De luchtroovers Hoitika van I uto DE OCEAAN POST Rond het „staat-vetn-dienst-boekje” w^Aaal van den daq ZAIK.®©BOIE Meer belangstelling u<, POKON KUNSTMEST Een exemplaar uit den Franschen tijd 4MBACHTS GEZELLEN MAATS. L w 5 V, „RADIO-HOLLAND” Ketsengrweht SOS Ainsterdaa-O. WOENSDAG 31 MEI 1939 enda 31 Mn or N.V. straatroovers IEUWS is Z-C> EEN SCHEEPSKRANT! DE ZILVEREN eeclp 5' „ROTTERD. LLOYD** AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL IBILniT N.V. STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND** ZT ct.! I Onder VOOR 3 JUNI *n R K, zijn direc- Staat- !n on- ia van het boekje i tot een- F ,an groot e htg. van Vdör Hier, vlug, pak aan en IX 117 0352 31 Meller, vertelde zü. had vroeger vele thlld» oen XVI (Wordt vervolgd.) >r de ge le I vloed van de werkloosheid, doch wordt ook haar vakbekwaamheid op een hoog er peil gebracht. De jongens In het kamp krijgen oefening in het bouwen, in het smeden, in het timmeren en, indien niet in een of an der speciaal vak, dan toch in het leven in arina de ■1 (over- A weïx nu was houden weien zgit jongst Al Meire of desielfs Aifjunkl I pleet! daarbij te doen veri aemeas h liable begeven De eerste pa. Von zün eker, uitge- ten in den aatiriehi, W. KOTMANS Zoon op de Marktboek m de Groote GrachtN* 1186. Het titelblad van een staat-van-dienst- boekje uit den Franschen tijd overvloedig landgoed. i zullen te teren VflJ- iw van het en worden de lucht- vorden ge- eren. .Voor innen zich o opgeven nbare be^ le.leggetï. t zandbeS van het deze ge ld levering besloten komen, men tot aste toe- I jaar èn er; Dirt Itaatspartü bespreking oog op de der Wet man ge-* kehetó! bewgadoor den Ie doen viseren en do en wét waar te hg teer- Cen- 10— Wed- Queea m vreugde" M assenen). »m, prop», voor Lucht ter de hear om luchtbe- onder zün ie eveneens fhoort weer •tig drukke erjjen. waar Het geheel op. 9 Merkwaardige evolutie van het van-dienst-boekje. VOOR KAMERPLANTEN fc- 25 en 40 ct J«n Spin*- 79.00- 00-28. i aard- Tom>- bt! verftes van een hand, eeax voeg of een oog. chotaeha kleina 50 IS# 100 kg. ten lat* kg. en O 11J». Vortelen 30. An- i tM- 43 00 l, Aard- -omatan Vlcto- ider dezer waarin hij e, met het ing. Spr. 1. dat de folitiek en >an eerst ons toe- door A. Hruschka «mater, ■n: B*. jerwten 40 per pl nazie 0.80— Ijs 1— orteten 00 kg- ,Xen- 30-40 nt pet len U Radijs j cent nkorn- d beien 8 „Artikel 7: De .Ambachtsman, die voorschot op zijn loon mogt hebben ontvangen of een beding heeft aangegaan om eenen zekeren tüd te arbeiden, kan de afgifte van zün Zakboekje noch het aanteekenen daarop van zijn Afscheid niet eischen, da"n na zijne schuld door zijnen arbeid voldaan, of zijnen tijd uitgediend te hebben. Indien de Meester zulks vordert i". dat zich verwierf op in Pinkster- 'ar opnietjw i- en den Deze inhouding kan in geen geval twee tien de gedeelte ven hèt - dageltjksch loon van den Ambachtsman te boven' gaan. trMten dé geheete schuld afbetaald is. zal daarvan in het zak boekje gewag gemaakt worden. De kluizenaar riep: „Pak de baarden en volg me. vlug! Ze komen stellig met nog meer terug.” Al hollende trachtten ze de baarden om te doen, maar Piet kon den zijnen niet vastkrijgen en liep tenslotte dat ding achter op zijn bol, terwijl de ha ren achter hem aan fladderden. De bedoeling van dit zakboekje is dus geweest te zorgen, dat de arbeider de ver plichtingen, die hij jegens zijn patroon op zich heeft genomen, ook werkelijk nakomt. Die verplichtingen werden in het zakboekje geschreven en hij kon dit niet verdonkere manen, daar hij, volgens bet 2de lid van artikel 3, indien hij „zonder van een aldus geviseerd zakboekje voorzien te zijn, mogt reizen, zou aangemerkt worden als land- looper en als zoodanig zou kunnen worden aangehouden en gestraft”. In het zakboekje waarvan wij hier eenige pagina's reproduceeren zijn de gegevens omtrent den houder daarbij een zeer uitvoerig signalement niet ingevuld. Wel is 1 boekje tot 1909 toe gebruikt overeen komstig de bestemming van de Fransche wet. En met nog een andere bestemming: als getuigschriften-verzameling. Uit 1869 leest men op de blanco-pagina’s achter in het boekje een verklaring over den hou der. dat hij als „Draayer en ajusteur is werkzaam geweest. Trouw, Eerlijk en V11J- nacht hem nu boosen Maar de gezwollen ATT TJ* A ’C op dit blad zün ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen w-s bfj levenslange geheele ongeschiktheid tot werken dooe T“t bij een ongeval met T7 Q ■aal «I t« aöxzlw 1 w T* ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f OvJe” doodelijken afloop ddUva" inlus Jo- Sier te arnan en Trad de wetgever van de Fransche Re publiek bij de Invoering van het Staat-van- dlenstboekje dus in de eerste plaats op als polltie-macht tegenover den werkman en beschermer van den werkgevér, in het wetje-Romme treedt hij op als degene, die den jongen arbeider prikkelt om uit eigen beweging deel te neigen aan die voorzie ningen, die hem uit de werkloosheidsellen- de verlossen. werkgemeenschap. Is dat voor het Neder landsche bedrijfsleven óók niet Iets waard? Ligt daar niet een economisch belang voor den werkgever in? Zou hij zuiver eco nomisch gesproken niet verstandig doen met zich voor dat werk meer dan tot dus verre te interesseeren en er zijn steun aan te geven? Aan deze opmerkingen zou men nog dit kunnen toevoegen: wanneer straks de wet tot invoering vap het Staat-van-dienst- boekje het Staatsblad zal hebben bereikt, krijgt de werkgever de gelegenheid zonder moeite of kosten zijnerzijds de vruchten te plukken van hetgeen In de kampen Is ge zaaid. Met één oogopslag kan hij uit het Staat-van-dlenstboekje zien, wat de jonge man, die naar een betrekking in zjjn fa briek of bedrijf solliciteert, in den tijd van zijn werkloosheid heeft gedaan, of hij de hand, hem toegestoken door de vrije jeugd- vorming en de regeering, heeft aangegre pen om zich verder als arbeider te be kwamen. Verdient dat geen belangstelling? Deze woorden mogen door velen, die ver antwoordelijkheid dragen In het bedrijfs leven, worden verstaan. En vele bedrijfs leiders mogen er aanleiding In vinden eens met eigen oogen in de kampen te gaan zien wat dAAr in het belang eener vorming van goede arbeiders, dat is uitelndelijk ook in hun eigen belang, gebeurt. n het wetsontwerp tot invoering van het xtaat-van-dlenst-boekje voor jeugdige mannelijke personen luidt artikel 3: „Aan lederen jeugdigen persoon worden op gjjn verzoek vanwege den Minister een jjtaat-van-dlenst-boekje” en een daarbij beboerende kaart uitgereikt.” In een Besluit van den eersten consul Bonaparte, geteekend te Parijs den 9den Primaire, van het jaar xn luidt artikel 1: KTe rekenen van de afkondiging van het tegenwoordig Besluit, zal elke Ambachts man, werkende In de hoedanigheid van Gezel of Maat, zich van een zakboekje moeten voorzien.” Er is dus weinig nieuws onder de zon, sou men oppervlakkig zeggen, wanneer men het hierbij afgebeelde titelblad en eerste pagina van het zakboekje voor am bachtsgezellen of maats, zooals dat in den Franschen tijd In Nederland bestond, nauwlettend beschouwt. Niettemin is er wel eenlg verschil. Het zakboekje uit den Franschen tijd had een andere bestemming dan het boekje, dat Minister Rotnme voor de werkende jeugd In Nederland wil Invoeren. Hetgeen blijkt uit de volgende bepalingen, die het Besluit van het gouvernement der Fransche Repu bliek bevat: tig, en vertrokken zonder verbintenis.” Daarop volgt een verklaring uit 1872, dat dezelfde zich „als Tourneur en Rabotteur” altijd „Trouw en zeer Vlijtig van zijnen pligt gekweten heeft en thans de fabriek verlaat, vrij van alle verpllgttagen”. Uit 1893 stamt een verklaring, dat hij is „sortl ce jour, llbre d’obllgatlon”. Hierin speelt dus wel het element van het nakomen der jegens den patroon op zich genomen ver plichtingen een rol. Hoofdzaak echter is het element van getuigschrift, het getui genis hoe de betrokkene zijn arbeid heeft verricht. Geen van deze beide elementen speelt een rol In het zakboekje, dat Minister Romme voor de Nederlandsche jeugd wil Invoeren. Gelijk de Memorie van Toelich ting zegt, zullen aanteekeningen omtrent verdiende loonen en gedragingen van de jeugdige personen in het Staat-van-dienst- boekje niet mogen voorkomen, zoodat dit niet tot onaangenaamheden voor den be trokkene kan lelden, dat de beteekenls van een getuigschrift naast het Staat-van- dlenstboekje dus -volledig gehandhaafd blijft. Dok heeft het niets uit te staan met de wijze, waarop de betrokken jongeman zijn verplichtingen nakomt jegens zijn patroon. Het wü niets meer bieden dan éen overzicht van den. arbeid, welken de jeug dige personen heeft verricht dus zondei eenige aanteekening van dewljze waar op hij dien arbeid verrichtte of van zjjn HU die ingehouden heeft, ?al verpligt zijn den Meester, ten wiens behoeve hij sulks heeft gedaan, daarvan kennis te geven en het be drag daarvan ter zijne beschikking te stellen.” -aaa- S5 P *rd om zjjn ligheid. *«8refM« zaMwéj« aura— d» AuSeeililitdt» vrktndt ta AordenifMl «ea GettUe» Meals •eorzw» aweisa zijn. Parijs den 8 Frimaim jaar Xlk Rel gouvernement der Republiek op het rapport van den Minuter non bienenlandaeAs sakm, gezien de Artikelen 12 on IS v«n den III* Titel der wetvaa den 22 Germinalbetrekkelijk het zakboekje, waarop het aan de Ambachtoliodeo gegeven afscheid moet worden ingeeehreveo. De Staatsraad gehoord. Besluit het geea volgt I TITEL I. 'A/gemetae Bepalingen. Abt. I. Te rekenen van de afkondiging von bet tegenwoordig Besluit ael elk Ambachtsman wer kende in hoedanigheid van Geael of Maalzich vaa een zakboekje moeten voorzien, abt. 2. Dit Zakboekje ael zyo ran aeboon papier Gequoteerd en tTeparapheerd. buiten eenige kosten te weten te Feryo Commissaris vao Pol» den Maireofeeo f bladsijde aal nel elsmede de Nsstd diene Ouderdom^ aanduiding ven de»aelhl van den meester bg wieo Abt, 3. Boven en behalve' e 4 40 92000 .Artikel 4: Iedere Manufacturier. Aannemer en over het algemeen ieder die Ambachtslie den bezigt, is gehouden om, wanneer de Am bachtslieden van hen vertrekken en hunnen pligt hebben betracht een Afscheid op hunne ZMboekjes aan te teekenen, behelzende een GAulgschrlft. dat zU aan hunne verpligtlng hebben voldaan." Lyo» eo HFantill* door een ^iaie, W laje bndere sleden door la desaelfs Adjbnkten. Op de eerste Zegel «Ier Mohieipelileit staan en Voorneem vah den workmen „f>cbo<MIrelest! Asignolemeat en ivoaa de Naeos .Artikel 8: Indien het gebeuren mogt, dat de Ambachtsman genoodzaakt la heen te gaan, dewijl men hem arbeid of zijn loon weigerd, zal hem zijn Zakboekje en het daarop aangeschre vene Afscheid moeten worden ter hand gesteld, alware het ook, dat hU het gedaan voorschot niet had terug gegeven; de schuldetocher zal slechts het regt hebben van de schuld op het boekje gewag te maken.” omgang. Hjj zette ook bijna nooit den voet In een koffiehuis en was altijd beleefd, vriéndelijk en rechtvaardig. Mijnheer Meller was al dikwijls een kopje thee bij haar komen drinken en kwam 's avonds menig uurtje met haar praten. Hjj kon zoo Interessant vertellen van zijn reizen In den be deden onder :n beetje daar- nlet gelegenheid op het uitgestrekte Nog een jaar: dan zal hij officieel als beheerder van Sperber-Eck optreden. En dan?Hij houdt sinds jaren van Lilly Lansberg en heeft alle recht om te veronder stellen, dat het meisje zijn liefde beantwoordt. Roland dacht juist daaraan, toen hij bjj t vallen van den avond met zijn moeder op het terras van het kasteel zat. Mevrouw Von TumvsM. die raadde, wat er in hem omging, vroeg plotseling: Wel. Roland, waarom ben je vandaag Diet naar Drobny gegaan? Ze hebben jou en Vera daar zeker verwacht. Waarschijnlijk, maar weet u. moedertje, Erich is in den laatsten tijd dikwijls zoo eigen aardig, lang niet meer zoo leuk als vroeger. Ieder oogenblik krijgen we twist over economi sche kwesties. Hij meent waarlijk, de wijsheid in pacht te hebben en spreekt, hoewel hij om zoo te zeggen, nooit aan landbouwpraktijk heeft gedaan als een professor in de agrarische wetenschappen. HU houdt voor tnij verhsmde- lingen over dingen waarvan ik reeds als jon gen van vijftien Jaar op de hoogte was. En dat kan mijn Roland niet uitstaan Neen, ik vind het op den duur onverdraag lijk en zoo komt het leder oogenblik tot een scène tusschen ons. Gisteren was het weer zoo en daarom had ik vandaag geen lust om naar Drobny te gaan. Ottp Meller, vertelde zij, had vroeger vele in Zuid-Amerika een eigen zaak gedre- Ttn- Hu had reeds een aanzienluk vermogen ™raameld, toen de krach van een groote firma ‘len’ bUna alles weer deed verliezen. Moede- r°*held, ziekelijkheid en heimwee dwongen tOer>, met de rest van zijn vermogen naai °°’‘enrUk, zijn geboorteland, terug te keeren HU reisde nu voor eenige groote handelshul- ton en verdiende ruim zijn brood, zoodat hij overschot van zijn fortuin voor zUn ouden •B kon bewaren. ZUn beroep dwong hem. veel op reis te ?an- maar thuis was hU een zeer ordentelijk *Angenaam mensch. Juffrouw Mayer herin- r*™* zich niet, ooit een beteren huurder te h«ben gehad. HJJ rookte niet, hij dronk niet en kreeg nooit ?“<*k van dames. Trouwens, bezoeken kreeg ■to heelemaai niet, want met niemand h*d Mi van leken een droom, blauw hand verdreef al len twijfel. HU had dat alles vsnnacht werkeUjk beleefd. MUnheer Dippel besloot in bed te blüven en bracht den dag door met het vernieuwen van verkoelende compressen op zUn voorhoofd en zUn pUnlUke hand.Tusschen deze, in de gegeven ^mstandtoheden hoogst nuttige bezigheden door, proWXde'hU eenlg licht te ontdekken in de raadselachtige zaak. Het leek hem nu bU rustig overleg toch zeer twUfelachtlg. dat de vreemde man in de regenjas een straatroover was ge weest. WaarschUnlüker was dat hU hèm. Dip- pel. voor zoo'n individu had gehouden, onge twijfeld had de vreemdeling het voorwerp, dat Dippel uit zUn jaszak haalde, voor een revolver aangezien. Maar mynheer Dippel had geen re volver HU had ook nooit een revolver bezeten. En hU bezat ook niets dat er zelfs op een een zamen landweg in een stikdonkeren nacht op kon lUken Tot vier uur in den namiddag brak het arAe heertje zijn toch reeds pUnlUke hoofd over dat mysterie. Toen bracht de postbode een brief, dien mijnheer Dippel, daar de naam van den afzender hem totaal onbekend was, met verwondering en wantrouwen opende. Een zekere mUnheer Mulder had hem het vol gende mede te deelen: „Misschien kunt u zich nog wel herinneren, dat u gisterenavond in „Het Anker” was. U hebt hebt daar wellicht een beetje te lang voor anker gelegen, anders had u zeker wel gemerkt dat u bU uw vertrek een verkeerde overjas hebt aan getrokkén. U zult wel zoo vriendelUk zün. uw eigen jas zoo spoedig mogelUk aan mUn woning in ontvangst te nemen. De zaak is niet zoo erg, maar ik vond het een beetje vervelend, omdat ik het verjaarscadeautje van mUn zoontje nu niet op tüd kon geven. De bengel had zich al zoo op zUn knalplstooltje verheugd.” „Zonder beard zijn we verloren. tegelük schieten.” De bestuurder en de vliegenier hadden elk twe revolvers, die verdeelden ze en op een teeken stoven ze alle vier naar bulten en schoten in de lucht. De gevaarlyke bezoekers waren zoo verrast, dat ze halsoverkop wegvluchtten. 'roep b«a Kwerkl. osnlreal de paspoorten nljde ambachl Rond Sperber-Eck bloeit en geurt de lente. Roland, die van zUn jongensjaren at harts- tochtelUk van 1 boerenbedrijf heeft gehouden, wUdt al de uren, die hu aan zUn rechtskun dige studiën ontstelen kan. aan die nobele pas sie en daartoe vindt hU, onder bekwame leiding. met de hoop, in die portefeuille niet slechts brieven van Ulrich, welke hem omtrent zUn verderen levensloop konden Inlichten, te zullen ontdekken, maar ook, éh vooral, een afschrift van de uit het archief van Sperber-Eck ver dwenen acte van afstand, 't Leed geen twUfel. dat de voorzichtige en ondervlndlngrUke Mr- Wendland een afschrift van die acte had ge maakt, en het aan 't dossier der familie Von Turnwald toegevoegd had. Immers, onvoor ziene omstandigheden konden het origineel ver loren doen gaan. Intusschen bleek het niet zoo gemakkelUk als Hempel had gedacht, uit een hoop papie ren. waarvan sommige bUna veertig jaar oud waren, het gewichtige document op te diepen. Den eersten dag werkte hU* tot laat na mid dernacht, zonder het stuk te vinden, maar dat benam hem geenszins den moed. Tegen twee uur verliet hü met behulp van de sleutels, die mevrouw Von Erber hem toevertrouwd had. zeer stil de woning van den vermoorden advo caat en ging naar huis om door een naar uren slaap nieuwe krachten te verzamelen. Den volgenden dag telegrafeerde hU aan de politie te Buenos Aires, om inlichtingen te vragen aangaande den gewezen koopman Otto Meller en den zich noemenden eigenaar van een in de provincie Entre Rios gelegen „Villa Solis”, die zich uitgaf voor .Juan Andagola”. Die naam was vennoedelUk valsch; bedoelde persoon heette waarschUnlijk Von Turnwald.... Een weinig later kwam Kobler. die in „Hotel Imperal" verbleef, rapport uitbrengen; hü had niets bijzonders te melden. Andagola en .Artikel In het, bU het vorig Artikel ver meld geval, zullen zü. die den Ambachtsman naderhand bezigen, tot de geheele afdoening van de schuld toe, iets van zünen loon inhou den ten behoeve van den schuldeischer. WAARIN HET DAOILUKtCHI NIEUWS, VERSCHIJNT TIJDENS DE REIS OP DE MAILSCHEPEN VANi EN (Van onzen parlementairen redacteur) -w—w ij de ontroerende plechtigheid van de zegening der werktuigen, waarmee de jongens in het kamp ,J> Draken burg” te Baam het Katholiek Gemeen- schapsoord zullen bouwen en den huise- lljken arbeid in hun kamp verrichten, zijn treffende woorden gesproken door den heer Keysper, raadslid van Alkmaar, die als werkgever deze plechtigheid bijwoonde. Indien één ding vaststaat, aldus betoogde de heer Keysper, dan is het wel dit, dat de schuld van de werkloosheid niet moet wor den gezocht bij de arbeiders zelf. Niet bij hen ligt de oorzaak van de crisis; niette min zijn zij de eersten, die door de crisis Worden getroffen. Bij eiken achteruitgang in rendabiliteit van het bedrijf krijgt ook de arbeider de klappen. Om het leed van dien terugslag te verzachten Is het kamp werk in het leven geroepen. Indien men aanneemt, dat de patroons, de werkgevers, de captains of Industry, niet anders kun nen dan hun arbeiders overleveren aan de ellende der werkloosheid, dat zij hen niet tegen beter economisch weten in aan den arbeid kunnen houden, dan mag men toch wel eenige belangstelling van hen verwach ten voor 'tgeen in het belang der werkloos gewordenen wordt gedaan. Daaraan hapert echter vrijwel alles. Uit den kring van het bedrijfsleven blijkt niets van sympathie, la»t staan van daadwerkelijke medewerking aa» wat er in de kampen voor de Neder landsche werklooze jeugd gedakn wordt. Er is meer dan dat. In deze kampen wordt de Nederlandsche Jeugd niet alleen ont trokken aan den demoraliseerenden in- Kort voor middernacht schoot het den heer Dippel te binnen, dat het tüd werd om naar huls te gaan. De laatste bus was al weg en als hü goed doorliep, had hü altüd nog een goede drie kwartier noodig. om naar zün woning te komen. En dus trok mUnheer Dlppel zün over jas aan en verliet T gezellige café „Het Anker". MUnheer Dippel was echter dien avond niet bepaald vlug ter been. Zün onderdanen schenen betreffende de richting, die hü moest Inslaan, hun eigen meenlng te hebben. Men kon niet zeggen dat de rijkelük genoten alcohol zün schreden had bevleugeld. Wel voelde Dlppel. die anders ritüd een uiterst voorzichtig heertje was, zich dien avond een tikje overmoedig- Het was stormachtig, regenachtig en stikdon ker. Een nacht om te leeren huiveren, als men niet. MUnheer Dippel’s weg voerde over eenzame bruggen, wau- zün stappen een grlezellgen klank hadden, als werd hü achtervolgd door een roof- zuchtigen bandiet Maar mUnheer Dlppel was vanavond moedig, een tikje overmoedig zelfs en onverdroten floot hü het eene deuntje na het andere en hield zün onderdanen, zoo goed en zoo kwaad als het ging, in bedwang. Een paar keer meende hü een reusachtige gedaante te zien, die dreigend op hem afkwam. Doch telkens Was het maar een boom of een door den wind bewogen struik. En telkens stelde mUnheer Dlppel ook zeer zakelük vast, dat hü zich had vergist. Niet dat zoo n vergissing hem bang maakte! Neen, neen, dat deed hü zoomaar voor de goede orde. MUnheer Dippe^ floot, zooals wet,reeds zelden, onverschrokken afgebroken zün lustige deuntjes. Laten komen En..-, er kwam Iemand. Zoo maar Ineens dook er. alsof hü uit den grond groeide, een geweldige schaduw voor hem op en stond hü tegenover een reuzen-kerel, wiens gezicht bUna geheel In den hoog-opgeslagen kraag van een regenjas verdween. Uit dien jaskraag kwam een angstwekkend zware stem: „Hebt u niet een lucifer voor me?” De stem klonk gedempt, maar de dreigende ondertoon deed Dippel's bloed In de aderen stollen In tallooze detectiveromans had hU ge lezen dat straatroovers bü voorkeur dit smoesje gebruiken, om hun argelooze slachtoffers te overvallen. Dlppel tastte in de zakken van zün overjas. HU vond het mau het beste om zonder tegen spraak of verzet direct zün portemonnale en portefeuille te overhandigen. Weliswaar zat er geen geld meer In, niets dan wat brieven en onbetaalde rekeningen, maar misschien raakte hü op die manier toch den roover kwüt. „Zieker, zeker!” giechelde hü. alsof hü het buitengewoon amusant vond, dat iemand hem te middernacht op een eenzamen weg om vuur vroeg. „Natuurlük heb Ik lucifers, natuurlUk! Die heb Ik altüd bü me. Een oogenblikje alsje blieft” Nu tastte zün hand In den jaszak Maar wat zün bovenste vingers daar voelden, was niet het zachte saffiaanleder^van zün portefeuille. Het jaar en hü opnieuw vertrokken, ditmaal naar Innsbruck. Juffrouw Mayer wist niet, wanneer hü van daar zou terugkomen. verplichtingen jegens dezen werkgever en tevens van zijn activiteit met betrek king tot het deelnemen aan voorzieningen tijdens een periode van werkloosheid. De werkgever zal dus uit dit boekje moeten zien: deze jonge man heeft in den tüd. toen hü werkloos was «Jet stil gezeten, hü heeft hier een kamp«Jimeegemaakt, ginds een cursus gevolgd, eldersv deelgenomen aan andere werken, die" van overheidswege of van de zijde der particuliere "of ganlsa- tie ten behoeve van de werklooze jeugd worden ondernomen. Hü is actief, of hij is inactief. Voor een werkgever, die zijn per sonen weet te kiezen, is de conclusie spoe dig getrokken. Daardoor zullen de betrok ken jongeren in het bezit van het Staat- van-dienstboekje een stimulans vinden tot opvoering van hun Staat-van-dlenst. MET AJJVERTEEREN BEREIKT MEN ALLE VERLOFGANGERS. REPATRIEERENDEN EN TOERISTEN Vraa<t proefnummer en tarieven aan: pel kan wilde des te Ui woordighel waarwordU gevaren Het door Silas ondernomen werk was inder daad lang niet zoo moeilük als Mr. Ullemann had gevreesd. Want daar Hempel, büna met zekerheid koh aannemen, dat zoowel de dood van Mr. Wendland als die van Gottfried Kluge het logisch gevolg was van Ulrich Von Turn- wald’s bedoeling, ongehinderd zün erfrecht als eerstgeboren zoon te doen gelden, kon hü zich feitelük tot het nauwkeurig onder zoek van één enkele acte bepalen. In de portefeuille, waarin geheel de briefwisseling de aftekening en aanteekeningen, die verband hielden met Wendland^ beheer van 't vermogen der familie Von Turnwald, geborgen waren, moest hü vinden wat hü zocht. HU vleide zich towns» Kient *»s<h in Brazilië, Argentinië en Chili! glnne had zün stem, die veel had. een keel-operatie. haar zenuw, onaangenaam geprikkeld, maal aan gewoon. Trouwens, zoo heel erg was\i En zün vriendelükheld. zün voorkomen! en zün talenten maakten dat kleine gebrek dub bel goed. Voor welke firma’s Meller reisde? Dat wist Juffrouw Mayer niet. Den naam Anna MUden had zü nooit gehoord. Zü kon zich ook niet herinneren, dat hü ooit van een lid züner familie gesproken had. Integendeel: hü had eens verteld, dat zün familie uitgestorven was. zoodat hü nu alléén In de wereld stond Eens. toén er sprake ws.' van trouwen, liefde en jonge meisjes, zei hü. dat heel dat gedoe hem sinds lang tegenstond. In zün jonge jaren had hü ondervonden, wat teleurgestelde liefde beteekent Volgens zün papieren, die Weenen aangaven als zün geboorteplaats en Buenos-Aires als laatste verblüfplaato, was Otto Meller 39 jaar oud. Vroeg in den morgen vsn 15 April was hü. zooals juffrouw Mayer zei. naar Linz vertrok ken en eergisteren was hü slechts een paar uren thuis geweest. Tegen den middag was Hempel schreef nog denzelfden dag aan mevrouw Von Turnwald en berichtte haar alles, wat hü te weten was gekomen. Vervolgens begaf hü zich naar de woning van Mr. Wendland op den Schottenring en maakte een begin met het onderzoek van de door den advocaat nagelaten acten. Mevrouw Von Erber bezorgde hem daarvoor lui sgoede plaats in de prlvévertrekken. Hem- daar ongestoord werken zoo lang hü knoe later in den avond hü arbeidde, •r zou 't haar zün. want zün tegen- I gaf haar, verklaarde zü. een ge- [g van veiligheid tegen dreigende zün vrouw hadden daags te voren hun kamers slechts voor korten tüd verlaten, om te voet inkoopen te gaan doen. Niemand was bü hen op beroek geweest. Zü hadden ook aan niemand getelefoneerd en waren door niemand opge beld. In den loop van den namiddag ging Hempel nog eens Informeeren bü juffrouw Mayer of Meller al terug was. Het antwoord op die vraag luidde ontkennend. Bü deze gelegen heid vroeg hü ook de oude dame, of er mis schien in de buurt een gemeubileerde kamer te huur was; hü had daar reeds eenlgen tüd naar gezocht, want de kosten van ’t verbluf in een hotel kwamen op den duur te hoog Wel. dat trof heerlük! Juffrouw Mayer zelf had sinds acht dagen een 'kamer leeg staan, wel niet groot maar net en geriefelijk Jammer ge noeg. was die kamer aan den achterkant van T huU gelegen Och dat was voor Hempel hü had zich bü juffrouw Mayer als „Procuratiehouder Hahnmann” uitgegeven geen bezwaar. Hü ging de kamer, welke naast die van Otto Mel ler lag, bffilchtlgen, huurde ze onmlddellük en nam er nog denzelfden avond zün intrek. vtrtclfllltnbt «w» ^le t d VB igwtltert. waa lete kouds, kil als metaal. Een vreemd ding, waarvan de vorm In geen enkel opzicht herin nerde aan dingen, die men gewoonlijk in zün Jaszak heeft. Het lukte münhéèr Dlppel het on bekende Iets, dat zich schünbaar aan 8e jas- voering had vastgemaakt, voor dWi dag te halen. Doch op hetzelfde oogenblik maakte de man in de regenjas een bliksemsnelle beweging Hü hief zün rechterarm op en sloeg met vreeselüke kracht op münheer Dippel's hand, zoodat het merkwaardige voorwerp met een grooten boog In het ravenzwarte donker vloog. Direct daarop was de vreemdeling verdwenen De storm ver slond het geluid van zün hautlg voortlende stappen. Münheer Dlppel herademde. Toen verliet hü in overhaaste vlucht het terrein van deze grie zelige nachtelüke ontmoeting. Tegen 2 uur be reikte hü. badend in zün zweet, maar overigens gezond van lüf en leden, zün woning.... 's Morgens ontwaakte hü met een verward hoofd en pün In de leden. De gebeurtenissen den SBSssssssssssssessssssessssssBSsessBsaBBaBBBBSfitBsss

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 3