met een gendarmerie werd een nationaal
legercorps opgericht, dat In vredestijd bestaat
uit drie divisies en een gemotoriseerde divisie,
en tevens over artillerie en vliegtuigen beschikt.
Al spoedig werd dit leger het middelpunt van
een anti-Britsche stroomlng. Dit houdt verband
met het feit, dat de meeste officieren Koerden
zjjn en eens deel uitmaakten van het Otto-
maansche leger. Deze tegen Engeland gericht»
reactie werd getemperd door den Invloed van
Koning Feisal. Prins Ohazi nu nam in 1933,
tijdens een bezoek van zijn vader aan Ekïgeland,
het bestuur tijdelijk op zich.
Op 8 September van hetzelfde jaar werd
Emir Ohazi tot Koning uitgeroepen na den
dood van zijn vader Feisal, In October IMS
Maar wat een veftkels! Zelden
melkastjes gezien.
I>e opwinding, de opstoppingen,
righeid van ee
gmg. Zijn werktuig tegen het buitenland
Carnot, J'organlsateur de la vlctoire
„Ontzettend. Ik kan duidelijk verstaan
dak m po* hlewvsvt afluisteren l’
H er i
Bojch it
H (Ml.
De tjjd van Kaatsbaan tot St. Helena was
een der grootste tijdperken in de historie. En
hoe kort is maar die tijdsepisode: goed vijf en
twintig jaar 17891815!
Van den beginne af waren de twee kentee-
kenen der revolutie geweest: onderlinge twist
en onderlinge haat. Op het moment, dat de
Fransche troepen den buitenlandschen vijand
terugdrongen, stortte het revolutionnaire be
wind ineen. Robespierre had té veel haat op
gewekt. Men vreesde bovendien, dat hij dicta
tor wilde worden. Er werd gespot met zjjn
eigen gemaakten godsdienst van het Opper
wezen. Door het opheffen der rechtszekerheid
bij politieke processen voelde niemand zich meer
veilig. De. weg naar het oude absolutisme leek
opnieuw open te liggen. Op den 8en Thermidor
deed Robespierre een aanval op zijn vijanden
In de Conventie. Maar in vage bewoordingen
Iedereen voelde zich daarom bedreigd. Op den
9en Thermidor beklom Tallien de tribune en
stelde Robespierre en zijn naaste omgeving in
staat van beschuldiging. De Conventie kreeg
moed en besloot hun gevangenneming. De Pa-
rijsche gemeenteraad bevrijdde hen en bracht
hen in het stadhuis. Doch de troepen der Con
ventie bezetten dra het stadhuis. Robespierre's
kaak werd verbrijzeld. Den volgenden dag werd
hij met zjjn naaste volgelingen ter dood ge
bracht.
ppslgk
Ml 0—
éSoA-i
yef 1789. Op dien datum, dus thans
^erd en vijftig jaar geleden, kwamen de
Fransche standen: geestelijkheid, adel en
jmgerlj. te Versailles bijeen. Zij vormden sa-
B(.n de Staten-Generaal. Deze waren in bü-
jgns twee eeuwen sedert 1614 niet bijeen-
paeest. De bijeenkomst van 1789 was, histo-
nscb gezien, de inleiding tot de Fransche
jtvolutie, welke het aanzijn der Europeeeche
„rde en ver daarbuiten zou veranderen.
Nu zjjn we met een autobus naar Chambéry
gereden, een stad in een breed-ultgerloeid dal.
door gebergten ontsloten. Maar niet zoo nauw
door de bergwallen gedrukt, of de schoorstee
nen. die er rooken. kunnen vrij hun damp en
roet naar de wolken uitblaren
Er was eigenlijk niets dat me lokte om te
Chambéry mijn tenten op te slaan, toen we er
zoo langs den slingerenden serpentineweg
helling afduikelden en langzaam de
binnendrongen
Weldra trok een monument met enorme oll-
fantsflguren. en wel op een druk punt en niet
zeer ruim pleintje, onze aandacht: en meteen
werden de straten er smal en smaller. Daarbij
een drukte van belang We stopten en stopten
weer, en er werd stapvoets voort gesukkeld,
wanneer je tenminste dit ..stapvoets" van een
auto kunt beweren. Hier zoekt een collega
over het trottoir heen zijn heil Daar wordt een
botsing nog maar nauwelijks vermeden. En een
lawaai van heb ik jou daar Maar herrie zon
der ruzies! Het bleef gemoedelijk gaan, ondanks
veel geschreeuw en zonder gekrakeel. Alleen
werd de volte van menschen nog maar aldoor
volleE totdat we op een pleintje uitkwamen,
waar onze zware bus toen letterlijk vastreed in
de woelige menschelijkheld.
De wekeMjksche markt vaii
de departementale hoofdstad.
Niet dat we kramen of opslagplaatsen
zien Die zullen er ook wel geweest zijn.
Maar wij zagen er niets anders dan de ei
volle stratem de af en aan trekkende me
nigte. uit onze bus-venstertjes Heel het om
liggende was er vertegenwoordigd, waar onze
route ons bracht.
j En daarbij auto's, auto's en
auto's.
De heer W. Leggatt. manager van de Boelit
Kepong Rubber Estates, heeft als vertegen
woordiger van de ..Incorporated Society of
Planters" ter Overwal. de laatstelijk te Malang
gehouden algemeene vergadering van den Ne-
derlandsch-Indischen Plantersbond bijgewoond-
In een interview, voorkomend in de Pinang
Gazette vertelde de heer Leggatt. volgens het
Soer H blad het volgende over zijn bevindingen.
,Jk ben teruggekomen", zelde hjj. „met den
indruk van een gemeenschap van planters, die
een diepe belangstelling hebben voor hun vak
en wier methoden wetenschappelijk volkomen
verantwoord zijn". Vergelijkingen maken tqa-
schen de positie van den planter op Java en
den planter ter Overwal wilde de heer Leggatt
niet omdat de omstandigheden, waaronder
wordt gewerkt, daarvoor te veel ulteenloopen.
Met waardeermg gewaagde hu van het werk
van den Nederlandsch-Indischen Plantersbond
in de actie vopr de totstandkoming van allerlei
sociale wettefljke regelingen. Daarbij noemde
hij in het bijzonder het vastgelegde verlofsrecht
en den wetteljjk beschermden vrijen Zondag.
Op zijn trip over verschillende ondernemin
gen was hem opgevallen, dat de herbeplantlng
zoo snel mogelijk wordt uitgevoerd. Hu denkt,
dat het niet lang meer duren zal dat er geen
enkele oude boom meer te vinden is op onder
nemingen onder Europeesch beheer. „Zü heb
ben daar buitengewoon goeden grond voor de
planteru", zei de heer Leggatt. doelend op de
vulkanische gesteldheid van den bodem. „Het
laat zich aanzien, dat zü betere resultaten met
hun her-beplanting zullen hebben dan wij met
de onze, omdat hun bodem veel rijker is".
Bijzonder was de heer Leggatt getroffen door
het feit, dat elke Nederlandsche planter be
zield is met bet verlangen zijn vak zoo
efficient mogeljjk uit te oefenen. Zijn tegen
woordigheid op de algemeene vergadering van
den Nederlandsch-Indischen Plantersbond acht
te hij van veel belang, omdat tot nog toe ter
Overwal maar zeer weinig bekend was omtrent
dien Bond yn de lijnen, waarlangs deze organi
satie werkt. De heer Leggatt koestert thans
de hoop, dat zjjn aanwezigheid ter vergadering
tot resultaat zal hebben, dat de N. I. Planters
bond en de Incorporated Society of Planters
roortaan in ruime mate van gydachten sullen
wisselen en mocht het ajjn uitemdelljk in een
of anderen vorm tot samenwerking komen.
De heer Leggatt eindigde zijn mededeelingen
aan den redacteur van de „Prnang Gazette”
met te citeeren wat hij in zijn speech op het
Malangsche Congres heeft gezegd:
-In een wereld, waarin de geest van concur
rentie in den handel elk ander sentiment over-
heerscht. is hei gebiedend noodzakelijk, wil een
professie als die van den planter bloeien, dat
allen, die dit beroep hebben gekosen. tot sa
menwerking komen, ongeacht ras of geogra
fische bepaaldheid. Het zal daarom ieder dui
delijk ztjn, dat het denkbeeld van den N. L
Plantersbond om tot nauwer contact met da
Incorporated Society of Planters te komen, ten
einde elkander geregeld op de hoogte te houden
van moeilijkheden, idealen, werkwijzen aan
weerskanten, bij het bestuur van de Incorpo
rated Society of Planters ton zeer gunstig ont
haal haaft gwnnifi*.
o
Er ontstond een geduchte reactie. Vijf man
nen vormden een Directoire. Dit liep uit op een
militaire dictatuur.
vijf jaar na den dood van Robespierre was
Napoleon reeds Eerste Consul 17991 en pre
cies tien jaar daarna (1804) Keizer der Fran-
achen. Op den 9en Thermidor 1794 had het
revolutionnaire bewind afgedaan. Maar tevens
was toen gebroken met de democratische epi
sode der Fransche revolutie.
In 1796. onder het directoire, beleefde Parus,
beïnvloed door de socialistische ideeën van
Babeuf, nog een laatste opflikkering van re-
volutionnalr verzet. Generaal Bonaparte sloeg
den opstand genadeloos neer. Toen deze gene
raal keizer was geworden consolideerde zich
de toestand door de burgerlijke wetgeving
vooral, maar verviel aldra weer door de on
ophoudelijke Napoleontische oorlogen tot uit
putting en nieuwe reactie.
De gevolgen van de Fransche revolutie voor
'fiéél de wereld zjjn té overbekend, om nog aan
gestipt te worden. Het aangezicht der aarde
werd veranderd.
nieuwsgie-
vreemdeling eenerzjjds. en an
derzijds de praatgrage gemoedelukheld van een
gezapig ingezetene, brengen vanzelf de rolletjes
van een gesprek in beweging. Naast me zit een
omvangruk pastoor van het land. en
praten.
Franschen? meent hjj Er is niets kwaads
gezegd om te beweren, dat het Fransche volk in
zUn geheel de mentaliteit bezit van den boer
van overal Het volk is conservatief. Ploegt het
en hooit het niet, zooals het« gedaan heeft in
Ceaar's dagen? Nog hakt het zijn drietandige
hooivork uit een boom, en legt het zijn ossen
span een juk op. 'n stuk balk, dat de twee
dieren samenkoppelt. dat aandoet als een
anachronisme voor elk die het ziet. En die voor
historische hooiwagens dan op hun groote wie
len En toch heeft diezelfde boer misschien
wel een wagen op stal met gummi-benden
ronkenden motor, om mest te brengen naar het
veld
Maar niettemin.
De tragische dood, die Koning Ghazi I van
Irak heeft getroffen, geraakte min of meer op
den achtergrond door het rumoer om den Ita-
1 ia«nwhen inval in Albanië. Toch had het
ongelukkig levenseinde van den jongen Ara-
bischen heerscher, uitgebuit door een as-ver-
bonden propaganda van Europeesche herkomst,
bijna ernstige gevolg«n. In elk geval viel er een
onschuldig slachtoffer in den persoon van
Monck Mason, den Britschen oonaul te Mosoel.
Propaganda uit den vreemde bleek eens te
meer een gevaarlijk wapen te aijn.
Hierdoor ook werd de opstand onder onze
Palestljnache naburen aan den gang gehouden,
en dezelfde Invloeden brachten Irak bijna In
een overeenkomstige situatie. In elk geval slaag
den geheime agenten der as er in om moeilijk
heden te veroorzaken in Irak voor Engeland,
beschermheer vair het jonge koninkrijk, dat
dit eens deed ontstaan tengevolge van belof
ten. die tijden» den wereldoorlog aan de Ara
bieren werden* gedaan om hen tegen het Otto-
maansch» Rijk te doen strijden.
Irak is voor Engeland van zeer groot belang.
Het gaat om de petroleum van Mosoel. een
gebied dat met geweld in 1925 aan Turkije werd
ontnomen, en de bekende pijpleiding voedt die
uitmondt te Jaffa. Irak vormt met Palestina
en Transjordanië vooruitgeschoven bolwerken
cm het 8ues-kanaal en l*ypte te beschermen.
Irak heeft aan ■ogtiand vee^wgen gebaard.
Het tweede tijdvak. Op 10 Augustus 1892
"km de club der Jacobtjnen aan het bewind.
Robespierre, Danton de'kinderen
revolutie zouden, zooals altijd, verslonden
°^ien en elkaar verslinden hadden het heft
■o handen. Ditmaal ging de revolutionnaire be-
T*'n6 niet uit van de bourgeoisie, maar van
kleine burgerij en de arbeiders, die tot dus-
alleen handlangersdiensten hadden mogen
errirhten. De geweldige corruptie werd be-
2*>ngen door Robespierre, den Onkreukbare
Koningschap werd geschorst. Lodewijk en
Antoinette moesten het schavot bestij-
na veroordeeltng door de Nationale Oon-
/n^é. de nieuwe volksvertegenwoordiging.
e2*'.de Republiek zou besturen.
TUdvak. Kr ontstaan fella botsingen
"■“chen de meer gematigde ImigeifUke en <te
Wanneer men de prijaen hoort, kan men er
zich *een voorstelling van maken, hoe die vra
gen» er ultzlen. Een bakker, die een eersten
prus won van een nationale loterij. hij
woonde in een klein stadje in het Zuiden.
had daags vóór de trekking een auto gekocht,
waarvoor hu tachtig francs betaald had. Zoo
heeft hjj dat verteld aan de journalisten, die
hem. den gelukkigen prijswinnaar, interview
den.
Of dit nu ook een geliefkoosd thema werd van
de karikatuurteekenaars. geef ik u te raden.
Maar het kan hun niet schelen, hoe het ding
er uitziet. Als het maar loopt. En het loopt wel
per slot. Zij zullen er heel den Zondagmorgen
mee verklungelen tot ze den motor in orde heb
ben Zoon motor is een levend iets door intel
ligentie word Je er de baas over. Wanneer hij
dan begint te brommen is het pleit gewonnen.
Dan komt de lach terug op de ingespannen ge
zichten De oogen tintelen. Het gaat! Of dat ook
voor goed is. sullen ze afwachten En anders den
volgenden Zondag maar weer opnieuw aan het
prutsen. Voor het oogenblik is de zaak gezond.
En een Fransch spreekwoord zegt vertroostend:
..C est le provisoire qul dure
Zoo zjjn de Fransche boerenjongens:
ook deze bluven traditionalisten.
„Heeft Cesar dan wel ongelijk, wanneer hjj da
Galliërs „rerum novarum cupidl" noemt: „be-
geerig naar nieuwe dingen?"
Cesar? Galliërs? Weet U wat de schrijver der
Oudheid bedoelde? Wilde hij zeggen, dat ze wis
pelturig waren? Bedoelde hu nieuwsgierigheid
alleen maar?
En waar Zun de andere.Galliërs gestoven, die
naar Frankrijk kwamen?
Galliërs, ja. maar ook Romeinen en Germanen
kwamen er heen, deelden er achtereenvolgens
een tijd lang de lakens uit. veroveraars, groo
te heeren en luiwammesen als ze waren: en daar
na zun ze allen Ibp hun Ujd opgeslorpt door de
stokoude, primitieve, onverwoestbare autochtone
bevolking. Zij allen assimileerden' zich met de
oudste bewoners, en deze waren boeren. Wjj
werden Fran»chen. zooals we nu heeten. maar
boeren zijn we gebleveneen landbouwend ras:
geduldig, conservatief, vasthoudend, niet wei
nig tevens ook in den zin van spaarzaam; maar
met ten andere ook veel ..spirit", bij de hand
en toch niet afkeerig van het nieuwe, van den
vooruitgang. De componenten van het Fransche
volkskarakter zijn louter tegenstellingen inder
daad.
We zijn nog niet uitgepraat, als de motor
eindelijk weer aanslaat en bu zun gebrom een
geultje blaast in de compacte massa van de
marktmenseben. Op zUn wielen schommelend,
schuiven we vandaar, weer straten door, .vol
gedrulsch en gedrang, tot het mooie landschap
ons andermaal in zijn groene wijdte opneemt.
Nu is het uit met converseeren De mensche-
lijke stem kan niet op tegen het lawaai van den
brommenden bus. En we praten oua nog maar
meer met gebaren en blikken. Zoo. wanneer er
eindelijk langs den weg ook eens een kruis
beeld staat. een klein kruisje op den top van
een steenen zuil. De pastoor knikt goedkeu
rend. naar het kruisbeeld en naar zijn metgezel,
maar begrijpt met hoe deze verrast is door het
ontbreken van all* uitwendige teekenen van een
vroom Christendom in een landschap. dat ove
rigens zooveel overeenkomst heeft met die an
dere bergstreken, waar minstens elke straat, en
hoe vaak niet zelfs elke woning, haar eigen
crucifix voor de voorbijgangers ten toon stelt en
waar het vrtendeltfke „Grtlas Gott" de gewone
groet is.
Dit Fransch Alpenland schijnt den inslag van
een katholiek volksleven, het kenmerkend ka
rakter van Tiro! en Beieren, ten eenenmale wel
volkomen te ontberen. En telkens voel ik het
eemij van het rustig-zegenend kruis, vóór het
spel va*i de lijnen der dalende en rUaende
kimmen.
Intusschen snorren we met nieta-ontziende
onstuimigheid naar de bergatad Grenoble toe.
DR FELIX RUITEN
Het heele leven van het
Fransche dorp volgt patriarchaal en onveran-
derlijk het heilig rhythme van een eeuwen
oude overlevering.
O ja. electrodynamische Installaties! Het heele
landschap is bespannen met een doorloopend
netwerk van draden. Was het trouwens, met
zun waterloop. zUn rotsgleuven en diepe val
leien niet als voorbestemd voor barrages, voor
afsluitdijken en dammen, die water verzamelen
in een kunstmatig gevormd meer? De Fran
sche boer liet electrlsche llchtleldlngen aanleg
gen in woning en stallen De voordeelen hier
van waren buiten kijf, te klaarblukeluk dan dat
hij daartegen ook maar iets kon inbrengen Maar
geen motoren! Dat as-je-blieft niet. Toch zou
de arbeid van water pompen, stroo snijden, hout
zagen zooveel gemakkelijker daarmee gedaan
worden. Het zou het boerenleven zoo veel ver
eenvoudigen. Maar niemand begint! Laat an
deren eerst voorgaanHet is niet uit zuinig
heid. dat de Fransche boer bu de oude methode
blijft. De vraag is alleen maar, wie de oude
sleur zal opruimen, de traditie verbreken. Zelfs
de tredmolen van het leven naar de oude sys
temen heeft zUn eigen wüding.
En ook zou het gebruik van de electrische
kracht, wanneer dat algemeen werd, de oude
gebruiken daarom nog niet volledig uitschake
len. Dat heeft zelfs de auto niet klaargespeeld,
hoe onstuimig die dan ook het leven van het
Fransche platteland is binnengestoven.
Auto bij dit ouderwetsch boerenbedrijf?
Ja. Het moet al een heel arme boer zUn. die
geen auto bezit In Frankrijk. Per auto komt er
de heele boerenbevolking naar de markt. Uit
de verte kun je ze al kennen als zoodanig Kr
wordt ook naar dit moderne vehikel niet an
ders omgezien dan naar de ouderwetsche kar
ren. Van alle kanten zijn hun auto’s dan ook
Ingedeukt. rUkelük voorzien met bulten en
schrammen, alsof ze uit het gevecht kwamen
De lak is er bü stukken afgeschilferd, het Uzer
verroestf Het nieuwe is er dadelUk van af, in
alle opeichten Zoo moest het wel gaan, toen
het ding werd "ingeburgerd In het boerenbe
drijf, werd IngelUfd in de oude gebruiken. HU
werd eenvoudig onmisbaar om naar de mark
ten te rijden. En s Zondags dient hU het ver
maak. Dan gaan de dorpsjongens er mee op
stap, heel het stel van de verzamelde, Jolige
kornuiten Niet zoo maar ergens heen in de
buurt, maar heel ver gaan ze. naar de centrale
stad, naar de groote wereld, waar wedstrUden of
paardenrennen plaats hebben, naar de flonke
rende kin o-paleizen.
Ze weten bun weetje wel. die jongens van
de Fransche dorpen En met hun rammelkasten,
waarover vader 's Zondags »Un gezag ver
liest. snorren ze de wegen langs, dat de keien
er van spatten.
vestigde generaal Sidky Pasja, met stllswugende
goedkeuring door Koning Ghazl, na een schUn
van 'opstand een militaire dictatuur, en liet zUn
voorganger Djafar Pasja vermoorden. Uit wraak
hierover werd Bekir Sidky op zün beurt in
Augustus 1937 door een sluipmoordenaar ge
dood Sindsdien voegden, tot groote bezorgdheid
van Engelan paleisrevoluties en opstandige
bewegingen elkaar op. Maar niemand durfde
het bondgenootschap met de Britten verbreken.
Kort voor »Un tragischen dood 'had Koning
Ghazi een plan opjjesteld om de teugels van
het bewind stevig in handen te nemen. HU
wilde een einde maken aan de vele militaire
staatsgrepen die het gezag der kroon begonnen
te bedreigen. TerzelfdertUd trachtte de jonge
vorst toenadering tot Engeland te bewerken
Steun van Brltsche aljde werd toegezegd, en
Londen verwachtte dat de zoon van Feisal er
veel toe zou kunnen bUuragen om vrede in
Palestina te stichten. Toen kwam het tragische
auto-ongeval.
Men heeft gesproken over sabotage. Vele hoof
den der anti-Britsche beweging hadden er be
lang bU om Koning Ghazi I te verhinderen
samen te werken met Engeland den wel
doener van diens familie, sinds destUds aan
Sherif Hoessein de kroon van Arabië werd
aangeboden; een kroon die deze echter moest
afstaan aan den bekenden Ibn Saoed. De oude
Sherif Hoessein, die een tiental jaren geleden
op het eiland Cyprus stierf, had tenminste de
voldoening zUn zoon Abdoellah de kroon van
Transjordanië te zien dragen en lijn zoon Fei
sal als koning over Irak te zien heerschen. Een
derde zoon van wUlen Hoessein is AH. de ge
wezen koning van Hedjaz, die door Ibn Saoed
werd onttroond.
Thans heeft Alt's zoon Abdoellah. neef en
tevens schoonbroeder van den omgekomen ko
ning Ghazl, het regentschap aanvaard voor
zün jongen, vierjarigen neef Feisal II. De Ko-
ningin-weduwe Allah is de dochter van den
gewezen koning van Hedjaz en zuster van den
regent.
Men herinnert zich wellicht het schandaal
in de maand Mei van 1937, toen de oudste
zuster van wUlen Ghazl I. prinses Alzah, zich
liet schaken door den Grlekschen chefkok van
een hotel op Rhodos, en beiden naar Grieken
land vluchtten. Koning Ghazl zond toen naar
Athene onderhandelaars, met aan bet hoofd
zün oudste zuster. Maar dat baatte niets. Prin
ses Alzah nam het Christendom aan en trouwde
voor den pope van een dorpskerk met den
uitverkorene baars harten een goeden kerel
die noch van dichtbU. noch van verre eenlge
gelükenls met den Apollo van het Belvedère
vertoooda.
II Het „ancien régime” lag reeds in stuiptrek-
tangen De financieele nood was grenaenloos.
Achtereenvolgende ministers van Financiën
bidden tevergeefs geprobeerd, door opheffing
ran de belastingvoorrechten van adel en gees-
triijlJieid den ontzettenden geldnood der regee-
ring te lenigen. Minister Necker riep tenslotte
ten einde raad de Staten Generaal bijeen De
derde stand der Staten bestond uit de helft
nn het totale aantal afgevaardigden. In getal
plus minus 600. HU elschte, dat in één Kamer
Jou worden vergaderd, opdat hü daardoor het
I vereischte overwicht kon uitoefenen.
De Adel verwierp dezen elsch, de GeestelUk-
heid weigerde. Op den 17en Juni, dus ruim een
H maand na de opening der Staten-Generaal,
1 weigerde de Derde Stand, als vertegenwoordiger
K ran 25 millioen producenten, d w z. 98 procent
I der geheele bevolking, nog langer- te wachten
op de besluiten der representanten van 200 000
geprivilegieerden (Adel en GeestelUkheld) en
constitueerde zich zelf tcü Nationale Vergade-
I ring, echter met de verklaring, dat het den
I twee anderen standen vrü stond toe te treden.
I Siéyès, de talentvolle pamflettist en politicus.
I had op de vraag: „Wat is de Derde Stand?” in
I een brochure geantwoord: „Niets!" Maar er aan
I toegevoegd: „Wat zal hü worden? Alles!" Deze
I man. een der eerste leiders der revolutie, waar-
I «huwde de regeerlng en de schuldeischers van
I den staat, dat de bestaande belastingen slechts
I K» lang konden worden geïnd, als de Nationale
Vergadering büeen zou blüven. Dit was de eer-
I ste nekslag voor den standenstaat en het Ko-
I ninklijke absolutisme. Dit gebeurde op 17 Juni
I 1789. Drie dagen later vonden de afgevaardig-
I den de zittingszaal gesloten. De zeshonderd
I leden van den Derden Stand, omstuwd door
I een enorme volksmassa, begaven zich, onder
I aanvoering van hun president Ballly. naar een
I kaatsbaan in de buurt. En daar legden de af-
I gevaardigden den eed af „niet uiteen te zullen
I gaan, maar op alle plaatsen en onder alle om-
I Handigheden te zullen vergaderen, totdat de
I itaatsregeling van het Rük voltooid en de nieu-
I we orde van zaken gevestigd is.” Dit was de
I beroemde eed van de Kaatsbaan. Op 28 Juni
I diende Lodewük XVI zün hervormingsvoor-
f «tellen in, die ontoereikend en bovendien te
laat kwamen, en gelastte de Staten Generaal
I uiteen te gaan. Dit was aanleiding voor Mira-
I beau, afgevaardigde van den Derden Stand,
den boodschapper des' Konings de historische
I woorden toe te voegen: „Zeg uwen meester, dat
I wjj hier zitten krachtens de volmacht van het
I volk en dat wü alleen voor het geweld der ba-
I Jonetten zullen wüken." De zwakke koning
I «wlchtte. .Laat hen dan maar blüven.” zeide
I hij gelaten. Siéyès verklaarde daarop: „Wü zün
heden die wü gisteren waren, laat ons beraad-
clagen!" De vergadering verklaarde zich on
schendbaar. De absolute monarch had een
nieuwen souverein naast zich. De ontwikkeling
leerde aldra, dat er geen twee kapiteins op de
E brug konden staan.
Nog voordat de Nationale Vergadering haar;
eigenlijk hervormingswerk begon, werd het
volk aangegrepen door de revolutionnaire
I koorts. Op 14 Juli bestormde het gepeupel de
Bastille. Deze gevangenis was vroeger de ver-
blijfplaats voor personen, die per middel van
een „billet du Roy” .waren gearresteerd. Zij
i waren rechtloos, gevangenen van een régime.
In onzen tijd zou de Bastille een concentratie-
kamp hee^eg. Lodewük XVI regeerde mild. Bü
J de bestorming der Bastille waren er slechts
I aanwezig vüf misdadigers en twee krankzin
nigen. Alle andere verhalen zün legende en
romantiek. Maar de Bastille gold nu eenmaal
als het bolwerk van het despotisme. De heffe
des volks was opgezweept door Camille Des
moulins en werd aangevoerd dooi' den bierbrou
wer Santure. De bezetting der Bastille, onder
leiding van de Launay, ruim honderd man.
meest invaliden, werd het slachtoffer van een
reeks misverstanden. De officieren werden te
gen den wil der volksleiders in vermoord. Den
dag daarop verscheen de Koning in de Natio
nale Vergadering. Hü .werd er met üzig stil
zwijgen ontvangen. Mirabeau sprak zün be
faamd en psychologisch zoo ontzettend Juist
voord: „Het zwügen des volks is het onderricht
der Konlngen.” De zwakke monarch beloofde,
hjn troepen uit Parüs terug te trekken. In die
dagen begon de emigratie van den adel. De
bestorming van de Bastille had ook tengevolge
de geboorte van de tricoloremen nam de kleu
ren van Parüs: blauw en rood en voegde er
bet wit der Bourbons aan toe.
De revolutie breidde zich uit over het platte
land als een olievlek. Het platte land bestorm
de zün Bastille, het feodalisme. De revolution
aire golf verzwolg de oude privilegies van adel
*n geestelijkheidde heerenrechten, de kerke-
hike tienden. Helaas werden ook medeverzwol-
frn de oude gllderechten in de steden. De Na
tionale Vergadering zag dit alles met wantrou-
*en gebeuren. Maar zü kon niet anders meer
doen dan meedoen. Zü werd zelf medegesleurd.
“U werd gedwongen de opheffing der oude
heerschappij van het .Ancien régime" te be
regelen. Dit gebeurde tenslotte in den „nacht
der opofferingen” (nacht van 4 op 5 Augus
tus).
®et eerste tüdvak der revolutie duurde tot
1792. De nieuwe maatschappü werd georganl-
Dé „rechten van den mensch en den
•"“Wr'' werden afgekondigd. Het buitenland
In dien tüd niet stil. Het verzet tegen de
revolutie begon. Het Fransche volk meende.
de Koning heulde met den buitenlandschen
’v*0*1 en daardoor werd het conflict tusschen
J™* en monarchie acuut. Tóen in 1792 de
rrJnsche revolutieoorlogen uitbraken het
°™enlandsche gevaar moest men bezweren,
y® den nieuwen binnenlunrisrhen toestand te
•j““>en handhaven ontstond tegelük een
meuwe revolutionnaire vloedgolf, die het ko-
“Jtsehap medesleepte. De monarchie werd
^betrouwbaar bevonden zoowel tegenover de
F**ywe orde als tegen den buitenlandschen
van het
gevaar wordt de leiding van het
4 meer en meer dictatoriaal.
van Robespierre begint, dat.
mocht er „überhaupt" een rechtvaardiging voor
bestaan, gerechtvaardigd werd door het bulten-
landsche gevaar De meeste .groote zonen” der
revolutie deelden het lot van duizenden en
duizenden adellüken en geestelijken. Hun einde
was het schavot. Ook Robespierre zelf ont
sprong den doodendans niet. Bü zün val was ook
~kere NaP°'eon Bonaparte betrokken. Op
den 27en Juli 1794 kwam de fanatieke dictator
ten val. Het was de beroemde negende Ther
midor. Robespierre was tenslotte de erfgenaam
*e*<’rdcn van de elkaar achtereen opgevolgde
j n ’•^^era^e” Girondijnen, der gema-
tigd-democratische, maar veelal corrupte Cor
deliers en Dan toni sten en der hyper-revolution-
nalre aanhangers van Hibert, welke Marat, die
door Charlotte Corday was vermoord, had op-
8®voI«jl HU regeerde met het „Comi’é du Salut
Public organiseerde de binnenlandsche „orde”
door verschrikkelyke terreur, maar bood te-
h^t hoofd aan de buitenlandsche bedrei-
WM
Mnpetith
tiassa
«a g-4
Ster
v a a_J
ro a_.
nd
Boj» 6-8
bleef den postambtenaar niets over dan in het
postrutuig te overnachten. Tegen beide kop-
wanden stond met de leuning van den wand af
een ouderwetsche canapé, waar men gemak-
kelUk met 3 personen op kon zitten In de aldus
gevormde kribbe sliep men tot even voor aan
komst van den Duitachen trein. Dan verliet
men het „bedlegde er een paar planken over
heen. steunende op de leuning .van de canapé
en een langs de wanden aangebrachte richel,
zoodat enkele oogenbllkken na het ontwaken,
een prachtige sorteertafel voor de Duitsche
post ontstond Een loketkast op de planken en
het geheel was compleet, totdat men er des
avonds na overgave ran de Duitsche post weer
bedden van maakte. Ten teeken. dat men in
het rijtuig sliep, werden er bpiten op de vier
hoeken lantarens met groen lleht aangebracht,
opdat het rangeerper*oneel de slapenden sou
ontzien Ter vergoeding van het verblüf buiten
standplaats kreeg het personeel „mülengeld"
Over het vervoer op de lün Rotterdam
Antwerpen zun ook aardige bijzonderheden
bekend. De BN. (Beige Nord) heeft de lün
Antwerpen RooeendaalLage ~Z wal uweMoer
dijk aangelegd. Van Moerdük gingen de reizi
gers en de post héarTlêt Mallegat om vandaar
tenslotte in Rotterdam te komen, waar de post
naar het hoofdkantoor in de Wijnstraat werd
gebracht (in 1875 werd het in 1923 afgebroken
kantoor op het Beursplein gebouwd). In het
kantoor werd de zgn. .Fransche post" voor
büna geheel Nederland behandeld en verzon
den met de N.RB. richting Gouda en met de
H IJ S M. richting Delft. De Alblasserwaard
werd bediend met een postkar. Voor bestem
mingen ten Zuiden van den Moerdük maakte
men eveneens alles in de Wünstraat klaar
(voorzien van labels en adviezen); vandasu'
werd de post naar de boot voor Moerdük ge
bracht, waar de BH. de zakken overnam. Van
Roosendaal af reden postiljons met postkanen
Zeeland in. waarbü zü verschillende overzet
veren moesten gebruiken, wat. vooral in den
wjriter, een moeilijk bedrüf was. Voor kleine
postrftten gebruikte men postsjeezen (tilburies);
de postkanen hadden altüd twee paarden, de
sjeezen 1 paard. Op vastgestelde plaatsen werd
van paaiden verwisseld. Wanneer de te eer
voeren post heel groot was. werd een derde
paard, onder den man gereden door een postil
jon. vóór de beideiandere gespannen Van 1900
1908 kon men iets dergehjks te Rotterdam
waarnemen, wanneer de bussen van de Rot-
terdamsche Omnibus Mi), de opritten van de
düken (de zgn. .Lollen') moesten nemen.
Jarenlang heeft, nog een nachtpostrit gereden
met paardentractle tusschen Leiden en Am
sterdam over Luse om de te Leiden aange
brachte Fransche post te vervoeren; de trein
der HIJ SM reed toen n.l. nietl verder dan
Lelden. Het is ook wel typisch, dat. wanneer
treinen op het traject HaarfemLeiden door
tegenwind vertragmg kregen, te Leiden een
voorspanlocomotief werd gesteld, welke daar
toe steeds ohder stoom stond, teneinde de ver
traging in te halen. De trein moest beslist op
tüd in Esschen aankomen. Aangezien deze
treinen niet in Leiden stopten, moesten ze voor
het stellen van de voorspanmachlne worden
opgehouden.
In de jaren 1860—1872 vertrok van Antwer
pen een trein met reizigers en post om 23.30
uur. welke om 2 uur aan den Moerdük kwam,
waar alles op de boot naar Rotterdam over
ging. Deze tocht in het holst van den nacht
was bü storm of üsgang geen kleinigheid! Zoo
gebeurde het. wel. dat dezelfde boot, welke om
9 30 uur ongeveer van Rotterdam te Moerdük
terug moest zün, 8 en 9 uur vertraging had.
In dien tüd werd zoo iets heel gemoedelük
opgenomen. En de Belgen zelden; „Mon Dieu.
mon Dieu, blü> dat we er zün, jdo, jao, dat is
alles force majeure’. Het klachtenboek werd
dus niet gebruikt. In Moerdük waren steeds
eet- en drinkwaren ingeslagen bü groote hoe
veelheden. zoodat men zich afvroeg, waar dat
alles bleef.
Antwerpen stond bü het Nederlandsche post-
personeel goed aangeschreven, want het in
Nederlandsche munt uitbetaalde salaris 1,
was 2.20 Belg franken) plus mülengeld stelde
menig trouwlustig ambtenaar en beambte in
staat op hun slofjes hun nieuwe woning van
meubelen te voorzien, waarbü de douane in
Roosendaal een oogje dicht deed. Ook was men
in Antwerpen zeer vrügevig met het verstrek
ken van „gunstbewüzen" (vrü vervoer) naar
verschillende steden in België in de vacantie-
dagen ran het personeel.
Over Postvervoer per Spoor in de Zeventiger
Jaren der vorige eeuw schrijft W. E.
perman in „Spoor en Tramwegen
Evenals thans, vond in de zeventiger jaren der
vorige eeuw het vervoer per post paats in post-
rütuigen, waarin verschillende postambtenaren
dienst deden; deze ambtenaren behoorden tot
de spoorwegpostkantoren. Kantoor nr. 1 om
vatte de lünen Amsterdam—Emmerik en Arn
hemBentheim en was gevestigd in Amsterdam.
Nr. 2 was oorspronkelijk in Antwerpen, doch
«erd. nadat de Moerdükbrug en de brug over
de Oude Maas waren voltooid, naar Rotterdam
overgebracht; nr. 3 was in Arnhem en nr. 4
in Zwolle.
Voor het vervoer der post zorgden de HUE.
M„ de S Sde NBB., de N.CB. en de BN.
(Beige Nord) De voor Noord-Dultschland be
stemde post ging over Arnhem. Zutfen. Olden-
zaal en Rhelne, want de hjn Amsterdam—
Amersfoort—ApeldoornDeventer was nog niet
in exploitatie. Nederlandsen postpersoneel be
diende eindstation Bentheim. Evenals thans
waren de treinen genummerd; de brieven, wel
ke in de treinen werden verwerkt, kregen een
letterstempel. Voor een trein 173, welke toen
maals ook reeds bestond, was dat een D. zoo
dat het poststempel luidde: „ArnhemBent
heim D 23 Aug. 1011 n.m.” Het pleit voor
de organisatie, dat thans, na büna 70 jaar. de
groote Duitsche avondpost voor Hannover, Ber-
Ujn. Hamburg en Bremen nog altüd op onge
veer denzelfden tüd wordt vervoerd. De zoo
juist genoemde letter D had betrekking op de
vierde posttrelnverzendlngde letters A. B en
C waren in den loofé van den dag voorafge
gaan.
Zooals de spoorwegrij tuigen met letters ge
merkt zün (A voor de le klas. B voor de 2e
en C voor de 3e klas), waren de postrütulgen
der SS. aan een L te herkennen (thans P).
In Duitschland hadden ze de letters DR (Duit
sche Relchspost). ZU hadden nog maar 2 assen
en de lengte was gelük aan die van 4 afdee-
lingen van een AB-rütuig. Thans ziet men ze
nog wel op de stations gebruikt, ontdaan van
hun onderstellen, als bergplaats of verblüf
voor personeel. De L 4 en 8 hebben nog lange
jaren dienst gedaan op de Uin Rotterdam
Venlo. De directeuren der 4 spoorwegpostkan
toren hadden hun kantoren aan huis. Hun
taak bestond in het ontvangen der posttrein-
rapporten, doch in hoofdzaak in de uitvoering
van den postdienst in de postrütuigen, waar
voor zü van de spoorwegmüen „vrü vervoer"
kregen De commiezen en conducteurs, belast
met den trelnpoetdlenst, hadden in verschil
lende plaatsen slaapkamers met toebehooren;
voor het kantoor nr. 1 waren deze büv. in Arn
hem. Emmerik en Bentheim. Tüdens den zomer
dienst van 1 Juni tot en met 30 September,
wanneer het badseizoen veel vertier gaf, ver
schafte men in Bentheim den postambtenaren
gaarne onderdak, maar in den winter was men
daan allerminst op gesteld, omdat de trein om
23.30 binnenkwam en 's morgens om 6 uur
weer vertrok. Dat was de aansluiting naar en
van Bérlün, Bremen en Hamburg. Derhalve