I een os en een ezel De luchtroovers Hoitika van 1 DAGBRIEVEN EENER MOEDER CcÈ»^ I uto BOBBY L 9 Chinees of clown 4 F 750.- Bestaan er moeilijke kinderen? ’t Moeilijke lot üan ’t moeilijke kind Vriendschap tusschen vogels I Een rat, die van yoghurt hield VRIJDAG 2 JUNI 1939 r L ld SPEELTUIG VOLGENS VOORSCHRIFT BRUILOFTSMUZIEK OVER 5000 KILOMETER DE ZILVEREN/" 1 XXII ,,’t Zal leelijk met je afloopen, heel leelijk.” K. D. ,xer PIET BROOS (Historisch) r. EEN MOEDER 1 ff Er liepen een paar schimmen voorbij en toen ze een eind verder waren, liet de bestuurder opeens zijn zaklantaarn bran den. „Vooruit, ae achterna, anders vernielen ze ons toestel nog Allerlei woeste geluiden makende, liep het viertal hen na, zoodat de anderen van schrik naar den uitgang renden. Ullemann's ÏT niet keken elkaar vaat In da mannen de hoogte op t f door A-Hruschlta UB verBaa van aan haaiC een vaat af een ooa. ijn icr Fte er Ze liepen dezelfde lange onderaardsche gang weer terug en het ging nu gemakkelijker, omdat de gang naar zee afdaalde. Maar toen ze zoo wat halverwege gekomen waren, hoorden ze geluiden achter zich. „Zouden die rakkers ook hebben durven afdalen? Ik smeet ze nog wel een betooverden baard In hun gezicht,’’ meende Plet. „Vlug, achter die lange zuilen kunnen we ons verbergen Maar zie... daar komt Lize nu moet je in de kou.' Want Bobby heeft plichtjcs al is 't aan een touw! En nd een kwartiertje mag jij weer m huis Nu rustig mijn hondje zoo stil als een v muis. ht is d, kon men opmaken, alsof zü zeggen wilde: „Ben je zoo ziek, arm schaap?” „Voel je je zoo akelig?” en gedurende een poosje bleef zij bij haar. Na eenige dagen stierf de zieke vogel en nu moest dé andere steeds alleen door den tuin fladderen en eiken dag ging zü alleen op stok. Het was aandoénlijk haar te zien kijken naar de andere kraaien, die frank en vrjj rondvlogcn en een rustig plaatsje zochten op het hooge kerkdak. In het voorjaar, toen haar vleugels weer voldoende waren aangegroeid, maakte zjj proefvluchten over de geheele lengte van den tuin. Totdat zij op een dag haar vlucht verder uitstrekte en zich voegde bij de andere kraaien op het kerkdak. Nog een tijdlang kwam zü lederen dag haar voedsel ophalen maar tenslotte bleef zij heele- maal weg. om de rest van haar kraaienleven te genieten met haar broers en zusters. Men miste haar wel. maar toch was men blij, dat men haar vrij gelaten had. Als je dit plaatje van den Chinees Tschang Tschang Tschaun op z’n kop zet. kijk je in t lachende gezicht van een clown. Probeer het eens! Je oogen. zwart als twee kolen, wat pech! Je tolt; er. je rolt er jc solt er wat zég Maar bent de koning de koning in huis En zónder jou, Bobby, voel ik mij niet thuis.' Wannéér ik soms uitga zit „jij" voor het raam, Dan zit jc te janken, je gaat liever saam! En kom ik weer thuis en kijk naar de ruit, 'n Sneeuwbaltwéé kooltjes ’t is Bobby zijn snuit.' ATT TT1 A Dopdtt blad zjjn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen W-t bü levenslange griieele ongeschiktheid tot werken door T“t b(j een omgeval met T? f)E!A lal <rNlllL 13 ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 4 OVjs“ verlies van beide armen, beide beenen at beide oogen JT UV«“ doodelljken afloop A AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Dit verhaaltje over een rat is heusch gebeurd. Een oude vrouw, die alleen in een huisje woon de ep eiken dag een fleschje yoghurt kreeg van den melkman, meende te merken, dat als er 's avonds nog een flinke halve flesch yoghurt over was, die ze voor het ontbijt van den vol genden ochtend dacht te bewaren, dit den vol genden dag heel erg geslonken wjs. Maar hoe kon dat? Ze woonde hier heel alleen; ’t moest dus verbeelding zijn. Nu sloot ze de flesch. als deze eenmaal aangebroken was. niet meer met de capsule af, wat eigenlek wel zou moeten ge beuren voor stof en vuil. Maar dat deed ze nu eenmaal nooit. En wat zag ze op een avond, toert ze laat nog even in ’t gangetje bü de keukendeur kwam? Een rat, die met een witten yoghurtstaart van de flesch afsprong en wegschoot. Want ditmaal had de snoeper geen tijd om zijn staartpunt af te likken! Op die manier had hl) namelijk weken lang van de yoghurt gestolen. Dat er voortaan wél een capsule op de flesch ging, zal niemand verwonderen. En of ratten slim zijn, is een vraag, die je na dit gehoord te hebben, wel allemaal met ja zult beantwoorden. de <x hem kwam hit had gehad en Een onderwijzer van een dorpsschool had in zijn tuin twee zwarte kraaien. Toen hij klein was, besefte hjj nog niet, hoe wreed het was, zulke vogels te kortwieken. Belde kraaien konden hét best vinden. Ze wipten en tripten door den tuin en brachten met haar snavels allerlei verwoestingen aan. In een kistje, betimmerd met brachten zij den nacht door, het wel eens, dat een stok wilde en zich versl Vlug als het water, wit als de sneeuw, Trouw als niemand, vurig als 'n leeuib. Waakzaam en hartelijk, slim als oen rat. Bobby mijn hondje, als ik jou toch niet had RE Né NENATO Je houdt van een auto, je houdt van ..comfort". Toch houdt je er niet van dis ’t vrouwtje jou knort Dan kijk je héél sip, kruipt onder de kast En dénkt: nu heeft 't vrouwtje van Bobby geen last! Vlug als het water, wit als de sneeuw. Trouw wel als niemand en vurig als 'n leeuw Waakzaam en hartelijk, slim als een rat Bobby mijn hondjeals ik jou toch niet had Put kracht uit APPELSTROOP Voor de eerste maal in de geschiedenis der radio werd bruiloftsmuziek over een afstand van 5000 kilometer uitgezonden. Een jong Ame- kaan uit Elisabeth ((V. S.) schreef den leiders van een der meest bekende Engelsche orkes ten, voor hem op 19 December vla den aether een speciaal voor hem uitgezonden en door hem aangevraagd werk te spelen. Natuurlijk kan hierbij de vermelding achterwege blijven, dat de jonge Amerikaan even grillig als rijk is! Met de voorbereidingen voor de zonderlinge uitzen ding werd onmiddellük aangevangen. En zoo kon het gebeuren, dat toen de jongeman in het huwelijksbootje stapite. hjj. zijn echtgenoote en genoodlgden Engelsche muziek te hooren kregen. De uitzending geschiede prachtig en een ieder was opgetogen. J heer, door u tot medewerker aan de instruotie van de zaak te worden uitgenoodigd. Dat ik lette op iedere kleinigheid, die verband houdt met de zaak, spreekt vanzelf. Een vraag: Verbleef je eenvoudig als gast op Sperber-Eck, of waren er ook.... beroeps aangelegenheden in 1 spel? Ik was er als gast en ook in een andere kwaliteit. Maar u zult begrijpen, dat ik geen recht heb. mij uit te laten over het laatste punt, want daarvoor zou ik over mijn particu liere aangelegenheid moeten spreken Ja, dat begrijp ik. En je meening aan gaande de verdwijning van het document? Naar ik verneem, heb je het vermoeden geuit. dat de valsche beambte van de crimineele politie ook de moordenaar van Mr. Wendland is? Ja. dat vermoedde ik. En 't kwam me ook niet onwaarschijnlijk voor, dat de verdwijning van de acte rechtstreeks verband hield met den moord Waarom zou men anders, eenige uren nadat de misdaad was gepleegd, het stuk op zoo sluwe wijze gestolen hebben? Ik moet aannemen, dat je je niet vergist. Maar dan lijkt het ook waarschijnlijk, dat de familie Von Turnwald. althans een lid van de familie. De twee oogen. Mogelijk, antwoordde Hempel, met goed gespeelde onverschilligheid. Ik begrijp, wat u I zeggen wilt Ja alles is mogelijk. Maar hoogstwaarschijnlijk heeft de familie Von Turnwald zelfs niets met de zaak uit te staan. (Wordt vervolgd.) niets heerlijkers bestond. En nog nooit had hü too gedwee geploegd. „t Is gelukt, ezel,” zei hjj 's avonds, „jongen, jongen, wat ben ik jou dankbaar dat je me gewaarschuwd hebt. Anders leefde Ik nu niet meer.” „O, dat heeft niets te beteekenen,” antwoord de de ezel nederig, „voor een vriend heb je wel wat over.” Maar bij zich zelf dacht hij: „Een ezel is maar een efcl. Maar me twee keer aan eenzelfden steen stooten. dat gebeurt niet o zoo." In een voorstad van Parijs bevindt zich een groot huis, waarvan het waardige front niet verraadt, dat binnenin kinderstemmetjes juichen en jubelen en dat er groote vreugde heerscht. Treedt men er binnen, dan klinkt er een ooc- verdoovend lawaai. In een der groote zalen zijn jongens en meisjes in hun spel verdiept. De eenige volwassene is een oude, witharige dame, die een hoornen bril draagt. De bezoeker weet nog altijd niet, wat er eigenlijk gebeurt. Hjj weet n.1. niet, dat hij zMh bevindt in een der Interessantste lokalen, wear onderzoekingen verricht worden. En weer rusten zijn blikken op de kinderen, die groot pleizier hebben en ongedwongen met het speelgoed spelen. Hier spelen er een paar met een elec- trischen trein, daar bouwen er een paar een toren. Meisjes spelen met een beer of met een pop en naaien kleertjes voor haar lievelingen. Eindelijk begrijpt men, wat deze oude dame doet te midden van haar kinderschaar. Ze be studeert de kinderen en hun speelgoed. Ze pro beert het verband te vindentusschen het weaen van het kind en het speelgoed, dat het uitzoekt. In dit studlelokaal, dat echter niets van een laboratorium heeft, wordt d? psychologie van het speelgoed bestudeerd. De oude dame be weert. dat ze in haar Instituut alles heeft, wat ze voor haar studie noodig heeft Voor haar studie heeft ze geen legertje assistenten noodig en dure Ingewikkelde apparaten. Haar beste medewerkers rijn de kinderen zelf. De dame heeft een beroep, dat wel iets op dat van een dokter lijkt: ze schrijft .recepten”. Ze schrijft weliswaar .geen drie tabletjes per dag" voor, maar: een pop. een hobbelpaard of een.wollen speelgoeddier. Ouders weten vaak niet, wat voor geschenken ze hun kinderen moeten geven op verjaardagen en andere feestdagen. Ze hebben andere zorgen aan het hoofd en zijn hun jeugd reeds lang vergeten. Maar als ze naar de oude dame gaan, dan krijgen ze goeden raad. stond hij niet minder verbluft te Nog dienzelfden voormiddag liet hij Hoe zag die heer van de crimineele politie er uit? Welken dag is hij hier geweest? In den morgen van 16 April, onmiddellijk nadat de bladen het tragisch einde van Mt. Wendland hadden gemeld. Hoe hij er uitzag? Och, in de toen nog heerschende ontsteltenis en verwarring heb ik niet veel op zijn voorkomen gelet. In ieder geval heb ik niets bijzonders aan hem opgemerkt. Ik meen mij te herinneren, dat hij een kortgeknipten knevel droeg en dat ook zijn haar donker was. En zjjn stem? Welluidend of schril, bijna krijschend? Dat zeker niet, anders zou 't mij opge vallen zijn. Ik geloof dat 't ’n heel gewone stem was. niet direct welluidend maar ook niet on aangenaam. De man zelf was niet bijzonder elegant, maar ook niet ordinair van houding en voorkomen. Zn kleeding was netjes. Doch waarom informeert u zoo speciaal naar hem? Is er in de zaak een of ander niet in orde? Dat zullen wj) gauw te weten komen. Wees zoo goed de crimineele politie op te bellen, en te vragen of zjj een document uit t dossier Von Turnwald heeft laten halen en waar dat stuk zich op het oogenblik bevindt. Hempel's vermoeden bleek gegrond te zjjn; het antwoord luidde ontkennend. t Is zooals ik dacht, zei Hempel droogjes tot de twee verblufte juristen. U bent er inge- loopen. De man. die zich voordeed als commis saris van de crimineele politie, was een bedrie ger. een schoft.... en waarschijnlijk de moor denaar van Mr Wendland. Toen men Mr. Ullemann onwilligen os staan, voor een daalder mag je hem villen. Ik heb ook al met een slager af gesproken om het vleesch te verkoopen.” De os rilde. „Nou raad ik je aan morgen vroeg je stroo en je boonen zoo gulzig mogelijk op te eten,” rei de ezel verder. „De boer denkt dan dat je weer gezond bent. Als je het niet doet, loopt het leelijk met je af, heel leelijk. Of wou je bever als ossetong en worsten in een slagers winkel hangen? Je moet het natuurlijk zeil weten.” Het zweet brak den os uit. HIJ was heelemaal de kluts kwijt en at de boonen en het stroo, die de boer den volgen den morgen bracht, zóó smakelijk op, alsof er In een stal stonden eens een os en een ezel. De ezel was een vroolljk dier, maar de os keek chagrijnig en bromde zoo'n beetje in z’n eigen. „Wat mankeert jou toch?” vroeg de ezel. jk zal het je vertellen," antwoordde de os met droevige stem, „ik ben jaloersch op jou. Jij wordt lederen dag geroskamd' en gepoetst. JU rijdt zoo nu en dan eens met een wagentje uit en krijgt daarvoor zuiver gezeefd gerst en frisch water. En ikik moet voor dag en dauw opstaan, word voor een ploeg gezet om te trekken, te trekken dat je beenderen er van kraken. Als je wat langzamer loopt, slaat bo vendien een stok op je rug alsof je een trom mel bent. Och dat was allemaal nog niets, maar als je dan 's avonds doodop thuis komt, vind je in Je bak droge, muffe boonen. Boo nen altijd boonen, nooit eens iets lekkers.” ,,’t Is waar dat het niet meevalt." antwoord de de ezel, „maar je moest je ook niet als een or gedragen. Ik zal je een goeden raad geven. KUk. als ze je morgen vroeg komen halen, stamp je met je vier pooten op den grond, je snuift en brult en je dreigt met je horens. En t muffe stroo en de harde boonen, die laat je staan. Je zult zien dat Je het over een tijdje als een prins hebt.” „Goed idee, ezel,” antwoordde de os. vereerd voor Je goeden raad. Je zult er mor gen vroeg eens wat van beleven.” Ze dommelden in en heel vroeg toen het nog achemerde, kwam de boer den os halen om in te spannen. Maar de os liet zich niet inspan nen. Hij loeide zoo hard dat er een ruit van sprong, er> hij schopte met zijn achterpooten en dreigde met z’n horens, zoodat de boer haas tig achteruit sprong. „Wat mankeert het beest,” vroeg de boer zich af, „vreten wil het ook al niet. Zou het Bek zijn? Affjjn, we zullen het een dag thuis laten. dan zal het wel weer beter zijn.” Maar ja. het werk moest gedaan worden en de boer krabde eens onder zijn pet. „Ik zal het eens met dien luien ezel probee- ten,” dacht hij, „dat beest wordt toch veel te HU spande den ezel voor den ploeg en den langen, lieven dag moest grauwtje voren door de akkers trekken. Zijn spieren deden al na een half uur pijn en hij hijgde met de tong uit zUn bek. „Even rusten," dacht hU. maar daarvoor kreeg hU zoo’n klap op zijn rug met een dik ken stok, dat hij haastig door liep. Zoo ploe terde en sjouwde hij maar door, voor in, voor uit. 's Avonds was hU nog te ziek om iets van de gerst te probeeren en viel als een zak zout op zijn stroo neer. Nog zieker werd hü. toen .de vertellen, wat een fijnen dag 1 boe hij van zijn rust had genóten.- Midden in den nacht werd Grauwtje wakker. HU zag den os, die daar zoo rustig sliep als een prins en hü verzon een middel om de rol len weer om te keeren. „Zeg os." vroeg de ezel en stootte zijn col lega aan, „wat ben je van plan morgen te doen?” „Moet je dat nog vragen?" vroeg de os. .Man. ik snuif nog driemaal zoo hard en ik loei dat het andere raampje ook nog barst, 't Bevalt me uitstekend zoo.” „Dat begrijp ik,” zei de ezel, „maar ik zou het toch maar niet doen.” „Waarom niet?” vroeg de os. „Gisteren kwam een koopman langs den ak ker." zei de ezel, .en die vroeg naar huiden.” „Nou was zou dat?” vroeg de os. „O," zei de. boer toen, „ik heb thuis nog een heeft me gezegd dat je juist met 't oog op die zaak Morfeld ging opzoeken, en dat door dien stap de zaak aan 't licht kwam. Dat is ook zoo. Anders zou men waar- schljnlUk maanden hebben getobd alvorens te weten te komen, dat eer^ belangrijk docu ment verdwenen is. Ik vroeg dus Mr. Morfeld. of hü het bewuste stuk niet toevallig ter züde had gelegd. Daarvoor, beste Silas, moet Je een bijzon dere reden hebben gehad. Op de eerste plaats moet je hebben geweten, dat er in Wendland’s ambtelijke nalatenschap een dossier Von Turnwald bestond. Louter toeval. Ik ken de familie Von Turnwald persoonlijk en mevrouw Von Turn wald heeft mij onlangs gezegd, dat Mr. Wend land haar rechtskundig raadsman was en de zaken der familie beheerde, t Moest mü dus opvallen, dat Hm Geen andere redenen? Toch wel. antwoordde Hempel zeer kalm. Toen de op Wendland gepleegde moord bekend werd, bevond ik mü toevallig als gast op het kasteel Sperber-Eck, waar de familie Von Turnwald woont en was getuige van de ont steltenis. door die verschrikkelijke tüding ver oorzaakt. Wendland was niet slechts raadsman der familie, maar ook een barer oudste en beste vrienden BU mün vertrek naar Weenen verzocht mü mevrouw Von Turnwald. haar alle büzonderheden aangaande den moord en de opsporing van den dader te willen mede- deelen Een zeer begrüpelük verlangen, niet waar? t Kwam mü dus goed te pas, waarde Ongetwüfeldf'Ontzettend moeilijk Zóó moei- lük, dat men zich over hun opvoeding de ha ren uit *t hoofd zou willen trekken. Maargeen kind bestaat er. dat ook maar half zoo moellük is als wij meenen. Het moei- lljkste gedeelte van de taak der moeder bij moellüke kinderen is den zuiveren graad van die moeilükhetd vast te stellen. En dit is moellük. omdat wü doorgaans het kind niet begrüpen. Waarbü anderen ons weinig kunnen helpen, omdat elk kind zUn eigen soort moellükheden oplévert. Willen wü de oorzaak der „moeilük- heid” vinden en een oorzaak is beslist overal aanwezig, waardoor het gevolg zoodra ons de aanleiding bekend is. gemakkelüker bestreden of verminderd kan worden dan kunnen wü niet veel meer doen dan opletten, opletten en nog meer opletten; letterlük het kind bestu- deeren; ulterlük maar vooral innerlük, naar zijn gedrag, maar in het büzonder naar zijn reacties op dingen die’ hem gebeuren of aan gedaan worden. Een mijner jongens zou. wanneer wü het voorbeeld van den vader niet voor oogen had den, misschien weldra tot de zeer moeilüke kinderen hebben behoord. Tot goed begrip van het gevaar bü het kind kan ik niet beter doen dan de verschünselen verklaren, zooals deze zich bü ’n volwassene voordeden: in dit geval mijn eigen man. Bü dezen is alles terug te voeren in één gebrek: hü kan zich niet snel genoeg over een ondervonden onprettige bejegening Ineenzetten. Als wü kibbelen heusch dit de den wü ook gelukkig wel. suikerzoete huwe- lüken zün doorgaans de ware niet dan heeft hü. zelfs wanneer onmiddellük de oneenigheid werd bügelegd en de verzoening plaats vond, oprecht, beiderzüds gemeend, minstens een paar uur noodig „om er overheen te komen”. Niet omdat hü kopt, ofschoon dit voor den buitenstaander zoo schünt, maar hü kan een voudig niét onmiddellük weer de oude zün. Ik heb *t mee gemaakt, dat hü zün uiterste best deed, letterlük ploeterde en vocht om ..ge woon" te zün of te doen; 't lukte niet. Het ontroerde me soms zoozeer, dat ik de kamer moest verladen. De grootste teleurstelling, zware verliezen en pech, waaronder een ander zou bezwüken. heeft hü gedragen zonder een spier te vertrekken, zóó beheerscht dat hü ze soms wekenlang voor mü verborgen kon houden; maar een „groote mond” gooit hem onmiddel lük uit hét lood. Niet alleen van mü. 'van ieder ander evenzeer. Een onheusche winkelbe diende of tramconducteur, zelfs een onbe schoft of brutaal antwoord van zün eigen per- roneel kon hem urenlang overstag brengen. Niet driftig, wel verdrietig, niet boos, maar ter neergeslagen. Hü beeft maanden, jarenlang tegen het kwaad gevochten, dat hü zelf niet anders dan „idioot” noemt, temeer daar liet huwelük van een oom en tante het schünt soms een soort familiekwaal te zün door de zelfde reden compleet ten gronde ging. Tante was een driftkop, flapte meteen alles wat haar op de tong kwam er uit, doch twee minuten later was zü dit vergeten. Bemerkte zü nu. dat dit een uur. een paar uur later met oom niet het geval was. ondanks verzoening en vrede, dan noemde zü dit „koppen”, viel hem hierover aan. waardoor een nieuwe oneenig heid opgeroepen werd enwaardoor voor «om het .gewoon" worden weer verder opge schoren werd. Het huwelük dat Intens geluk kig had kunnen zün, werd een ellende om aan te zien, alleen doordat geen van twee de eigen kwade eigenschap overwinnen kon en tante niet met corn's innerlüke moellükheden reke ning hield. Zü kwalificeerde deze als „onzin” en vergat, dat niemand zün eigen leven door- loopend ongelukkig maakt met een domheid, welke hij in staat zou zün terzüde te schuiven. Onze kleine Keesje nu bezit een soortgelüK karaktertje. Een groote mond, zelfs woorden, die in T geheel niet boos bedoeld zün. jagen hem met groot verdriet de kamer uit; rijn voornaamste bezwaar tegen school luidde den eersten dag: ..De kindjes schreeuwen zoo hard mams". Zün zusje, die drie jaar jonger is. ont dekte reeds voor zichzelf Keesje’s gebrek. Als zü iets van hem gedaan wil krügen en t lukt niet, komt zü plots op hem afgestoven en zet een geweldigen mond op. Meestentijds met succestot ik er een stokje voor steek. Hü verdraagt straf is zelfs opvallend oprecht maar tegen straf met een groeten mond komt hü in opstand. Ik herinner me nog. dat hü eens drie uur na een standje met trillende lipjes en de oogen vol tranen voor me stond en me bezwoer: „Ik héb 1 glas gebroken mams, maar Ik ben geen stout kind. zég. dat ik geen stout kind ben. mams." Begrüpt een moeder of vader zoo'n karak tertje niet en zonder het voorbeeld van mün man zou ik er misschien ook zoo snel niet in geslaagd zün dan wordt het verdriet voor koppen of koppigheid aangezien en als zoodanig bestreden. Hetgeen steeds nieuwe, en soms veei grootere moellükheden met zich brengt. Oplet tend bestudeeren is de eenige weg en dan.... de oorzaak wegnemen. Is dit onmogelük, dan zeker de gevolgen tot een minimum beperken. Wanneer hü straf of een standje verdient heeft, laat ik dit niet na; maar wel houd ik rekening met den toon. Terwül ik tegen de andere jon gens misschien zou uitvallen, zelfs wel eens een grooien mond zou opaetten, wordt Keesje steeds rustig, ernstig, kalm onder handen genomen. Doch niet alleen op dit terrein kunnen zich moellükheden voordoen. Ik wil nog een ander voorbeeld uit mijn eigen gezin aanhalen, waar van wü. volwassenen, wanneer wü eerlük zün. moeten erkennen geen jota te begrüpen. Kleine Marleentje, drie jaar oud. schreeuwt en vecht het huis onderste boven als iemand haar onver wacht van achteren nadert. De heerlükste lek kernij haar over haar schoudertje toegereikt zooals wel voorkomen kan. wanneer de kinderen samen zitten te spelen weigert zü. met een ruk keert zü zich om en neemt eerst dan aan. wat haar geboden wordt. Toen ik voor het eerst Keesje naar de Montessori-school bracht en zü mee mocht, was zü me in een wip ontloopen. schoof meteen in een kinderrü en Juichte „Keu- tersool keutersool". daarmee haar eigen entree in de kleuterschool bedoelend. Toen echter een kind dat achter haar liep, haar van achteren aanraakte, ontplofte zü büna Wanneer mü deze eigenaardigheid hoe is het verschünsel anders te noemen niet bekend geworden was. waren wü misschien tot de vreemdste conclusies gekomen. Zou het kind ouder zün. misschien zou iemand geneigd zün de eigenaardigheid aan een slecht geweten toe ^e schrüven. Nu houden wü er rekening mee. lachen er om en denken: het zal wel slüten. De oorzaak kennen wü niet. Wü vermoeden dat een groote hond haar eens spelend van achteren besprongen heeft, waaruit zü een enorme vrees voor alles wat haar weer van achteren nadert, heeft overgehouden. Met zekerheid echter weten wü niets. Een dergelijke oorzaak kan ook de moeilük- heid hebben, waardoor andere moeilüke kinderen zich van meer normale onderscheiden. Tegen zoo'n verschünsel strüden komt mü altüd als onbegonnen werk voor. De oorzaak moet be streden worden, niet het uitvloeisel, en wanneer wü de oorzaak niet kennen, hoe kunnen wü dan met succes optreden? Een veel voorkomende oorzaak van moeilük- heden met kinderen is te vinden in jalousie. Meestentijds op jongere broertjes of zusjes. Eerst het middelpunt der belangstelling, der aan dacht. van moeders zorgen, voelt het zich plot seling in een hoek geduwd door een nieuw er bü gekomen kind Een neefje van mü werd tot drie maal toe op heeterdaad betrapt, terwül hü pro beerde de baby uit de wieg te gooien. Het was „zün" wieg, en kleine zus had er niets in te maken. Een ander mü bekend kind weigert te eten wanneer zün jonger broertje ook aan tafel zit. Het heeft maanden gekost voor men de oorzaak der halsstarrigheid ontdekte; toen het zoover was. kon het le*d in een paar weken overwonnen worden. Ik wil niet zeggen, dat dit met alle moeilüke kinderen zoo gemakkelük en snel lukt; zooals overal zal een gecompliceerde oorzaak twee, drie of meer motieven door elkander ook de ontdekking eerst en daarmee de genezing veel lastiger en gecompliceerder maken. Dit echter kunnen wü ons steeds voor oogen houden: alle moellükheden met en bü kinderen hebben een oorzaak, en in büna alle gevallen is verbetering te bereiken, door deee oorzaak te bestrüden. dwarslatje, >e gebeurde aaien niet op tusschen de dichte struiken, zoodat zü nidt'te vangen was. Maar o wee, als het geregend had! Dan zat zij 's mor gens al vroeg voor het drempeltje van de keu kendeur en liet zich dan gewillig in huis dragen om bü de kachel te drogen. Bü zulke gelegen heden kreeg zij altüd op een verontwaardigde manier van de andere kraai een standje, dat dan allervermakelükst was. De schuldige boog niet berouwvol haar kop, maar krüschte eenige onhebbelükheden terug, zoodat het een helsch lawaai was. Maar na een poosje werd een der kraaien ziek. Zü trippelde en wipte niet meer rond, maar stond droevig op één poot bü de kachel terwül haar kameraadje lustig rond kuierde op zoek naar broodkruimels. Toen was het voor het eerst, dat men op merkte, dat er echte vriendschap tusschen vogels bestaat. De zieke kraai probeerde zich bü haar kameraadje te voegen, maar zü wan kelde en het duurde even, voor zij haar even wicht herwon. Spoedig haastte de andere kraai zich naar haar toe en uit de manier van doen Laat mü een oogenblik nadenken, ging "U voort. In de twee laatste weken zün mü tooveel dingen door t hoofd gegaan, dat ik y°°r 't cogenbllk waarlük niet weet.... O. nu ik er! Ja, zóó is het. Den eersten of den tweeden dag van mün aanwezigheid hier zei Laufke mü. dat er iemand van de politie was geweest, die, naar hü zei, zekere acte van de familie Turnwald noodig had voor de instruc tie. Mr. Laufke meende, het verzoek om dat stuk niet te mogen afslaan. De vertegenwoor- “iger van de politie verzekerde trouwens, dat ik P*rsoonlük het document spoedig zou terug- «rilgen. En is dit het geval geweest? Neen, voor zoover ik mü herinner. Maar moet eerlük bekennen, dat. met al die “riikte. de zaak mü door het hoofd was ge- y*11 wü zullen dus bjj Mr. Laufke «elf infor- “leereu. bracht, küken. Hempel ontbieden, 't Was maar goed, dat deze, sinds hü zün kamer bü juffrouw Mayer in de Alserstrasse betrokken had. lederen dag twee maal aan de oude dame telefoneerde om te vragen of er geen nieuws was gekomen; anders zou 't Silas Hempel niet mogelük zün geweest, aan Mr. Ullemann's verzoek zoo snel te vol doen. Trouwens, gaarne deed hü 't niet Veel liever zou hü in de zaak-Wendland den naam Von Turnwald niet hebben genoemd. vóórdat hüzelf een beteren kük op den staat van zaken had. Voorloopig mocht mevrouw Von Turnwald niet worden lastig gevallen met vragen; voor loopig mocht de politie haar neus niet steken in deze zaak. Door onhandig ootreden kon alles beaorven worden. „In ieder geval.” dacht Silas, .moet ik op mün hoede zün. wat Ullemann betreftr anders krijgt de oude, sluwe vos zeker de waarheid in den neus. Hü moet al iets hebben geroken en zal zeker trachten, van mü een en ander dat 'k voor 't oogenblik liever niet vertel, te weten te komen. Dat Hempel zich niet vergiste, bleek ten overvloede uit zün gesprek met den Polizeirat Mr. Ullemann was door een telefonisch onderhoud met procureur Laufke reeds van alles op de hoogte gebracht. Hü keek Silas Hempel vorschend aan en vroeg: Zul Je mü nu eens openhartig zeggen, wat je ertoe bracht naar het dossier van de familie Von Turnwald te vragen? Mr. Laufke De procureur, een heer van middelbaren leeftüd, die jaren lang werkzaam was geweest op Wendland's kantoor en het later een poos had bestuurd, Werd geroepen. Hü bevestigde wat Mr. Morfeld reeds gezegd had. De heer in kwestie had zich als commis saris van de crimineele politie gelegitimeerd en in naam van die politie uitlevering van de be wuste acte uit het dossier Von Turnwald ge vraagd Hü was sindsdien niet teruggekomen en de door hem meegenomen acte werd ook niet teruggebracht. Hebt u niet lang naar het stuk behoeven te zoeken? vroeg Hempel. O neen, luidde het antwoord, want het lag niet bü de andere documenten, maar op Wendland's bureau. Blükbaar had de over ledene nog kort vóór zün dood het dossier Turnwald ter hand genomen. Een lüvig dossier nietwaar? Ja, nog al lüvig. voor zoover mü bekend, neeft Mr. Wendland gedurende ruim een kwarteeuw de zaken van de familie Von Turn wald beheerd. Alle daarop betrekking hebbende stukken werden bewaard in een afzonderlüke map. waarop een etiket met den naam der fami lie is aangebracht. Geen wonder, dat In den loop der jaren het dossier tot een zwaren bun del is aangegroeid. Hebt u zelf aan dat werk voor de familie Von Turnwald deelgenomen? Neen, Mr. Wendland belastte zich daar mee. Werk, waarvoor hü zich in meer dan ge wone mate verantwoordelük gevoelde, verrichtte hü altijd persoonlük.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 9