De luchtroovers
Hoitika
van
I uto
DE OCEAAN POST
Rond het „staat-vetn-dienst-boekje”
w^Aaal van den daq
ZAIK.®©BOIE
Meer belangstelling
u<,
POKON
KUNSTMEST
Een exemplaar uit
den Franschen tijd
4MBACHTS GEZELLEN
MAATS.
L
w
5
V,
„RADIO-HOLLAND”
Ketsengrweht SOS Ainsterdaa-O.
WOENSDAG 31 MEI 1939
enda
31 Mn
or
N.V.
straatroovers
IEUWS
is Z-C>
EEN
SCHEEPSKRANT!
DE
ZILVEREN
eeclp
5'
„ROTTERD. LLOYD**
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
IBILniT
N.V. STOOMVAART MIJ.
„NEDERLAND**
ZT ct.!
I Onder
VOOR
3 JUNI
*n R K,
zijn direc-
Staat-
!n on-
ia van het boekje
i tot een-
F
,an groot
e
htg. van
Vdör
Hier, vlug, pak aan
en
IX 117 0352
31
Meller, vertelde zü. had vroeger vele
thlld»
oen
XVI
(Wordt vervolgd.)
>r de ge
le
I
vloed van de werkloosheid, doch wordt ook
haar vakbekwaamheid op een hoog er peil
gebracht. De jongens In het kamp krijgen
oefening in het bouwen, in het smeden, in
het timmeren en, indien niet in een of an
der speciaal vak, dan toch in het leven in
arina de
■1 (over-
A weïx
nu was
houden weien zgit jongst Al
Meire of desielfs Aifjunkl I
pleet! daarbij te doen veri
aemeas h liable begeven
De eerste pa.
Von
zün
eker, uitge-
ten in den
aatiriehi,
W. KOTMANS Zoon op de Marktboek m de
Groote GrachtN* 1186.
Het titelblad van een staat-van-dienst-
boekje uit den Franschen tijd
overvloedig
landgoed.
i zullen te
teren VflJ-
iw van het
en worden
de lucht-
vorden ge-
eren. .Voor
innen zich
o opgeven
nbare be^
le.leggetï.
t zandbeS
van het
deze ge
ld levering
besloten
komen,
men tot
aste toe-
I jaar èn
er; Dirt
Itaatspartü
bespreking
oog op de
der Wet
man ge-*
kehetó! bewgadoor den
Ie doen viseren en do
en wét waar te hg teer-
Cen-
10—
Wed-
Queea
m
vreugde" M
assenen).
»m, prop»,
voor Lucht
ter de hear
om luchtbe-
onder zün
ie eveneens
fhoort weer
•tig drukke
erjjen. waar
Het geheel
op.
9
Merkwaardige evolutie van het
van-dienst-boekje.
VOOR KAMERPLANTEN
fc- 25 en 40 ct
J«n
Spin*-
79.00-
00-28.
i aard-
Tom>-
bt! verftes van een hand,
eeax voeg of een oog.
chotaeha
kleina
50 IS#
100 kg.
ten lat*
kg.
en O
11J».
Vortelen
30. An-
i tM-
43 00
l, Aard-
-omatan
Vlcto-
ider dezer
waarin hij
e, met het
ing. Spr.
1. dat de
folitiek en
>an eerst
ons toe-
door
A. Hruschka
«mater,
■n: B*.
jerwten
40 per
pl nazie
0.80—
Ijs 1—
orteten
00 kg-
,Xen-
30-40
nt pet
len U
Radijs
j cent
nkorn-
d beien
8
„Artikel 7: De .Ambachtsman, die voorschot
op zijn loon mogt hebben ontvangen of een
beding heeft aangegaan om eenen zekeren tüd
te arbeiden, kan de afgifte van zün Zakboekje
noch het aanteekenen daarop van zijn Afscheid
niet eischen, da"n na zijne schuld door zijnen
arbeid voldaan, of zijnen tijd uitgediend te
hebben. Indien de Meester zulks vordert
i". dat zich
verwierf op
in Pinkster-
'ar opnietjw
i- en den
Deze inhouding kan in geen geval twee tien
de gedeelte ven hèt - dageltjksch loon van den
Ambachtsman te boven' gaan. trMten dé geheete
schuld afbetaald is. zal daarvan in het zak
boekje gewag gemaakt worden.
De kluizenaar riep: „Pak de baarden en volg me. vlug! Ze
komen stellig met nog meer terug.” Al hollende trachtten ze de
baarden om te doen, maar Piet kon den zijnen niet vastkrijgen
en liep tenslotte dat ding achter op zijn bol, terwijl de ha
ren achter hem aan fladderden.
De bedoeling van dit zakboekje is dus
geweest te zorgen, dat de arbeider de ver
plichtingen, die hij jegens zijn patroon op
zich heeft genomen, ook werkelijk nakomt.
Die verplichtingen werden in het zakboekje
geschreven en hij kon dit niet verdonkere
manen, daar hij, volgens bet 2de lid van
artikel 3, indien hij „zonder van een aldus
geviseerd zakboekje voorzien te zijn, mogt
reizen, zou aangemerkt worden als land-
looper en als zoodanig zou kunnen worden
aangehouden en gestraft”.
In het zakboekje waarvan wij hier eenige
pagina's reproduceeren zijn de gegevens
omtrent den houder daarbij een zeer
uitvoerig signalement niet ingevuld. Wel
is 1 boekje tot 1909 toe gebruikt overeen
komstig de bestemming van de Fransche
wet. En met nog een andere bestemming:
als getuigschriften-verzameling. Uit 1869
leest men op de blanco-pagina’s achter in
het boekje een verklaring over den hou
der. dat hij als „Draayer en ajusteur is
werkzaam geweest. Trouw, Eerlijk en V11J-
nacht
hem nu
boosen
Maar de
gezwollen
ATT TJ* A ’C op dit blad zün ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen w-s bfj levenslange geheele ongeschiktheid tot werken dooe T“t bij een ongeval met T7 Q
■aal «I t« aöxzlw 1 w T* ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f OvJe” doodelijken afloop ddUva"
inlus Jo-
Sier te
arnan en
Trad de wetgever van de Fransche Re
publiek bij de Invoering van het Staat-van-
dlenstboekje dus in de eerste plaats op als
polltie-macht tegenover den werkman en
beschermer van den werkgevér, in het
wetje-Romme treedt hij op als degene, die
den jongen arbeider prikkelt om uit eigen
beweging deel te neigen aan die voorzie
ningen, die hem uit de werkloosheidsellen-
de verlossen.
werkgemeenschap. Is dat voor het Neder
landsche bedrijfsleven óók niet Iets waard?
Ligt daar niet een economisch belang
voor den werkgever in? Zou hij zuiver eco
nomisch gesproken niet verstandig doen
met zich voor dat werk meer dan tot dus
verre te interesseeren en er zijn steun aan
te geven?
Aan deze opmerkingen zou men nog dit
kunnen toevoegen: wanneer straks de wet
tot invoering vap het Staat-van-dienst-
boekje het Staatsblad zal hebben bereikt,
krijgt de werkgever de gelegenheid zonder
moeite of kosten zijnerzijds de vruchten te
plukken van hetgeen In de kampen Is ge
zaaid. Met één oogopslag kan hij uit het
Staat-van-dlenstboekje zien, wat de jonge
man, die naar een betrekking in zjjn fa
briek of bedrijf solliciteert, in den tijd van
zijn werkloosheid heeft gedaan, of hij de
hand, hem toegestoken door de vrije jeugd-
vorming en de regeering, heeft aangegre
pen om zich verder als arbeider te be
kwamen. Verdient dat geen belangstelling?
Deze woorden mogen door velen, die ver
antwoordelijkheid dragen In het bedrijfs
leven, worden verstaan. En vele bedrijfs
leiders mogen er aanleiding In vinden eens
met eigen oogen in de kampen te gaan zien
wat dAAr in het belang eener vorming van
goede arbeiders, dat is uitelndelijk ook in
hun eigen belang, gebeurt.
n het wetsontwerp tot invoering van het
xtaat-van-dlenst-boekje voor jeugdige
mannelijke personen luidt artikel 3:
„Aan lederen jeugdigen persoon worden op
gjjn verzoek vanwege den Minister een
jjtaat-van-dlenst-boekje” en een daarbij
beboerende kaart uitgereikt.”
In een Besluit van den eersten consul
Bonaparte, geteekend te Parijs den 9den
Primaire, van het jaar xn luidt artikel 1:
KTe rekenen van de afkondiging van het
tegenwoordig Besluit, zal elke Ambachts
man, werkende In de hoedanigheid van
Gezel of Maat, zich van een zakboekje
moeten voorzien.”
Er is dus weinig nieuws onder de zon,
sou men oppervlakkig zeggen, wanneer
men het hierbij afgebeelde titelblad en
eerste pagina van het zakboekje voor am
bachtsgezellen of maats, zooals dat in den
Franschen tijd In Nederland bestond,
nauwlettend beschouwt.
Niettemin is er wel eenlg verschil.
Het zakboekje uit den Franschen tijd had
een andere bestemming dan het boekje, dat
Minister Rotnme voor de werkende jeugd
In Nederland wil Invoeren. Hetgeen blijkt
uit de volgende bepalingen, die het Besluit
van het gouvernement der Fransche Repu
bliek bevat:
tig, en vertrokken zonder verbintenis.”
Daarop volgt een verklaring uit 1872, dat
dezelfde zich „als Tourneur en Rabotteur”
altijd „Trouw en zeer Vlijtig van zijnen
pligt gekweten heeft en thans de fabriek
verlaat, vrij van alle verpllgttagen”. Uit
1893 stamt een verklaring, dat hij is „sortl
ce jour, llbre d’obllgatlon”. Hierin speelt
dus wel het element van het nakomen der
jegens den patroon op zich genomen ver
plichtingen een rol. Hoofdzaak echter is
het element van getuigschrift, het getui
genis hoe de betrokkene zijn arbeid heeft
verricht.
Geen van deze beide elementen speelt
een rol In het zakboekje, dat Minister
Romme voor de Nederlandsche jeugd wil
Invoeren. Gelijk de Memorie van Toelich
ting zegt, zullen aanteekeningen omtrent
verdiende loonen en gedragingen van de
jeugdige personen in het Staat-van-dienst-
boekje niet mogen voorkomen, zoodat dit
niet tot onaangenaamheden voor den be
trokkene kan lelden, dat de beteekenls van
een getuigschrift naast het Staat-van-
dlenstboekje dus -volledig gehandhaafd
blijft. Dok heeft het niets uit te staan met
de wijze, waarop de betrokken jongeman
zijn verplichtingen nakomt jegens zijn
patroon. Het wü niets meer bieden dan éen
overzicht van den. arbeid, welken de jeug
dige personen heeft verricht dus zondei
eenige aanteekening van dewljze waar
op hij dien arbeid verrichtte of van zjjn
HU die ingehouden heeft, ?al verpligt zijn
den Meester, ten wiens behoeve hij sulks heeft
gedaan, daarvan kennis te geven en het be
drag daarvan ter zijne beschikking te stellen.”
-aaa-
S5 P
*rd om zjjn
ligheid.
*«8refM« zaMwéj« aura— d» AuSeeililitdt»
vrktndt ta AordenifMl «ea GettUe» Meals
•eorzw» aweisa zijn.
Parijs den 8 Frimaim jaar Xlk
Rel gouvernement der Republiek op het rapport
van den Minuter non bienenlandaeAs sakm, gezien de
Artikelen 12 on IS v«n den III* Titel der wetvaa
den 22 Germinalbetrekkelijk het zakboekje, waarop
het aan de Ambachtoliodeo gegeven afscheid moet
worden ingeeehreveo.
De Staatsraad gehoord.
Besluit het geea volgt I
TITEL I.
'A/gemetae Bepalingen.
Abt. I. Te rekenen van de afkondiging von bet
tegenwoordig Besluit ael elk Ambachtsman wer
kende in hoedanigheid van Geael of Maalzich vaa
een zakboekje moeten voorzien,
abt. 2. Dit Zakboekje ael zyo ran aeboon papier
Gequoteerd en tTeparapheerd. buiten eenige kosten
te weten te Feryo
Commissaris vao Pol»
den Maireofeeo f
bladsijde aal nel
elsmede de Nsstd
diene Ouderdom^
aanduiding ven de»aelhl
van den meester bg wieo
Abt, 3. Boven en behalve'
e 4 40
92000
.Artikel 4: Iedere Manufacturier. Aannemer
en over het algemeen ieder die Ambachtslie
den bezigt, is gehouden om, wanneer de Am
bachtslieden van hen vertrekken en hunnen
pligt hebben betracht een Afscheid op hunne
ZMboekjes aan te teekenen, behelzende een
GAulgschrlft. dat zU aan hunne verpligtlng
hebben voldaan."
Lyo» eo HFantill* door een
^iaie, W laje bndere sleden door
la desaelfs Adjbnkten. Op de eerste
Zegel «Ier Mohieipelileit staan
en Voorneem vah den workmen
„f>cbo<MIrelest! Asignolemeat en
ivoaa de Naeos
.Artikel 8: Indien het gebeuren mogt, dat de
Ambachtsman genoodzaakt la heen te gaan,
dewijl men hem arbeid of zijn loon weigerd, zal
hem zijn Zakboekje en het daarop aangeschre
vene Afscheid moeten worden ter hand gesteld,
alware het ook, dat hU het gedaan voorschot
niet had terug gegeven; de schuldetocher zal
slechts het regt hebben van de schuld op het
boekje gewag te maken.”
omgang. Hjj zette ook bijna nooit den voet In een
koffiehuis en was altijd beleefd, vriéndelijk en
rechtvaardig.
Mijnheer Meller was al dikwijls een kopje
thee bij haar komen drinken en kwam
's avonds menig uurtje met haar praten. Hjj
kon zoo Interessant vertellen van zijn reizen
In den be
deden onder
:n beetje
daar-
nlet
gelegenheid op het uitgestrekte
Nog een jaar: dan zal hij officieel
als beheerder van Sperber-Eck optreden.
En dan?Hij houdt sinds jaren van Lilly
Lansberg en heeft alle recht om te veronder
stellen, dat het meisje zijn liefde beantwoordt.
Roland dacht juist daaraan, toen hij bjj t
vallen van den avond met zijn moeder op het
terras van het kasteel zat.
Mevrouw Von TumvsM. die raadde, wat er
in hem omging, vroeg plotseling:
Wel. Roland, waarom ben je vandaag Diet
naar Drobny gegaan? Ze hebben jou en Vera
daar zeker verwacht.
Waarschijnlijk, maar weet u. moedertje,
Erich is in den laatsten tijd dikwijls zoo eigen
aardig, lang niet meer zoo leuk als vroeger.
Ieder oogenblik krijgen we twist over economi
sche kwesties. Hij meent waarlijk, de wijsheid
in pacht te hebben en spreekt, hoewel hij om
zoo te zeggen, nooit aan landbouwpraktijk
heeft gedaan als een professor in de agrarische
wetenschappen. HU houdt voor tnij verhsmde-
lingen over dingen waarvan ik reeds als jon
gen van vijftien Jaar op de hoogte was.
En dat kan mijn Roland niet uitstaan
Neen, ik vind het op den duur onverdraag
lijk en zoo komt het leder oogenblik tot een
scène tusschen ons. Gisteren was het weer zoo
en daarom had ik vandaag geen lust om naar
Drobny te gaan.
Ottp Meller, vertelde zij, had vroeger vele
in Zuid-Amerika een eigen zaak gedre-
Ttn- Hu had reeds een aanzienluk vermogen
™raameld, toen de krach van een groote firma
‘len’ bUna alles weer deed verliezen. Moede-
r°*held, ziekelijkheid en heimwee dwongen
tOer>, met de rest van zijn vermogen naai
°°’‘enrUk, zijn geboorteland, terug te keeren
HU reisde nu voor eenige groote handelshul-
ton en verdiende ruim zijn brood, zoodat hij
overschot van zijn fortuin voor zUn ouden
•B kon bewaren.
ZUn beroep dwong hem. veel op reis te
?an- maar thuis was hU een zeer ordentelijk
*Angenaam mensch. Juffrouw Mayer herin-
r*™* zich niet, ooit een beteren huurder te
h«ben gehad.
HJJ rookte niet, hij dronk niet en kreeg nooit
?“<*k van dames. Trouwens, bezoeken kreeg
■to heelemaai niet, want met niemand h*d Mi
van
leken
een
droom,
blauw
hand verdreef al
len twijfel. HU
had dat alles
vsnnacht werkeUjk beleefd.
MUnheer Dippel besloot in bed te blüven en
bracht den dag door met het vernieuwen van
verkoelende compressen op zUn voorhoofd en zUn
pUnlUke hand.Tusschen deze, in de gegeven
^mstandtoheden hoogst nuttige bezigheden door,
proWXde'hU eenlg licht te ontdekken in de
raadselachtige zaak. Het leek hem nu bU rustig
overleg toch zeer twUfelachtlg. dat de vreemde
man in de regenjas een straatroover was ge
weest. WaarschUnlüker was dat hU hèm. Dip-
pel. voor zoo'n individu had gehouden, onge
twijfeld had de vreemdeling het voorwerp, dat
Dippel uit zUn jaszak haalde, voor een revolver
aangezien. Maar mynheer Dippel had geen re
volver HU had ook nooit een revolver bezeten.
En hU bezat ook niets dat er zelfs op een een
zamen landweg in een stikdonkeren nacht op
kon lUken Tot vier uur in den namiddag brak
het arAe heertje zijn toch reeds pUnlUke hoofd
over dat mysterie. Toen bracht de postbode een
brief, dien mijnheer Dippel, daar de naam van
den afzender hem totaal onbekend was, met
verwondering en wantrouwen opende.
Een zekere mUnheer Mulder had hem het vol
gende mede te deelen:
„Misschien kunt u zich nog wel herinneren,
dat u gisterenavond in „Het Anker” was. U hebt
hebt daar wellicht een beetje te lang voor anker
gelegen, anders had u zeker wel gemerkt dat u
bU uw vertrek een verkeerde overjas hebt aan
getrokkén. U zult wel zoo vriendelUk zün. uw
eigen jas zoo spoedig mogelUk aan mUn woning
in ontvangst te nemen. De zaak is niet zoo erg,
maar ik vond het een beetje vervelend, omdat
ik het verjaarscadeautje van mUn zoontje nu
niet op tüd kon geven. De bengel had zich al
zoo op zUn knalplstooltje verheugd.”
„Zonder beard zijn we verloren.
tegelük schieten.” De bestuurder en de vliegenier hadden elk
twe revolvers, die verdeelden ze en op een teeken stoven ze
alle vier naar bulten en schoten in de lucht. De gevaarlyke
bezoekers waren zoo verrast, dat ze halsoverkop wegvluchtten.
'roep b«a
Kwerkl.
osnlreal de paspoorten nljde ambachl
Rond Sperber-Eck bloeit en geurt de lente.
Roland, die van zUn jongensjaren at harts-
tochtelUk van 1 boerenbedrijf heeft gehouden,
wUdt al de uren, die hu aan zUn rechtskun
dige studiën ontstelen kan. aan die nobele pas
sie en daartoe vindt hU, onder bekwame leiding.
met de hoop, in die portefeuille niet slechts
brieven van Ulrich, welke hem omtrent zUn
verderen levensloop konden Inlichten, te zullen
ontdekken, maar ook, éh vooral, een afschrift
van de uit het archief van Sperber-Eck ver
dwenen acte van afstand, 't Leed geen twUfel.
dat de voorzichtige en ondervlndlngrUke Mr-
Wendland een afschrift van die acte had ge
maakt, en het aan 't dossier der familie Von
Turnwald toegevoegd had. Immers, onvoor
ziene omstandigheden konden het origineel ver
loren doen gaan.
Intusschen bleek het niet zoo gemakkelUk
als Hempel had gedacht, uit een hoop papie
ren. waarvan sommige bUna veertig jaar oud
waren, het gewichtige document op te diepen.
Den eersten dag werkte hU* tot laat na mid
dernacht, zonder het stuk te vinden, maar dat
benam hem geenszins den moed. Tegen twee
uur verliet hü met behulp van de sleutels, die
mevrouw Von Erber hem toevertrouwd had.
zeer stil de woning van den vermoorden advo
caat en ging naar huis om door een naar uren
slaap nieuwe krachten te verzamelen.
Den volgenden dag telegrafeerde hU aan de
politie te Buenos Aires, om inlichtingen te
vragen aangaande den gewezen koopman Otto
Meller en den zich noemenden eigenaar van
een in de provincie Entre Rios gelegen „Villa
Solis”, die zich uitgaf voor .Juan Andagola”.
Die naam was vennoedelUk valsch; bedoelde
persoon heette waarschUnlijk Von Turnwald....
Een weinig later kwam Kobler. die in
„Hotel Imperal" verbleef, rapport uitbrengen;
hü had niets bijzonders te melden. Andagola en
.Artikel In het, bU het vorig Artikel ver
meld geval, zullen zü. die den Ambachtsman
naderhand bezigen, tot de geheele afdoening
van de schuld toe, iets van zünen loon inhou
den ten behoeve van den schuldeischer.
WAARIN HET DAOILUKtCHI
NIEUWS, VERSCHIJNT TIJDENS
DE REIS OP DE MAILSCHEPEN
VANi
EN
(Van onzen parlementairen redacteur)
-w—w ij de ontroerende plechtigheid van de
zegening der werktuigen, waarmee de
jongens in het kamp ,J> Draken
burg” te Baam het Katholiek Gemeen-
schapsoord zullen bouwen en den huise-
lljken arbeid in hun kamp verrichten, zijn
treffende woorden gesproken door den heer
Keysper, raadslid van Alkmaar, die als
werkgever deze plechtigheid bijwoonde.
Indien één ding vaststaat, aldus betoogde
de heer Keysper, dan is het wel dit, dat de
schuld van de werkloosheid niet moet wor
den gezocht bij de arbeiders zelf. Niet bij
hen ligt de oorzaak van de crisis; niette
min zijn zij de eersten, die door de crisis
Worden getroffen. Bij eiken achteruitgang
in rendabiliteit van het bedrijf krijgt ook
de arbeider de klappen. Om het leed van
dien terugslag te verzachten Is het kamp
werk in het leven geroepen. Indien men
aanneemt, dat de patroons, de werkgevers,
de captains of Industry, niet anders kun
nen dan hun arbeiders overleveren aan de
ellende der werkloosheid, dat zij hen niet
tegen beter economisch weten in aan den
arbeid kunnen houden, dan mag men toch
wel eenige belangstelling van hen verwach
ten voor 'tgeen in het belang der werkloos
gewordenen wordt gedaan. Daaraan hapert
echter vrijwel alles. Uit den kring van het
bedrijfsleven blijkt niets van sympathie,
la»t staan van daadwerkelijke medewerking
aa» wat er in de kampen voor de Neder
landsche werklooze jeugd gedakn wordt.
Er is meer dan dat. In deze kampen wordt
de Nederlandsche Jeugd niet alleen ont
trokken aan den demoraliseerenden in-
Kort voor middernacht schoot het den heer
Dippel te binnen, dat het tüd werd om naar
huls te gaan. De laatste bus was al weg en als
hü goed doorliep, had hü altüd nog een goede
drie kwartier noodig. om naar zün woning te
komen. En dus trok mUnheer Dlppel zün over
jas aan en verliet T gezellige café „Het Anker".
MUnheer Dippel was echter dien avond niet
bepaald vlug ter been. Zün onderdanen schenen
betreffende de richting, die hü moest Inslaan,
hun eigen meenlng te hebben. Men kon niet
zeggen dat de rijkelük genoten alcohol zün
schreden had bevleugeld. Wel voelde Dlppel. die
anders ritüd een uiterst voorzichtig heertje was,
zich dien avond een tikje overmoedig-
Het was stormachtig, regenachtig en stikdon
ker. Een nacht om te leeren huiveren, als men
niet.
MUnheer Dippel’s weg voerde over eenzame
bruggen, wau- zün stappen een grlezellgen klank
hadden, als werd hü achtervolgd door een roof-
zuchtigen bandiet Maar mUnheer Dlppel
was vanavond moedig, een tikje overmoedig zelfs
en onverdroten floot hü het eene deuntje na
het andere en hield zün onderdanen, zoo goed
en zoo kwaad als het ging, in bedwang.
Een paar keer meende hü een reusachtige
gedaante te zien, die dreigend op hem afkwam.
Doch telkens Was het maar een boom of een
door den wind bewogen struik. En telkens stelde
mUnheer Dlppel ook zeer zakelük vast, dat hü
zich had vergist. Niet dat zoo n vergissing hem
bang maakte! Neen, neen, dat deed hü zoomaar
voor de goede orde. MUnheer Dippe^ floot,
zooals wet,reeds zelden, onverschrokken
afgebroken zün lustige deuntjes. Laten
komen
En..-, er kwam Iemand. Zoo maar Ineens
dook er. alsof hü uit den grond groeide, een
geweldige schaduw voor hem op en stond hü
tegenover een reuzen-kerel, wiens gezicht bUna
geheel In den hoog-opgeslagen kraag van een
regenjas verdween. Uit dien jaskraag kwam een
angstwekkend zware stem:
„Hebt u niet een lucifer voor me?”
De stem klonk gedempt, maar de dreigende
ondertoon deed Dippel's bloed In de aderen
stollen In tallooze detectiveromans had hU ge
lezen dat straatroovers bü voorkeur dit smoesje
gebruiken, om hun argelooze slachtoffers te
overvallen.
Dlppel tastte in de zakken van zün overjas.
HU vond het mau het beste om zonder tegen
spraak of verzet direct zün portemonnale en
portefeuille te overhandigen. Weliswaar zat er
geen geld meer In, niets dan wat brieven en
onbetaalde rekeningen, maar misschien raakte
hü op die manier toch den roover kwüt.
„Zieker, zeker!” giechelde hü. alsof hü het
buitengewoon amusant vond, dat iemand hem
te middernacht op een eenzamen weg om vuur
vroeg. „Natuurlük heb Ik lucifers, natuurlUk! Die
heb Ik altüd bü me. Een oogenblikje alsje
blieft”
Nu tastte zün hand In den jaszak Maar wat
zün bovenste vingers daar voelden, was niet het
zachte saffiaanleder^van zün portefeuille. Het
jaar en
hü opnieuw vertrokken, ditmaal naar Innsbruck.
Juffrouw Mayer wist niet, wanneer hü van
daar zou terugkomen.
verplichtingen jegens dezen werkgever
en tevens van zijn activiteit met betrek
king tot het deelnemen aan voorzieningen
tijdens een periode van werkloosheid. De
werkgever zal dus uit dit boekje moeten
zien: deze jonge man heeft in den tüd.
toen hü werkloos was «Jet stil gezeten, hü
heeft hier een kamp«Jimeegemaakt, ginds
een cursus gevolgd, eldersv deelgenomen
aan andere werken, die" van overheidswege
of van de zijde der particuliere "of ganlsa-
tie ten behoeve van de werklooze jeugd
worden ondernomen. Hü is actief, of hij is
inactief. Voor een werkgever, die zijn per
sonen weet te kiezen, is de conclusie spoe
dig getrokken. Daardoor zullen de betrok
ken jongeren in het bezit van het Staat-
van-dienstboekje een stimulans vinden tot
opvoering van hun Staat-van-dlenst.
MET AJJVERTEEREN BEREIKT
MEN ALLE VERLOFGANGERS.
REPATRIEERENDEN EN
TOERISTEN
Vraa<t proefnummer en tarieven
aan:
pel kan
wilde
des te Ui
woordighel
waarwordU
gevaren
Het door Silas ondernomen werk was inder
daad lang niet zoo moeilük als Mr. Ullemann had
gevreesd.
Want daar Hempel, büna met zekerheid
koh aannemen, dat zoowel de dood van Mr.
Wendland als die van Gottfried Kluge het
logisch gevolg was van Ulrich Von Turn-
wald’s bedoeling, ongehinderd zün erfrecht
als eerstgeboren zoon te doen gelden, kon
hü zich feitelük tot het nauwkeurig onder
zoek van één enkele acte bepalen. In de
portefeuille, waarin geheel de briefwisseling
de aftekening en aanteekeningen, die verband
hielden met Wendland^ beheer van 't vermogen
der familie Von Turnwald, geborgen waren,
moest hü vinden wat hü zocht. HU vleide zich
towns»
Kient *»s<h
in Brazilië, Argentinië en Chili!
glnne had zün stem, die veel had.
een keel-operatie. haar zenuw,
onaangenaam geprikkeld, maal
aan gewoon. Trouwens, zoo heel erg was\i
En zün vriendelükheld. zün voorkomen!
en zün talenten maakten dat kleine gebrek dub
bel goed.
Voor welke firma’s Meller reisde? Dat wist
Juffrouw Mayer niet. Den naam Anna MUden
had zü nooit gehoord. Zü kon zich ook niet
herinneren, dat hü ooit van een lid züner familie
gesproken had.
Integendeel: hü had eens verteld, dat zün
familie uitgestorven was. zoodat hü nu alléén
In de wereld stond Eens. toén er sprake ws.'
van trouwen, liefde en jonge meisjes, zei hü.
dat heel dat gedoe hem sinds lang tegenstond.
In zün jonge jaren had hü ondervonden, wat
teleurgestelde liefde beteekent
Volgens zün papieren, die Weenen aangaven
als zün geboorteplaats en Buenos-Aires als
laatste verblüfplaato, was Otto Meller 39 jaar
oud.
Vroeg in den morgen vsn 15 April was hü.
zooals juffrouw Mayer zei. naar Linz vertrok
ken en eergisteren was hü slechts een paar
uren thuis geweest. Tegen den middag was
Hempel schreef nog denzelfden dag aan
mevrouw Von Turnwald en berichtte haar alles,
wat hü te weten was gekomen.
Vervolgens begaf hü zich naar de woning van
Mr. Wendland op den Schottenring en maakte
een begin met het onderzoek van de door den
advocaat nagelaten acten.
Mevrouw Von Erber bezorgde hem daarvoor
lui sgoede plaats in de prlvévertrekken. Hem-
daar ongestoord werken zoo lang hü
knoe later in den avond hü arbeidde,
•r zou 't haar zün. want zün tegen-
I gaf haar, verklaarde zü. een ge-
[g van veiligheid tegen dreigende
zün vrouw hadden daags te voren hun kamers
slechts voor korten tüd verlaten, om te voet
inkoopen te gaan doen. Niemand was bü hen
op beroek geweest. Zü hadden ook aan niemand
getelefoneerd en waren door niemand opge
beld.
In den loop van den namiddag ging Hempel
nog eens Informeeren bü juffrouw Mayer of
Meller al terug was. Het antwoord op die
vraag luidde ontkennend. Bü deze gelegen
heid vroeg hü ook de oude dame, of er mis
schien in de buurt een gemeubileerde kamer te
huur was; hü had daar reeds eenlgen tüd naar
gezocht, want de kosten van ’t verbluf in een
hotel kwamen op den duur te hoog
Wel. dat trof heerlük! Juffrouw Mayer zelf
had sinds acht dagen een 'kamer leeg staan, wel
niet groot maar net en geriefelijk Jammer ge
noeg. was die kamer aan den achterkant van
T huU gelegen
Och dat was voor Hempel hü had zich
bü juffrouw Mayer als „Procuratiehouder
Hahnmann” uitgegeven geen bezwaar. Hü
ging de kamer, welke naast die van Otto Mel
ler lag, bffilchtlgen, huurde ze onmlddellük en
nam er nog denzelfden avond zün intrek.
vtrtclfllltnbt
«w» ^le t d VB
igwtltert.
waa lete kouds, kil als metaal. Een vreemd ding,
waarvan de vorm In geen enkel opzicht herin
nerde aan dingen, die men gewoonlijk in zün
Jaszak heeft. Het lukte münhéèr Dlppel het on
bekende Iets, dat zich schünbaar aan 8e jas-
voering had vastgemaakt, voor dWi dag te halen.
Doch op hetzelfde oogenblik maakte de man
in de regenjas een bliksemsnelle beweging Hü
hief zün rechterarm op en sloeg met vreeselüke
kracht op münheer Dippel's hand, zoodat het
merkwaardige voorwerp met een grooten boog In
het ravenzwarte donker vloog. Direct daarop
was de vreemdeling verdwenen De storm ver
slond het geluid van zün hautlg voortlende
stappen.
Münheer Dlppel herademde. Toen verliet hü
in overhaaste vlucht het terrein van deze grie
zelige nachtelüke ontmoeting. Tegen 2 uur be
reikte hü. badend in zün zweet, maar overigens
gezond van lüf en leden, zün woning....
's Morgens ontwaakte hü met een verward
hoofd en pün In de leden. De gebeurtenissen
den
SBSssssssssssssessssssessssssBSsessBsaBBaBBBBSfitBsss