DAGBRIEVEN EENER MOEDER VOOR ONZE JEUGD DE KLUIF De luchtroovers Hoitika van 1 IIO I I er IJS Niet alles is dier wat op lijkt Wie is’ in staat om recht vaardig te straffen? JNI VRIJDAG 9 JUNI 1939 DE V.P.D. Wat de prinsesjes wenschten Een hond, die telefoneert Hoe de hangplanten „hang”- planten geworden zijn DE ZILVEREN/* II DIE STEEDS TERUGKEERENDE HOOFDPIJN.... r den I zijn en D, pr. Nellie B. Zon- ffnpsztmden Mededeeling) de binnen bleven die ING Ole. Put kracht uit APPELSTROOP in- a 9 Ovar-Mtirr* aan- Von Turnwald vrü? (Wordt vervolgd) r 4 ravijn af en volgden een smal dal. Opeens, bij een bocht, zagen ze een onverwacht schouwspel. Het dal bleek uit te loopen op een langzaam hellende vlakte, heel in de diepte lag een meer en aan den oever van dat meer zagen ze een uitgebreidten tendorp. zaken aan de hand e* houd mij enkel als lief hebber bezig met natuuronderzoek. Mag ik mü voorstellen? Dr. Merkler. club, lorus :e In orus e de „Wat. I krulden^ opzetten Een zeer slimme hond, die naar den naam Ted luistert, was onlangs van zijn meesteres weggeloopen en werd in een naburig dorp door de politie gevangen en vastgehouden tot de elgenaas zich zou melden. Toen de eigenares van Ted hoorde, waar haar verloren viervoeter was, greep ze dadelijk naar de telefoon en vroeg aan dengene, dien ze te spreken kreeg of deze den hoorn vlak bij Ted's oor wilde leggen. „Ted". commandeerde ze met doordringende stem: „kom dadelijk thuis”. De hond spitste zijn ooren, kwispelde met z'n staart en toen de deur voor hem werd open gezet. rende hü naar huls I HU had de stem van zijn meesteres her kend. Daarmede stellen Uod zü weet zijn. -Els- echt- 5 van laai; icht- ns- ro- sldt lucha- otsche Js vo- ver- x> de- n der tonen sonen e col- ucha- lan- ring H. izen bij igen i voor ceder, resse- idria- fanz l. Oa- abeth sgatie Md. trium- Jd aan Jezus Zijner :us ons mer it God- ischen- de al ar ook 1 strijd wil ons als wü iert en en ons wan- m van noedlg, sr den r: zoo mild- e wa it hart streng, etrouw n deze lar en >t ons hart”, efheb- van lorus unie, man. >r de het Stehelfeld' er op in het merkt. „Zus, wat wil je, twee, drie, vijf cent?" „Geef me d’r maar een van twee!" IJscoman duikt in ztjn wagen. .Asjeblieft zus, neem maar mee." Lenie wandelt. Lente zucht eens:’ „Hè, wat is het warm vandaag, ik ga gauw een ijsco koopen ijsco’s heb ik toch zoo graag." Nadat ze de bruikbaarste en noodigste dingen gepakt hadden, namen ze elk een pak, op hun schouder en be gonnen den tocht naar onbekende oorden. Eerst de bestuurder, toen Piet en de vliegenier als achterhoede. „Warm,” zei de eerste. „Honger,” mopperde Piet. „Dorst," klaagde nummer drie. Eei, paar dagen te voren had mijn man een stapel oud papier verscheurd, waarbij zü had- s den mogen helpen en.... het stapeltje papieren dat hun nu ten slachtoffer gevallen was. vonden zü op dezelfde plaats wtaar de eerste paperassen gelegen hadden. Hun doel was dus niet anders, dan hun vader te helpen; zelfs te verrassen met de goede hulp, die zü in zijn afwezigheid gepres teerd hadden. Moesten zij hiervoor gestraft wor den? Omdat zij hun vader wilden helpen? Wie is lp staat, ondanks de werkelUk aanmerkeUjke schade, die zij toebrachten, hier een rechtvaar dige straf vast te stellen? Ik niet! Geheel tot uw beschikking, antwoordde Hempel met zün gewone innemende beleefd- „Hè, een emmer zou ik lusten!" Lenie zucht en Lenie likt. „Kreeg je die maar voor twee centjes!" Lenie lacht en likt en slikt. J>IET BROOS lade mee verdienen. Misschien vindt die mün- heer nog eens zoo n vrucht. In elk geval ben ik erg blij hem gezien te hebben en ook, dat Ik hem heb kunnen herkennen, want dat ,ls niet altijd even gemakkelijk. Als aardige büzondqr- Ttngelinge, lingetinge.„„.. Ha, daar komt de ijsman aan. Lingetinge, tingelinge „Hela, hé. blijf even staan." XXIV Een kind straffen is een der tnoellijkste on derdeden der opvoeding omdat het zoo uiterst zelden voorkomt, dat een straf werkelUk, voor de volle honderd procent, rechtvaardig- is. Wil een straf resultaat opleveren, dus haar-nut af- werpen. hetgeen toch de bedoeling Is, dan moet ze in de oogen der kleine zondairs zelf recht vaardig zUn. Rechtvaardig ten eerste volgens onzen maatstaf, dus niet te zwaar, met te licht juist verdiend, niet te vroeg, niet te laat en even zwaar als de straf welke broertje of zusje toe bedeeld werd. Zelfs wijlen 'Salomon zou voor zoo'n moellyke strafoplegging terugdeinzen Maar.... en dit maakt een rechtvaardige straf- bedeellng bUna onmogelijk. de. straf moet ook rechtvaardig zijn volgens de innerlijke bedoeling van den kleinen boosdoener. Laat mij eenige voorbeelden uit mijn eigen ondervinding mogen aanhalen om mün bedoe ling duidelijk te maken. Ik betrapte laatst mUn vUfjarlgen zoon erop, dat hU in de keuken een stuk slang aan de kraan gewurmd had en Ijve rig bezig WWS.... mijn keuken onder water te zetten. Toch wel een gezicht om dadelUk uit je vel te springen en den boosdoener een flinke portie straf op te lej mij echter bü onderzi eveneens met behulp muur van het hul 's morgens had hü gehoord, dat Ï1 en moet ik me iets hebben laten ontvallen van „de keuken ziét er zoo uit"; hetgeen voor hem voldoende was om mij te heljien. naar buur- mans voorbeeld. Moest ik zoo n bengel nu straf fen? Neen, zeker niet, ondanks het feit dat wij urenlang bezig waren om de, ravage te redderen HU bedoelde- het goed, heel Hef zelfs, hU wilde tnu helpen, zoodat ik, door hem te straffen, dit gedaan zou hebbenomdat hU niet wUzer was. Nog een ander voorbeeld. Wij troffen eens onze twee oudsten, toen vier en vUf jaar oud. aan, terwijl zij Overig alle jiapieren van mijn mans bureau verscheurden. Geloof me, Holland was in last, naar schatting had mijn man meeftdan zes weken aan bedoelde papieren gewerkt. Mas.' wat bleek ook hier weer bü nader onderzoek? door A. Hrusckka fén. nietwaar? Wat bleek rk? Dat hij een buurman. lan een slang den achter- -taadr'zieft--gchq9q£puiten druk had Vlek, de hond van den turfman, was kwaad! Niet zoo'n beetje, neen, heel erg kwaad. En dat was de schuld van Kees, den hond van den slager. Vlek ging liggen, voor zUn deur, legde zijn kop op zUn voorpooten. keeto heel valsch en dacht nog eens over het geval na. .Gisteravond had de turfman hem binnen geroepen, rfét toen Vlek een kluif gevonden had. Hij had de kluif mee naar binnen willen srnok- rns had het gezien en gezegd: ik? Zoo'n vies been! Vooruit. Hirschfelder, die reeds naar Sichelfeld is ver trokken, heeft een arrestatiebevel ten name van Ulrich Von Turnwald bü zich, en wü mogen vertrouwen, dat de misdadiger zal woroen aan gehouden, zoodra hü zich op Sperber-Eck ver toont. Als hU zich laat zien! In leder geval is het goed, dat zich een betrouwbaar persoon ter plaatse bevindt, verondersteld, dat dp misdadiger hem niet in den neus krijgt en dan buiten schot blUft. Voorts ook in de veronder stelling, dat uw conclusies juist zUn. Want dat staat nog geenszins vast. Waarom? BetwUfel je thans nog. dat we op den goeden weg zUn en dat Ulrich Von Turnwald de moordenaar van Mr. Wendland en van Anna Mllden is? Hempel schudde het hoofd. Van theoretisch standpunt beschouwd, neen; te minder omdat ik alles, wat tl mij nu hebt verteld, sinds lang wist, en ik tot dezelfde overtuiging ben gekomen. JU wist...';? Ja, tan mevrouw Von Turnwald zelf. Er is in deze zaak nog een derde moord begaan vóór de twee andere en wel op den voor- maligen secretaris van Sylvester Von Turnwald die tevens sinds vele jaren een raadsman en een boezemvriend der familie was en evenals Wend land de macht en den wil had om Ulrich's aanspraken te vernietigen. Toen werd zelfmoord voorgewend en ook algemeen aangenomen Alleen mevrouw Vqn Turnwald geloofde daar niet aan - en zij ontbood mü heimclUk. om den moordenaar te ontdekken. Dit nu was het wezenlUke doel van mUn verbluf op Sperber- Eck. En daar heb je mü geen woord van ge zegd! Om twee redenen meende ik. nog geen recht te hebben om daarover te spreken. Ten eerste om wille van mevrouw Von Turnwald. wie ik zoo lang mogelUk smartelyke ontroering wilde besparen. Ten tweede omdat ik nog steeds rekening moest houden met de vage mogelUk- heid, dat 't met de zaken heel anders gesteld was dan ik vermoedde. Want de historie is lang niet zoo eenvoudig als u schijnt te geloo- ven, maar integendeel zeer duister en vol raad sels. Op de eerste plaats pleiten gewichtige omstandigheden tegen de conclusie, dat Meller en Ulrfch Von Turnwald één en dezelfde per soon zUn. Voorts is het nog zeer twUfelachtiv of Ulrich zelf de moorden heeft gepleegd. Hoezoo? Ik begrUp waarlUk niet.... De nieuwe clubleden Hein en Jetje van Bremen wilden erg graag ook een bUdrage ge sen. Nu wilde het toeval, dat ze bekend waren met iemand, die aan een fabriek van wollen stoffen werkte. En die mUnheer had een mooi cadeautje voor Hefti meegebracht. ,Kük eens Hein", riep hU op zekeren dag. „kük nu eens. wat een van de sorteerders in de wol gevon den heeft. Als JU mU vertellen kunt wat dat is (Fig. 1). dan krUg Je een lekkere reep choco lade van mü- Ik houd het voor een beest, een tor of een kever Een reep chocolade verdienen, dat wilde Heintje wel. Maar zelf wist hU geen raad met het gekke stekelige gevat HU nam het dus mee soms dagen achtereen Uw hersens door priemt. Dat gevoel van hopelooze moeheid, van uitputting, de onmogelUkheid om de handen uit oe mouwen te steken, al die verschUnselen zijn in negen van de- tien gevallen het gevolg van onzuiver bloed. Er zUn tienduizenden energieke mannen en vrouwen in Nederland, die daar ook eens het slachtoffer van waren.... tot zU Kruschen probeerden. Volg hun voor beeld. Kruschen's „dagelUksche dosis” zal ook Uw bloed reinigen door Uw lever, nieren en Ingewanden aan te sporen tot krachtiger wer king. Frisch bloed zal weer door Uw aderen stroomen en binnen enkele weken bent U een ander mensch, dat gelukkig en opgewekt door het leven gaat. Kruschen Salts is uitsluitend verkrügbaar bü alle apothekers en drogisten A f 0.40,, f 0.75 en f 1.60 (extra groot pak). Fabrikanten: E. Griffiths Hughes Ltd., Man chester (Engeland). Opgericht 1756. het eerst langs minne- weg zal probeere^, 'door zich als terug- loeder voor te stellen, jk met de hoop, in de federalen zonder slag positie\te zullen heroveren. den volgenden dag in zUn tuin vond, kwam op het idee om haar in een potje op te hangen en hU noemde haar toen hangplant. En zoo is het gebleven. J. Odin waakten én Vlek én Keesje. Eensgezind zaten ze voor het karretje en hun eénige ge dachte was „een kat”. De kluif was totaal vergeten!! Vlek had gejankt, dat hü naar bulten wilde, De turfman had hem uitgelaten. Vleit was naar de kei gehold en bad.... niets gevonden. Dat was •«%t! Er was dus een hond op zü» stoep geweest, en had vlak bü zUn deur zijn kluif weggeno men. Wie zou dat gedaan hebben? Grommend keek Vlek rond. En wat zag nu-' Aan den overkant zat Kees van den slager, die vroolUk kwispelstaartend aan Vlek z'n kluif knabbelde. „Hoe kom je aan dat been?" had Vlek geblaft. „Gevonden." kefte Keesje. ,4a. op mün stoep, hè?” „De stoepen zUn niet van jou,” kefte Keesje kwaadaardig, „en" vervolgde hü. -ik weet aeker dat mjjn baas dit been uit een stuk vleescb gehaald heeft, dus dit been is van mü" Dat was te veel voor Vlek. Woedend was hü naar den overkant geloopen achter slagers Keesje aan. maar die wist wel dat dit gebeuren zou en was al weg. toen Vlek aan den overkant kwam. Vlek was teruggegaan en had zich voorgeno men. te wachten tot Keesje wéér kwitm. En daal lag hU nu. Met zUn kop op z'n poolen en valsch kijkend. „Zou hü nog terug durven komen? Neen, natuurlük! Wat dacht zoon beest wel! Omdat zUn baas slager is. zün zeker alle beenen van hem!" gromde Vlek in zich zelf. In de verte hoorde hü het blaffen van andere honden die aan het spelen waren. Hoe graag was hü er naar toe gegaan, om mee te doen. Maar neen, hü zou wachten, tot Keesje terug kwam. Hü kon toch niet straffeloos zijn kluif laten stelen?.... Een kwartier lang lag Vlek daar, doodstil en dacht wat hU Keesje allemaal doen aou. BUten zou hjj In zUn poot en In zijn oor en in staart. Vreeselük wraakzuchtig was Vlek. Opeens werd het blaffen van de andere hon den sterker. Vlek spitste zün ooren. Wat zou dat zün? Er was beslist iets büzcnders, dat hoof de hü aan de manier van blaffen. Gespannen keek hü naar den hoek vanwaar het lawaai scheen te komen.... En plotseling, o wonder, daar rende Keesje den hoek om. HU was echter niet alleen. Vóór hem uit holde een groote grüze kpt met dikken staart en woe dend blazende. Toen was het uit met de waakzaamheid van Vlek. Een kat!! Hü rende mét Keesje er ach teraan. Maar de poes kroop onder een frult- karretje en daar konden de honden niet onder komen. Nu niet zsug „WaJ? bloemen Het a toen zei/ de >1 dat ;etje! Ik moet waarachtig mijn bril om het te kunnen zien. Neen hoor, ik dacht dat het grooter was.” En de ekster trok een minachtend gezicht en vloog weg. Het kruidelingetje had gehoord, wat de ekster gezegd had en werd erg bedroefd. Vergeefs zei het klokje, dat er naast stond, dat alle vo geltjes en de bloempjes in 't rond het toch Hef vonden en dat de bloemenfee toch ook erg er van hield en dat de ekster het alleen maar gezegd had om het ongelukkig te maken, maar het kruidelingetje bleef pruilen: „Ik wil grooter worden.” Het groette oe vogeltjes, die het goeden dag toezongen, niet meer terug en gaf den bloempjes, die het vriendelük toespraken, geen antwoord meer; het eenige dat het dacht en zei. was: „Ik wil groot worden.” Toen de bloemenfee dit hoorde, kwam ze gauw naar haar vriendinnetje toe om het te troosten, maar ook zij kon het niet tot andere gedachten brengen. „Toe,lieve bloemenfee,” smeekte het eigenwijze plantje, „laat me groot Worden, zoodat de ekster me zien moet.” „Ach klein kruidelingetje, je weet niet wat je wilt." antwoordde de .fee; „als je groot bent zul Je lang zoo lief en aardig niet meer zijn als nu. en misschien zul je wel trotsch worden en de bloempjes en vogeltjes, waar Je nu nog vrlen- delijk voor bent, verachten.” Maar het wüs- neusje wilde niet luisteren, en de bloemenfee, die toch niet zien kon dat haar vriendinnetje zoo treurig was. gaf eindelük toe en zie, het kruidelingetje was opeens een kruldeling ge wórden, wel zoo groot als een zonnebloem. O wat was het blü, het bedankte de fee har- telUk en was weer blij en vriendelük als vroe ger. Toen de ekster hoorde, dat zij haar doel niet bereikt had. besloot ze Viog een poging te wa gen om het kruidelingetje ongelukkig te ma ken. ZU ging er dus weer naar toe. Het kruidelingetje was in een druk gesprek gewikkeld met een paar vergeet me nietjes aan haar vort. „Wat”, zei de ekster, „u. zoo'n groo te kruidellng, bemoeit zich nog met zulk klein goed, dat is toch beneden uw waardigheid. Ik had gedacht, dat u dat wel begrüpen zou!” De kruidellng was het in het begin niet met de ekster eens; de woorden van de bloemenfee klonken haar waarschünlük nog in de ooren en de eksteF moest haar onverrichterzake verlaten. Maar telkens kwam ze bü de krulde ling terug en ze wist zoo listig te praten dat ze eindelük bereikte wat ze wilde: de kruidellng werd trotsch. Met hoog opgetrokken neus stond ze voort aan tusschen de bloempjes en als ze eens deelnam aan hun gesprekken, deed ze dat met zoo'n neerbuigende vriendelükheid, dat de bloempjes zeiden, dat ze maar beter kon zwü- gen, de vogeltjes durfden haar niet eens meer te groeten en de bloemenfee, wat was die be droefd, toen ze dat alles hoorde. Ze deed wat ze kon om de kruidellng tot betere gedachten te brengen, maar niets hielp. De trotsche plant durfde zelfs te vragen, of de fee haar over zou willen planten in een menschentuin met mooie bloemen, waar ze de ekster over had hooren vertellen. Daar zou ze tenminste bü planten van haar stand zün. Toen werd de bloemenfee kwaad. „Goed”, zei ze. ,Jk zal doen wat je vraagt, maar ik zal nog meer doen. Omdat ik kelen, maar de „Ben je mal, weg daarmee!” Vlek had heelemaaL niet begrepen, waarom de baas de kluif vies vond. Vlek vond hem juist zoo mooi. Met hangenden kop had hij hem weer naar buiten gebracht\Wat nu te doen? Hü kor. toch zoo’n prachtige kluif maar niet zoo op de straat neerleggen, terwül hjj zelf naar binner moest? Daarom had hij hem gauw verstopt ach ter een groote kei, vlak bü de deur. Hij had eens goed rondgekeken, of geen van de honden uit de buurt het bemerkt had en toen hü er zich van overtuigd had, dat dit niet het geval was, was hü getroost naar binnen gegaan. „Morgenochtend.” zoo dacht hü. „dan ga ik gauw naar bulten." De volgende morgen was aangebroken naast geef ik de teekening van een paar klauw tjes, zooals ze bü een andere lianensoort gevon den worden. (Flg. 3b). Het lüken net de klauwen van een roofdier. Met die klauwen haakt hü zich aan andere boomen vast. En om nu een vergelü- klng mogelük te maken, heb ik er de hecht- schUfjes van een wilden wingerd bü geteekend. <Fig. 3c), nu kunnen jullie zélf zien, hoe klein en nietig die hierbü vergeleken zün.” Dat was het gedeelte van den brief, dat be trekking had op de gevonden vrucht. -Natuurlük ging Heintje zoo spoedig mogelük naar den vriendelüken mynheer, die hem de gedroogde vrucht gegeven had en o vreugde, er was nog net zoo een voor den dag gekomen. Nu kon er dus een naar Henk gestuurd worden en kon Hein toch de züne houden. Natuurlük kre^g hü ook zün reep chocolade en. wat nog mooier was. hü had opeens in de club den naam gekregen een goeden speurneus te bezitten. A. L. krijgen we van lianen, als we op de stengels van kamperfoelie letten, die zich büvoorbeeld om eiken of elzen slingeren. De Hanen, die ik op het oog heb, bezitten soms heel eigenaardige haak- organen, of hechtschüvenInrichtingen, waarbü de hechtschijfjes van onzen wilden wingerd maar kinderspel zün. Ik stuur hierbü de teeke- ningen. AUereerst zie je een paar takken, die in echte zulgschüven schünen uit te loopen (Flg. 3a.) Wanneer een tak eenmaal zoo vastzit, kun je,hem niet zonder meer losscheuren. Daar Doordat de Koning en de Koningin van En geland naar Canada vertrokken, vroeg de Ko ning aan de prinsesjes, wat hü voor ze zou brengen. ff Prinses Elizabeth vroeg haar vader een ech ten goudklomp mee te brengen. En haar jon ger zusje hao 't liefst een volledige Indianen uitrusting De eerste wensch. die wel heel vor- stelük is.zal echter wel het moeflükst te ver vullen zün. U zult mü onmiddellyk begrüpen wanneer ik u alles heb verteld. En Silas Hempel gaf een breedvoerig relaas van den staat van zaken en van alles, wat hü gedurende zün verbluf op Sperber-Eck was te weten gekomen. Hü sprak over het verdwünen van de acte van afstand, waarvan zich onge- twüfeld In de bewuste map een afschrift bevon den had; van de moordaanslagen op mevrouw Von Turnwald; van de verdachte rol. door de ..zilveren" auto gespeeld en waardoor onvermü- deiijk zware verdenking moest vallen op Andagola. wiens sprekende gelükenis met mevrouw Von Turnwald scheen aan te dulden, heid wil ik er nog bü vertellen, dat met de Har- pagophytum planten verwant zün, die als lia nen klimmen. JulHe weet wel, dat Hanen van die klimplants zün, die soms heel dikke stammen vormen. Een kleine voorstelling Misschien hebben jullie je wel eens afgevraagd waarom hangplanten toch zoo lang en slap zün Ik zal het julUe eens vertellen. Vroeger was dat anders. Toen «•aren de hangplanten heel kleine stevige plantjes. Ze heetten toen natuurlük ook geen hangplanten maar kruidellngetjes en groeiden in de bosschen. Daar hadden ze het goed en ze zouden er misschien nu nog groeien als er niet een eigenwüs kruidelingetje was ge weest, dat alles bedorven heeft. Dat kruidelin getje stond lp een bosch tusschen veel andere planten. Toen het nog jong was, was het een aardig Hef kruidelingetje; altüd vriendelük en opgeruimd. Iedereen hield er dan ook van. De vogeltjes, die voorbü kwamen, floten het vriendelük goedendag, de planten in het rond waren altüd Hef er voor en zelfs de bloe menfee, die voor alle bloemen in het bosch moest borgen, hield erg veel van ons kruide- Ungetje. Maar een ekster, die ook in dat bosch woon de. uvrd afgunstig en besloot een einde aan dat geluksleventje te maken. Op zekeren dag vloog zij naar de plaats waar het kruidelingetje stond. Ze deed net of ze het en vroeg aan een anemoontje: ,is toch dat kruidelingetje, waar ee zoo van houdt?” leh^oontje wees het haar aan, maar (ter: ^pine ding daar, is dat nu het dat hü, en niet Meller, Ulrich Von Turnwald was. Maar, zoo besloot Hempel zün uiteenzet ting, daartegenover staan weer de uit Buenos Aires ontvangen inlichtingen. Nog altüd bewe gen wü ons in een doolhof van raadsels èn tegenstrüdigheden. 't Verheugt me intusschén dat u Hirschfelder hebt uitgezonden om het kasteel te bewaken. Nu mag ik tenminste ver trouwen. dat mevrouw Von Turnwald gedu rende mün afwezigheid bescherming geniet en dat is een geruststelling voor mü. Alleen nog deze opmerking: met 't bevel tot aanhouding is u wat vlug geweest, münheer, want wü Weten nog niet, of de man. die de eigenares van Sper ber-Eck naar het leven stond, óók Ulrich is Geloof je dan. dat mevrouw Von Turn wald nog steeds in gevaar verkeert? Helaas! daarvan ben ik overtuigd. Twee aanslagen zün mislukt van de eerste gele genheid zal men gebruik maken om een derden te plegen. Dat dit nog niet is gebeurd, heeft zü waarschünlük te danken aan haar ziekelüken toestand, die haar slechte bü uitzondering en dan nog maar voor eenige oogenbUkken toelaat haar kamer té verlaten. Een verschrlkkelüke gedachte, dat een zoon zün moeder naar het leéen staat! Ik kan 1 mij slechts hierdoor verklaren dat htj ook in haar een hindernis ziet op den weg. dien hü wil volgen. Ja.... anders kan ik 't mü ook niet er- klaren.... in geval Ulrich werkelUk ook hier de hand in 't spel heeft. En dat monster, dat koelbloedig den eenen Ik meen niet te veel te zeggen, wanneer ik taxeer, dat kinderen van de honderd maal dat zü thuis gestraft worden, geen tien maal deze straf als rechtvaardig zien. In theorie is het toepassen van straf heel mooi en gemakkelük. doch wie van geval tot geval consequent tracht rechtvaardig te zün. begint al gauw te wan hopen of hü er ooit iets van terecht brengen zal. Onze rechtvaardigheid loopt niet mank, doch glüdt elk moment uit op 1 glibberige pad van het kinderbegrip. Het meeste succes heb ik kunnen boeken met den oud-trstamentarischen regel: oog-om-oog. tand-om-tand; een kfnd zaï hier dikwijls rechtvaardigheid in zien, waar het elke straf als onrechtvaardig zou afwüzcn. Het onthouden van een versnapering met den uit leg. dat 't geld dat anders aan t lekkertje be steed werd, nu gebruikt zal worden om een nieuw schoteltje of kopje of wat ook te koopen is in het kinderoog rechtvaardig, zelfs in ge vallen. wtoar het alle schuld of kwaden opzet afwijst. Frits, die in dollen overmoed zyn zusje eens gevoehg in den arm beet zü speelden „hondje” kwam werkelük onder den indruk, toen ik zijn mouwtje losmaakte en opstroopte en aanstalten maakte hem dezelfde behandeling te laten ondergaan. Kleine Gaby. toen nog geen jaar oud. begreep, dat zü met haar handjes uit de theekast moest blüven. wanneer ik. telkens als zü weer naar de kopjes reikte, haar een tikje op de vingers gat. Maar.... dit moest onrnld- dellük geschieden, als. t ware. terwiU zü. het geen zü niet mocht doen, bedreef. Een halve minuut, zelfs vüf seconden daarna zou te laat geweest zün. Buitendien moet t tikje minder als straf, dan wel als waarschuwing beschouwd worden, als herinnering, „denk eraan, daaraan mag je niet raken Wie rechtvaardig straffen wil, moet elke straf .aanpassen aan de fout. Als een kind, ondanks 't verbod, terwül de baby slaapt, toch blüft schreeuwen of gillen, maakt de straf „vüf of tien minuten absoluut zwijgend op een stoel zitten", den meesten indruk op hem. Een kind dat geroepen, niet dadelük komt, zal zich met de straf verzoenen, wanneer hü nu evenlang moet, als hü zelf te laat naar binnen kwam. Wie zijn brood of middagmaal niet eet, legt zich erbij neer, dat hem ook het lekkertje onthouden wordt; dit Immers dient als belooning voor wie zün eten behoorlük at. Wie eten morste of intrapte in 't kleed, moet dit zelf opvegen of uit het tapijt" krabben; Wie van een broertje iets breekt of scheurt moet eigen gelijkwaardig bezit ervoor in de plaats geven. Wie een klap of schop uitdeelt, krügt een tik terug, wie plaagt tot de tegenpartü 't niet langer verdragen kon en In tranen of woede uitbarst, wordt zelf geplaagd, hetgeen voAr een moeder, die haar kinderen kent, geen moeilijke taak is. Volgens dézen stelregel lukt X dlkwüls een in het kinderoog rpehtxggrdtge sppftf op te leggen, dievootZdns volwassenen zelfs niet op straf lükt. Ja, dikwüU zal de .straf" in flagranten strüd zün met ons rechtsgevoel. Toen mun Keesje niet lang geleden een kostbaar wandbord, waaraan Ik zeer gehecht was. stuk gooide met zijn bal, terwijl ik hem nadrukkelük verboden had in de kamer te ballen, was 't vol gens onsen maatstaf niet meer dan een armzg- !V lige genoegdoening, toen ik voor zün oogen den bal stuk knipte. Voor het kind echter leek de- straf heel, zelfs veel té zwaar; hü had 't bordje, immers niet met opzet gebroken; zün eenige fout was, dat hü mün verbod vergeten was M genegeerd had. 't Doel der straf, dat niét in herhaling vervallen zou worden, bereikte ik. want dagen later was hü nog onder den indruk van het verlies van zün bal. Of hij de straf echter rechtvaardig vond, betwüfel ik ernstig. Teekenend was het, dat alle ballen met één slag uit de huiskamer verdwenen waren, zelfs die van kleine Elly. hoewel haar werpkracht voor niet meer dan een metersgool reikte. Voor en boven alles moet bü 't opleggen van straf ervoor zorggedragen worden, dat geen straf gegeven wordt zonder uitleg, zonder motlveé- ring. Een draai om de ooren is zoo gemakkelük gegeven, maar.... wordt meer ultgedeeld om de moeder op te luchten of om als uitlaat te dienen voor haar ergernis, schrik of woede, dafi als werkelijke straf. Daarbij komt, dat zoo'n klap maar al te snel in een gewoonte ontaardt, «■aardoor ten laatste 't tegendeel bereikt wordt van hétgeen wordt beoogd: verbetering voor de toekomst moet het doel ^h- onverschilligheid voor de straf, dus verharding in 't kwaad wordt het resultaat. Een tik is dan geen opvoedmlddel. doch pure wraak, en daarvoor bevat 't meeren- deel der kinderfouten toch werkelük te weinig slechtheid. Van alles waarvoor een straf opgelegd wordt, is misschien bü meer dan tien procent werkelüke opeet held, terwül hü .op de wandsota een weinig ter züde schoof. Hü keek op, en herkende Andagola! Er werden kranten gebracht, en de Argentüa keek ze vluchtig door. Hempel legde zün kruid kundig boek opengeslagen voor zich, als voelde hü er behoefte aan. zün oogen een beetje rust te gunnen en over het gelezene na te denken. Onwillekeurig keek Andagola naar de prachtige illustraties van 't werk, die hem blijkbaar inte resseerden. Pardon, zei hü glimlachend, ik zie, dat u zich bezighoudt met de Zuid-Amerikaanscne flora. Maar uit dat boek zult u niet veel nut trekken. De meeste planten, die er weergegeven worden, zien er in werkelükheld heel andere uit. Als ik niet vreesde, indiscreet te zün. zou ik u een veel beter boek aanbevelen. Waarvoor ik u natuurlük zeer dankbaar zou zün. Ik heb dit genomen omdat de boek handelaar 1 mü als pas verschenen aar.raaddu. Trouwens, ik hoop spoedig ter plaatse zelf mün gebrekkige kennis te kunnen verroken. Wilt u dus een kükje in Zuid-Amerika gaan nemen? Andagola’s blik getuigde van echte belang stelling. Hempel glimlachte. Zooals u zegt, doch mün plannen gaan niet verder. Ik ben niet voornemens, mü in de Nieuwe. Wereld te gaan vestigen. Ik heb seen leerde koppen het hoofd en erkenden, dat ze niet wisten, wat ze er van moesten denken. Kees vond, dat het meer op een vreemdsoortige vrucht leek, dan op een dier, maar thuisbren gen kon hü het evenmin. Maar als ze het eens aan Henk stuurden Die had zooveel boeken. Misschien was het wel te vinden in een van die folianten. Zoo gezegd, zoo gedaan. Het vreemde ding werd naar Henk gestuurd en prompt veertien dagen later was er antwoord. Dat lufdde .JDet vreemóe ding is de gedroog de vrucht van een Zuid-Afrikaansche plant. Zün naam luidt: Haragophytum. een naam. die wel met harp In verband zal staan. Jullie ziet wel. dat deze vrucht meer dan welke ook geschikt is. otr. aan de pels van wollige diertjes te blüven haken Elke ultloopende tak oraagt een paar klauwtjes, drie of vier bü elkaar Bo vendien zitten aan het. eigenlijke vruchtlichaam ook haakjes. De planten kunnen goed tegen droogte Laatst kreeg ik een soortgelüke merk waardige vrucht te zien (Fig. 2). die familie van die van jullie is. Maar bü die vrucht zün een paar gemshorens ontwikkeld. Wanneer Hein niet zoo erg veel om de vondst geeft, zou ik hem heel graag willen hebben. Maar eerst moet hU er zün reep choco- mqest ik mij voorloopig tevreden lank! zoo bleef althans mevrouw -1 oen hevige ontroering bespaard. Anders nog geen maatregelen genomen? Jawel. Ik Aeb een onzer bekwaamste Hlrscllfelder. dien je kent, naar gezonden met de opdracht, alles, wat Sperber-Eck omgaat, zooveel mogelük oog te houden, zonder dat men het be- Want aanéezlen thans voor Meller- **,d de b*an vrij Is, geloof ik. dat hü wel spoedig zal trachten, zün elgenlük doel op te treden als erfgenaam te bereiken. I« geloof verder, dat hl\ Wken r*- S!,*ee,rde zoon aan zün r Hl) vleit zich waanchünK «rste ontroering van het «toot de beoogde echte kind niet aanwezig, en wanneer in één procent der geval len inderdaad slechtheid aangetoond zou kun nen worden, zou mü dit ten zeerste verwonde ren. Kinderen zün nog niet slecht, zeker jonge kinderen niet; hoogstens onbezonnen, snel verge tend, en.... klnderlük van begrip. Bü eenlg nadenken zou büna nooit straf opgelegd wor den, pu doen wü het dikwijls, alleen omdat de daad óns op dat oogenbUk niet past. Dlezelfdé daad, op eeiMander tijdstip, soms zelfs op ons verzoek verricht, zal uitbundigen lof oproepen. Werkelük. denkt u eens aan het kind, dat na het zien van een optocht den volgenden dag met een oud gordünroetje optochtje speelt..., overvloeiend van trots en tevredenheid zal de moeder het spelletje aanzien. Maar.,., als het zelfde kind, met hetzelfde spelletje, denzclfden dag een geliefd pulletje van een kast of rekje smüt. klets, tik. klats, onmiddellük volgt de straf. Moeten wjj niet over rechtvaardigheid spreken EEN MOEDER je eenmaaljtoot heb gemaakt, zal ik"je groot laten, maar ik zal je zoo slap maken, dat je je a t overeind ztiljgunnen houden. Dat zal de^irut zün' voor je trots." En zoo gebeurde Op die manier is de ifnfldeling zoo'n lange, sfgppe plant geworden. En de tuinman die haar moord na den anderen pleegt, zou Andagola zün, die een zoo keurige innemende man is! Is 't mogelük. dat personen zooals wü. die" uil hoofde van hun beroep toch meer ondervin ding bezitten, zich zoo schromelük kunnen ver gissen? Vindt u buiten hetgeen wü besproken heb ben een verklaring voor de rol, welke hü met zün „zilveren” auto in dit drama heeft ge speeld? Neen; en toch is het mü büna onmogelük. hem voor zóó ontaard te houden. Ik bgn zeer benieuwd, te vernemen welken indruk hQ op u maakt als u persoonlek met hem m raking komt. Dat zal Ik je zeggen, zoodra ik ^legen heid heb gevonden, om kennis met hem te maken. Dat zal naar ik. hoop, niet lang duren Nog dienzelfden avond vond Silas Hempel de gewenschte gelegenheid in de feestzaal van t .Hotel Imperial". Hü zat daar na het avondmaal alléén in 'n hoek, verdiept in een werk over de Zuid- Amerikaansche flora, dat hü dien namiddag gekocht had. om in ieder geval voorbereid te zün als zich een gelegenheid voordeed om met Andagola kennis te maken. De meeste andere tafels waren 'bezet door gasten van X hotel die de avondbladen lazen. In Hempel's onmiddellüke nabjjheid vroeg een büzonder welluidende stem: Is 't gepermitteerd? Is deze plaats nog us m li nt M ts d- Uk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 23