<Kctu&Aaal
Dienstplicht
en gezin
uan
ONGEGRONDE
ONGELIJKHEID
ONZE EENHEID
I uto
1
den Kalief I
w-
den daq
De luchtroovers van Hoitika
1
De vrijstelling wegens broederdienst
I
GeneesmiddelU It H
DINSDAG 13 JUNI 1939
camouflage
Een maand verlof
DE
ZILVEREN
TEGEN HUIDAANDOENINGEN
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRÏE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
De Tuin van
uit
(Van een militairen medewerker)
dak
vrij-
parlementairen
redacteur.)
(Van
onzen
zake
doen,
om
dat
men een uitbarsting van woede, toen
bedrijfsleven
is
dween In een der tenten. De twee anderen hem na.
XX
(Wordt vervolgd.)
gezicht straalde. Dus weer bruik-
door
A. Hruschka
bQ vatten van een hand,
een voet «C o*
Geen verandering op Sperber-Eck. Mevrouw
Von Turnwald gaat nog altüd voor ziek door;
Ze liepen tusschen de rjjen groote en kleine tenten door en
keken telkens eens tusschen de zeilen. „Hier zal het zün." zei
Piet, ,4k zie een heeleboel mooie klearen hangen." Eki hfj ver-
Dit moest wel een kleedkamer zijn, wat een boel costuums
hingen er op rijen en wat een mooie hoeden, mutsen, sabels,
mantels, ja wat al niet. Ze deden een keus uit de rijke verzame
ling en de bestuurder trok een gekleede jas aan, met witte
broek, hoogen hoed op en greep een wandelstok.
*t Is zomil-. De Juni-zon brandt op de ge
maaide kale welden en op de rijpende koren
akkers. Mevrouw Von Turnwald zit in haar
te
de
de
de
verrassingen voor!
zijn
ge
vol-
■••••••■••••••••«•••••••••a ■••••ssswvvsee
doordringt «n da rlnkto-
klaman doodt. Flacon* d
H d. L 1JO l
Nu kan men Iemand, die eenmaal beha
gen schept in- andermans leed hoe wei
nig nobel een dergelljk behagen ook moge einde
zijn zijn pleizier gunnen. Maar leedver
maak veronderstelt toch zeker één ding
de aanwezigheid van leed.
nch ovgr zijn geloot schaamt
schaamt zich God Wia zich
ovar God schaamt over dien zal
God zich schamen.
den
doet
vergeten en haar broer
teleurstelling heen te
vorscht zij naar alle bijzonderheden
loving Roland is haar dankbaar voor die lief-
devolle bezorgdheid en vertelt alles breedvoerig.
HU was eigenlijk van plan geweest, eerst in
September, wanneer hjj Sperber-Eck zou over
nemen. aanzoek om Lilly's hand te doen. Maar
terwijl hij dien dag met Fossel den oogst
inspecteerde, ontmoette hü bü X Jïellgenkreuz"
toevallig Lilly, die haar gewonen morgenrit had
verlengd en juist huiswaarts wilde keeren.
In haar wit rjjcostuum. op haar melkwitte
merrie ..Ara" zag zij er zoo verrukkelijk uit,
dat hU, Roland, heelemaal van streek geraakte.
ATT w-v a D/''X'K.T'N.T^’»C! op dit blad Zifr ingevolge de vervekerlngsvoorwaarden teg^n w-v bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door TJ WfA bfj een ongeval met TT1 OCA
I <1 <r« l>C JlW Iw ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen F f verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen F f OVle“ doodelijken afloop F mOVFo"
De zoogenaamde „versnippering" nu, die
zich bij de gemeenteraadsverkiezingen in
de Zuidelijke provinciën onder de Katho
lieken openbaart, moge hier en daar wel
licht de lachwekkende vormen van alle
kleinsteedsche' of dorpsche politiek aanne
men, om dergelijke lijstenvormlng maken
wij ons even vroolijk als leder ander. De
uitwerking doet at en toe wat potsierlijk
aan, maar het principe, dat daar, waar
geen verschil van meenlng bestaat over de
beginselen, die aan het beleid der burgerlij
ke overheid ten grondslag behooren te lig
gen. waar die beginselen, die boven ails
belangenverschillen staan, niet behoeven
te worden verdedigd, waar hun geen gel
ding behoeft te worden verschaft tegenover
de beginselen van anderen, dat daar een
gezonde verscheidenheid van opvattingen
over puur locale en met beginselen weinig
uitstaande hebbende kwesties tot uiting
komt dat kan slechts verheugen. Daar
blijkt slechts uit, dat de eenheid der Ka
tholieken, zóó, als zij In de nationale poli
tiek tot uiting komt, géén eenheid-door-
gelijkschakeling, geen dom-mechanische
eenheid van menschen, die allemaal pre
cies eender denken en willen, geen eenvor
migheid inhoudt, doch dat zij, gelijk alle
organische eenheden, uit deelen ven
verschillenden aard Is samengesteld, die
volkomen gecoördineerd optreden, wanneer
bet belang van het organisme In zijn ge
heel, wanneer In casu het beginsel op het
spel staat, doch die alle binnen het orga-
on-
cierscheiden van die der andere, en die
naar binnen voor verschillende belangen
kunnen opkomen, wanneer het hoogere be
lang veilig is gesteld.
Nooit tevoren had haar edele schoonheid hem
in die mate betooverd
De oude Fossel had tact genoeg om zich na da
eerste begroeting te verwijderen en op a's
eentje dè inspectie van de velden voort te zetten.
En daar het vandaag zoo verschrikkelijk warm
is, noodigde ik Lilly, af te stijgen en op een
bank, een kwartier te rusten, om zich wat af te
koelen.
Zij was het daarmee onmiddellük eens en
wu namen plaats op de baak, 't Was er heerlijk
koel wat ons in een bijzonder behaaglijke stem
ming bracht.
Ik weet niet, wat we zooal gepraat hebben.
In leder geval niet veel en ik moet betwijfelen,
of er wel één verstandig woord over onze lippen
kwam,... En toen eindelijk.... nu ja....
plotseling gaven wij elkaar een kus en .achten
en schreiden tegelijk. En met geestdrift consta
teerden wü. dat we steeds van elkaar hadden
gehouden, reeds toen Lilly nog 'n klein meisje
was, dat ik moest verdedigen tegen Erich, dia
haar zakje met boterhammen en fruit wilde
plunderen.
En zoo hebben wü maar besloten, In 1 be
gin van Augustus, wanneer de oogst voor het
grootste gedeelte achter den rug Is. te trouwen.
Vindt u het goed, mama?
Natuurlijk. Hoe eerder hoe liever. Dan
weet Ik tenminste, dat je gelukkig bent en ge
borgen voor den toekomst. mün arme jongen.
Roland keek zijn moeder verwonderd aan.
De .Neerlandla-Pers” becommentarieert de
..maand verlof", die aan de onder de wapenen
zUnde manschappen wordt gegeven:
dit standpunt
verschillende wetteUjke
n den goeden ouden tijd, toen de sociaal
democraten nog aan den klassenstrijd
geloofden, zeiden zij tot de Katholieke
arbeiders: jullie argeloozen laat je in één
partij samendrijven met degenen, die blij
kens het heele verloop van de wereldhis
torie krachtens hun vampyren-aard jullie
vijanden zijn: de kapitalisten. En dat noe
men jullie: „eenheid”!
Sindsdien is er in de socialistische denk
wijze iets veranderde. Men heeft ontdekt, nisme een eigen functie hebben, wél
dat er nog iets als een boerenstand en een
middenstand bestaat en dat zelfs binnen
de veste van het authentieke proletariaat
niet allen dezelfde belangen en begeerten
hebben. De 8. D. A. P. groeit langzamer
hand uit tot wat zijzelf vroeger een „hutje-
mutje”-partij zou noemen. En. nu consta
teert zij eensklaps, dat de Katholieke een
heid niet meer een kunstmatig saamge-
houden band van twee machtige groepen
is, niet meer een kluistering van de Room
sche proletariërs aan het dito kapitaal,
maar een samenraapseltje van allerlei be
langetjes.
De gemeenteraadsverkiezingen hebben
haar dp.t geopenbaard. Zie naar het Zui
den. Iedere wethouder of aspirant-wethou-
der neemt met zijn eigen lijst deel aan de
komende verkiezingen. De arbeiders heb
ben hun lijsten en hun tegenlijsten, de
boeren, de brouwers en allemaal Katho
liek! Leve de Roomsche eenheid!
Met nauw verholen leedvermaak worden
daar de sappigste verhalen van opgedlscht.
Het besluit onzer regeering om van de
grenstroepen telkens een tiende deel met
een maand verlof te laten gaan, zal in
den lande slechts met matige ingenomen
heid zUn begroet.
Op zichzelf genomen, zal een maand
verlof voor deze onder de wapenen zUnde
manschappen natuurlUk welkom zün.
maar deze voldoening wordt in sterke mate
verzuurd door hetgeen uit die verzachting
valt af te leiden. Het is nJ. moeilijk aan
te nemen, dat de regeering tot een derge-
Hjken maatregel zou overgaan, indien X
vooruitzicht bestond, dat de grensbewa
king in den nu geldenden vorm nog slechts
enkele weken of zelfs maanden zou duren.
Immers, dat zou een bevoordeeling zijn
van het eerste, en de enkele eerste tlende-
deelen der grensgemobiliseerden: en zulks
valt van de overheid niet te verwachten.
Het vooruitzicht is dus. dat de thans aan
de grenzen gelegerden daar nog zeer lang
zullen moeten blUven.
Dit is een hoogst-onaangenaam vooruit
zicht. Vooral om de sociale en de persoon-
Hjk-economische onbillijkheden, die daar
door vooreerst bestendigd blUven.
Y -rit het vorenstaande blijkt o.i.,
I J elke vrijstelling dus ook die we-
gens broederdienst verwerpelijk
is, tenzij daarvoor zeer ernstige gronden
aanwezig zijn.
Nu zal iedereen moeten erkennen, dat er
bjj de vrijstelling wegens broederdienst in
het algemeen niet kan worden gesproken
van een „noodzakelijkheid’’. Is deze laat
ste er wel, dan wordt op andere gron
den (kostwinnerschap, onmisbaarheid)
vrijstelling verleend.
bare sporen! Meller’s schuilhoek hij had er
blijkbaar twee gehad, en dit tegelijkertijd
was ontdekt. Méér nog: hij had te Wfenen een
zuster, die inlichtingen aangaande zijn afkomst
en verleden kon geven.
Den volgenden dag vroeg de heer Juan Anda
gola tweemaal tevergeefs naar Dr. Merkler, om
volgens afspraak, met hem enkele inkoopen te
gaan doen.
Dr. Merkler was niet te vinden. HU had vroeg
in den morgen 't hotel verlaten en was nog
niet teruggekomen.
Eerst laat in den avond bracht een besteller
den heer Andagola een briefje van hem. Dr.
Merkler verontschuldigde zich; onvoorziene
familieomstandigheden dwongen hem voor een
paar dagen op reis te gaan, maar hU hoopte,
den heer en mevrouw Andagola zeker nog vóór
hun vertrek naar Buenos Aires te zullen ont
moeten
Ook Mr. Ullmann kreeg een briefje van Silas
Hempel. Dit luidde zeer laconisch:
..Ben den man met de kriyschende stem op
het spoor; kan niet zeggen, wanneer en waar
jacht eindigt. Bereid u in ieder geval op
„HEMPEL."
Kalief Hakam bezat een prachtig paleis met
een even prachtigen tuin, waarin hij gaarne
en dikwijls vertoefde In den loop der jaren ver
grootte hij dezen lusthof door aankoop van om
liggende velden en stukken grond zoozeer, dat
de oorspronkelijke slertuln tot een groot park
was uitgegroeid Het zou een afgerond ge
heel gevormd hebben, wanneer niet aan het
van den tuin nog één stuk in vreemde
handen gebleven was En dit was juist het Uefe-
lijkste deel van de heele streek, een vrucht
baar stuk land met in het midden een groote
diepe bron, waaruit een beekje ontsprong
Aan den rand van dit beekje stond een klein,
bescheiden huisje met een opgelapt dak en
bouwvallige muren Veel te armelljk leek het
voor de rijke bloemen- en bloesempracht, die
er omheen bloeide. In dit huisje woonde de
eigenaresse van den omllggenden grond;
duwe was ze.
De kaiief bood de vrouw Voor haar bezit een
s>m gelds die ongeveer met de waarde overeen
kwam. Maar de vrouw wees het aanbod af; zij
wilde niet schelden van haar tulnderU en het
vaderlijk erfgoed. Dat zou haar nog berouwen,
had de gezant van den kalief haar nog gezegd....
En zoo was het ook. Toen de vrouw enkele
dagen later van de markt te Cordoba naar huis
terugkeerde, vond zü er soldaten van den ka
llef bij den toegang van haar bezit. ZU weiger
den haar binnen te laten en gaven haar te ver
staan. dat zU met haar ezel maar ergens anders
heen moest gaan. Een vertrouweling van den
kalief smeet toen met enkele booze woorden een
buidel met het aangeboden geld in een van
haar leege korven. Weenend en klagend ging
de arme vrouw heen, zocht onderdak bU fami
lieleden en gaf hun den buidel in bewaring,
zonder echter den inhoud aan te roeren.
Weken en maanden verliepen, zonder dat de
vrouw een weg kon vinden, die haar dichter
bü haar doel bracht. Want de kalief was mach
tig en hij duldde niet, dat men zich in zijn
zaken mengde. Geen onderdaan durfde zich
zijn toom op den hals halen en daarom waagde
niemand het, de arme vrouw te nelpen.
In haren tuin nu was het bouwvallige huisje,
dat zü van haar vader had geërfd, spoedig neer
gehaald. Het armoedige huisraad, dat er nog in
was. was weggebracht. Op de plaats van het
huisje verrees ras een rijk paviljoen en de klare,
reine bron werd veranderd in een bad. Slanke
marmeren zuilen spiegelden zich in het water
Toen het gebouw klaar was en ook al het
andere in orde gebracht, werd de tuin van de
weduwe het geliefkoosde plekje van den kalief.
Doch niemand zag hem er wandelen en genie
ten van de natuur, want een hooge. snel opge
trokken muur onttrok den tuin aan den blik
van allen, die voorbij gingen.
Op zekeren dag gebeurde het, dat de oude
vrouw weer naar Cordoba ging. Vrienden brach
ten haar naar den geleerden, wijd en zijd ge
prezen en geroemden Kadi Bechlr. HU aanhoor
de haar klacht, streek peinzend over zijn lan
gen witten baard en beloofde tenslotte, dat hü
zou trachten haar te helpen. NatuurlUk moest
zU eenig geduld hebben, tot zich een gunstige
gelegenheid voordeed voor zUn plan.
Enkele weken later werd Kadi Bechlr door
den kallef op een feest genoodigd. In rijke feest-
kleedU waren alle gasten reeds ten disch geko
men, alleen de kadi ontbrak nog. Reeds brak
men zich het hoofd over de vraag, waarom hü
niet gekomen was en men vermoedde reeds, dat
den anders zoo nauwgezetten kadi een ongeval
overkomen was. Doch opeens kwam hü. maar
nauwelijks te herkennen; niet in feestgewaad
was hU, ja zelfs niet in zUn gewone dracht,
maar gekleed als een eenvoudig tuinman. Een
armzaligen, mageren ezel het oude lastdier
van de beroofde weduwe dreef hü voor zich
uit den tuin in.
De kalief en zijn vele gasten, die een of an
dere vroolijke scherts verHbopten. barstten los
in luid gelach. Doch de kadi bleef ernstig, nam.
alsof hU iets heel belangrijks deed, een grove,
groote spade van zijn schouder en plaatste die vertrouwelingen van den kalief.
ook de wetgever zich op
stelt, blijkt
bepalingen.
Natuurlijk
doordat een
bulten Lilly Lansberg en Mr. Sorel ontvangt
zU niemand en zelden verlaat zij het kasteel,
om met haar kinderen een korte wandeling in
het park te maken, of te Slchelfeld armen en
zieken te gaan bezoeken.
Nog steeds schudt Dr Thomayer bedenkelijk
't hoofd; nog steeds maken Roland en Vera
zich ernstig bezorgd over den toestand hunner
moeder; vergeefs trachten zü. haar op te
vroolUken, belangstelling voor de buitenwereld
bü haar op te wekken.
En toch is mevrouw Von Turnwald niet
ziek naar het lichaam. ZU gebruikt gedwee de
spUzen, die de dokter haar voorschrUft, ziet
er weer beter uit en kan ’s nachts althans een
paar uren slapen.
Maar zü is liefst alleen, om haar gedachten
den vrijen loop te kunnen laten. En juist daar
door verergert de diepe zwaarmoedigheid, waar
aan zU sinds den dood van Mr. Wendland en
Anna Milden voortdurend geleden heeft. Want
hare gedachten bewegen zich onophoudelijk
rond dat ééne punt Ulrich.
O, kon zü hem zien.... al was *t maar één
maal! Wist zU maar, wat er vap hem gewor
den is. of inderdaad zün hand dië verschrikke-
lUke schaduw op Sperber-Eck geworpen heeft!
Sinds de ontdekking van ’t lük van Anna
Milden twijfelt zü nauwelijks meer daaraan
En toch gloeit er nog steeds een vonkje hoop
in het gefolterd moederhart....
Dat je me een zeer grooten diénst hebt
bewezen, beste Poldl Ik dank je hartelUk Je
hebt mU weer op 't spoor van dien kerel ge
bracht. Nu zeg me gauw de telefoonnummers
eens, en ook de namen. Je hebt naar ik
b°°P, alles goed nagezien?
Natuurlijk. Nummer 36551 is dat van de
herberg ..Zum Schwan" in het Liebhartstal.
Nummer 23600, een prlvé-telefoon, behoort een
Vkouw, met name Selma Kurzreiter. die in de
^érzstrasse 31, op de eerste verdieping woont,
vergeet ook niet den naam van de andere
vrouw: Alma Lobing, Liebhartstal nr. 18, bü de
weduwe Lagler.
A1 opgeteekend. En nog eens duizend
maal dank. Poldl. Je bent werkelUk een flink
metaje.
Verraad me in ’s hemelsnaam niet!
Wees gerust, volkomen gerust, kindje!
Bemnel’s
Van dien dag af was Silas Hempel ver
dwenen. Zelfs Kata wist niet, waar hü zich
ophield
Niet toevallig is de broederdienstvrüstei-
llng in de dienstplichtwet het laatst ge
noemd en niet toevallig is zij de eerste vrij
stelling geweest, welke door de Regeering
grootendeels Werd teniet gedaan.
Andere vrijstellingen, zooals bijv, die we
gens kostwinnerschap en wegens het be-
kleeden van een geestelijk ambt zullen te
allen tijde een beperking van het contin
gent opleggen, omdat zij op sociale grond
slagen rusten. De vrijstelling wegens broe
derdienst kan geen gedwongen beperking
vormen, omdat zij zulk een redelijke basis
niet heeft.
Feitelljk, wij herhalen het, is deze vrij
stelling onbillijk, omdat zij den eenen jon
geman boven den adderen bevoordeelt-.
Daarbij is het niet de vraag, of zooals
een lezer ons schreef de oudste zoon met
genoegen zijn jongeren broer „vrij dient” 1
of dat het gezin met den dienstplichtige
meevoelt en meeleeft. Dit zijn gevoelsover
wegingen, die met recht en billijkheid niets
hebben uit te staan, en bovendien geheel
afhankelijk zijn van het standpunt, dat
andere broers Innemen. Er zijn legio ge
vallen, waarin dat geheel anders is dan
genoemde lezer veronderstelt.
Mevrouw Von Turnwald glimlacht even en
strUkt met de fUne hand liefkoozend over zün
donker haar.
—Dat verheugt mü Roland. Voor jou en voor
Lilly.... Je past zoo goed bü elkaar. Ik hoop
en ik bid, dat jullie gelukkig moogt zijn en
blUven.
Vera moet zich snel omkeeren, om de tranen
te verbergen, die haar oogen vullen.
Wat klinkt dat mat en zwaarmoedig! Hoe
pUnlUk moet het den armen Roland treffen!
HU is bleek geworden en een smartelUke
trek glUdt over zyn gezicht
Juist op dat oogenblik hoort men de gong.
Plechtig. bUna als een vreemde, biedt hU zUn
moeder den arm:
Permitteer, Mama, t Is Ujd voor het diner
Aan tafel wordt drukker gesproken dan in
laatsten tijd het geval is geweest. Vera
haar best om de torenkamer te d< en
en haar broer over die pUnlUke
heen te helpen. Met dat doel
der ver-
Alleen: het moet niet te gek worden.
Dat de maag andere zorgen heeft en an
dere belangen behartigt dan het hoofd of
de longen dat is gezond, maar wanneer
de vijf vingers van één hand een verschil
lende politiek voeren, dan wordt het een
humoristisch geval dat voor de function-
neering van de hand In zijn geheel noodlot
tig kan worden. Zoo Is het met vér doorge
voerde versnipperingen in de gemeentepo
litiek ook. Komen de brouwers in één ge
meente met vier lijsten, des te erger voor
het brouwersbelang. Maar eenigen grond
tot spot met de Katholieke eenheid, tot het
betitelen van deze eenheid als „camou
flage”, eenigen grond tot leedvermaak be
vat de verscheidenheid der „allemaal
Roomsche” lijsten in katholieke gemeenten
toch heusch niet.
eischte.
toestand
allicht zou
kunnen vervangen door manschappen met
minder specialisatie. De vredesvooruitzich-
ten zUn wel van dien aard, dat denzulken
thans door den blUkbaar langdurlgen
grensdienst zelf genoegzaam zou kunnen
worden bUgebracht, hetgeen nog aan
hun specialisatie ontbreekt.
ow meer men gelijk wil hebben.
hoe minder men het krijgt
en omarmde
De vraag rijst vanzelf, waarom van over
heidswege niet wordt doorgetast in den
zin, welken men aanvankeluk meende te
mogen verwachten. Dezen nJ.: dat de op
roeping van kader en manschappen van
oudere lichtingen, die de bevolking zich
als een nood-overgangsmaatregel getroost
te, zou worden vervangen door de oproe
ping van de jongste der met groot-verlof
zijnde lichtingen.
Deze lichting toch bestaat uit jonge
lieden van vooraan in de twintig, die voor
het overgroote deel nog ongehuwd zUn en
geen posities bekleeden van zoodanig ge
wicht. dat door hun tjjdelUk heengaan uit
de burgennaatschappU het
ernstig schade ondervindt.
Dat hiertoe niet aanstonds is overge
gaan. laat ziph verklaren uit de omstan
digheid, dat de effectieve grensbewaking
vooral geoefende specialisten
Thans echter is de algemeene
van dien aard, dat men hen
zijn hierop uitzonderingen
jongeman, om welk^ reden
dan ook. langer en nauwer met het be
staan van het gezin verbonden blijft.
Heeft dan de dienstplicht ernstige conse
quenties voor het gezin (zaken, bedrijf,
enz.), dan zal „uitstel" of „vrijstelMng”
worden verleend, niet echter omdat een
broer heeft gediend of nog dient, doch
omdat de betrokkene onmisbaar is of
omdat de persoonlijke of gezinsbelangen
te veel worden geschaad. Dit geldt gchter
eveneens voor een oudsten of eenigen
zoon.
Het vervullen van den dienstplicht door
een leder, die er normaal voor in aanmer
king komt, moet evenals het betalen van
belasting als een onaangename, doch als
een vanzelfsprekende zaak worden be
schouwd. Zoolang ons volk in zijn vollen
omvang er zoo nog niet over denkt,
de elschen van nationale veiligheid
paard aan de sociale orde nog niet
doende doorgedrongen. De jongere gene
ratie wake voor de veiligheid, de oudere
voor den voortgang van het maatschappe
lijk leven.
ging naar kadi Bechlr
voor zich op den grond. Toen vroeg hU Hakam
of hU hem een gunst wilde toestaan. ..Gaarne",
antwoordde de kalief. ..spreek beste Bechir
.Laat mU den zak. die daar op den ezel ligt,
met aarde uit uwen tuin vullen, met wat aarde
van den grond onder uwen pronkzetel en uwe
voeten!"
..Goed! Goed!" riep de kallef lachend en hU
verwachtte altUd nog een vroolUke grap, die uit
de handeling van den kadi zou voortvloeien.
Doch deze begon met grooten U’er te graven
en laadde de opgedolven aarde in zUn grooten
zak. De kallef en zUn gasten keken verbaasd
toe Eindelijk stond de zak tot aan den rand
gevuld voor hen. hoog en groot als een volwas
sen man.
.JZoo. en nu komt mUn mooie zak op mUn
braven ezel,” mompelde kadi Bechlr. terwUl hu
hem probeerde op te tillen Maar hoezeer hU
ook zijn best deed, het lukte hem niet den zak
ook maar een duim hoog op te heffen; de
krachten van den wel wUzen. maar welntg
lichamelijk geoefenden kadi waren blUkbaar
niet voldoende
Hijgend moest
hij zUn plan laten
varen. Radeloos
keek hU om zich
heen, maar zag
niets dan men
schen. die zich
met zün verlegen
heid vermaakten en hem hartelUk uitlachten.
Ook kallef Hakam grUnsde genoeglük. Kadi
Bechir haalde brommend de schouders op.
„Wié is hier de sterkste?" vroeg hü. om zich
heen kUkend. „Ik geloof, dat gU nog altüd de
sterkste züt. kallef. gU. die bü alle ridderspelen
de schoonste prüzen >ehaalt Toon nu uw
krachten eens zonder een prüs daarvoor te be
halen. doe me een genoegen en leg den zak
op den ezel
I .Je bent de zonderlingste snaak, dien ik ken.”
lachte de kalief en ging goed geluimd naar den
zak. Krachtig omvatte hü hem met belde armen
en probeerde hem op te tillen. Doch nauwelüka
had hü hem met zün befaamde kracht een hand
breed van den grond geheven, of hU plofte
zwaar weer op de aarde terug Hoofdschuddend
gaf de kallef zün pogingen op
.Ja. nu zie je weer, wat er van terecht komt,
wanneer zoo hooggeleerde heeren als mün wüae
Bechir zich met de eenvoudige dingen dezer
aarde bezig houden en werk ter hand nemen,
waarvan zü geen verstand hebben. Iedere dag-
looner had dit beter en handiger gedaan." En
zich tot den kadi wendend, zei hü. dat de aak
te vol geladen was
„Te zwaar? Is deze zak u dan te zwaar?"
vroeg Bechlr verbaasd.
„Niet alleen voor mü. Bechlr. maar ook voor
ieder ander
..Dan moge God u genadig zün. Luister goed
naar mün woorden, kallef. Een beetje aarde
uit dezen tuin is voor uw groote lichaams
kracht al te zwaar. Maar hoe wilt gü dan. wan
neer gü eenmaal voor den grooten Rechter dea
Hemels en der aarde staat, het gewicht van
dezen heelen tuin torsen, hoe zult gü u verant
woorden over dezen grooten tuin, dien gü een
arme onderdaan, een arme weduwe, tegen haren
wil ontnomen hebt?"
Diep zwügen heerschte nu onder alle aanwe
zigen. De kallef fronste het voorhoofd, keek
verrast en büna verlegen voor zich uit. Reeds
vreesde men een uitbarsting van woede, toen
klaarde plotseling het gezicht van den kalief
cp. Hü
hem.
Heb dank, dat gü mü den rechten weg ge
wezen hebt, neem den tuin en geef hem terug
aan de vrouw. Met alles wat er nu op staat
zal hü van nu af aan weer aan haar toebehoo-
ren"
Aldra zat de oude weduwe weer op haar erf
goed; en de wüae, moedige kadi Bechir be-
hoorde van dien dag af tot de meest intieme
koele torenkamer bü het open venster en staart
wezenloos op de met kiezel bestrooide ruimte
vóór het kasteel.
Daar ziet zü toevallig haar zoon en den op
zichter Fossel aankomen; beiden zün blUkbaar
sterk verhit van hun bezigheid op de velden;
terwül Fossel den weg naar de schuren inslaat
komt Vera van den kant der Sichelfeld-laan
opdagen. ZU herkent van verre haar broer en
wuift hem een groet toe met den hoed, welken
zü heeft afgenomen omdat 't zoo warm is.
Zü ontmoeten elkaar bü de fontein en begin
nen onmiddellük al fluisterend, een druk ge
sprek. Eigenlük is alleen Roland aan het woord.
Zün sympathiek gezicht wordt aldoor opgeruim
der, terwül Vera ernstig schünt na te denken
EindelUk slaat zü haar arm om den hals van
haar broer en geeft hem een kus, waarna de
jongelui arm in arm op het kasteel toeschrü-
den.
Mevrouw Von Turnwald heeft van dat alles
niets bemerkt. Zü ziet noch Roland, noch Vera
en houdt alleen den blik gevestigd op één. die
niet aanwezig is en toch altüd vóór haai
staat.
Eerst nu de deur opengaat en Roland, ge
volgd door Vent binnenkomt ontwaakt zü uit
haar tiroomen. Roland valt onmiddellük na de
eerste begroeting zün moeder om den hals.
Moedertje, een uur geleden heb ik mü met
Lilly verloofd!
Zün stralende oogen kUken haar vol ver
wachting aan.'
Nu zal de blüdschap haar toch wel wakker
schudden?
nze stelling, dat de dienstplicht geen
I I gezinslast, maar een Indlvidueele
burgerplicht is, beteekent dus niet,
dat het gezin niet zou mééleven ejL mee
voelen met den zoon, die -soldaat wordt. Zij
beteekënt juist wat zjj zegt. Was de dienst
plicht een gezinslast, zulk een opvatting
is denkbaar dan zou die last over de
gaeinnen dus ook over kinderlooze ge
zinnen of gezinnen, die slechts dochters
hebben gelijkelijk moeten worden ver
deeld, waarbij men dan voor laatstgenoem
de gezinnen een aequivalent, in geld bijv.,
zou moeten bedenken van den persoonlij
ken dienst, dien zü niet kunnen leveren.
Er bestaat echter wel geen twüfel aan, dat
onze dienstplicht f^en dergelijke gezins
last is, maar een verplichting, die gelegd
is op alle weerbare jonge mannen als bur
gers van den staat. De vrüstelling wegens
broederdienst heeft dan echter geen reden
van bestaan.
De eenige vragen, die ter
zün dan immers deze:
1. Zün er gegronde redenen om den
eenen broer boven den anderen te bevoor-
deelen? Wü beantwoorden deze vraag ont
kennend.
2. Wordt een gezin met meer zoons
extra belast, indien die zoons leder op
hun beurt doch bü voorkeur niet ge-
lüktüdig hun dienstplicht In vredestijd
moeten vervullen?
Ook op deze vraag antwoorden wü:
neen. In het algemeen Immers staat de
jonge man van 19 20 jaar reeds als zelf
standig werker in de maatschappü. Dat
n een vorig artikel stelden wü de vraag:
Is vrüstelllng wegens broederdienst bil-
lük? en deze vraag hebben wü met
jjeen” beantwoord.
Nu spreekt het vanzelf, dat dit vraag
stuk nimmer als op zich zelf staand kan
worden beschouwd, de meeste lezers zul
len de beantwoording van die vraag dan
ook in verband hebbeii gebracht met de
vele andere aspecten van den dienstplicht,
die in dit blad reeds werden behandeld.
Alvorens nu nader op de broederdlenst-
vrUstelling in te gaan, moeten enkele al
gemeene trekken van het dienstpllcht-
stelsel In herinnering gebracht worden:
1. Hoe grooter het aantal vrügestelden,
des te kleiner het contingent;
2. Hoe kleiner het contingent, des
grooter het aantal jaren, dat
dienstplichtige deel uitmaakt van
weermacht (uitgaande van een constante
totale sterkte van het oorlogsleger);
3. Hoe grooter het aantal dienstplich
tige jaren, des te hooger ook de leef
tijd van hen, die van de weermacht deel
uitmaken;
4. Hoe hooger de leeftüd van de dienst
plichtigen, die tot het oorlogsleger behoo
ren, des te dieper schokt een mobilisatie in
het sociale leven (gezinshoofden, onmis-
baren enz. enz.). De huidige toestand is
daarvan reeds een sprekend bewüs;
5. Allen, die in vredestüd vrügesteld
zün van den dienstplicht, zün in geval
van oorlog of oorlogsgevaar voorloopig
onbruikbaar. Zü zouden eerst moeten
worden opgeleid en geoefend, hetgeen
maanden duurt. Zelfs hun oproeping zou
eerst na geruimen tüd kunnen plaats
vinden; Indien na mobilisatie geen oor
log Intreedt, zal zü als regel achterwege
blüven. De va^j den dienst vrügestelden
zu]len dus practisch ook buiten s[>el blü
ven, als het gevaar „alle hens aan dek”
vraagt.
ling dan in de wet voor? Het antwoord
hierop is nog al eenvoudig. Bü het vroe
gere beperkte contingent moest men naar
redelüke maatregelen zoeken om het
verkregen surplus aan jongelingen „af te
voeren”. Bü de keuring'kon men het, zon
der krankzinnige eischen te stellen,
verder brengen dan 40 pet. Ook de
1 k e vrüstellingen leverden geen
niet
bil-
vol-
doende aantal. Ten slotte vond men een
oplossing in de broederdienstvrüstelling
om het aantal afschrijvingen te vergroo-
ten. Bü het vroegere zeer geringe contin
gent van 19.500 gaf ook dit nog geen op
lossing en hebben wü jarenlang moeten
genieten van het bewonderenswaardige
stelsel der loting.
Gevoelens van billükheid stonden dus
tot de broederdienstvrüstelling slechts In
een zeer verwüderd verband.