<Kctu&Aaal Dienstplicht en gezin uan ONGEGRONDE ONGELIJKHEID ONZE EENHEID I uto 1 den Kalief I w- den daq De luchtroovers van Hoitika 1 De vrijstelling wegens broederdienst I GeneesmiddelU It H DINSDAG 13 JUNI 1939 camouflage Een maand verlof DE ZILVEREN TEGEN HUIDAANDOENINGEN AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRÏE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL De Tuin van uit (Van een militairen medewerker) dak vrij- parlementairen redacteur.) (Van onzen zake doen, om dat men een uitbarsting van woede, toen bedrijfsleven is dween In een der tenten. De twee anderen hem na. XX (Wordt vervolgd.) gezicht straalde. Dus weer bruik- door A. Hruschka bQ vatten van een hand, een voet «C o* Geen verandering op Sperber-Eck. Mevrouw Von Turnwald gaat nog altüd voor ziek door; Ze liepen tusschen de rjjen groote en kleine tenten door en keken telkens eens tusschen de zeilen. „Hier zal het zün." zei Piet, ,4k zie een heeleboel mooie klearen hangen." Eki hfj ver- Dit moest wel een kleedkamer zijn, wat een boel costuums hingen er op rijen en wat een mooie hoeden, mutsen, sabels, mantels, ja wat al niet. Ze deden een keus uit de rijke verzame ling en de bestuurder trok een gekleede jas aan, met witte broek, hoogen hoed op en greep een wandelstok. *t Is zomil-. De Juni-zon brandt op de ge maaide kale welden en op de rijpende koren akkers. Mevrouw Von Turnwald zit in haar te de de de verrassingen voor! zijn ge vol- ■••••••■••••••••«•••••••••a ■••••ssswvvsee doordringt «n da rlnkto- klaman doodt. Flacon* d H d. L 1JO l Nu kan men Iemand, die eenmaal beha gen schept in- andermans leed hoe wei nig nobel een dergelljk behagen ook moge einde zijn zijn pleizier gunnen. Maar leedver maak veronderstelt toch zeker één ding de aanwezigheid van leed. nch ovgr zijn geloot schaamt schaamt zich God Wia zich ovar God schaamt over dien zal God zich schamen. den doet vergeten en haar broer teleurstelling heen te vorscht zij naar alle bijzonderheden loving Roland is haar dankbaar voor die lief- devolle bezorgdheid en vertelt alles breedvoerig. HU was eigenlijk van plan geweest, eerst in September, wanneer hjj Sperber-Eck zou over nemen. aanzoek om Lilly's hand te doen. Maar terwijl hij dien dag met Fossel den oogst inspecteerde, ontmoette hü bü X Jïellgenkreuz" toevallig Lilly, die haar gewonen morgenrit had verlengd en juist huiswaarts wilde keeren. In haar wit rjjcostuum. op haar melkwitte merrie ..Ara" zag zij er zoo verrukkelijk uit, dat hU, Roland, heelemaal van streek geraakte. ATT w-v a D/''X'K.T'N.T^’»C! op dit blad Zifr ingevolge de vervekerlngsvoorwaarden teg^n w-v bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door TJ WfA bfj een ongeval met TT1 OCA I <1 <r« l>C JlW Iw ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen F f verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen F f OVle“ doodelijken afloop F mOVFo" De zoogenaamde „versnippering" nu, die zich bij de gemeenteraadsverkiezingen in de Zuidelijke provinciën onder de Katho lieken openbaart, moge hier en daar wel licht de lachwekkende vormen van alle kleinsteedsche' of dorpsche politiek aanne men, om dergelijke lijstenvormlng maken wij ons even vroolijk als leder ander. De uitwerking doet at en toe wat potsierlijk aan, maar het principe, dat daar, waar geen verschil van meenlng bestaat over de beginselen, die aan het beleid der burgerlij ke overheid ten grondslag behooren te lig gen. waar die beginselen, die boven ails belangenverschillen staan, niet behoeven te worden verdedigd, waar hun geen gel ding behoeft te worden verschaft tegenover de beginselen van anderen, dat daar een gezonde verscheidenheid van opvattingen over puur locale en met beginselen weinig uitstaande hebbende kwesties tot uiting komt dat kan slechts verheugen. Daar blijkt slechts uit, dat de eenheid der Ka tholieken, zóó, als zij In de nationale poli tiek tot uiting komt, géén eenheid-door- gelijkschakeling, geen dom-mechanische eenheid van menschen, die allemaal pre cies eender denken en willen, geen eenvor migheid inhoudt, doch dat zij, gelijk alle organische eenheden, uit deelen ven verschillenden aard Is samengesteld, die volkomen gecoördineerd optreden, wanneer bet belang van het organisme In zijn ge heel, wanneer In casu het beginsel op het spel staat, doch die alle binnen het orga- on- cierscheiden van die der andere, en die naar binnen voor verschillende belangen kunnen opkomen, wanneer het hoogere be lang veilig is gesteld. Nooit tevoren had haar edele schoonheid hem in die mate betooverd De oude Fossel had tact genoeg om zich na da eerste begroeting te verwijderen en op a's eentje dè inspectie van de velden voort te zetten. En daar het vandaag zoo verschrikkelijk warm is, noodigde ik Lilly, af te stijgen en op een bank, een kwartier te rusten, om zich wat af te koelen. Zij was het daarmee onmiddellük eens en wu namen plaats op de baak, 't Was er heerlijk koel wat ons in een bijzonder behaaglijke stem ming bracht. Ik weet niet, wat we zooal gepraat hebben. In leder geval niet veel en ik moet betwijfelen, of er wel één verstandig woord over onze lippen kwam,... En toen eindelijk.... nu ja.... plotseling gaven wij elkaar een kus en .achten en schreiden tegelijk. En met geestdrift consta teerden wü. dat we steeds van elkaar hadden gehouden, reeds toen Lilly nog 'n klein meisje was, dat ik moest verdedigen tegen Erich, dia haar zakje met boterhammen en fruit wilde plunderen. En zoo hebben wü maar besloten, In 1 be gin van Augustus, wanneer de oogst voor het grootste gedeelte achter den rug Is. te trouwen. Vindt u het goed, mama? Natuurlijk. Hoe eerder hoe liever. Dan weet Ik tenminste, dat je gelukkig bent en ge borgen voor den toekomst. mün arme jongen. Roland keek zijn moeder verwonderd aan. De .Neerlandla-Pers” becommentarieert de ..maand verlof", die aan de onder de wapenen zUnde manschappen wordt gegeven: dit standpunt verschillende wetteUjke n den goeden ouden tijd, toen de sociaal democraten nog aan den klassenstrijd geloofden, zeiden zij tot de Katholieke arbeiders: jullie argeloozen laat je in één partij samendrijven met degenen, die blij kens het heele verloop van de wereldhis torie krachtens hun vampyren-aard jullie vijanden zijn: de kapitalisten. En dat noe men jullie: „eenheid”! Sindsdien is er in de socialistische denk wijze iets veranderde. Men heeft ontdekt, nisme een eigen functie hebben, wél dat er nog iets als een boerenstand en een middenstand bestaat en dat zelfs binnen de veste van het authentieke proletariaat niet allen dezelfde belangen en begeerten hebben. De 8. D. A. P. groeit langzamer hand uit tot wat zijzelf vroeger een „hutje- mutje”-partij zou noemen. En. nu consta teert zij eensklaps, dat de Katholieke een heid niet meer een kunstmatig saamge- houden band van twee machtige groepen is, niet meer een kluistering van de Room sche proletariërs aan het dito kapitaal, maar een samenraapseltje van allerlei be langetjes. De gemeenteraadsverkiezingen hebben haar dp.t geopenbaard. Zie naar het Zui den. Iedere wethouder of aspirant-wethou- der neemt met zijn eigen lijst deel aan de komende verkiezingen. De arbeiders heb ben hun lijsten en hun tegenlijsten, de boeren, de brouwers en allemaal Katho liek! Leve de Roomsche eenheid! Met nauw verholen leedvermaak worden daar de sappigste verhalen van opgedlscht. Het besluit onzer regeering om van de grenstroepen telkens een tiende deel met een maand verlof te laten gaan, zal in den lande slechts met matige ingenomen heid zUn begroet. Op zichzelf genomen, zal een maand verlof voor deze onder de wapenen zUnde manschappen natuurlUk welkom zün. maar deze voldoening wordt in sterke mate verzuurd door hetgeen uit die verzachting valt af te leiden. Het is nJ. moeilijk aan te nemen, dat de regeering tot een derge- Hjken maatregel zou overgaan, indien X vooruitzicht bestond, dat de grensbewa king in den nu geldenden vorm nog slechts enkele weken of zelfs maanden zou duren. Immers, dat zou een bevoordeeling zijn van het eerste, en de enkele eerste tlende- deelen der grensgemobiliseerden: en zulks valt van de overheid niet te verwachten. Het vooruitzicht is dus. dat de thans aan de grenzen gelegerden daar nog zeer lang zullen moeten blUven. Dit is een hoogst-onaangenaam vooruit zicht. Vooral om de sociale en de persoon- Hjk-economische onbillijkheden, die daar door vooreerst bestendigd blUven. Y -rit het vorenstaande blijkt o.i., I J elke vrijstelling dus ook die we- gens broederdienst verwerpelijk is, tenzij daarvoor zeer ernstige gronden aanwezig zijn. Nu zal iedereen moeten erkennen, dat er bjj de vrijstelling wegens broederdienst in het algemeen niet kan worden gesproken van een „noodzakelijkheid’’. Is deze laat ste er wel, dan wordt op andere gron den (kostwinnerschap, onmisbaarheid) vrijstelling verleend. bare sporen! Meller’s schuilhoek hij had er blijkbaar twee gehad, en dit tegelijkertijd was ontdekt. Méér nog: hij had te Wfenen een zuster, die inlichtingen aangaande zijn afkomst en verleden kon geven. Den volgenden dag vroeg de heer Juan Anda gola tweemaal tevergeefs naar Dr. Merkler, om volgens afspraak, met hem enkele inkoopen te gaan doen. Dr. Merkler was niet te vinden. HU had vroeg in den morgen 't hotel verlaten en was nog niet teruggekomen. Eerst laat in den avond bracht een besteller den heer Andagola een briefje van hem. Dr. Merkler verontschuldigde zich; onvoorziene familieomstandigheden dwongen hem voor een paar dagen op reis te gaan, maar hU hoopte, den heer en mevrouw Andagola zeker nog vóór hun vertrek naar Buenos Aires te zullen ont moeten Ook Mr. Ullmann kreeg een briefje van Silas Hempel. Dit luidde zeer laconisch: ..Ben den man met de kriyschende stem op het spoor; kan niet zeggen, wanneer en waar jacht eindigt. Bereid u in ieder geval op „HEMPEL." Kalief Hakam bezat een prachtig paleis met een even prachtigen tuin, waarin hij gaarne en dikwijls vertoefde In den loop der jaren ver grootte hij dezen lusthof door aankoop van om liggende velden en stukken grond zoozeer, dat de oorspronkelijke slertuln tot een groot park was uitgegroeid Het zou een afgerond ge heel gevormd hebben, wanneer niet aan het van den tuin nog één stuk in vreemde handen gebleven was En dit was juist het Uefe- lijkste deel van de heele streek, een vrucht baar stuk land met in het midden een groote diepe bron, waaruit een beekje ontsprong Aan den rand van dit beekje stond een klein, bescheiden huisje met een opgelapt dak en bouwvallige muren Veel te armelljk leek het voor de rijke bloemen- en bloesempracht, die er omheen bloeide. In dit huisje woonde de eigenaresse van den omllggenden grond; duwe was ze. De kaiief bood de vrouw Voor haar bezit een s>m gelds die ongeveer met de waarde overeen kwam. Maar de vrouw wees het aanbod af; zij wilde niet schelden van haar tulnderU en het vaderlijk erfgoed. Dat zou haar nog berouwen, had de gezant van den kalief haar nog gezegd.... En zoo was het ook. Toen de vrouw enkele dagen later van de markt te Cordoba naar huis terugkeerde, vond zü er soldaten van den ka llef bij den toegang van haar bezit. ZU weiger den haar binnen te laten en gaven haar te ver staan. dat zU met haar ezel maar ergens anders heen moest gaan. Een vertrouweling van den kalief smeet toen met enkele booze woorden een buidel met het aangeboden geld in een van haar leege korven. Weenend en klagend ging de arme vrouw heen, zocht onderdak bU fami lieleden en gaf hun den buidel in bewaring, zonder echter den inhoud aan te roeren. Weken en maanden verliepen, zonder dat de vrouw een weg kon vinden, die haar dichter bü haar doel bracht. Want de kalief was mach tig en hij duldde niet, dat men zich in zijn zaken mengde. Geen onderdaan durfde zich zijn toom op den hals halen en daarom waagde niemand het, de arme vrouw te nelpen. In haren tuin nu was het bouwvallige huisje, dat zü van haar vader had geërfd, spoedig neer gehaald. Het armoedige huisraad, dat er nog in was. was weggebracht. Op de plaats van het huisje verrees ras een rijk paviljoen en de klare, reine bron werd veranderd in een bad. Slanke marmeren zuilen spiegelden zich in het water Toen het gebouw klaar was en ook al het andere in orde gebracht, werd de tuin van de weduwe het geliefkoosde plekje van den kalief. Doch niemand zag hem er wandelen en genie ten van de natuur, want een hooge. snel opge trokken muur onttrok den tuin aan den blik van allen, die voorbij gingen. Op zekeren dag gebeurde het, dat de oude vrouw weer naar Cordoba ging. Vrienden brach ten haar naar den geleerden, wijd en zijd ge prezen en geroemden Kadi Bechlr. HU aanhoor de haar klacht, streek peinzend over zijn lan gen witten baard en beloofde tenslotte, dat hü zou trachten haar te helpen. NatuurlUk moest zU eenig geduld hebben, tot zich een gunstige gelegenheid voordeed voor zUn plan. Enkele weken later werd Kadi Bechlr door den kallef op een feest genoodigd. In rijke feest- kleedU waren alle gasten reeds ten disch geko men, alleen de kadi ontbrak nog. Reeds brak men zich het hoofd over de vraag, waarom hü niet gekomen was en men vermoedde reeds, dat den anders zoo nauwgezetten kadi een ongeval overkomen was. Doch opeens kwam hü. maar nauwelijks te herkennen; niet in feestgewaad was hU, ja zelfs niet in zUn gewone dracht, maar gekleed als een eenvoudig tuinman. Een armzaligen, mageren ezel het oude lastdier van de beroofde weduwe dreef hü voor zich uit den tuin in. De kalief en zijn vele gasten, die een of an dere vroolijke scherts verHbopten. barstten los in luid gelach. Doch de kadi bleef ernstig, nam. alsof hU iets heel belangrijks deed, een grove, groote spade van zijn schouder en plaatste die vertrouwelingen van den kalief. ook de wetgever zich op stelt, blijkt bepalingen. Natuurlijk doordat een bulten Lilly Lansberg en Mr. Sorel ontvangt zU niemand en zelden verlaat zij het kasteel, om met haar kinderen een korte wandeling in het park te maken, of te Slchelfeld armen en zieken te gaan bezoeken. Nog steeds schudt Dr Thomayer bedenkelijk 't hoofd; nog steeds maken Roland en Vera zich ernstig bezorgd over den toestand hunner moeder; vergeefs trachten zü. haar op te vroolUken, belangstelling voor de buitenwereld bü haar op te wekken. En toch is mevrouw Von Turnwald niet ziek naar het lichaam. ZU gebruikt gedwee de spUzen, die de dokter haar voorschrUft, ziet er weer beter uit en kan ’s nachts althans een paar uren slapen. Maar zü is liefst alleen, om haar gedachten den vrijen loop te kunnen laten. En juist daar door verergert de diepe zwaarmoedigheid, waar aan zU sinds den dood van Mr. Wendland en Anna Milden voortdurend geleden heeft. Want hare gedachten bewegen zich onophoudelijk rond dat ééne punt Ulrich. O, kon zü hem zien.... al was *t maar één maal! Wist zU maar, wat er vap hem gewor den is. of inderdaad zün hand dië verschrikke- lUke schaduw op Sperber-Eck geworpen heeft! Sinds de ontdekking van ’t lük van Anna Milden twijfelt zü nauwelijks meer daaraan En toch gloeit er nog steeds een vonkje hoop in het gefolterd moederhart.... Dat je me een zeer grooten diénst hebt bewezen, beste Poldl Ik dank je hartelUk Je hebt mU weer op 't spoor van dien kerel ge bracht. Nu zeg me gauw de telefoonnummers eens, en ook de namen. Je hebt naar ik b°°P, alles goed nagezien? Natuurlijk. Nummer 36551 is dat van de herberg ..Zum Schwan" in het Liebhartstal. Nummer 23600, een prlvé-telefoon, behoort een Vkouw, met name Selma Kurzreiter. die in de ^érzstrasse 31, op de eerste verdieping woont, vergeet ook niet den naam van de andere vrouw: Alma Lobing, Liebhartstal nr. 18, bü de weduwe Lagler. A1 opgeteekend. En nog eens duizend maal dank. Poldl. Je bent werkelUk een flink metaje. Verraad me in ’s hemelsnaam niet! Wees gerust, volkomen gerust, kindje! Bemnel’s Van dien dag af was Silas Hempel ver dwenen. Zelfs Kata wist niet, waar hü zich ophield Niet toevallig is de broederdienstvrüstei- llng in de dienstplichtwet het laatst ge noemd en niet toevallig is zij de eerste vrij stelling geweest, welke door de Regeering grootendeels Werd teniet gedaan. Andere vrijstellingen, zooals bijv, die we gens kostwinnerschap en wegens het be- kleeden van een geestelijk ambt zullen te allen tijde een beperking van het contin gent opleggen, omdat zij op sociale grond slagen rusten. De vrijstelling wegens broe derdienst kan geen gedwongen beperking vormen, omdat zij zulk een redelijke basis niet heeft. Feitelljk, wij herhalen het, is deze vrij stelling onbillijk, omdat zij den eenen jon geman boven den adderen bevoordeelt-. Daarbij is het niet de vraag, of zooals een lezer ons schreef de oudste zoon met genoegen zijn jongeren broer „vrij dient” 1 of dat het gezin met den dienstplichtige meevoelt en meeleeft. Dit zijn gevoelsover wegingen, die met recht en billijkheid niets hebben uit te staan, en bovendien geheel afhankelijk zijn van het standpunt, dat andere broers Innemen. Er zijn legio ge vallen, waarin dat geheel anders is dan genoemde lezer veronderstelt. Mevrouw Von Turnwald glimlacht even en strUkt met de fUne hand liefkoozend over zün donker haar. —Dat verheugt mü Roland. Voor jou en voor Lilly.... Je past zoo goed bü elkaar. Ik hoop en ik bid, dat jullie gelukkig moogt zijn en blUven. Vera moet zich snel omkeeren, om de tranen te verbergen, die haar oogen vullen. Wat klinkt dat mat en zwaarmoedig! Hoe pUnlUk moet het den armen Roland treffen! HU is bleek geworden en een smartelUke trek glUdt over zyn gezicht Juist op dat oogenblik hoort men de gong. Plechtig. bUna als een vreemde, biedt hU zUn moeder den arm: Permitteer, Mama, t Is Ujd voor het diner Aan tafel wordt drukker gesproken dan in laatsten tijd het geval is geweest. Vera haar best om de torenkamer te d< en en haar broer over die pUnlUke heen te helpen. Met dat doel der ver- Alleen: het moet niet te gek worden. Dat de maag andere zorgen heeft en an dere belangen behartigt dan het hoofd of de longen dat is gezond, maar wanneer de vijf vingers van één hand een verschil lende politiek voeren, dan wordt het een humoristisch geval dat voor de function- neering van de hand In zijn geheel noodlot tig kan worden. Zoo Is het met vér doorge voerde versnipperingen in de gemeentepo litiek ook. Komen de brouwers in één ge meente met vier lijsten, des te erger voor het brouwersbelang. Maar eenigen grond tot spot met de Katholieke eenheid, tot het betitelen van deze eenheid als „camou flage”, eenigen grond tot leedvermaak be vat de verscheidenheid der „allemaal Roomsche” lijsten in katholieke gemeenten toch heusch niet. eischte. toestand allicht zou kunnen vervangen door manschappen met minder specialisatie. De vredesvooruitzich- ten zUn wel van dien aard, dat denzulken thans door den blUkbaar langdurlgen grensdienst zelf genoegzaam zou kunnen worden bUgebracht, hetgeen nog aan hun specialisatie ontbreekt. ow meer men gelijk wil hebben. hoe minder men het krijgt en omarmde De vraag rijst vanzelf, waarom van over heidswege niet wordt doorgetast in den zin, welken men aanvankeluk meende te mogen verwachten. Dezen nJ.: dat de op roeping van kader en manschappen van oudere lichtingen, die de bevolking zich als een nood-overgangsmaatregel getroost te, zou worden vervangen door de oproe ping van de jongste der met groot-verlof zijnde lichtingen. Deze lichting toch bestaat uit jonge lieden van vooraan in de twintig, die voor het overgroote deel nog ongehuwd zUn en geen posities bekleeden van zoodanig ge wicht. dat door hun tjjdelUk heengaan uit de burgennaatschappU het ernstig schade ondervindt. Dat hiertoe niet aanstonds is overge gaan. laat ziph verklaren uit de omstan digheid, dat de effectieve grensbewaking vooral geoefende specialisten Thans echter is de algemeene van dien aard, dat men hen zijn hierop uitzonderingen jongeman, om welk^ reden dan ook. langer en nauwer met het be staan van het gezin verbonden blijft. Heeft dan de dienstplicht ernstige conse quenties voor het gezin (zaken, bedrijf, enz.), dan zal „uitstel" of „vrijstelMng” worden verleend, niet echter omdat een broer heeft gediend of nog dient, doch omdat de betrokkene onmisbaar is of omdat de persoonlijke of gezinsbelangen te veel worden geschaad. Dit geldt gchter eveneens voor een oudsten of eenigen zoon. Het vervullen van den dienstplicht door een leder, die er normaal voor in aanmer king komt, moet evenals het betalen van belasting als een onaangename, doch als een vanzelfsprekende zaak worden be schouwd. Zoolang ons volk in zijn vollen omvang er zoo nog niet over denkt, de elschen van nationale veiligheid paard aan de sociale orde nog niet doende doorgedrongen. De jongere gene ratie wake voor de veiligheid, de oudere voor den voortgang van het maatschappe lijk leven. ging naar kadi Bechlr voor zich op den grond. Toen vroeg hU Hakam of hU hem een gunst wilde toestaan. ..Gaarne", antwoordde de kalief. ..spreek beste Bechir .Laat mU den zak. die daar op den ezel ligt, met aarde uit uwen tuin vullen, met wat aarde van den grond onder uwen pronkzetel en uwe voeten!" ..Goed! Goed!" riep de kallef lachend en hU verwachtte altUd nog een vroolUke grap, die uit de handeling van den kadi zou voortvloeien. Doch deze begon met grooten U’er te graven en laadde de opgedolven aarde in zUn grooten zak. De kallef en zUn gasten keken verbaasd toe Eindelijk stond de zak tot aan den rand gevuld voor hen. hoog en groot als een volwas sen man. .JZoo. en nu komt mUn mooie zak op mUn braven ezel,” mompelde kadi Bechlr. terwUl hu hem probeerde op te tillen Maar hoezeer hU ook zijn best deed, het lukte hem niet den zak ook maar een duim hoog op te heffen; de krachten van den wel wUzen. maar welntg lichamelijk geoefenden kadi waren blUkbaar niet voldoende Hijgend moest hij zUn plan laten varen. Radeloos keek hU om zich heen, maar zag niets dan men schen. die zich met zün verlegen heid vermaakten en hem hartelUk uitlachten. Ook kallef Hakam grUnsde genoeglük. Kadi Bechir haalde brommend de schouders op. „Wié is hier de sterkste?" vroeg hü. om zich heen kUkend. „Ik geloof, dat gU nog altüd de sterkste züt. kallef. gU. die bü alle ridderspelen de schoonste prüzen >ehaalt Toon nu uw krachten eens zonder een prüs daarvoor te be halen. doe me een genoegen en leg den zak op den ezel I .Je bent de zonderlingste snaak, dien ik ken.” lachte de kalief en ging goed geluimd naar den zak. Krachtig omvatte hü hem met belde armen en probeerde hem op te tillen. Doch nauwelüka had hü hem met zün befaamde kracht een hand breed van den grond geheven, of hU plofte zwaar weer op de aarde terug Hoofdschuddend gaf de kallef zün pogingen op .Ja. nu zie je weer, wat er van terecht komt, wanneer zoo hooggeleerde heeren als mün wüae Bechir zich met de eenvoudige dingen dezer aarde bezig houden en werk ter hand nemen, waarvan zü geen verstand hebben. Iedere dag- looner had dit beter en handiger gedaan." En zich tot den kadi wendend, zei hü. dat de aak te vol geladen was „Te zwaar? Is deze zak u dan te zwaar?" vroeg Bechlr verbaasd. „Niet alleen voor mü. Bechlr. maar ook voor ieder ander ..Dan moge God u genadig zün. Luister goed naar mün woorden, kallef. Een beetje aarde uit dezen tuin is voor uw groote lichaams kracht al te zwaar. Maar hoe wilt gü dan. wan neer gü eenmaal voor den grooten Rechter dea Hemels en der aarde staat, het gewicht van dezen heelen tuin torsen, hoe zult gü u verant woorden over dezen grooten tuin, dien gü een arme onderdaan, een arme weduwe, tegen haren wil ontnomen hebt?" Diep zwügen heerschte nu onder alle aanwe zigen. De kallef fronste het voorhoofd, keek verrast en büna verlegen voor zich uit. Reeds vreesde men een uitbarsting van woede, toen klaarde plotseling het gezicht van den kalief cp. Hü hem. Heb dank, dat gü mü den rechten weg ge wezen hebt, neem den tuin en geef hem terug aan de vrouw. Met alles wat er nu op staat zal hü van nu af aan weer aan haar toebehoo- ren" Aldra zat de oude weduwe weer op haar erf goed; en de wüae, moedige kadi Bechir be- hoorde van dien dag af tot de meest intieme koele torenkamer bü het open venster en staart wezenloos op de met kiezel bestrooide ruimte vóór het kasteel. Daar ziet zü toevallig haar zoon en den op zichter Fossel aankomen; beiden zün blUkbaar sterk verhit van hun bezigheid op de velden; terwül Fossel den weg naar de schuren inslaat komt Vera van den kant der Sichelfeld-laan opdagen. ZU herkent van verre haar broer en wuift hem een groet toe met den hoed, welken zü heeft afgenomen omdat 't zoo warm is. Zü ontmoeten elkaar bü de fontein en begin nen onmiddellük al fluisterend, een druk ge sprek. Eigenlük is alleen Roland aan het woord. Zün sympathiek gezicht wordt aldoor opgeruim der, terwül Vera ernstig schünt na te denken EindelUk slaat zü haar arm om den hals van haar broer en geeft hem een kus, waarna de jongelui arm in arm op het kasteel toeschrü- den. Mevrouw Von Turnwald heeft van dat alles niets bemerkt. Zü ziet noch Roland, noch Vera en houdt alleen den blik gevestigd op één. die niet aanwezig is en toch altüd vóór haai staat. Eerst nu de deur opengaat en Roland, ge volgd door Vent binnenkomt ontwaakt zü uit haar tiroomen. Roland valt onmiddellük na de eerste begroeting zün moeder om den hals. Moedertje, een uur geleden heb ik mü met Lilly verloofd! Zün stralende oogen kUken haar vol ver wachting aan.' Nu zal de blüdschap haar toch wel wakker schudden? nze stelling, dat de dienstplicht geen I I gezinslast, maar een Indlvidueele burgerplicht is, beteekent dus niet, dat het gezin niet zou mééleven ejL mee voelen met den zoon, die -soldaat wordt. Zij beteekënt juist wat zjj zegt. Was de dienst plicht een gezinslast, zulk een opvatting is denkbaar dan zou die last over de gaeinnen dus ook over kinderlooze ge zinnen of gezinnen, die slechts dochters hebben gelijkelijk moeten worden ver deeld, waarbij men dan voor laatstgenoem de gezinnen een aequivalent, in geld bijv., zou moeten bedenken van den persoonlij ken dienst, dien zü niet kunnen leveren. Er bestaat echter wel geen twüfel aan, dat onze dienstplicht f^en dergelijke gezins last is, maar een verplichting, die gelegd is op alle weerbare jonge mannen als bur gers van den staat. De vrüstelling wegens broederdienst heeft dan echter geen reden van bestaan. De eenige vragen, die ter zün dan immers deze: 1. Zün er gegronde redenen om den eenen broer boven den anderen te bevoor- deelen? Wü beantwoorden deze vraag ont kennend. 2. Wordt een gezin met meer zoons extra belast, indien die zoons leder op hun beurt doch bü voorkeur niet ge- lüktüdig hun dienstplicht In vredestijd moeten vervullen? Ook op deze vraag antwoorden wü: neen. In het algemeen Immers staat de jonge man van 19 20 jaar reeds als zelf standig werker in de maatschappü. Dat n een vorig artikel stelden wü de vraag: Is vrüstelllng wegens broederdienst bil- lük? en deze vraag hebben wü met jjeen” beantwoord. Nu spreekt het vanzelf, dat dit vraag stuk nimmer als op zich zelf staand kan worden beschouwd, de meeste lezers zul len de beantwoording van die vraag dan ook in verband hebbeii gebracht met de vele andere aspecten van den dienstplicht, die in dit blad reeds werden behandeld. Alvorens nu nader op de broederdlenst- vrUstelling in te gaan, moeten enkele al gemeene trekken van het dienstpllcht- stelsel In herinnering gebracht worden: 1. Hoe grooter het aantal vrügestelden, des te kleiner het contingent; 2. Hoe kleiner het contingent, des grooter het aantal jaren, dat dienstplichtige deel uitmaakt van weermacht (uitgaande van een constante totale sterkte van het oorlogsleger); 3. Hoe grooter het aantal dienstplich tige jaren, des te hooger ook de leef tijd van hen, die van de weermacht deel uitmaken; 4. Hoe hooger de leeftüd van de dienst plichtigen, die tot het oorlogsleger behoo ren, des te dieper schokt een mobilisatie in het sociale leven (gezinshoofden, onmis- baren enz. enz.). De huidige toestand is daarvan reeds een sprekend bewüs; 5. Allen, die in vredestüd vrügesteld zün van den dienstplicht, zün in geval van oorlog of oorlogsgevaar voorloopig onbruikbaar. Zü zouden eerst moeten worden opgeleid en geoefend, hetgeen maanden duurt. Zelfs hun oproeping zou eerst na geruimen tüd kunnen plaats vinden; Indien na mobilisatie geen oor log Intreedt, zal zü als regel achterwege blüven. De va^j den dienst vrügestelden zu]len dus practisch ook buiten s[>el blü ven, als het gevaar „alle hens aan dek” vraagt. ling dan in de wet voor? Het antwoord hierop is nog al eenvoudig. Bü het vroe gere beperkte contingent moest men naar redelüke maatregelen zoeken om het verkregen surplus aan jongelingen „af te voeren”. Bü de keuring'kon men het, zon der krankzinnige eischen te stellen, verder brengen dan 40 pet. Ook de 1 k e vrüstellingen leverden geen niet bil- vol- doende aantal. Ten slotte vond men een oplossing in de broederdienstvrüstelling om het aantal afschrijvingen te vergroo- ten. Bü het vroegere zeer geringe contin gent van 19.500 gaf ook dit nog geen op lossing en hebben wü jarenlang moeten genieten van het bewonderenswaardige stelsel der loting. Gevoelens van billükheid stonden dus tot de broederdienstvrüstelling slechts In een zeer verwüderd verband.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1939 | | pagina 17