DAGBRIEVEN EENER MOEDER
VOOR ONZE JEUGD
DE KLUIF
De luchtroovers
Hoitika
van
1 IIO
I I
er
IJS
Niet alles is dier wat
op lijkt
Wie is’ in staat om recht
vaardig te straffen?
JNI
VRIJDAG 9 JUNI 1939
DE V.P.D.
Wat de prinsesjes wenschten
Een hond, die telefoneert
Hoe de hangplanten „hang”-
planten geworden zijn
DE
ZILVEREN/*
II
DIE STEEDS TERUGKEERENDE
HOOFDPIJN....
r
den
I
zijn
en
D, pr.
Nellie B.
Zon-
ffnpsztmden Mededeeling)
de
binnen bleven
die
ING
Ole.
Put kracht uit
APPELSTROOP
in-
a 9
Ovar-Mtirr*
aan-
Von Turnwald
vrü?
(Wordt vervolgd)
r
4
ravijn af en volgden een smal dal. Opeens, bij een bocht, zagen
ze een onverwacht schouwspel. Het dal bleek uit te loopen op
een langzaam hellende vlakte, heel in de diepte lag een meer
en aan den oever van dat meer zagen ze een uitgebreidten
tendorp.
zaken aan de hand e* houd mij enkel als lief
hebber bezig met natuuronderzoek. Mag ik mü
voorstellen? Dr. Merkler.
club,
lorus
:e In
orus
e de
„Wat. I
krulden^
opzetten
Een zeer slimme hond, die naar den naam
Ted luistert, was onlangs van zijn meesteres
weggeloopen en werd in een naburig dorp door
de politie gevangen en vastgehouden tot de
elgenaas zich zou melden. Toen de eigenares
van Ted hoorde, waar haar verloren viervoeter
was, greep ze dadelijk naar de telefoon en vroeg
aan dengene, dien ze te spreken kreeg of deze
den hoorn vlak bij Ted's oor wilde leggen.
„Ted". commandeerde ze met doordringende
stem: „kom dadelijk thuis”.
De hond spitste zijn ooren, kwispelde met z'n
staart en toen de deur voor hem werd open
gezet. rende hü naar huls I
HU had de stem van zijn meesteres her
kend.
Daarmede
stellen
Uod zü
weet
zijn.
-Els-
echt- 5
van
laai;
icht-
ns-
ro-
sldt
lucha-
otsche
Js vo-
ver-
x> de-
n der
tonen
sonen
e col-
ucha-
lan-
ring
H.
izen
bij
igen
i voor
ceder,
resse-
idria-
fanz
l. Oa-
abeth
sgatie
Md.
trium-
Jd aan
Jezus
Zijner
:us ons
mer
it God-
ischen-
de al
ar ook
1 strijd
wil ons
als wü
iert en
en ons
wan-
m van
noedlg,
sr den
r: zoo
mild-
e wa
it hart
streng,
etrouw
n deze
lar en
>t ons
hart”,
efheb-
van
lorus
unie,
man.
>r de
het
Stehelfeld'
er op
in het
merkt.
„Zus, wat wil je, twee, drie, vijf cent?"
„Geef me d’r maar een van twee!"
IJscoman duikt in ztjn wagen.
.Asjeblieft zus, neem maar mee."
Lenie wandelt. Lente zucht eens:’
„Hè, wat is het warm vandaag,
ik ga gauw een ijsco koopen
ijsco’s heb ik toch zoo graag."
Nadat ze de bruikbaarste en noodigste dingen
gepakt hadden, namen ze elk een pak, op hun schouder en be
gonnen den tocht naar onbekende oorden. Eerst de bestuurder,
toen Piet en de vliegenier als achterhoede. „Warm,” zei de
eerste. „Honger,” mopperde Piet. „Dorst," klaagde nummer drie.
Eei, paar dagen te voren had mijn man een
stapel oud papier verscheurd, waarbij zü had- s
den mogen helpen en.... het stapeltje papieren
dat hun nu ten slachtoffer gevallen was. vonden
zü op dezelfde plaats wtaar de eerste paperassen
gelegen hadden. Hun doel was dus niet anders,
dan hun vader te helpen; zelfs te verrassen met
de goede hulp, die zü in zijn afwezigheid gepres
teerd hadden. Moesten zij hiervoor gestraft wor
den? Omdat zij hun vader wilden helpen? Wie
is lp staat, ondanks de werkelUk aanmerkeUjke
schade, die zij toebrachten, hier een rechtvaar
dige straf vast te stellen? Ik niet!
Geheel tot uw beschikking, antwoordde
Hempel met zün gewone innemende beleefd-
„Hè, een emmer zou ik lusten!"
Lenie zucht en Lenie likt.
„Kreeg je die maar voor twee centjes!"
Lenie lacht en likt en slikt.
J>IET BROOS
lade mee verdienen. Misschien vindt die mün-
heer nog eens zoo n vrucht. In elk geval ben ik
erg blij hem gezien te hebben en ook, dat Ik
hem heb kunnen herkennen, want dat ,ls niet
altijd even gemakkelijk. Als aardige büzondqr-
Ttngelinge, lingetinge.„„..
Ha, daar komt de ijsman aan.
Lingetinge, tingelinge
„Hela, hé. blijf even staan."
XXIV
Een kind straffen is een der tnoellijkste on
derdeden der opvoeding omdat het zoo uiterst
zelden voorkomt, dat een straf werkelUk, voor
de volle honderd procent, rechtvaardig- is. Wil
een straf resultaat opleveren, dus haar-nut af-
werpen. hetgeen toch de bedoeling Is, dan moet
ze in de oogen der kleine zondairs zelf recht
vaardig zUn. Rechtvaardig ten eerste volgens
onzen maatstaf, dus niet te zwaar, met te licht
juist verdiend, niet te vroeg, niet te laat en even
zwaar als de straf welke broertje of zusje toe
bedeeld werd. Zelfs wijlen 'Salomon zou voor
zoo'n moellyke strafoplegging terugdeinzen
Maar.... en dit maakt een rechtvaardige straf-
bedeellng bUna onmogelijk. de. straf moet ook
rechtvaardig zijn volgens de innerlijke bedoeling
van den kleinen boosdoener.
Laat mij eenige voorbeelden uit mijn eigen
ondervinding mogen aanhalen om mün bedoe
ling duidelijk te maken. Ik betrapte laatst mUn
vUfjarlgen zoon erop, dat hU in de keuken een
stuk slang aan de kraan gewurmd had en Ijve
rig bezig WWS.... mijn keuken onder water te
zetten. Toch wel een gezicht om dadelUk uit
je vel te springen en den boosdoener een flinke
portie straf op te lej
mij echter bü onderzi
eveneens met behulp
muur van het hul
's morgens had hü gehoord, dat Ï1
en moet ik me iets hebben laten ontvallen van
„de keuken ziét er zoo uit"; hetgeen voor hem
voldoende was om mij te heljien. naar buur-
mans voorbeeld. Moest ik zoo n bengel nu straf
fen? Neen, zeker niet, ondanks het feit dat wij
urenlang bezig waren om de, ravage te redderen
HU bedoelde- het goed, heel Hef zelfs, hU wilde
tnu helpen, zoodat ik, door hem te straffen, dit
gedaan zou hebbenomdat hU niet wUzer
was. Nog een ander voorbeeld. Wij troffen eens
onze twee oudsten, toen vier en vUf jaar oud. aan,
terwijl zij Overig alle jiapieren van mijn mans
bureau verscheurden. Geloof me, Holland was
in last, naar schatting had mijn man meeftdan
zes weken aan bedoelde papieren gewerkt. Mas.'
wat bleek ook hier weer bü nader onderzoek?
door
A. Hrusckka
fén. nietwaar? Wat bleek
rk? Dat hij een buurman.
lan een slang den achter-
-taadr'zieft--gchq9q£puiten
druk had
Vlek, de hond van den turfman, was kwaad!
Niet zoo'n beetje, neen, heel erg kwaad. En dat
was de schuld van Kees, den hond van den
slager. Vlek ging liggen, voor zUn deur, legde
zijn kop op zUn voorpooten. keeto heel valsch
en dacht nog eens over het geval na.
.Gisteravond had de turfman hem binnen
geroepen, rfét toen Vlek een kluif gevonden had.
Hij had de kluif mee naar binnen willen srnok-
rns had het gezien en gezegd:
ik? Zoo'n vies been! Vooruit.
Hirschfelder, die reeds naar Sichelfeld is ver
trokken, heeft een arrestatiebevel ten name van
Ulrich Von Turnwald bü zich, en wü mogen
vertrouwen, dat de misdadiger zal woroen aan
gehouden, zoodra hü zich op Sperber-Eck ver
toont.
Als hU zich laat zien! In leder geval is
het goed, dat zich een betrouwbaar persoon
ter plaatse bevindt, verondersteld, dat dp
misdadiger hem niet in den neus krijgt en dan
buiten schot blUft. Voorts ook in de veronder
stelling, dat uw conclusies juist zUn. Want dat
staat nog geenszins vast.
Waarom? BetwUfel je thans nog. dat we
op den goeden weg zUn en dat Ulrich Von
Turnwald de moordenaar van Mr. Wendland en
van Anna Mllden is?
Hempel schudde het hoofd.
Van theoretisch standpunt beschouwd,
neen; te minder omdat ik alles, wat tl mij nu
hebt verteld, sinds lang wist, en ik tot dezelfde
overtuiging ben gekomen.
JU wist...';?
Ja, tan mevrouw Von Turnwald zelf. Er
is in deze zaak nog een derde moord begaan
vóór de twee andere en wel op den voor-
maligen secretaris van Sylvester Von Turnwald
die tevens sinds vele jaren een raadsman en een
boezemvriend der familie was en evenals Wend
land de macht en den wil had om Ulrich's
aanspraken te vernietigen. Toen werd zelfmoord
voorgewend en ook algemeen aangenomen
Alleen mevrouw Vqn Turnwald geloofde daar
niet aan - en zij ontbood mü heimclUk. om
den moordenaar te ontdekken. Dit nu was het
wezenlUke doel van mUn verbluf op Sperber-
Eck.
En daar heb je mü geen woord van ge
zegd!
Om twee redenen meende ik. nog geen
recht te hebben om daarover te spreken. Ten
eerste om wille van mevrouw Von Turnwald.
wie ik zoo lang mogelUk smartelyke ontroering
wilde besparen. Ten tweede omdat ik nog steeds
rekening moest houden met de vage mogelUk-
heid, dat 't met de zaken heel anders gesteld
was dan ik vermoedde. Want de historie is
lang niet zoo eenvoudig als u schijnt te geloo-
ven, maar integendeel zeer duister en vol raad
sels. Op de eerste plaats pleiten gewichtige
omstandigheden tegen de conclusie, dat Meller
en Ulrfch Von Turnwald één en dezelfde per
soon zUn. Voorts is het nog zeer twUfelachtiv
of Ulrich zelf de moorden heeft gepleegd.
Hoezoo? Ik begrUp waarlUk niet....
De nieuwe clubleden Hein en Jetje van
Bremen wilden erg graag ook een bUdrage ge
sen. Nu wilde het toeval, dat ze bekend waren
met iemand, die aan een fabriek van wollen
stoffen werkte. En die mUnheer had een mooi
cadeautje voor Hefti meegebracht. ,Kük eens
Hein", riep hU op zekeren dag. „kük nu eens.
wat een van de sorteerders in de wol gevon
den heeft. Als JU mU vertellen kunt wat dat is
(Fig. 1). dan krUg Je een lekkere reep choco
lade van mü- Ik houd het voor een beest, een
tor of een kever
Een reep chocolade verdienen, dat wilde
Heintje wel. Maar zelf wist hU geen raad met
het gekke stekelige gevat HU nam het dus mee
soms dagen achtereen Uw hersens door
priemt. Dat gevoel van hopelooze moeheid, van
uitputting, de onmogelUkheid om de handen
uit oe mouwen te steken, al die verschUnselen
zijn in negen van de- tien gevallen het gevolg
van onzuiver bloed. Er zUn tienduizenden
energieke mannen en vrouwen in Nederland,
die daar ook eens het slachtoffer van waren....
tot zU Kruschen probeerden. Volg hun voor
beeld. Kruschen's „dagelUksche dosis” zal ook
Uw bloed reinigen door Uw lever, nieren en
Ingewanden aan te sporen tot krachtiger wer
king. Frisch bloed zal weer door Uw aderen
stroomen en binnen enkele weken bent U een
ander mensch, dat gelukkig en opgewekt door
het leven gaat. Kruschen Salts is uitsluitend
verkrügbaar bü alle apothekers en drogisten
A f 0.40,, f 0.75 en f 1.60 (extra groot pak).
Fabrikanten: E. Griffiths Hughes Ltd., Man
chester (Engeland). Opgericht 1756.
het eerst langs minne-
weg zal probeere^, 'door zich als terug-
loeder voor te stellen,
jk met de hoop, in de
federalen zonder slag
positie\te zullen heroveren.
den volgenden dag in zUn tuin vond, kwam op
het idee om haar in een potje op te hangen
en hU noemde haar toen hangplant. En zoo
is het gebleven. J. Odin
waakten én Vlek én Keesje. Eensgezind
zaten ze voor het karretje en hun eénige ge
dachte was „een kat”.
De kluif was totaal vergeten!!
Vlek had gejankt, dat hü naar bulten wilde, De
turfman had hem uitgelaten. Vleit was naar de
kei gehold en bad.... niets gevonden. Dat was
•«%t!
Er was dus een hond op zü» stoep geweest,
en had vlak bü zUn deur zijn kluif weggeno
men. Wie zou dat gedaan hebben?
Grommend keek Vlek rond. En wat zag nu-'
Aan den overkant zat Kees van den slager, die
vroolUk kwispelstaartend aan Vlek z'n kluif
knabbelde.
„Hoe kom je aan dat been?" had Vlek geblaft.
„Gevonden." kefte Keesje.
,4a. op mün stoep, hè?”
„De stoepen zUn niet van jou,” kefte Keesje
kwaadaardig, „en" vervolgde hü. -ik weet aeker
dat mjjn baas dit been uit een stuk vleescb
gehaald heeft, dus dit been is van mü"
Dat was te veel voor Vlek. Woedend was hü
naar den overkant geloopen achter slagers
Keesje aan. maar die wist wel dat dit gebeuren
zou en was al weg. toen Vlek aan den overkant
kwam.
Vlek was teruggegaan en had zich voorgeno
men. te wachten tot Keesje wéér kwitm. En daal
lag hU nu. Met zUn kop op z'n poolen en valsch
kijkend.
„Zou hü nog terug durven komen? Neen,
natuurlük! Wat dacht zoon beest wel! Omdat
zUn baas slager is. zün zeker alle beenen van
hem!" gromde Vlek in zich zelf.
In de verte hoorde hü het blaffen van andere
honden die aan het spelen waren. Hoe graag
was hü er naar toe gegaan, om mee te doen.
Maar neen, hü zou wachten, tot Keesje terug
kwam. Hü kon toch niet straffeloos zijn kluif
laten stelen?....
Een kwartier lang lag Vlek daar, doodstil en
dacht wat hU Keesje allemaal doen aou. BUten
zou hjj In zUn poot en In zijn oor en in
staart. Vreeselük wraakzuchtig was Vlek.
Opeens werd het blaffen van de andere hon
den sterker. Vlek spitste zün ooren. Wat zou
dat zün? Er was beslist iets büzcnders, dat hoof
de hü aan de manier van blaffen.
Gespannen keek hü naar den hoek vanwaar
het lawaai scheen te komen.... En plotseling,
o wonder, daar rende Keesje den hoek om. HU
was echter niet alleen. Vóór hem uit holde een
groote grüze kpt met dikken staart en woe
dend blazende.
Toen was het uit met de waakzaamheid van
Vlek. Een kat!! Hü rende mét Keesje er ach
teraan. Maar de poes kroop onder een frult-
karretje en daar konden de honden niet onder
komen.
Nu
niet zsug
„WaJ?
bloemen
Het a
toen zei/ de >1
dat
;etje! Ik moet waarachtig mijn bril
om het te kunnen zien. Neen hoor, ik
dacht dat het grooter was.” En de ekster trok
een minachtend gezicht en vloog weg.
Het kruidelingetje had gehoord, wat de ekster
gezegd had en werd erg bedroefd. Vergeefs zei
het klokje, dat er naast stond, dat alle vo
geltjes en de bloempjes in 't rond het toch
Hef vonden en dat de bloemenfee toch ook erg
er van hield en dat de ekster het alleen maar
gezegd had om het ongelukkig te maken, maar
het kruidelingetje bleef pruilen: „Ik wil grooter
worden.”
Het groette oe vogeltjes, die het goeden
dag toezongen, niet meer terug en gaf den
bloempjes, die het vriendelük toespraken, geen
antwoord meer; het eenige dat het dacht en zei.
was: „Ik wil groot worden.”
Toen de bloemenfee dit hoorde, kwam ze
gauw naar haar vriendinnetje toe om het te
troosten, maar ook zij kon het niet tot andere
gedachten brengen. „Toe,lieve bloemenfee,”
smeekte het eigenwijze plantje, „laat me groot
Worden, zoodat de ekster me zien moet.” „Ach
klein kruidelingetje, je weet niet wat je wilt."
antwoordde de .fee; „als je groot bent zul Je
lang zoo lief en aardig niet meer zijn als nu.
en misschien zul je wel trotsch worden en de
bloempjes en vogeltjes, waar Je nu nog vrlen-
delijk voor bent, verachten.” Maar het wüs-
neusje wilde niet luisteren, en de bloemenfee,
die toch niet zien kon dat haar vriendinnetje
zoo treurig was. gaf eindelük toe en zie, het
kruidelingetje was opeens een kruldeling ge
wórden, wel zoo groot als een zonnebloem.
O wat was het blü, het bedankte de fee har-
telUk en was weer blij en vriendelük als vroe
ger.
Toen de ekster hoorde, dat zij haar doel niet
bereikt had. besloot ze Viog een poging te wa
gen om het kruidelingetje ongelukkig te ma
ken. ZU ging er dus weer naar toe.
Het kruidelingetje was in een druk gesprek
gewikkeld met een paar vergeet me nietjes aan
haar vort. „Wat”, zei de ekster, „u. zoo'n groo
te kruidellng, bemoeit zich nog met zulk klein
goed, dat is toch beneden uw waardigheid. Ik
had gedacht, dat u dat wel begrüpen zou!”
De kruidellng was het in het begin niet met
de ekster eens; de woorden van de bloemenfee
klonken haar waarschünlük nog in de ooren
en de eksteF moest haar onverrichterzake
verlaten. Maar telkens kwam ze bü de krulde
ling terug en ze wist zoo listig te praten dat ze
eindelük bereikte wat ze wilde: de kruidellng
werd trotsch.
Met hoog opgetrokken neus stond ze voort
aan tusschen de bloempjes en als ze eens
deelnam aan hun gesprekken, deed ze dat met
zoo'n neerbuigende vriendelükheid, dat de
bloempjes zeiden, dat ze maar beter kon zwü-
gen, de vogeltjes durfden haar niet eens meer
te groeten en de bloemenfee, wat was die be
droefd, toen ze dat alles hoorde. Ze deed wat
ze kon om de kruidellng tot betere gedachten
te brengen, maar niets hielp. De trotsche plant
durfde zelfs te vragen, of de fee haar over zou
willen planten in een menschentuin met mooie
bloemen, waar ze de ekster over had hooren
vertellen. Daar zou ze tenminste bü planten
van haar stand zün. Toen werd de bloemenfee
kwaad. „Goed”, zei ze. ,Jk zal doen wat je
vraagt, maar ik zal nog meer doen. Omdat ik
kelen, maar de
„Ben je mal,
weg daarmee!”
Vlek had heelemaaL niet begrepen, waarom
de baas de kluif vies vond. Vlek vond hem juist
zoo mooi. Met hangenden kop had hij hem weer
naar buiten gebracht\Wat nu te doen? Hü kor.
toch zoo’n prachtige kluif maar niet zoo op de
straat neerleggen, terwül hjj zelf naar binner
moest? Daarom had hij hem gauw verstopt ach
ter een groote kei, vlak bü de deur. Hij had
eens goed rondgekeken, of geen van de honden
uit de buurt het bemerkt had en toen hü er
zich van overtuigd had, dat dit niet het geval
was, was hü getroost naar binnen gegaan.
„Morgenochtend.” zoo dacht hü. „dan ga ik
gauw naar bulten."
De volgende morgen was aangebroken
naast geef ik de teekening van een paar klauw
tjes, zooals ze bü een andere lianensoort gevon
den worden. (Flg. 3b). Het lüken net de klauwen
van een roofdier. Met die klauwen haakt hü zich
aan andere boomen vast. En om nu een vergelü-
klng mogelük te maken, heb ik er de hecht-
schUfjes van een wilden wingerd bü geteekend.
<Fig. 3c), nu kunnen jullie zélf zien, hoe klein
en nietig die hierbü vergeleken zün.”
Dat was het gedeelte van den brief, dat be
trekking had op de gevonden vrucht. -Natuurlük
ging Heintje zoo spoedig mogelük naar den
vriendelüken mynheer, die hem de gedroogde
vrucht gegeven had en o vreugde, er was nog
net zoo een voor den dag gekomen. Nu kon er
dus een naar Henk gestuurd worden en kon Hein
toch de züne houden. Natuurlük kre^g hü
ook zün reep chocolade en. wat nog mooier was.
hü had opeens in de club den naam gekregen
een goeden speurneus te bezitten. A. L.
krijgen we van lianen, als we op de stengels van
kamperfoelie letten, die zich büvoorbeeld om
eiken of elzen slingeren. De Hanen, die ik op het
oog heb, bezitten soms heel eigenaardige haak-
organen, of hechtschüvenInrichtingen, waarbü
de hechtschijfjes van onzen wilden wingerd
maar kinderspel zün. Ik stuur hierbü de teeke-
ningen. AUereerst zie je een paar takken, die in
echte zulgschüven schünen uit te loopen (Flg.
3a.) Wanneer een tak eenmaal zoo vastzit, kun
je,hem niet zonder meer losscheuren. Daar
Doordat de Koning en de Koningin van En
geland naar Canada vertrokken, vroeg de Ko
ning aan de prinsesjes, wat hü voor ze
zou brengen. ff
Prinses Elizabeth vroeg haar vader een ech
ten goudklomp mee te brengen. En haar jon
ger zusje hao 't liefst een volledige Indianen
uitrusting De eerste wensch. die wel heel vor-
stelük is.zal echter wel het moeflükst te ver
vullen zün.
U zult mü onmiddellyk begrüpen wanneer
ik u alles heb verteld.
En Silas Hempel gaf een breedvoerig relaas
van den staat van zaken en van alles, wat hü
gedurende zün verbluf op Sperber-Eck was te
weten gekomen. Hü sprak over het verdwünen
van de acte van afstand, waarvan zich onge-
twüfeld In de bewuste map een afschrift bevon
den had; van de moordaanslagen op mevrouw
Von Turnwald; van de verdachte rol. door de
..zilveren" auto gespeeld en waardoor onvermü-
deiijk zware verdenking moest vallen op
Andagola. wiens sprekende gelükenis met
mevrouw Von Turnwald scheen aan te dulden,
heid wil ik er nog bü vertellen, dat met de Har-
pagophytum planten verwant zün, die als lia
nen klimmen. JulHe weet wel, dat Hanen
van die klimplants zün, die soms heel
dikke stammen vormen. Een kleine voorstelling
Misschien hebben jullie je wel eens afgevraagd
waarom hangplanten toch zoo lang en slap zün
Ik zal het julUe eens vertellen. Vroeger was dat
anders. Toen «•aren de hangplanten heel kleine
stevige plantjes. Ze heetten toen natuurlük ook
geen hangplanten maar kruidellngetjes en
groeiden in de bosschen. Daar hadden ze het
goed en ze zouden er misschien nu nog groeien
als er niet een eigenwüs kruidelingetje was ge
weest, dat alles bedorven heeft. Dat kruidelin
getje stond lp een bosch tusschen veel andere
planten. Toen het nog jong was, was het een
aardig Hef kruidelingetje; altüd vriendelük en
opgeruimd. Iedereen hield er dan ook van.
De vogeltjes, die voorbü kwamen, floten het
vriendelük goedendag, de planten in het rond
waren altüd Hef er voor en zelfs de bloe
menfee, die voor alle bloemen in het bosch
moest borgen, hield erg veel van ons kruide-
Ungetje.
Maar een ekster, die ook in dat bosch woon
de. uvrd afgunstig en besloot een einde aan
dat geluksleventje te maken.
Op zekeren dag vloog zij naar de plaats waar
het kruidelingetje stond. Ze deed net of ze het
en vroeg aan een anemoontje:
,is toch dat kruidelingetje, waar
ee zoo van houdt?”
leh^oontje wees het haar aan, maar
(ter:
^pine ding daar, is dat nu het
dat hü, en niet Meller, Ulrich Von Turnwald
was.
Maar, zoo besloot Hempel zün uiteenzet
ting, daartegenover staan weer de uit Buenos
Aires ontvangen inlichtingen. Nog altüd bewe
gen wü ons in een doolhof van raadsels èn
tegenstrüdigheden. 't Verheugt me intusschén
dat u Hirschfelder hebt uitgezonden om het
kasteel te bewaken. Nu mag ik tenminste ver
trouwen. dat mevrouw Von Turnwald gedu
rende mün afwezigheid bescherming geniet en
dat is een geruststelling voor mü. Alleen nog
deze opmerking: met 't bevel tot aanhouding is
u wat vlug geweest, münheer, want wü Weten
nog niet, of de man. die de eigenares van Sper
ber-Eck naar het leven stond, óók Ulrich is
Geloof je dan. dat mevrouw Von Turn
wald nog steeds in gevaar verkeert?
Helaas! daarvan ben ik overtuigd. Twee
aanslagen zün mislukt van de eerste gele
genheid zal men gebruik maken om een derden
te plegen. Dat dit nog niet is gebeurd, heeft zü
waarschünlük te danken aan haar ziekelüken
toestand, die haar slechte bü uitzondering en
dan nog maar voor eenige oogenbUkken toelaat
haar kamer té verlaten.
Een verschrlkkelüke gedachte, dat een
zoon zün moeder naar het leéen staat! Ik
kan 1 mij slechts hierdoor verklaren dat htj
ook in haar een hindernis ziet op den weg. dien
hü wil volgen.
Ja.... anders kan ik 't mü ook niet er-
klaren.... in geval Ulrich werkelUk ook hier de
hand in 't spel heeft.
En dat monster, dat koelbloedig den eenen
Ik meen niet te veel te zeggen, wanneer ik
taxeer, dat kinderen van de honderd maal dat
zü thuis gestraft worden, geen tien maal deze
straf als rechtvaardig zien. In theorie is het
toepassen van straf heel mooi en gemakkelük.
doch wie van geval tot geval consequent tracht
rechtvaardig te zün. begint al gauw te wan
hopen of hü er ooit iets van terecht brengen
zal. Onze rechtvaardigheid loopt niet mank,
doch glüdt elk moment uit op 1 glibberige pad
van het kinderbegrip. Het meeste succes heb
ik kunnen boeken met den oud-trstamentarischen
regel: oog-om-oog. tand-om-tand; een kfnd zaï
hier dikwijls rechtvaardigheid in zien, waar het
elke straf als onrechtvaardig zou afwüzcn. Het
onthouden van een versnapering met den uit
leg. dat 't geld dat anders aan t lekkertje be
steed werd, nu gebruikt zal worden om een
nieuw schoteltje of kopje of wat ook te koopen
is in het kinderoog rechtvaardig, zelfs in ge
vallen. wtoar het alle schuld of kwaden opzet
afwijst. Frits, die in dollen overmoed zyn zusje
eens gevoehg in den arm beet zü speelden
„hondje” kwam werkelük onder den indruk,
toen ik zijn mouwtje losmaakte en opstroopte en
aanstalten maakte hem dezelfde behandeling te
laten ondergaan. Kleine Gaby. toen nog geen
jaar oud. begreep, dat zü met haar handjes uit
de theekast moest blüven. wanneer ik. telkens
als zü weer naar de kopjes reikte, haar een tikje
op de vingers gat. Maar.... dit moest onrnld-
dellük geschieden, als. t ware. terwiU zü. het
geen zü niet mocht doen, bedreef. Een halve
minuut, zelfs vüf seconden daarna zou te laat
geweest zün. Buitendien moet t tikje minder
als straf, dan wel als waarschuwing beschouwd
worden, als herinnering, „denk eraan, daaraan
mag je niet raken
Wie rechtvaardig straffen wil, moet elke straf
.aanpassen aan de fout. Als een kind, ondanks
't verbod, terwül de baby slaapt, toch blüft
schreeuwen of gillen, maakt de straf „vüf of
tien minuten absoluut zwijgend op een stoel
zitten", den meesten indruk op hem. Een kind
dat geroepen, niet dadelük komt, zal zich met
de straf verzoenen, wanneer hü nu evenlang
moet, als hü zelf te laat naar
binnen kwam. Wie zijn brood of middagmaal
niet eet, legt zich erbij neer, dat hem ook het
lekkertje onthouden wordt; dit Immers dient
als belooning voor wie zün eten behoorlük at.
Wie eten morste of intrapte in 't kleed, moet
dit zelf opvegen of uit het tapijt" krabben; Wie
van een broertje iets breekt of scheurt moet
eigen gelijkwaardig bezit ervoor in de plaats
geven. Wie een klap of schop uitdeelt, krügt een
tik terug, wie plaagt tot de tegenpartü 't niet
langer verdragen kon en In tranen of woede
uitbarst, wordt zelf geplaagd, hetgeen voAr een
moeder, die haar kinderen kent, geen moeilijke
taak is. Volgens dézen stelregel lukt X dlkwüls
een in het kinderoog rpehtxggrdtge sppftf op te
leggen, dievootZdns volwassenen zelfs niet
op straf lükt. Ja, dikwüU zal de .straf" in
flagranten strüd zün met ons rechtsgevoel. Toen
mun Keesje niet lang geleden een kostbaar
wandbord, waaraan Ik zeer gehecht was. stuk
gooide met zijn bal, terwijl ik hem nadrukkelük
verboden had in de kamer te ballen, was 't vol
gens onsen maatstaf niet meer dan een armzg- !V
lige genoegdoening, toen ik voor zün oogen den
bal stuk knipte. Voor het kind echter leek de-
straf heel, zelfs veel té zwaar; hü had 't bordje,
immers niet met opzet gebroken; zün eenige
fout was, dat hü mün verbod vergeten was M
genegeerd had. 't Doel der straf, dat niét in
herhaling vervallen zou worden, bereikte ik.
want dagen later was hü nog onder den indruk
van het verlies van zün bal. Of hij de straf
echter rechtvaardig vond, betwüfel ik ernstig.
Teekenend was het, dat alle ballen met één slag
uit de huiskamer verdwenen waren, zelfs die
van kleine Elly. hoewel haar werpkracht voor
niet meer dan een metersgool reikte.
Voor en boven alles moet bü 't opleggen van
straf ervoor zorggedragen worden, dat geen straf
gegeven wordt zonder uitleg, zonder motlveé-
ring. Een draai om de ooren is zoo gemakkelük
gegeven, maar.... wordt meer ultgedeeld om
de moeder op te luchten of om als uitlaat te
dienen voor haar ergernis, schrik of woede, dafi
als werkelijke straf. Daarbij komt, dat zoo'n
klap maar al te snel in een gewoonte ontaardt,
«■aardoor ten laatste 't tegendeel bereikt wordt
van hétgeen wordt beoogd: verbetering voor de
toekomst moet het doel ^h- onverschilligheid
voor de straf, dus verharding in 't kwaad wordt
het resultaat. Een tik is dan geen opvoedmlddel.
doch pure wraak, en daarvoor bevat 't meeren-
deel der kinderfouten toch werkelük te weinig
slechtheid. Van alles waarvoor een
straf opgelegd wordt, is misschien bü
meer dan tien procent werkelüke opeet
held, terwül hü .op de wandsota een weinig
ter züde schoof. Hü keek op, en herkende
Andagola!
Er werden kranten gebracht, en de Argentüa
keek ze vluchtig door. Hempel legde zün kruid
kundig boek opengeslagen voor zich, als voelde
hü er behoefte aan. zün oogen een beetje rust
te gunnen en over het gelezene na te denken.
Onwillekeurig keek Andagola naar de prachtige
illustraties van 't werk, die hem blijkbaar inte
resseerden.
Pardon, zei hü glimlachend, ik zie, dat u
zich bezighoudt met de Zuid-Amerikaanscne
flora. Maar uit dat boek zult u niet veel nut
trekken. De meeste planten, die er weergegeven
worden, zien er in werkelükheld heel andere
uit. Als ik niet vreesde, indiscreet te zün. zou
ik u een veel beter boek aanbevelen.
Waarvoor ik u natuurlük zeer dankbaar
zou zün. Ik heb dit genomen omdat de boek
handelaar 1 mü als pas verschenen aar.raaddu.
Trouwens, ik hoop spoedig ter plaatse zelf mün
gebrekkige kennis te kunnen verroken.
Wilt u dus een kükje in Zuid-Amerika
gaan nemen?
Andagola’s blik getuigde van echte belang
stelling.
Hempel glimlachte.
Zooals u zegt, doch mün plannen gaan
niet verder. Ik ben niet voornemens, mü in de
Nieuwe. Wereld te gaan vestigen. Ik heb seen
leerde koppen het hoofd en erkenden, dat ze
niet wisten, wat ze er van moesten denken. Kees
vond, dat het meer op een vreemdsoortige
vrucht leek, dan op een dier, maar thuisbren
gen kon hü het evenmin. Maar als ze het eens
aan Henk stuurden Die had zooveel boeken.
Misschien was het wel te vinden in een van
die folianten. Zoo gezegd, zoo gedaan. Het
vreemde ding werd naar Henk gestuurd en
prompt veertien dagen later was er antwoord.
Dat lufdde .JDet vreemóe ding is de gedroog
de vrucht van een Zuid-Afrikaansche plant.
Zün naam luidt: Haragophytum. een naam. die
wel met harp In verband zal staan. Jullie
ziet wel. dat deze vrucht meer dan welke ook
geschikt is. otr. aan de pels van wollige diertjes
te blüven haken Elke ultloopende tak oraagt
een paar klauwtjes, drie of vier bü elkaar Bo
vendien zitten aan het. eigenlijke vruchtlichaam
ook haakjes. De planten kunnen goed tegen
droogte Laatst kreeg ik een soortgelüke merk
waardige vrucht te zien (Fig. 2). die familie
van die van jullie is.
Maar bü die vrucht zün een paar gemshorens
ontwikkeld. Wanneer Hein niet zoo erg veel om
de vondst geeft, zou ik hem heel graag willen
hebben. Maar eerst moet hU er zün reep choco-
mqest ik mij voorloopig tevreden
lank! zoo bleef althans mevrouw
-1 oen hevige ontroering bespaard.
Anders nog geen maatregelen genomen?
Jawel. Ik Aeb een onzer bekwaamste
Hlrscllfelder. dien je kent, naar
gezonden met de opdracht, alles, wat
Sperber-Eck omgaat, zooveel mogelük
oog te houden, zonder dat men het be-
Want aanéezlen thans voor Meller-
**,d de b*an vrij Is, geloof ik. dat hü
wel spoedig zal trachten, zün elgenlük doel
op te treden als erfgenaam te bereiken.
I« geloof verder, dat hl\
Wken r*-
S!,*ee,rde zoon aan zün r
Hl) vleit zich waanchünK
«rste ontroering van het
«toot de beoogde
echte
kind
niet
aanwezig, en wanneer in één procent der geval
len inderdaad slechtheid aangetoond zou kun
nen worden, zou mü dit ten zeerste verwonde
ren. Kinderen zün nog niet slecht, zeker jonge
kinderen niet; hoogstens onbezonnen, snel verge
tend, en.... klnderlük van begrip. Bü eenlg
nadenken zou büna nooit straf opgelegd wor
den, pu doen wü het dikwijls, alleen omdat de
daad óns op dat oogenbUk niet past. Dlezelfdé
daad, op eeiMander tijdstip, soms zelfs op ons
verzoek verricht, zal uitbundigen lof oproepen.
Werkelük. denkt u eens aan het kind, dat na
het zien van een optocht den volgenden dag
met een oud gordünroetje optochtje speelt...,
overvloeiend van trots en tevredenheid zal de
moeder het spelletje aanzien. Maar.,., als het
zelfde kind, met hetzelfde spelletje, denzclfden
dag een geliefd pulletje van een kast of rekje
smüt. klets, tik. klats, onmiddellük volgt de
straf. Moeten wjj niet over rechtvaardigheid
spreken EEN MOEDER
je eenmaaljtoot heb gemaakt, zal ik"je groot
laten, maar ik zal je zoo slap maken, dat je
je a t overeind ztiljgunnen houden. Dat zal
de^irut zün' voor je trots." En zoo gebeurde
Op die manier is de ifnfldeling zoo'n lange,
sfgppe plant geworden. En de tuinman die haar
moord na den anderen pleegt, zou Andagola
zün, die een zoo keurige innemende man is!
Is 't mogelük. dat personen zooals wü. die" uil
hoofde van hun beroep toch meer ondervin
ding bezitten, zich zoo schromelük kunnen ver
gissen?
Vindt u buiten hetgeen wü besproken heb
ben een verklaring voor de rol, welke hü met
zün „zilveren” auto in dit drama heeft ge
speeld?
Neen; en toch is het mü büna onmogelük.
hem voor zóó ontaard te houden. Ik bgn zeer
benieuwd, te vernemen welken indruk hQ op
u maakt als u persoonlek met hem m
raking komt.
Dat zal Ik je zeggen, zoodra ik ^legen
heid heb gevonden, om kennis met hem te
maken. Dat zal naar ik. hoop, niet lang duren
Nog dienzelfden avond vond Silas Hempel
de gewenschte gelegenheid in de feestzaal van
t .Hotel Imperial".
Hü zat daar na het avondmaal alléén in
'n hoek, verdiept in een werk over de Zuid-
Amerikaansche flora, dat hü dien namiddag
gekocht had. om in ieder geval voorbereid te
zün als zich een gelegenheid voordeed om met
Andagola kennis te maken.
De meeste andere tafels waren 'bezet door
gasten van X hotel die de avondbladen lazen.
In Hempel's onmiddellüke nabjjheid vroeg een
büzonder welluidende stem:
Is 't gepermitteerd? Is deze plaats nog
us
m
li
nt
M
ts
d-
Uk